01 CO2 COLDMIX B 0 Energiemanagement V DEF 2013-1 · In dit handboek wordt ingegaan op de...
Transcript of 01 CO2 COLDMIX B 0 Energiemanagement V DEF 2013-1 · In dit handboek wordt ingegaan op de...
Inhoudsopgave
1. Inleiding
1.1 Algemeen
1.2 Doelstelling energie management programma
1.3 Toepassingsgebied
1.4 Verantwoordelijkheden
2. Bedrijfsprofiel COLDMIX BV
2.1 Algemeen
2.2 Energie
3. COLDMIX BV Energie Management Programma 2010
3.1 Organisatiegrenzen
3.2 Scope van energiebronnen
3.3 Bepaling basisjaar 2009
3.4 Reductiedoelstellingen 2009-2013
4. Operationeel beheer EMP 2010
4.1 Methodiek
4.2 Vaststellen organisatiegrenzen
4.3 Vaststellen energiestromen
4.4 Inventarisatie
4.5 Rapportage actualisatie en evaluatie
4.6 Interne en externe audit
4.7 Managementreview
5. Communicatie
Toelichting bij dit gewijzigd EMP
Dit gewijzigde EMP versie 2013-1 bevat in principe géén bijlagen meer. Daar waar naar
actuele documenten wordt verwezen, worden deze expliciet met jaarversie genoemd zodat
voor de lezer altijd duidelijk is over welk expliciet document gesproken wordt.
Alleen de oorspronkelijke bijlage B.2, COLDMIX BV Carbon Footprint Report 2009, wordt
vooralsnog wel in dit EMP aangehaald. Dit omdat alle tabellen en getallen in die tabellen daarop
betrekking hebben.
Het spreekt voor zich dat in 2013 ook de footprints vanaf 20101 beschikbaar zijn. Daartoe wordt voor
het meest recente jaar een trendanalyse opgesteld, die wordt opgenomen in nu vereiste
managementreview.
Energie Management Programma 2010 (EMP)
gecorrigeerde versie 2013-1
AGK Pagina 3 van 20 pagina’s 28-05-2013
5. Interne audit
1. Bepaal beleid
4. Controle,
monitor en meting
3. implementeer en uitvoer
6. Management review
Continue verbetering
2. Plan
5. Interne audit
1. Bepaal beleid
4. Controle,
monitor en meting
3. implementeer en uitvoer
6. Management review
Continue verbetering
2. Plan
1. Inleiding
1.1 Algemeen
Dit document beschrijft het energiemanagement van COLDMIX BV. In dit handboek wordt ingegaan
op de verschillende aspecten van het energiemanagementsysteem. Het is opgezet op basis van de
norm ISO 50.001 (voorheen was dit bij ProRail prestatieladder EN-EN 16001 uit 2009).
De CO2-emissie-inventarisatie, als onderdeel van energiemanagement, is opgezet conform ISO14064-
1 uit 2006.
De structuur van het energiemanagementsysteem EMS is schematisch weergegeven in figuur 1.
Hoofdstuk 4 gaat daar nader op in.
Figuur 1: PDCA cyclus (Plan-Do-Check-Act, onderdeel van het feitelijk Energie Management Systeem)
1.2 Doelstelling energie management programma
Het energiemanagementsysteem stelt de organisatie van COLDMIX BV in staat een systematische
benadering van continue verbetering van de energie-efficiency te volgen en vast te leggen. Met dit
systeem moeten goede en aantoonbare energieprestaties worden gerealiseerd door de beheersing
van emissies als gevolg van activiteiten in overeenstemming met het geformuleerde beleid.
De doelstellingen worden jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld naar inzichten van dat moment.
1.3 Toepassingsgebied
Het systeem is van toepassing op alle werkzaamheden zoals COLDMIX BV die in Nederland uitvoert
als zelfstandige onderneming. Dit geldt voor de activiteiten die COLDMIX BV als hoofdaannemer en
als onderaannemer ter hand neemt om goed onderhoud op Nederlandse wegen vorm te geven.
COLDMIX BV is een zelfstandige en met volledig eigen zeggenschap opererende onderneming in
Nederland die met alle aannemers en opdrachtgevers in Nederland contracten kan sluiten om de
speciale onderhoudstechniek ‘emulsieasfaltbeton’ als onderdeel van onderhoudsbestekken aan te
brengen.
1.4 Verantwoordelijkheden
De directeur van COLDMIX BV is de primair verantwoordelijk voor de inhoud, het actualiseren en het
implementeren van het energiemanagementsysteem binnen de organisatie. Hij is daarmee de
eindverantwoordelijke voor het behalen van de CO2-reductiedoelstelling. Hij is tevens
verantwoordelijk voor het onderhoud en revisie van dit EMP. De nog steeds vigerende
energiebeleidsverklaring CO2 uit 2010 geeft verder duidelijk weer hoe de directie van COLDMIX BV
haar verantwoordelijkheid in beleid ten aanzien van CO2 heeft verwoord.
De opstelling van dit EMP is gebeurd onder aansturing van de werkgroep CO2 binnen COLDMIX BV.
Die bestaat uit de bedrijfsleider COLDMIX BV en de deeltijd medewerkers administratie, beide met
standplaats Roermond. Waar nodig worden ze met betrekking tot de CO2 Footprint ondersteund
door Infra Quality Support.
De CO2 stuurgroep bestaat uit de directeur COLDMIX BV en de directeur Infra Quality Support in de
functie van CO2 manager. De stuurgroep wordt ondersteund door de werkgroepleden.
Opmerking
Bij dit eerste EMP van COLDMIX BV. met daarin wijzigingen van 2012 en 2013, zijn de data van de
footprint 2009 als bijlagen opgenomen. Voor vervolgfootprints worden deze als onafhankelijke
dossiers opgesteld met eigen bijlagen.
