0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/,...

14

Transcript of 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/,...

Page 1: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ
Page 2: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ
Page 3: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ
Page 4: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ
Page 5: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ
Page 6: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ

131NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

O O R S P R O N K E L I J K A R T I K E L

door J.H. Wingelaar

SamenvattingDirect na de Tweede Wereldoorlog (WO II) werden er meerdere militairehospitalen geopend. Al snel nadat de werkelijke oorlogshandelingen warenovergegaan in een ‘papieren’ oorlog (Koude Oorlog) werd de behoeftegevoeld aan reductie van het aantal hospitalen. Veelal geen directebeslissingen vanuit het ministerie, maar beslissingen op basis van studiesvan adviescommissies. Vooral de adviezen van de commissie Drijberhebben tot sluiting van de meeste hospitalen geleid. Uiteindelijk resteerter in 1991 nog één militair hospitaal, wel op eigen grond, maar directsamenwerkend met het Universitair Medisch Centrum Utrecht. In dit artikeleen beknopt overzicht van de strijd die vanaf 1945 op papier is gestredenen die tot deze ontwikkeling heeft geleid. Het eerste deel van dit artikel is verschenen in het julinummer [Wingelaar, 2013].

Afb 1: Neboklooster Nijmegen. Bron: http://www.noviomagus.nl

- Centraal Bureau Keuringen en

Herkeuringen;

- Militair Tandheelkundige Dienst;

- Militair Pharmaceutische Dienst;

- Rijksmagazijn van Geneesmiddelen;

- Bloedtransfusiedienst;

- Schermbeeldfotografische dienst;

- Geneeskundige Dienst

Luchtstrijdkrachten;

- Depot Geneeskundige troepen;

- Nederlands Verpleegsters Korps der

Landmacht;

- Militair Hospitaal te 's-Gravenhage;

- Militair Hospitaal te Utrecht;

- Militair Hospitaal te Apeldoorn;

- Militair Hospitaal te Amersfoort;

- Militair Hospitaal te Nijmegen;

- Militair Hospitaal te Arnhem;

- Militair Noodhospitaal te Eindhoven;

- Militair Noodhospitaal te Maastricht;

- Militair Herstellingsoord te Oisterwijk;

- In oprichting zijn nog een militair

herstellingsoord te Doorn en een militair

sanatorium te Amersfoort;

- In overeenstemming met de plannen van

den Chef van den Generalen Staf tot het

concentreren van de opleiding der troepen

in vier rayons, streeft de Inspecteur van

den Geneeskundigen Dienst der

Koninklijke Landmacht er naar de

geneeskundige verzorging der militairen te

centraliseren in 2 hospitalen 1e klasse

(te Utrecht en 's-Gravenhage, Leiden) en

4 hospitalen 2e klasse, in elk der

oefencentra (Amersfoort, Assen, Arnhem

en Nijmegen). De noodhospitalen en het

militair hospitaal te Apeldoorn zullen

worden opgeheven.

Militaire hospitalen in het Koninkrijk derNederlanden (1813 tot heden)

Deel 2: De periode van 1940 tot heden

Eerste jaren na WO IITijdens de WO II waren de militairehospitalen door de Duitse bezetteromgedoopt in Rijks hospitalen.De met de geallieerden oprukkendeNederlandse troepen openden in 1944het Eerste Militair Hospitaal teSchaerbeek in Brussel. De functie van dit hospitaal werd later verplaatst naarApeldoorn (waarschijnlijk op de latereKoning Willem III-kazerne waar de Duitsers gedurende de bezettingsjarenal een militair hospitaal hadden) en Nijmegen (in het bij de geallieerden(Canadezen) reeds als hospitaal in gebruik zijnde Neboklooster).

Op 3 augustus 1945 werd in de wijk Oog in Al te Utrecht een hospitaalmet 200 bedden in gebruik genomen.In dit Tweede Nederlandsch MilitairHospitaal werd een deel van de activiteiten, algemene heelkunde,inwendige geneeskunde en oogheelkunde, van het hospitaal aan de Springweg (voorheen het “Duitsche Huis” en later tevens“Rijkskweekschool voor MilitaireGeneeskundigen”) overgenomen.

Eind 1945 waren er naast de beide hospitalen in Utrecht, militairehospitalen te Amersfoort, Apeldoorn,Arnhem, Den Haag en Nijmegen, en noodhospitalen in Eindhoven en Maastricht.Een bijlage bij de Rijksbegroting van 1946 geeft een opsomming van de militaire geneeskundige instellingen:

Begin 1946 opende het MilitairHospitaal in Assen haar poorten en op 13 mei 1946 werd in Amersfoort het Militair Long Observatie Centrumgeopend. In april 1946 werd op het landgoed Aardenburg in Doorn het Militair Herstellings- en Trainingsoordgevestigd, en in dat zelfde jaar werd in Austerlitz het Neurose Hospitaalgeopend. Eveneens in 1946 kwamende hospitalen in Utrecht, t.w. hetTweede Nederlandsch MilitairHospitaal en het hospitaal aan de Springweg, onder eenhoofdige leiding en gingen verder onder de naamMilitair Hospitaal Utrecht. Bijministeriële beschikking van 22 augustus 1947 werd deze naamofficieel vastgesteld. Op 24 maart 1964 werd de naam van het hospitaalvernoemd naar de uitvinder van het gipsverband en heette het voortaanMilitair Hospitaal Dr. A. Mathijsen(MHAM).

Transport van militairen naar envan IndiëIn het tijdschrift ‘Ons Leger’ van januari1949, is een aardig beeld geschetstvan de zorg voor de militairen die van en naar Indië werden verplaatst.

De auteur doet als amateur historicus onderzoeknaar de geschiedenis van militaire hospitalen inNederland vanaf 1813.Artikel ontvangen juli 2013

Page 7: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ

132NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Gelet op de noodzaak om bij voortduring toe

te zien op een zo doelmatig mogelijke

geneeskundige verzorging in de krijgsmacht;

doen onderzoeken in hoeverre het mogelijk,

juist en nuttig zou zijn meer dan thans het

geval is, het in de civiele sector aanwezige

medische potentieel in vredes- en oorlogstijd

in te schakelen in de werkzaamheden van het

militair geneeskundig apparaat van zee-, land-

en luchtmacht.

Besluit een commissie in te stellen, met de

opdracht hem van advies te dienen nopens de

mate, waarin de inschakeling van het civiele

medische potentieel kan leiden tot een

doelmatige en kostenbesparende

samenwerking, de wijze waarop dit zou

moeten geschieden en de daaruit

voortvloeiende wijzigingen in de huidige

regeling van de militair geneeskundige

verzorging en de huidige organisatie van de

militair geneeskundige diensten.

