celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich...

24
Personen met een ernstige mentale beperking Algemeen Definitie: Wat is een verstandelijke beperking? “Verstandelijke beperking of mentale retardatie is een ontwikkelingsstoornis waarbij de verstandelijke vermogens zich niet met de normale snelheid ontwikkelen en meestal een gemiddeld niveau niet zullen bereiken.” Volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders-IV-TR Het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders-IV-TR (editie 2000) maakt een onderscheid tussen lichte, matige, ernstige en diepe zwakzinnigheid. - Lichte zwakzinnigheid: 75% van de mensen met een verstandelijke handicap behoren tot deze groep. Ze hebben een IQ van 50 tot 70 en ze bereiken een mentaal niveau van een kind tussen de 7 en de 11 jaar oud. - Matige zwakzinnigheid Bij 18% van de personen met verstandelijke beperking komt deze vorm voor. Dit zijn personen met een IQ van 35 tot 50. Zij halen geen hoger mentaal niveau dan van een normaal kind van 7 jaar. - Ernstige zwakzinnigheid Zij hebben een IQ van 20 tot 35 met minimaal communicatief gedrag, een zwakke motorische ontwikkeling. Dit is 7% van de mensen met een verstandelijke handicap. - Diepe zwakzinnigheid Komt slechts voor in 1% van de gevallen bij personen met verstandelijke beperking. Ze hebben een IQ van minder dan 20. Personen die hieraan lijden, hebben behoefte aan een structuur in omgeving, stimuleren van zintuigen en toezicht.

Transcript of celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich...

Page 1: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Personen met een ernstige mentale beperking

Algemeen

Definitie: Wat is een verstandelijke beperking?

“Verstandelijke beperking of mentale retardatie is een ontwikkelingsstoornis waarbij de verstandelijke vermogens zich niet met de normale snelheid ontwikkelen en meestal een gemiddeld niveau niet zullen bereiken.”

Volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders-IV-TR

Het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders-IV-TR (editie 2000) maakt een onderscheid tussen lichte, matige, ernstige en diepe zwakzinnigheid.

- Lichte zwakzinnigheid: 75% van de mensen met een verstandelijke handicap behoren tot deze groep. Ze hebben een IQ van 50 tot 70 en ze bereiken een mentaal niveau van een kind tussen de 7 en de 11 jaar oud.

- Matige zwakzinnigheidBij 18% van de personen met verstandelijke beperking komt deze vorm voor. Dit zijn personen met een IQ van 35 tot 50. Zij halen geen hoger mentaal niveau dan van een normaal kind van 7 jaar.

- Ernstige zwakzinnigheid Zij hebben een IQ van 20 tot 35 met minimaal communicatief gedrag, een zwakke motorische ontwikkeling. Dit is 7% van de mensen met een verstandelijke handicap.

- Diepe zwakzinnigheid Komt slechts voor in 1% van de gevallen bij personen met verstandelijke beperking. Ze hebben een IQ van minder dan 20. Personen die hieraan lijden, hebben behoefte aan een structuur in omgeving, stimuleren van zintuigen en toezicht.

Slechts in uitzonderlijke gevallen is er minimale spraak.

Personen met een verstandelijke beperking zijn meestal met hun beperking geboren. Wanneer er een persoon met een gemiddeld IQ beperkt is geworden op vlak van intellectueel vermogen (door een niet-aangeboren hersenletsel bv.: na een verkeersongeluk, door alcohol- of middelenmisbruik), getest is geweest en daarbij een IQ van 60 haalt, dan

Page 2: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

heeft die persoon geen licht verstandelijke handicap maar functioneert deze persoon op het niveau van iemand met een licht verstandelijke handicap. Het gaat dan om een niet-aangeboren hersenletsel.

Zelfstandigheid

In de praktijk is het van belang om te kijken in hoeverre iemand zichzelf kan redden om zo te kunnen bepalen of iemand ambulante of 24-uurs begeleiding nodig heeft en of hij zelfstandig of in een woongroep (= samenwonen in groep van personen met verstandelijke beperking onder begeleiding) kan blijven.

Deze groep wordt ingedeeld afhankelijk van de beperking en graad van zelfstandigheid.

Hierbij wordt gekeken naar de niveaus van Activiteiten van het Dagelijkse Leven (ADL: persoonlijke verzorging), sociale vaardigheden en emotionele vaardigheden.

Sociale vaardigheden

Personen met een verstandelijke handicap kunnen moeilijkheden hebben bij het toepassen van passende sociale vaardigheden. Zo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze moeten reageren of zich aan te passen.

Enkele tips:

- Maak duidelijke afspraken van wat kan en niet kan, om ongepast gedrag te voorkomen.