Alle documenten waarnaar verwezen worden in dit geactualiseerde EMP staan op zich zelf en worden
in dit EMP expliciet benoemd. Daarmee vervalt de verwijzing naar bijlagen zoals dat wel het geval
was in het eerste EMP van COLDMIX BV. Alleen bijlage B.2 – verwijzing naar de eerste footprint is nog
wel intact gebleven.
Energie Management Programma 2010 (EMP)
gecorrigeerde versie 2013-1
AGK Pagina 5 van 20 pagina’s 28-05-2013
Bedrijfsprofiel COLDMIX BV
2.1 Algemeen
COLDMIX BV opereert in Nederland als de specialist op het gebied van de “koude
onderhoudstechnieken” voor asfaltbetonwegen. De nadruk ligt op het uitvoeren van conserverend
en functioneel onderhoud van de deklagen. Dit betekent in de regel het verbeteren van de textuur
(veiligheid) en de vlakheid (veiligheid) van het wegoppervlak. Het resultaat daarvan is dat de weg met
minder grondstoffen een langere levensduur krijgt en dat de weggebruiker en minder hinder (files)
ondervindt en minder energie verbruikt (mede door herstelde goede vlakheid van het wegprofiel).
Deze voordelige aspecten worden overigens niet meegenomen in de CO2 prestaties van COLDMIX
BV.
Door de werkwijze en de geleverde kwaliteit geniet COLDMIX BV het vertrouwen van
gerenommeerde opdrachtgevers zoals Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen, gemeenten enz.
Maar ook collega aannemers die COLDMIX BV voor onderaanneming inhuren voor het uitvoeren van
conserverend onderhoud in grotere onderhoudswerken waar naast koude ook warme
asfalttechnieken aan de orde zijn.
Het zijn daarmee ook relaties die het op prijs stellen dat COLDMIX BV op basis van haar ervaring en
knowhow ieder project grondig analyseert en optimaliseert. Waar mogelijk ontvangt de
opdrachtgever maatwerk-oplossingen en planningen en mogelijk alternatieve of innovatieve
voorstellen, die niet zelden leiden tot besparingen in tijd en geld. De ISO 9001-, VCA*-
gecertificeerde organisatie voert projecten uit die in omvang variëren van kleinschalig en
middelgroot met een gemiddelde jaaromzet van circa 3 miljoen euro.
2.2 Energiebeleidsverklaring
In het kader van het streven naar maatschappelijk verantwoord ondernemen heeft COLDMIX BV,
mede op grond van het promoten van onderhoudstechnieken voor de wegenbouw met koude en dus
duurzame technieken, een Energiebeleidsverklaring opgesteld. Deze Energie beleidsverklaring die in
2010 is opgesteld en wordt periodiek aangepast c.q. geactualiseerd.
D irec teu r
C a lcu la to r P ro jec le id er
U itv oe rde r U itvoe rd er
Verw e rk in g
Figuur 2: organogram COLDMIX BV
2. COLDMIX BV Energie Management Programma 2009 – 2013 (COLDMIX BV EMP 2009- 2013)
3.1 Organisatiegrenzen
Het energiemanagementsysteem is van toepassing op COLDMIX BV B.V. dat onderdeel is van Janssen
de Jong Groep B.V. COLDMIX BV heeft geen deelnemingen in 2009.
COLDMIX BV is binnen de Janssen de Jong Groep B.V. operationeel en financieel zelfstandig. Het
management (Directeur/Projectleiding) houdt zich bezig met zowel het strategisch, tactisch als
operationeel management, waarbij de directeur de eindverantwoording heeft.
De bevoegdheid van de directeur kent een bovengrens bij het aangaan van projecten boven € 3 mln.
en bij het uitbesteden van werkzaamheden boven 3 mln.
De voorbereidende administratieve werkzaamheden worden uitgevoerd vanuit een gehuurde
kantoorruimte met faciliteiten aan de Schipperswal 19 te Roermond. De benutte ruimte door
COLDMIX BV binnen het totale pand is 1,78 %.
De werkzaamheden met betrekking tot de voorbereiding, onderhoud en stalling van de hardware,
zijnde machines en transportmiddelen, vinden plaats bij de werkplaats van Janssen de Jong Infra bv
te Horst. Hier is 27 % van de binnenruimte van de werkplaats vrijgehouden voor het materieel van
COLDMIX BV.
De werkelijke buitenwerkzaamheden van COLDMIX BV, het uitvoeren van onderhoud op wegen,
vinden plaats door geheel Nederland. Bij het uitvoeren van deze werkzaamheden wordt géén gebruik
gemaakt van of andere faciliteiten die energie vergen.
In het kader van de bewaking en beoordeling van de op te stellen footprints en de actiepunten ten
behoeve van de CO2 reductie zijn voor COLDMIX BV de volgende functies relevant om de
betrouwbaarheid en transparantie te bewaken:
• Bedrijfsleider COLDMIX BV: verantwoordelijk voor operationele uitvoering van CO2
taakstellingen
• administratie: registratie en opstellen overzichten energiestromen
• CO2 manager: verantwoordelijk voor opstellen CO2 data in het kader van footprintrapportage en
updates van deze EMP
• De CO2 managertaken worden uitgevoerd door Infra Quality Support.
De interne audits om te checken of intern alle relevante zaken in het kader van EMP worden
opgepakt wordt onder leiding van de CO2 manager gecoördineerd.
3.2 Scope van energiebronnen
De scope van energiebronnen, ofwel de operationele grenzen van het managementsysteem, zijn en
worden vastgesteld conform ISO 14064-1. De emissiebronnen die zijn geïdentificeerd houden
verband met de operationele activiteiten van de organisatie en zijn gecategoriseerd naar scope 1 en
scope 2.
