· Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

35
Nota van Beantwoording Op de zienswijzen op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 Provincie Zuid-Holland Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 1

Transcript of   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

Page 1:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

Nota van Beantwoording

Op de zienswijzen op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017

Provincie Zuid-Holland

Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zuid-HollandOp 24 mei 2016

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 1

Page 2:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 2

Page 3:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

Aanleiding Op 1 januari 2010 is het Subsidiestelsel voor Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) in werking getreden ter vervanging van provinciale subsidieregelingen Natuurbeheer (PSN) en Agrarisch Natuurbeheer (PSAN). Voor de uitvoering van deze subsidieregelingen stellen Gedeputeerde Staten een Natuurbeheerplan op, dat jaarlijks wordt herzien. Het Natuurbeheerplan vormt het toetsingskader voor de toekenning van subsidie voor beheer, functiewijziging en inrichting. Het Ontwerp-Natuurbeheerplan heeft zes weken ter visie gelegen.

Er zijn in totaal 23 zienswijzen ingediend. Daarnaast zijn enkele technische wijzigingen doorgevoerd; deze betreffen kleine aanpassingen die in het Ontwerp-Natuurbeheerplan niet of foutief zijn verwerkt.

Procedure terinzageleggingHet Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 heeft van 14 januari tot 26 februari jl. ter inzage gelegen. Het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 heeft gedurende de periode van de terinzagelegging op de website gestaan van de provincie Zuid-Holland. Het Ontwerp-Natuurgebiedsplan kon in die periode tevens worden ingezien op het provinciehuis van Zuid-Holland in Den Haag.

Communicatie ter inzage leggingVoor de terinzagelegging van het natuurbeheerplan is een kennisgeving opgesteld en is een advertentie geplaatst in de lokale kranten. De indieners van een zienswijze ontvangen na vaststelling van het Natuurbeheerplan een brief met deze Nota van Beantwoording zienswijzen, waarin is aangegeven hoe hun zienswijze is behandeld.

Overzicht zienswijzen1. Gemeente Westvoorne2. W. Kramer3. ASR Levensverzekering NV4. Collectief Krimpenerwaard5. Matthijs Tak6. Vereniging tegen milieubederf7. G.L. Huet8. Stichting De Kleine Duintjes9. Stichting Beheer Landschapselementen Reeuwijks Plassengebied, Stichting Natuurherstel Kerfwetering

Stichting Aqua et Natura,Stichting Natuurbeheer Reeuwijk

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 3

Page 4:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

Stichting VEEN10. Dhr. Van Kleef11. Dhr. Van der Voorn12. Dhr. J. Wansinck13. Siem Bodegraven14. Watersportvereniging Noord Zuid Nieuwkoop15. Vrienden van het Overbosch16. Agrarisch collectief Midden-Delfland17. Coöperatie De Groene Klaver18. Collectief Alblasserwaard Vijfheerenlanden19. Coöperatie Collectief Hoekse Waard20. Collectief Agrarische Natuurvereniging Hollandse Venen21. Hoeve Zorgvliet22. Natuurmonumenten23. Vereniging Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer Rijn & Gouwe Wiericke

Aanvrager Samenvatting Beantwoording Conclusie

1 Gemeente Westvoorne

1. Verzocht wordt om aanpassing van de ambitiekaart van het Natuurbeheerplan 2017 voor het perceel Westvoorne, B 1482 naar nog om te vormen landbouwgrond.

2. Mocht dit niet mogelijk zijn dan wordt verzocht om dit perceel om te zetten/om te ruilen met 3 nabijgelegen percelen waaraan in de ambitiekaart wel deze bestemming is gegeven (Westvoorne B 1098, B 1481 en B339

3. Gevraagd wordt waarom het perceel Westvoorne B 1489 als Kruiden- en faunarijk grasland is benoemd op zowel de beheer- als de ambitiekaart van het natuurbeheerplan 2017, hoewel hier vooralsnog geen invulling

1. Het perceel Westvoorne B1482 maakt geen onderdeel uit van het NNN en zal derhalve niet op de ambitiekaart worden opgenomen.

2. Dit betreft een wijziging van het NNN. De begrenzing van het NNN maakt geen onderdeel uit van de besluitvorming van het Natuurbeheerplan 2017.

3. Op perceel Westvoorne B1489 vindt particulier natuurbeheer plaats. Derhalve wordt invulling gegeven aan de instandhouding van het natuurbeheertype Kruiden- en faunarijk grasland.

1. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

2. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

3. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 4

Page 5:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

aan zal worden gegeven.2 W. Kramer Geconstateerd wordt dat op de

beheertypenkaart van het natuurbeheerplan 2017 een groot deel van het natuurpakket 7422 (kruiden- en faunarijk grasland) niet is ingekleurd. Het betreft het perceel Gouderak C 1190. Dit is eerder aangekaart en betreft tevens een aanvraag voor subsidie gedateerd 23 december 2014

Terecht wordt opgemerkt dat er een invulling met een natuurbeheertype ontbreekt. Het deel van het perceel Gouderak C 1190 dat binnen de NNN ligt, zal worden voorzien van het natuurbeheertype N12.02 (code 7422) Kruiden- en funarijk grasland

Het Natuurbeheerplan zal hierop worden aangepast.

3 ASR Levensverzekering NV

Slechts een deel van de percelen Heinenoord sectie Heinenoord H 769 en H 765 is begrensd en ingetekend met een beheertype. Verzoek is om in het gehele aangegeven gebied een zelfde beheertype toe te kennen

De bedoelde aanvullende percelen behoren niet tot het NNN en hebben daar ook nooit toe behoord. Het is dan niet logisch deze alsnog in het Natuurbeheerplan te begrenzen.

Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

4 Collectief Krimpenerwaard

Geconstateerd wordt dat de beheertypenkaart niet overeen komt met de doelstelling zoals beschreven in het Natuurbeheerplan 2017 en de volgend op het beheerplan 2016 opengestelde beheerstrategie. Verzocht wordt dit te corrigeren. Het betreft de volgende leefgebieden:

1. Beneden Haastrecht, Laag Bilwijk2. Stolwijk, Beijersche Noord en Achterbroek3. Stolwijk, Benedenkerk en Koolwijk4. Berkenwoude en Ouderkerk a/d IJssel5. Bergambacht Oost, Bovenberg Zuid6. Bergambacht Lekdijk en Lekkerkerk Oost7. Lekkerkerk West en Krimpen a/d Lek8. Nieuwerkerk a/d IJssel9. Moordrecht

1. De voorgestelde uitbreiding ligt binnen de begrenzing van het NNN. Hier is geen begrenzing van het leefgebied mogelijk.

2. De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

3. De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

4. De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

5. De provincie kan zich niet vinden in uitbreiding van het leefgebied, aangezien er geen overtuigende ecologische onderbouwing is

6. De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

1. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

2. Het Natuurbeheerplan zal hierop worden aangepast.

3. Het Natuurbeheerplan zal hierop worden aangepast.

4. Het Natuurbeheerplan zal hierop worden aangepast.

5. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

6. Het Natuurbeheerplan zal hierop worden aangepast..

7. Het Natuurbeheerplan zal hierop worden aangepast.

8. Het Natuurbeheerplan zal hierop gedeeltelijk worden aangepast.

9. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

10.Deze zienswijze leidt niet

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 5

Page 6:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

7. De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

8. De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied ten noorden van Lekkerker. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt. Voor wat betreft het gebied ten westen van Lekkerkerk: hier verwacht de provincie een te geringe bijdrage aan het leefgebied voor weidevogels.

