Pagina 129 van 143

7 Bijlagen

Bijlage 1: Beheerovereenkomst met De Watergroep Bijlage 2: Bodemonderzoek terreingegevens D'Heye, Ampe 1996 Bijlage 3: Kaart met relicten (ontwerpbeheerplan 1997, Econnection) Bijlage 4: Overzicht beheerwerken (2005-2017) Bijlage 5: Lijst met paddenstoelen (2006-2007, Walleyn R.) Bijlage 6: Verslag Slak-in-Du (5 september 2015) Bijlage 7: Standaardfiches en fiches kwaliteitsbeoordeling Bijlage 8: Toegankelijkheidsregeling Bijlage 9: Consultatieverslag openbaar onderzoek Bijlage 10: Rapport inventarisatie wilde bijen (2016-2017)

Pagina 130 van 143

Bijlage 1: Beheerovereenkomst met De Watergroep

BEHEEROVEREENKOMST

De ondergetekenden:

1. De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, burgerlijke vennootschap die de rechtsvorm van eencoöperatieve vennootschap he eft aangenomen, gevestigd te 1040 Brussel, Belliardstraat 73,vertegenwoordigd door de heer ir. Bernard Breda in zijn hoedanigheid van directeur-generaal, hiernagenoemd 'de VMW';

en

2. Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door haar regering, bij delegatie, in de persoon van mevrouwMarleen Evenepoel, Administrateur-generaal van het Intern Verzelfstandigd Agentschap voor Natuur enBos, afgekort als ANB, gevestigd te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 20, bus 8, hierna genoemd het'ANB', zijnde de functionele dienst van het Vlaamse Gewest bevoegd voor het natuurbeheer;

komen overeen hetgeen voigt:

Artikel 1: Voorwerp van de overeenkomst

De VMW geeft in beheer aan het ANB, de hierna opgesomde gronden waarvan zij eigenaar is:A. De percelen gelegen te Bredene, 2de afdeling, sectie C, nummers 139 B 2 en 165 W met als

respectievelijke kadastrale oppervlaktes 10 ha 04 a 68 ca en 36 a 07 ca.B. De percelen gelegen te De Haan, 1 ste afdeling, sectie D, nummers 190 D (kadastrale opp. 59 ca), 190

E (kadastrale opp. 41 a 54 ca), 190 F (kadastrale opp. 8 a 28 ca), 189 F (kadastrale opp. 6 ha 30 a 57ca) en 142 X (kadastrale opp. 11 a 08 ca)

Een situatieplan van de in beheer gegeven gronden wordt als bijlage aan deze overeenkomst gehecht.De VMW verbindt er zich toe op haar beurt een situatieplan met aanduiding van aile leidingen ennutsvoorzieningen die momenteel op deze gronden rusten, te bezorgen aan het ANB.

De betrokken gronden zijn door het gewestplan Oostende-Middenkust bestemd hetzij als 'R:natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat', hetzij als 'N: natuurgebied mettijdelijke nevenfunctie waterwinning'. Het perceel te De Haan, kadastraal gekend als De Haan, 1 steafdeling, sectie D, nummer 190 D, alsook kleinere delen van de percelen te De Haan, kadastraalgekend als De Haan, 1 ste afdeling, sectie D, nummers 142X, 189 Fen 190 F zijn bestemd als'woongebied, maar bezitten een hoge actuele of potentiële natuurwaarde.De gronden maken bovendien, met uitzondering van het voormeld perceel gekend als De Haan, 1 steafdeling, sectie D, nummer 142 X, deel uit van de SBZ-H "Duingebieden inclusiefIJzermonding enZwin" (code BE250000 1) die bij beschikking van de Europese Commissie van 7 december 2004 isopgenomen in de lijst van gebieden van communautair belang in de zin van de EuropeseHabitatrichtlijn 92/43/EEG.Met uitzondering van het perceel De Haan, 1 ste afdeling, sectie D, nummers 142X zijn zij eveneensopgenomen in de Grote Eenheid Natuur en Grote Eenheid Natuur in Ontwikkeling van deMiddenkust vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2003.

1

Artikel 2: Doelstellng van de overeenkomst

Onderhavige overeenkomst heeft als hoofddoel het behoud, het herstel en de ontwikkeling van delandschappelijke en ecologische waarden van de in beheer gegeven gronden. Zij heeft in dit opzicht medetot doe i tegemoet te komen aan de verplichting van elke administratieve overheid om binnen haarbevoegdhedena) overeenkomstig artikel 25 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het

natuurlijk milieu, de nodige maatregelen te nemen om in GEN, bij voorrang ten opzichte van deandere functies in het gebied, de natuur en het natuurlijk milieu te behouden, te herstellen en teontwikkelen, en

b) overeenkomstig artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 november 2003 houdendemaatregelen ter uitvoering van het gebiedgericht natuurbeleid, onder meer in het VEN, de habitatsvan de bijlage I van het natuurbehouddecreet, alsook de historisch permanente graslanden, vennen enheiden, moerassen en waterrijke gebieden, duinvegetaties en struwelen en kleinelandschapselementen die voorkomen op gronden waarover zij enig recht van beheer uitoefenen ofwaarvan zij als eigenaar het beheer he eft overgedragen, in stand te houden.

Meer bepaald dient een oordeelkundige inrichting, beheer en bewaking van de betrokken gronden- voorwerp van deze overeenkomst - gevoerd te worden, rekening houdend met

a) de onder artikel 1.1 gestelde gewestplanbestemming,b) de bescherming van de gronden overeenkomstig de Habitatrichtlijn enc) de fragmentaire aanwezigheid van onder meer 2150 "*Eu-atlantische vastgelegde ontkalkte

duinen (Calluno-Ulicetea)" en 2130 "*Vastge1egde kustduinen met kruidvegetaties (Grijzeduinen)" - zijnde overeenkomstig de bijlage 1 van de Europese Habitatrichtlijn prioritair in standte houden habitattypes- alsook 2160 "Duinen met Hippophae rhamnoides".

d) de potenties van het gebied voor het herstel en/of de ontwikkeling van deze en andere voor de

kustduinen typische habitats en soorten zoals opgesomd in respectievelijk de bijlage I en II van deEuropese Habitatrichtlijn (en bijlage I en II van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende hetnatuurbehoud en het natuurlijk milieu, zoals gewijzigd bij decreet van 19 ju1i 2002)

De betrokken gronden sluiten onmiddellijk aan bij het Vlaams natuurreservaat "D'Heye", dat ~eigendom is van het Vlaamse Gewest en tevens beheerd wordt door het ANB.Met het oog op de oordeelkundige inrichting, het beheer en de bewaking van het betrokken gebied ishet wenselijk dat de betrokken gronden, voorwerp van deze overeenkomst, en het Vlaamsnatuurreservaat "D'Heye" als één geheel zouden beheerd worden en eenzelfde statuut zouden hebben.Bovendien vereist een oordeelkundig beheer van het gebied de inzet van specifiekenatuurbeheerstechnieken en investeringen, die gemakkelijker geleverd kunnen worden door eenterzake gespecialiseerde dienst.Rekening houdend met het feit dat het statuut van Vlaams natuurreservaat, zoals bepaald in hetdecreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk mileu, de beste garantiesbiedt voor de blijvende bescherming en verdere ontwikkeling van de ter plaatse aanwezigenatuurwaarden, heeft onderhavige overeenkomst mede tot doe i de modaliteiten te regelen waaronderde betrokken gronden in beheer worden gegeven aan het ANB, met het oog op de latere aanwijzingvan de betrokken gronden als Vlaams natuurreservaat, conform de artikelen 32 en 33 van hetnatuurbehouddecreet.Dit natuurreservaat zal ressorteren onder de bevoegdheid van de adviescommissie voor het Vlaamsnatuurreservaat "D'Heye", waarin een vertegenwoordiging van de VMW is opgenomen.

Artikel3: DUlir van de overeenkomst

De duur is toegestaan en aanvaard voor een termijn van 10 jaar, die een aanvang neemt op 1 oktober2006.

f

In geval van meningsverschilen tussen de partijen met betrekking tot de uitvoering van onderhavigeovereenkomst verbinden partijen er zich toe in onderling overleg te zoeken naar een constructieveoplossing.

Indien dit overleg niet tot een voor beide partijen bevredigend resultaat leidt, hebben beide partijen hetrecht een einde te stell en aan de overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden.

Elke beëindiging gebeurt bij middel van een ter post verzonden aangetekende brief.

Ingeval van beëindiging kan geen aanspraak gemaakt worden op enige vergoeding.

Bij afwezigheid van een opzegging minstens 6 maanden vóór het einde van de lO-jarige periode, wordt deovereenkomst telkens stilzwijgend onder dezelfde voorwaarden verlengd voor een peri ode gelijk aan deoorspronkeIijke duur.

Artikel 4: Vergoeding

De overdracht van het beheer gebeurt gratis.

Noch het ANB noch de VMW is op basis van deze overeenkomst enige vergoeding verschuldigd omwelke reden dan ook.

Aile belastingen die voortvloeien uit het eigendomsrecht - met inbegrip van de onroerende voorheffng-welke op de in beheer gegeven gronden verschuldigd zijn, zijn voor rekening van de VMW.

Artikel 5: Beheer van de gronden

l

5.1. Het beheer omvat het volle gebruik van de gronden en van hun aanhorigheden. Het ANB kan in hetkader van het reservaatbeheer en binnen de grenzen van het wettelijk toelaatbare, vrij ailenoodzakeIijke inrichtingswerken, kappingen en andere beheerswerken uitvoeren oflaten uitvoeren.Het ANB verbindt er zich evenwel toe om op de betrokken gronden geen erfdienstbaarheden te latenvestigen en de gronden niet te verpachten ofte verhuren.

5.2. Het ANB is met het oog op het uitvoeren van het beheer of van inrichtingswerken gemachtigd om,desgevallend in naam van de VMW, aile noodzakelijke vergunningen, attesten of andere documentenmet betrekking tot de gronden bij de bevoegde administraties aan te vragen.

5.3. Het ANB heeft zonder enige beperking vrije toegang tot alle betrokken gronden die het voorwerpuitmaken van onderhavige overeenkomst zodat zij het beheer en toezicht van de betrokken grondennaar behoren kan uitoefenen.

5.4. Het ANB staat in voor aIle kosten, inc1usief de onderhoudskosten die verbonden zijn aan het doorhaar uitgeoefende beheer.

5.5. Het ANB zal het beheer uitoefenen overeenkomstig de richtlijnen van een door het ANB voor degronden waarop de onderhavige overeenkomst betrekking heeft op te maken beheersplan. Als basisvoor de opmaak van het voormeld beheersplan zal het ANB gebruik maken van de te actualiserengebiedsvisie voor het Middeloud duinenmassief van Bredene en De Haan waarin het bij ministerieelbesluit van 3 april 2000 goedgekeurd beheersplan voor het reeds bestaand Vlaams natuurreservaat"D' Heye" kadert en dat in opdracht van de afdeling N atuur werd uitgewerkt in oktober 1997 door hetstudie- en adviesbureau voor landinrichting en terreinbeheer, Econnection. Het ANB wordt bij deactualisatie van de gebiedsvisie en de opmaak van het beheersplan bijgestaan door de onder artikel 2in fine van de onderhavige overeenkomst bedoelde adviescommissie, waarin ook de VMW isvertegenwoordigd. Het ANB licht de VMW jaarlijks schriftelijk in over de in het afgelopenjaaruitgevoerde beheerswerken en de geplande beheerswerken voor het komende jaar.

5.6. Aile werken en maatregelen die op de betrokken gronden door het ANB worden uitgevoerd,ingrijpende veranderingen die worden nagestreefd en beheersdaden die gesteld worden, moetenkaderen in het hiervoor vermeld beheersplan.

5.7. De VMW verklaart uitdrukkelijk toestemming te verlenen aan het ANB om met betrekking tot de inbeheer gegeven gronden de nodige maatregelen te nemen die wenselijk zijn voor de uitvoering ennaleving van het goedgekeurd beheerplan.

5.8. Het ANB zal bij de uitoefening van het beheer rekening houden met eventuele bijkomendemaatregelen die in het nog te finaliseren natuurrichtplan "Duinen van de Middenkust tussen Oostendeen Blankenberge", waarvan de opmaak werd gestart bij ministerieel besluit van 19 mei 2005, vervatzijn.

5.9. Het ANB zal het beheer uitoefenen met inachtname van de verplichtingen die voortvloeien uit deEuropese Habitatrichtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van denatuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, en het decreet van 21 oktober 1997 betreffende hetnatuurbehoud en het natuurlijk milieu, gewijzigd bij decreet van 19 juli 2002.

Artikel 6: Specifieke bepalingen

6.1.Er wordt bij onderhavige overeenkomst aan het ANB uitdrukkelijk de toelating gegeven om op geregeldetijdstippen geleide natuurwandelingen te organiseren op de betrokken gronden die het voorwerp uitmakenvan deze overeenkomst. Het ANB licht vooraf de VMW schrifteIijk in over de planning van dergelijkemanifestaties.

6.2.De pompgebouwen en -installaties alsook het perceel waarop deze zich bevinden, grenzend aan de inbeheer gegeven gronden en die tevens eigendom zijn van de VMW worden uitdrukkelijk uit hettoepassingsgebied van de onderhavige beheerovereenkomst gesloten. Het betreft hier meer bepaald hetperceel kadastraal gekend als Bredene, 2de afdeling, sectie C, nummer 145 C 3, met een kadastraleoppervlakte van 15 a 91 ca.

6.3.Het verwijderen, loskoppelen, aanpassen oftoevoegen van infrastructuur op de in beheer gegevengronden kan enkel na schriftelijk verzoek van het ANB en na schriftelijk akkoord van de VMW.

6.4.Partijen verklaren dat ingeval van noodtoestand gebruik kan gemaakt worden van enerzijds de ingang aande Danckaertstraat, gelegen aan het pompgebouw op het perceel te Bredene, 2de afdeIing, sectie C,nummer 145 C3, en anderzijds de ingang aan Batterijstraat gelegen in de meest zuidwestelijke hoek vande in beheer gegeven gronden, naast het perceel te Bredene, 2de afdeling, sectie C, nummer 139 C2, datreeds eigendom is van het Vlaamse Gewest.

Artikel 7: Ingenottreding. Gebruik door derden.

7.1.Het ANB treedt in het gebruik en het genot van de betrokken gronden vanaf 1 oktober 2006.Binnen de bepalingen van het beheersplan bekomt het ANB aile gebruiks- en genotsrechten die evenwelfunctioneel, in het kader van het beheer en het behoud van het natuurgebied, dienen uitgeoefend teworden.

7.2.Het ANB neemt in de regel aile normale werkzaamheden van het natuurtechnisch beheer op zich. Zij kande uitvoering van een deel van het beheer aan derden toevertrouwen of op hun medewerking beroep doen,onder de uitdrukkelijke en ontbindende voorwaarde dat deze derden een schriftelijke overeenkomst van"tijdelijke en kosteloze ingebruikneming" ondertekenen en dat de duur van de overeenkomst tussen hetANB en de derden de duur van onderhavige overeenkomst niet overschrijdt.

Werken die door derden uitgevoerd worden onder de vorm van een aannemingsovereenkomst vallen hierniet onder.

1

7.3.De VMW verklaart dat de in beheer gegeven gronden vanaf 1 oktober 2006 gebruik- en pachtvrij zijn, endat geen erfdienstbaarheden rusten op de betrokken gronden.

Artikel8: Communicatie

Bij elke signalisatie of communicatie die betrekking heeft op de in beheer gegeven gronden verbindt hetANB er zich toe te vermelden dat deze gronden eigendom zijn van de VMW en dat het beheer werdovergedragen aan het ANB. De logo's van beide partijen zuIlen bij elke signalisatie en/of communicatieopgenomen worden.

Artikel 9: Siotbepalingen.

9.1.Met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst kiest het ANB woonplaats te 8200 Brugge (Sint-Andries), Zandstraat 255, bus 3. Aile briefwisseling in verband met deze overeenkomst dient naar ditadres gestuurd te worden, tenzij anders bedongen.Elke adreswijziging zal aan de andere partij per aangetekend schrijven medegedeeld worden. Nietmedegedeelde adreswijzigingen zijn niet tegenstelbaar aan de andere partij.

9.2.In geval van rechtsgeding voortvloeiend uit deze overeenkomst zijn enkel de rechtbanken bevoegd vanhet arrondissement waar de afdeling Natuur gevestigd is.

6

V oor het VIa

/Voor de VMW,

Marleen Evenepoel

Adm i nistrateur- generaalAgentschap voor Natuur en Bos

1 Leqende:

Eigendom VMW

In beheer gegevengranden

N

w*.s

o

Situatieplan van de in beheer gegeven gronden

Pagina 131 van 143

Bijlage 2: Bodemonderzoek terreingegevens D'Heye (Ampe C., 1996)

Terreingegevens - Ylaamse kust Blutsijde

4.2. BLUTSIJDE. D'HEYE

4.2.1 AI,GEME,NR TIE OVER DE SITE

4.2.1.1 SituerineHet bestudeerde gebied is ruim 18 ha groot en maakt deel uit van de gemeenten I(lemskerke en Bredene. Het wordtbegrensd door de Nieuwdorpstraat in het noorden/noordwesten, de Weststraat in het noordoosten, de Molenstraat inhet zuidoosten, de Batterijstraat en de Heieweg in het zuiden (hg, 4.1 en fìg. 4.3). In het zuidoosten wordt hetstudiegebied begrensd deels door ter:reinen in parliculier bezit deels door tereinen die ondertussen aangekochtwerden door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (13 ha) (LIN-AMfNALX3-3-1997), Deze teneinen zullenin de nabije toekomst het statuut van Staatsnatuurreservaat verkrijgen (Econnections, 1997).

4.2.1.2 ToponiemDe naam Blutsijde werd als dusdanig niet in een verklarend woordenboek teruggevonden. Bij Carnoy (19a9) krijgthet achtervoegsel "hijde", "yde" de betekenis van "haven" (cfr. Eng. "hyth"). lVleestal slaat het eerste deel dan opeen persoonsnaam. Blutsyde zou aan de huidige havengeul van Oostende gelegen hebben, Het voorvoegsel "Blut"zou verwijzen naar een zekere Thomas de Bud uit Oudenburg die naar Oostende gestuurd werd om bij de

waterverdedigingswerken te helpen (Econnections, 1997).Voor de geschetste genese (zie $4.2.1.4.) is de toponymie van een aantal kleinete waterlopen interessant.Duinenzwin en Heiezwin omgeven het besproken gebied respectievelijk langs de noordwest- en de zuidoostzijde. Determ "z\ryin" verwijst naar eenkreek, een estuarium (Carnoy, 1949). De voorvoegsels "duinen" en "heie" slaanwaarschijnlijk op het bodemgebruik, De plgatsnaam Blutsijde is dus eigenlijk misplaatst en het naburige nieuwestaatsnatuurreservaat kreeg dan ook de naam "d"Heye".Bredene zou de betekenis van een grote, vlakke, vochtige weide in zich dlagen (Camoy, 1949). Dit boderngebruikstemt overeen met wat op de topografische kaaÉeî aangegeven is.