Energie Management Programma 2010 (EMP)
gecorrigeerde versie 2013-1
AGK Pagina 7 van 20 pagina’s 28-05-2013
Dit managementsysteem is opgezet voor het behalen van stap 3 op de ProRail CO2- Prestatieladder.
Daarom zijn vooralsnog alleen de energieaspecten die vallen binnen scope 1 en 2 conform de
Prestatieladder geïdentificeerd en gemeten.
Een energieaspect is een onderdeel van een activiteit, product of dienst van een organisatie dat
direct of indirect broeikasgassen uitstoot. Broeikasgassen zijn:
- dioxide (CO2),
- methaan (CH4),
- di-nitraatoxide (N2O),
- hydrofluorocarbons (HFCs),
- perfluorocarbons (PFCs)
- sulfur hexafluoride (SF6).
Het Greenhouse Gas protocol categoriseert emissiebronnen in scope 1, 2 en 3 zodat deze zijn
ingedeeld naar directe en indirecte bronnen en een meer transparante en bruikbare rapportage
ontstaat. Zie ook figuur 3 - het scopediagram.
Scope 1 of directe emissies; zijn emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door eigen gas
gebruik (bijv. gasboilers, warmtekrachtinstallaties en ovens) en emissies door het eigen wagenpark.
Figuur 3: scope diagram
(bron: ProRail CO2-Prestatieladder v1.1)
Scope 2 of indirecte emissies; zijn emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit die de
organisatie gebruikt, zoals emissies door centrales die deze elektriciteit leveren. ProRail rekent
“Business air Travel” en “Personal Cars for business travel ” tot scope 2. Zie scopediagram figuur 3.
Scope 3 emissies of overige indirecte emissies zijn een gevolg van de activiteiten van het bedrijf (de
organisatie) maar komen voort uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd
worden door het bedrijf. Voorbeelden zijn emissies voortkomende uit de productie van ingekochte
materialen, de verwerking van het afval en het gebruik van het door het bedrijf
aangeboden/verkochte werk, dienst of levering.
3.3 Carbon Footprint basisjaar 2009
Voor 2009 heeft de eerste inventarisatie van energieverbruik van COLDMIX BV plaatsgevonden voor
scope 1 en 2 van de ProRail CO2 Prestatieladder.
Scope 1 - Directe CO2 emissies tonnen CO2 Percentage
Personen auto's en lichte bedrijfswagens 68,48 61,47
Zware voertuigen en materieel 7,91 7,10
Generatoren tbv verwerkingsunit 12,42 11,15
Propaangas 1,63 1,47
Kantoor, werkplaats aardgas 13,53 12,20
Scope 2 - Indirecte CO2 emissies
Kantoor, werkplaats elektriciteit 7,43 6,67
Zakelijk verkeer privéauto
Werken elektriciteit
Totaal scope 1 + 2 111,40 100%
Tabel 1: uitstoot CO2 voor COLDMIX BV in 2009 voor scope 1 en 2
De CO2 emissies voor COLDMIX BV in 2009 bedraagt ruim 110 ton per jaar hetgeen een emissie
betekent van 1,11404E-02 per ton geproduceerde en verwerkte EAB. Tabel 1 geeft op hoofdlijnen de
uitstoot weer per scope zoals die door COLDMIX BV in 2009 zijn veroorzaakt. De gegevens uit deze
tabel komen uit de Carbon Footprint Report 2009 die als bijlage B 2 is opgenomen bij dit EMP 2010.
Op basis van deze inventarisatie is COLDMIX BV volgens de definitie van ProRail (tabel 2- criteria
klein/middel/groot bedrijf) te beschouwen als een kleinbedrijf. Dit heeft consequenties voor de eisen
die gesteld worden om niveau 4 en 5 van de CO2 Prestatieladder te behalen. Het betreft in alle
gevallen de CO2 uitstoot in scope 1 & 2 conform de definities in paragraaf 2.3 van de CO2-
Prestatieladder v1.1.
Energie Management Programma 2010 (EMP)
gecorrigeerde versie 2013-1
AGK Pagina 9 van 20 pagina’s 28-05-2013
Diensten Werken / leveringen
Klein bedrijf Totale CO2 uitstoot bedraagt
maximaal (≤) 500 ton per jaar.
Totale CO2 uitstoot van kantoren en bedrijfsruimten bedraagt
maximaal (≤) 500 ton per jaar, de totale CO2 uitstoot van alle
bouw plaatsen en productie- locaties bedraagt max. (≤) 2.000 ton
per jaar.
Middelgroot
bedrijf
Totale CO2 uitstoot bedraagt
maximaal (≤) 2.500 ton per jaar.
Totale CO2 uitstoot van kantoren en bedrijfsruimten bedraagt
maximaal (≤) 2.500 ton per jaar, de totale CO2 uitstoot van alle
bouwplaatsen en productie- locaties bedraagt maximaal (≤)
10.000 ton per jaar.
Groot bedrijf Totale CO2 uitstoot bedraagt
meer dan (>) 2.500 ton per jaar.
Totale CO2 uitstoot van kantoren en bedrijfsruimten bedraagt
meer dan (>) 2500 ton per jaar, de totale CO2 uitstoot van alle
bouwplaatsen en productie- locaties bedraagt meer dan (>)
10.000 ton per jaar.
Tabel 2: criteria Klein / middelgroot / groot bedrijf ikv CO2 prestatieladder
(Bron: CO2-Prestatieladder v1.1)
3.4 Reductiedoelstellingen 2009 - 2013
De besparingsdoelstelling bij COLDMIX BV voor energieverbruik c.q. de CO2-emissie bedraagt 10% in
4 jaar ten opzichte van het basisjaar 2009 (gemiddeld 2,5% per jaar), gerelateerd aan omzet en op
basis van vergelijkbare bedrijfsactiviteiten. Afhankelijk van sectorale en maatschappelijke
ontwikkelingen kan deze doelstelling worden bijgesteld.
