elisekleinbaltink.weebly.comelisekleinbaltink.weebly.com/uploads/1/2/8/1/12811713/..…  · Web...

20
Elise klein Baltink VR4B 16 juni 2014

Transcript of elisekleinbaltink.weebly.comelisekleinbaltink.weebly.com/uploads/1/2/8/1/12811713/..…  · Web...

Elise klein Baltink VR4B 16 juni 2014

PROFILERINGSDEEL

Curriculum vitae 3

Startvragen 4

Filmpje ‘Flipping the classroom’ 7

POP startende leerkracht 8

2

Curriculum vitae

3

Startvragen

1. Wat voor een soort leerling was je in de periode van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs?

Ik ben altijd wel een redelijk stille/rustige leerling geweest: ik kon altijd wel goed meekomen, maar had geen behoefte om heel erg op de voorgrond te treden en altijd aan het woord te zijn. Op de basisschool was ik heel erg stil en ook vooral verlegen. Naarmate ik ouder werd, veranderde dit wel een beetje. Ik werd steeds minder verlegen en kreeg steeds meer vertrouwen in mezelf, maar ik ben altijd een rustige leerling gebleven. Ik heb altijd veel vriendjes en vriendinnetjes gehad, ik kon eigenlijk altijd wel met iedereen overweg en zij met mij. Bij de vakken waar ik goed in was/ben, trad ik altijd wel wat meer op de voorgrond. Ik denk dat dit zo was, omdat ik mij daar dan iets zekerder bij voelde. Wel heb ik het altijd leuk gevonden om spreekbeurten te geven en om een (grote) rol te krijgen bij bijvoorbeeld een musical. Ik heb het nooit eng gevonden om voor de klas te staan/te spreken.

2. Hoe werd ik als leerling en student:o Uitgedaagd tot leren binnen de school?o Geboeid door bepaalde vakken in het bijzonder?o Geïnspireerd door jouw ideale leerkracht of docent?

Ik heb school altijd heel erg leuk gevonden, meteen vanaf de basisschool al vond ik het heerlijk om naar school te gaan. Dit komt, omdat ik veel vriendjes en vriendinnetjes had en het dus heel gezellig had op school, maar ook hoegenaamd elke leerkracht die ik gehad heb (op de basisschool) was een erg fijne leraar of lerares. Vooral de twee mannelijke leerkrachten zijn mij bij gebleven, omdat zij altijd erg grappig waren en de lessen boeiend wisten te brengen. Ze betrokken iedereen altijd overal bij en gaven je een fijn gevoel in de klas. Mijn basisschool wasaltijd heel creatief bezig, van Pasen tot kinderboekweek. Altijd als er zoiets als een feestdag was, werd er iets georganiseerd met of door de leerlingen. Tekenen en knutselen heb ik altijd het leukst gevonden, dus hier genoot ik dan ook echt van! Ik denk dat mijn fijne basisschooltijd toch wel een hele grote rol heeft gespeeld in mijn keuze voor de pabo.

3. Welke rol had je als klas- of jaargenoot:o Tijdens en na schooltijd?

Tijdens schooltijd was ik, op de momenten dat het nodig was, heel druk aan het werk en ik lette altijd goed op. Ik was op de basisschool altijd een hardwerkende leerling. In de pauzes en na schooltijd was ik altijd superdruk met spelen met vriendinnetjes.

4. Welke ervaring heb je als professional in vrijwilligerswerk en/of betaald werk?

Ik heb veel verschillend werk gehad. Het eerste wat ik deed (en nog steeds doe) is oppassen. Die omgang met de kinderen heeft ook een rol gespeeld in het feit dat ik nu voor de pabo gekozen heb. Op de middelbare school moesten we een stage lopen, en dit heb ik gedaan binnen de school. Dit heette het CAIC (Cultureel Avondprogramma Isendoorn College). Hier werden allerlei dingen gedaan ’s avonds, van films kijken tot een muziekavond waarbij de leerlingen zingen/een instrument bespelen. Hier moest ik de kaartjes verkopen, en het drinken/eten regelen voor de leerlingen. Ik zat toen in het 4e jaar en de leerlingen op die avonden waren allemaal leerlingen van de 1e/2e. Ik merkte dat ik het heel erg leuk vond om dit allemaal goed te organiseren en alles goed in orde te hebben.

