Koepelschap Buitenstedelijk Groen

Concept liquidatieplan Versie 3-5-2017

Inleiding

De deelnemers aan het Koepelschap Buitenstedelijk Groen hebben conform artikel 30 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling Koepelschap Buitenstedelijk Groen in de periode augustus tot en met december 2016 allen een gelijkluidend besluit genomen tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling. Voor de exacte data wordt verwezen naar bijlage I waarin voor alle deelnemers de data zijn opgenomen. Deze besluiten zijn genomen als vervolg op het voorstel van het Algemeen Bestuur d.d. 6 juli 2016. In navolging van het genomen opheffingsbesluit is het Algemeen Bestuur op grond van artikel 30 lid 2 verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van het liquidatieplan. Dit plan dient-voorafgaand aan de vaststelling aan de deelnemers te worden voorgelegd.

In dit concept-liquidatieplan is opgenomen op welke wijze het Algemeen Bestuur voornemens is de vereffening van het vermogen te effectueren.

1. J u r i d i s c h e grondslag Liquidatie is een bedrijfseconomische term en als zodanig niet opgenomen in de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. (Wgr). Als een rechtspersoon ontbonden wordt, al of niet in de het kader van een faillissement, volgt een fase van verevening.

Voor de liquidatie van gemeenschappelijke regelingen is artikel 9 lid 3 van de Wgr. van kracht: "Het bij een regeling ingestelde openbare lichaam of een bedrijfsvoering organisatie blijft na zijn ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is".

In artikel 30 van dezelfde Gemeenschappelijke Regeling is nog vastgelegd: 1. Deze regeling kan worden opgeheven bij gelijkluidende besluiten van alle deelnemers. 2. In geval van opheffing stelt het algemeen bestuur, de deelnemers gehoord, een liquidatieplan op. 3. Het liquidatieplan regelt de financiële gevolgen van de opheffing van deze regeling en kan van de

bepalingen van de regeling afwijken. 4. Zo nodig blijven de bestuursorganen van het Koepelschap ook na het tijdstip van de opheffing in

functie tot de liquidatie is voltooid.

2. IJkpunt l iquidatiepian De meest actuele informatie waarmee dit concept liquidatieplan is opgesteld is de vastgestelde jaarrekening 2016 van het Koepelschap. Bij de feitelijke afwikkeling per (1-1-2018), zal de jaarrekening 2017 van het schap als liquidatierekening dienen-,

3. Pe rsonee l Het schap heeft geen personeel in dienst via vaste of tijdelijke verbanden. Bij opheffing van het Koepelschap is beëindiging van dienstverbanden niet aan de orde en kunnen er zich geen frictiekosten of andere personeel gebonden kosten voordoen.

1

4. Vermogensbestandde len Bij liquidatie van het Koepelschap wordt de "boedel" verdeeld. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de verschillende vermogensbestanddelen en welke consequenties zijn verbonden aan de overdracht hiervan. Hierbij worden ter illustratie de cijfers uit de jaarrekening 2015 gebruikt. Voor de feitelijke afwikkeling zal, zoals eerder aangegeven, de jaarrekening 2017 als uitgangspunt worden gehanteerd.

Debet zijde balans:

Vaste activa CO

Niet van toepassing

Debet zijde balans:

Vlottende activa «168.732

Vorderingen op openbare lichamen

Betreft nog te ontvangen deelnemersbijdragen 2015 C 50.601

Uitzettingen in Rijks schatkist Uitzettingen in Rijks schatkist met een rente typische looptijd korter dan 1 jaar

C 21.909

Overige vorderingen Betreft de verevening 2015, correctie restitutie en nog te verrekenen compensabele btw

e 46.226

Banksaldi C 49.996

Credit zijde balans:

Vaste passiva «117.297

Algemene reserve De algemene reserve heeft als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers. Dit bedrag wordt gedekt door liquide middelen.

C 80.532

Nog te bestemmen resultaat 2016 Ê 28.247

Bestemmingsreserve Recreanten onderzoek

Deze reserve is gevormd voor het uitvoeren van verschillende onderzoeken in het kader van marketing en communicatie ( bijvoorbeeld bezoekersaantallen 'en marktonderzoeken)

« 8.518

Op basis van de jaarrekening 2017 zal het uiteindelijke resultaat van de liquidatie-afrekening kunnen worden bepaald. Op basis van de huidige stand van zaken en een voorzichtige inschatting zal dit resultaat rond de C 100.000 schommelen. Hierbij is rekening gehouden met een verwacht positief exploitatieresultaat in de lijn van het resultaat van 2016 en de afwikkeling van de liquidatie waarvoor een apart krediet is vastgesteld.

2

Voorgesteld wordt dit resultaat te verdelen naar de deelnemers op basis van de verdeelsleutel van de

apparaatskosten. Indien wordt uitgegaan van het geschatte resultaat van i. 100.000 leidt dit tot het

volgende beeld.