- Geef concrete voorbeelden om ongepast gedrag uit te leggen.- Pak ongepast gedrag dadelijk aan, laat geen tijd tussen ongepast

gedrag en reactie.- Geef positieve feedback.- Evalueer.

Bijkomende ziektebeelden en problematieken

Page 3: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

De ziekte van Bourneville (Jas)

Dit is “een erfelijke aandoening die gekenmerkt wordt door goedaardige tumoren (geen kankergezwellen) die zich vanaf – of soms zelfs voor - de geboorte in bepaalde organen en weefsels (huid, hersenen, nieren, hart, longen en ogen) kunnen ontwikkelen en epilepsie, mentale achterstand, huidletsels en nierproblemen kunnen veroorzaken.”

Hieronder zal epilepsie verder besproken worden.

Epilepsie

Algemeen

Epilepsie is een neurologische aandoening met herhaaldelijke aanvallen.

Het is een soort van tijdelijke storing bij het overdragen van elektrische prikkels in de hersenen. Die prikkels gaan van cel naar cel waardoor de hersencellen info krijgen via neurotransmitters en elektrische prikkels.Bij een verstoring is er een kortsluiting wat tot een aanval leidt. Zo’n aanval kan een grote invloed hebben op het bewustzijn, lichaamsfuncties, spieren en zintuigen. Men kan vallen, schokkende bewegingen maken,…

Ik ga 2 soorten aanvallen bespreken.

Partiële aanval

Is een verstoring in bepaalde delen van de hersenen waarbij men het bewustzijn niet verliest en de persoon het zich achteraf nog herinnert.

Gegeneraliseerde aanval

Is een verstoring verspreid over de hersenen waarbij men het bewustzijn verliest en zich achteraf niets meer herinnert. Bijv. : Absence en tonisch-clonische aanvallen

a. Absence Tijdens een absence staart de persoon 3 tot 30 sec voor zich uit, en hervat de bezigheden daarna weer alsof er niets is gebeurd. Soms zijn er subtiele

Page 4: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

bewegingen of schokjes. Er zijn geen of minimale motorische verschijnselen. Men valt niet en er gebeuren zelden ongelukken bij de aanval, omdat de spierspanning niet verandert en de balans niet verstoord raakt.

b. Tonisch- clonische aanvallen De tonisch- clonische aanvallen bestaan uit een aantal fasen die ik hieronder ga bespreken.

1. Tonische faseDe tonisch-clonische aanval begint met een tonische fase. Deze eerste fase duurt ongeveer een halve minuut. Door een massale ontlading van de hersencellen worden alle spieren in het lichaam aangespannen waardoor het hele lichaam verstijft. Door samentrekking van de borstspieren wordt de lucht uit de longen naar buiten geperst (dit kan een soort schreeuw veroorzaken. De schreeuw is dus geen uiting van schrik of pijn, want op dat moment is de persoon al bewusteloos en voelt dus niets).

Tijdens de verkramping van de borstkas en omdat tegelijkertijd veel energie verbruikt wordt door de massale spierspanning, is de ademhaling verstoord en kunnen mensen blauw aanlopen.

Omdat slikken tijdelijk niet mogelijk is, hoopt speeksel zich op in de keel. Door het plotseling aanspannen van de kaakspieren kan de tong of wang beklemd raken tussen de tanden. Deze 'tongbeet' veroorzaakt een verwonding aan de tong of wang, waardoor bloed uit de mond kan lopen. De hartslag is in het begin soms even wat onregelmatig, daarna sneller dan normaal.

2. Clonische faseDe 2e fase duurt meestal een halve minuut. De ontladingen in de hersenen roepen een verdedigingsmechanisme op, waardoor het lichaam gedurende korte tijd verslapt, gevolgd door het opnieuw spannen van de spieren. Dit afwisselend verslappen en aanspannen veroorzaakt schokken in armen, benen en gezicht. In de clonische fase (schokfase) komt de ademhaling weer op gang. Het opgehoopte speeksel (soms vermengd met wat bloed) wordt als schuim naar buiten geblazen.

3. VerslappingsfaseDe 3e fase varieert in duur van één tot enkele minuten, soms ook langer. Geleidelijk verdwijnen de schokken en nemen de perioden van verslapping

Page 5: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

toe totdat het hele lichaam ontspannen is. De huid is vaak bleek en de ademhaling is diep en rochelend. Soms is er sprake van urineverlies of overgeven. Het einde van de aanval kan gepaard gaan met een diepe zucht.