4

Momenteel geef ik bijles en werk ik bij een organisatie voor huiswerkbegeleiding, in Hengelo. Ik werk hier met leerlingen van groep 8 tot en met 6 VWO en geef ondersteuning in veel verschillende vakken, zoals wiskunde, begrijpend lezen, Frans, Engels, Duits, Nederlands, Economie en de zaak- en kunstvakken.

5. Wie ben ik?o Wat zou je doen als er geen financiële noodzaak meer was om te werken?

Als ik financieel goed rond zou kunnen komen zonder dat ik er voor hoef te werken, zou ik nog werken. In de 8 stages die ik nu gelopen heb, merk ik dat ik het heerlijk vind om voor de klas te staan en ik kan niet wachten tot ik straks dagelijks voor de klas sta. Ik denk dat er genoeg dingen zullen komen die misschien lastig of zwaar voor me zijn/worden. Maar dit zou me er niet van weerhouden om te gaan werken, ook al is het niet nodig. Het is niet zomaar werk voor mij, het is een beroep dat ik bewust heb gekozen om later uit te gaan voeren, en dit ga ik dus met liefde doen.

6. Aankomend leerkracht:o Hoe schat ik mijn talenten in en waar ben ik goed in?o Hoe motiveer ik mijn keuze voor een studie aan de PABO?o Hoe ziet voor mij een ideale leerkracht eruit? M.a.w.: welke kennis, vaardigheden

en houding laat hij/zij zien?o Welke kennis, vaardigheden en houding van jouw ideale leerkracht bezit je al en

wat ga jedoen om die kennis, vaardigheden en houding verder te ontwikkelen?

o Welke kenmerken hebben een goede school en goed onderwijs volgens jou?

Ik denk dat ik vooral pedagogisch heel erg sterk ben. Ik vind het ook het belangrijkst dat er in de klas een veilige sfeer is/gecreëerd wordt. In mijn ogen is dit toch wel de basis voor een goede leeromgeving. De vakken die ik zelf het beste kan overbrengen zijn de creatieve vakken (handvaardigheid, tekenen) en natuur, omdat dit vakken zijn die mij erg aanspreken. Ik denk dat ik verder vaardigheid genoeg bezit om de rest van de, natuurlijk ook heel erg belangrijke vakken ook goed over te brengen. Dit is soms wel wat lastiger. Als ik een les moet geven over bijvoorbeeld aardrijkskunde, een vak dat mij niet echt ligt, dan ontwerp ik een les waarbij vooral de leerlingen heel erg actief zijn of waarbij ze onderzoeken moeten doen. Zo is het een erg leuke, leerzame les geworden voor de leerlingen. Bij de vakken die ik zelf erg leuk vind, kan ik zelf misschien iets meer aan het woord zijn, omdat ik hier veel over weet en dan ook inspirerend vertel. Ik heb in het eerste 1,5 jaar op het Iselinge geleerd dat het juist niet erg is, als de kinderen zelf actief bezig zijn. Onderzoekend leren wordt gestimuleerd en is een belangrijk onderdeel op de basisschool. Mijn liefde ligt nog steeds bij de creatieve vakken en het vak natuur. Maar ik ben erachter gekomen dat ik erg flexibel ben en ik vaardigheden en kennis genoeg heb om de andere vakken ook goed over te brengen. Inmiddels heb ik mij, door alle uitgevoerde onderzoeken op het Iselinge, in vele vakken verdiept, onder andere Engels en begrijpend lezen. Ook door workshops op studiedagen, die ik bijwoonde op mijn stage en verzorgd werden door OinO adviesbureau, heb ik bijvoorbeeld veel geleerd over de didactiek achter het vak rekenen. Mijn kennis is uitgebreid en ik ben zelfverzekerder geworden.