4.2.1.3 StatusHet tenein is eigendom van de Vlaamse maatschappij voor watervoorzienhg.Beheerder : Natuurreservaten v.z.w. sedert 1-7-1997Natuurgebied en Waterwingebied (Gewestplan Oostende-Middenkust, kaartblad 1313,6-12-1916)

,4..2.1.4 OntstaansqeschiedenisDeze gronden zijn gekarteerd als Middeloude (binnen)duinen (Ameryckx, i954). Volgens deze auteur werd dezeduinengordel omstreeks de lste eeuw na Christus, tussen de Duinkerke I- en Il-ffansgressie door, gevormd, Hetschorgebied van de zee werd op die manier afgesloten, zodat het waarschijnlijk gedeeltelijk droog kwam te liggen.Nog volgens dezelfde bron behoren de omliggende polders tot het Oudland. De afzettingen van de Duinkerke II-transgressie (4de-8ste eeuw) liggen er aan het oppervlak. Ze ondergingen geen reliëßinversie.Volgens Mostaert (1985) ligt de duinbasis (+ 4 m) te hoog om al in de pre-Romeinse fase te zijn ontstaan. FIij leidtdit uit verschillende zeespiegelindicatoren (bewoningsniveau's van de Romeinen, niveau's van vegetatie-horizontenop andere plaatsen) af, De geulontwik'keling en dus ook het Middeloud duinencomplex van Bredene is volgens hemdan ookjonger dan de ontstaansperiode die door Amerijckx gesuggereerd wordt. Steunend op geologisch en

archeologisch onderzoek vermoedt De Ceunynck (1987) dat deze subrecente duinen dateren uit de lOde eeuw. Zezouden danafgezet zijn op het einde van de Duinkerke Il-transgressie. De Ceunynck (1987) ziethet kustgebiedtussen Bredene en.Wenduine in de Romeinse periode als het mondingsgebied van de geulen van Bredene en DeHaan. Mostaert (1985) beschrijft dit duinmassief als twee aan elkaar verbonden duintongen \ryaarvan de genese

geassocieerd is met getijdegeulwerking (Bredenegeul tussen Bredene-bad en De Haan). Volgens hem migreerdedeze geul in oostelijke richting. Briquet (1930) lanceerde voor duinvonning aan estuaria en geulmondingen termenals "poulier" en "musoir" (zie Fig. 2.1). Een "poulier" is een haakwal van relatief grover materiaal(accumulatielichaam) die zich in de richting van de dominante stranddrift ontwikkelt. Op deze zandtong wordtduinvorming mogelijk. Een "musoir" (lijzijde ten opzichte van de dominerende stranddrift) daarentegen is aan erosieonderhevig. Mostaert (1985) spreekt van een sedimentatie onder de voûrì. van een "interne poulier" op de oostelijkegeuloever, Op deze plaats werden zandplaten hoog opgesedimenteerd en,,verden het potentiële aanvoergebieden

voor eolische werking. Resten van de "exteme poulier" zouden gedeeltelijk bewaard zijn onder de recente

duinengordel. De Moor & Declercq (1995) suggereren bijkomend onderzoek om na te gaan of de gebruikte termenvoor de "tidal inlet" van Bredene toepasselijk zijn,

B

Terre ingepet,ens Bhttsijde

F

\

Pr

\

Fig. 4.4. ; Evolutie van een estuarium waarbij F de kustdrift, V de successieve binnendríngende vloedstromen, M depositie van de musoir en P de positie van de interne en externe pouliers zijn (Briquet, 1930),

Meerdere aspecten uit de uitgevoerde bodemkundige prospectie wijzen erop dat het hier gaat om een bedolvenstrandafzetting, die op sommige plaatsen vrij dicht bij het oppervlak ligt en kalkrijk (schelpen) is, waarop zandeolisch werd afgezet. Het afirisselend sedimentatiepatroon van afuisselend frjne bandjes van klei en grover zandvormt een belangrijke aanwijzing. Ook Mostaert (1985) heeft onder deze subiecente duinen grof zanã aangetroffen(behorend tot het strandfaciës), waarin afiryisselend kleilaminatie voorkomt, De klei zou aangevoerd zijn uit hetachterliggende wad, door herwerking bij de oostwaartse migratie van de geul, Hij onderscheidt de grove zanden vande wadsedimenten, omdat op dergelijke hoogtes t o.v. de hoogwaterlijn in normale omstandigheden enkel kleisedimenteert. De vernoemde eolische afzetting zou door de mens al heel woeg geëgaliseerd zijn.

4.2.1.5 Voormalis bodemqebruik en beheer. Vestiging van eerste strandvissers en boeren is niet gekend, eerste boerderijen op de duin-polder overgang met

o.a. het Jacobinessenhof dateren vermoedelijk van rond de helft van de 16 de E.. De geraadpleegde Ferr¿ris- en topografische kaarten duiden vooral (natte) weiden of heide als bodemgebruik

aan. Akkerpercelen zijn niet of nauwelijks terug te vínden. Voor de eerste wereldoorlog was het gebied een heidebegraasd door schapen. 'S Avonds werden de schapen verzameld en ondergebracht in een soort stal -.'eenhurden" - gelegen in de polden (Zwaenepoel, 4., 1985).

. Tijdens de eerste wereldoorlog bouwden de Duitsers op de Bredense heide, nabij de Jacobinessenhoeve vanZwaenepoel, Batterij Deutschland, de zwaarste van gans de kusWerdediging. De batterij beschikte over 4kanonnen van 38 cm die opgesteld stonden in betonnen beddingen van 20 m diameter. Op de luchtfoto's komeneen arintal ronde stnrcturen voor die de batterijen zouden kunnen zijn, De kanonnen werden werden via sporen(cfr. profiel 12110/95/16 onder $ A.2.3.2.16) aan- on afgevoerd,

o In 1920 werd een gedeelte van de heide gelegen op de grensscheiding Bredene - Klemskerke aangekocht door deS,A. Belgian Littoral om tot zandontgirurengen over te kunnen gaan. In 1923 werd op het heidestuk van de S.A.Belgian Littoral een renbaan gebouwd die operationeel was tot 1939 (Eeckhout 1993). De tribune van de"Hippodrome" zou op het einde van de Koerslaan gelegen zijn.Inhet gebouw waar nu het pompstationgeihstalleerd is, werden toen de weddenschappen afgesloten (Mondelinge mededeling, Van Driessche). Via deKoerslaan bereikten de bezoekers de renbaan vanafde speciaal aangelegde hamhalte "Hippodroom" op deKoninklijke Baan (Eeckhout, R., 1993), Op luchtfoto's (Eurosense, 1989) is de ovale structuur van een renbaante herkennen.

. Tljdens de fweede wereldoorlog werden de installaties door de Duitsers opnieuw in gebruik genomen €n pasbegin de 5O-igerjaren rverden ze deels gesloopt en afgedekt met 60 cm grond.

¡ Na de oorlog werden er putten geboord voor dc waterwinning. Voor de verbindingsleiding werden er sleuvenopengelegd en weer dichtgemaakf. Ook dit heeft bodemverstoring met zich mee gebracht. Het gebied heeft dewaterwinningsfunctie tot op vandaag behouden. Jaarlijks mag250 000 m3 water gewonnen worden; de huidigewaterwinning wordt enkel gebruikt voor het opvangen van piekmomenten tijdens het zomerseizoen.

9

Teteingegevens - Vlaamse kust Blutsijde

4.2.1.6 Factoren bodemvormins

A.2.1.6.1 MoedermateriaalVolgens Ameryckx (1954) is dit gebied opgebouwd uit middeloud duinzand (tussen de Duinkerke I- en II-transgressie afgezet, dus omstreeks de lste eeuw na Christus). Volgens De Ceunynck (1987) dateert ditduinencomplex uit de 10de eeuw (op het einde van DII).

4.2.1,6.2 Substraatfüof zand uit het strandfaciës afgewisseld met laagjes klei, aangevoerd uit het achterliggende wad (Mostaert, I 985)^

A.2.1.6.3 Ouderdom van de bodem

Al naargelang het aangenomen tijdstip van de afzetting kan de genese vanaf de 2de of de 10de eeuw gestart zijn. Hetis waarschijnlijk dat die pas definitief vorm gekegen heeft na de (voor dit gebied) laatste transgressiefase, dus na de

Sste eeuw (einde DtI).

A.2.1.6.4 GeomorfologieHet gebied ligt topografisch iets hoger dan de omliggende poldergronden. De microtopograf,re is sterk beihvloed

door menselijke activiteit, De bodemkaart (1954) spreekt van genivelleerde duingronden. Op de topograf,rsche kaartzijn delen van het tracé van de vermeende hippodroom als talud aangegeven.

A.2.1.6.5 KlimaatDe gemiddelde luchttemperatuur bedraagt tn deze omgeving l0'C ; de koudste maand (anuari) heeft als gemiddelde

3.5oC, de warrnste fiuli) 16,5"C. De jaarlijkse neerslag is gelijkmatig verdeeld en de normale is 655 mm.

Tabel 4.4 Normale voor I(lemskerke - De Haan

*P : Maandelijkse neerslag in mm (Dupriez & Sneyers, 1982)** Tmax, Tmin : Gemiddelde maandelijkse maximum en minimum temperatuur in oC (Sneyels & Vandiepenbeeck,r98s)

A.2.1.6.6 Geohydrolog¡e en hydrologieBoorbesckijvingen uitgevoerd ter hoogte van de waterwinning in Bredene (zie Blutsijde) tonen aan dat de

watervoerende laag uit 7 eenheden bestaat, Het Tertiair werd niet aangeboord. Eenheid I - de onderste - isvermoedelijk de basis van het grondwaterreservoir; eenheid2, 5 er.7 zrjn de wateryoerende lagen en bestaan uit fijntot middelmatigzand; eenheid 3,4 en 6 zijn halfdoorlatende of slecht doorlatende lagen bestaande uit zandige klei,grijs fijn tot middelmatigzand met leem (Martens et al,, 1995).De huidige hydrologische toestand wordt bepaald door de waterwinning in het domein zelf en door de drainage van

de omliggende polders,

A.2.1.6.7 VegetatieHet terrein is overwegend begroeid met grassen en struiker/bomen, Soorten variëren met de topograhsche positie.Het terrein is over gote delen sterk vergrast met Zandzegge en Geknikt zrenkgras en verder met Duinriet en Echtewitbol. In het oostelijk deel komt een'Wilgenstruweel voor. Verspreid over het terrei¡ is er struweelopslag van

Duindoorn, Ikuipwilg en Brem. Struikheide (CalLunavulgaris), werd geconcentreerd op één locatie \vaargenomen.

4.2.1.6.8 Fauna

Er werden relictgallerijen en keutels van konijnen gevonden. In bepaalde profielen spelen mieren een belangrijke rolin de biologische activiteit. Op de grond werden uitwerpselen van vermoedelijk ganzen en eenden aangetroffen.

4.2.1.6.9 Erosie en sedimentat¡eVan de besproken profielen getuigt er één (profiel l2l10l95ll''l) van eolische activiteit (verstuiven).

4.2.1.6.10 Antropogene invloedDe mens is hier de bepalende factor. Bijna alle waarnemingen wijzen op een vonn van verstoring (zie $ 4.2. 1.5)

door afgraven, ophogen, compactie door paarden en artillerie, toevoer van nutriënten (N, P),...

JFMAMJ JASONDjaaTPtr

Tmaxt*Tmin

51

5.3

0.2

42s.91.0

43

7.82.4

4210,95,4

4614.48.0

5017.2ll.1

4919,013,3

6619713 1

6',7

l8,311,3

69

14.2

1.8

62

9.44.2

58

6.21.4

6s512.46.6

10

Terueingegevens Blutsijde

4,.2.1.7 Onstenigheid: restanten van allerlei constructies uit WOI en WOIIsaliniteit en alkalìniteit: geenorganìsch materiaal: humus van verschillende types, naargelang de topografische ligging (rug versus depressie) ende vegetatievormkorstvorming: geen

miuorelÌëf : menselijk geihduceerd (zie g 4,2. L5)compactie: vrijwel algemeen op vrij geringe diepte, op sommige plaatsen heel intens (voormalige hippodroom)

4.2.2 ALGEMENE INFORMATIE OVER IIET TERREIN\ryERI(

4.2.2.1 Terreinwerk uiteevoerd op 29-3-1995terre inw er k : 29 -3 -199 5

duur terreinwerk: I uuraanwezige personen: G. Rappé, R. Langohr, C. Ampelocalìsatie: ten zuiden van het waterwingebied tussen de Heieweg en de BatterijstraatBelgische bodemkaart; Cl ; droge geëgaliseerde duingrond, C2 ; middelmatig vochtige geëgaliseerde duingrond,C3 : natte geëgaliseerde duingrond, Da : duinzand op variërende diepte rustend op poldergronden, Db : slibhoudendduinzand, op variërende diepte doorgaans rustend op polderafzett ngen, Z; uitgezande gronden.Omliggende bodems : De omliggende polders behoren tot het Oudland (Ameryckx, 1954). Sedimenten van deDuinkerke Il-transgressie liggen er aan het oppervlak. Het gaat vooral om (relatiefhooggelegen) kreekruggronden.De meeste kreekruggronden zijn kalkhoudend (Ameryckx, 1954). Ten westen van het besproken gebied, aansluitendop de landinwaartse arm die als duingebied gekarteerd is, ligt er ook een beperkte oppervlakte met oudekleiplaatgronden. Deze rusten op vrij geringe diepte op Duinkerke l-klei. Ze zijn dikwijls sterk tot volledig ontkalkttot op zekere diepte (Ameryckx, l954)(Bodemkaart van België, l/20 000, Bredene 22,W,MGI, 1954).andere bodemkundige gegevens i geenhoogte:3.75 - 5 m T.A.W. (topografische kaart, Bredene 12l3, NGI, 3de uitgave, 1986, l/10 000)weercondities gedurende het teteínwerlc: zeer veel wind (1014.1 hPa, bewolkingT-5-5-4 octas op 0-6-12-18 uurresp., n:8uurl2min, Tmax : 7.8"C, Tmin: 2,3oC, R.H, gemid. : 64o/o,P :2.1Vm2, u gemid. : 39 km/uur uit het Ntot NNW)(weerstation Middelkerke, K.M.L, 1995).hydrologie: grondwatertafel buiten boorbereik (1.25 m), beinvloed door de waterwinningvegetatìe: weidentiuoreliëf : vlak, genivelleerd

L.2.2.2 Alpemene informatie het terreinwerk on 12-10-1995terreinw erk : 12-10-199 5duur terreínwerk: 1 dagaanwezige personen: R. Langohr, C. Ampe, G. Louwagie, T. SveistrupBelgische bodemkaqrt: Cl : droge geëgaliseerde duingrond, C2 : middelrnatig vochtige geëgaliseerde duingrond,C3 : natte geëgaliseerde duingrond Da : duinzand op variërende diepte rustend op poldergronden, Db : slibhoudendduinzand, op variërende diepte doorgaans rustend op polderafzettingen, Z: uítgezande gronden (Bodemkaart vanBelgië, ll20 000, Bredene 22,W,MGI,1954).andere bodemkundige gegevens i Beenhoogte :3.75 - 5 m T.A.W, (topografische kaart, Bredene l2l3, NGI, 3de uitgave, 1986, 1/10 000)weercondities : zeer dikke mist die slechts na middag optrok, erna droog en zonnig (1022,0 hPa, bewolking 8-8-7-loctas op 0-6-12-18 uur resp., n:3uur 6min, Tmax: 19.8'C, Tmin: 14.0"C, R.H. gemid. :9ïYo,mist <1000m:794mn,<500m:477min,<200m:202mtn,P:0Vm2,ugemid.:l3km/uuruithetStotSSE)(weerstationMiddelkerke, I(.M.I., 1995).hydrologie: grondwatertafel buiten boorbereik (l,25 m); beinvloed door de waterwinningvegetatie: l0 jaar gelcden ; Heidestruiken; Brem; nu sterk vergrasd en veruigd

terreinwerk : 26-10-1995, 3 1-10-1995, 9-l 1-95, 13-l l-95duur terreinwerk: 4 dagenaanwezige personen: C. Ampe, G. LouwagieBelgische bodemkaart : zie $A2.2.1andere bodemkundige gegevens i geenhoogte:3,15 - 5 m T.A.W, (topografische kaart, Bredene 1213, NGI, 3de uitgave, 1986, l:10 000)

11

27 26 25aao\

?t\t22)4 23

't3a 3t zea. ar.2

.4.2O

ABLUTP2

.12

¡5 ¡7 a8

Fig. 4.5 Blutsüde (V.M.W. - gedeclte). Lokalisatie vm de boringen en proficlpunen.

I pofielputa lcrcinobswaties :

I tot20 : obæryalis lylolgsll toì lulu9sl2o2l ¡ot 27 : obscruaties 26110195ll to.26ll0l95l728 : ob$Palic 3 t/t0/95/l

o 125 M

o14.1

.3

BLUTP,I

.19

HN

.17

.1811l

I

I

Terreinge4evens - Vlaamse kust Blußijde

weercondities :

¡ 26-10-1995 : grijs met fikse regenbui (1015.3 hPa, bewolkin92-2-8-8 octas op 0-6-12-18 uur resp,, n:0 min,Tmax: 16.6oC, Tmin: 8.6'C, R.H. gemid. : g3yo,P:0.8 lln? gedurende luur 51 min, u gemid. :20 km/uuruit het S);

¡ 3l-10- 1995 : droog maar zeer mistig (1028.4 hPa, bewolkin g2-7-7-B octas op 0-6-12-18 uur resp., n:42 min,Tmax: 9.6oC, Tmin : 0,8oC, R,H. gemid. : 700o/o, mist <1000m : 1343 min, < 500m: 1145 min, <200m :805 min, P : 0 Vm2, u gemid. : 6 km/uur uit het ENE tot SSW);

¡ 9-l l-95 : bewolkt en regen (1016.9 hPa, bewolkingT-7-8-8 octas op 0-6-12- l8 uur resp,, n : 0 uur 12 mn,Tmax : 14.0 "c, Tmin : 9.1 oc, R.H. gemid. :960/o, P : 0,4 l/m2 gedurende 2 uur en l6 min., u gemid. 11km/uur uit het S tot Srü);

¡ 13-1 I -95 : bewolkt (1015.5 hPa, bewolking 5-4-7 -7 octas op 0-6-12-18 uur resp., n : I uur 0 min. Tmax :15.1 'C, Tmin : 6.7 "C, R.H, gemid. :92Yo, P : <0 Vrn2 gedurende 2l min, u gemid. l3 km/uur uit het ESE totW) (weerstation Middelkerke, I(.M.L, 1995).

hydrologie: grondwaterstand > 1.25 m, beinvloed door de waterwinning

4.2.3 TERREINWAARNEMINGEN AAN DE IIAND VAN BORINGEN

A.2.3.1 Terreinobservaties op 29l3i95zie fi9.4.5 voor de lokalisatie

4.2.3.1.1 Síte 29/3/95/1

Vegetatie :weideProfiel :boringAl : 0-5 cm : licht humeus zandA2p : 5-35 cm : licht humeus zandC :35-45 cm : kalkrijk zandIIA,p : 45-65 cm : oude ploe glaag, zeer homogeen, bijna geen peper en zout, ontkalktIIBCI : 65-80 cm : ontkalktIIBC2.fe? : 80-95 cm : roest met gley, zeer homogene kleur, ontkalktIIBC3 : 95-100 cm: ontkalktIIC: 100-120 cm: ontkalktcompactie :20130, zeer weinig mollenBemonstering: geen

4.2.3.1.2 Site 29/3/95/2 :

Vegetatie : weideProfiel :boringAl : 0-10 cm: ontkalkt, donkerhumeus zand, sterk doorworteldA2,p : 10-35 cm : ontkalkt, donker humeus zand, sterk doorworteldE? ; 35-50 cm ; ontkaþ grijsbruin zandB.ir?fe? : 50-85 cm : ontkalkt, roodbruin zand, door redoximorfie of door podzolisatie?C : +85 cm : ontkalkt, bleekgeel zandBemonstering : zie tabel 4.5

4.2.3.1.3 Site 29/3/95/3

Vegetatie :weideProfrel: boringklei op zand (C) kalhijkBemonstering : geen

4.2.3.2 Terreinobservaties op 12110/95

zie fig, A..5 voor de lokalisatie

4.2.3.2.1 Profiel 1211019511

Ten zuidwesten van het pompstation, aan de noordkant van het terreinCompactie op 26 cm met vlakke en op 70 cm met volle handProfiel (boring) :

Al.hA2.a

13

Terreingegevens - Waqmse kust Blutsijde

EBc? :bruinBCC : 80-90 cm : reactie met HCI + schelpfragmenten2Cr? : + 90 cm : reactie met HCI + schelpfragrnenten, kleur van reductie, tamelijk grof zand met kleibolletjes

(strandafzetting)Profìel (putje) :

Het'þeper en zout"(=kwartskorrels en organische excrementen)-effect wijst op een natuurlijke vegetatie (mogelijks

heide ofbos) onder rustige omstandigheden (indien de bodem sterk geturbeerd zou zijn door bijvoorbeeld ploegen

dan zijn de kwartskorrels bedekt met organisch materiaal). Onder zure omstandigheden begint het Fe immers temigreren en blijven de kwartskorrels bloot achter.Bemonstering : zie tabel 4.6

A.2.3.2.2 Profiel 1211019512

Boring op 3 m van boring IReactie met tICl vanaf 90 cmB-horizont minder bruinBemonstering : zie tabel 4.6

A.2.3.2.3 Profiel 1211019513

Bij een bunker : de bovenste horizonten zijn afgegravenCaCO3 op 45 cm : de decalciftcatiediepte komt overeen met deze van de profielen 1 en 2 indien men rekening houdtmet het afgegraven gedeelte.