4. Na de aanval: herstelfaseWanneer de schokken ophouden, is de aanval voorbij maar blijft de persoon nog even buiten bewustzijn door de uitputting van de hersenen. Wanneer mensen bijkomen, zijn ze meestal verward en weten ze niet wat er gebeurd is of waar ze zijn. Daarbij hebben ze vaak hoofdpijn. De meeste mensen willen na een aanval slapen. Soms gaat de toestand van bewusteloosheid direct over in slaap. In de periode daarna kunnen mensen last hebben van spierpijn.

c. Myoclonieën Bij myoclonische aanvallen trekken spieren in armen en/of benen zich vrij plotseling samen waardoor schokjes optreden. Soms gaat het om één schokje, soms om een hele serie. Een enkele keer doet het hele lichaam mee. De schokjes zijn zo kort dat het bewustzijn niet wordt verstoord. Als de spierschokjes hevig zijn, kan iemand vallen. Een myoclonische aanval duurt kort en men herstelt zich snel.

Oorzaken

De oorzaak van epilepsie is meestal niet duidelijk. Vaak treedt dit op bij een hersenbeschadiging, hersenziekte/ door genen.

Epilepsie treedt meestal voor het 20e levensjaar op, het kan ook op latere leeftijd. Sommige soorten komen voor op jongere leeftijd en verdwijnen naarmate het ouder worden.

Andere mogelijke oorzaken:

Erfelijkheid.

Page 6: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Tekort aan zuurstof in de hersenen voor of tijdens de geboorte, na hersenletsel (ongeval).

Soms vindt men een afwijking in de structuur (de bouw) van het hersenweefsel zelf, maar ook van het weefsel dat de hersencellen steunt (steunweefsel) of voedt (bloedvaten).

Epilepsie kan ontstaan als gevolg van stofwisselingsstoornissen in de hersencellen, een stofwisselingsziekte of een ontsteking van het hersenweefsel.

Infecties, zoals hersenvliesontsteking, of een hersenabces.

Vaataandoeningen, zoals een herseninfarct of een hersenbloeding.

Chronisch overmatig alcohol- en drugsgebruik

In enkele gevallen is een goed- of kwaadaardige hersentumor

Giftige stoffen, het gebruik van bepaalde medicijnen.

Littekenweefsel, ontstaan als gevolg van een (vroeger) doorgemaakte hersenaandoening (zoals een infectie, een hersenabces, zuurstoftekort, hersenletsel of na een tumoroperatie).

Factoren die aanvallen kunnen veroorzaken/ verhogen

Overmatig alcoholgebruik

Bepaalde vormen van drugs

Slaaptekort

De periode voor of na spanningen/emoties/stress

De periode voor en tijdens de menstruatie (hormonale veranderingen)

Lichtflitsen (bij 3-5% van de mensen met epilepsie)

Temperatuurswisseling zoals bij koorts

Het niet innemen van de medicatie.

Het is dus van groot belang te noteren wanneer er een aanval optreedt, in welke mate,…

Page 7: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Hoe kan men helpen?

Bij partiële aanvallen: Blijf bij persoon tot aanval voorbij is. Stel persoon gerust

Naar praktijk: Bij Yas kan je ook niet veel doen, ze heeft wel eensoort magneet die je kan gebruiken door tegen haar borst (magneet implantaat) te leggen zodat de aanval sneller verdwijnt.

Bij tonisch- clonische aanvallen:Het is dan belangrijk ruimte te maken in de omgeving om te voorkomen dat de persoon zich bezeert.

Maak strakke kledij los

Blijf kalm en erbij tot aanval voorbij is en de persoon ontspant. Indien de aanval langer dan 5min duurt, bel een arts).

Geef geen water en leg de persoon in zij-lig.

1. Het ketogeendieet . Een veel voorkomend dieet bij mensen met epilepsieaanvallen, is het ketogeendieet.

Het ketogeen dieet is een dieet met veel vetten. Het is voordelig voor personen met epilepsie. Het kan epilepsie niet voorkomen maar het wordt gebruikt als alternatief voor de anti-epilepsie medicatie.

Het ketogeen dieet wordt ook gebruikt om af te vallen. Het is één van de koolhydraatarme diëten die de laatste jaren in populariteit is gestegen. Dit dieet wordt gebruik op stage voor epilepsieaanvallen te bestrijden, niet om af te vallen.

Dit dieet is ook extremer dan het koolhydraatarm dieet. De (weinige) koolhydraten die men mag opnemen moet men dan voornamelijk uit groenten halen. Eiwitten worden ook vermeden (kleine hoeveelheden). Het belangrijkste bestanddeel in dit dieet is (verzadigde) vetten. Deze vindt men vooral in boter.

Hoe minder calorieën, hoe sneller je vet verbrandt.

Voorbeeld dagmenu:

Page 8: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

- Ontbijt: 3 schijfjes bacon met 2 roereieren gebakken in flink wat boter.

- Lunch: Tonijn in roomkaas op een bedje van slablaadjes.

- Avondeten: Kippensoep met wat groente en een kop pure room.