Mijn keuze voor de PABO kan ik niet goed op papier zetten. Het is iets waarvan ik merk dat het mij van binnen gewoon heel erg trekt. Op mijn stagedagen ben ik het meest blij als ik de kans krijg om de klas alleen te draaien en zelf alles te organiseren en uit te voeren. Ik vind het heerlijk

5

om met kinderen om te gaan en ze de kennis bij te brengen die ik al heb. Het is heel mooi om de groei van kennis en persoonlijkheid vanaf groep 1 tot aan het eind van groep 8 te zien.

Mijn ideale leerkracht is een leerkracht die zelf erg open is en dit stimuleert bij de leerlingen. Verder moet hij/zij de leerlingen kunnen motiveren en hier elke les mee bezig zijn. Zoals ik al benoemde, vind ik het heel erg belangrijk dat er een veilige sfeer is in de klas. Als deze er is, dan is het voor de leerlingen denk ik ook makkelijker om zich te concentreren en zelfvertrouwen te ontwikkelen, waardoor ze meer betrokken zijn bij de lessen. Actieve, onderzoekende lessen geven vind ik ook erg belangrijk. Je moet als leerkracht nooit alleen maar zelf aan het woord zijn en de leerlingen maar gewoon de antwoorden van de opdrachten laten opschrijven in hun schrift. Stimuleer ze om zelf na te denken en een mening te vormen. Ik heb het afgelopen 1,5 jaar veel te horen gekregen dat ik een rust-uitstralende juf ben. Ik vind dit erg fijn om te horen en ik denk dat dit ook een belangrijke kwaliteit is. Ik ben ook daadwerkelijk rustig. Hieronder moet je verstaan dat ik wat ik wil doen en wil behalen met de kinderen goed op een rijtje heb, ik ben flexibel en blijf in spontane of onverwachte situaties georganiseerd. Ik verhef niet mijn stem, maar maak andere afspraken met de leerlingen waardoor ze weten wanneer ze even stil moeten zijn en moeten luisteren naar mij of een medeleerling. Doordat ik zelf niet chaotisch ben en mijn stem niet verhef, doen de leerlingen dit ook minder heb ik gemerkt. Natuurlijk zullen er altijd uitzonderingen zijn, leerlingen die dit niet doen of niet meteen luisteren, maar ik denk dat dat niet erg is. Elke leerling moet zichzelf kunnen zijn en heeft meer tijd nodig om te wennen aan hoe een leerkracht te werk gaat. Ik zal met deze leerlingen in gesprek gaan, om te bespreken wat de gewenste situatie is en hoe wij deze samen kunnen behalen. Op mijn laatste stagedag van mijn pabo-carrière, kreeg ik een vriendschapsboekje waarin al mijn leerlingen iets hadden geschreven. Een van de vragen in het boekje was “wat ga je missen aan juf Elise?”. Hierbij antwoorden alle leerlingen dat ze mijn leuke grapjes, gekke hoofden, en geintjes gingen missen. Op dit moment realiseerde ik mij dat ik humor bij een leerkracht één van de belangrijkste aspecten vind en dit mag en ga ik nooit vergeten.