Bemonstering : zie tabel 4.6

A.2.3.2.4 Profiel 1211019514

Bovenop talud : heel diepe ploeglaagVegetatie '. Zardzegge (Carex arenaria)Profiel (boring) :

LFH : 5-0 cm : humus waarschijnlijk van het mor-tlçe (scherpe grens met minerale A-horizont)A,a : 0-40 cm : "peper en zouf' : eventueel begin van podzolisatieBLh/ir? :40-65 cm: bruin, podzol?B2,h/ir? ; 65-90 cm : lichter bruin83.fe ; 90-110 cm ; met mottlesB4,fe : + 110 cm : volledig ontkalkt, ook met mottlesCompactie op 14118 cmBemonstering : geen

A.2.3.2.5 Profiel 1211019515

V e getatie : Duinriet (C a I a m a gr o s ti s epi g ej o s)Humustype : meer gemengd, veeleer van het moder-typeProfiel (boring) :

A1.a : 0-30 cm : humeus zand, st€rk doorworteldA2,a:30-40 cm : humeus zandB : 40-70 cm : bruin, maat niet roodBC : 70-110 cm : lichterbruinC : + 110 cm : reactie met HCl, witzaîd, nog steeds wortels - de beworteling is heel diep hierCompactie op 10/20 cmBemonstering : zie tabel ,A..6

4.2.3.2.6 Profiel 12110lS516

In depressie, dichtbij (noord)oostelijke omheining, parallel met de W'eststraatVegetatie : Grauwe wilg (^Søllx cinerea), met ondergroei van BraamFauna: regenwormenProfiel (boring) :

LFH: 5-0 cmÃ.a: 0-20 cm ; "peper en zouf in verschillende concentratiesAC.r'? : 20-45 crr': kalkrijk zand, bleke kleur (wijst op reductie door een vroegere, hogere grondwaterstand

waalbij al het aanwezige Fe afgevoerd is)AC? : 45-70 cm : humusrijk zand

L4

Terreingegevens - Vlaamse kust Blutsiide

C.r? : 70-80 cm: gereduceerde laag2O/A? :80-100 cm : zandig veen3C.r? : +100 cm : gereduceerd grijs zandHumusprofiel (putje) : transitie tussen O- en A-horizont is heel gradueel, mogelijks van het zure mull-typeOp grotere diepte zijn er meerdere humeuze lagen waat te nemen. Ze zijn ontstaan uit verrotte, horizontaal lopendewortels.Compactie op26 cmBemonstering : tabel 4,6

4.2.3.2.7 Profiel'l2l10l95l7Profiel in depressie (voormalig moerassig gebied)

Ontkalking iets dieper dan deze vanprofiel 6Bemonstering : geen

4.2.3.2.8 Profiel 1211019518

In depressie, vlakbij profiel 7, in de hoek (Weststraat en Molenstraat) van het terreinVuilnis gedeponeerdBemonstering l geen

4.2.3.2.9 Profiel 121',019519

In de hoek van het domein, langs de BatterijstraatVegetatie : Populier, met gras als ondergroeiProfiel (boring) :

A.a : 0-30/35 cm : vermengdB.fe :30/35-70 cm : roestvlekkenC :+70 cm:Compactie op 8/10 cmReactie met HCI vanaf 70 cmBemonstering : geen

A.2.3.2.10 Profiel 12l10l95l10

Op opgeworpen strook aan de zuidrand van het terrein (Heieweg), tussen de oude en de nieuwe draadVegetatie : Veldbeemdgras (Poa pratensrs) en Zandzegge (Carex arenaria)Fauna ; mieren (in grasland heel goed voor bioturbatie)Profiel (boring) :

0-20 cm : opgeworpen grond20-90 cm; Ala : heel homogeen, heel compact lijkt op plaggenhorizont, met steenfragmenten90-125 cm : BC? : grijsachtig bleek zand, geen reaotie met HCICompactie vanaf 8/10 cmHumusprofiel þutje) : heel weinig L, geen O, mulBemonstering : geen

4.2.3.2.11 Profiel 12110195111

Op de vermeende oude renbaan : afgegraven teneinTalud van ongeveer 1 m tussenprofiel l0 en 1lProfiel (boring) :

Al.a : 0-2/6 cm : homogeen, donker humeus zand, zeer sterk doorworteldA2,a :216-18 cm : heel homogeen, humeus, heel compact, toch sterk doorworteldA3.br? : 18-24/27 cm : reductieverschijnselen/compactie (stagnogley)C 1 . (fe) : 24/27 -38 cm '. zeer lichtbruin zandC2 :38-75 cm : geen vlekken meer, wit zand2C1.(fe) : 75-80 cm: roestvlekken, kleiig zand2C2.(fe): 80-100 cm : roestvlekken2C3 : 100-125 cm : schelpen (sediment van de strandvlakte), heel natCompactie op l8 cmCaCO¡ dichtbij het oppervlak, ontkalkt tot 30 cmGrondwatertafel waarschijnlijk op 140 cmProhel (putje) :

0-216 cm: veel wortels2/6-18 cm: veel wortels

15

Terreingegevens - Waamse hnt Blutsijde

18-24127 cm : heel scherpe grens, heel compact, weinig wortels, donker, humeus24127-38 cm : roestvlekken, ontkalkt, weinig wortels+38 cm : kalkrijk bleekgrijs zandBemonstering : tabel 4.6

4.2.3.2.12 Profiel 12110195112

Langsheen centrale sleul nabij kruispunt van centrale en meest zuidelijke sleufProfiel (wand) :

60-0 cm : ophoging, waarschijnlijk bij de aanleg van de hippodroom; heeft tot gevolg dat de bedolven bodem min ofmeer beschermd is tegen verdere verstoring,A ; 0-3/5 cm : zand rijk aan organisch materiaalAlE:315-13 cm : lichtbruin zand, overgangshorizont,"peper en zout"B.h/ir? : 13-44 cm : licht roodbruin zand, bioturbatie door mierenBC: +44 cm : lichtgekleurd bruinachtígzandBemonstering : tabel 4,6

A.2.3.2.13 Profiel 12110195113

Ten westen van het pompstation, in een sleufCaCO3 op 25130 cm, schelpen vlak onder de A,a-horizont zichtbaarBemonstering : geen

A.2.3.2.14 Profiel 12l10l95l'14

Vlakbij oud boringspunt (44)Ontkalkt tot 45 cmBemonstering : geen

A.2.3.2.15 Profiel 12110195115

Tussen boringspunt A4 en de zuidoostelijke grens van het terreinVegetatie : Juncus + gras, vlakbij een bosje metHippophaëVerstoord profiel : sterke vermengingCompactie op 12l13 cmOntkalkt tot op 55/60 cmBemonstering: geen

A.2.3.2.16 Profiel 12110195116

Ten zuiden van een wilgenbosje, aan de zuidoostelijke grens, tussen vermeende voormalige sporen; het oppervlak is

bultig.Vegetatie : Zandzegge (Carex arenariø)Profiel :

LFH:5-0 cm: mor'-typeA.bi:0-3/4 cmE.bi:314-76/18 cm : grijsachtig humeus zandB.h.bi.ir? : 16118-35140 cm : podzol2NE? :35/40-90 cm:2B.h? :90-110 cm; witzand2C : +110 cm : droog wit zand met wortels þenehatie dus mogelijk), reageert met HCI Compactie vanaf 16 cm

Bemonstering : tabelOp de plaats vaï deze boring werd een profiel opengelegd, zie verder $ A.2.4.8, profiel 2611019518 - BLUTP1

A.2.3.2.17 Profiel'12110195117

Langs de zuidoostelijke grens, maar zuidelijkerHeel homogeen profiel met nagenoeg egale kleur, geen horizonatieEen begraven Ah-horizont op 22 cm, overstoven door zuur materiaalVolledig ontkalkt profielA:0-10 cmBC : grijsbruin tot bruin zandC? : bruin tot gelig bruin zandCompactie op 40 cmKonijnengallerij en (relict)Bemonstering : tabel 4.6

16

Terreingegevens - Yløamse kwt Bhttsijde

4.2.3.2.'18 Profiel 12110195118

Op vermeende renbaanProhel(boring):0-22 cm: zeer humeus zand22-30 cm: witgrijs zand30-50 cm : roesWlekken50-75 cm : B.h.ir? : zand met kleibandjes+75 cm : C.fe : ontkalkt wit zand met roestvlekkenHeel compactProfiel (putje) :

5/8-0 cm: O0-10 cm: A10-15 cm : humeus materiaal gemengd met silt15-22 cm: humeus zand+22 cm: witgrijs zandBemonstering : tabel 4.6

4.2.3.2.19 Profiel 12110195119

podzolprofiel:AIB2hlir?B2fe : roestvlekken als gevolg van een lage(re) ligging (invloed van de grondwatertafel)CBemonstering: geen

4.2.3.2.20 Profiel 12110195120

Ten westen van de centrale (noordwest-zuidoost)wegVegetatie : Hippophac (4 m hoog)Humeus zand met kleiGeen compacte zatdlaagVochtigerReactie met HCI ;kalkrijkBemonstering: geen

Tabel4.5 B de. Overzicht van en reactie met HCI*

TabelA,6 Overzicht van t2n en reactie met HCI*

Monster Diepte Florizont Kleur (vochtig, Kleur (vochtig, I(leur (droog ReactieHCI*

ICeur (dloog,Am.

29l3l9sl229t3t951229t3t95t229t3/9st2

35-4560-70100-l l0

A2.pEB.irfe?C

10YR 3/210YR 4 5/67.5YR 4.5/6IOYR 5/ó

8.6yF.2.6t1.27.4YR 3.1/1.86.9YR 3.1/39.4vF.4,112.6

tOYR 5/27sYF.5l27.5YIr 6/6+5YR 4/610YR7t2

9.2YF.4.4n.879vF-4.412.17.6YR 4.7/3.89,8YR 6.0/2.8

I

Diepte(cm)

Kleur (vochtig,Am. Munsell)

Kleur (vochtig,colorimeter)

Kleur (droog,Am.Munsell)

Kleur (droog,colo¡imeter)

ReactìeHCI*

Monster Horizont

t2n0t95n12t10t95t1

80-9095-1 05

2.5Y 514

2.5Y 612

0.1Y 5.0/3.3t.9y 5.3t2.4

lOYR 6.5/3.52.5y 7t3

0.2Y 5.6t3.21.7Y s.8t2.s

C2C.r ++

l0YR 5/6 8.3YR 4.3/3,712/10t95t2 20-30 B 8,lYR 4.3/4.1 7,5YR 5.5/710YR 5/6 9.7YR 5.5/3.69.5YR 5.1/4.0 loYR 6.5/3.5t2lr0l95l3 30-40 B

12t10195t5

l2^0t95/512/10t951512t10t95/5r2n0t95ts

10-2030-4050-6090- l 00I 10-120

8.5YR 3.3/1,98.3YR 3,5/2.68.4YR 3.9/3.09.7YR 4.9/3.8l3v 5.U2.6

lOYR 4.5/1.510YR 5.5/2lOYR 5.5/2.51OYR 6.5/3.5zsY 7t2

8.7YR 4.1/1.88.5\R 4.8/2.48.6YR 5.0/2.79.9YR 5.8/3.3l3Y 6.412.3

Al.aA2,aBl,h/ir?B3.feB4.fe

loYR 3/310YR 4/3lOYR 5/41OYR 6i42.5v'Ì/2 ++

t2/10t95t6tzlt0l95l6t2lt0t9s/612/10t9s/6tzlt0t95l6

5-28-1120-2590-100115-l2s

6,3YR 2.0/1.57.gvP'2,511.10.7Y s.2t2,47.4vP.2.010.7t3Y 3.slt.z

t0YR 3,5/21oYR 3/12.5 Y7121OYR 3.5/l25v 6.5/2

6,&vP.2.712.0o.tY 4.3/1,30.7Y 6.212.1

8.1YR 2.6/0.9l.5Y 5.4/1.5

loYR 3/310vP.2l225Y 612

loYR 3/l2.5Y 3,511

(+)AC r'? ++20?3C,r? ++

oAa

0-2t6l0-14t8-24127

9.2YR-2.7/1.39.6YR 3. 1/l .69.6YR 2.9/1.8

rOYR 2.5/1lOYR 5.5/21oYR 5.5/2

9.0YR 3, 1/1 .5

9.6YR 4.1/1.70.rY 4.1/1.8

Al.aA2.aA3.br?

1oYR 3/2IOYR 4/21oYR 3/2

l2ll I12/10195lILt2/t0t95lrr

77

Teweingegevens - Vlaamse kust Blutsijde

Monster Diepte(cm)

Horizont Kleur (droogAm Mrnsell'ì

Kleur (droog, ReactieHClr

Kleur (vochtig,Am. Munsell)

Kleur (vochtig,¡nln¡inatp¡\

r2n0t95lllt2lt0/951lLL2l10195ltt

38-4550-6575-80

C22C1.(fe)2C2.(1e)

2.5Y 612

2.5Y 6/2zsv 5/4

t.5Y 5.412.52.4Y 5.512.3

3.tY 4.s12.2

2.5Y 1.512

25Y 1.513

25v 6.512

t.8Y 6.212.2

2.5v 6.511.93,0Y s.312.2

+++++++

t2lr0t95t12t2l10195lt2r2lt0195/t212lL0/95112L2lt0l95lt2

10YR 5.5/5lOYR 4.5/1,5lOYR 5.5/2.5loYR 5.5/3.sloYR 6.s/5

8.6YR 4.6/4.18.7YR 3.9/1.68.zvB'4,612.38.oYR 4.9/3.29.7YF.5.413.5

0-3ls3ls-8/913-2244-5J

B2feAA/EB.h/ir?BC

10YR 5/5.510YR 3/210YR 4/3

7sYF.4l410YR 5/4

8.2YR 4.1/4.38.4YR 3,4/1,77.8YR 3.5/2.37.6vR.4/3.59.6vR.4,813.7

tzlt0t95t16t2lt0t9sll612n0t9slt6t2/10l9slt6r2lt0/95116121t0t95n612lt0t9slt6\2n0t9511612lr0t95lt612/10/95116

5-00-3/45.5-1 I22-2740-4865-7270-8090-100l l0-1201t5-125

oA,biE.biB.hir? bi2An2E28.h2BC3zBC2C

7 5YR 3/2.5t1]1F.212lOYR 3/3

7sYR 414

rOYR 5/41oYR 4/31OYR 5/41OYR 6/3.51oYR 6/3

zsv 6/4

6.9yR 2.li 1,8 7.5YR 3.5/3 8.0YR 2.8/2.5

8.tvP.2.2l1.l loYR 3,5/1 9.4YR 2.8/l.l73YR3,2/1.8 7.5YR5.5/2 8.0YR4.2/1,87.',7yR413.2 10YR 5.5/3.5 8.0YR 4.7/3.0

8.7YR 4.3/3,0 10YR 5.5/3 8.8YR 5,0/2.8

9.6vR4.312.9 10YR 6/3 9.5YR 5.3/2,8

8.8YR 4.3/3.8 10YR 5.5/4 9.1YR 5.2/3.6

9.5yR 4.5/3.1 10YR 5.5/3.5 9.7YR 5.4/3.0

9.8yR 5.0/3.5 10YR 6/3 0,1Y 5.9/3.0

0.5Y 5.3/3 10YR ó.5/3 05Y 6.212.8 ++

t2ll0l95l17t2n0/95t17l2n0l95lt7

5- 10

28-3545-50

loYR 4i2.51oYR s.5/2,5r OYR 5.5/3

8.4vF.4.212,08.4vR4.'112.58.9vF.5.212.9

ABCC

1OYR 3/3

10YR 4/3

10YR 4/3

8.4YR 3.2/1,88.OYR 3.8/2.88.8YR 4,3/3.0

t2lr0/95118tzlt0t95n8

55-6575-80

7.svF'4,5147.sYR 4.5/4

'7.9YP.4.613.7

8.3YR 4,5/3.3B.h/ìr?C.fe

7.5YF.4l47,sYF-414

7.6vR3.713.7LIYR 3.5/3.3

*verklaring van de gebruikte symbolen gebaseerd op FAO/ISRIC-handleiding (1990) :

- niet kalkhoudend : geen zichtbare of hoorbare opbruising(+) licht kalkhoudend : geen zichtbare, maar wel hoorbare opbruising+ matig kalkhoudend : zichtbare opbruising++ sterk kalkJroudend : heel goed zichtbare opbruising met een lichte schuimvorming+++ extreem

A.2.4 TERREINWAARNEMINGEN AAN DE HAND VAN PROFIELPUTTEN EN DE

LABORATORIUMGEGEVENSzie frg. A,.5 voor de lokalisatie

^.2.4.L Profiel 26/10/9511

Profrel vlakbij pompstation op de centrale dwarssleufA.a: 0-15120 cm : licht humeus zand

BCl,fe i 15120-50 cm : roestvlekken, bleekbruin geligzandBC2.(fe) : 50-70 cm : horizont is iets bleker met minder roestvlekken, zand

BC3,fe :70-10l/103 cm : horizont met duidelijke toestvlekken, zand

2Cl : 1011103-1021104 cm : kleibandje met juist er boven grote schelpen, grijze kleur2C2: 1021104-116/ll1 cm : gebleekte zandige horizont, grijze kleur2C3 : 1161117-1171118 cm : kleibandjegrijze kleur2C4 : llTlllS-1,26 cm : gebleekte zandige horizont, grijze kleur2C5 : 126-145 cm : donkergroene horizont, grijze kleur(: kleur vanaf 101 cm, droog)Profiel is kalkrijk vanaf het eerste kleibandje; ongeveer 100 cm'

Bemonstering : zie tabel A. l3

A.2.4.2 Profïel 26/L019512

Profiel langs de sleuf het dichtstbij het pompstation, westelijke kant

A.a: 0-10 cm10-46 cm : B.fe : roestvlekken, hier en daar nog een humeuze vlek, oude konijnegallerijen?

46- 1 00 cm : 2C : groengrijze kleur met kleibandjes en schelpen

Beworteling doorheen het gehele profielReactie met HCI vanaf 30 cm diepte, Misschien ter hoogte van 30-33 cm een zwak kleibandje.

Bemonstering: geen

18

Terreingegevens - Vlaamse kust Blúsijde

4.2.4.3 Profiel 2611019513

Profiel langs de sleuf het dichtstbij het pompstation, westelijke kant0-16 cm: A.aB.fe : 16-50 cm : roestylekken2C : 50-80 cm : groengrijze kleibandjes met ertussen blekere zones en schelpen.Reactie met HCI vanaf 52 cm diepte is zeer zwak, vanaf 68 cm zeer sterk.Bemonstering: geen

4.2.4.4 Profiel 26/1019514

Profiel langs de sleuf het dichtstbij het pompstation, westelijke kantMinder roestvlekken dan in profiel 3.

Al.a: 0-23 cm ;

A2.a:23-28 cm : iets blekerB.(fe) : 28-50 cm : duidelijke tot zwakke roestvlekken, bruin2Cl ; 50-58 cm : serie van kleibandjes, licht bruingrijs2C2 : 58-70 cm : licht bruingrijs zand2C3 :70-78 cm : kleibandjes, grijsbruin2C4 :78-100 cm : groengrijs zand met veel schelpenBeworteling tot 90 cm diepte,Reactie met HCI vanaf T6 cm diepte.Bemonstering : zie tabel 4.13

4.2.4.5 ProfTel 2611019515

Profiel langs de sleufhet dichtstbij het pompstation, westelijke kantA.a: 0-15/17 cm:BC.(fe) : l5ll7-52 cm : bleek zandmet zeer weinig en zwakke roestvleklcen2CI:52-53 cm: bruinachtig laagje2C2: 53-55 cm : kleibandje2C3:55-61 cm: groengrijs zand+ schelpen2C4 : 6l-62 cm ; kleibandje2C5 : 62-70 cm : groengrijs zand2C6 : 70-72173 cm : kleibandje2C7 :72173-81 cm : groengrijs zand2C8 : 81-83 cm: kleibandje2C9:83-90 cm: groengrijs zand

Ontkalkt tot 52/53 cm diepteBemonstering: geen

L.2.4.6 Profiel 2611019516

Profiel langs de sleuf het dichtstbij het pompstation, westelijke kantAl.a: 0-20 cmA2.a : 20-25 cm : overgangshorizont, minder humeus dan Al.aBC:25-37 cm:2C :37-38 cm,44-45 cm,5l-52 cm : zwakke kleibandjesertussen bleek zand met zwakke roestvlekken60 I 6I -62/ 63 : duidelijke kleibanden+62/63 cm : groenachtigzandSchelpfragmenten reeds vanaf29 cm diepte; grotere schelpfragmenten vanaf60/61 cm diepte.Duidelijke roesWlekken vanaf 75 cm diepte.Beworteling hier enkel in de Al.a en A2,aBemonstering : geen

L.2.4.7 Profiel 26110/9517

Profiel langs de sleuf het dichtstbij het pompstation, westelijke kantAl.a : 0-10/15 cm : zeer humeus zandA2.a: 70115-21 cm : humeus zand

2Cl:21-24 cm: zeer grove schelpen2C2:24-46150 : bleek zandmet enkele zeer zrryakke kleibandjes; enkele zeer zwakke roestvlekken2C3 : 46150-51 cm : kleibandje dat zfchnaar het westen toe opsplitst

L9

Terreingegevens - Vlaamse kust Blutsijde

2C4 :51-57 cm : groengrijs zand met schelpen2C5 : 57-59 cm : kleibandjes2C6 : 59-77 cm : verschillende kleibandjes komen voor met ertussen groengrijs zand2C7 :77-79 cm: schelpenband2C8 :79-115 cm : eronder grijs zand, hiet en daar kleibandje maar niet erg duidelijþ met zwakke roestvlekken;verspreid schelpfr agmentenKalkijk varaf2T cm ter hoogte van de schelpen; aan de westelijke kant is de ontkalking iets dieper.Bemonstering : zie tabel ,A.,13

L.2.4.8 Profiel 2611019518 - BLUTP1

4.2.4.8.1 Algemene informatie de profielputteneinwerk : 261 10195 en 37 ll0l95duurteneinwerk: I dagaanwezige personen: C. Ampe, G. Louwagielocalisatie : in het westelljke deel van het waterwingebied Blutsijde op zo'n 2}-Ialm van de afsluiting, 216,36N -53.9lE (Lambert ruitennet, topografische kaarl, 1:10 000, Bredeno l2l3, 1986, NGI)Belgische bodemkaart : C I : droge geëgaliseerde duingrond (Bodemkaarl van België, 1 :20 000, Bredene 22,W,MGI, 1954)andere bodemkundige gegevens : geen

hoogte :5 - 6.25 m T.A.W.weercondities :26/10/95 grijs en een hkse regenbui; 37110195 : zeer dikke misthydrologie : grondwatertafel > 1,25 mvegetatie : Zandzegge, zeer sterk vemrigdmicroreliëf: profiel ligt tussen 2 paar sporen ofstructuur dat erop lijktgrootte van de sectie : lm diep, 60 cmbreed en 120 cm lang

4.2.4.8.2 Prof ielbeschrijvingH1 :L,F,H:7/0-0cm:strooiselvanZandzegge:dodegrasbladeren,humus,wortelstokken; scherpebegrenzingvan een discontinue horizont.