Dit lijkt me wel nog makkelijk vol te houden dieet denk ik dan. maar er zijn echter ook nadelen aan verbonden.

A. Nadelen: Druk op de lever en de nieren

Nier- en galstenen zijn een veel voorkomende bijwerking

Weinig variatie qua gerechten

Vermoeidheid (tijdens de eerste 2 weken)

Toename van Cholesterol en triglyceriden

Gebrek aan vitaminen en mineralen

Elimineert gezonde koolhydraten

Gebrek aan vezels constipatie

B. Wat is ketose? Eiwitten worden in ons lichaam als bouwstenen gebruikt en hebben niet de hoofdfunctie om energie uit te halen. Daarvoor zorgen de koolhydraten (voorkeur!) en vetten ( spek, eieren, noten, vet vlees) die we uit onze voeding opnemen. Koolhydraten (in brood, rijst, pasta, producten met suiker) worden normaal afgebroken in glucose die in de bloedbaan terechtkomt en zo naar de cellen gaat (hersencellen, spiercellen). Wanneer we onvoldoende of een minimum aan koolhydraten opnemen kan ons lichaam de koolhydraten niet omzetten naar glucose en is er geen energie voor de basisfuncties en andere. Hierdoor kan het lichaam niets anders dan de vetten te gaan gebruiken om energie uit te halen. Wanneer je lichaam de vetten gaat gebruiken voor energie vraagt het meer moeite. Deze vetten worden afgebroken in de lever waardoor er ketonen in bloed terechtkomen en als brandstof gebruikt worden. Je lichaam maakt ketoselichaampjes aan die de koolhydraten zullen vervangen. Je hersenen

Page 9: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

kunnen dus bij afwezigheid van koolhydraten alleen deze ketoselichaampjes gebruiken als energie.

Wanneer men vetten gaat gebruiken om energie te krijgen dan zegt men dat die persoon in ketose is.

C. Hoe kan men dit testen? Via de urine met een ketostix. Als het strookje verandert van kleur dan is de persoon in ketose. Hoe donkerder de kleur, hoe meer ketonen.men kan dit ook testen via bloed of adem (ruikt naar aceton)

D. Naar praktijk gericht Elke woensdag, als we Yas ‘s avonds in bed leggen, moeten we dit testen. Als het een lichte keur heeft dan wordt er naar haar eten gekeken en wordt het aangepast. Als het donker is wordt er niet direct iets aangepast. Het wordt steeds opgeschreven en bijgehouden.

Diabetes (hypo)

Algemeen

Diabetes of suikerziekte is een chronische ziekte waarbij het suikergehalte in het bloed te hoog is.

Normaal zorgt de alvleesklier of pancreas voor de productie van insuline. Dankzij dit hormoon kunnen de lichaamscellen suiker opnemen uit het bloed. Als de alvleesklier geen of onvoldoende insuline aanmaakt, stapelt suiker zich op in het bloed en spreken we van diabetes.

Met een gezonde en aangepaste levensstijl enerzijds en de steun van de omgeving en zorgverleners anderzijds kunnen diabetespatiënten een leven leiden zoals ieder ander. De behandeling en de opvolging van de ziekte, alsook de inspanningen om complicaties te voorkomen, vragen evenwel voortdurend de nodige aandacht.

Naar praktijk:

Erw en Mon worden 3x per dag gecontroleerd. Als ze zich niet goed voelen wordt er nog een extra keer gecontroleerd. Er wordt op toegezien dat ze suikervrije voeding krijgen.

Page 10: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Hechtingsproblematiek

Algemeen

Ainsworth onderscheidt 4 verschillende soorten gehechtheid.

Type A: Onveilig-vermijdend gehecht. Als kind heeft men de gehechtheid geminimaliseerd, omdat zij ervaren hebben dat de ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.

Bij liefdesrelaties heeft de persoon mogelijk moeite met affectie en het tonen van liefde, en reageert men vaak afstandelijk of soms zelfs boos wanneer de partner toenadering zoekt.

In spannende situaties zal men vaak stress ondervinden zonder uiterlijk opmerkbaar.

Type B: Veilig gehecht. Bij deze is er een goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Als kind durft men nieuwe taken aan te gaan, ze zijn angstig wanneer de ouder uit het zicht is en bij terugkomst zoekt men toenadering, waarna ze weer verder durven te exploreren. De opvoeders zijn hierbij sensitief, coöperatief en toegankelijk.

Type C: Onveilig-afwerend gehecht. Hierbij zoekt het kind juist heel veel toenadering bij de opvoeder en is weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. Bij afwezigheid van de opvoeder ontstaat er angst en wanneer de opvoeder terugkeert treedt er vaak boosheid en verontwaardiging op. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Op latere leeftijd zie je vaak dat personen met een angstige hechtingsstijl claimerig gedrag vertonen, en bang zijn om door hun partner verlaten te worden. Ze stellen zich afhankelijk op en kunnen erg emotioneel reageren. Dit gedrag komt voort uit een diepgaand verlangen naar liefde dat zij in de kindertijd nooit hebben ervaren.