In het volgende EMP 2011 zal daar weer op worden ingegaan. Als basis voor het bepalen van de
COLDMIX BV reductiedoelstellingen is EBITDA genomen. Dit resulteert in doelstellingen per
gedefinieerde scope zoals die zijn te lezen in tabel 3.
CO2-uitstoot 2009
(ton)
CO2-uitstoot 2009
(ton/ton EAB)
Reductie
doelstelling
CO2-uitstoot 2015
(ton/ton EAB)
Scope 1 103,97 1,0346E-3 10 % 9,3577E-03
Scope 2 7,43 7,4396E-4 5 % 7,0580E-04
Totaal 111,40 1,11404E-02 1,00635E-02
Tabel 3: CO2-Reductie doelstellingen COLDMIX BV, afkomstig uit footprint 2009
Kansenregister
Op basis van de energieregistraties zoals beschreven in de footprint en in dit plan heeft COLDMIX BV
een Plan van aanpak Reductiemaatregelen opgesteld, dat per jaar kan wijzigen afhankelijk van
nieuwe inzichten en uitgevoerde acties en evaluaties . Dit PVA omvat in eerste instantie een
algemene globale opstelling van mogelijke kansen, te zien als een eerste opstelling van een
emissiereductie kansenregister.
Dit register kan periodiek worden geactualiseerd en herzien op basis van prestaties en controle van
het energiemanagementsysteem. Op grond van dit kansenregister zijn ook de actuele en reëel
haalbare maatregelen bepaald, verder te noemen echte reductiemaatregelen. Deze zijn een verdere
uitwerking van kansrijke opties uit het kansenregister die, op grond van berekeningen en/of
beargumenteerde beoordelingen moeten leiden tot de beoogde reductie.
Document: PVA Reductiemaatregelen incl. Emissiereductie Kansenregister
COLDMIX BV wil op grond van het PVA reductiemaatregelen de doelstellingen van het EMP
realiseren. Daarin geeft COLDMIX BV ook inzage in de maatregelen die COLDMIX BV gekozen heeft
voor de komende periode 2011-2013. Het is daarmee te zien als een aparte projectplanning die
weergeeft de te ondernemen acties om te komen tot de doelstelling van 10 % reductie in 4 jaar
(periode 2011-2013). Als start van het streven naar reductie is het jaar 2011 genomen omdat de
footprint 2009 pas eind 2010 is opgesteld en begin 2011 is geverifieerd. Daarmee is het streven dit
reductieplan al in 2010 op te starten niet mogelijk.
Opmerking
In het inmiddels opgestelde eerste managementreview/directiebeoordeling is duidelijk gemaakt dat
de in dit EMP genoemde relatie tussen de absolute CO2 uitstoot en relevante kentallen voor
COLDMIX BV bedrijfsvoering gewijzigd is. Voor 2012 dat in 2013 wordt gerapporteerd zal daartoe een
aangepast EMP worden opgesteld is de verwachting.
Energie Management Programma 2010 (EMP)
gecorrigeerde versie 2013-1
AGK Pagina 11 van 20 pagina’s 28-05-2013
3. Energiemanagementsysteem (EMS)
COLDMIX BV heeft een doorlopend energiereductie programma opgesteld voor een termijn van 4
jaar vanaf 2011 tot en met 2013. Op basis hiervan wordt per jaar een actueel jaarplan opgesteld,
geïmplementeerd en gecontroleerd. Jaarlijks worden de prestaties geïnventariseerd, het
managementsysteem geaudit en door het management gereviewed.
Met de opstelling van dit plan en de bewaking van de voortgang hierin kan worden vastgesteld dat
de uiteindelijke energiemeting overeenkomt met de werkelijkheid, maar ook of er trends en
afwijkingen voortkomend uit de periodieke inventarisatie kunnen worden verklaard.
Jaarlijks wordt tevens een inventarisatierapportage opgesteld. Deze heeft betrekking op het gehele
energiezorgsysteem en het functioneren daarvan. Uitgaande van een goed functionerend en
ongewijzigd inventarisatieproces heeft deze rapportage tot doel de behaalde resultaten te kunnen
voorleggen aan het managementteam. Op basis waarvan verdere sturing gegeven kan worden aan
het CO2 reductiebeleid.
Vanaf 2011 is goed “CO2 boekhouden” een must. Hiervoor zijn voor COLDMIX BV procedures en
bijbehorende overzichten (formats) opgesteld. Het overzicht van procedures voor de registratie van
uitstoot is opgenomen in tabel 4.
Tabel 4: overzicht procedures
De vastgestelde procedures zijn uitgewerkt en vastgesteld en vallen als het ware onder de
procedures van het ISO systeem van COLDMIX BV. Op basis van alle registraties, analyses en
genomen maatregelen kan aan de hand van procedure totale duurzaamheidsinventarisatie een goed
beeld verkregen worden hoe CO2 uitstoot zich ontwikkeld en hoe verbeteringen in de aanpak
hiervan vorm krijgen.
Procedure Naam Versie / datum
P01 Check EMP Mei 2001
P02 TDI Totale DuurzaamheidsInventarisatie Mei 2001
P03 inventariseren aardgasverbruik kantoor en werkplaats Mei 2001
P04 inventariseren elektriciteitsverbruik kantoor en werkplaats Mei 2001
P05 brandstof leaseauto's Mei 2001
P06 brandstoffen_materieel Mei 2001
P07 Propaangas Mei 2001
4.1 Planning (PLAN)
4.1.1 Vaststellen organisatiegrenzen
Het vaststellen van de organisatiegrenzen is uitgevoerd op basis van de operational control methode
volgens het GHG-protocol en de laterale methode. Primair betekent dit dat COLDMIX BV heeft
gekozen om de grenzen vast te stellen op basis van de financiële/operationele controle. Daarnaast is
de laterale methode uitgevoerd om de relevante concernpartijen voor de footprint zichtbaar te
maken.