H2 I A.bi : 0 - 014 cm : zeer donker humeus zand, scherpe begrenzing; discontinue horizont; structuut,consistentie,beworteling, niet kalkhoudend.

H3 : E.bi z +5/5 - 15129 cm: zand, peper en zout, abrupte en golvende begretuing, zeer hjne en frjne wortels vanZandzegge, niet kalkhoudend.

H4 : B.hir?bi: 15129 - 26/36 cm : duidelijke en golvende begrenzing, zand, gallerij van humeus zand ongeveer 8

cm diameter, zeer frjne en ftjne wortels vanZandzegge, niet kalkhoudend.

H5 : IIA.bi z 26136 - 45149 cm : duidelijke en golvende begrenzing, zaîd, zeet fijne en f,rjne wortels van Zandzegge,niet kalkhoudend.

H6 : IIE.bi : 45149 - 56/60 cm : duidelijke en golvende begrenzing, zand, zeer frjne en fijne wortels van Zandzegge,

niet kalkhoudend.

H7 : IlBhir?bi : 56/60 - 72/79 cm ; abrupte en golvende begrenzing, zand, zeer fijne en f,rjne wortels vanZandzegge, niet kalkhoudend.

H8 : IIBC.bi z '72179 - 97199 cm : abrupte en vlakke begrenzing, zand, roestvlekkeî, zeer frjne en fljne wortels van

Zandzegge, niet kalkhoudend.

H9 : IICl.bi =

97199 - 103 cm : abrupte en vlakke begrenzing, zand, lichtjes hard, zeer bros, niet kalktroudend op

het tenein, wel in het labo.

II10 : IIC2.bi : + 103 cm : bleek zand, reageert met HCI

20

Terreingegevens - Vlaømse kust Blutsiide

4.2.4.9.2 Analyseresu ltatenTabel4.7 BLUTPl (profiel 2611019518), Gegevens voor schijnbaar soortelijk gewicht (SSG), water gehalte involumeo/o (WV%) en gewichts% (WW%), totale porositeit (TOTPOR) , %o van de poriën gevuld met water

horizontale secties is berekend over 5

Er werd geen correctie uitgevoerd voor het OM-gehalte

Tabel4.8 BLUTP1 26/1 reactie HCI en van

4.2.4.9.3 Discussie(1) Zakvormige structuur aan de zuidwestelijke kant van de put is waarschijnlijk gevormd door oude konijnenpijpen

die ingestort zijn. Ook op andere plaatsen in het profiel komen cirkelvormige structuren met een grijsbruine kleurvoor die wijzen op opgevulde konijnenpijpen.

(2) Wortels reiken tot de bodem van de put (+ 110 cm diepte), De diepe beworteling kan veroorzaakt worden doorhet meegroeien van de vegetatie met de geleidelijke opbouw van het duin of door het relatief lage schijnbaarsoortelijk gewicht. Argumenten pro de eerstgenoemde reden zijn : de profielhorizonatie (zie 4) en het voorkomenvan verschillende wortels in een bundeltje,

(3) Relatief laag schijnbaar soortelijk gewicht kan verklaard worden door de ontkalking. De biologisch actieve laagvolgt hierbij de ontkalkingsgrens, Ook is de fluctuerende watertafel buiten het bereik van het opengelegde profiel(geen roestvlekken), zodat minder verdichting zal optreden.

(4) De profielopbouw : alhoewel niet erg duidelijk te zien onderstellen we dat dit prof,rel bedolven werd door reedsontkalkt materiaal. Dit zou gebeurd zijn door eolische of antropogene activiteit. De put is immers gesitueerdtussen twee spoorvormige structuren, Hierbij kunnen twee scenario's bedacht worden : l) op het A materiaalwordt BC materiaal afgezet waarin er opnieuw podzolvorrning optreedt; 2) op het A materiaal wordt B.hmateriaal opgestoven en podzolvorming treedt op.

A,2,4.10 Profiel 3llL0l95llProflrel langs de sleuf het dichtstbij het pompstation, oostelijke kantt\.a: 0-22/26 cm : sterk verstoord met donkere humeuze stukken en blekere fragmenten ( van een E horizont?)AE? :22126-27140 cmB.hi¡? ; 27140-44158 cmBC.fe : 44/58-64/80 cm i zeer duidelijke roestvlekken met schelpenband van ongeveer' 3 cm dik en kleibandje van

0.5 cm dikCl : 64180 - 101/109 cm : bleekgrijzehorizont, vagere roestvlekken, discontinue kleibandjesZCl : l01ll09 - 1l5ll l8 cm : bovengrens wordt gevormd door een kleibandje, donkergrijs zand, vage

roestvlckken, discontinue kleibandjes2C2 : ll5ll 1 8 cm - 120 cm : schelpen, sterker gefragmenteerd dan de bovenste band2C3 : 120-124/125 cm: iets lichter grijs met schelpfragmenten, roestvlekken3C : 1241125 - 126/127 cm: kleibandjes, 2 cm dik

diepte (cm) horizont parameter SSG (g/cm3) WV% wl|4i% TOTPOR%' PORV/AT%Ia1 A,bi

B.hirbi

IIE.bi

IIBC.bi

xoX

oX

oxo

1,3 6

0.06

1.54

0,03

t.470.041.49

0,03

17.7

0.5

6.8

0.4

6.4

0.4

6.7

0.3

13,0

0.6

4.s0.2

4,40.2

4.5

0,3

48,6

2.1

42.01.0

44.5

1.4

43.6

1.3

36.42.0

16.3

1.1

14.5

t.415.4

0.6

24-29

48-53

68-73

Kleur - droog I(eur - vochtis Reactie HydrofobieDiepte(cm)

Horizontcolorimeter Munsell colorimeter Munsell HCI alcohol (%)

3-00-1

6-ll20-2536-4150-s565-7085-9096-99105-1 10

A.biE.biB.hir?biIIA.biIIE.biIIB.hir?biIIBC,biilcl.biItc2,bi

8.9YR 3.1/1.57.7vR3.81t.67.7YR4.613.18.2YR4.712.98.6YR 5,3/3.2

9.0YR 5.2/3.30.2Y s.913.3

0.6Y 6.0/3.10.8Y 6.2/2.9

7.sYF.4l2

10YR 6/4

7,3v}.2.311.37,lYR 3.2/1.87.sYR 3.813.3

8. 1YR 3 ,8/3 .0

8.5YR 4.5/3.69.zYR.4,4t3,70.1Y 5,313.7

0.4Y 5.2/3.20.6Y s.413.3

10YR4/4

+++

0

NNNNN

t7.5l57.5

2L

Terreingegevens - Vlaamse kust Blutsiide

4C: +126/127 cm : donkergrijs zand (reductiekleur), schelpen

Beworteling tot + 101/109 cm diepteBemonstering : zie tabel A.l3

A.2.4.11 Profiel 9/lll95/l - BLUTP2

A.2.4.11.1 Algemene informatie over de profielputProfrel aan de oostzijde van de tweede sleufVegetatie : Zandzeggebovenstc l0 cm van het profiel is afgegraven

4.2.4.11.2 Profielbeschrijvin g

A.abi of A.p : 0-30 cm : zeer dik en humus homogeen verspreid, geploegd?, zeer sterlç doorworteldE.bi : 30-38 cm : gebleekte horizont, iets minder wortels dan erboven

B1.hir?bi : 38-58 cm : aanrijking van humus en/of ijzer; * evenveel wortels in de EbiB2.febi : 58-68 cm : Fe accumulatie duidelijk door redoximorfie; iets meer wortels83.(g)bi : 68-80 cm : geen shatificatie, wortels, ontkalkt, plaatsen met accumulatie/uþutting vanijzu: rode en

wifte vlekken; sommige roesWlekken zijn verhard, cementatie.BC.bi: 80-120 cmdopplerietlaagj e? 120-122 cm : vormt de grens van de ontkalking2C.r' : +122 cm : gestratificeerd : afuisselend laagjes klei met zand; redoximorfie : reductie is nu niet meer actief;

door het oppompen van water vertoond deze horizont roestvlekken die nu wel aktief zijnCompactie :20128

A.2.4.11.3 Analyseresultaten

Tabel 4.9 BLUTP2 (profiel 9llll9518). Gegevens voor schijnbaar sooftelijk gewicht (SSG), water gehalte in

volume% (V/V%) en gewichts% (WW%), totale porositeit (TOTPOR) , Vo van de poriën gevuld met waterhorizontale secties x is berekend over 5

Er werd geen correctie uitgevoerd voor het OM-gehalte

TabelA.l0 BLUTP2 911 reactie lICl en van %

Diepte (cm) Horizont parameter SSG g/cm3 Wy% WW% TOTPOR%' PORWAT%,

9-14 Ap ofAabi

Ap of Aabi

E.bi

B1,hir?bi

BC.bi

BC,bi

X

oX

oX

oxoxox

1.56

0.01

1.59

0,02

1.53

0.04

t.540.041.56

0.02

1.55

0.01

9.9

0.5

7.8

0.2

9.0

0.5

8.6

0,5

7.0

0.3

8,1

0.8

6.3

0,3

4.9

0.2

5,9

0.2

5.6

0.3

4.5

0.1

5.6

0.5

41.00.4

40.r0,9

42.31.6

42.0t.4

41.00.9

47.4

0.3

24.1

1,2

19.s

0.7

21,42.0

20.5

1.9

17.2

1.1

2r.1r.9

20-25

35-40

50-55

84-89

112-tr7

Diepte(cm)

Horizont Kleur - droog Kleur - vochtie ReactieHCI

Hydrofobiealcohol (%)colorimeter Munsell colorimeter Munsell

root mat0-52-6l0- 15

30-383 8-5838-5858-6868-8080-120t20-122+122

AAA.pA.pE.biB l.hir?biB1,htu?biB2.febi83.(e)biBC,bidoppleriet?2C.r'

'7.6YP.2,51t.4

9,4vP.4,711,99,2YP.4.61r.98.6YR 4.8/2.18.6YR 5,5/2,8 10YR 6/3

7.3YP.4.413.87.sYF.4.413.97.0YF{4.214.39.1YR5,5/3.90.1Y6.|3.40.4Ys.612.91,0Y6.412.6

7,3YR 2.0/1. r

9,lYR 3.011.2

9.0YR 3.2/1.58,3YR 3.312.0

8.3YR 4,0/3.06.6YR 3.0i3,26.7YR 3.0/3,46.0YR 2.9/3.68.6YR4.214.1o.tY 4,913.5

0.4Y 4,t/2,8LtY 5,u2.8

10\T.4/3

+++

20NNNNN

NNN

22

Terreingegevens - Vlaamse kust Bhttsijde

Tabel A.1i BLUTP2.

1:in1:loplossing2 : methode branden3 : methode Anne

Tabel A.12 BLUTP2. Granulometrische fracties in

A.2.4.12 Profiel 9 lll/9512

A.2.4.12.1 Profiel 9l11l95l2la

Vegetatie : Heide (zie 3ll l0l95l4)Fauna : rode mieren : veroorzaken een sterke bioturbatie van de bodem

Geen L, F, H : wordt begraven door de mieren doordat ze materiaal naar boven brengen, hierdoor is er een snellere

afbraak; A: zeer veel wortels in de bovenste horizont.Profiel (boring) :

A: 0-30 cmE :30-38 cmB,hir : 38-55 cmB,(fe) : 55-65 cmB.fe : 65-90 cmBC.(fe) : 90-l l0 cmBC : +l l0 cm : bleek ontkalkt zand

A,2.4.12.2 Profiel 9l11l95l2lbOp I m van9/lll95/2/aStrooisellaag en mos is wel aanwezig, wat wijst op een rustiger milieu, hier geen mierenl

diepte(cm)

N%

CN% %OC" OC, Fe ox.

%AIox.o/o

Fedith.%

(Fe ox./Fe dith.)* 100

Horizont% HzoCaCO3 pH'

A.pA,pA.pE.biBl.hir?biB2.febi83.(g)biBC.bidoppleriet?2C.r'

0-52-6

10-15

30-3 I38-5858-6868-8080-120

120-122+122

4.84,85.05.3

5.45.3

5,46,28.1

8.7J

0.047 11

0.018 13

0,60,20.30.40,2

0.50.1

0.2

0.3

0,1

0.050.030,090.36

0,080.02

0.020,010.040,060.020.02

0.060,050.160.840,140.07

8l55

5443

53

29

Horizont diepte (cm) CEC CA MgKcmol(+)/ke

Na Sum V%

A.pA.pA.pE.biBl.htu?bi

0-52-6

10- 15

30-383 8-58

2,0 0.1 0.08

0.05

0.06

0.02

0.10

0.02

0.34

0.19

t7

1,9 0.1 l0

horizont <50pm 50-125 125-149 149-177 177-210 210-250 250-297 >297

EbiBl.hir?biB2.febiB3.(e)bi2C.r'

0.80.9L050.50.7

2.8

2.251.25

1.55

l.35

10.6

7.85.45,44.s

26.0519.1 5

14.0515.6514.2

20.|s25.8524.525.1524.95

20.8s24.927.9526.0s28.15

6.9s13.717,818.1 5

19.25

t,7s4,858,1

7.556.1

23

Terreingegevens Blutsijde

Monster Diepte(cm)

Horizont Kleur (droog, colorimeter) Kleur (vochtig, colorimeter) ReactieHCI

26/10195/l261r0/9s/126/10195/r26/10l9slt26/10/9slt26/10/9sn26/10/9s/t26/10/95n26/l019s/r

5-1025-3045-506s-'t080-85103- 106

I 10-1 1s

123-128134-138

A.aBC1.feBCl.feBC2.(fe)BC3.fe2Cl2C22C42C5

9,lYR 3.7/1.79.9YR 5.0/3,50.lY 5.0/3.40.6Y s.312.8

0.IY 4,913.3

2.tY 5.612.3

2.2Y 5.612.3

2.2Y 5.6/2,22,8Y s.212.0

9.6YR 4.711.8

9.7YR 5.6/3.39.9YR 5,8/3.30.4Y 5.812.6

0.1Y 5.5/3.12.0Y 5.9/2.22.1Y 6.312.1

2,2Y 6,2t2.023Y s.9l2.t

+++++++++++

26lt019s/426110/9st4261r0195/426110/9st4

0.1Y 5.8/3,12.0Y 6.U2.02.0Y 6,4t2.21.2Y 5.712.9

45-5050-5560-6s70-75

B.(fe)zct2C22C3

o.tY 4.913,2

z.tY 5.412.3

2.lY s.712.4t.2Y 4.812.8 +

26110/9s17

26/t0/9s1726/r0/951726/10/9s/126/10/95/726/10/95/726/10/95/7

9.6YR 4.21t.9r}vR4.7/2.00.1Y 5.512.7

0.7Y 6.212.6

2.5Y 6.112.1+2.2Y 5.7 12.2

t5Y 6.412.2

t.6Y 6,212.4

8.8YR 3.5/2.19.8YR 3.912.1

0.1Y 4.912.9

0.4v 5.412.8

2.7Y s.3/2,3+2.0Y 5.3 12.5

1sY 5.7/2.62.0Y s.4t2.5

+++++++++++#

5-10t5-202l-2326-3146lst70-7s80-95

Al.aA2.a2CI2C22C32C62C6

3vt0l9slt3111019s11

3v1019sl13r/10/95/13t/10/9s/t3t/t0/9s/1

3l/t0/9s/t3!10/9slt3!t0/951r3|t0/95113Ut0l9sl1

9,4YP.2.91L58,7YR 3.0/1.48.lYR 3.6/2.07.7YP.3.412.875YP.3.012,99.7YR3.913,9

l.sY 5.U2.9tsY 4.112.9

03v 5.213.1

2.0Y 3.911.8

2.0Y 5.412.3

+-

++++++++

4-1 0

t8-2424-2830-3644-5062-68

84-90111-116123-127

127-130132-t3'7

A.aA.aA.aAEB.hirBC.fe

9.6YF.4.41t.99.2YR 4.1 I 6.1+0.|Y 3.5 I 1.2

8.6YR 5.0/2.18.3YR 4.6/3.08.lYR 4.5/3.30. lY 5. 1/3.9+0.4Y 5.1/2.9+9.8YR 4.9/4.3osY 6.0/2.7l.lY 6.1/3,0t.5y 5.612.3+15v 5.4/2.0r,0Y 6.4/2.7t.6Y 6.3 l2,l+1.7Y 6.4/2.1

+

CI3C3C4C4C

Tabel4.13 de. Overzicht van 26lt0l9 311r0t95 en reactie met HCI*

*verklaring van de gebruikte symbolen gebaseerd op FAO/ISRIC-handleiding (1990) :

- niet kalkhoudend : geen zichtbare of hoorbare opbruising(+) licht kalkhoudend : geen zichtbare, maar wel hoorbare opbruising* matig kalkhoudend : zichtbare opbruising++ sterk kalkhoudend : heel goed zichtbare opbruising met een lichte schuimvorming+++ exfteem

A.2.5 CONCLUSIES

De bodem is bijna overal verstoord door menselijke activiteiten. Ondanks de heterogeniteit die hieruit volgt kunnen

toch een aantal constanten aangehaaldworden.o Het gaat om een overwegend zure grond. Op heel wat plaatsen is deze gecompacteerd, hetzij als gevolg van

menselijke bezigheden (hippodroom, legervoerluigen,...), hetzij door opeenvolgende stadia van vematten en

verdrogen. Zelfs deze laatste oorzaak is mogelijks deels door een menselijke activiteit, nl. de waterwinning,

geinduceerd. Het is eveneens niet duidelijk of er al dan niet geploegd werd, Op horizontale sectie werden geen

ploegsporen geobserveerd, toch vertoont de A horizont en hoge graad van homogenisatie. Het hoge schijnbaar

soortelijk gewicht op 20 cm diepte in profiet BLUTP2 zou misschien een pÌoegzool kunnen zijn.¡ Beworteling reikt in sommige gevallen tot dieper dan 1 meter. Schijnbaar soortelijk gewicht is relatief laag. In

profiel26110195/8 wordt de hoogste waarde gevonden op 24 cm; op 68 cm diepte bedraagt ze slechts 1.49

g/cm.. In profiel BLUTP2 zijn de waarden voor SSG iets hogor maar ook hier wordt de hoogste waarde voor

SSG bereikt op 20 cm diepte; op ll2 cmblijft het SSG beneden 1.55 g/cm3. Deze ondiepe compactie kan

veroorzaakt zijn door ploegen ofberijden van het oppervlak. De relatieflage SSG in de rest van het profiel kan

vel'oorzaakt worden door de ontkalking

24

Terreingegevens Blußijde

. De roodbruine horizonten wijzen op podzolisatie.

. De gevonden sporen van podzolisatie wijzen op een potentieel voor heide. Hoge stikstofgehalten kurmen deontwikkeling van heide echter tegengaan.

. De genese van het domein werd in een vorige paragraaf al uitvoeriger belicht. Volgens de uitgevoerdeprospectie gaat het hier veeleer om een shandafretting met een eolische afzetting erop dan om een uitgebreidbi¡nenduinencomplex.

4.2.6 REF'ERENTIES

Ameryckx, J.8., 1954r Bodemkaart van België. Verklarende tekst bij het kaartblad Brcdene 22, W. I.W.O.N.L.,België, 90 p.