Type D: Gedesorganiseerd gehecht. Bij deze kinderen is sprake van gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Er wordt enerzijds

Page 11: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

naar toenadering bij de opvoeder gezocht, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst meebrengt. De omgang met de ouder is vaak onvoorspelbaar geweest terwijl ook vaak sprake is van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.

(vb.: mishandeling, armoede, incest, drug en alcohol gebruik.). Het kind heeft geen vertrouwen en gaat afstand nemen.

In de volwassenheid zie je vaak dat deze personen moeite hebben om alleen te zijn, hun partner niet vertrouwen of snel jaloers worden. Ze zijn constant alert bij het vertrouwen van hun partner. Soms wordt er in de toekomstige partner een herhaling gezocht voor de relatie die de persoon met de ouder had. Zo voelen zij zich eerder aangetrokken tot een partner die zelf ook alcoholist is of een opvliegend karakter heeft.

Het contact tussen opvoeder en kind.

Belangrijk voor de relatie tussen opvoeder en kind is de manier waarop het contact verloopt. Is de opvoeder in staat om rekening te houden met de gevoelens van het kind? Is er voldoende sensitiviteit (gevoeligheid) en responsiviteit (vermogen om te reageren)?

Een hechtingsproblematiek ontstaat vaak als er sprake is van verwaarlozing of mishandeling waardoor het vertrouwen van het kind wordt geschonden. Wanneer er echter veel verschillende opvoeders zijn kan het kind meer moeite hebben met het aangaan van een veilige hechtingsrelatie. Ook prematuur of als men als kind een verstandelijke of lichamelijk beperking zoals autisme heeft, kan er een probleem ontstaan op vlak van hechting.

Waar men ook rekening mee dient te houden is hoe de opvoeder zelf als kind geleerd heeft om gehechtheidsrelaties aan te gaan. Dit bepaalt ook de manier waarop men de gehechtheidsrelatie zal aangaan met het kind.Hierdoor ziet men vaak een vicieuze cirkel optreden wat wordt overgedragen van de ene generatie naar de andere.

Ook gezins- en leefomstandigheden spelen een rol bij hechtingsrelaties.Er kunnen bijvb. relatieproblemen, financiële problemen of een gebrek aan enige regelmaat en structuur zijn in het gezin. (Vaak gezinnen uit lagere sociaal-economische klasse (Van IJzendoorn, 2008)).

Page 12: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Gehechtheidstheorie van Bowlby

Hechting en gehechtheid worden in deze theorie beschreven.

Voor een veilige hechting is het van belang dat de opvoeder gevoelig is voor de signalen die het kind aangeeft (bijvb.:troosten bij huilen) en daarbij steun en structuur biedt.

De gehechtheid van een persoon weerspiegelt in feite de opvoedingsgeschiedenis die de persoon als kind met zijn opvoeder heeft gehad (Van IJzendoorn 2008).

Bij veilig gehechte kinderen laat het gedrag zien of zij rekening houden met het feit dat de opvoeder hun signalen zal opmerken en er direct en adequaat op zal reageren. Als ze er geen rekening mee houden zijn ze onveilig gehecht.

Psychosomatische klachten

Wat?

Het is een combinatie van een lichamelijke kwetsbaarheid, die versterkt wordt door psychologische factoren.

Psyche = geest

Soma = lichaam.

Psychosomatische klachten zijn een gevolg van psychologische invloeden, die de lichamelijke kwetsbaarheid versterken (stress) en vervolgens tot symptomen en klachten van pijn kunnen leiden.

Vandaag de dag is men ervan overtuigd dat lichamelijke pijn psychologische problemen kan veroorzaken en versterken zoals depressie of angst.

Bij Psychosomatische klachten hoor je vaak dat er geen zuivere lichamelijke oorzaak kan gevonden worden voor de lichamelijke pijn die men ervaart en gaat men op zoek naar een ‘second opinion’ en hoopt zo een oorzaak te vinden voor die pijn. Ook bij die ‘second opinion’ krijgt men vaak te horen dat de artsen geen duidelijk antwoord of oorzaak hebben. In dat geval kan er sprake zijn van psychosomatische klachten.

Page 13: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Men bevestigt wel dat de pijn zeker niet ingebeeld is. Er kan veel pijn optreden.

Oorzaken

Emoties en stress hebben een grote invloed op je lichaam en kunnen ook psychosomatische klachten versterken. Ruzies of conflicten kunnen aan de basis liggen van de psychosomatische klachten. Als men een lange tijd verveeld zit met iets of piekert, kan het zijn dat bepaalde psychologische systemen overbelast worden. Omgaan met moeilijke situaties op een gezonde manier (niet piekeren) is hierbij aan te raden.