Conform de laterale methode zijn de concernleveranciers bepaald op basis van de inkoopomzet van
het actuele boekjaar waarover de footprint is bepaald. Conform de regels zijn deze
concernleveranciers buiten de organisatiegrenzen gelaten. Een hoeveelheid kleine leveranciers met
een totale inkoopvolume gelijk aan dat van deze C-leveranciers wordt toegevoegd aan de lijst van A-
leveranciers, jaarlijks aan te leveren door de administratie van COLDMIX BV.
Bij elke periodieke inventarisatie zal er in de jaarrapportage bekeken worden of er redenen zijn om
de grenzen bij te stellen. Conform het GHG-protocol zal dit alleen van toepassing zijn bij acquisities of
verkoop van bedrijfsonderdelen. Eén keer per jaar wordt tevens de inkoopomzet vanuit
concernleveranciers beoordeeld.
4.1.2 Identificatie en beoordeling van energieaspecten
Voor niveau 3 van de prestatieladder wordt gekeken naar scope 1 en 2 energieverbruik zoals de CO2-
prestatieladder dit voorschrijft. Elk halfjaar worden de volgende stappen doorlopen:
a. Meten van het energieverbruik;
b. Identificatie van gebieden waar sprake is van significant energieverbruik en waar sprake is
van significante veranderingen in het verbruik;
c. Raming van het verwachte energieverbruik;
d. Identificatie van personen die voor het bedrijf werken en wiens activiteiten kunnen leiden tot
significante veranderingen in het energieverbruik;
e. Identificatie en prioriteitstelling van kansen voor verbetering van de energie-efficiency.
De procedures zijn nog niet allemaal vormgegeven ten tijde van de nulmeting. De bepaling van de
Carbon Footprint 2009, maar ook voor 2010 zijn echter zorgvuldig uitgevoerd om een zo duidelijk
mogelijk beeld te verkrijgen. Vanaf 2011 worden alle energiestromen maandelijks geregistreerd.
COLDMIX BV registreert periodiek (maandelijks in principe) het energieverbruik conform beschreven
procedures. Zo is er tijdig inzicht in de trends per energieaspecten en de effecten van genomen
maatregelen. Op basis hiervan kan de directie tijdig aanvullende maatregelen of preventieve en/of
corrigerende maatregelen nemen.
Voor de carbon footprint van het basisjaar en is op grond van beschikbare data (facturen,
meterstanden, en waar nodig inschattingen) bepaald wat de “nul” situatie is. Zie bijlage B 2.1 voor de
carbon footprint basisjaar 2009. Deze is inmiddels door DNV geverifieerd en akkoord bevonden. Voor
2010 is de footprint op dezelfde wijze als voor 2009 opgezet en bepaald. Op grond van de
auditbevindingen is besloten de footprint 2010 als basisdocument te hanteren. De footprint van 2011
is daaraan gekoppeld en daarmee vergeleken. De evaluatie daarvan is opgenomen in de
Energie Management Programma 2010 (EMP)
gecorrigeerde versie 2013-1
AGK Pagina 13 van 20 pagina’s 28-05-2013
managementreview 2011.
Gas en Elektra
De procedure registratie verbruik gas en elektra locaties en werken maakt inzichtelijk hoe en door
wie de registratie wordt uitgevoerd en gecontroleerd. Met deze procedure wordt bereikt:
• dat inzichtelijk is welke machines en apparatuur leiden tot verbruik;
• dat inzichtelijk is welke functionarissen invloed hebben op het verbruik;
• dat op basis van verwachtingen en resultaten tijdig ingegrepen kan worden zodat doelstellingen
behaald worden.
Voor de uitvoering van dit aspect van de CO2 emissie zijn de volgende procedures van belang
Procedure: P03 - inventariseren aardgasverbruik kantoor en werkplaats
Procedure: P04 - inventariseren elektriciteitsverbruik kantoor en werkplaats
Registratie: Gas en elektra verbruik kantoor en werkplaats
Brandstoffenverbruik wagenpark
De procedure registratie brandstofverbruik wagenpark is simpel en transparant opgezet. Met deze
procedure wordt bereikt:
• dat periodiek bestuurders individueel verbruik laten zien in relatie tot gemiddelde waarde,
minimum en maximum;
• er periodiek een analyse wordt gemaakt van de kilometerstanden zoals die worden ingegeven bij
de tankstations bij betaling van brandstof bedrijf betaalpas.
Procedure: P05-brandstof leaseauto's
Registratie: inventariseren brandstofgebruik personenauto’s en lichte bedrijfswagens
Brandstoffen zwaar en klein materieel
Procedure registraties brandstof verbruik zwaar en klein materieel ten behoeve van het
productieproces wordt ook periodiek geanalyseerd. Vooral de kwartalen 2 en 3 zijn van belang
omdat in deze periode de werkzaamheden buiten optimaal vorm krijgen. Feitelijk is er in de periode
november-april, de overwinterperiode nagenoeg geen productie van emulsie-asfaltbeton en heeft
maandelijks analyseren geen zin.
Bij het inventariseren van deze brandstoffen is ook een aparte procedure opgesteld voor het bepalen
van de gebruikte hoeveelheid propaangas.
Procedure: P06-brandstoffen_materieel
Procedure: P07-Propaangas
Zakelijk verkeer privé auto’s
Er is de policy om niet met privé auto’s te rijden voor COLDMIX BV.