Provincie Zuid-Holland 50o

Zo C 50.000

Te verdelen over de overige deelnemers 50o

Zo C 50.000

Gemeente Percentage Bedrag

Albrandswaard 1.8-/0 900

Barendrecht 3,40

7o 1.700

Bernisse (Nissewaard) 1 ,2Vo 600

Brielle i . r / o 550

Capelle a/d IJssel 5,50

7o 2.750

Hellevoetsluis 2,Qa

Zo 1.400

Hendrik Ido Ambacht 2,ũ0

Zo 1.000

Krimpen a/d IJssel 2,0o

Zo 1.000

Maassluis 2,30

Zo 1.150

Nederlek (Krimpenerwaard) 1 ,0Vo 500

Ridderkerk 3,20

Zo 1.600

Rotterdam 51,30

Zo 25.650

Schiedam 6,30/0 3.150

Spijkenisse (Nissewaard) 6,0o

7o 3.000

Vlaardingen 5,90/0 2.950

Westvoorne 1,0o

Zo 500

Zwijndrecht 3,20/0 1.600

Totaal 100o

Zo 5 0 . 0 0 0

Zoals eerder aangegeven zullen de definitieve bedragen worden bepaald op basis van het resultaat van de

jaarrekening 2017,

Credit zijde balans:

lottende passiva f 5 1 . 4 3 5

Netto vlottende schulden met

rente typische looptijd korter dan

1 jaar

Crediteuren İ 0

Overlopende passiva Nog te betalen accountantskosten, verevening 2015 C 51.435

3

Op basis van de jaarrekening 2016 zijn de onderstaande liquide middelen beschikbaar:

Liquide middelen «117.297

Saldo bank C 49.996

Vlottende activa Vorderingen op openbare lichamen Rijks schatkist Overige vorderingen

6 50.601 + «21.909 + « 46.226 +

Vlottende passiva Overige schulden Overlopende passiva

« 0 -«51 .435 -

Zoals eerder aangegeven bij de toelichting op de vermogensbestanddelen dient voor 2017 nog rekening te worden gehouden met het resultaat 2017 en de uitgaven ten gevolge van de feitelijke liquidatie van het schap. Op basis hiervan is de verwachting dat de liquide middelen ultimo 2017 ongeveer « 100.000 zullen bedragen.

5. Overgangsjaar 2017 - 2018.

Gebruikelijk is in de jaarrekening van enig jaar de definitieve verevening van het voorafgaande jaar op te nemen en een voorlopige afrekening van het betreffende jaar. Deze laatste afrekening is gebaseerd op de voorlopig cijfers van de jaarrekeningen van de natuur- en recreatieschappen. Het voorlopig karakter van deze jaarrekeningen heeft betrekking op de vaststelling van de jaarrekeningen in de verschillende besturen. In het licht van de opheffing van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen per 31 december 2017 is het nodig eenmalig de definitieve afrekening van 2016 en 2017 te ven/verken in de jaarrekening 2017 van het Koepelschap Buitenstedelijk Groen. Op deze wijze kan de jaarrekening 2017 ook dienen als liquidatierekening en behoeft geen aparte rekening 2018 te worden opgesteld. In 2018 wordt volstaan met de verantwoording van de uitgaven van de afwikkeling ten laste van het beschikbaar gestelde krediet.

6. Administrat ieve afwikkeling Als sluitstuk van het uitvoeren van het liquidatieplan dient de GR Koepelschap Buitenstedelijk Groen nog formeel administratief te worden afgesloten. Hierbij gaat het onder andere om het opheffen van de bankrekening en het uitschrijven uit de Kamer van Koophandel.

Voor de gehele liquidatie zal een checklist worden gebruikt, mede gebaseerd op eerdere liquidaties van andere natuur- en recreatieschappen, om de volledigheid van de afwikkeling te waarborgen.

Een voorstel voor de verdeling van de liquide middelen zou kunnen zijn: Verdeling bijdragen gemeenten en provincie na verevening (zelfde basis waarop de jaarlijkse deelnemersbijdragen worden verevend) Als ijkpunt 1-1-2017, inwoner aantallen gemeenten, verdeling middelen naar gemeenten.

\ )

4

7. Archief

In artikel 25 van de Gemeenschappelijke Regeling voor het Koepelschap Buitenstedelijk Groen is vastgelegd dat het algemeen bestuur een regeling treft in overleg met de Inspecteur der Provinciale Archieven van Zuid-Holland. Op basis van dit artikel zal in overleg met de Provincie Zuid-Holland het archief worden overgedragen aan de provincie. Dit maakt onderdeel uit van de uitvoering van het liquidatieproces.

Bij lage I:

Besluitvorming opheffing door deelnemers Koepelschap Buitenstedelijk Groen

c

c

Overzicht besluitvorming in 2016 inzake opheffing Koepelschap Buitenstedelijk Groen

Naam gemeente College Raad/Staten Krimpenerwaard 23/8 2/11

Krimpen a.d. IJssel 6/9 27/10

Capelle a.d. IJssel 13/9 7/11

Zwijndrecht 14/9 27/9

Ridderkerk 6/9 13/10

Hendrik Ido Ambacht 13/9 7/11 Barendrecht 4/10 22/11

Albrandswaard 13/9 24/10 Westvoorne 30/8 4/10 Hellevoetsluis 20/9 27/10 Brielle 9/8 13/9

Nissewaard 18/10 9/11 Vlaardingen 4/10 27/10

Schiedam 15/11 20/12

Maassluis 22/11 6/12

Rotterdam 8/11 24/11 Provincie Zuid-Holland 4/10 9/11

c

O