Andere risicofactoren: familiale problemen, verliezen van een dierbare, hoge werkdruk.

Symptomen

Spierpijn, rugklachten, buikpijn, oververmoeidheid.

Personen met een verstandelijke beperking

a. Ouder worden

Bij het proces van ouder worden zijn sommigen niet meer / minder in staat om in de maatschappij voor zichzelf te zorgen. Daarom hebben ze daarbij soms ondersteuning en begeleiding nodig. Maar wat is nu juist de beste hulp?

Mensen willen vaak gezond en zelfstandig blijven tijdens het ouder worden en willen leuke dingen in het leven doen. Ze zouden het erg vinden als ze mentaal achteruit zouden gaan, zelf niet meer kunnen beslissen en vinden het moeilijk vanaf het moment dat ze hulp nodig hebben of hulp moeten vragen. Nu is er ook al meer participatie van de cliënt toegelaten dan vroeger. Men beslist niet meer voor maar met de cliënt.

Men streeft naar ‘kwaliteit van bestaan’. Bv: basale wensen en behoeften van de persoon realiseren. (eten, drinken, een dak boven het hoofd veiligheid). Er wordt ook belang gehecht aan sociale interacties en de kwaliteit van omgang met anderen en omgeving. Is er wederzijds contact, respect? Zijn er onderlinge conflicten?Verschillende interpretaties zijn mogelijk en maken het bestaan ook kwaliteitsvol en uniek.

Page 14: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

De cliënten hebben meer inspraak, nemen niet alles meer aan voor waar en durven zelf ook beslissingen te nemen.

Het zorgaanbod wordt afgestemd op de zorgvragen van de cliënten (indien men weet heeft van de zorgvraag). Hierdoor wordt er door de zorgverleners meer uitleg aangeboden en is er ook kans op onderhandelen.

Ouder worden is een proces waar bij je verschillende stadia (nl.: baby, peuter, kleuter, lagerschool, adolescentie en jongvolwassenheid, het levensmidden, late volwassenheid en ouderdom) met bijhorende taken doorloopt. Wanneer men naar een volgende fase gaat neemt men afscheid van het vertrouwde en komen er nieuwe ‘spannende’ dingen in de plaats. De stap naar fase ‘ouderdom’ wordt negatief bekeken (ziektes, sterven). Het grootste deel van je leven is voorbij en jij kijkt vaak terug naar vroeger.

Tijdens ouder worden treden er wel wat veranderingen op. Soms kunnen deze wat meer aangrijpend zijn dan andere (iemand verliezen van je dichte omgeving/ eigen zelfstandigheid : hulp nodig bij het wassen, lopen). Deze gebeurtenissen kunnen een invloed hebben op de kwaliteit van bestaan waarbij fysieke welbevinden, zelfbepaling, relaties, en maatschappelijke positie in het gedrang komen.

De kwaliteit van bestaan kan weer verhoogd worden door d.m.v. de veerkracht waarover de persoon beschikt en de steun van anderen (professionele hulp of van ervaringsdeskundigen).

b. Praktijk gericht:

G is een vrouw waarbij er gehoorverlies is. Zij draagt hoorapparaten. Hier is er sprake van verlies op lichamelijk vlak nl.: gehoor. Ze heeft het soms nog moeilijk om iemand te begrijpen of als ze zelf iets wil vertellen dan roept ze. Doordat ze moeilijker gesprekken kan volgen en soms roept, kan het verminderen van sociaal contact daarvan een gevolg worden.

Ouder wordende personen komen in aanraking met vooroordelen.

Zo heb ik eens een verhaal gehoord dat een cliënt (iets oudere vrouw) stond te wachten op de tram. Ze zat samen met haar zus op het bankje van de halte. Toen kwam er plots een jongeman voorbij en begon tegen hen dat ze het recht niet hadden om op dat bakje te zitten en dat ze toch gratis rijden met de tram (terwijl ze niet meer gratis meer rijden met openbaar vervoer)… fysiek begon hij ook agressief te worden en heeft toen de bril van een mevrouw op de tramsporen gegooid.

Page 15: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Ze worden vaak in hokjes (ouderwets en versleten) onderverdeeld. Er werd gekeken naar wat hen onderscheidde van de mensen zonder beperking.

Vaak wordt er van de maatschappij uitgegaan dat oudere personen niet meer openstaan voor nieuwe dingen of geen interesses meer hebben. Ik weet wel beter. Er zijn nog voldoende ouderen die het tegendeel bewijzen.