Ampe, C., 1996, Ecosysteemvisie voor de Vlaamse kust, Abiotische factoren. Bodem, Bodemkarakterisatie ; terein-en laboratoriumgegevens. Studie in opdracht van AMINAL, Afdeling Natuur. Universiteit Gent, EenheidBodemkunde, Vakgroep Geologie en Bodemkunde, 170 p.

Briquet, 4., 1930, Le littoral du Nord de la France en son évolution morphologique. Lib. A. Colin, Paris, 493 p.

Carnoy, A., 1949 . Origines des noms des communes de Belgique (y compris les noms de rivières et principeauxhameaux). Louvain, Edition universitas.

De Ceunynck, R., 1987. Ontstaan en ontwikkeling van de duinen. In : Thoen, H. (red.), De Romeinen langs deVlaamse Kust, Bruss el, Gemeentek e diet, p. 26-29 .

De Moor, G. & Declercq, E., 1995. Een ecosysteemvisie voor de Vlaamse Kust. Partim geomorfologie. Studie inopdracht van AMINAL, Afdeling Natuur, Universiteit Gent, Laboratorium Fysische Geografie, Vakgroep Geografie.

Dupriez, G.L. &, R, Sneyers, 1982, Les normales du réseau pluviométrique belge. I(.M.I. van België. Publicaties,Serie A, nr. l0l.

Econnection cvba,1997. Ontwerpbeheersplan voor het toekomstig staatsnatuurreservaat Blutsyde in het kader vaneen gebiedsvisie voor het Middeloud duinenmassief van Bredene en De Haan. Eerste ontwerptekst. Studie inopdracht van het Ministerie van dc Vlaamse Gemeenschap, LIN, AMINAL, 146 p.

Eeckhout, R,, 1993. 'T Sas en Breninge al een tijdje geleden. Heemkring Ter Cuere, v.z.w. Bredene.

FAO/ISRIC-Guidelines for soil description, 1990. Rome, Food and Agriculture Organization of the United Nations,Soil Resources, Management and Conservation Service, Land and Water Development Division, 70 p.

K.M.I,, België, 1 995. Maandbericht, Klimatologische waarnemingen , deel2

Martens, K., K. Walraevens & W. De Breuck , 1995. Een ecosysteemvisie voor de Vlaamse kust. Partimhydrogeologie. Studie in opdracht van AMINAL, Afdeling Natuur. RUG, Laboratorium voor Toegepaste Geologieen Hydrogeologie, Vakgroep Geologie en Bodemkunde.

Mostaert, F., 1985, Vergelijkende studie van de sedimentologie en detailshatigrafie van Eemiaan en Holocenegetijdesedimenten in het Oostelijk deel van de I(ustvlakte. Volume II : testgebieden en bijlagen.Doctoraatsverhandeling, Universíteit Gent, 79 p,

Sneyers, R. & Vandiepsnbeeck, 1985. Les normales du réseau thermoméffique belge. K.M.L van België. Publicaties,Serie A, nr. 106.

Zwaenepoel, 4., 1985, Een vegetatiekundige en ecologische studie van het Vloethemveld. RUG,Licentiaatsverhandeling, Groep Plantkunde, 230 p,

A.2.7 KAARTEN

Bodemkaart van België, Bredene 22,W (1954). MGI, schaal 1120 000.Ferraris (1771-1777), heruitgegeven door het Gemeentekrediet, 1965, schaal + ll25 000Topografrsche kaart, Breedene I2l3 (1873). Dépôt de la Guere, schaal 1/20 000.

25

Pagina 132 van 143

Bijlage 3: Kaart met relicten (ontwerpbeheerplan 1997, Econnection)

Pagina 133 van 143

Bijlage 4: Overzicht beheerwerken (2005-2017)

datum actie omschrijving soorten locatie uitvoer1/02/2005 opkuis afbraak hoeve Haelewijck zuid aannemer1/03/2005 brembeheer maai en afvoer brem, tvv wasplaten en graslandsoorten kleine deeltjes op Bredene verspreid eigen beheer1/11/2005 aanleg poel graven poel oostelijk doodlopende weg aannemer

15/11/2005 heidebeheer plaggen heide uitbreiding heidegroeiplaats ???1/03/2006 akkervogelbeheer maaien beattle banks drie akkers zuidrand eigen beheer

15/04/2006 akkervogelbeheer inzaaien zomergerst, zomertarwe, vlas, quinoa drie akkers zuidrand via loonwerker De Kien1/03/2007 bufferaanplant aanplanten sleedoorn, meidoorn, gelderse roos, hazelaar, berk, europese vogelkers, veldesdoorn, hondsroos, liguster, kardinaalsmuts en zomereik, vlierbuffer koerslaan eigen beheer1/03/2007 bufferaanplant aanplanten sleedoorn, meidoorn, gelderse roos, hazelaar, berk, europese vogelkers, veldesdoorn, hondsroos, liguster, kardinaalsmuts en zomereik, vlierzones achter batterijstraat eigen beheer1/03/2007 exotenbestrijding kappen els, robinia, zweedse lijsterbes, esdoorn buffer koerslaan eigen beheer1/10/2007 opkuis afbraak huis Piolon zuid aannemer1/02/2008 graasinfrastructuur aanleg nieuw raster grazers rond watergroep aannemer1/02/2008 opkuis opbraak oude infrastructuur waterwinning watergroep oost aannemer1/02/2008 opkuis verwijderen oude afsluitingen rond watergroep aannemer1/10/2008 exotenbestrijding kappen Amerikaans vogelkers, tuinplanten, zuurbes, douglasspirea, catalpa,overal op Watergroep aannemer1/10/2008 ontsnippering uitbraak renbaanstraat renbaanstraat aannemer1/10/2008 opkuis opbraak volleybalterreinen watergroep noordoost aannemer1/01/2009 exotenbestrijding kappen abelenbosje abeel populier nabij vangkraal aannemer1/02/2009 aanleg poel graven poel op locatie bosje nabij vangkraal aannemer

15/11/2010 heidebeheer plaggen heide uitbreiding heidegroeiplaats DVDN door Natuurpunt

15/01/2014 maaien maai en afvoer beattlebanks rond akkers eigen beheer15/01/2014 bestrijding maai en afvoer bremmassiefjes watergroep eigen beheer15/01/2014 snoeien knotten essen grens CDSCA huizen eigen beheer15/01/2014 snoeien scheren mei en sleedoornhagen grens CDSCA huizen eigen beheer15/01/2014 snoeien knotten wilgen speelduin eigen beheer1/02/2014 afsluitingen vernieuwen afsluiting ursus vangkraal tot renbaanstraat eigen beheer1/02/2014 afsluitingen controle en herstel ursus oostelijke weides eigen beheer1/02/2014 afsluitingen wegnemen afsluiting ursus rond olmenbosje eigen beheer1/03/2014 afsluitingen vernieuwen afsluiting ursus Colpaertweide eigen beheer

15/05/2014 afsluitingen herstellingen prikkeldraad rond de poelen eigen beheer15/06/2014 afsluitingen controle en vernieuwen ursus heieweg / buffer oostelijk dennenbosje eigen beheer15/06/2014 bestrijding maai en afvoer distels akkertjes eigen beheer15/07/2014 maaien maai en afvoer wegbermbeheer fietspad eigen beheer15/07/2014 maaien maai en afvoer duingraslanden zuidelijke weides aannemer1/08/2014 bestrijding maai en afvoer distels akkertjes eigen beheer1/09/2014 afsluitingen vernieuwen afsluiting ursus vangkraal tot batterijstraat eigen beheer1/09/2014 bestrijding maai en afvoer bremvrij houden van zone 3a 4a nabij heidegroeiplaatsen en wasplaten eigen beheer1/09/2014 bestrijding maai en afvoer robinia, populier zone voormalige volleybalterreinen VWM eigen beheer1/09/2014 bestrijding maai en afvoer Amerikaanse vogelkers midden centrale struweelzone Watergroep eigen beheer1/09/2014 maaien maai en afvoer ruigtes beattle banks naast de akkertjes eigen beheer1/09/2014 maaien maai en afvoer ruigte maaien ifv heide midden centrale struweelzone Watergroep eigen beheer1/09/2014 snoeien knotten essen fietspad eigen beheer1/11/2014 afsluitingen vernieuwen afsluiting ursus koerslaan / batterijstraat eigen beheer1/11/2014 afsluitingen vernieuwen afsluiting ursus batterijstraat / renbaanstraat eigen beheer1/11/2014 bestrijding maai en afvoer zuurbesmassieven rond vangkraal eigen beheer1/12/2014 inrichten bufferstrook afsluiting plaatsen ursus noordoostelijke hoek Watergroep eigen beheer1/01/2015 bufferaanplant aanplanten diverse streekeigen struiken buffer Blutsyde promenade eigen beheer1/03/2015 aanleg schuilplaatsenhouten stammen, palletten, dakpannen voor levendbarende hagedis in brede omtrek heidegroeiplaats eigen beheer1/03/2015 bestrijding maai en afvoer bremvrij houden van zone Watergroep centraal eigen beheer1/03/2015 brembeheer maai en afvoer brem, tvv wasplaten en graslandsoorten deel Watergroep op De Haan eigen beheer

1/03/2015 maaien maai en afvoer kruipwilgendepressie grens watergroep en ANB eigen beheer1/03/2015 maaien maai en afvoer bramen voormalige groeiplaats voorjaarsganzerik eigen beheer1/04/2015 onderhoudsnoei afsluiting vrij snoeien struiken weststraat molenstraat eigen beheer

15/06/2015 bestrijding 1ste maaibeurt distels akkertjes eigen beheer15/07/2015 maaien maai en afvoer wegbermbeheer fietspad eigen beheer15/07/2015 maaien maai en afvoer graslandbeheer zuidelijke weides aannemer1/08/2015 bestrijding 2de maaibeurt distels akkertjes eigen beheer1/09/2015 aanleg nieuwe vaste vangkraal plaatsen ikv begrazing vaste vangkraal eigen beheer1/09/2015 onderhoudsnoei afsluiting vrij snoeien bramen buren weststraat eigen beheer1/01/2016 afsluitingen poort plaatsen galvanisé poort ratelaar - distelweiden eigen beheer1/02/2016 aanplantingen bufferstrook inboeten meidoorn sleedoorn, rozen buffer paddockwoningen eigen beheer1/02/2016 afsluitingen vernieuwen afsluiting ursus heieweg / batterijstraat eigen beheer1/09/2016 bestrijding wilgen en elzenopslag uittrekken wilg en zwarte els moeras en colpaert plas met kraan in eigen beheer1/10/2016 bestrijding perevuur meidoorn fietspad en vangkraal eigen beheer1/11/2016 herstellingen herstellen en vernieuwen stukken ursus ikv begrazing renbaanstraat en colpaertstukken eigen beheer1/01/2017 onderhoudsnoei afsluiting vrij snoeien struiken grens watergroep molenstraat eigen beheer1/02/2017 bestrijding brem maaien ifv bescherming gele weidemier ten zuiden van Colpaertweide eigen beheer1/04/2017 exotenbestrijding uitspitten douglasspirea begrazing eigen beheer

jaarlijks exotenbestrijding kappen Amerikaans vogelkers, tuinplanten, zuurbes, douglasspirea, catalpa,overal op Watergroep eigen beheerjaarlijks maaiwerken maai en afvoer gazonbeheer speelduin binnen renbaanstraat gemeentejaarlijks maaiwerken maai en afvoer duingraslanden ratelaarwei door Natuurpunt 2006-07jaarlijks maaiwerken maai en afvoer duingraslanden distelwei in eigen beheer 2008-10jaarlijks maaiwerken maai en afvoer duingraslanden piolonbilzenwei en Haelewijck door landbouwerjaarlijks maaiwerken maai en afvoer duingraslanden Piolonhuiswei 2011-12jaarlijks maaiwerken maai en afvoer duingraslanden Piolonspie in bestek maaiwerkenjaarlijks maaiwerken maai en afvoer duingraslanden Colpaertweide vanaf2013jaarlijks maaiwerken maai en afvoer wegbermbeheer berm Batterijstraat eigen beheerjaarlijks maaiwerken maai en afvoer wegbermbeheer bermen fietspad eigen beheerjaarlijks veebeheer hoefkap en inentingen konikkudde (voor 2012 ook galloways) noord en oost hoefsmid, veearts met hulp eigen mensen

maandelijks opmeten peilbuizen peilbuizen verspreid op terrein eigen beheervóór 2006 maaiwerken maai en afvoer ruigtes L stuk renbaanstraat eigen beheer

Pagina 134 van 143

Bijlage 5: Lijst met paddenstoelen (2006-2007, Walleyn R.)

Pagina 135 van 143

Bijlage 6: Verslag Slak-in-Du (5 september 2015)

27 september 2015

1

Voorlopig verslag excursie Slak-In-Du van 05 september 2015 in D’Heye te Bredene

Deelnemers: Ward Langeraert, Frank Dewinter, Joris Hoozee, Manu Dumoulin, Guy & Carine Van Cauwenberghe - Van de velde, Jelle Ronsmans, Nathal Severijns,

Dominique Verbeke & Franky Bauwens. = 10.

Weersomstandigheden: Bewolkt, 16°, W wind, 3-4 Beaufort.

Start: De excursie kent een aangename start. Voor elk van ons is dit een compleet onbekend terrein.

Het natuurreservaat D’Heye.

Dit 40 ha groot reservaat ( 20 ha Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en 20 ha van het ANB) noemt men soms ook Blutsijde. Dit naar de naam van het

vissersdorp dat tijdens de middeleeuwen, bij een van de vele stormen, in zee verdween. Het domein ligt in het zuidoosten van Bredene.

Het gebied bestaat uit middeloude duinen die hun oorsprong vinden in de Romeinse tijd. Middeloud staat hier voor: duinen die na de Romeinse periode (57 v.C. –

476 n.C.) niet meer overstroomt geweest zijn door de zee. In de omgeving van Bredene en Klemskerke zijn trouwens sporen teruggevonden van Romeinen of beter

verwoord geromaniseerde kustbewoners. Deze duinen zijn tussen de 1500 tot 2000 jaar oud.

Samen met de Schuddebeurze, te Westende, behoort D’Heye tot de oudste duinformaties van de Vlaamse kust. Enkel de oude duingordel van Adinkerke – Ghyvelde

is vermoedelijk nog eens 3000 jaar tot 3500 jaar ouder.

Omzeggens tot WO I is het gebruikt om schapen te laten grazen. Andere landbouw is in het verleden omwille van de schrale grond niet mogelijk.

Tijdens WO I bouwen de Duitsers er een heuse batterij ( x aantal kannonen). In het terrein staan, deels ondergegraven, nog steeds een zevental kleine bunkers.

Gedurende het Interbellum is er zelfs een paardenrenbaan gebouwd. Vandaar de verwijzing tribune in de tabel.

Wie meer wil weten over de geschiedenis raad ik volgende link aan: http://www.uitinbredene.be/index.asp?pid=26 en voor de platenliefhebbers:

http://www.natuurenbos.be/dheye

In het terrein merk je twee grote blokken met verschillende vegetaties op. Het oosten van het gebied is gebruikt voor de waterwinning (nooit bemest) en het in

westen zie je een veld dat door de landbouw benut (veel bemest) is geweest. Het westelijk bemeste gedeelte valt op omwille van een andere flora.

Sinds 1997 wordt het beheerd door het Agentschap Natuur en Bos (ANB) en Natuurpunt. Na 18 jaar begint de oorspronkelijke flora er langzaam terug te komen.

Net omwille van zijn kalkarme grond bezit het een specifieke vegetatie. Het is ook de enige vindplaats in Vlaanderen van Genaald schapengras Festuca ovina.

Het reservaat wordt begraasd door Konikpaarden Equus caballus caballus. Dit oorspronkelijk uit Polen afkomstig oeroud paardenras is ooit tot uitsterven gedoemd

maar door een intensief kweekprogramma behoed van het uitsterven. Zie http://www.konikpaarden.nl/

27 september 2015

2

Maar terug naar de natuur heeft ook een andere keerzijde. Dit jaar is bij een bevalling het veulen en de merrie overleden. Het doet ons pijn dat te horen maar

eigenlijk is het de wet van de natuur.

In het gebied zijn een aantal zeldzame planten te vinden. Dominique heeft een lijstje gemaakt van wat zij gezien heeft. De lijst wordt later nog bezorgd. Er staan

tevens verschillende orchideeën. Maar wij komen voor de weekdieren en van mollusken uit dit gebied zijn er weinig gegevens.

Eenmaal het te volgen parcours uitgelegd stappen de deelnemers recht naar het eerste doel: De ruines van de tribune van de paardenrenbaan.

De resten van de oude tribune.

Onze speurneuzen draaien praktisch elke steen om rond de tribune. Al vlug worden Geribde jachthorenslak Vallonia costata gevonden.

Echter tot heden zitten we met een raadsel omwille van de in D’Heye gevonden Duinslakken Cernuella’s. Zowel hier als ook op latere vindplaatsen (Dievegat NL,

Achterhaven Zeebrugge en Fonteintjes) vinden we Bolle duinslakken Cernuella virgata van gelijke grootte met kenmerken van een andere soort. Bolle duinslakken

met fijne ribbels i.p.v. grove tot geen ribbels, grotere navel dan normaal en iets meer ovale mondopening in plaats van rond.

In elk geval vinden we duinslakken die toelaten om een continue overgang van bijna niet geribd (zuiver Cernuella virgata) naar sterk geribd (duidelijk Cernuella

jonica) te zien. Deze verschillende kenmerken doen ons twijfelen. Zijn het dan allemaal bolle duinslakken en is er tussen deze soort een grotere verscheidenheid dan

gekend? Of betekent het dat de Griekse duinslak Cernuella jonica enkel een sterk geribde variëteit van virgata is? Onze specialisten zullen deze variaties later nog

uitvoerig bestuderen.

Alom present in deze omgeving is het Mostonnetje Pupilla muscorum.

Poel 1.

Na bijna elke steen aan de tribune te hebben omgedraaid begeeft de groep zich naar de depressie of poel 1, eigenlijk is het meer een panne dan een poel, in de

noordwestelijke hoek van het reservaat. Onderweg naar deze poel bekijkt Joris de bomen langs de weg en komt met enkele verse exemplaren terug van de Franse

duinslak Cernuella aginnica. Het verschil tussen de gevonden Franse en Bolle duinslak is echter te groot om hier te twijfelen. Bredene is echter niet de enige plaats

aan de kust waar de Franse duinslak zich thuis voelt zie http://waarnemingen.be/soort/view/19880. De Franse duinslak is zelfs gevonden nabij het polderdorp

Lissewege.

In de poel/panne en omgeving vinden we enkele Langwerpige barnsteenslakken Succinella oblonga en een juveniel exemplaar van de Leverbotslak Galba truncatula.

Verder nog Puntige blaashoren Haitia acuta en Ovale poelslak Radix balthica. Vermoedelijk leeft ook de Plompe dwergslak Carychium minimum op deze plaats.

Momenteel is de laatste soort nog te bevestigen.

Onderweg naar de volgende halte genieten we van de prachtige bloeiende planten zoals het Zandblauwtje Jasione montana en de Grote parasolzwam Macrolepiota

procera.

27 september 2015

3

Poel 2.

Bij Poel 2, eigenlijk een nu niet meer gebruikte sleuf aangebracht door Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening om het water terug te laten infiltreren in de

bodem van het gebied, vinden we een bekende exoot terug. Jenkin’s waterhorentje Potamopyrgus antipodarum is er massaal aanwezig. De leverbotslak wordt er

talrijk gevonden.

Toevallig wordt er op een meegenomen takje een juveniel exemplaar ontdekt van een Kapslakje Acroloxus lacustris.

Het Genaveld tonnetje Lauria cylindracea gedijt blijkbaar goed rond deze poel want het is er algemeen.

In de omgeving van deze poel worden verschillende staalnames genomen uit de bosrand (stronk, bosje, enz.) maar de resultaten zijn nog niet bekend.

Na de tweede poel vervolgen we onze weg richting oorlogsrelicten.

De bunkers uit WO I.

Bij de eerste en enige onderzochte bunker is het Vertigoprijs. Ward ontdekt vlak naast de ingang de Dwergkorfslak Vertigo pygmaea en het Blindslakje Cecilioides

acicula. Rond deze bunker komt het Mostonnetje en het Genaveld tonnetje samen voor.

Bij het oprapen van een Segrijnslak Cornu aspersum stelt Jelle vast dat de eieren van het dier nog aan de kop kleven. Onbewust heeft de vinder een eierenleggende

Segrijnslak opgeraapt of minstens gestoord bij het toedekken van het nest. Zie de twee witte bolletjes op de foto onderaan.

Derde poel.

Deze poel is eigenlijk geen poel op zich maar een drinkplaats van de Konikpaarden. De grote grazers verdiepen de bodem van de plas met hun hoeven om van het

grondwater te kunnen drinken. In deze poel worden twee soorten, de Ovale poelslak en de Puntige blaashoren, gevonden maar deze zijn dan ook algemeen tot

massaal aanwezig.