9. De provincie kan zich niet vinden in het voorstel; geen overtuigende ecologische onderbouwing waarmee de provincie een te geringe bijdrage aan het leefgebied voor weidevogels verwacht.

10.De provincie kan zich niet vinden in uitbreiding van het leefgebied, hier verwacht de provincie een te geringe bijdrage aan het leefgebied voor weidevogels..

tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

5 Matthijs Tak De Hoogstamboomgaard nabij de Zuidzijdsedijk 31-39 te Nieuw Beijerland ontbreekt op de kaarten van het natuurbeheerplan 2017

De betreffende Hoogstamboomgaard isniet gelegen binnen het NNN en komt derhalve niet aanmerking voor opname in hetNatuurbeheerplan

Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

6 Vereniging tegen milieubederf (VTM)

De Vereniging tegen Milieubederf merkt het volgende op:

1. De rol van agrarische ondernemer is cruciaal, verbreding van de bedrijfsvoering dient te worden gestimuleerd. Ook deze ondernemers dienen geïnformeerd te worden en toegang te krijgen tot de subsidies voor ecologische diensten, evenals de grote terreinbeheerders. In de praktijk blijkt dat deze beheerders ontvangen subsidies niet doorberekenen in

1. Alle eigenaren van gronden die aangemerkt zijn in het Natuurbeheerplan en subsidiabel zijn kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Hoe eigenaren van gronden en pachters omgaan met pachtvergoedingen valt buiten de reikwijdte van dit Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017

2. Het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 geeft geen nadere invulling aan de uiteindelijke inrichting van het

1. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

2. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

3. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

4. Deze zienswijze leidt niet

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 6

Page 7:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

aangepaste pacht voor aan pachters.2. Het Buitenland van Rhoon is aandachtsgebied.

In afwachting van de plannenuitwerking van de gebiedscoöperatie stelt de Vereniging zich op het standpunt dat het allereerst aan agrarische ondernemers is om te beslissen over de inpassing van hogere natuurwaarden in hun brede agrarische bedrijfsvoering.

3. De VIM wijst op de allesoverheersende status en hegemonie van NM. Zie Faunabeheerplan.par.6.5 Uitvoeringsplan Natuurmonumenten:

4. Strijdigheid met het Faunabeheerplan ganzen Zuid/Holland 2015 – 2020 wordt geconstateerd.De groen ingetekende gebieden op kaart 4 van het Ontwerp Natuurbeheerplan corresponderen met figuur 1.2, Faunabeheerplan ganzen. Centraal staat de vliegveiligheid van Rotterdam The Hague Airport (RTHA). De VIM dringt aan op het integreren van de kennis van het Faunabeheerplan in het beleid Natuur Netwerken (NNN) aangezien de aanbevelingen, naar aanleiding van de ganzentellingen en afschot en ontmoedigingsmaatregelen, haaks staan op de voorgestelde inrichting van de open graslanden van Midden-Holland. Hier is rijksbeleid en openbare veiligheid leidend.

5. De VTM beoordeelt het natuurbeheerplan 2017 op zich als positief; voor de uitvoeringsagenda worden echter veel hobbels te voorzien. Gebiedspartners zijn of nog niet zo ver of zijn onwillig of organisatorisch en bedrijfsmatig niet in staat zich aan de uitvoeringsverplichting te conformeren.

6. De VTM constateert dat een ambitiekaart open

Buitenland van Rhoon.3. Het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-

Holland 2017 heeft geen betrekking op de rol en positie van terreinbeherende organisaties en particuliere eigenaren c.q. beheerders van natuurterreinen.

4. Kaart 4 geeft het leefgebied open grasland aan. Dit biedt mogelijkheden voor subsidiering van agrarisch natuurbeheer. Van een voorgestelde inrichting is geen sprake.

5. Deze zienswijze betreft een waarschuwing voor de het gebrek uitvoeringsgereedheid van de gebiedspartners. Hier wordt kennis van genomen.

6. Het Natuurbeheerplan Zuid-Holland kent geen ambitiekaart open graslanden

7. De provincie onderschrijft de toegevoegde waarde van educatie, maar constateert dat dit buiten de reikwijdte van het huidige Natuurbeheerplan valt.

8. De provincie poogt bij de vaststelling van de kaarten behorend bij het Natuurbeheerplan zoveel mogelijk aan te sluiten bij lopende (ruimtelijke ontwikkelingen, zonder hierbij de afgesproken natuurambities uit het oog te verliezen.

9. In dit Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 wordt uitsluitend het voornemen tot de vorming van collectieven aangekondigd. Besluitvorming hierover vindt in echter een later stadium plaats bij de vaststelling van de subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer. Hiertegen

10.De provincie herkent zich niet in dit beeld. Eigenaren van perreinen die het natuurbeheerplan betreffen worden

tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

5. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

6. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

7. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

8. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

9. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

10.Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

11.Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

12.Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan.

13. Paragraaf 3.6 eerste zin komt als volgt te luiden: “Overigens betekent een aanduiding op de kaart met een bepaald type nog geen recht op subsidie”.

14.Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

15.Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 7

Page 8:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

graslanden ontbreekt.7. Sinds 1985 ondersteunt de VTM natuur- en

milieu. De VTM stelt daarvanuit die kennis en betrokkenheid voor educatie toe te voegen aan de diensten.

8. De PEHS bestond oorspronkelijk uit peilen richting ecologische corridors. Begrenzing was vaak afhankelijk van gemeentelijke plannen voor stadsuitbreiding en aanleg van bedrijfsterreinen. Ook nieuwe infrastructuur, zoals de N407m de A4MD en de geplande A16 Rotterdam doorsnijden de corridors. Blauwe dooradering, verbinding van gebieden zijn goedbedoelde beleidsvoornemens maar helaas achterhaald door autonome ontwikkelingen.De VTM adviseert daarom in de verdere uitwerking de begrenzing af te stemmen op de ontwikkelingen en deze nader aan te duiden.

9. Tegen de collectiviteit van het aanvragen van subsidies heeft de VTM bedenkingen. Waar de VTM constateert dat zowel Natuurmonumenten als Delfland zich op uitvoeringsniveau niet conformeren aan provinciaal beheersbeleid, stelt de provincie nu dat aanvragen voor natuur- en landschapsbeheer dienen te worden voorbereid met de gebiedspartners/ terreinbeheerders. Afgevraagd wordt of hier geen sprake is van verkapte staatssteun. Agrariërs worden zo afhankelijk gemaakt van willekeur en leemten in agrarische kennis van de TBO 's. De provincie legt de sleutel voor het welslagen van haar beleid nu in handen van een TBO.

10.Inzicht in het aantal terreinen dat NM in bezit/ beheer heeft, maakt duidelijk dat dit voornemen een eenzijdige bevoorrechting is

bovendien jaarlijks in staat gesteld om een zienswijze in te dienen op het Ontwerp-Natuurbeheerplan.