Afb. 2: Hospitaalschip Groote Beer. Bron: http://www.dekunstclub.nl

Afb. 3a, b, c en d: Militair Sanatorium Amersfoort. Bron: www.legerplaats.nl

Voor de zieken was er hethospitaalschip Groote Beer.

Was op de reis naar Indië slechts eenbeperkte hospitaalcapaciteit aanwezig;op de terugreis bestond deaccommodatie uit verschillendeziekenhutten, een afdeling voorgeesteszieken (gesloten afdeling),een operatiekamer, eenbehandelkamer voor de tandarts,een polikliniek en een apotheek.Het personeel bestond uit:

In de staf:- 4 artsen

Chef militair geneeskundigedienst aan boord;Psychiater;Chirurg;Internist;

Apotheker;Tandarts;Lager personeel:- 4 sergeanten verpleging;- 1 korporaal ziekenverzorger;- 1 amanuensis;- 1 sergeant analist;- 1 korporaal tandartsassistent;- 1 zuster directrice van het

vrouwelijk verplegend personeel;- 1 operatiezuster;- 7 verpleegsters;- 1 masseuse;- 1 secretaresse;19 verpleegsters die door hetministerie van OverzeeseGebiedsdelen worden beschikbaargesteld;2 vrouwelijke officieren van hetNederlandse Rode Kruis voorwelzijnsverzorging.

Situatie in 1960Volgens kapitein-arts C.J.A. Somersin een van zijn artikelen over deMilitair Geneeskundige Dienst inVredestijd had de KoninklijkeLandmacht in dat jaar:

Het Neurose Hospitaal in Austerlitzwas in augustus 1958 omgedoopt totHerstellings- en Oefencentrum. Dithospitaal opgezet voor de opvang vanuit Indië teruggekeerde militairen werdal snel het opvangpunt vandienstplichtigen die zelf meenden nietgeschikt te zijn voor de vervulling vande dienstplicht. Hier werd getracht dit

personeel op andere gedachten tebrengen. Het op 9 november 2006uitgezonden VPRO-programma metals titel ‘voorgoed ongeschikt’ geefteen beeld van dit hospitaal.

Commissie DrijberBezuinigen bleven, zo leek het althans,ook na WO II een hobby van deoverheid. Met regelmaat werd bezienof ook aan de geneeskundigeverzorging van militairen minder geldkon worden besteed.Op 15 mei 1964 werd door de ministervan Defensie P.J.S. de Jong de“Commissie Militair GeneeskundigeDiensten”, onder voorzitterschap vanmr. J. Drijber, burgemeester vanMiddelburg, ingesteld. De opdracht aande commissie was:

Naast de genoemde burgemeesterhadden van buiten dedefensieorganisatie de directeur vande geneeskundige dienst van deN.V. Philips, de geneeskundig

- Centrale Militaire Hospitalen in Utrecht en

Den Haag met een volledige staf van

specialisten;

- Gewestelijk hospitaal in Arnhem met enige

specialisten;

- Gewestelijke hospitalen in Assen en

Amersfoort en een militair hospitaal in

Paramaribo zonder een eigen specialisten

staf. Deze hospitalen zijn meer ingesteld

op intensieve en langdurige verpleging en

verzorging;

- Militair Revalidatie Centrum in Doorn;

- Herstellings- en Oefencentrum in Zeist.

Hier worden de patiënten op specifiek

militair-psychiatrische wijze voor verdere

vervulling van de militaire dienst geschikt

gemaakt.

Page 8: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ

133NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Afb. 4: Militair Hospitaal, Hogeweg 70, Amersfoort. Foto: HenkvD, Wikimedia CC-by-SA-3.0, RM 517665.

Afb. 5: Gewestelijk Militair Hospitaal Onder de Linden, Arnhem. Bron: http://www.historischklarendal.nl

directeuren van hetSt. Elizabeth Gasthuis Haarlem, hetSt. Antoniusziekenhuis Utrecht en hetR.K. Binnenziekenhuis Eindhovenalsmede de directeur Rijksinstituut voorde Volksgezondheid zitting in decommissie.Op 27 februari 1967 was het werk vande commissie beëindigd.

Uit de rapportages van de commissieis het gevolg van de advisering goed teherleiden. Onderstaand de effecten perhospitaal.

Militair Long en Observatie Centrumte Amersfoort (MILOC)Na WO II werd op13 mei 1946besloten een militair sanatorium opte richten op het KELA-terrein(KELA = Kriegseinsatz LagerAmersfoort) naast het toenmaligeziekenhuis de Lichtenberg inAmersfoort.Dat sanatorium werd op22 januari 1947 in gebruik genomenen werden de eerste zestig patiëntenverwelkomd. Het complex wasbestemd voor militaire dienstplichtigetuberculosepatiënten. Er waren ooklighallen aan de Spoorstraat en deBloemweg.Eind jaren zestig van de vorige eeuwwerd de naam Militair Long enObservatie Centrum ingevoerd(MILOC).Uit de 2

einterim-rapportage van de

commissie Drijber d.d. 15 maart 1965blijkt dat het militair sanatorium teAmersfoort in overeenstemming methet rapport van de commissie op31 december 1965 is gesloten. Deobservatieafdeling was als MilitairLongobservatie Centrum voorlopig inAmersfoort achtergebleven om tegelegener tijd naar het HospitaalDr. A Mathijsen te wordenovergebracht [Schmelzer, 1964].

Gewestelijk Militair HospitaalAmersfoortIn het Garnizoen Amersfoort werd in1860 aan de Hogeweg een ziekenzaal,in die tijd genoemd“Garnizoensinfirmerie” gebouwd enop 1 april van dat jaar geopend.Op 3 maart 1877 was de nieuwbouwvan een infirmerie in Amersfoort(raming ƒ 159.000,--) aanbesteed enonder gewoon voorbehoud gegund aande laagste inschrijver, de heer G. Prinste Amersfoort voor een bedrag vanƒ 153.800,--.In 1880 wordt de infirmerieopgewaardeerd tot een militairhospitaal 3

eklasse en in 1894 tot

militair hospitaal 2e

klasse. In 1915werden de klassenummers afgeschaften werd gesproken van GewestelijkMilitair Hospitaal. In 1887 werd denieuwbouw aan de Hogewegbetrokken. Het hospitaal telde

omstreeks 1950 ca.144 bedden.Het militair hospitaal aan deHogeweg 70 voor het in Amersfoortgelegerde garnizoen was ongeveer75 jaar in gebruik. De verpleging wasin handen van militaire verplegers.Achter op het terrein was een barakgebouwd - Zeevaarderspad 7 - datoorspronkelijk bestemd was voorbehandeling van besmettelijke zieken.Om deze reden ook de geïsoleerdeligging.Tijdens de bezettingsjaren werden inhet hospitaal veelal burgerpatiëntenverpleegd tot de Duitsers het in 1944vorderden. Onmiddellijk na debevrijding werd het weer als militairhospitaal in gebruik genomen; nu ookmet verpleegsters. Het hospitaal werdop 1 juli 1966 opgeheven. Na de sloopvan verschillende militaire complexen,zoals de Koning Willem III-kazerne, ishet hospitaal nog het oudste militairegebouw binnen de stadsgrenzen vanAmersfoort [Van Holst, 1964].