Naaktslakken: Deze maal 3 soorten. Wel knap van Dominique om tussen de graswortels een Kleine akkerslak Deroceras laeve te ontdekken.

Vondsten: In totaal, voorlopig, 28 soorten.

Wetende dat alle bodemstalen nog onderzocht worden, is het resultaat voor een oud kalkarm duinreservaat meer dan goed.

Bodemstaal: De bodemstalen zijn niet onderzocht.

Dank: Bijzondere dank aan de boswachter Hans Vansteenbrugge (ANB) en Dirk Vanhoecke en Marc Decloedt van Natuurpunt Middenkust voor de informatie en de

hulp bij het openen van het reservaat.

Dank aan alle deelnemers voor het gezellig enthousiasme en het aanleveren van de vele vondsten. Het was een leerrijke en interessante voormiddag.

27 september 2015

4

Datum: 2015- 09-05 Uur : 09 tot 16 uur 10X10 hok DS 97

Waarnemer

Slak-In-Du 10X10 hok

Provincie West-Vlaanderen Weer Bewolkt, 16 °, W wind, 3-4 Beaufort

Gemeente Bredene Bodem Middeloude duinen

Straat/locatie Batterijstraat Begroeiing Weide, poel en struweel

Versie 27-09-2015

Staal

RL 2006 RL Status Tribune Poel 1

DHE_018 Bosrand

Poel 2 DHE_018

Bunker Poel 3

DHE_024

Landmollusken

na 1985 Lat 51.247 51.248 51.251 51.250 51.247

Lng 2.991 2.988 2.996 2.997 2.994

Temp/ Ph/Zout (pSu of ‰ ) Voorbeeld zoutgehalte 0,5 psu = 0,5‰.

1 Carychium minimum Plompe dwergslak ALG LC NTB

2 Succinella oblonga Langwerpige barnsteenslak NG VU 3 O/V

3 Cochlicopa lubrica Glanzende agaathoren ALG DD E V O

4 Lauria cylindracea Genaveld tonnetje G NT A L E V

5 Vallonia costata Geribde jachthorenslak ALG LC E V

6 Vallonia excentrica Scheve jachthorenslak NG NT 1 L

7 Pupilla muscorum Mostonnetje NG NT A V + O E V?

8 Vertigo pygmaea Dwergkorfslak NG NT E V Ward?

? Cecilioides acicula Blindslakje NG LC 1 V

9 Vitrina pellucida Doorschijnende glasslak ALG LC 1 V 1 V

? Euconulus fulvus Gladde tolslak NG VU NTB Ward?

10 Oxychilus cellarius Kelderglansslak ALG LC 1 V

11 Oxychilus draparnaudi Grote glansslak ALG LC E L E L

12 Nesovitrea hammonis Ammonshorentje ALG LC 2 L

13 Monacha cantiana Grote karthuizerslak NG VU E L E V

14 Trochulus hispidus Gewone haarslak ALG LC A L

15 Candidula intersecta Grofgeribde grasslak NG VU A V E V E L

16 Cernuella aginnica Franse duinslak 2012 NG NT E V

17 Cernuella virgata Bolle Duinslak NG NT A V + O A V + O

18 Cepaea nemoralis Gewone tuinslak ALG LC A L

27 september 2015

5

19 Cornu aspersum Segrijnslak ALG LC E L 1 L E L

Naaktslakken

RL 2006 RL Status Tribune Poel 1 Bosrand Poel 2 Bunker Poel 3

UTM-hok, 10 km x 10 km na 1985

1 Deroceras laeve Kleine akkerslak ALG LC 1 L

2 Deroceras reticulatum Gevlekte akkerslak ALG LC 1 L

3 Arion rufus / vulgaris ADULT Grote / Spaanse wegslak NG/ALG LC 3 L

Zoetwatermollusken

RL 2006 RL Status Tribune Poel 1 Bosrand Poel 2 Bunker Poel 3

UTM-hok, 10 km x 10 km na 1985

1 Potamopyrgus antipodarum GEW/GEKIELD Jenkins' waterhorentje M L

2 Peringae ulvae (1) Wadslakje E ME

3 Acroloxus lacustris Kapslak 1 juv V

4 Galba truncatula Leverbotslak 1 juv V E V

5 Radix balthica Ovale poelslak E V E V A L

6 Haitia acuta Puntige blaashoren E L E L M L

Andere

RL Status Tribune Poel 1 Bosrand Poel 2 Bunker Poel 3

Ostracoda spec. Mosselkreeftjes x

Legende

RL 2006 = GEDOCUMENTEERDE RODE LIJST EN NAAMLIJST VAN DE LANDMOLLUSKEN VAN VLAANDEREN EN BRUSSEL

ALG= ALGEMEEN IN VLAANDEREN

NG - NL = niet gemeld en niet op de lijst

NG= NIET GEMELD NA 1985 AAN DE OOSTKUST

(*) = brakwatersoort

G= GEMELD

(1) euryhaliene mariene soort

LK = Losse klep 1 = Slechts één exemplaar h= huisje

NTB= nog te bevestigen

E = Enige <10 L = Levend juv = juveniel

NB= niet bevestigd

A = Algemeen >10 en < 50 V = Vers Fr= fragment

F = Fossiel

M = Massaal > 50 O = Oud LK = losse klep

ME = Middeleeuwen of Holoceen

Do = doublet

Pagina 136 van 143

Bijlage 7: Fiches beheereenheden en kwaliteitsbeoordeling

Natuurbeheerplan type 2, 3 of 4 – deel 2: inventaris – standaardfiche grasland

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

09/06/2017 Bart Opstaele

I. Identificatiegegevens beheereenheid

1 naam natuurbeheerplan of terrein Reservaat D’Heye oppervlakte 21 ha

beheereenheid DN.1a Opmerkingen

II. Actueel vegetatietype

2 Vul het nu voorkomend vegetatietype in (1) Indien slechts één vegetatietype voorkomt: vul alleen eenheid 1 in, indien meer vegetatietypen: vul eerst het vegetatietype in met de grootste bedekking, en daarna de opeenvolgende vegetatietypes in volgorde van dalende bedekking. (2) Indien N2000-habitat (Europees te beschermen habitat) of RBB (regionaal belangrijk biotoop): vul ook de overeenkomstige fiche voor de kwaliteitsbeoordeling in.

Eenheid (1) Code Biologische waarderingskaart

Overeenkomstig N2000-habitat of RBB (2)

Bedekking (%)

eenheid 1 Had- 2130_had 95%

eenheid 2

eenheid 3

eenheid 4

III. Standplaats 4 reliëf: vlak, natuurlijk vlak, door

menselijke ingreep zachte helling (<8%) Steile helling (>8%)

anders. Specifieer: Vroegere renbaan, militaire installaties WOI, zandwinning, etc.

micro-reliëf: geen microreliëf aanwezig

microreliëf door bulten & slenken

microreliëf door laantjes, greppels en/of sloten

anders. Specifieer: Door vroegere vergravingen (oa. aanleg renbaan)

waterhuishouding: (tijdelijk) overstromend

nat vochtig droog

kwelindicator: geen In waterafvoer & depressies

Verspreid in het perceel

type kwelindicator: kwelindicerende plantensoorten

andere

opmerkingen:

IV. Beschrijving van de vegetatie 5 Geef hieronder een inschatting van het aanwezige graslandtype.

Deze inschatting kan het best in mei-juni gebeuren, voor de (eerste) maaibeurt. Indien noodzakelijk, kan deze inschatting

Natuurbeheerplan type 2, 3 of 4 – deel 2: inventaris – grasland - pagina 2 van 3

gebeuren op basis van de BWK-code

Fase 0: raaigrasweide (BWK Hx)

Fase 1: grassen-mix (BWK Hp of Hp*)

Fase 2: dominant stadium (BWK Hp of Hp*, Hu°, Hr)

Fase 3: graskruidenmix

Fase 4: bloemrijk grasland

Fase 5: schraalland

6 Zijn er infrastructuurelementen aanwezig? Bijvoorbeeld: schuilhut, observatiehut, slagboom, omheining, waterput, fontein, ornament, standbeeld, speeltuin, kunstmatige grot, brug, zitbank, volière, bloembak, enz.

nee ja

omschrijf: Bakstenen constructies WOII

V. Actueel beheer 7 Kruis aan welke vorm van beheer er tot nu toe gebeurde?

beheer waterpeil en afvoerdynamiek

baggeren en slibruimen kruidruimen

verwijderen boomopslag plagbeheer/chopperen beheerbranden

maaibeheer begrazing akkerbeheer

geen beheer/permanent nulbeheer

beheer van houtige vegetatie

groen- en parkbeheer

niet gekend

indien gewenst, vul aan met een meer gedetailleerde omschrijving

van het beheer:

8 Werd er tot nu toe bemest?

nee ja Indien gekend, omschrijf aard en hoeveelheid:

9 Werden er tot nu toe bestrijdingsmiddelen gebruikt?

nee ja te bestrijden soorten:

VI. Kleine landschapselementen (KLE) en/of bijzondere natuurelementen 10 Kruis de in de beheereenheid aanwezige kleine landschapselementen en/of bijzondere natuurelementen aan

Indien de KLE in een aparte beheereenheid opgenomen wordt, vul dan een aparte standaardfiche voor die KLE’s in.

poel, vijver of ven beek, sloot bron- of kwelzone

dreef of bomenrij holle weg knotbomen oude of dode boom op stam met nestholten of nestboom

haag houtkant hoogstamboomgaard alleenstaande bomen

graft perceelsrandbegroeiing of berm

struweel bosje/verbossing

11 Vul aan met meer specifieke gegevens voor de aangekruiste KLE’s. Mogelijke informatie kan zijn: soorten, oppervlakte of lengte of aantal, info over het beheer,…

Natuurbeheerplan type 2, 3 of 4 – deel 2: inventaris – standaardfiche bos

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

26/07/2016 Bart Opstaele

I. Identificatiegegevens beheereenheid

1 naam natuurbeheerplan of terrein Reservaat D’Heye oppervlakte 1,17 ha

beheereenheid DN.4e Opmerkingen

II. Actueel vegetatietype

2 Vul het nu voorkomend vegetatietype in (1) Indien slechts één vegetatietype voorkomt: vul alleen eenheid 1 in, indien meer vegetatietypen: vul eerst het vegetatietype in met de grootste bedekking, en daarna de opeenvolgende vegetatietypes in volgorde van dalende bedekking. (2) Indien N2000-habitat (Europees te beschermen habitat) of RBB (regionaal belangrijk biotoop): vul ook de overeenkomstige fiche voor de kwaliteitsbeoordeling in.

Eenheid (1) Code Biologische waarderingskaart

Overeenkomstig N2000-habitat of RBB (2)

Bedekking (%)

eenheid 1 sz 2180 95%

eenheid 2

eenheid 3

eenheid 4

III. Standplaats 3 reliëf: vlak, natuurlijk vlak, door

menselijke ingreep

zachte helling (<8%) Steile helling (>8%)

anders. Specifieer: Licht reliëf van middeloud duinengebied

micro-reliëf: geen microreliëf aanwezig

microreliëf door bulten & slenken

microreliëf door laantjes, greppels en/of sloten

anders. Specifieer: Vergravingen door militaire activiteiten WOI en WOII

waterhuishouding: (tijdelijk) overstromend

nat vochtig droog

kwelindicator:: geen In waterafvoer & depressies

Verspreid in het perceel

type kwelindicator: kwelindicerende plantensoorten

andere

opmerkingen:

IV. Beschrijving van de vegetatie 4 Beschrijf de vegetatiestructuur.

Natuurbeheerplan type 2, 3 of 4 – deel 2: inventaris – standaardfiche bos - pagina 2 van 4

Schat de bedekking van elke voorkomende categorie in percentage (per klasse van 10%) ten opzichte van de volledige beheereenheid.

20% onbedekte bodem 0% moslaag

40% kruidlaag, inclusief jonge bomen en struiken (hoogte <2m). Vul vraag 5-7 in.

70% struiklaag (hoogte > 2m en diameter <14cm). Vul vraag 8 in.

30% boomlaag (diameter >14cm). Vul vraag 9-13 in.

5 Beoordeel de samenstelling van de kruidlaag.

dominantie van hoge grassen en/of schijngrassen, kruiden en/of dwergstruiken. Vul vraag 6 in.

jonge bomen en struiken < 2m. Vul vraag 7 in.

6 Noteer de aspectbepalende soorten in de kruidlaag voor zover ze niet vermeld worden in de fiche ‘kwaliteitsbeoordeling’ voor het hier voorkomende Europees te beschermen habitat of RBB.

Grote brandnetel

7 Beoordeel de samenstelling van de jonge bomen en struiken in de kruidlaag (hoogte <2m). Geef het aandeel van de struik- en boomsoorten op basis van % bedekking of % stamtal (per klasse van 10%). Indien één soort meer dan 90% voorkomt, kan deze als enige soort beschouwd worden.

soort:

%:

aangeplant:

8 Beoordeel de samenstelling van de struiklaag (hoogte > 2m en diameter < 14cm). Geef het aandeel van de struik- en boomsoorten op basis van % bedekking of % stamtal (per klasse van 10%). Indien één soort meer dan 90% voorkomt, kan deze als enige soort beschouwd worden.

soort: Gewone vlier Esdoorn Wilde lijsterbes Gladde iep

%: 30% 30% 20% 20%

9 Wat is de mengingsvorm van de boomlaag?

stamsgewijs groepsgewijs homogeen

10 Is het omslagpunt bereikt? Schat hiervoor de verhouding van de takvrije stam ten opzichte van de totaal te verwachten boomhoogte.

takvrije stam < 1/4 takvrije stam tussen 1/4 en 2/5 takvrije stam > 2/5

11 Wat is de bestandsdichtheid? Bepaal hiervoor het bestandsgrondvlak G (m2/ha).

weinig dicht G<20 gemiddeld dicht 20<G<30 dicht 30<G<40 zeer dicht G>40

12 Beoordeel de samenstelling en de kwaliteit van de boomlaag.

soort: Zomereik Gladde iep Esdoorn Ruwe berk

stamtal (/ha) : 60%

10%

20%

10%

aandeel (%):

gemiddelde diameter (cm): 30 25 30 35

stamkwaliteit: goed goed goed goed

opmerkingen (vitaliteit, gebreken, toekomstwaarde):

13 Bepaal het aandeel dood hout en het aantal dikke dode bomen

Natuurbeheerplan type 2, 3 of 4 – deel 2: inventaris – standaardfiche bos - pagina 3 van 4

Schat het aandeel (liggend en staand) dood hout. De 4% -grens komt overeen met 1 op 25 bomen van gemiddelde diameter.

aandeel dood hout: L < 4% ☺ 4-10% ☺☺ ≥ 10%

aantal dikke dode bomen (diameter>40cm, liggend en staand,

per ha):

L 0 ☺ 1-2 ☺☺ ≥ 3

14 Zijn er infrastructuurelementen aanwezig? Bijvoorbeeld: schuilhut, observatiehut, slagboom, omheining, waterput, fontein, ornament, standbeeld, speeltuin, kunstmatige grot, brug, zitbank, volière, bloembak, enz.

nee ja

omschrijf:

V. Actueel beheer 15 Kruis aan welke vorm van beheer er tot nu toe gebeurde?

beheer waterpeil en afvoerdynamiek

baggeren en slibruimen kruidruimen

verwijderen boomopslag plagbeheer/chopperen beheerbranden

maaibeheer begrazing akkerbeheer

geen beheer/permanent nulbeheer

beheer van houtige vegetatie. indien bos ga naar vraag 24

groen- en parkbeheer

niet gekend

indien gewenst, vul aan met een meer gedetailleerde omschrijving

van het beheer:

16 Werd er tot nu toe bemest?

nee ja Indien gekend, omschrijf aard en hoeveelheid:

17 Werden er tot nu toe bestrijdingsmiddelen gebruikt?

nee ja te bestrijden soorten:

18 Bos: Wat is de huidige beheervorm?

hakhout. Ga naar vraag 18. middelhout. Ga naar vraag 18.

hooghout.

niet gekend. nulbeheer (geen houtoogst).

19 Omschrijf het hakhoutbeheer:

soorten hakhout: soorten overstaanders:

aantal overstaanders per ha: 0. >10/ha.

10-50/ha. > 50/ha

VI. Kleine landschapselementen (KLE) en/of bijzondere natuurelementen 20 Kruis de in de beheereenheid aanwezige kleine landschapselementen en/of bijzondere natuurelementen aan

Indien de KLE in een aparte beheereenheid opgenomen wordt, vul dan een aparte standaardfiche voor die KLE’s in.

poel, vijver of ven beek, sloot bron- of kwelzone

Natuurbeheerplan type 2, 3 of 4 – deel 2: inventaris – standaardfiche bos - pagina 4 van 4

dreef of bomenrij holle weg knotbomen oude of dode boom op stam met nestholten of nestboom

haag houtkant hoogstamboomgaard alleenstaande bomen

graft perceelsrandbegroeiing of berm

struweel bosje/verbossing

21 Vul aan met meer specifieke gegevens voor de aangekruiste KLE’s. Mogelijke informatie kan zijn: soorten, oppervlakte of lengte of aantal, info over het beheer,…

VII. Bijzondere dier- of plantensoorten 22 Beschrijf hieronder de bijzondere dier- en plantensoorten, voor zover ze niet vermeld worden in de fiche

‘kwaliteitsbeoordeling’ voor het hier voorkomende Europees te beschermen habitat of RBB. -

VII. Invasieve exoten 23 Zijn er invasieve exoten aanwezig?

Schat de bedekking en som de soorten op, voor zover dit niet opgenomen is in de fiche voor de kwaliteitsbeoordeling. bedekking (%): <3% soorten: Am. vogelkers

VIII. Cultuurhistorische elementen 24 Omschrijf de aanwezige cultuurhistorische elementen.

Militair erfgoed (bakstenen constructie)

IX. Gekende milieuproblemen 25 Noteer de op het terrein duidelijk waarneembare knelpunten inzake milieu.

Natuurbeheerplan type 2, 3 of 4 – deel 2: inventaris – grasland - pagina 3 van 3

VII. Bijzondere dier- of plantensoorten 12 Beschrijf hieronder de bijzondere dier- en plantensoorten, voor zover ze niet vermeld worden in de fiche

‘kwaliteitsbeoordeling’ voor het hier voorkomende Europees te beschermen habitat of RBB. 11 soorten wasplaten, eventueel nog Levendbarende hagedis, rijk aan dagvlinders

VIII. Invasieve exoten 13 Zijn er invasieve exoten aanwezig?

Schat de bedekking en som de soorten op, voor zover dit niet opgenomen is in de fiche voor de kwaliteitsbeoordeling. bedekking (%): 1% soorten: Watercrassula op oevers poelen

IX. Cultuurhistorische elementen 14 Omschrijf de aanwezige cultuurhistorische elementen.

11 bakstenen constructies WOII

X. Gekende milieuproblemen

15 Noteer de op het terrein duidelijk waarneembare knelpunten inzake milieu.

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2130, subtype duingraslanden van kalkarme milieus (2130_had)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

27/07/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a (ten westen van paardenweide aan noordrand voormalige renbaan)

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten

variant zuur

mosduin en

pionierduingras-

landen

☐Buntgras, ☐Duindravik, ☐Duinviooltje, ☐Eekhoorngras, ☐Eilandgewijmos, ☐Gebogen rendiermos, ☐Klein vogelpootje, ☐Kraakloof, ☐Open rendiermos, ☐Ruig haarmos, ☒Schapenzuring, ☐Viltganzerik, ☐Zandbisschopsmuts, ☒Zandblauwtje

aantal sleutelsoorten met bedekking >5% (*):

☒L <4 ☐☺ ≥4

bedekking van het begroeide deel van het mosduin:

☒L <50% ☐☺ ≥50%

sleutelsoorten

variant droog tot

vochtig zuur

duingraslanden

☐Echt zandhaarmos , ☒Fijn schapengras, ☒Gestreepte klaver, ☐Gewoon gaffeltandmos, ☐Hondsviooltje, ☐Klein tasjeskruid, ☐Kruipganzerik, ☐Onderaardse klaver, ☐Overblijvende hardbloem, ☒Schapenzuring, ☒Tandjesgras, ☐Tormentil, ☐Viltganzerik, ☒Zandblauwtje,

aantal sleutelsoorten met bedekking >5% (*):

☐L <4 ☒☺ ≥4

* Indien beide varianten samen voorkomen bepaalt de

best scorende variant de uitspraak

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

vergrassing Gewoon Struisriet Glanshaver, Strandkweek, Zandzegge ☒☺☺ ≤10% ☐☺ 10-30% ☐L >30%

verruiging Akkerdistel, Dauwbraam, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Koninginnenkruid

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

verbossing alle boom- of struiksoorten>2m ☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

overbetreding bedekking ruderalen en tredplanten: o.a. Grote leeuwenklauw, Grote weegbree, Hertshoornweegbree, Kleine leeuwenklauw, Rood guichelheil, Straatgras, Varkensgras