11.Van genoemde organisaties is geen zienswijze ontvangen op het Ontwerp-Natuurbeheerplan

12.In paragraaf 3.5 wordt de in staande systematiek van gebeidsaanvragen door collectieven toegelicht. Van discriminatie van particuliere grondbezitters is geen sprake

13.Hier is sprake van een tekstuele fout; deze zal worden gecorrigeerd

14.Met deze passage wordt verwezen naar inmiddels ingevoerde voorwaarde dat subsidie uitsluitend verleend wordt aan zgn. agrarische collectieven

15.Individuele natuurbeheerders zijn vrij om maatwerk in hun slootschoning toe te passen.

Natuurbeheerplan.

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 8

Page 9:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

van NM. De vraag rijst of de provincie zich op de hoogte heeft gesteld of Natuurmonumenten pachters en grondeigenaren in haar gebied heeft geraadpleegd of dat dit op directieniveau is afgesproken in het lobby circuit?

11.Bijdragen van organisaties als Vockestaert en veelzijdig Boerenland zijn niet of nauwelijks in het ontwerp merkbaar.

12.De provincie conformeert zich in haar natuurbeleid niet aan de hedendaags economische tendens van particulier initiatief en participerend ondernemerschap. Paragraaf 3.5 discrimineert de particuliere grondbezitter.

13.De eerste zin in paragraaf 3.6 Openstellingsbesluit roept vragen op.

14.In paragraaf 4.2.1. Aanvragen voor gebieden buiten NNN is aangegeven dat samenwerkende bedrijven in een gebied beloond worden voor natuur- en landschapsbeheer. Dit wordt gezien als een positieve ontwikkeling maar opgemerkt wordt dat hier sprake is van 'een gebiedspartner' met specifieke kennis. Dit kan uitgelegd worden dat een Natuurbeheersorganisatie een sturende, dwingende hand heeft in het toekennen van de subsidie. De vereniging geeft aan dat dit uitgesloten dient te worden

15.Het gestelde in paragraaf 4.2.2. Aanvragen voor wateropgaven ziet de vereniging als een gunstige ontwikkeling. Te lang is het slootschonen en krozen ecologisch onverantwoord uitgevoerd, Hier blijft maatwerk mogelijk. De VTM stelt de vraag waarom maatwerk niet mogelijk is bij individueel natuur- en landschapsbeheer. De invloed van en anticipatie op klimaatverandering is daarnaast te weinig

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 9

Page 10:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

uitgewerkt.7 Dhr. G.L. Huet 1. Een eendenkooi in de Zuidpolder van Delfgauw

staat niet aangegeven op de kaarten van het natuurbeheerplan hoewel hier wel beheersubsidie voor wordt ontvangen

2. Verzocht wordt om medewerking van de provincie voor bestaande subsidieontvangers met het oog op de oprichting van een collectief

3. Verzocht wordt om nadere informatie over de betekenis van de ambitiekaart behorend bij het Natuurbeheerplan 2017 (waar de eendenkooi wel op is aangegeven).

1. Hier wordt terecht een fout op de kaart in het Natuurbeheerplan geconstateerd

2. de provincie heeft in samenwerking met de Federatie Particulier Grondbezit informatiebijeenkomsten gehouden waarbij het onderwerp collectieven uitgebreid is besproken. De provincie is daarnaast in gesprek met de partners over de consequenties rond de oprichting van collectieven

3. Op de ambitiekaart behorend bij het natuurbeheerplan staan aangegeven de beoogde toekomstige natuurwaarden binnen het werkingsgebied van het natuurbeheerplan vermeld

1. De zienswijze leidt tot aanpassing van het natuurbeheerplan

2. Dezienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

3. Dezienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

8 Stichting De Kleine Duintjes

1. Op pagina 4, paragraaf 1.3 staat vermeld: "Voor het Natuurplan 2017 zijn geen beleidsinhoudelijke veranderingen aan de orde, er zijn alleen waar nodig een aantal wijzigingen in overleg met de beheerders op de kaart aangepast." De stichting meent er van uit te kunnen gaan dat "waar nodig" slaat op aanpassingen die de huidige situatie beter weergeven. Immers wenselijke en mogelijke verbeteringen van de natuurkwaliteit voor de toekomst worden getoond op de ambitiekaart.

2. Op kaart 1 van het Ontwerp-Natuurplan 2017 is te zien dat door de van het aan de westzijde van DKD gelegen terrein, in het Beheerplan Voomes Duin aangeduid als "De Vallei", aanzienlijke wijzigingen zijn aangebracht hoewel deze in tegenspraak zijn met de werkelijkheid. Verzocht wordt om de op bijlage 11 getoonde wijzigingen in de beheertypenkaart ongedaan te maken en de kaart te handhaven, zoals getoond in bijlage 1.

1. In afstemming met beheerders zijn de kaarten van het natuurbeheerplan aangepast als geconstateerd is dat aanduidingen op deze beheerkaarten afweken van de feitelijke situatie. Dit kan alle kaarten behorend bij het Natuurbeheerplan betreffen

2. Het Natuurbeheerplan betreft 2017 en een afwijking t.ov. de huidige situatie kan dan ook niet worden uitgesloten. Als aanpassing van de betreffende kaart in een later stadium alsnog noodzakelijk blijkt zal deze wijziging dan ter besluitvorming worden voorgelegd

3. De provinciale ambitie op genoemd terrein blijft ongewijzigd

4. Een ambtelijk overleg is telefonisch inmiddels toegezegd. De provincie neemt hiertoe het initiatief.

1. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

2. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

3. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

4. Deze zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 10

Page 11:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

3. De Stichting maakt bezwaar tegen de ambitie om grote delen van "De Vallei" te ontbossen en te veranderen in "open duin", een natuurtype dat door natuurlijke successie achterhaald en weinig kansrijk meer is en waarvan de uitvoerbaarheid twijfelachtig is. GS wordt verzocht af te zien van deze ambitie, dan wel de ambitie om open duin in "De Vallei" te behouden of te herstellen te beperken tot de in de aanvullende PAS-maatregel genoemde 1 ha. Hierbij wordt verwezen naar een door de stichting ingediende zienswijze op het Ontwerpbeheerplan Voorens Duin, waarin bezwaar is gemaakt tegen het plan om in "De Vallei", als aanvullende PAS-maatregel, gelden te besteden aan het op geforceerde wijze behouden van 1 ha open duin (habitattype H2130A). Dit bezwaar is op formele gronden afgewezen.

4. De stichting geeft aan zich bewust te zijn van de natuurlijke waarde van de a aaneengesloten binnenduinterrein van circa 20 ha en is van mening dat het niet goed mogelijk is om een verantwoord ambitieplan voor dit gebied op te stellen zonder gezamenlijk overleg met beide eigenaren te voeren. De stichting verzoekt om een dergelijk overleg.