Verder vind ik het erg belangrijk dat een school een school is met adaptief onderwijs. Er zijn zo ongelooflijk veel verschillende soorten leerlingen. Niet alleen qua niveau maar ook qua persoonlijkheid en gedrag. Ik denk daarom dat het erg belangrijk is dat je als school niet simpelweg een standaard kiest die de leerlingen maar moeten behalen en zo niet, dan blijven ze maar een jaar zitten. Niet iedereen gaat na de basisschool naar bijvoorbeeld het VWO. Hier moet in de lessen en met de methodes ook rekening mee gehouden worden. Natuurlijk moet je in elke groep een bepaald niveau hebben, je moet toch bepaalde kennis mee krijgen voor later, maar dit kan soms niet met maar één rekenmethode in de klas behaald worden.Aan het eind van mijn laatste stage ben ik terug gaan blikken op al mijn stages. Het is mij opgevallen dat veel leerkrachten al 20 jaar hetzelfde doen en het lastig vinden om veranderingen aan te gaan. Ook hoor ik erg veel dat ze het te druk hebben en nergens tijd voor hebben. Ik heb mijzelf voorgenomen dat ik dit wil voorkomen en ik wil altijd blijven leren en mee blijven gaan in onderwijsvernieuwingen als Flipping the classroom, het inzetten van nieuwe media en het werken met het directe instructiemodel. Daarom wil ik het proberen om vol te houden dat ik elk jaar minstens twee pops formuleer voor mijzelf. Ook wil ik zoveel mogelijk observeren bij collega’s en zij bij mij laten observeren om elkaar van feedback te voorzien en van elkaar te kunnen blijven leren, zodat het geven van top-onderwijs iets is waar we gezamenlijk aan blijven werken.

6

Flipping the classroom

https://www.youtube.com/watch?v=iTHyyKxjrDk

7

POP startende leerkracht

Beginsituatie (terugblik: Omschrijf de situatie die aanleiding geeft tot het een of meer formuleren van nieuwe leerdoelen.

Het einde van de pabo is in zicht en als startende leerkrachtwil ik nieuwe leerdoelen formuleren om in mijn toekomstigebaan aan te werken.

Persoonlijke leerdoelen Wat wil je bereiken, formuleer je doelen naar aanleiding van je beginsituatie of leervragen.

1. Leerstof op verschillende manieren uitleggen en het denkproces bij de leerlingen activeren.

2. Zorgen voor een veilig leerklimaat.3. Leerlingen op effectieve wijze de lessen laten afsluiten door middel van reflecteren.

Natuurlijk ben ik hier de afgelopen vier jaar ook mee bezig geweest, maar waarschijnlijk zal ik de komende jaren veel invallen op veel verschillende scholen. Daardoor kom ik in aanraking met vele methodes en veel verschillende leerlingen en wil ik deze informatie beter tot mijn beschikking hebben.

IJkpunten Omschrijf hoe de situatie eruit ziet als je doel bereikt is.

1. Het doel is behaald, zodra ik goed in beeld heb voor elk vak hoe je op drie niveaus kunt uitleggen.

2. Het doel is behaald, zodra ik goed in beeld heb welke vaardigheden een invaller nodig heeft, wil het de klas snel een veilig en vertrouwd gevoel geven. Welke werkvormen kun je hierbij goed inzetten, hoe kun je de dag goed beginnen etc.

3. Het doel is behaald, wanneer leerlingen door hebben wat reflecteren is, op welke wijze je dit doet en zij dit zelfstandig gaan toepassen.

Aanpak Wat ga ik doen? Hoe kom ik aan de juiste informatie? Hoeveel tijd heb ik nodig?

1. Ik ga onderzoeken voor alle vakken op welke niveaus je de stof kunt aanbieden. Hiervoor ga ik literatuur raadplegen en bekijk ik verschillende methodes. Ik ga hier 10 weken aan besteden.

2. Ik ga in de literatuur onderzoeken, en door praktijkervaring op te doen, hoe je snel een veilig klimaat kunt creëren in de klas, zodat je als invaller een optimaal leerklimaat kunt realiseren voor de leerlingen. Ik ga hier het komende schooljaar aan werken.

3. Ik ga oefenen met leerlingen hoe zij kunnen reflecteren en dit tijdens zoveel mogelijk momenten toepassen in de praktijk. Ik leg ze uit wat het is en hoe je dit doet. Ik ga hier het komende schooljaar aan werken.