4.1.3 Rapportage evaluatie en actualisatie
Op basis van de gegevensinventarisatie worden de jaarlijkse prestaties geanalyseerd en verwerkt in
de jaarlijkse Carbon Footprint Report (CFR). Deze jaarlijkse rapportage verschaft het management
inzicht in ingezette middelen en het effect daarvan op de prestaties ten einde de meest
kosteneffectieve maatregel te realiseren.
Document: Carbon Footprint jaarrapportage met tekstuele verantwoording en rekensheets
4.1.4 Wettelijke verplichtingen en andere eisen
Met betrekking tot de wet- en regelgeving en sectorgerelateerde richtlijnen op energiegebied wordt
tijdens de jaarlijkse beoordeling geëvalueerd of hieraan is voldaan. Zo niet dan worden maatregelen
afgesproken om te bewerkstelligen of en hoe hieraan in de toekomst voldaan wordt. Uiteindelijk stelt
de directie de definitieve maatregelen vast. Daarna worden op grond van het communicatieplan,
dat is uitgebreid in de versie van 2012 met uitgevoerde en nieuwe punten, belanghebbende
geïnformeerd over voortgang en prestaties op het gebied van CO2 prestatieladder.
4.1.5 Participatie
De CO2-prestatieladder schrijft voor dat aan minimaal 1 sector- of keteninitiatief op het gebied van
CO2-reductie wordt deelgenomen door middel aantoonbare deelname in werkgroepen, het publiek
uitdragen van het initiatief en/of het aanleveren van informatie aan het initiatief. Tevens dient
hiervoor een specifiek budget te zijn vrijgemaakt.
COLDMIX BV heeft geen wettelijke verplichtingen waaraan zij moet voldoen en onderschrijft (nog)
geen sectorgerelateerde richtlijnen op energiegebied. Wel is COLDMIX BV binnen de branche van
onderhoud bij Bouwend Nederland nauw betrokken bij initiatieven op het gebied van actuele zaken
voor opdrachtgevers en –nemers. In dat kader wordt sinds 2009 al met veel pro-activiteit werk
gemaakt van het promoten van duurzaam onderhoud op wegen.
COLDMIX BV heeft een analyse gemaakt van de initiatieven in haar sector en keten. Op basis hiervan
heeft het managementteam een selectie gemaakt van voor haar interessante en haalbare initiatieven
en is voldoende budget vrijgemaakt voor deelname een 1 initiatief. COLDMIX BV neemt actief deel
aan het organiseren van de EAB-Themadagen waarin expliciet werk wordt gemaakt van het aandacht
vragen voor milieu in bredere zin. Op grond van de ervaring en inspanningen op dit gebied kan
gesteld worden dat de organisatie van deze themadagen in handen is van COLDMIX BV.
COLDMIX BV is inmiddels direct betrokken bij het vormgeven aan de themadagen en tracht daarin
steeds ook aandacht te vragen voor duurzaamheid, ook gericht op de stakeholders.
4.1.6 Doelstellingen, taakstellingen programma (‘s) met betrekking tot energie
Op basis van de identificatie en beoordeling van energieaspecten en de wettelijke verplichtingen en
andere eisen die COLDMIX BV onderschrijft worden gedocumenteerde energiedoelstellingen en –
Energie Management Programma 2010 (EMP)
gecorrigeerde versie 2013-1
AGK Pagina 15 van 20 pagina’s 28-05-2013
taakstellingen vastgesteld, geïmplementeerd en onderhouden voor de relevante functies en niveaus
binnen de organisatie.
Elke vier jaar wordt een Energie Management Programma (EMP) opgesteld met een looptijd van vier
jaar. Waar nodig wordt het EMP aangepast op grond van voortschrijdend inzicht. Op basis hiervan
wordt elk jaar een actueel jaarplan gemaakt waarin de doelstellingen, verbeteringen en aanpassingen
m.b.t. emissiereductie aangegeven staan. Dit start na de opstelling van elk nieuw te bepalen
footprint. Het plan is daarmee een aanvulling en actualisering van het EMP.
Het opstellen van het jaarplan is de verantwoordelijkheid van CO2 manager, de vaststelling ervan is
de verantwoordelijkheid van de directeur. Hij zal dit doen in overleg met het managementteam en de
vertegenwoordigers van het overige personeel. Daarna bekrachtigt de directeur dit jaarplan en stelt
de middelen voor de uitvoering ter beschikking. Het jaarplan en jaarverslag worden binnen een
maand na bekrachtiging van de directie aan het personeel ter inzage gesteld.
Document: Energie Management Programma 2009 – 2013
Document: actueel jaarplan
4.2 Implementatie en uitvoering (DO)
4.2.1 Middelen, taakverdeling, verantwoordelijkheid en bevoegdheid
De directeur van COLDMIX BV is aangewezen als directievertegenwoordiger om:
- het energiemanagementsysteem in te richten, vast te stellen en te implementeren en te
onderhouden conform NEN-EN 16001:2009;
- de prestaties van het energiemanagementsysteem te rapporteren aan de directie en
aanbevelingen te doen ter verbetering.
De directie is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van middelen voor de inrichting en
uitvoering van dit energiemanagementsysteem.
4.2.2 Bewustzijn, training en bekwaamheid
De organisatie bij COLDMIX BV zorgt ervoor dat werknemers zich bewust zijn van het energiebeleid,
het actuele EMP, de eisen van het energiemanagementsysteem en van voorgenomen activiteiten
voor beheersing van energiegebruik en verbetering van prestaties, hun eigen taken en
verantwoordelijkheden de naleving hiervan en de voordelen van energie-efficiency.