9 Stichting Beheer Landschapselementen Reeuwijks Plassengebied, Stichting Natuurherstel KerfweteringStichting Aqua et Natura,

Middels ingediende zienswijze wordt aanvulling gevraagd op het Ontwerp-Natuurbeheerplan 2017 en in bijbehorende kaarten voor het Reeuwijkse Plassengebied als geheel, of althans veel gerichter, veel meer delen van dit gebied opneemt dan in het ontwerp-beheerplan nu is gedaan. In het verlengde hiervan wordt gevraagd binnen de kaders van het openstellingsbesluit de toegang tot subsidiering voor het Reeuwijkse

In 2010 hebben Provinciale Staten hebben besloten reeds verleende subsidies binnen de SNL te continueren en de SNL dus niet meer open te stellen voor nieuwe aanvragen voor bestaande binnen het NNN gelegen terreinen. In 2014 is met het vaststellen van het programma voor realisatie van nieuwe natuur daarnaast besloten tot openstelling voor nieuwe SNL aanvragen voor nieuwe natuur

De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 11

Page 12:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

Stichting Natuurbeheer ReeuwijkStichting VEEN

Plassengebied en voor de ondertekenende partijen van deze brief, niet op voorhand uit te sluiten op grond van het beginsel dat niet eerder beheersubsidies zijn aangevraagd of verkregen.

welke worden aangelegd door of in opdracht van de provincie Zuid-Holland. Voor nieuwe SNL aanvragen voor bestaande terreinen gelegen binnen het NNN ontbreekt het derhalve aan financiële middelen. Aan uw verzoek om uitbreiding van de kaarten van het Natuurbeheerplan 2017 met de door u genoemde gebieden in het Reeuwijks Plassengebied kunnen daarom biet voldoen.

10 Dhr. Van Kleef Dhr. Van Kleef geeft aan dat het raadplegen van de op de website van de provincie geplaatste kaarten van het natuurbeheerplan op detailniveau en vooral op de verschillende gronden rustende natuurwaarden lastig isEen wijziging t.o.v. het natuurbeheerplan 2016 van beheertypen wordt geconstateerd. Verzocht wordt om:

1. het perceel Nieuwkoop sectie B, nummers 1093, 2933, 2741 alsnog het beheertype veenmosrietland en moerasheide (N06.01) toe te kennen.

2. Het perceel Nieuwkoop, sectie B, nummer 3110 het beheertype gemaaid rietland (N05.02) toe te kennen

De provincie onderschrijft deze zienswijze en corrigeert het Natuurbeheerplan conform de voorgestelde wijziging

De zienswijze leidt tot aanpassing van het natuurbeheerplan:

1. het perceel Nieuwkoop sectie B, nummers 1093, 2933, 2741 word het beheertype veenmosrietland en moerasheide (N06.01) toegekend

2. Het perceel Nieuwkoop, sectie B, nummer 3110 wordt het beheertype gemaaid rietland (N05.02toegekend

11 Dhr. Van der Voorn

Een wijziging t.o.v. het natuurbeheerplan 2016 van beheertypen wordt geconstateerd. Verzocht wordt om:

1. het perceel Nieuwkoop sectie D, nummers 2653, alsnog het beheertype veenmosrietland en moerasheide (N06.01) toe te kennen.

2. Het perceel Nieuwkoop, sectie C, nummer 754, 1709, 1007 het beheertype veenmosrietland en moerasheide (N06.01) toe te kennen.

De provincie onderschrijft deze zienswijze en corrigeert het Natuurbeheeplan conform de voorgestelde wijziging

De zienswijze leidt tot aanpassing van het natuurbeheerplan:

1. het perceel Nieuwkoop sectie D, nummers 2653, wordt het beheertype veenmosrietland en moerasheide (N06.01) toegekend.

2. Het perceel Nieuwkoop, sectie C, nummer 754, 1709, 1007 wordt het beheertype

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 12

Page 13:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

veenmosrietland en moerasheide (N06.01) toegekend.

12 Dhr. J. Wansinck Dhr. Wansinck merkt op dat de natuurbeheerplankaarten voor 2014. 2015 en 2016 niet correct waren voor de locatie Nieuwkoop en dat hij derhalve geen vergelijking kan maken met de Natuurbeheerplankaart 2017.

1. Opvalt dat kleine wateren, sloten en vaarten niet als zodanig zijn aangegeven.

2. Tevens valt op dat percelen van verschillende eigenaren op de kaart als een geheel worden beschouwd in beheer en oppervlakte.

3. Daarnaast wordt aangegeven dat op percelen verschillende beheersvormen zijn aangegeven hoewel het idee is dat dat dit voor minimaal een percentage van het perceel dient te zijn.

4. Tot slot wordt gevraagd of vegetatieonderzoeken zijn uitgevoerd die wijziging van beheertype rechtvaardigen en zo ja door en waarom is de beheercie. Hiervan niet in kennis gesteld.

1. Gezien het detailniveau van de kaarten behorend bij het Natuurbeheerplan worden genoemde kleine wateren, sloten en vaarten niet toe niet individueel aangegeven in het kaartbeeld.

2. De kaarten van het Natuurbeheerplan zijn ingetekend naar natuurbeheertype en niet naar kadastraal eigendom. Gemaakte constatering is dus juist.

3. Het door indiener genoemde percentage van oppervlakte van een perceel dat minimaal gehanteerd wordt voor toekenning van een natuurbeheertype, wordt door de provincie Zuid-Holland niet gehanteerd.

4. Er is geen vegetatieonderzoek uitgevoerd.

1. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan.

2. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan.

3. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan.

4. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het Natuurbeheerplan.

13 Dhr. S. Bodegraven

Dhr. Bodegraven merkt op dat de natuurbeheerplankaarten voor 2014. 2015 en 2016 niet correct waren voor de locatie Nieuwkoop en dat hij derhalve geen vergelijking kan maken met de Natuurbeheerplankaart 2017.

5. Opvalt dat kleine wateren, sloten en vaarten niet als zodanig zijn aangegeven.

6. Tevens valt op dat percelen van verschillende eigenaren op de kaart als een geheel worden beschouwd in beheer en oppervlakte.

7. Daarnaast wordt aangegeven dat op percelen verschillende beheersvormen zijn aangegeven hoewel het idee is dat dat dit voor minimaal een percentage van het perceel dient te

Dit betreft de zelfde zienswijze als onder 12. Zie voor beantwoording daarom 12.

Zie 12.

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 13

Page 14:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

zijn?????.8. Tot slot wordt gevraagd of

vegetatieonderzoeken zijn uitgevoerd die wijziging van beheertype rechtvaardigen en zo ja door en waarom is de beheercie. Hiervan niet in kennis gesteld.

14 Watersportvereniging Noord Zuid Nieuwkoop

1. De watersportvereniging ziet haar percelen niet ingetekend in de kaarten van het natuurbeheerplan 2017. Verzocht wordt om dit te corrigeren

2. Daarnaast wordt bezwaar gemaakt tegen de verplichting tot clustervorming waardoor kleine particulieren (tot 50-75 ha.) geen aanvraag meer kunnen indienen waardoor de watersprotvereniging wordt uitgesloten van subsidie

1. Hier is geen omissie geconstateerd en de kaarten behoeven dan ook niet te worden aangepast.

2. Genoemde voorgenomen verplichting tot clustervorming valt buiten de besluitvorming over het Natuurbeheerplan 2017.

1. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

2. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

15 Vrienden van het Overbosch

Verzocht wordt om het als EHS aangemerkte Overbosch alsnog op te nemen op kaarten van het Natuurbeheerplan 2017

De provincie onderschrijft dit voorstel Deze zienswijze leidt tot aanpassing van het Natuurbeheerplan

16 Agrarisch collectief Midden-Delfland

1. Het collectief spreekt zich uit tegen onnodig beperkende en weinig operationele voorwaarden die vermeld zijn bij het leefgebied droge dooradering. De noodzaak om selectief te zijn wordt onderkend, maar voorgesteld wordt om de eis van selectiviteit mee te geven aan de collectieven zodat deze hier zelf invulling aan kunnen geven.