8

REFLECTIEDEEL

Cruciaal moment in de stage: ui-model 9

LIO-stage: de 8 competenties 12

9

Reflectie ui-model: cruciaal moment in de stage

Een cruciaal moment voor mij in mijn afgelopen stageperiode, was het moment in begin februari dat het team te horen kreeg dat uit het inspectierapport bleek dat het een zwakke school is. Iedereen, inclusief ik, was geschokt en verdrietig. Meteen is in een teamvergadering besproken hoe er nu gewerkt moet worden en welke veranderingen ons allemaal te wachten staan.Er werd besloten dat de directeur niet de juiste persoon was om dit veranderende proces mee in te gaan en er kwam na een korte tijd een interim-directeur vanuit OinO adviesbureau.

Ook ik word betrokken bij het proces dat bestaat uit vele studiedagen, workshops, vergaderingen en observaties. Het is een intensieve tijd voor ons allemaal en ik doe mijn best om in dit hele proces zo betrokken mogelijk te participeren. In de tussentijd probeer ik mijn afstudeer- en actieonderzoek zoveel mogelijk te koppelen aan alle kijkwijzers en informatie die wij ontvangen op de studiedagen. Uiteindelijk sluit het mooi op elkaar aan. Ik word geobserveerd, heb gesprekken met de interim-directrice en met de nieuwe IB’er. Ik laat in vergaderingen en studiedagen mijn mening hoor en vertel over hoe mijn onderzoeken hier mooi bij aansluiten. Samen met het team, vooral met mijn mentrix, bespreek ik wat we kunnen veranderen en ik ga aan het werk met het aanpassen van het klaslokaal, de klassenmap en het aanbieden van structuur in de klas.

Alle veranderingen waar de school zo druk mee is, zijn punten waar op het Iselinge in de afgelopen jaren al veel aandacht aan besteed is. Zo ben ik al bekend met het directe instructiemodel, wat voor de andere leerkrachten heel nieuw is. Ik kan hier mee werken en pas dit al zoveel mogelijk toe in mijn lessen. Het is mooi dat ik hierbij vooral mijn mentrix kan ondersteunen. Ook kan ik hierbij goed de competenties van het samenwerken met collega’s toepassen. Ik leer veel van hen en probeer zo goed mogelijk hulpvragen te beantwoorden. In het begin vond ik dit lastig, maar naarmate ik meer doorhad, mede dankzij de interim-directrice, dat ik wel nuttige informatie had, ging ik dit meer delen met het team.

Ik geloofde er vanaf het eerste moment in dat de school hier veel beter uit gaat komen. Het zal hard werken worden in een korte periode, zodat het volgende schooljaar zo fris mogelijk gestart kan worden. Ik ben er zeker van dat het team nu een beter beeld heeft van het geven van effectieve instructie, door alle studiedagen die zijn georganiseerd. In het begin baalde ik dat al deze veranderingen op het moment dat ik daar stage liep gebeurden. Het liep niet soepel met mijn onderzoeken, omdat hier geen aandacht aan besteed werd en dan kwam dit er ook nog bij. Dit gevoel was al snel over en ik ging het als een positief proces zien. Ik ben ervan overtuigd dat ik een enorme ervaring rijker ben, die niet alle stagiaires zomaar meemaken en waarbij zij ook betrokken worden als een volwaardig teamlid.

Belangrijk voor mij in deze situatie was, dat ik wilde leren hoe je als team met zo’n vervelend nieuws omgaat. Ik heb er nooit bij stil gestaan wat er komt kijken bij een slecht inspectierapport. Natuurlijk weet je dat het mogelijk is, maar het is interessant en leerzaam om mee te maken wat er gebeurt. Mede vanuit dit proces is het voor mij steeds duidelijker geworden dat ik het zo belangrijk vind om constant te blijven leren, jezelf te blijven verdiepen, op onderzoek uitgaan en niet ‘stil te staan’. Ik wil blijven kijken naar mijn werken en dit blijven aanpassen. Ik heb geleerd in dit proces dat ik rustig blijf en een goed overzicht kan houden in wat er aan de hand is. Ik heb een schema ingevuld dat hierbij past. Hieruit blijkt dat mijn uitdagingen initiatiefrijk en flexibel zijn. Ik probeer dit al zoveel mogelijk toe te passen en dit zijn punten die ook zeker bij mij passen. Het is mooi om dit in een schema terug te zien. Mijn valkuilen zijn: afwachtend en star. Vooral afwachtend kan ik heel erg zijn, in star herken ik mij niet.