Door de verschillende vooroordelen kan de kwaliteit van bestaan van een oudere cliënt in gedrang komen. Dit probeert men te vermijden door de oudere persoon centraal te stellen en uit te gaan van de behoeften en mogelijkheden van die personen.

Door de sterk verbeterde zorg, voeding en hygiëne zijn er steeds meer personen met een verstandelijke beperking die een hoge leeftijd behalen.

Uit een bron ( boek: ‘Begeleiding van oudere cliënten met een verstandelijke handicap’, auteur: Marjan Bleeksma) heb ik gelezen dat men spreekt over een oudere cliënt met een verstandelijke beperking vanaf dat :

- Men lichamelijke ouderdom vertoont (grijs haar, rimpels, verminderde conditie)

- Tempo en kwaliteit van zelfredzaamheid daalt- Persoon heeft meer behoefte aan rustigere levenswijze

Persoonsbeschrijving

Mon:

Mon is een vrouw met een matige verstandelijke beperking.Mon is een persoon die nood heeft aan constante begeleiding en structuur.Ze heeft een inlevingsproblematiek (aantrekken en afstoten van personen).

Ze is ook hypochondrisch (heeft last van kwaaltjes / problemen).

Mon heeft Diabetes (schommelt) waarvoor ze 3 x per dag insuline krijgt+ suikervrij eet.

Mon is het 7e kind uit een gezin met 9 kinderen. Haar vader overleed in 1958 toen ze 2 jaar was. Haar moeder is later hertrouwd en krijgt nog 1 kind. Wanneer haar mama sterft is ze 33 jaar.

Page 16: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Mon heeft Buitengewoon Lager Onderwijs gevolgd en zat tussen 5 en 19 jaar in een semi-internaat.

Ze heeft nog 5 broers en 3 zussen waarvan ze enkel met 1 broer nog contact heeft (mail, telefoon, bezoek).

In 1955 heeft Mon samengewoond met vriend met mentale problemen (na 3 jaar was de relatie voorbij).

Mon had toen Psychomotorische klachten en werd opgenomen in psychiatrie. Nadien is ze beschut gaan wonen en werd ze in een zeer streng pleeggezin opgenomen. Ze verliet het gezin in 2003.

Door fout gelopen relaties is haar vertrouwen weg en voelt zij zich achtergelaten, gebruikt.

Bij nieuwe situaties en naar kinderen of nieuwe mensen toe is Mon sociaal.

Ze test personen op hun betrouwbaarheid.

Ze wil niets weg doen uit verleden.

Ze helpt graag en is ook zorgend. Kleine werkjes doet ze, babbelt veel, krijgt graag mannelijke aandacht.

Mon heeft een vriend die soms op bezoek komt en slapen dan wel op aparte kamers (zijn moeder wou dat).

Bij lichamelijke klachten raden we haar aan om de dokter eens te laten kijken, onderzoeken.

Mon tekent, schildert graag. Ze doet graag creatieve dingen is bezig met boeken lezen, brieven/ kaartjes/ gedichten maken en schrijven. Ze krijgt graag cadeaus en brieven/ kaartjes.

Nic :

Nic is een vrouw met een diep mentale beperking, autisme, epilepsie, gedragsproblemen. Ze heeft een verstandelijke leeftijd van 6 tot 18 maanden en een taalleeftijd van 2 jaar 5 maanden.

Ze is geboren in 1980 met beperking en functioneert op sensorisch niveau (aanrakingen, geur, geluid).

Wanneer ze haar zin niet krijgt, krijgt ze het moeilijk en wil ze toch haar zin (soms door beginnen met krijsen en op de grond te gaan liggen).

Page 17: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Ze is enkel geconcentreerd op voorwaarde dat er interesse is (fixatie), maar dit is vaak van korte duur.

Nic heeft geen tijdsbesef maar weet wel wanneer het vrijdag is.

Lichamelijk: ze heeft een kromming van de bovenrug en een holle rug onderaan. Haar rechterbeen is korter.

Nic heeft geen besef van uiterlijke verzorging.

Ze krijgt de Prikpil= handig voor het zwemmen en geeft haar structuur. Ze wil elke week gaan zwemmen.

Nic heeft geen dieptezicht en heeft gevoelige darmen.

Grove motoriek is ok. Ze verplaatst zich te voet of met rolstoel (bij grote afstanden).

Bij haar fijne motoriek doet ze weinig met haar linkerhand.

Nic draagt steunzolen (platvoeten) en orthopedische schoenen.

Wanneer ze neerligt zal ze vaak in zij-lig met opgetrokken knieën gaan liggen. Nic knuffelt graag, krijgt graag massage (hot stone, voeten en handen).

Als Nic het geluid ‘Piep’ maakt is ze gelukkig. Hierop hetzelfde reageren maakt haar blij.

Nic kan eenvoudige dingen associëren en begrijpt eenvoudige taal .