Gewestelijk Militair HospitaalArnhemIn 1887 sloten het ministerie vanOorlog en de gemeente Arnhem eenovereenkomst over de verhuizing vande infirmerie naar het nu onder denaam “Onder de Linden” bekendstaande terrein op de grens van hetpark Klarendal.Toen nog een landelijk terrein van circa1,5 ha. In 1889 werden hethoofdgebouw en twee T-vormigepaviljoens geopend. Het ziekenhuishad een moderne uitstraling en kreegal snel de kwalificatie hospitaal2

eklasse. Een barak achter het

hoofdgebouw werd gebruikt voor deopvang van besmettelijke zieken.

Page 9: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ

134NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Restauratie voormalig militair hospitaal

De vraag was om op het terrein van het

voormalig militair hospitaal in een plan te

voorzien met een gedeeltelijk behoud van de

bestaande bebouwing. De opgave omvatte de

nieuwbouw van woningen en de restauratie en

herbestemming van het voormalige

hoofdgebouw en dienstwoning van het

militaire hospitaal “Onder de Linden”.

Afb. 6: Gewestelijk Militair Hospitaal Arnhem anno 2012. Foto: J.H. Wingelaar.

Afb. 7: Militair Hospitaal Assen. Bron: www.verzamelaarsmarkt.nl

Op zaterdag 29 december 1906 werddoor de Eerstaanwezend-Ingenieurte Arnhem (behorend tot het4

eCommandement van de Dienst

der Genie) openbaar aanbesteed‘Het verbeteren van het MilitairHospitaal te Arnhem’. Het werkomvatte:

Het bouwen van een dubbelewoning;Het maken van een gebouw voorkliniek en apotheek;Het verbouwen van het hospitaal;- Hoofdgebouw;- Keuken;Het maken van een emplacementvoor een logiesloods.

De begroting bedroeg ƒ 27.000,--.De bloeiperiode van dit hospitaal wastussen 1914-1918. Het was maximaalbezet, met nog extra barakken erbijgeplaatst, met een volledige stafmedische specialisten. In dezelfdeperiode deden de eerste vrouwelijkeverpleegkrachten hun intrede maarwerden in 1919 weer geëlimineerdwegens fraude en diefstal. In deperiode 1932-1938 hing het bestaanechter aan een zijden draadje. Eindmei 1940, na een korte evacuatie inapril, werd het hospitaal weer ingebruik genomen voor Nederlandsemilitairen (Grebbenberg). Vanafseptember 1941 moesten deNederlandse militairen het hospitaalechter weer verlaten om plaats temaken voor Duitse militairen. Eerstmidden 1945 werd het hospitaal inslechte staat en leeggeroofd opnieuwovergenomen. Het duurde echter nogtot 18 juli 1946, zij het nog niet geheelgereed, dat het hospitaal weer konworden heropend. Op dezelfde datum

keerden ook de vrouwelijkeverpleegkrachten terug die nu eengroot aanzien verwierven[Den Duyn, 1964].

Op 1 juli 1966 werd het hospitaalgesloten. Het complex werd door hetministerie van Defensie nog jaren voorlegering gebruikt. Eind 20

eeeuw kwam

het leeg te staan. In 2000 werd er eenstadsvernieuwingsproject van alluregerealiseerd. In het hoofdgebouwwerden na restauratie acht luxeappartementen gerealiseerd. De in1907 gebouwde woningen, die aan debestaande poort grenzen, en een grootdeel van het uit 1889 daterende hekzijn nu nog te aanschouwen.Op de site van de aannemer is overhet project in 2000 de volgende tekstte lezen:

Hoe het eraan toeging begin 20e

eeuwin het Militair Hospitaal Arnhem isprachtig beschreven in het boekwerkje“Ter herdenking van het 60-jarigbestaan van de militaireziekeninrichting te Arnhem”, dat in1949 door de inrichting zelf isuitgegeven. Op de site van dehistorische vereniging Oud-Klarendal isdit door de toenmalige adjudantonderofficier hoofdverpleger b.d.C.J.W. Schrijvers opgetekend.

Gewestelijk Militair Hospitaal AssenIn de Krimoorlog van 1853-1856 en deFrans-Duitse oorlog van 1870-1871was ontdekt dat de sterfte in dehospitalen groot was en dat ditaanzienlijk verminderde bij een goedeventilatie. Sindsdien werd gekozenvoor een paviljoenstelsel. Met enigewijzigingen werd dit stelsel toegepastop de kazernebouw in ons land. Vanaftoen dienden de plannen te voldoenaan, voor die tijd, hoge eisen vanhygiëne en welzijn van de soldaten.Het eerste gedeelte van het plan voorde kazernebouw in Assen van20 november 1892 was ambitieusvan opzet.Aan de Witterstraat werd eenoverdekte rijbaan met stallen gebouwd.Het bestond uit een werkplaats meteen houten vloer en een magazijn enwas uit veiligheidsoverwegingenvoorzien van een bliksemafleider.

Page 10: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ

135NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Wat de geneeskundige verzorging van de

militair en zijn gezinsleden betreft, is in de

afgelopen tijd veel aandacht gegeven aan de

problemen, die werden besproken in de

commissie militair geneeskundige diensten.

Deze commissie heeft in een zevental interim-

rapporten tussentijdse adviezen uitgebracht,

die inmiddels voor een deel tot

dienovereenkomstige en definitieve

beslissingen hebben geleid (sluiting van het

militair sanatorium en van de gewestelijke

militaire hospitalen). Op 27 februari 1967 heeft

de commissie haar werkzaamheden beëindigd

met het uitbrengen van een eindrapport. In

overweging zijn thans nog de adviezen van de

commissie omtrent de vrije keuze van huisarts

en andere elementen van geneeskundige

verzorging en de vraag of, en zo ja in welke

vorm, een concentratie van de centrale

militaire hospitalen dient plaats te vinden.

Aangaande vrije artsenkeuze zal, met

inachtneming van de daaraan verbonden

financiële aspecten, thans op korte termijn

een principebesluit kunnen worden genomen.