10

Reflectie 8 competenties bij LIO-stage

Interpersoonlijk competent

In mijn stage ben ik altijd bewust aan het werk gegaan met de sociaal-

Allergie Uitdaging

ValkuilKernkwaliteit

Allergie Uitdaging

ValkuilKernkwaliteit

Rust(ig)Afwachtend

OpdringerigInitiatiefrijk

Ordenend Star

Wispelturig Flexibel

11

emotionele kant en het klassenklimaat. De competentie “een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om” sluit hier goed bij aan. Ik heb wekelijks sociaal-emotionele lessen gegeven en heb “kanjer van de week” geïntroduceerd in de groep. Ook heb ik altijd gestimuleerd dat leerlingen eerst zelfstandig problemen en vragen oplossen, vervolgens dit met andere leerlingen bespreken en hier overleg over hebben en daarna kunnen zij bij mij komen. Dit bevordert de zelfstandigheid en het samenwerken van de leerlingen. Tijdens mijn actieonderzoek ben ik bezig geweest met werkhoudingproblemen. Deze leerlingen botsen niet alleen met zichzelf, omdat ze het werk niet afkrijgen maar dit wel graag willen, maar vaak ook met andere leerlingen of stimuleren elkaar juist in het ‘niet doorwerken’. Ik ben bewust naar de groepjes gaan kijken, heb hier gesprekken over gehad met deze leerlingen, maar ook klassikaal en heb de groepjes verkleind en aangepast (van 5 a 6, naar 3 a 4). In de literatuur heb ik gevonden dat dit effectiever is (OinO adviesbureau, 2014). Dit heeft ook direct geholpen bij de botsingen. Alle leerlingen konden beter aan het werk, en beter aan het werk blijven, en hielpen elkaar in plaats van elkaar af te leiden.

Pedagogisch competentDit sluit mooi aan bij de interpersoonlijke competentie, waarbij ik bewust aan het werk ben gegaan met het klassenklimaat. Tijdens mijn actieonderzoek ben ik erachter gekomen dat het heel erg belangrijk is hoe de klas ingericht is. Ik ben aan de hand van een verkregen kijkwijzer aan het werk gegaan met het verbouwen van de klas: de groepjes verkleinen, zorgen voor voldoende materiaal, kasten verplaatsen/verwijderen en niet functionele posters e.d. verwijderen en het ophangen van informatieposters waarop structuren zijn aangegeven: de structuur van een les (wat weten we al, uitleg, evalueren etc.), het gebruik van het wasblokje en een poster met regels voor het geluidsniveau in de klas. Bij het directe instructiemodel, wat ik heb verkregen uit de literatuur (OinO adviesbureau, 2014), staat het bewust worden van processen in de groep centraal. Alle aanpassingen die ik heb doorgevoerd, heb ik dan ook uitgebreid besproken met de leerlingen, zowel voor- als achteraf. Wat betreft de competentie: de fysieke, morele en sociaal-emotionele ontwikkeling van alle leerlingen in de groep bevorderen en daarbij gebruik maken van actuele concepten ten aanzien van de ontwikkeling van leerlingen, ben ik aan het werk gegaan met de sociaal-emotionele ontwikkeling, zoals al beschreven bij de interpersoonlijke competentie. Tijdens deze sociaal-emotionele lessen komen ook morele aspecten aan de orde: ik bespreek met de leerlingen wat wel en niet mag en waarom dat wel en niet mag. Bewust heb ik ze aan het denken gezet, dat ze elke keer moeten nadenken: “kan dit wat ik doe?”. Wanneer er een ruzie was voorgevallen stelde ik ook altijd deze vraag in het gesprek daarna. Ik denk dat ik hierdoor ook wel heb bijgedragen als rolmodel en het bevorderen van de identiteitsvorming, maar vind dit lastig om concreet te zeggen, omdat ik dat niet heel bewust heb terug gezien bij de leerlingen.