2. Opgemerkt wordt dat de waterparagraaf in het natuurbeheerplan 2017 niet concreter is ingevuld dan in het plan van 2016, hoewel het collectief heeft aangegeven tee willen starten met blauwe diensten.

3. Voorgesteld wordt om de doelsoorten voor de categorie water te laten vervallen

4. Voorgesteld wordt om aanvullende monitoring in de waterparagraaf te overwegen of om de ambitie te laten varen dat effecten van

1. De Provincie Zuid-Holland hecht aan de huidige formulering met betrekking tot de cultuurhistorische waarden vanwege de waarde die zij hecht aan cultuurhistorische waarden en meent dat dit voldoende ruimte biedt voor een praktische werkwijze.2. De huidige formulering biedt ruime mogelijkheden om te starten met blauwe diensten. In het Natuurbeheerplan 2017 is aangegeven dat bij de voorbereiding van de subsidieaanvraag het betreffende waterschap betrokken moet worden.3. Met het noemen van doelsoorten benadrukt de provincie de relatie tussen waterkwaliteit en natuurwaarden.4. Of en hoe water gemonitord wordt is aan de waterschappen en maakt geen deel uit van het natuurbeheerplan.

1. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

2. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

3. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

4. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

5. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 14

Page 15:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

watermaatregelen i.h.k.v. het ANLB aantoonbaar zullen zijn

5. Verzocht wordt om apart overleg met de provincie om te praten over monitoring

5. De provincie staat open voor een dergelijk gesprek.

17 Coöperatie De Groene Klaver

Voorgestelde wijzigingen op het Natuurbeheerplan 2016 zijn niet verwerkt. Verzocht wordt om dit alsnog in het natuurbeheerplan 2017 te doen. Het gaat om aanpassingen van begrenzingen van de volgende leefgebieden open grasland:

1. Polder Groenendijk2. Boterhuispolder3. Vlietpolder4. Vriezekoopse Polder5. Papenwegepolder Noord6. Duivenvoordse-Veenzijdse Polder

1 t/m 6 De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

Het natuurbeheerplan wordt aan gepast en corrigeert de begrenzingen voor de volgende leefgebieden open grasland:

1. Polder Groenendijk2. Boterhuispolder3. Vlietpolder4. Vriezekoopse Polder5. Papenwegepolder Noord6. Duivenvoordse-Veenzijdse

Polder18 Collectief

Alblasserwaard Vijfheerenlanden

Het collectief verzoekt een aantal uitbreidingen van het leefgebied Open Grasland (1 t/m 13) en een uitbreiding van het leefgebied Droge dooradering (14) en van het leefgebied Natte dooradering (15)

1. Hei- en Boeicop2. Ameide3. Alblasserwaard noord4. Leerbroek5. Lexmond (1)6. Ottoland7. Leerdam8. Lexmond (2)9. Noordeloos (1)10.Alblasserwaard zuid11.Brandwijk12.Noordeloos (2)13.Alblasserwaard noordoost14.Ameide dorpskern15.Groot-Ammers buitendijks16.Daarnaast verzoekt het collectief om een strook

1. De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

2. De provincie kan zich niet vinden in het voorstel; een overtuigende ecologische onderbouwing ontbreekt hiervoor.

3. De provincie kan zich niet vinden in het voorstel; te weinig versterkende werking en samenhang ten opzichte van het bestaande leefgebied en geen overtuigende ecologische onderbouwing.

4. De provincie kan zich vinden in het voorstel. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

5. de provincie kan zich deels vinden in het voorstel.

6. De provincie kan zich niet vinden in het voorstel; een overtuigende ecologische onderbouwing ontbreekt.

1. Het Natuurbeheerplan wordt aangepast

2. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

3. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

4. Het Natuurbeheerplan wordt aangepast

5. Het Natuurbeheerplan wordt deels aangepast

6. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

7. Het Natuurbeheerplan wordt aangepast

8. Het natuurbeheerplan wordt aangepast

9. Het Natuurbeheerplan wordt aangepast

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 15

Page 16:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

die samenvalt met een ecologische verbindingszone te begrenzen als Leefgebied Open grasland

7. De provincie kan zich vinden in het voorstel. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

8. De provincie kan zich vinden in het voorstel. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

9. De provincie kan zich vinden in het voorstel. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

10.De provincie kan zich niet vinden in het voorstel, ondanks de genoemde resultaten acht de provincie het een te klein gebied met te weinig toekomstperspectief.

11.De provincie kan zich vinden in het voorstel. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

12.De provincie kan zich vinden in het voorstel. Het is aannemelijk dat hiermee een versterking van het leefgebied Open grasland wordt bereikt.

13.De provincie kan zich niet vinden in het voorstel; te weinig versterkende werking en samenhang ten opzichte van het bestaande leefgebied en geen overtuigende ecologische onderbouwing.

14.De provincie kan zich niet vinden in het voorstel; het voorgestelde gebied ligt binnen de bebouwde kom.

15.De provincie kan zich niet vinden in het voorstel. Het betreft een geïsoleerde, buitendijkse uitbreiding waarmee deze uitbreiding niet in samenhang is met en geen versterkende werking heeft naar

10.De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

11.Het natuurbeheerplan wordt aangepast

12.Het Natuurbeheerplan wordt aangepast

13.De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

14.De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

15.De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

16.De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 16

Page 17:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

andere leefgebieden.16.Binnen de begrenzing van het NNN is geen

agrarisch natuurbeheer mogelijk. De begrenzing van het NNN sluit de begrenzing van leefgebieden uit. De provincie streeft hier particulier natuurbeheer na.

19 Coöperatie Collectief Hoekse Waard

Het collectief dient mede namens Delta Natuur Beheer, Nederlandse Akkerbouw Vakbond, Stichting Rietgors, Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard, Stichting H-Wodka, Vereniging Hoekschewaards Landschap en Wildbeheereenheid Hoeksche Waard de zienswijze met de volgende punten in.

1. Het collectief verzoekt om bloemdijken die geen onderdeel uitmaken van het NNN en niet in beheer bij Staatsbosbeheer zijn, niet van een natuurbeheertype te voorzien. Hiermee zou agrarisch natuurbeheer mogelijk worden. Als dat niet mogelijk is dan zou het collectief mogelijk gemaakt zien dat er natuurbeheersubsidie aangevraagd kan worden.

2. Het collectief verzoekt om in het openstellingsbesluit voor de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 voor het onderdeel agrarisch natuurbeheer voor de bloemdijken subsidie open te stellen en hierover met de provincie te overleggen hoe dit het beste aansluit op de praktijk.

3. Het collectief geeft aan dat niet alle ‘krekennatuurterreinen’ van een natuurbeheertype zijn voorzien. Er wordt verwezen naar bijgevoegde kaartjes.

4. Het collectief verzoekt om de passage ‘De agrarische collectieven op de Zuid-Hollandse Eilanden spelen daarbij in op de actuele

1. De provincie kan zich vinden in de zienswijze.

2. In het openstellingsbesluit wordt hierover een besluit genomen. Dit maakt geen onderdeel uit van de besluitvorming rondom het Natuurbeheerplan 2017. Het verzoek zal worden betrokken bij de voorbereiding van het openstellingsbesluit.