Ten aanzien van de meest geëigende vorm

van samenwerking tussen de geneeskundige

diensten is beslist, dat er in beginsel per

krijgsmachtdeel een afzonderlijke

geneeskundige dienst zal zijn. Een militair

geneeskundige raad, waarin de chefs van

deze drie diensten, zal het geheel

overkoepelen en voor de coördinatie zorg

dragen. Op welke wijze dit en detail zal

worden uitgevoerd is thans nog in studie.

De toekomst van de centrale militaire

hospitalen vormt nog een onderwerp van

intern overleg.

- Het centraal militair hospitaal te

’s-Gravenhage zal uiterlijk 1 juli 1970

worden gesloten en de gebouwen moeten

voor 1 oktober 1970 zijn ontruimd. Dan

ontstaat een discussie over het al dan niet

noodzakelijk zijn van een kliniek met

ambulatorium (i.p.v. de voorziene

polikliniek) in Den Haag of omgeving moet

worden gehandhaafd. c.q. gevestigd van

een zodanige omvang dat het in staat is de

behoefte aan poliklinisch behandelingen en

specialistische adviezen in het kader van

keuringen in Den Haag en omgeving en

voor een deel ook daarbuiten (keuring

beroepspersoneel) op te vangen. Het

aantal benodigde bedden wordt geschat

op 20 tot 30.

- Uiteindelijk intrigeert de SG de vraag,

waarom het wel mogelijk is om in het

oosten van het land militairen voor

poliklinische behandeling of onderzoek

gedeeltelijk naar particuliere specialisten

en gedeeltelijk naar het MHAM te verwijzen

en in het westen van het land niet.

- De Minister spreekt de vrees uit dat

- bv. omdat zulk een polikliniek met

ambulatorium de kiem in zich draagt,

waaruit een nieuw hospitaal zou kunnen

groeien - het oorspronkelijke geraamde

voordeel in de praktijd toch weer in een

nadeel zal blijken te verkeren en het

uiteindelijke resultaat duur zal zijn. Op dat

punt zegt de minister nu langzamerhand

voldoende ervaring te hebben opgedaan.

- Na lange discussie concludeert de minister

dat wanneer nauwe binding met civiele

ziekenhuizen uit praktische en financiële

overwegingen geen uitweg kan bieden en

op (een samengaan met ) een nieuw

marinehospitaal (zeker op de korte termijn)

niet kan worden gerekend, als enige

oplossing een vestiging in een daartoe

verbouwd gedeelte van de

Alexanderkazerne overblijft. Deze oplossing

aanvaardend wenst de minister dat op korte

termijn dat verbouwingsplan annex

kostenbegroting op tafel komt.

- Ten aanzien van de uitbouw van het MHAM

acht de minister het nodig dat de Voorzitter

van de Militair Geneeskundige Raad

(VMGR) een advies uitbrengt t.a.v. het

alternatief interim-adviescollege of

curatorium (in afwijking van het advies van

de commissie Drijber), de samenstelling

daarvan, eventuele kandidaten (niet te oud

en stimulerende figuren) en taak. Het ligt in

de bedoeling van de minister aanvang

september met deze kwestie gereed te

komen.

Als eerste kwam de Wilhelminakazernein 1894 gereed, de Emmakazerne enhet Militair Hospitaal volgden in 1895,waarvan de opening plaatsvond op1 februari 1896. De oude kazerne aande Groningerstraat werd in 1895gesloten en met inbegrip van hetmeubilair door het ministerie vanOorlog aan de gemeenteovergedragen.Op 19 september 1930 was in deTweede Kamer een discussie overmilitaire en algemene ziekenhuizen,waarbij de sluiting van het hospitaal inAssen mede onderwerp was.Op 1 oktober 1931 werd het hospitaalgedegradeerd totgarnizoensziekenverblijf en bleven nogtwee zalen in gebruik als“kwartierziekenverblijf” voor de opnamevan 24 licht zieken. De rest van hetgebouw ging dienst doen alskantoorgebouw voor onder meermobilisatiebureaus en een bureau voorde regimentscommandant. Na debezetting door de Duitsers in 1940werd het gebouw weer gedeeltelijk alshospitaal in gebruik genomen. Na debevrijding op 18 april 1945 kreeg hethospitaal na enige maanden weer eenandere bestemming; het werd eenrepatriëringsziekenhuis om de grotestroom Nederlanders en DisplacedPersons te verwerken die terugkeerdenover onze oostgrens. Na de bevrijdingvan Nederlands Oost-Indië moestenNederlandse troepen zo snel mogelijknaar deze kolonie. Assen werd zo eenbelangrijke plaats voor de legering vanca. 2500 militairen. Op 15 februari1946 werd het gebouw ontruimd envolledig hersteld maar nog niet ingebruik genomen als militair hospitaal.Als gevolg van het grote aantaltuberculosepatiënten was de capaciteitvan het enige sanatorium in hetnoorden, het Beatrixoord te Appelscha,niet toereikend en werd het hospitaaleen dependance van dit sanatorium.In 1958 werd de dependance gesloten.Hierna vond er een grondigerestauratie plaats en kon het gebouwweer als militair hospitaal in gebruikworden genomen [Lijfering, 1964].Dr. De Mink is de chef van hethospitaal. Definitieve sluiting van hethospitaal was op 15 december 1966.Het hospitaal gebouw aan deWitterstraat werd in 1991, nadat hetvoor de paralympische spelen nog(medisch) dienst had gedaan,gesloopt. Om protesten van bewonersvan Assen te voorkomen werd degevel met één klap neergehaald.Hiermee was een monumentenstatusvoorkomen.Uit een vergadering in 1967 vanéén van de Kamers van de StatenGeneraal komt de volgende tekst:

Centrale militaire hospitalenOp 7 juli 1969 vindt onder leiding vande minister van Defensie W. den Toomeen vergadering plaats waar de standvan zaken m.b.t. de adviezen van devoormalige commissie Drijber wordenbesproken. Onderstaand enigeaanhalingen uit deze vergadering:

Centraal Militair Hospitaal Den HaagIn 1803 werd het woonhuis van defamilie Van der Duyn van Maasdamrijkseigendom. Het huis was gelegenop de hoek van de Fluwelen Burgwalen een smal doodlopend straatje, hetslob van Maasdam. Na doortrekkenvan dit slob kreeg deze de naamMuzenstraat. In 1813 verhuisde degarnizoensziekenzaal van hetBinnenhof naar dit woonhuis. In deloop der jaren werden belendendepercelen aangekocht om het hospitaalte vergroten. In 1843 was het eenhospitaal 1

eklasse.