Vakinhoudelijk en didactisch competentIk draaide de klas alleen en ben dus ook bewust aan het werk gegaan met handelingsplannen, en het invoeren van toetsgegevens. Dit was prettig, want hierdoor had ik meteen een heel goed beeld waar welke leerling behoefte aan had. Zo kon ik bijvoorbeeld elke keer goed beslissen of een 1ster leerling bij rekenen al toe was aan het 2ster niveau. Dit heb ik natuurlijk wel altijd in overleg met mijn mentrix doorgevoerd.

Organisatorisch competentMet de eerste competentie: balans vinden tussen werk- en privétijd en als professional een adequaat timemanagement voeren, heb ik de meeste moeite gehad tijdens mijn stage. Ik werd gezien als volwaardig collega en dat is natuurlijk heel prettig, maar qua werkdruk is dat lastiger, aangezien ik niet een collega was, maar een student die met drie onderzoeken bezig was. Daarnaast werk ik ook nog en kon ik hierdoor niet altijd aanwezig zijn bij de teamvergaderingen. Overal waar ik wel aanwezig kon zijn, zoals alle studiedagen, ouderavonden en 10minutengesprekken, ben ik ook aanwezig geweest. Ik werd er erg op aan gekeken dat ik er niet altijd was,. Al gaven de collega’s aan dat ze begrepen dat dit niet altijd kon vanwege mijn

12

werk en onderzoeken, toch voelde het niet alsof ze dit begrepen. Het werd continu herhaald. Hier heb ik wel moeite mee gehad, vooral omdat zij het mij qua onderzoeken erg moeilijk hebben gemaakt voor mijn gevoel. Niemand werkte mee en hierdoor heb ik geen enkele deadline behaald. Ik heb hier gesprekken over gehad met mijn mentrix, mijn stagebegeleider en op het eind ook met de interim-directrice. Hierin heb ik aangegeven dat ik begreep dat zij graag wilden dat ik overal bij was en dat ik dit ook prettig vond. Ik wil graag zelf ook overal bij zijn, maar dat lukte nou eenmaal niet. Ook heb ik gezegd dat ik me een beetje ‘aangevallen’ voelde en niet een verkeerde indruk wilde achterlaten. Dit begrepen ze en ze hebben ook aangegeven dat dit niet op deze manier bedoeld werd, maar dat ze gewoon graag ook mijn input hadden gehad tijdens de momenten dat ik niet aanwezig was. Dit vooral, omdat ik eigenlijk de leerkracht was van de groep, en mijn mentrix met alleen maar andere taken bezig was. Ik ben blij dat ik het uiteindelijk heb benoemd en hier gesprekken over heb gevoerd. Ik kijk liever de kat uit de boom en houd mij wat op de achtergrond: ‘het komt vanzelf wel goed’. Ik heb hier dus zeker geleerd dat ik de gesprekken aan moet gaan.

Qua organisatie in de klas verloopt alles goed. Ik ben geordend van mijzelf en bereid altijd alles goed voor.

Competent in samenwerken met collega’sIk heb dit jaar nog meer dan anders contact gehad met de collega’s. Ik werd meteen opgenomen in de ‘familie’ en voelde me als één van hen. Dit was erg prettig, want ik heb zeker wel eens anders meegemaakt. Mede hierdoor, maar ook door mijn onderzoeken heb ik veel overleg gehad met de collega’s. Ik heb observaties en interviews gehouden, maar ben ook betrokken bij hulpvragen. Tijdens studiedagen durfde ik ook mijn mening te laten horen en kwam ik met ideeën. Mijn ideeën kwamen ook vaak naar voren dit jaar door middel van de gegevens en aanbevelingen vanuit mijn onderzoeken. Ik heb het wel jammer gevonden dat niet iedereen even veel moeite en tijd nam om vragenlijsten van mij, voor de onderzoeken, te beantwoorden. Hierdoor heb ik bij een aantal vragenlijsten maar 2 reacties, wat jammer is voor het onderzoek. Ik heb dit aangegeven in een teamvergadering en werd begrepen. De vragenlijst die zij daarna hebben gekregen, is dan ook door iedereen ingevuld. Ik was blij dat ze het ook echt oppakten en er wat mee deden.