3. De provincie kan zich vinden in deze zienswijze.

4. De provincie kan zich vinden in de zienswijze.

5. Dit onderdeel heeft betrekking op de (financiële) omvang van de subsidiebeschikking en maakt geen onderdeel uit van de besluitvorming rondom het Natuurbeheerplan 2017. Omdat het budget voor organisatiekosten een maximaal percentage van het subsidiebedrag is, is het de provincie bekend dat collectieven met een kleinere omvang ook minder budget voor de organisatiekosten beschikbaar heeft. De provincie heeft aan de collectieven de vrijheid gegeven in welke omvang zij zich oprichten met bijbehorende financiële ruimte.

1. Het Natuurbeheerplan wordt aangepast voor de genoemde terreinen die nu het beheertype Bloemdijk kennen, geen onderdeel uitmaken van het NNN, niet in beheer zijn bij Staatsbosbeheer en waarop geen actuele SNL beschikking rust; hiervan vervallen de natuurbeheertypen en het leefgebied Droge dooradering zal hiermee worden uitgebreid.

2. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het natuurbeheerplan

3. De door de coöperatie genoemde “krekennatuurterreinen” zullen alsnog van het voorgestelde natuurbeheertype worden voorzien voorzover dit terreinen betreft die gelegen zijn binnen het NNN.

4. Het natuurbeheerplan wordt aangepast

5. De zienswijze leidt niet tot

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 17

Page 18:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

mogelijkheden voor een combinatie van agrarisch natuurbeheer op de akkerranden (pijler 2) met ‘de onbeheerde rand uit het vergroeningsbeleid (pijler 1) van het GLB’ in paragraaf 4.3.2 onder ‘Criteria voor de afbakening van het leefgebied open akkerland’ te laten vervallen. De feitelijke uitwerking van het Nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) blijkt hiervoor geen goede mogelijkheden te bieden.

5. Het collectief geeft aan dat zij in de begroting van hun organisatie weinig tot geen ruimte hebben om voor een gedegen beheermonitoring en vraagt voor een oplossing hiervoor aandacht bij de provincie.

aanpassing van het natuurbeheerplan

20 Collectief Agrarische Natuurvereniging Hollandse Venen

Het collectief verzoekt een aantal uitbreidingen van het leefgebied Open Grasland:1. Nieuwveen2. Langeraar3. Centraal in gebied (1)4. Centraal in gebied (2)5. Noordse dorp

1. De provincie kan zich niet vinden in uitbreiding van het leefgebied. Het betreft overwegend een strook met bebouwing, kassen etc.

2. De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied wat betreft het zuidelijke deel van het aangegeven gebied, dat aansluit op het bestaande leefgebied..

3. De provincie kan zich vinden in uitbreiding van het leefgebied wat betreft het zuidoostelijke deel (bezuiden de N462) van het aangegeven gebied, de rest betreft een golfterrein.

4. De provincie neemt de zienswijze niet over in afwachting van de uitkomst van de in de zienswijze genoemde monitoring van de predatie en het exacte voorkomen van de weidevogels. Als de resultaten van de monitoring hiertoe aanleiding geven kan in een volgend jaar het leefgebied mogelijk worden uitgebreid..

1. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast voor wat betreft het westelijk deel.

2. Het Natuurbeheerplan zal worden aangepast voor wat betreft het zuidelijk deel.

3. Het Natuurbeheerplan zal worden aangepast voor wat betreft het zuidoostelijk deel.

4. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

5. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 18

Page 19:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

5. De provincie neemt de zienswijze niet over in afwachting van de uitkomst van de in de zienswijze genoemde monitoring van de predatie en het exacte voorkomen van de weidevogels. Als de resultaten van de monitoring hiertoe aanleiding geven kan in een volgend jaar het leefgebied mogelijk worden uitgebreid.

21 Hoeve Zorgvliet Verzocht wordt om een op de ambitiekaart van het natuurbeheerplan 2017 aangegeven verbinding van het melkveebedrijf van de indiener te laten vervallen. Reden is dat dit realisatie van de ambitie de bedrijfsvoering zou frustreren. Ook wordt genoemd dat de geambieerde verbinding niet zal werken gezien storende elementen als bebouwing, weg/dijk, beschoeiing, waterwerken, industrieterrein en spoorlijn

Het besluit om een ecologische verbindingszone te laten vervallen, hoort niet binnen het besluitvormingsproces van het Natuurbeheerplan 2017.

De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

22 Natuurmonumenten

Natuurmonumenten constateert dat een aantal voorgestelde wijzigingen niet zijn overgenomen in het Ontwerp-Natuurbeheerplan 2017. Daarnaast maakt zij een aantal opmerkingen en een aantal zorgpunten kenbaar.

Zorgpunten bij de plantekst Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017:

1. De provincie legt veel verantwoordelijkheid bij agrarische collectieven, vrijwilligers en gebiedspartners. De rol van de provincie in de uitvoeringfase blijft beperkt tot monitoring van resultaten en het voeren van een jaarlijks evaluatiegesprek met collectieven. Geconstateerd wordt dat de meeste collectieven slechts intekenen voor lichte beheerpakketten en dat wordt gesproken van een "leertraject" voor de komende 6 jaar (terwijl het nieuwe stelsel agrarisch

1. De provincie heeft vertrouwen in deze nieuwe werkwijze binnen het agrarisch natuurbeheer.

2. De provincie acht het in dit stadium, enkele maanden na de start, nog te vroeg om nu al over bijsturen en het niet halen van de beleidsdoelen te spreken.

3. De verantwoordelijkheid voor de afstemming met partijen in het gebied ligt bij het collectief. De provincie is er van op de hoogte dat er in het voorbereidingsproces van de gebiedsaanvragen in verschillende gevallen er nog niet voldoende overleg is geweest. De provincie zal hiervoor de komende jaren extra aandacht voor hebben en de voortgang met de collectieven en de betrokken partijen bespreken.

4. De provincie heeft naast de zorgen van de

1. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.???

2. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.???

3. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

4. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

5. een aanpassing van het Natuurbeheerplan.

Tekstuele opmerkingen1. De tekst zal worden

verduidelijkt.

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 19

Page 20:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

natuurbeheer juist zou zijn vormgegeven op basis van de lessen van de afgelopen 20 jaar). Een leertraject van 6 jaar is naar mening van de indiener te lang in een situatie waar elk jaar telt voor de weidevogels.

2. De provincie wordt gevraagd Wij vragen u concreet aan te geven wat de provincie gaat doen als beleidsdoelstellingen niet gehaald gaan worden en welke maatregelen voor bijsturing of extra Inzet om de achteruitgang te stoppen verwacht kunnen worden. Ook wordt gevraagd wanneer extra maatregelen of inzet van kracht kunnen worden (na de eerste BPM-monitorIng in 2018 of eerder?) Tot slot wordt gevraagd in hoeverre heeft de provincie mogelijkheden heeft om tussentijdse wijzigingen in pakketafspraken af te dwingen en in hoeverre heeft dit is onderzocht?