Tot de zorg van dit hospitaalbehoorden ook de ziekenzaal in Leidenen de ziekenkamers in Brielle, Delft enHoek van Holland (Fort).In 1903 waren er plannen om,gelijktijdig met een nieuwstadskwartier, een nieuwe kazernevoor de cavalerie en een militairhospitaal te bouwen op het Houtrust-terrein (hoek Sportlaan - Houtrustweg).Uiteraard ter vervanging van oudekazernes. Maar deze plannen zijn nooitgerealiseerd. Wel interessant hoe overdit soort zaken in het parlement werdgedacht. Hier een citaat over eeneventuele verplaatsing van dan welaankoop van grond voor het centraalmilitair hospitaal (Fluwelen Burgwal -Muzenstraat).

Page 11: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ

136NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Afb. 8: Centraal Militair Hospitaal Den Haag. Bron: www.doppies-ansichtkaarten.net

Vooreerst dan de ligging van het hospitaal zoo

ver mogelijk van de troepenverblijven

verwijderd, in een zeer volkrijke buurt, nabij

Haagsche grachten, en benauwend omklemd

door twee zeer smalle straatjes en een derde

dat iets breeder is, doch zeer druk wordt

bereden, volstrekt ongeschikt te achten, en

daarin kan door den aankoop van gezegd

terrein niet de minste verbetering worden

gebracht. Een hospitaal moet zoo mogelijk

een vrije omgeving hebben en niet aan de

eene lange zijde zijn afgesloten door een slop

van plm. 6 meter breedte, waarin een

mestbak, die herhaaldelijk aanleiding gaf tot

luchtbederf, en aan de ander lange zijde door

een straatje met weinig meer breedte, waarin

fabrieken zijn en dat een zeer druk verkeer

heeft, terwijl bovendien te eeniger tijd te

wachten is, dat de Muzenstraat tot het

gezegde slop wordt doorgetrokken en het

rijtuigenverkeer op avonden, waarin Kunsten

en Wetenschappen iets te doen is, daardoor

wordt geleid, zoodat het met den rustigen

toestand, voor zieken toch een vereischte,

geheel en al gedaan is, zooals nu het geraas

der wagens en karren van de Turfmarkt naar

den Burgwal en omgekeerd vaak zeer

hinderlijk is, waarom ik vroeger als chef van

dat hospitaal aan het gemeentebestuur

wijziging der bestrating heb verzocht.

Sluiting militair hospitaal in Den Haag. - Bij het

militair hospitaal in Den Haag, dat op 1 juli

gaat sluiten, zal aan zestig personeelsleden

ander werk binnen de krijgsmacht worden

aangeboden. Het gaat om veertig man

verplegend personeel en twintig van de

huishoudelijke dienst. Volgens de

legervoorlichtingsdienst zijn de

vakorganisaties enige tijd geleden al “officieus”

van deze zaak op de hoogte gesteld.

Accepteren de betrokkenen de nieuwe baan

niet, dan zal een andere oplossing worden

gezocht. De sluiting, die eind vorig jaar door

minister Den Toom (Defensie) was

aangekondigd, heeft geen betrekking op de

polikliniek, omdat daarvoor nog geen

vervangende ruimte is gevonden. Ook zullen

26 van de totaal 106 bedden na 1 juli

beschikbaar blijven voor militairen die enkele

dagen moeten worden behandeld of

onderzocht. De rest van de staf zal worden

overgeplaatst naar het Dr. A. Mathijsen

Hospitaal in Utrecht. In het hospitaal in

Den Haag werken in totaal 270 mensen,

zowel burgers als militairen. Het gebouw zal

in de toekomst worden afgebroken in het

kader van de saneringsplannen.

Afb. 9a en b: Militair Hospitaal Oog en Al, Utrecht. Bron: www.legerplaats.nl

In de Volkskrant van 10 april 1970 stond het bericht:

Na de sluiting als hospitaal bleef er inDen Haag de Militaire SpecialistenPolikliniek gevestigd. Ook deze functiegaat uiteindelijk over naar Utrecht en op 1 januari 1978 neemt Defensieafscheid van het gebouw aan de Muzenstraat. Het gebied is nu onherkenbaar gewijzigd. Hoge kantoorpanden huisvesten ministeriesin steeds veranderende samenstelling.De historische trap is gered en doet nu dienst in het gebouw van de Historische VerzamelingGeneeskundige Dienst in de Korporaalvan Oudheusdenkazerne in Hilversum.

Militair Hospitaal Dr. A. Mathijsen(MHAM)Vanuit het advies van de commissieDrijber kreeg het MHAM een Collegevan Overleg. In 1981 kende dit Collegede volgende samenstelling:

Directeur Personeel KoninklijkeLandmacht - Voorzitter;Inspecteur Geneeskundige DienstKoninklijke Landmacht -Plv. voorzitter;Directeur Gebouwen, Werken en Terreinen;Vertegenwoordiger DirecteurEconomisch Beheer KoninklijkeLandmacht mede namens de Directeur-Generaal Economie en Financiën;Hoofd Afdeling Burger PersoneelKoninklijke Landmacht van deDirectie Burger Personeel;VertegenwoordigerChef Landmachtstaf / BLS;VertegenwoordigerChef Luchtmachtstaf / BDL.

In de eerste vergadering memoreerdede voorzitter het bestaan van een 10-jarenplan uit 1968 waarinvoorbeelden van deelprojecten zijn:

Traumatologische afdeling;Aanpassen poliklinieken en loboratoria;Nieuwbouw psychiatrische afdeling;Nieuwbouw intensive care(Springweg);Modernisering van het Militair Revalidatiecentrum (Doorn).

Het college van overleg was geenbestuur van het MHAM. Omdat ledenzich stoorden aan de vrijblijvendheidwaarmee andere leden met deafspraken omgingen, kwam dit aspectregelmatig in de vergaderingen aan de orde.Punten die in de vergaderingen van het college met betrekking tot het vastgoedaan de orde kwamen:- Het realiseren van de Kliniek

mondheelkunde van het MHAM inhet nieuw te bouwen MGD-gebouwop de Kromhoutkazerne in Utrecht(gerealiseerd);

- Het aanpassen van de polikliniekenin het MHAM voor de integratie vande Militaire Specialisten PolikliniekDen Haag (MSPH) (kostenƒ 800.000,--) (gerealiseeerd);

- Overleg over grondverwervingaangrenzend of nabij het MHAMvoor onderbrenging van de afdelingPsychiatrie vanaf het Nevenhospitaal

Page 12: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ

137NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Afb. 10: Interieur van het Centraal Militair Hospitaal (Joseph Haydnlaan 2) te Utrecht: een van degangen in het souterrain.

Tekening: Chr. Schut. Bron: Mevr. S.A. van Endt-Schut.

Afb. 11: Marine Hospitaal Overveen. Bron: www.anp-archief.nl

Springweg (nooit gerealiseerd);- Het ombouwen van het zusterhuis

op het MHAM tot gebouw vooropleidingen en kantoren vooradministratieve diensten(gerealiseerd, voor de huisvestingvan de zusters en inmiddels ookbroeders werden appartementengekocht (10) en gehuurd (10) op hetKanaleneiland in Utrecht);

- Fusie revalidatiecentra in Doorn.Het samengaan van de Hoogstraatmet het Militair Revalidatie Centrum(niet gerealiseerd).