Competent in het samenwerken met de omgevingIk heb een heel goed contact gehad met de ouders dit jaar. Ik heb de 10minutengesprekken alleen gevoerd en had dagelijks gesprekjes met de ouders over de leerlingen. Elke ochtend kwamen bijna alle ouders nog even in de klas tijdens de inloop (10 minuten). Hierdoor had ik ook vaak contact met hen. Ook heb ik regelmatig via de e-mail ouders op de hoogte gehouden. Tijdens een ouderavond, die georganiseerd was in verband met alle veranderingen op de school, heb ik ook ouders geïnformeerd over wat wij in de klas deden met deze veranderingen en hoe het er de komende tijd eruit zou zien. Ik vond het erg prettig dat de ouders mij als leerkracht zagen en dat zij met vragen of problemen altijd naar mij toe kwamen. Hierdoor werd ik zelfverzekerder en voelde ik mij nog meer de leerkracht van de groep. Het was prettig om mijn kennis over de groep, de leerlingen en de school te kunnen delen. Ook heb ik verschillende groepsbesprekingen gehad met de IB’er en met de ambulant begeleider van een leerling uit mijn groep.

Competent in reflectie, ontwikkeling en ontmoetingIk denk dat ik goed kan formuleren wat mijn kwaliteiten en ontwikkelingspunten zijn. Twee daarvan heb ik in het schema hiervoor ook aangetoond. Tijdens een studiedag op stage hebben wij ook zo’n schema ingevuld en hier neem ik dan ook aan deel. Af en toe vind ik het wel lastig om mijn mening te geven. Wanneer hier naar gevraagd wordt, of wanneer we hier bewust mee bezig zijn tijdens een studiedag bijvoorbeeld, dan doe ik het wel. Wanneer een aantal leerkrachten in gesprek is over een vraag, vind ik het lastiger om mij te ‘mengen’ in het gesprek. Ik heb er dan vaak wel ideeën en een mening over, maar voel mij dan nog teveel ‘stagiaire’ en

13

even niet belangrijk genoeg op dat moment. Ik ben hier al wel in gegroeid en geef steeds meer iets aan, maar dit is zeker een punt waarin ik nog kan groeien. Ik denk dat dit ook wel anders is, nadat ik mijn diploma heb. Dan ben ik voor mijn gevoel pas echt gelijkwaardig. Omdat mijn mentrix niet bij mij in de klas was, besprak ik extra veel met haar, wanneer ik haar zag na school. Zij gaf aan dat ik goed kan reflecteren over wat er gebeurd is in de klas en met gerichte ideeën kom over hoe ik het de volgende keer kan aanpakken. Of gaf ze aan dat het fijn is dat ik dit meteen toepas en laat zien.

Competent in onderzoekIk ben deze stage met drie onderzoeken, mijn minor, actieonderzoek en afstudeeronderzoek, bezig geweest, allemaal gerelateerd aan de stageschool. Ik heb hier veel van geleerd qua inhoud, maar ook zeker hoe ik onderzoeken moet aanpakken en hoe ik structuur aanbreng. Ik merk vaak dat ik het lastig vind om een bepaalde afstand te nemen, en hierdoor zinsopbouw en spelling vaak kan verbeteren. Dit blijft een leerpunt voor mij. Ik moet mij realiseren dat ik het zo formuleer dat iedereen het begrijpt en niet alleen maar iemand die heel veel van het onderwerp afweet. Ook moet ik elke keer mijn zakelijke stijl in gedachten houden.

14