Verzorging: Nic draagt Pampers (overdag en s nachts). Ze draagt ook een smeerpak.

Nic eet apart waardoor ze minder prikkels krijgt. Daarbij eet ze zelfstandig en rustig. Ze houdt van Mc Donalds!!

Het eten van Nic wordt voorgesneden en ze eet op plastic bord (gooien).

Ze gaat naar bed rond 19.00hr. en staat op om 10.00hr.

Ze heeft een 1 op 1 begeleiding nodig.

Emotioneel: Nic heeft wisselende buien: knuffelen, lachen en moeilijke momenten (bv.: Bij overgangen is ze onrustig (stoppen met…,aankleden,…)

Wisselmomenten gebeuren 1x dag.

Page 18: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Als het in de groep voor Nic te druk wordt, wordt ze apart opgevangen.Soms is time-out / holding ook een oplossing voor haar om de rust terug te vinden.

Als Nic meegaat naar het Spinneke (snoezelruimte) is er een ruimte waar ze over hindernissen kan kruipen. Dit is goed voor beweging.

Voor belevingstheater (individueel en zelfs aangeven van tempo) is ze wel te vinden. Opletten dat het niet te snel gaat.

Nic is een persoon die niet gevoelig is aan straffen of belonen, ze maakt ook geen verband tussen de gevolgen en gebeurtenissen.

Yas:

Yas is 23 jaar. Zij heeft de ziekte van Bourvillle , autisme, degeneratieve vorm van epilepsie (na 15m). Ze heeft pigmentloze vlekken.

Yas heeft een ernstige mentale beperking, een IQ van 38 en een verstandelijke leeftijd van 4j 6mnd.

Ze knuffelt en lacht graag.

Yas heeft 6 jaar in het Veer gezeten, in het lager onderwijs volgde ze in St-Jozef te Antwerpen.

In 2015 is ze naar de Klaproos gekomen.

Soms heeft Yas afwezige momenten en durft ze prutsen aan haar lip door de stress.

Soms is ze boos (gooit met dingen).

Ze gebruikt een picto-boekje voor het dagverloop (geeft haar rust).

Tactiel: maisdoos.

Yas heeft graag vlechten in haar haar, laat graag haar nagels lakken en kan genieten van een massage.

Yas doet een middagdutje van 2 a 3 uur en gaat ‘s avonds om 20.00hr. slapen met pamper. Slaapt op haar rug of op haar zij met bedsponden omhoog. Haar nachtlamp blijft altijd aan.

Wanneer ze zich verplaatst draagt ze steeds een helm en draagt steunkousen.

Yas volgt een Ketogeen dieet (zie hierboven voor de uitleg).

Page 19: celinedepauw04.files.wordpress.com file · Web viewZo kunnen er problemen ontstaan: ze voelen zich onbegrepen en geraken zo soms geïsoleerd. In situaties weten ze soms niet hoe ze

Snoezelzwemmen doet ze graag (spetteren, rustig drijven en lawaai maken). Zelfstandig fietsen doet ze niet, wel met de duofiets.

Ze heeft fijne motoriek (eten, knippen, scheuren, kleuren, huishoudelijke taken zoals aardappelen schillen, raspen, kloppen, roeren en bakken.) Zelf wortelen dunschillen kan ze, maar ze mag dan niet vergeten de wortel regelmatig om te draaien.

Ogen en oren zijn ok.

Communiceert meer dan je denkt, (zowel woorden als zinnen). Gebruikt SMOG voor sommige woorden.

Voorlezen voor het slapen gaan heeft ze graag, kan zelf niet lezen of schrijven enkel eigen naam in drukletters + schrijft oefenblaadjes.

Zelfredzaamheid: douchen met 2 begeleiders (in geval van aanval)Verwenbad.

Naar wc met 2 vindt ze gezellig. Helpen met tandenpoetsen. Op tijd wisselen van kant.

Haar eten wordt voorgesneden. Ze krijgt geen rijst !!!!

Indien Yas vroeger wakker is, wordt het picto “slapen’’ getoond. Dan gaat ze terug slapen.

Ze is graag bij mensen en op stap, belt ook graag (echt of fantasie).

Yas heeft 1 jongere zus & één oudere = familie !!! Blij met bezoek. Geen contact met biologische vader.

Ze weet wat ze wil en wat niet.

Seksualiteit : ze kent het verschil tussen geslacht. Kent lichaamsdelen

Is een ambiance-maakster.

Kan een bal gooien en opvangen, oog-hand coördinatie is goed. Kan zelf een glas nemen en drinken.

Heeft vrij lange concentratie (indien ze iets leuk vindt) en herkent kleuren, personen op foto’s, kan een tekening hetzelfde inkleuren.

Yas is een sociaal persoon en is eerder passief (geen automatische deelnemer).