In 1979 stelde Chef MHAM de slechtestaat van onderhoud van deverwarmingsinstallatie in het complexOog in Al aan de orde en nam in eenvolgende vergadering genoegen meteen afhoudend advies.Op 21 maart 1980 stond de eerste

interim-rapportage van de projectgroepInfra op de agenda. Zonder tebeschikken over een Programma vanEisen was een idee ontwikkeld voor detoekomst van het complex Oog in Al.Uitgangspunten waren in vredestijd400 bedden (inclusief 36 voor depsychiatrische afdeling) en6 operatiekamers in één blok en inoorlogstijd 1000 bedden en10 operatiekamers. Voor deoplossingen van het tekort aan ruimtewerd gedacht aan:

Verhoging van hetbebouwingspercentage;Nieuwbouw aan de overzijde van hetMHAM;Een etage bouwen op gebouw A;Verleggen van de rooilijnen;Leegmaken van slecht benutteruimten;Ondergronds bouwen.

Er werd door deDirectie DienstGebouwen, Werkenen Terreinen(D-DGW&T) eenprogramma vaneisen geëist voordatmet de uitwerkingkon wordendoorgegaan.Ondanks veeltegenwerpingenwerd deze wegtoch bewandeld.De 2

einterim-

rapportage van deprojectgroep Infra gaf

drie oplossingsrichtingen:Renovatie van deverpleegafdelingen in gebouw A enbeperkte nieuwbouw voor deresterende beddenbehoefte. Verderworden er enige varianten tenaanzien van de ligging van deoperatiekamers gepresenteerd;Verpleegafdelingen enoperatiekamers in een centralenieuwbouw en renovatie van deverpleegafdeling naar functie;Centrale diensten in nieuwbouw enrenovatie van geheel gebouw A.

Uiteindelijk kwam er een plan vanMƒ 51, dat gebaseerd is op model 2.Hiervan was Mƒ 34 bestemd voornieuwbouw en Mƒ 17 voor renovatie.Het betrof de renovatie van deverwarmingsinstallatie, het vervangenvan de noodstroomvoorziening en deelektrische voeding door hetenergiebedrijf, vernieuwen liften,vernieuwen groot gedeelte waterleidingen riolering en het aanpassen van dewegen en parkeerplaatsen. DeLegerraad stemt uiteindelijk in met hetrenovatie deel. De renovatie werduitgevoerd met het hospitaal vol inbedrijf.

De patiënten en de medewerkers vanhet MHAM hadden de overlast van aldat slopen, opbreken en bouwendoorstaan en rekenden op nieuwbouwvan het verpleeghuis. Er werd inDen Haag anders besloten. Op25 september 1987 besloot deministerraad:

Het Marine Hospitaal Overveen(MHO) en het Militair HospitaalDr. A. Mathijsen (MHAM) wordengesloten. Op dat moment heeft hetMHO 100 bedden en het MHAM340 bedden, waarvan 50% civielwordt benut;Er komt een nieuwe centralehospitaalcapaciteit nabij het inaanbouw zijnde AcademischZiekenhuis Utrecht (AZU) inde universiteitswijk de Uithof meteen beddencapaciteit van 100,uitsluitend voor militairen;Verspreid in het land komen6 perifere teams met een totalebeddencapaciteit van ca. 60;Een noodhospitaal wordtgerealiseerd in de daartoe bestemdeondergrondse ruimten van denieuwbouw van het AZU;Er komt een projectteam;In 1991 moet het zijn gerealiseerd.

De totale investering wordt bepaald opMƒ 70,5, waarvan Mƒ 7,5 ten laste vanhet ministerie van WVC en ca. Mƒ 12uit de opbrengsten van de verkoopoude hospitalen.

Page 13: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ

138NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

Vaststelling van de begroting van de

uitgaven en de ontvangsten van

hoofdstuk X (Ministerie van Defensie)

voor het jaar 1992

Nr. 67 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal

's-Gravenhage, 17 maart 1992

Met mijn brief van 27 maart 1990 nummer

D87/496/9360 heb ik U geïnformeerd over de

voortgang van de reorganisatie van de

krijgsmachthospitaalfunctie (KHF) tot dat

moment.

Nu de activiteiten in dit project op een enkele

na zijn afgerond, kan ik U afsluitend

informeren over de ontwikkelingen die zich

sedertdien hebben voorgedaan, dit mede in

antwoord op de brief van de Griffier van de

Vaste Commissie voor Defensie van

22 mei 1991.

Met het in gebruik nemen van het

Centraal Militair Hospitaal (CMH) in Utrecht

per 1 september 1991 is de nieuwe

Krijgsmachthospitaalorganisatie (KHO)

volledig operationeel geworden.

De KHO bestaat, naast het CMH, verder uit

het calamiteitenhospitaal, eveneens te

Utrecht, vijf perifere teams te Heerenveen,

Den Helder, Den Haag, Roosendaal en

Veldhoven en het revalidatiecentrum te Doorn.

Omdat hiermee de opdracht van het

projectteam Krijgsmachtshospitaalfunctie is

voltooid, heb ik besloten dit projectteam per

1 februari jl. op te heffen.

In de rapportage van 24 januari 1989 heeft de

toenmalige Staatssecretaris van Defensie de

Vaste Commissie voor Defensie en die voor

Volksgezondheid van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal geïnformeerd dat aan

448 personen moest worden meegedeeld dat

voor hen geen functie beschikbaar was in de

nieuwe krijgsmachthospitaalorganisatie en dat

zij voor herplaatsing in aanmerking zouden

komen.

Het verheugt mij U te kunnen meedelen dat

er op dit moment nog slechts voor enkelen,

binnen de mogelijkheden van het Sociaal

Beleidskader, naar een passende

arbeidsplaats wordt gezocht.

Ik spreek de verwachting uit dat ook voor

deze personen een goede oplossing zal

worden gevonden.

De in de eerste fase van het project

ontwikkelde structuur, waarbij het Bureau

bemiddeling Herplaatsing, naast en samen

met de in de organisatie reeds aanwezige

personeelsafdelingen actief naar

herplaatsingsmogelijkheden binnen en buiten

de defensieorganisatie heeft gezocht, is

gebleken doeltreffend te zijn.

Het beroep bij het Scheidsgerecht voor het

Nederlandse Ziekenhuiswezen, dat door het

merendeel van de medisch specialisten tegen

de opzegging van de overeenkomst tussen

hen en de Staat der Nederlanden om voor

eigen rekening en risico burgerpatiënten

te behandelen in de militaire hospitalen

alsmede de financiële overgangsregeling is

aangetekend, is inmiddels door het

Scheidsgerecht geheel afgedaan.