3. Natuurmonumenten maakt zich zorgen over het in het natuurbeheerplan geschetste samenwerkingsproces. Hierbij wordt de volgende tekst aangehaald: Op pagina 15 onderaan staat: "Bij het indienen van de gebiedsaanvraag vraagt de provincie dat de inhoud door het collectief (...) is afgestemd met de gebiedspartners. Het resultaat moet zijn dat de gebiedspartners zich herkennen in de inhoudelijke hoofdlijn van de gebiedsaanvraag. Natuurmonumenten is belanghebbende gebiedspartner bij 4 van de 8 gebledsaanvragen in Zuid-Holland. Aangegeven wordt dat Natuurmonumenten niet bij alle gebiedsaanvragen tevreden is over het proces en de samenwerking met het collectief. Geconstateerd wordt dat de collectieven zelf weinig initiatief nemen om tot afstemming te komen met de gebiedspartners.

vrijwilligers ook veel enthousiaste reacties uit het vrijwilligerswerk vernomen. Voor 2016 is de opdracht aan de Taskforce Agrarisch Natuurbeheer gegeven om onder andere de samenwerking tussen collectieven en vrijwilligersgroepen te bevorderen.

5. Zie 4.

Tekstuele opmerkingen1. Hiermee wordt bedoelt dat uiteindelijk

maximaal 80% van het beheer binnen het Leefgebied Open grasland ‘legselbeheer’ mag zijn.

2. De provincie heeft hier aandacht voor en het is gespreksonderwerp in het overleg met de collectieven..

3. De collectieven zijn voor de uitvoering en maaidata verantwoordelijk. Net als overige wetgeving is de Flora- en Faunawet van kracht. Bepalingen hieruit hoeven niet aanvullend als inhoudelijke criteria, waarop gebiedsaanvragen getoetst worden, genoemd te worden.

4. De provincie heeft hier bewust geen maat aangegeven en geeft de collectieven het vertrouwen om het beheer op de juiste plekken te realiseren.

5. De provincie heeft hier aandacht voor.6. De provincie is aan het onderzoeken hoe

enige vorm van agrarisch natuurbeheer binnen het NNN kan plaatsvinden als alternatieve realisatiestrategie van de NNN.

7. De provincie kan zich vinden in deze zienswijze

Opmerkingen bij de plankaarten

2. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

3. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

4. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

5. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

6. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

7. Het natuurbeheerplan wordt aangepast

Opmerkingen bij de plankaarten

1. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

2. Het Natuurbeheerplan wordt aangepast als voorgesteld met uitzondering van de onder 3. door NM Genoemde terreinen

3. Zie beantwoording onder 2.

2. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

4. Het Natuurbeheerplan zal niet worden aangepast.

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 20

Page 21:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

4. Natuurmonumenten maakt zich zorgen over de inzet van vrijwilligers. Voor het succesvol uitvoeren van beheer en monitoring Is elk collectief afhankelijk van de inzet van vele vrijwilligers. Natuurmonumenten heeft gezien dat na oktober 2015 vrijwilligers en vrijwllligersgroepen hun werk teleurgesteld hebben neergelegd, bij gebrek aan vertrouwen In de effectiviteit van de maatregelen in de gebiedsaanvraag. Ook zijn er vrijwilligers die hun werk (nog) niet hebben neergelegd maar weinig vertrouwen hebben in de inzet van het collectief In de komende jaren en dat ook hebben uitgesproken. Ook waren deze vrijwilligers teleurgesteld In het feit dat de provincie alle gebiedsaanvragen heeft goedgekeurd ondanks de kritiek van vrijwilligers en gebiedspartners op sommige gebiedsaanvragen. Dit punt is ook in het Weidevogelberaad naar voren gekomen. De kritiek was dat de provincie niet genoeg heeft gedaan met de adviezen vanuit het maatschappelijk veld. Dit had moeten gebeuren vóór de goedkeuring van de gebiedsaanvragen, hier had meer tijd voor moeten zijn (of genomen worden). De concept gebiedsaanvragen zijn In de praktijk vrijwel niet meer aangepast en vervolgens te snel goedgekeurd.

5. Het risico is dat er onvoldoende gemotiveerde vrijwilligers zijn om beheerondersteuning en tellingen en monitoring naar behoren uit te voeren. Er zijn simpelweg te weinig vrijwilligers op dit moment en In de komende jaren wordt er juist meer van ze gevraagd en het risico Is dat er nog meer mensen afhaken als de komende jaren succes uitblijft.

1. De genoemde kaarten betreffende agrarische leefgebieden zijn generiek ingetekend. Hierbij wordt geen uitzondering voor individuele beheerders en de kaarten zullen dan ook niet worden aangepast.

2. De provincie kan zich vinden in deze zienswijze

3. De provincie kan zich vinden in deze zienswijze

4. Besluitvorming aangaande openstelling van terreinen voor SNL beheersubsidie vindt plaats bij de vaststelling van het Openstellingsbesluit. Deze zienswijze heeft dus geen betrekking op de vaststelling van het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 21

Page 22:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

Natuurmonumenten vraagt aan te geven in hoeverre de provincie dit risico erkent en wat de provincie doet om dit te beperken.

Tekstuele opmerkingen:1. Op pagina 24 van het natuurbeheerplaan

worden de inhoudelijke criteria voor een kwalitatief goed mozaïekbeheer geschetst wordt gesteld: "Deze criteria vormen (...) de inhoudelijke toetssteen voor de beoordeling van een gebiedsaanvraag door de provincie". Criterium 2 luidt: "Elk mozaïek bestaat aan het begin van het broedseizoen uitsluitend of grotendeels uit percelen met zwaar beheer^. Echter, geen enkele van de gebiedsaanvragen waar Natuurmonumenten bij betrokken is geweest, voldoet aan dit criterium. Hoe verklaart de provincie dat desondanks de subsidie is verleend aan deze collectieven?

2. Een ander voorbeeld betreft criterium 3 over de beheerregie tijdens het seizoen (pagina 24), die in handen is van het collectief waarin gesteld "Bij deze beheerregie stemt het agrarisch collectief af met gebiedspartners" Echter, bij geen van de collectieven waar Natuurmonumenten gebiedspartner is, zijn er al concrete afspraken gemaakt hoe de gebiedspartners betrokken worden bij de uitvoering. Gevraagd wordt dit signaal af te geven aan de collectieven.

3. Op pagina 25 staat onder aandachtspunten/richtlijnen nummer 5: "Wanneer er jonge vogels aanwezig zijn, wordt pas gemaaid op het moment dat de aanwezige jongen vliegvlug zijn." Wij wijzen u erop dat het doodmaaien van jonge weidevogels strafbaar is volgens de Flora- en faunawet en verzocht

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 22

Page 23:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

wordt deze passage te verplaatsen naar de inhoudelijke criteria. Bijna alle collectieven hebben zich wel hieraan gecommitteerd maar blijven in de praktijk gebonden aan de motivatie van de deelnemende boeren. Dat betekent dat dit vrijwel nergens voor 100% gewaarborgd is. Niet alle boeren zullen kiezen voor verlengen van het pakket en verder uitstellen van de maaidatum, altijd wanneer dat nodig blijkt.

