06 Dubbelop Broertjes Hofkamp

1
Tommy Hofkamp (21, vierdejaars Johan Cruyff University, rechts) en zijn broer Rody (23, tweedejaars JCU) zijn fanatieke hockeyers. Al kunnen ze de sport ook goed relativeren. Beeld Bram Belloni Tommy ‘Vroeger dacht ik dat mijn toekomst in het hockey lag. Ik zat in de Nederlandse jeugdselectie en had in mijn hoofd om in het Nederlands elftal te komen. Misschien ooit wel de Olympische Spelen. Maar toen ik na mijn propedeuse een halfjaar naar Buenos Aires ben gegaan om Spaans te studeren en te hockeyen, realiseerde ik me dat er nog zo veel meer is. Dat was echt een ommekeer. Toen had ik niet meer de ambitie om alles uit mijn hockeycar- rière te halen, ten koste van bijvoorbeeld mijn studie. Naast de JCU ben ik in september met Geschiedenis begonnen aan de UvA. Ik hockey nog steeds op het hoogste niveau, maar speel nu bij een team waar de ambities iets lager liggen. Het is minder professioneel en dus heb ik meer vrijheid. Rody is echt een doorzetter. Ik ben dat wat minder. Hij kan echt ergens vol voor gaan, met veel discipline naar iets toe leven. Of het nou sport is of studeren. Dat vind ik wel heel knap. Toen ik nog bij Amsterdam hockeyde, merkte ik dat ik het niveau net te hoog lag. Dat was een moeilijke periode. Toen vond ik het jammer dat ik niet het doorzettingsvermogen van mijn broer had. Ik raak dan sneller gedemotiveerd als ik merk dat het heel zwaar wordt. Dat is eigenlijk een heel slechte eigenschap. Daarom waardeer ik dat zo in hem. Ik denk dat het hém wel gelukt zou zijn. Hij had wel doorgezet.’ Rody ‘Soms ben ik fanatiek. Dan train ik zes dagen in de week voor karate en hockey. Ik vind het leuk om lekker bezig te zijn. Steeds iets nieuws te leren. Maar je moet oppassen dat je niet te fanatiek wordt. Dan gaat het ten koste van de lol. Dan moet je weer even een stapje terug. Topsporters kunnen dat, alles in teken van de sport zetten. Ze hebben gewoon oog- kleppen op. Chapeau voor hen, maar ik voel me er niet prettig bij. Ik wil niet te veel móéten. Dan gaat het alleen maar ten koste van jezelf en werkt het averechts. Daarin zijn Tommy en ik wel hetzelfde. We zijn pleziersporters. We doen het niet om ons brood te verdienen. We doen het voor onze lol. Kijk, ik wil natuurlijk het maximale uit me- zelf halen, maar dan wel op meerdere vlakken. Ik bewonder Tommy omdat hij altijd zo lekker zijn eigen gang gaat. Hij heeft zijn eigen me- ning, zijn eigen karakter. Bijvoorbeeld toen hij besloot weg te gaan bij Amsterdam. Hij zegt misschien zelf dat hij niet goed genoeg was, maar dat is niet waar. De coach maakt keuzes en zette hem op de bank. Tommy zag dat niet zitten en ging verder kijken. Als hij was blijven hangen, stond hij nu in de basis. Dat weet ik zeker. Maar hij ging naar Pinoké. In eerste instantie snapte niemand dat; hockeyen bij een topclub als Amsterdam, daar droomt toch iedereen van. Maar zijn besluit stond vast.’ n Jobien Groen dubbelop havana 19

description

havana 19 Tommy Hofkamp (21, vierdejaars Johan Cruyff University, rechts) en zijn broer Rody (23, tweedejaars JCU) zijn fanatieke hockeyers. Al kunnen ze de sport ook goed relativeren. Beeld Bram Belloni

Transcript of 06 Dubbelop Broertjes Hofkamp

Tommy Hofkamp (21, vierdejaars Johan Cruyff University, rechts) en zijn broer Rody (23, tweedejaars JCU) zijn fanatieke hockeyers. Al kunnen ze de sport ook goed relativeren.

Beeld Bram Belloni

Tommy ‘Vroeger dacht ik dat mijn toekomst in het hockey lag. Ik zat in de Nederlandse jeugdselectie en had in mijn hoofd om in het Nederlands elftal te komen. Misschien ooit wel de Olympische Spelen. Maar toen ik na mijn propedeuse een halfjaar naar Buenos Aires ben gegaan om Spaans te studeren en te hockeyen, realiseerde ik me dat er nog zo veel meer is. Dat was echt een ommekeer. Toen had ik niet meer de ambitie om alles uit mijn hockeycar-rière te halen, ten koste van bijvoorbeeld mijn studie. Naast de JCU ben ik in september met Geschiedenis begonnen aan de UvA. Ik hockey nog steeds op het hoogste niveau, maar speel nu bij een team waar de ambities iets lager liggen. Het is minder professioneel en dus heb ik meer vrijheid.Rody is echt een doorzetter. Ik ben dat wat minder. Hij kan echt ergens vol voor gaan, met veel discipline naar iets toe leven. Of het nou sport is of studeren. Dat vind ik wel heel knap.Toen ik nog bij Amsterdam hockeyde, merkte ik dat ik het niveau net te hoog lag. Dat was een moeilijke periode. Toen vond ik het jammer dat ik niet het doorzettingsvermogen van mijn broer had. Ik raak dan sneller gedemotiveerd als ik merk dat het heel zwaar wordt. Dat is eigenlijk een heel slechte eigenschap. Daarom waardeer ik dat zo in hem. Ik denk dat het hém wel gelukt zou zijn. Hij had wel doorgezet.’

Rody ‘Soms ben ik fanatiek. Dan train ik zes dagen in de week voor karate en hockey. Ik vind het leuk om lekker bezig te zijn. Steeds iets nieuws te leren. Maar je moet oppassen dat je niet te fanatiek wordt. Dan gaat het ten koste van de lol. Dan moet je weer even een stapje terug. Topsporters kunnen dat, alles in teken van de sport zetten. Ze hebben gewoon oog-kleppen op. Chapeau voor hen, maar ik voel me er niet prettig bij. Ik wil niet te veel móéten. Dan gaat het alleen maar ten koste van jezelf en werkt het averechts. Daarin zijn Tommy en ik wel hetzelfde. We zijn pleziersporters. We doen het niet om ons brood te verdienen. We doen het voor onze lol. Kijk, ik wil natuurlijk het maximale uit me-zelf halen, maar dan wel op meerdere vlakken. Ik bewonder Tommy omdat hij altijd zo lekker zijn eigen gang gaat. Hij heeft zijn eigen me-ning, zijn eigen karakter. Bijvoorbeeld toen hij besloot weg te gaan bij Amsterdam. Hij zegt misschien zelf dat hij niet goed genoeg was, maar dat is niet waar. De coach maakt keuzes en zette hem op de bank. Tommy zag dat niet zitten en ging verder kijken. Als hij was blijven hangen, stond hij nu in de basis. Dat weet ik zeker. Maar hij ging naar Pinoké. In eerste instantie snapte niemand dat; hockeyen bij een topclub als Amsterdam, daar droomt toch iedereen van. Maar zijn besluit stond vast.’ n Jobien Groen

dubbelop

havana 19