Zoals in de vorige rapportage reeds

aangegeven, had het Scheidsgerecht

de opzegging in zijn tussenvonnis van

7 december 1989 rechtmatig bevonden; de

beslissing over de overgangsregeling werd

aangehouden. Op 9 januari 1991 heeft het

Scheidsgerecht in zijn eindoordeel deze

regeling, onder handhaving van de

systematiek en het ingangstijdstip, met een

jaar verlengd.

Op 31 mei 1990 is het Marine Hospitaal te

Overveen gesloten en daarna verkocht aan de

Hogeschool Haarlem.

Het Militair Hospitaal «Dr. A. Mathijsen» te

Utrecht is per 30 augustus vorig jaar gesloten.

Met het Academisch Ziekenhuis Utrecht is op

22 mei 1991 een alomvattende overeenkomst

gesloten die de samenwerking tussen dit

ziekenhuis en het Centraal Militair Hospitaal

regelt.

Hiermede is het functioneren van het CMH

zeker gesteld. De samenwerking is velerlei.

In dit verband wil ik noemen de toegang van

de militair medisch specialisten en het

verpleegkundig- paramedisch personeel tot de

civiele patiëntenzorg, het gebruik maken van

facilitaire voorzieningen en diensten van het

AZU en de samenwerking op het gebied van

de opvang van calamiteiten en opleidingen.

Alle perifere teams zijn operationeel gesteld,

waarvan het team in Veldhoven als laatste.

Algemeen kan worden geconstateerd dat de

perifere teams goed binnen de algemene

ziekenhuizen functioneren en aan de

veronderstelde behoefte voldoen.

Het calamiteitenhospitaal is in januari 1991

opgeleverd.

Binnen het calamiteitenhospitaal is permanent

de afdeling intensive-care van de divisie

Inwendige Geneeskunde en Dermatologie van

het AZU ondergebracht. Deze afdeling vervult

een «speerpuntfunctie» in het kunnen

activeren van het calamiteitenhospitaal.

Het Centraal Militair Hospitaal te Utrecht is

per juni 1991 opgeleverd en in de maanden

daarna ingericht. Per begin september 1991

functioneert het Centraal Militair Hospitaal in

een centrale ziekenhuisfunctie voor het militair

personeel, naast de gedecentraliseerde

ziekenhuisfunctie die de perifere teams

uitoefenen.

Bij de aanvang van het project werd een

bedrag aan investeringen genoemd van

ƒ 70,5 miljoen, als volgt opgebouwd:

a. investeringskosten op het AZU-terrein

ƒ 45 miljoen

b. investeringskosten calamiteitenhospitaal

ƒ 16,5 miljoen en

c. investeringskosten perifere teams

ƒ 9 miljoen

De realisatie van deze infrastructurele

voorzieningen is als volgt:

a. ƒ 45,785 miljoen

b. ƒ 12,76 miljoen en

c. ƒ 6,38 miljoen

De investeringskosten voor dit project zijn

met ƒ 5,575 miljoen binnen het destijds

vastgestelde budget gebleven.

De jaarlijkse exploitatiekosten van de

krijgsmachthospitaalorganisatie werden bij

aanvang van het project geraamd op

ƒ 59,2 miljoen (prijspeil '87) en als volgt onder

te verdelen:

a. Centraal Militair Hospitaal ƒ 35,2 miljoen

b. Perifere teams f 24 miljoen

De raming van de jaarlijkse exploitatiekosten

van het Centraal Militair Hospitaal bedraagt

thans ƒ 37 miljoen. Deze raming is gebaseerd

op de personele bezetting van het CMH, de uit

de samenwerkingsovereenkomst met het AZU

voortvloeiende personele- en materiële kosten,

alsmede op de gerealiseerde exploitatiekosten

van het Militair Hospitaal «Dr. A. Mathijsen»

over de jaren 1988 en 1989. De

exploitatiekosten voor de perifere teams voor

1991 wordt geraamd op ƒ 19,1 miljoen.

Ten aanzien van de exploitatie van de

krijgsmachthospitaalorganisatie kan derhalve

eveneens een onderschrijding van het in 1987

vastgestelde budget worden geconstateerd.

Omtrent de besparingen op uitbestedingen is

nog onvoldoende cijfermateriaal voorhanden

om daarover een goede inschatting van de

realisatie in 1991 te maken. De verkoop van

het Marine Hospitaal Overveen heeft een

bedrag van ƒ 6,53 miljoen opgeleverd.

Aan de slag dus! Staatssecretaris vanDefensie Van Houwelingen werd bijeen bezoek aan Utrecht getrakteerd op demonstrerend personeel van beidehospitalen. Sirenes van ziekenauto’sbrachten hem een saluut. Maar de plannen wijzigden niet. In 1990 werdde nieuwbouw betrokken.

Op 1 oktober 1991 was de situatie alsvolgt:

Samenwerkingsovereenkomsten zijngesloten met:- Academisch Ziekenhuis Utrecht;- Tjongerschans Ziekenhuis in

Heerenveen;- Gemini Ziekenhuis in Den Helder;- Westeinde Ziekenhuis in

Den Haag;- St. Franciscus Ziekenhuis in

Roosendaal;- St. Joseph Ziekenhuis in

Veldhoven.Centraal Militair Hospitaal bij het Academisch Ziekenhuis in Utrecht isin gebruik genomen;5 militair-geneeskundigespecialistenteams (perifere teams)zijn opgericht en operationeelgesteld;Calamiteitenhospitaal is gebouwd en ingericht;Militair Revalidatie Centrum is alsafzonderlijk onderdeel in de krijgsmachthospitaalorganisatieopgenomen;Het Marine Hospitaal Overveen en het Militair Hospitaal Dr. A. Mathijsenin Utrecht zijn gesloten.

Met onderstaande brief informeerde deminister de Tweede Kamer over het resultaat:

Page 14: 0LOLWDLUHKRVSLWDOHQLQKHW.RQLQNULMN ...URQ KWWS UHVRXUFHVVJG NE QO 6*' 3') 6*'B B SGI 10*7 -8/, 6800$5< $IE .UDQWHQDUWLNHO8WUHFKWV1LHXZVEODGYDQ DXJXVWXV 0HW W RW PLOLWDLUHK RVSLWDOHQ

139NMGT 66 - 121-144 SEPTEMBER 2013

S U M M A R Y

De verkoop van het Militair Hospitaal

«Dr. A. Mathijsen» wordt voorbereid door de

dienst der Domeinen.