COLDMIX BV heeft voor het vergroten van het bewustzijn van de eigen medewerkers en van
personen die voor COLDMIX BV werken een intern communicatieplan opgesteld. Zie voor het
communicatieplan paragraaf 4.2.3. De werknemers die taken uitvoeren die een significante invloed
kunnen hebben op het energieverbruik, moeten bekwaam zijn op basis van geschikte opleiding,
training en/of ervaring. COLDMIX BV selecteert en traint haar medewerkers in de optimale uitvoering
van hun taken.
Van de functies binnen COLDMIX BV zijn functieomschrijvingen opgesteld. Jaarlijks wordt de
competentiebehoefte gemeten. Indien additionele trainingen vereist zijn voor het behalen van de
energiedoelstellingen van het EMP dan worden deze opgenomen in het kansenregister en eventueel
als maatregelen in het EMP.
Registratie: Uitgevoerde meetings, trainingen, discussies
4.2.3 Communicatie
De organisatie moet in het kader van de CO2 prestatie ladder ervoor zorgen dat interne en externe
communicatie plaatsvindt over de energieprestaties en het energiemanagementsysteem. De CO2-
prestatieladder vereist voor niveau 3 dat de carbon footprint en de kwantitatieve doelstellingen
worden gecommuniceerd. Daarbij worden in elk geval het energiebeleid en de reductiedoelstellingen
gepresenteerd. Daarnaast komen mogelijkheden voor individuele bijdragen, informatie betreffende
het huidige energiegebruik en trends binnen het bedrijf aan de orde. Tevens is werk gemaakt van een
intern en extern communicatieplan met vastgelegde taken, verantwoordelijkheden en wijzen van
communicatie.
Communicatie over de doelstellingen en prestaties van het EMP programma zoals COLDMIX BV dat
wil volgen is belangrijk. Daarom is met betrekking tot communicatie gericht op internen en externe
partijen een apart communicatieplan opgesteld.
Het is van groot belang dat betrokken partijen, te beginnen de eigen medewerkers van COLDMIX BV,
de door COLDMIX BV ingehuurde krachten (al dan niet via detachering of via inhuurconstructies), als
ook onderaannemers en toeleveranciers kennis hebben van de doelstellingen en de targets die
gesteld worden. Daar is communicatie natuurlijk erg belangrijk bij. Maar meer nog speelt hierbij
committent van de betrokken partijen een grote rol. COLDMIX BV zal daarom bij de presentatie van
de CARBON FOOTPRINT expliciet met alle betrokkenen communiceren en hun vragen om op grond
van voortschrijdend inzicht feedback te geven op de CO2 prestaties zoals ze gepresenteerd zijn.
Ook zal op gezette tijden gesproken worden over inbreng van partijen om de doelstellingen te
behalen.
Document: Communicatieplan energiemanagement en jaarplan communicatie
Registratie: Registratie van communicatie uitingen
3.2.2 Documentatie en beheersing van documenten
Het managementsysteem is gedocumenteerd om het systeem en de onderlinge samenhang tussen
de processen, systemen en activiteiten te beschrijven. Het beheer van documentatie is onderdeel
van de procedure Documentenbeheer zoals opgenomen in het ISO9001 systeem. De volgende
documentatie is vastgelegd door COLDMIX BV in het kader van het energiemanagementsysteem:
Energie Management Programma 2010 (EMP)
gecorrigeerde versie 2013-1
AGK Pagina 17 van 20 pagina’s 28-05-2013
Document Proceseigenaar Bewaartermijn Lokatie
Directieverklaring energiebeleid Projectleiding 4 jaar Dossier CO2
Basisjaar carbon footprint IQS 4 jaar Dossier CO2
Actuele carbon footprints IQS 4 jaar Dossier CO2
Energie Management Plan Directie 4 jaar Dossier CO2
Communicatieplan Energiemanagement Projectleiding 4 jaar Dossier CO2
Procedures registratie verbruik Projectleiding 4 jaar Dossier CO2
Emissiereductie Kansenregister IQS/COLDMIX
BV
4 jaar Dossier CO2
Sector- en keteninitiatief inventarisatielijst en
deelname overzicht
Projectleiding 4 jaar Dossier CO2
4.2.4 Beheersing van werkzaamheden
De COLDMIX BV organisatie beoordeelt de werkzaamheden die samenhang hebben met de
geïdentificeerde significante energieaspecten. Maatregelen ter beheersing van werkzaamheden die
bijdragen aan reductie van emissies zijn of worden (indien relevant) opgenomen in het PVA
emissiereductie kansenregister. Uitgangspunt hierbij is dat voor alle onderdelen van de
werkzaamheden een actieve keuze wordt gemaakt voor energie-efficiency indien relevant en
haalbaar.
4.3 Controle (CHECK)
4.3.1 Monitoring en meting
Monitoring en meting betreffen het beheer van energieverbruik door regelmatige vergelijking van
het daadwerkelijke verbruik met het verwachtte verbruik. De procedure voor monitoring en meting
is vastgelegd in de procedure Controle Energiemanagementproces. Zie tabel 4 in het voorgaande (blz
11) waarin de verschillende procedures met betrekking tot de registraties zijn samengevat.
4.3.2 Interne en externe audit
Het doel van zowel de interne als de externe audit is een check uit te voeren of voldaan wordt aan
het energiebeleid, de energiedoelstellingen en –taakstellingen en om te zien of het EMP doeltreffend
is geïmplementeerd en wordt onderhouden. Deze jaarlijks audits zijn in te passen in de
managementcyclus waarin ook jaarlijkse audits plaatsvinden voor ISO 9001. De audit volgt dat
schema en maakt in principe gebruik van dezelfde auditoren. Bij de uitvoering van deze audits wordt
door de auditors gelet op objectiviteit en onpartijdigheid.