4. Op pagina 25 staat als aandachtspunt nr. 7 (voldoende openheid, rust): "Een aandachtspunt is de afstand tot bosjes/singels/bosopsiag, wegen en bebouwing. Verzocht wordt op te nemen wat de minimale afstand moet zijn om de gewenste openheid te verkrijgen.

5. Aanvullend op het hiervoor genoemd punt wordt de provincie gevraagd om actief ondersteunend beleid te voeren op het open en 'weidevogelgeschikt' maken en houden van het landschap en beleid en middelen gericht op vernatting, het realiseren van plasdras situaties, het ontwikkelen van kruidenrijk grasland (anders dan door beheer).

6. P 17 onderaan: "In de Noordrand...in het gebiedsproces": wat wordt met deze zin bedoeld?

7. Tot slot nog enkele tekstuele opmerkingen: Pagina 16, paragraaf 3.6 1® zin: 'een' in

plaats van 'ene'; Na het woordje 'nog' moet 'geen' worden ingevoegd.- Verklarende woordenlijst (bijlage) pagina

42 onder Kuikenland: kuiken in plaats van kuikens. Zelfde alinea: mist het woordje 'vliegen'.

- Pagina 43 onder Legselbeheer: zin klopt

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 23

Page 24:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

niet.- Pagina 43 onder Zwaar beheer: zin klopt

niet.

Opmerkingen bij de plankaarten1. Op de kaarten van de agrarische leefgebieden

staan grote oppervlakten ingetekend als gebied waar agrarische collectieven subsidie agrarisch natuurbeheer kunnen aanvragen. Hier is de kaart van de natuurbeheertypen uitgesneden. Wij verzoeken u ook alle andere eigendommen en beheergronden van Natuurmonumenten niet aan te duiden als zoekgebied voor agrarisch natuurbeheer. Indien gewenst sturen wij u een digitale kaart met onze eigendommen toe.

2. De beheertypenkaart in het ontwerp natuurbeheerplan wijkt op diverse punten duidelijk af van onze beheertypenkaart. Wij verzoeken u de kaarten met elkaar in overeenstemming te brengenEr zijn enkele in het oog springende zaken die in elk geval aangepast dienen te worden: In de Nieuwkoopse Plassen zijn tientallen ha

veenmosrietland door de provincie aangeduid als gemaaid rietland. Opname als gemaaid rietland leidt ertoe dat al deze ha met extra PAS-gelden als veenmosrietland worden beheerd. Dat is niet conform de afspraken tussen NM en PZH. We verzoeken u daarom al deze gronden als veenmosrietland op de kaart te zetten. O Natuurmonumenten heeft in 2014 en 2015 de gehele beheertypenkaart hertekend zodat deze nu geheel conform de IMNA

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 24

Page 25:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

regels is. Wij verzoeken de provincie Zuid-Holland om al deze nieuwe grenzen over te nemen

3. In afwijking van punt 2. kunnen enkele beheertypen zo blijven als op de provinciale kaart. Vanwege beperkingen in de tijd is de beheertypenkaart van Natuurmonumenten niet helemaal bijgewerkt n.a.v. besprekingen tussen provincie en Natuurmonumenten eind 2015. Dit gaat met name over het beheertype voor de eilandjes in het Haringvliet. Deze kunnen beheertype moeras houden, zoals aangegeven op de beheertypenkaart in het ontwerp natuurbeheerplan.

4. We verzoeken de provincie om alle gebieden die Natuurmonumenten nu als natuur beheert binnen het NNN open te stellen voor SNL beheersubsidie, ook als geen sprake is van letterlijke continuering. Concreet gaat dit bijvoorbeeld om Annabos, diverse kleine bosjes op Goeree en verschillende kleinere percelen.

23 Vereniging Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer Rijn & Gouwe Wiericke

1. In een zienswijze op het natuurbeheerplan beheerplan van 2016 heeft de vereniging zorgen geuit over de begrenzing van leefgebieden. Gebleken is dat de begrenzing van de leefgebieden open grasland en de categorie water niet aansluit bij de praktijk. De intekening van beheereenheden in de applicatie van SCAN-gis veroorzaakt validaties. Verzocht wordt de begrenzing van deze in bijlagen genoemde leefgebieden te verruimen.

2. Tevens wordt verzocht de begrenzing zelf nauwkeuriger in te tekenen, b.v. geen halve percelen.

3. Gevraagd wordt of agrariërs die zich niet georganiseerd hebben in een collectief in de toekomst gebruik kunnen maken van

1. Daar waar de uitbreiding een naar verwachting zinvolle uitbreiding van het leefgebied betreft, neemt de provincie deze over. Daar waar dit niet het geval is of daar waar het vanwege een andere reden niet kan, neemt de provincie de zienswijze niet over.

2. Bij de intekening van de leefgebieden is het niet altijd gelukt om topografische lijnen te volgen. Er is getracht de begrenzing beter op de topografie af te stemmen. De provincie kan niet garanderen dat alle gevallen opgelost zijn.

3. De voorwaarden hiervoor staan in de subsidieregeling Uitvoeringsregeling Groen 2014 en maken geen deel uit van het

1. De zienswijze leidt deels tot een aanpassing van het natuurbeheerplan.

2. Het natuurbeheerplan is aangepast.

3. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het natuurbeheerplan.

4. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het natuurbeheerplan

5. De zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het natuurbeheerplan

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 25

Page 26:   · Web viewNota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 20173

financieringsmogelijkheden binnen het URG.4. Gewezen wordt op de in het Ontwerp NBP

2017 genoemde flexibiliteit van het stelsel door o.a. last minute (LM) beheer in te zetten. blijkt dat vanuit Brussel de eis wordt gesteld om bepaald beheer minimaal 2 weken van tevoren in te tekenen. Indiener stelt dat dit grote gevolgen heeft voor het draagvlak van ANLb en dat het moeilijk wordt om aan de voorwaarden van de ingediende gebiedsaanvraag te kunnen voldoen. Verzocht wordt zorg te dragen dat de toegezegde flexibiliteit bij aanvang van het nieuwe agrarisch natuurbeheer, in stand wordt gehouden.

5. Geconstateerd is dat aan landbouwgrond beheertype N00.01 is toegekend. Mocht het zo zijn dat het beoogde natuurbeheer eenvoudiger gerealiseerd kan worden op landbouwgrond i.c.m. agrarisch natuurbeheer, dan wordt verzocht dit natuurbeheertype te verwijderen. Mocht het zo zijn dat het beoogde natuurbeheer niet realiseerbaar is dan verzoeken wij u ook om dit natuurbeheertype te verwijderen.

Natuurbeheerplan 2017.4. Dit betreffen voorwaarden die bepaald zijn

in de subsidieregeling en niet in het Natuurbeheerplan 2017. Terecht wordt gesteld dat de genoemde eis door de Europese Unie wordt gesteld. Hiervan is gezien de systematiek van Europese cofinanciering niet vanaf te wijken. De provincie zal zich inzetten om de flexibiliteit in de praktijk te maximaliseren binnen de gestelde regels.

5. Daar waar er landbouwgrond binnen het NNN ligt, is veelal het type ‘N00.01 Nog om te vormen naar natuur’ toegekend. Dit is het juiste type om aan te geven dat de realisatie van het NNN wordt nagestreefd. De aanduiding zal dan ook niet worden verwijderd.

Nota van Beantwoording op het Ontwerp-Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2017 26