De kosten van sluiting van het

Marine Hospitaal Overveen en het

Militair Hospitaal «Dr. A. Mathijsen», welke

zijn terug te voeren op de afstoting van de

burgerfunctie van beide hospitalen, worden

opgevangen door de Commissie Sanering

Ziekenhuisvoorzieningen. De rekening met

deze Commissie is nog niet vereffend; de

verkoop van de terreinen van het oude

hospitaal speelt daarbij een rol.

Een onzekere factor zal de realisatie van de

veronderstelde toestroom van patiënten naar

het Centraal Militair Hospitaal worden. De

uitgangspunten van deze toestroom zijn

destijds vastgesteld op basis van de militaire

adherente van vóór het verschijnen van de

Defensienota.

Terugloop van het patiëntenaanbod als gevolg

van de reductie van militair personeel kan

binnen de flexibiliteit van het hospitaal worden

opgevangen.

De Minister van Defensie,

A.L. ter Beek

Tweede Kamer

Afb. 12: Centraal Militair Hospitaal, Utrecht. Foto: G. van Zuilen.

Afb. 13: Calamiteitenhospitaal, Utrecht. Bron: Beeldbank UMC Utrecht.

NawoordFysiek is de toestand sindsdien nietveel meer gewijzigd. Natuurlijk, dereorganisaties en de anderesamenwerking met de civieleziekenhuizen hebben hunvoortdurende aandacht gevraagd.Reorganiseren is een deel van hetwerk geworden.

Er is nog veel meer te bestuderen ente schrijven over militaire hospitalen enandere geneeskundige inrichtingen.Over het Militair Revalidatie Centrumen het Calamiteitenhospitaal zijninmiddels ter gelegenheid van jubileaboeken verschenen. Denoodhospitalen van de Koude Oorlogvragen nog verder onderzoek.Dit waren vooral ‘papieren’ hospitalen,maar menig civiel ziekenhuis was inaanleg van een ondergrondsnoodhospitaal, dat bescherming moestbieden tegen schokgolven ennucleaire, biologische en chemischestrijdmiddelen, voorzien en in ruwbouwook gerealiseerd. HetCalamiteitenhospitaal is in dezeruimten van het Universitair MedischCentrum Utrecht (UMCU)ondergebracht.Reacties op de artikelen zijn via deredactie zeer welkom.

MILITARY HOSPITALS IN THEKINGDOM OF THE NETHERLANDSFROM 1813 UP UNTIL NOWPart 2: The period 1940 until nowDirectly after the Second World War(WO II) military hospitals in Utrecht,The Hague, Amersfoort, Arnhem andAssen were opened. Also specialmedical institutions as Neuroseshospital and lung observation centreand a rehabilitation centre were set up.

Already fast after thereal war operations hadproceeded in ‘papers’war (cold war) the needfor reduction of thenumber of hospitals wasfelt. Mostly no directdecisions from theministry, but decisionson the basis of studiesof advisory committees.Especially therecommendations ofthe commission Drijberhave conducted tofence of the most ofhospitals. Eventuallythere directly with theuniversity medicalcentre Utrechtcooperating remains in1991 military hospital,still one, however, onown ground, but.Moreover it is offeredtoday in militaryrehabilitation centreAardenburg in thorn upto the day of at highlevel rehabilitation. Inthis article a conciseoverview of the fight

which has been fought as from 1945on paper and which has conducted tothis development.

Bronnen en literatuur:Algemeen:- Wingelaar J.H.: Militaire hospitalen in het

Koninkrijk der Nederlanden (1813 tot heden)Deel 1: De periode van 1813 tot 1940. NederlMil Geneesk T 2013 (66) 100-104.

- Goossens P.T.A.: Het Hospitaalschip“Groote Beer”. Ons Leger 1949, jrg. 32, nr. 1(via bibliotheek KMA).

- Somers C.J.A.: Militair Geneeskundige Dienstin Vredestijd. Ons Leger 1960 nr. 9 t/m 12.

- Website Ministerie van Defensie;- Nationaal Archief. Inventaris van het archief

van de Inspecteur (-Generaal) van deGeneeskundige Dienst der Land- en Zeemachten daarbij gedeponeerde archieven1814 - 1940 (1950) toegangsnummer:2.13.62.06; stellers drs. H.H. Jongbloed enH.E.M. Mettes.

- Defensie Archief: Semistatisch ArchiefMinisterie van Defensie, archief College vanOverleg MHAM, microfilms SemistatischArchief Koninklijke Landmacht nr. 629-630.

- Legermuseum.- Brochure “De Militair Geneeskundige Dienst in

onze eeuw”, uitgegeven ter gelegenheid vanhet 175-jarig bestaan van de InspectieGeneeskundige Dienst Koninklijke Landmacht1814 - 1989, d.d. 12 oktober 1989.

- Archief Historische Verzameling MilitaireGeneeskundige Dienst, Korporaal vanOudheusdenkazerne te Hilversum.

Amersfoort:- Schmelzer L.: Het Militair Sanatorium te

Amersfoort. Nederl Mil Geneesk T 1964 (17)339-341.

- Van Holst J.G.E.: Het Gewestelijk MilitairHospitaal te Amersfoort. Nederl Mil Geneesk T1964 (17) 330-331.

- Het gewestelijk militair hospitaal Amersfoort‘Een lange historie en boeiende verhalen’ vanRon van Eijkelenburg.

- Het (gewestelijk) militair hospitaal teAmersfoort 1877 van Ron van Eijkelenburg.

Arnhem:- Den Duyn P.: Het Gewestelijk Militair Hospitaal

Arnhem door twee eeuwen heen. Nederl MilGeneesk T 1964 (17) 323-327.

- Website historisch Klarendal;http://www.historischklarendal.nl/uitgelicht/hospitaal/hospitaal.html

Assen:- Lijfering K.A.: Het Gewestelijk Militair Hospitaal

te Assen, in de loop der tijden. Nederl MilGeneesk T 1964 (17) 327-330.

- De Mol Moncourt A.E.S., Luning H.M.:‘Welkom aan het garnizoen, 157 jaar militaireaanwezigheid in Assen’. Regiro-Porject 1998.ISBN 90 50281.

- Staten Generaal digitaal.Austerlitz:- Programma “voorgoed ongeschikt” van

donderdag 9 november 2006; Andere Tijden,NTR en VPRO; http://www.vpro.nl/speel.program.6938686.html

Calamiteitenhospitaal:- Website ministerie van Defensie.- Boek ‘Twintig jaar Calamiteiten hospitaal’.

Ministerie van Defensie / CDC. Utrechtnovember 2011.

Militair Hospitaal Dr. A. Mathijsen:- Lindeboom G.A.: Geschiedenis van de

medische wetenschap in Nederland. Bussum,Fibula-van Dishoeck, 1972.