Interne audits van het energiemanagementsysteem worden uitgevoerd door, of op verzoek van de
organisatie zelf voor interne doeleinden. Het vormt de basis voor een eigenverklaring van
conformiteit aan de norm EN 16001. De externe audit wordt uitgevoerd door een daartoe
geaccrediteerde organisatie.
De auditresultaten worden gedocumenteerd en aan de directie gerapporteerd. De auditors zijn
verantwoordelijk voor controle van de vervolgactiviteiten die uit de rapportage naar voren zijn
gekomen.
4.3.3. Afwijkende, corrigerende en preventieve maatregelen
De organisatie behoort ervoor te zorgen dat afwijkingen worden onderzocht en dat geschikte
maatregelen worden getroffen. Een afwijking doet zich voor zodra niet wordt voldaan aan beleid,
doelstellingen, taakstellingen, programma’s of gedocumenteerde procedures.
De procedure voor de identificatie van afwijkingen, nemen van maatregelen voor correctie van de
afwijking en herhaling hiervan te voorkomen is gelijk aan deze voor ISO 9001.
4.3.4 Beheersing van registraties
Alle relevante registraties zoals in dit document genoemd worden door de verantwoordelijke
personen gedocumenteerd zodat op basis hiervan taakstellingen, actieplannen en controles kunnen
worden uitgevoerd. De volgende registraties zullen indien van toepassing worden opgesteld door
COLDMIX BV:
Registratie Proceseigenaar Opmerking
Overzicht A-leveranciers Administratie
Gas en elektra verbruik kantoor en werkplaats Administratie
Kilometerregistratie wagenpark Bedrijfsleider
Brandstofverbruik zwaar en klein materieel Bedrijfsleider
Communicatie-uitingen Bedrijfsleider
Inkoop van materiaal met hoge energie-efficiency Directie In overleg met bedrijfsleider
Inspectie en onderhoud van materiaal Bedrijfsleider
Resultaten interne en externe audits
energiemanagementsysteem
CO2 manager Overleg met administratie
en bedrijfsleider
Trainingen uitgevoerd Bedrijfsleider
Directiebeoordelingen Directie Concepten door CO2
manager
4.4 Directiebeoordeling van het energiemanagementsysteem (ACT)
De directie van COLDMIX BV beoordeelt het EMP en de afzonderlijke elementen van het
energiemanagementsysteem elk jaar opnieuw en bespreekt dit in de jaarlijks te houden
opstartvergadering met het personeel. Tevens wordt dit als input gebruikt voor actueel op te stellen
jaarplan.
Energie Management Programma 2010 (EMP)
gecorrigeerde versie 2013-1
AGK Pagina 19 van 20 pagina’s 28-05-2013
De feitelijke kwantitatieve beoordelingen worden vastgelegd in het Managementreview rapport, dat
in dit geval Carbon Footprint report wordt genoemd.
De Carbon Footprint Report voor het basisjaar 2009 is als bijlage B.2 bij opgenomen. Als
voorbereiding van de beoordeling zullen de volgende stukken aan de directie worden aangeleverd:
- vervolgmaatregelen van vorige managementreviews;
- beoordeling van energieaspecten en het energiebeleid;
- de mate waarin energiedoelstellingen en -taakstellingen zijn gehaald,
- resultaten interne en externe audits van het EMP;
- de status van preventieve en corrigerende maatregelen;
- de complete energieprestatie van de organisatie;
- het verwachte energieverbruik voor de volgende periode;
- aanbevelingen voor verbetering.
De output van de directiebeoordeling moet bestaan uit de besluiten en maatregelen met betrekking
tot:
• de verbetering van de energieprestatie van de organisatie sinds de laatste beoordeling;
• wijzigingen in het energiebeleid;
• wijzigingen in doelstellingen, taakstellingen of andere elementen van het
energiemanagementsysteem, in overeenstemming met de verplichting van de organisatie tot
continue verbetering;
• toewijzing van middelen.
Tijdens deze beoordeling worden de realisatie van het beleid en de doel- en taakstellingen
geëvalueerd en wordt nagegaan of er afwijkingen zijn. Vastgesteld wordt of in het voorgaande jaar
voldoende middelen beschikbaar zijn geweest om het beleid en de doel- en taakstellingen te
realiseren en om te voldoen aan wettelijke en overige regelgeving.
Onder "middelen" wordt in dit kader, naast budget, verstaan: beschikbaarheid van personeel,
opleidingen en investeringen. Indien daaruit volgt dat bijstelling nodig is voor de lopende en de
volgende periode zal daartoe een voorstel aan de directie worden gedaan, gebaseerd op de
beoordeling.
Indien de afwijkingen gunstig zijn, wordt volstaan met een bespreking van die afwijkingen binnen de
directie. Indien de afwijkingen ongunstig zijn wordt nagegaan wat er gedaan kan worden om het
ongunstige effect te beheersen of te verminderen door het nemen van corrigerende maatregelen.
Tevens wordt daarbij afgesproken of deze afwijkingen een aanpassing van de doel- en taakstellingen
tot gevolg hebben. Indien dat het geval is worden de doel- en taakstellingen aangepast door de
directie en gecommuniceerd naar de relevante interne en externe partijen, zulks ter beoordeling van
de directie. Er wordt gewerkt aan het voorkomen van de afwijking met preventieve maatregelen.
Dit wordt door de administratie van COLDMIX BV bijgehouden voor de gehele boundary in een
verbruikstabel. Deze tabel wordt 1x per jaar in het kader van de procedure Energiebeheer besproken
in het MT.
Als onderdeel van het jaarlijks op te stellen Carbon Footprint Report wordt gepubliceerd over het
functioneren van het energiemanagementsysteem en wordt een doorkijk gegeven naar het nieuwe
jaarplan.
Registratie: Directiebeoordeling/ managemementreview