☒☺☺ ≤5% ☐☺ ≤ 10% ☐L >10%

invasieve exoten Grijs kronkelsteeltje ☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2130, subtype duingraslanden van kalkarme milieus (2130_had)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

27/07/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a (ten oosten van pompgebouw aan noordrand voormalige renbaan)

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten

variant zuur

mosduin en

pionierduingras-

landen

☐Buntgras, ☐Duindravik, ☐Duinviooltje, ☒Eekhoorngras, ☐Eilandgewijmos, ☐Gebogen rendiermos, ☒Klein vogelpootje, ☐Kraakloof, ☐Open rendiermos, ☐Ruig haarmos, ☒Schapenzuring, ☐Viltganzerik, ☐Zandbisschopsmuts, ☒Zandblauwtje

aantal sleutelsoorten met bedekking >5% (*):

☒L <4 ☐☺ ≥4

bedekking van het begroeide deel van het mosduin:

☒L <50% ☐☺ ≥50%

sleutelsoorten

variant droog tot

vochtig zuur

duingraslanden

☐Echt zandhaarmos , ☒Fijn schapengras, ☒Gestreepte klaver, ☐Gewoon gaffeltandmos, ☐Hondsviooltje, ☒Klein tasjeskruid, ☐Kruipganzerik, ☒Onderaardse klaver, ☐Overblijvende hardbloem, ☒Schapenzuring, ☒Tandjesgras, ☐Tormentil, ☐Viltganzerik, ☒Zandblauwtje,

aantal sleutelsoorten met bedekking >5% (*):

☐L <4 ☒☺ ≥4

* Indien beide varianten samen voorkomen bepaalt de

best scorende variant de uitspraak

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

vergrassing Gewoon Struisriet Glanshaver, Strandkweek, Zandzegge ☒☺☺ ≤10% ☐☺ 10-30% ☐L >30%

verruiging Akkerdistel, Dauwbraam, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Koninginnenkruid

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

verbossing alle boom- of struiksoorten>2m ☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

overbetreding bedekking ruderalen en tredplanten: o.a. Grote leeuwenklauw, Grote weegbree, Hertshoornweegbree, Kleine leeuwenklauw, Rood guichelheil, Straatgras, Varkensgras

☒☺☺ ≤5% ☐☺ ≤ 10% ☐L >10%

invasieve exoten Grijs kronkelsteeltje ☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2130, subtype duingraslanden van kalkarme milieus (2130_had)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

27/07/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a (ten zuiden van poel DN.p12)

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten

variant zuur

mosduin en

pionierduingras-

landen

☐Buntgras, ☐Duindravik, ☐Duinviooltje, ☒Eekhoorngras, ☐Eilandgewijmos, ☐Gebogen rendiermos, ☐Klein vogelpootje, ☐Kraakloof, ☐Open rendiermos, ☐Ruig haarmos, ☒Schapenzuring, ☐Viltganzerik, ☐Zandbisschopsmuts, ☐Zandblauwtje

aantal sleutelsoorten met bedekking >5% (*):

☒L <4 ☐☺ ≥4

bedekking van het begroeide deel van het mosduin:

☒L <50% ☐☺ ≥50%

sleutelsoorten

variant droog tot

vochtig zuur

duingraslanden

☐Echt zandhaarmos , ☒Fijn schapengras, ☒Gestreepte klaver, ☐Gewoon gaffeltandmos, ☐Hondsviooltje, ☐Klein tasjeskruid, ☐Kruipganzerik, ☒Onderaardse klaver, ☐Overblijvende hardbloem, ☒Schapenzuring, ☐Tandjesgras, ☐Tormentil, ☐Viltganzerik, ☐Zandblauwtje,

aantal sleutelsoorten met bedekking >5% (*):

☐L <4 ☒☺ ≥4

* Indien beide varianten samen voorkomen bepaalt de

best scorende variant de uitspraak

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

vergrassing Gewoon Struisriet Glanshaver, Strandkweek, Zandzegge ☐☺☺ ≤10% ☒☺ 10-30% ☐L >30%

verruiging Akkerdistel, Dauwbraam, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Koninginnenkruid

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

verbossing alle boom- of struiksoorten>2m ☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

overbetreding bedekking ruderalen en tredplanten: o.a. Grote leeuwenklauw, Grote weegbree, Hertshoornweegbree, Kleine leeuwenklauw, Rood guichelheil, Straatgras, Varkensgras

☒☺☺ ≤5% ☐☺ ≤ 10% ☐L >10%

invasieve exoten Grijs kronkelsteeltje ☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2130, subtype duingraslanden van kalkarme milieus (2130_had)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

27/07/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a (aan zuidrand)

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten

variant zuur

mosduin en

pionierduingras-

landen

☐Buntgras, ☐Duindravik, ☐Duinviooltje, ☐Eekhoorngras, ☐Eilandgewijmos, ☐Gebogen rendiermos, ☒Klein vogelpootje, ☐Kraakloof, ☐Open rendiermos, ☐Ruig haarmos, ☐Schapenzuring, ☐Viltganzerik, ☐Zandbisschopsmuts, ☐Zandblauwtje

aantal sleutelsoorten met bedekking >5% (*):

☒L <4 ☐☺ ≥4

bedekking van het begroeide deel van het mosduin:

☒L <50% ☐☺ ≥50%

sleutelsoorten

variant droog tot

vochtig zuur

duingraslanden

☐Echt zandhaarmos , ☒Fijn schapengras, ☒Gestreepte klaver, ☒Gewoon gaffeltandmos, ☐Hondsviooltje, ☐Klein tasjeskruid, ☐Kruipganzerik, ☒Onderaardse klaver, ☐Overblijvende hardbloem, ☐Schapenzuring, ☐Tandjesgras, ☐Tormentil, ☐Viltganzerik, ☐Zandblauwtje,

aantal sleutelsoorten met bedekking >5% (*):

☐L <4 ☒☺ ≥4

* Indien beide varianten samen voorkomen bepaalt de

best scorende variant de uitspraak

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

vergrassing Gewoon Struisriet Glanshaver, Strandkweek, Zandzegge ☐☺☺ ≤10% ☒☺ 10-30% ☐L >30%

verruiging Akkerdistel, Dauwbraam, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Koninginnenkruid

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

verbossing alle boom- of struiksoorten>2m ☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

overbetreding bedekking ruderalen en tredplanten: o.a. Grote leeuwenklauw, Grote weegbree, Hertshoornweegbree, Kleine leeuwenklauw, Rood guichelheil, Straatgras, Varkensgras

☒☺☺ ≤5% ☐☺ ≤ 10% ☐L >10%

invasieve exoten Grijs kronkelsteeltje ☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2130, subtype duingraslanden van kalkrijke milieus (2130_hd)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

27/07/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a (centraal noordelijk deel vroegere renbaan)

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten

variant kalkrijke

mosduinen en

pionierduingras-

landen

☐Asperge, ☐Bleek dikkopmos, ☐Duindravik, ☐Duinfakkelgras, ☐Duinkronkelbladmos, ☐Duinlangbaardgras, ☐Duinviooltje, ☐ Gewimperd langbaardgras, ☐Gewoon purpersteeltje, ☐Groot duinsterretje, ☒ Groot klauwtjesmos, ☐Kegelsilene, ☐Kleverige reigersbek, ☐ Kruipend stalkruid, ☐ Lathyruswikke, ☐Liggende asperge, ☐Ruw vergeet-mij-nietje, ☒ Ruwe klaver, ☐Vals rendiermos, ☐Zanddoddengras, ☐Zandhoornbloem

aantal soorten met bedekking >5%:

☒L <4 ☐☺ ≥4

bedekking van het begroeide deel van het mosduin:

☒L <50% ☐☺ ≥50%

sleutelsoorten

variant droog tot

vochtig kalkrijk

duingrasland

☐Boompjesmos, ☐Duindravik, ☒ Geel walstro, ☐Geel zonneroosje, ☒ Gestreepte klaver, ☐Grote tijm, ☐Kalkbedstro, ☐Liggend bergvlas, ☐Nachtsilene, ☒ Ruwe klaver, ☐Voorjaarsganzerik, ☐ Walstrobremraap, ☐Wondklaver, ☐Zachte haver

aantal soorten met bedekking >5%:

☒L <4 ☐☺ ≥4

* Indien beide varianten samen voorkomen bepaalt de

best scorende variant de uitspraak

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

vergrassing Gewoon struisriet, Glanshaver, Strandkweek, Zandzegge ☒☺☺ ≤10% ☐☺ 10-30% ☐L >30%

verruiging Akkerdistel, Dauwbraam, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Koninginnenkruid

☒☺☺ <5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

verbossing bedekking alle boom- of struiksoorten>2m ☒☺☺ <5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

overbetreding bedekking ruderalen en tredplanten: , Grote leeuwenklauw, Grote weegbree, Hertshoornweegbree, Kleine leeuwenklauw, Rood guichelheil, Straatgras, Varkensgras,

☒☺☺ <5% ☐☺ ≤ 10% ☐L >10%

overige exoten Canadese fijnstraal, Kokardebloem, Schermscheefbloem, Teunisbloem

☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2130, subtype duingraslanden van kalkrijke milieus (2130_hd)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

27/07/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a (oostelijk deel van zuidelijke vroegere renbaan)

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten

variant kalkrijke

mosduinen en

pionierduingras-

landen

☐Asperge, ☐Bleek dikkopmos, ☐Duindravik, ☐Duinfakkelgras, ☐Duinkronkelbladmos, ☐Duinlangbaardgras, ☐Duinviooltje, ☐ Gewimperd langbaardgras, ☐Gewoon purpersteeltje, ☐Groot duinsterretje, ☐ Groot klauwtjesmos, ☐Kegelsilene, ☐Kleverige reigersbek, ☐ Kruipend stalkruid, ☐ Lathyruswikke, ☐Liggende asperge, ☒ Ruw vergeet-mij-nietje, ☒ Ruwe klaver, ☐Vals rendiermos, ☐Zanddoddengras, ☐Zandhoornbloem

aantal soorten met bedekking >5%:

☒L <4 ☐☺ ≥4

bedekking van het begroeide deel van het mosduin:

☒L <50% ☐☺ ≥50%

sleutelsoorten

variant droog tot

vochtig kalkrijk

duingrasland

☐Boompjesmos, ☐Duindravik, ☒ Geel walstro, ☐Geel zonneroosje, ☒ Gestreepte klaver, ☐Grote tijm, ☐Kalkbedstro, ☐Liggend bergvlas, ☐Nachtsilene, ☒ Ruwe klaver, ☐Voorjaarsganzerik, ☐ Walstrobremraap, ☐Wondklaver, ☐Zachte haver

aantal soorten met bedekking >5%:

☒L <4 ☐☺ ≥4

* Indien beide varianten samen voorkomen bepaalt de

best scorende variant de uitspraak

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

vergrassing Gewoon struisriet, Glanshaver, Strandkweek, Zandzegge ☒☺☺ ≤10% ☐☺ 10-30% ☐L >30%

verruiging Akkerdistel, Dauwbraam, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Koninginnenkruid

☒☺☺ <5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

verbossing bedekking alle boom- of struiksoorten>2m ☒☺☺ <5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

overbetreding bedekking ruderalen en tredplanten: , Grote leeuwenklauw, Grote weegbree, Hertshoornweegbree, Kleine leeuwenklauw, Rood guichelheil, Straatgras, Varkensgras,

☒☺☺ <5% ☐☺ ≤ 10% ☐L >10%

overige exoten Canadese fijnstraal, Kokardebloem, Schermscheefbloem, Teunisbloem

☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2150 Atlantische vastgelegde ontkalkte duinen (Calluno-Ulicetae)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

27/07/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a (aan vlek met struikhei)

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐Buntgras, ☐Duindravik, ☐Duinviooltje, ☒Eekhoorngras, ☐Eilandgewijmos, ☐Gebogen rendiermos, ☒Klein tasjeskruid, ☒Klein vogelpootje, ☐Kraakloof, ☐Kruipganzerik, ☐Open rendiermos, ☐Ruig haarmos, ☒Schapenzuring, ☒Struikhei, ☐Viltganzerik, ☐Zandbisschopsmuts, ☐Zandblauwtje

bedekking Struikhei:

☒L < 5% ☐☺ ≥ 5%

aantal sleutelsoorten uitgezonderd Struikhei met

bedekking ≥ 5%:

☒L <2 ☐☺ ≥ 2

3. Structuurkenmerken

ouderdomstructuur struikhei

Kruis aan welke stadia aanwezig zijn met bedekking >5%: ☐ pionierstadium ☒ ontwikkelingsstadium ☐ climaxstadium ☒ degeneratiestadium

aantal stadia aanwezig met bedekking >5%:

☐L <2 ☒☺ 2-3 ☐☺☺ 4

dwergstruiken bedekking Struikhei ☒L <30% ☐☺ ≥30%

4. Verstoringsindicatoren

vergrassing Gewoon struisriet, Glanshaver, Rood zwenkgras, Zandzegge ☐☺☺ ≤10% ☒☺ 10-30% ☐L >30%

verruiging Akkerdistel, Dauwbraam, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Koninginnenkruid, Vogelmuur

☒☺☺ <5% ☐☺ ≤ 10% ☐L >10%

verbossing alle boom- of struiksoorten>2m ☒☺☺ <5% ☐☺ ≤ 10% ☐L >10%

overbetreding bedekking ruderalen en tredplanten: , Grote leeuwenklauw, Grote weegbree, Hertshoornweegbree, Kleine leeuwenklauw, Rood guichelheil, Straatgras, Varkensgras,

☒☺☺ <5% ☐☺ ≤ 10% ☐L >10%

invasieve exoten Grijs kronkelsteeljte ☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2160 duinen met Hippohae rhamnoides

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

18/08/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.5a

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐Aalbes, ☒Duindoorn, ☐Duinvogelmuur, ☒Eénstijlige meidoorn, ☐Egelantier, ☐Fijne kervel, ☒Gewone vlier, ☐Glad parelzaad, ☒Grauwe wilg (inclusief kruisingen), ☐Heggenduizendknoop, ☐Heggenrank, ☒Hondsroos s.l., ☐Kruipwilg, ☐Kruisbes, ☐Sleedoorn, ☐Viltroos, ☐Wegedoorn, ☐Wilde liguster, ☐Zwaluwtong, ☐Zwarte bes

aantal soorten met bedekking >5%:

☐L <5 ☒☺ ≥5

3. Structuurkenmerken

horizontale structuur

Kruis aan welke stadia aanwezig zijn: ☐ open plekken struweel: ☐ pioniersstadium ☐ ontwikkelingsstadium ☒ climaxstadium ☒ degeneratiestadium

bedekking open plekken:

☐L <1% ☒☺ ≥1%

aantal stadia in het struweel:

☐L <2 ☒☺ ≥ 2

4. Verstoringsindicatoren

verbossing bedekking boom- of struiksoorten> 2m

☒☺ ≤10% ☐L >10%

invasieve exoten Amerikaanse vogelkers, Cotoneaster, Hemelboom, Mahonia ☐☺☺ 0% ☒☺ <5% ☐L ≥5%

overige exoten Alpenbes, Boksdoorn, Chinese bruidssluier, Gele ribes, Noorse aalbes, Olijfwilg, Rode ribes, Sneeuwbes, Tamarisk

☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2160 duinen met Hippohae rhamnoides

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

18/08/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.5c

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐Aalbes, ☒Duindoorn, ☐Duinvogelmuur, ☒Eénstijlige meidoorn, ☐Egelantier, ☐Fijne kervel, ☒Gewone vlier, ☐Glad parelzaad, ☐Grauwe wilg (inclusief kruisingen), ☐Heggenduizendknoop, ☐Heggenrank, ☒Hondsroos s.l., ☐Kruipwilg, ☐Kruisbes, ☒Sleedoorn, ☐Viltroos, ☐Wegedoorn, ☐Wilde liguster, ☐Zwaluwtong, ☐Zwarte bes

aantal soorten met bedekking >5%:

☐L <5 ☒☺ ≥5

3. Structuurkenmerken

horizontale structuur

Kruis aan welke stadia aanwezig zijn: ☐ open plekken struweel: ☐ pioniersstadium ☐ ontwikkelingsstadium ☒ climaxstadium ☒ degeneratiestadium

bedekking open plekken:

☐L <1% ☒☺ ≥1%

aantal stadia in het struweel:

☐L <2 ☒☺ ≥ 2

4. Verstoringsindicatoren

verbossing bedekking boom- of struiksoorten> 2m

☒☺ ≤10% ☐L >10%

invasieve exoten Amerikaanse vogelkers, Cotoneaster, Hemelboom, Mahonia ☒☺☺ 0% ☐☺ <5% ☐L ≥5%

overige exoten Alpenbes, Boksdoorn, Chinese bruidssluier, Gele ribes, Noorse aalbes, Olijfwilg, Rode ribes, Sneeuwbes, Tamarisk

☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2160 duinen met Hippohae rhamnoides

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

18/08/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.5d

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐Aalbes, ☒Duindoorn, ☐Duinvogelmuur, ☒Eénstijlige meidoorn, ☐Egelantier, ☐Fijne kervel, ☒Gewone vlier, ☐Glad parelzaad, ☐Grauwe wilg (inclusief kruisingen), ☐Heggenduizendknoop, ☐Heggenrank, ☒Hondsroos s.l., ☐Kruipwilg, ☐Kruisbes, ☒Sleedoorn, ☐Viltroos, ☐Wegedoorn, ☐Wilde liguster, ☐Zwaluwtong, ☐Zwarte bes

aantal soorten met bedekking >5%:

☐L <5 ☒☺ ≥5

3. Structuurkenmerken

horizontale structuur

Kruis aan welke stadia aanwezig zijn: ☐ open plekken struweel: ☐ pioniersstadium ☒ ontwikkelingsstadium ☒ climaxstadium ☒ degeneratiestadium

bedekking open plekken:

☐L <1% ☒☺ ≥1%

aantal stadia in het struweel:

☐L <2 ☒☺ ≥ 2

4. Verstoringsindicatoren

verbossing bedekking boom- of struiksoorten> 2m

☒☺ ≤10% ☐L >10%

invasieve exoten Amerikaanse vogelkers, Cotoneaster, Hemelboom, Mahonia ☐☺☺ 0% ☒☺ <5% ☐L ≥5%

overige exoten Alpenbes, Boksdoorn, Chinese bruidssluier, Gele ribes, Noorse aalbes, Olijfwilg, Rode ribes, Sneeuwbes, Tamarisk

☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2170 duinen met Salix repens spp Argentea (Salicion arenaria)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

18/08/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.3a

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐ Brede wespenorchis, ☐Donderkruid, ☐Driedistel, ☐ Duinzwenkgras, ☐Gewone vleugeltjesbloem, ☐Hondsviooltje, ☒Kleine leeuwentand, ☒Kruipwilg, ☐Rond wintergroen, ☐ Stofzaad, ☐ Zandzegge, ☐ Zeegroene zegge

bedekking Kruipwilg:

☐L < 5% ☒☺ ≥ 5%

aantal soorten uitgezonderd Kruipwilg met bedekking

>5%:

☒L <3 ☐☺ ≥3

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

verruiging Akkerdistel, Duinriet, Gestreepte witbol, Glanshaver, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Koninginnenkruid, Kropaar ☒☺ ≤10% ☐L >10%

verbossing bedekking boom- of struiksoorten> 2m , exclusief Kruipwilg ☒☺☺ <5% ☐☺ 5- 10% ☐L >10%

invasieve exoten Amerikaanse vogelkers, Cotoneaster, Hemelboom, Mahonia ☐☺☺ 0 ☐☺ ≤5% ☒L >5%

overige exoten Alpenbes, Boksdoorn, Chinese bruidssluier, Gele ribes, Noorse aalbes, Olijfwilg, Rode ribes, Sneeuwbes, Tamarisk

☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2170 duinen met Salix repens spp Argentea (Salicion arenaria)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

18/08/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DZ.3a

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐ Brede wespenorchis, ☐Donderkruid, ☐Driedistel, ☐ Duinzwenkgras, ☐Gewone vleugeltjesbloem, ☐Hondsviooltje, ☐Kleine leeuwentand, ☒Kruipwilg, ☐Rond wintergroen, ☐ Stofzaad, ☒ Zandzegge, ☒ Zeegroene zegge

bedekking Kruipwilg:

☐L < 5% ☒☺ ≥ 5%

aantal soorten uitgezonderd Kruipwilg met bedekking

>5%:

☒L <3 ☐☺ ≥3

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

verruiging Akkerdistel, Duinriet, Gestreepte witbol, Glanshaver, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Koninginnenkruid, Kropaar ☒☺ ≤10% ☐L >10%

verbossing bedekking boom- of struiksoorten> 2m , exclusief Kruipwilg ☐☺☺ <5% ☒☺ 5- 10% ☐L >10%

invasieve exoten Amerikaanse vogelkers, Cotoneaster, Hemelboom, Mahonia ☐☺☺ 0 ☐☺ ≤5% ☒L >5%

overige exoten Alpenbes, Boksdoorn, Chinese bruidssluier, Gele ribes, Noorse aalbes, Olijfwilg, Rode ribes, Sneeuwbes, Tamarisk

☒☺ ≤10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2180 beboste duinen van het Atlantische, Continentale en Boreale kustgebied

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

26/07/2016 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.4a

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten

kruidlaag

☒Dagkoekoeksbloem, ☐Drienerfmuur, ☒Geel nagelkruid, ☐Geschubde mannetjesvaren, ☐Gewone vogelmelk, ☒Hop, ☐Kraailook, ☐Lelietje-van-dalen, ☒Look-zonder-look, ☐Maarts viooltje, ☒Robertskruid, ☐Speenkruid, ☐Stinkende gouwe, ☐Tongvaren, ☐Wilde kamperfoelie

aantal sleutelsoorten met bedekking >5%:

☒L < 8 ☐☺ ≥ 8

sleutelsoorten

boom- en

struiklaag

☒ Es, ☒ Gewone esdoorn, ☐ Gladde iep, ☒ Ratelpopulier, ☐ Ruwe berk, ☐ Schietwilg, ☐ Wilde liguster, ☐ Wilde lijsterbes, ☐ Zachte berk, ☒ Zomereik, ☒ Zwarte els

grondvlak:

☒L <70% ☐☺ 70-90%

☐☺☺ ≥90% EN meerdere soorten ≥10%

3. Structuurkenmerken

natuurlijke mozaïekstructuur

grootte & invulling van vlekken met verschillende groeiklassen ☒ L gelijkjarig (homogene leeftijdsopbouw in vlekken van 1 ha of groter) ☐ ☺ mozaïekstructuur met grootte-orde van 0.3-1 ha ☐ ☺☺ ingrepen op kleine schaal (< 0.3 ha) ☐ ☺☺ ongelijkjarig en gemengd (verschillende groeiklassen stamsgewijs door elkaar gemengd)

fenologie: groeiklassen

☐ 1. open plek (diameter minstens 1 x dominante boomhoogte) ☐ 2. zaailingen (vroege stadia van natuurlijke bebossing met habitattypische pionierhoutsoorten, gem. hoogte <2m) ☒ 3. staken (gem. hoogte >2m en omtrek C1.5 < 20 cm) ☒ 4. jong hout (gem. hoogte >2m en omtrek C1.5 20-60 cm) ☒ 5. middelmatig dik hout (omtrek C1.5 60-120 cm) ☐ 6. dik hout (omtrek C1.5 120-240 cm) ☐ 7. zeer dik hout (omtrek C1.5 > 240 cm)

☐ L klasse 7 ontbreekt OF <3 groeiklassen aanwezig ☒ ☺ klasse 7 aanwezig OF ≥3 groeiklassen aanwezig ☐ ☺☺ klasse 7 aanwezig EN ≥4 groeiklassen aanwezig

4. Verstoringsindicatoren

invasieve exoten Amerikaanse vogelkers, Hemelboom, Mahonia, Ontariopopulier, Witte els, Zwarte balsempopulier ☐☺ 0% ☒L >0%

overige exoten Naaldhout, Canadapopulier, Grauwe abeel, Groene ossentong, Witte winterpostelein, Witte abeel ☐☺ ≤30% ☒L >30%

ruderalisering Fluitenkruid, Gewone vlier, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Zevenblad

☐☺ ≤30% ☒L >30%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2180 beboste duinen van het Atlantische, Continentale en Boreale kustgebied

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

26/07/2016 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.4e

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten

kruidlaag

☒Dagkoekoeksbloem, ☐Drienerfmuur, ☐Geel nagelkruid, ☐Geschubde mannetjesvaren, ☐Gewone vogelmelk, ☐Hop, ☐Kraailook, ☐Lelietje-van-dalen, ☒Look-zonder-look, ☐Maarts viooltje, ☐Robertskruid, ☐Speenkruid, ☒Stinkende gouwe, ☐Tongvaren, ☒Wilde kamperfoelie

aantal sleutelsoorten met bedekking >5%:

☒L < 8 ☐☺ ≥ 8

sleutelsoorten

boom- en

struiklaag

☒ Es, ☒ Gewone esdoorn, ☒ Gladde iep, ☐ Ratelpopulier, ☒ Ruwe berk, ☒ Schietwilg, ☐ Wilde liguster, ☒ Wilde lijsterbes, ☐ Zachte berk, ☒ Zomereik, ☐ Zwarte els

grondvlak:

☐L <70% ☒☺ 70-90%

☐☺☺ ≥90% EN meerdere soorten ≥10%

3. Structuurkenmerken

natuurlijke mozaïekstructuur

grootte & invulling van vlekken met verschillende groeiklassen ☒ L gelijkjarig (homogene leeftijdsopbouw in vlekken van 1 ha of groter) ☐ ☺ mozaïekstructuur met grootte-orde van 0.3-1 ha ☐ ☺☺ ingrepen op kleine schaal (< 0.3 ha) ☐ ☺☺ ongelijkjarig en gemengd (verschillende groeiklassen stamsgewijs door elkaar gemengd)

fenologie: groeiklassen

☒ 1. open plek (diameter minstens 1 x dominante boomhoogte) ☒ 2. zaailingen (vroege stadia van natuurlijke bebossing met habitattypische pionierhoutsoorten, gem. hoogte <2m) ☒ 3. staken (gem. hoogte >2m en omtrek C1.5 < 20 cm) ☒ 4. jong hout (gem. hoogte >2m en omtrek C1.5 20-60 cm) ☐ 5. middelmatig dik hout (omtrek C1.5 60-120 cm) ☐ 6. dik hout (omtrek C1.5 120-240 cm) ☐ 7. zeer dik hout (omtrek C1.5 > 240 cm)

☐ L klasse 7 ontbreekt OF <3 groeiklassen aanwezig ☒ ☺ klasse 7 aanwezig OF ≥3 groeiklassen aanwezig ☐ ☺☺ klasse 7 aanwezig EN ≥4 groeiklassen aanwezig

4. Verstoringsindicatoren

invasieve exoten Amerikaanse vogelkers, Hemelboom, Mahonia, Ontariopopulier, Witte els, Zwarte balsempopulier ☐☺ 0% ☒L >0%

overige exoten Naaldhout, Canadapopulier, Grauwe abeel, Groene ossentong, Witte winterpostelein, Witte abeel ☒☺ ≤30% ☐L >30%

ruderalisering Fluitenkruid, Gewone vlier, Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid, Zevenblad

☐☺ ≤30% ☒L >30%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2190, subtype duinpannen met kalkminnende vegetaties(2190_mp)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

17/08/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DZ.3a

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐Bonte paardenstaart, ☐Bosorchis, ☐Drienervige zegge, ☐Duingentiaan, ☐Dwergzegge, ☐Geelhartje, ☐Honingorchis, ☐Moeraswespenorchis, ☐Paddenrus, ☐Parnassia, ☐Rietorchis, ☐Rond wintergroen, ☐Sierlijke vetmuur, ☐Stijve ogentroost, ☐Strandduizendguldenkruid, ☐Teer guichelheil, ☒Vleeskleurige orchis, ☐Zomerbitterling

aantal soorten met bedekking >5%:

☒L < 3 ☐☺ ≥3

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

verruiging Gewoon struisriet, Gestreepte witbol, Grote brandnetel, Harig wilgenroosje, Hennegras, Koninginnenkruid, Oeverzegge

☐☺☺ ≤10% ☒☺ 10-30% ☐L >30%

verbossing bedekking boom- of struiksoorten> 2m, excl. Kruipwilg ☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5-10% ☐L >10%

verdroging Waternavel, Zomprus ☒L ≤1% ☐☺ >1%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling strand en duinen – Europees te beschermen habitat 2190, subtype duinpannen met kalkminnende vegetaties(2190_mp)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

17/08/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a – in het verleden deel geplagde zone van vroegere renbaan

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐Bonte paardenstaart, ☐Bosorchis, ☒Drienervige zegge, ☐Duingentiaan, ☒Dwergzegge, ☐Geelhartje, ☐Honingorchis, ☐Moeraswespenorchis, ☐Paddenrus, ☐Parnassia, ☐Rietorchis, ☐Rond wintergroen, ☐Sierlijke vetmuur, ☐Stijve ogentroost, ☐Strandduizendguldenkruid, ☐Teer guichelheil, ☐Vleeskleurige orchis, ☐Zomerbitterling

aantal soorten met bedekking >5%:

☒L < 3 ☐☺ ≥3

3. Structuurkenmerken

geen

4. Verstoringsindicatoren

verruiging Gewoon struisriet, Gestreepte witbol, Grote brandnetel, Harig wilgenroosje, Hennegras, Koninginnenkruid, Oeverzegge

☒☺☺ ≤10% ☐☺ 10-30% ☐L >30%

verbossing bedekking boom- of struiksoorten> 2m, excl. Kruipwilg ☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5-10% ☐L >10%

verdroging Waternavel, Zomprus ☐L ≤1% ☒☺ >1%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling graslanden – Europees te beschermen habitat 6510, subtype glanshavergraslanden (6510_hu) en subtype glanshavergraslanden met Grote pimpernel (6510_hus)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

25/06/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DZ.1e

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐Aardaker, ☐Beemdkroon, ☐Beemdooievaarsbek, ☐Bevertjes, ☐Gele morgenster ,☐Geoorde zuring, ☐Gewone vogelmelk, ☐Glad walstro, ☐Goudhaver, ☐Graslathyrus, ☐Groot streepzaad, ☐Grote bevernel, ☐Grote pimpernel, ☐Gulden boterbloem, ☐Gulden sleutelbloem, ☐Karwijvarkenskervel,☐Klavervreter, ☐Kleine ratelaar, ☐Knolboterbloem, ☐Knolsteenbreek, ☒Knoopkruid s.l., ☐Kraailook, ☒Margriet, ☐Muskuskaasjeskruid, ☐Naakte lathyrus, ☐Pastinaak, ☐Rapunzelklokje, ☐Ruige leeuwentand, ☒Veldlathyrus, ☐Veldsalie, ☐Vijfdelig kaasjeskruid, ☐Zachte haver

relatieve bedekking:

☒ L <30% ☐ ☺ 30-50% ☐☺☺ ≥50%

aantal soorten:

☒ L <7 ☐ ☺ ≥7

3. Structuurkenmerken

verticale structuur aanwezigheid van middelhoge (< 100 cm) en hoge grassen (>100 cm)

hoge grassen: ☒ ☺ <70% ☐ L ≥70% middelhoge grassen: ☐ L ≤5% ☒ ☺ >5%

dominantie van soorten

aantal soorten (incl sleutelsoorten) met dominantie (bedekking ≥ 50%)

☐ ☺ 0 ☒ L ≥1

4. Verstoringsindicatoren

eutrofiëring Gewone hoornbloem, Kruipende boterbloem, Raaigras, Veldzuring, Witbol, Witte klaver

☒☺ ≤30% ☐L >30%

vergrassing, incl. vervilting

Gewoon struisriet, Fioringras, Gewoon timoteegras, Glanshaver, Grote vossenstaart, Kropaar, Kweek, Raaigras, Rietgras, Rietzwenkgras, Ruige zegge, Ruw beemdgras, Smele

☒☺ ≤50% ☐L >50%

verruiging, incl. ruderalisering

Akkerdistel, Akkerwinde, Basterdwederik, Bijvoet, Boerenwormkruid, Grote brandnetel, Heermoes, Hondsdraf, Jakobskruiskruid, Kleefkruid, Kruldistel, Krulzuring, Melkdistel, Paardenbloem, Ridderzuring, Speerdistel, Vogelmuur, Zevenblad

☒☺☺ ≤10% ☐☺ 10-30% ☐L >30%

verbossing bedekking boom- of struiksoorten> 2m, exclusief bramen

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5-10% ☐L >10%

verbraming bedekking bramen

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5-10% ☐L >10%

strooisellaag bedekking van plekken waar het dood organisch materiaal een meer dan 1 cm dikke laag vormt

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5-10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling graslanden – Europees te beschermen habitat 6510, subtype glanshavergraslanden (6510_hu) en subtype glanshavergraslanden met Grote pimpernel (6510_hus)

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

25/06/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DO.1a

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐Aardaker, ☐Beemdkroon, ☐Beemdooievaarsbek, ☐Bevertjes, ☐Gele morgenster ,☐Geoorde zuring, ☐Gewone vogelmelk, ☐Glad walstro, ☐Goudhaver, ☐Graslathyrus, ☐Groot streepzaad, ☐Grote bevernel, ☐Grote pimpernel, ☐Gulden boterbloem, ☐Gulden sleutelbloem, ☐Karwijvarkenskervel,☐Klavervreter, ☐Kleine ratelaar, ☒Knolboterbloem, ☐Knolsteenbreek, ☐Knoopkruid s.l., ☐Kraailook, ☐Margriet, ☐Muskuskaasjeskruid, ☐Naakte lathyrus, ☒Pastinaak, ☐Rapunzelklokje, ☐Ruige leeuwentand, ☒Veldlathyrus, ☐Veldsalie, ☐Vijfdelig kaasjeskruid, ☐Zachte haver

relatieve bedekking:

☒ L <30% ☐ ☺ 30-50% ☐☺☺ ≥50%

aantal soorten:

☒ L <7 ☐ ☺ ≥7

3. Structuurkenmerken

verticale structuur aanwezigheid van middelhoge (< 100 cm) en hoge grassen (>100 cm)

hoge grassen: ☒ ☺ <70% ☐ L ≥70% middelhoge grassen: ☐ L ≤5% ☒ ☺ >5%

dominantie van soorten

aantal soorten (incl sleutelsoorten) met dominantie (bedekking ≥ 50%)

☐ ☺ 0 ☒ L ≥1

4. Verstoringsindicatoren

eutrofiëring Gewone hoornbloem, Kruipende boterbloem, Raaigras, Veldzuring, Witbol, Witte klaver

☐☺ ≤30% ☒L >30%

vergrassing, incl. vervilting

Gewoon struisriet, Fioringras, Gewoon timoteegras, Glanshaver, Grote vossenstaart, Kropaar, Kweek, Raaigras, Rietgras, Rietzwenkgras, Ruige zegge, Ruw beemdgras, Smele

☐☺ ≤50% ☒L >50%

verruiging, incl. ruderalisering

Akkerdistel, Akkerwinde, Basterdwederik, Bijvoet, Boerenwormkruid, Grote brandnetel, Heermoes, Hondsdraf, Jakobskruiskruid, Kleefkruid, Kruldistel, Krulzuring, Melkdistel, Paardenbloem, Ridderzuring, Speerdistel, Vogelmuur, Zevenblad

☒☺☺ ≤10% ☐☺ 10-30% ☐L >30%

verbossing bedekking boom- of struiksoorten> 2m, exclusief bramen

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5-10% ☐L >10%

verbraming bedekking bramen

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5-10% ☐L >10%

strooisellaag bedekking van plekken waar het dood organisch materiaal een meer dan 1 cm dikke laag vormt

☒☺☺ ≤5% ☐☺ 5-10% ☐L >10%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling graslanden – regionaal belangrijk biotoop rbbkam kamgraslanden

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

25/06/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a (ten zuiden van Colpaertput)

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐ Gewone brunel, ☐ Gewoon timoteegras, ☒ Kamgras, ☐ Knopig doornzaad, ☒ Madeliefje, ☐ Tijmereprijs, ☐ Veldgerst, ☒ Vertakte leeuwentand, ☐ Wilde peterselie

geen indicator bij kwaliteitsbeoordeling,

dit zijn wel kenmerkende soorten van het graslandtype

totaal aantal

soorten

aantal soorten hogere planten aantal soorten in een vlak van 5 x 5m:

☒ L<20 ☐ ☺≥20

3. Structuurkenmerken

grassen bedekking van alle grassen (excl. schijngrassen) ☐☺ ≤70% ☒ L>70%

(co)dominantie van soorten

(co)dominantie = één of twee soorten met gezamenlijke bedekking ≥ 70%

☐☺ afwezig ☒ L aanwezig

4. Verstoringsindicatoren

verruiging Gewone berenklauw, Gewone engelwortel, Gewone smeerwortel, Grote kattenstaart, Haagwinde, Kale jonker, Kropaar, Liesgras, Moerasspirea, Riet, Rietgras

☒☺ ≤10% ☐L >10%

intensief gebruik Engels raaigras, Gewoon timoteegras, Kruipende boterbloem, Witte klaver ☒☺ ≤30% ☐L >30%

eutrofiëring Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid ☒☺ ≤5% ☐L >5%

vernatting Egelboterbloem, Fioringras, Geknikte vossenstaart, Mannagras, Moerasstruisgras

☒☺ ≤10% ☐L >10%

ruderalisering Akkerdistel, Behaarde boterbloem, Boerenwormkruid, Grote weegbree, Heermoes, Italiaans raaigras, Jakobskruiskruid, Kluwenzuring, Krulzuring, Kweek, Mannagras, Paardenbloem ), Ridderzuring, Ruige zegge, Speerdistel, Straatgras, Tengere rus, Vogelmuur, Waterpeper, Zachte dravik

☒☺ ≤10% ☐L >10%

pollenvormende russen

Biezenknoppen, Pitrus, Zeegroene rus ☒☺ ≤10% ☐L >10%

verbossing Bedekking alle boom- of struiksoorten>1m incl. bramen ☒☺ ≤5% ☐L >5%

Natuurbeheerplan: fiche kwaliteitsbeoordeling graslanden – regionaal belangrijk biotoop rbbkam kamgraslanden

ANB-00-jjmmdd

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum opname naam opnemer

25/06/2017 Bart Opstaele

1. Identificatiegegevens beheereenheid

naam natuurbeheerplan of terrein D’Heye nr beheereenheid DN.1a (ten zuiden van rij poelen aan oostrand)

2. Kenmerkende soorten voor kwaliteitsbepaling

sleutelsoorten ☐ Gewone brunel, ☐ Gewoon timoteegras, ☒ Kamgras, ☐ Knopig doornzaad, ☒ Madeliefje, ☐ Tijmereprijs, ☐ Veldgerst, ☐ Vertakte leeuwentand, ☐ Wilde peterselie

geen indicator bij kwaliteitsbeoordeling,

dit zijn wel kenmerkende soorten van het graslandtype

totaal aantal

soorten

aantal soorten hogere planten aantal soorten in een vlak van 5 x 5m:

☒ L<20 ☐ ☺≥20

3. Structuurkenmerken

grassen bedekking van alle grassen (excl. schijngrassen) ☐☺ ≤70% ☒ L>70%

(co)dominantie van soorten

(co)dominantie = één of twee soorten met gezamenlijke bedekking ≥ 70%

☐☺ afwezig ☒ L aanwezig

4. Verstoringsindicatoren

verruiging Gewone berenklauw, Gewone engelwortel, Gewone smeerwortel, Grote kattenstaart, Haagwinde, Kale jonker, Kropaar, Liesgras, Moerasspirea, Riet, Rietgras

☒☺ ≤10% ☐L >10%

intensief gebruik Engels raaigras, Gewoon timoteegras, Kruipende boterbloem, Witte klaver ☐☺ ≤30% ☒L >30%

eutrofiëring Grote brandnetel, Hondsdraf, Kleefkruid ☒☺ ≤5% ☐L >5%

vernatting Egelboterbloem, Fioringras, Geknikte vossenstaart, Mannagras, Moerasstruisgras

☒☺ ≤10% ☐L >10%

ruderalisering Akkerdistel, Behaarde boterbloem, Boerenwormkruid, Grote weegbree, Heermoes, Italiaans raaigras, Jakobskruiskruid, Kluwenzuring, Krulzuring, Kweek, Mannagras, Paardenbloem ), Ridderzuring, Ruige zegge, Speerdistel, Straatgras, Tengere rus, Vogelmuur, Waterpeper, Zachte dravik

☒☺ ≤10% ☐L >10%

pollenvormende russen

Biezenknoppen, Pitrus, Zeegroene rus ☒☺ ≤10% ☐L >10%

verbossing Bedekking alle boom- of struiksoorten>1m incl. bramen ☒☺ ≤5% ☐L >5%

Pagina 137 van 143

Bijlage 8: Toegankelijkheidsregeling

Agentschap voor Natuur en Bos

Besluit van de administrateur-generaal houdende goedkeuring van de toegankelijkheidsregeling voor het natuurreservaat D’Heye, gelegen

op het grondgebied van de gemeenten Bredene en De Haan,

DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN HET AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS, Gelet op het Bosdecreet van 13 juni 1990, artikel 10, gewijzigd bij het decreet van 7 decem-ber 2007, artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 12 december 2008 en artikel 14, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008 en 30 april 2009; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toeganke-lijkheid van de bossen en de natuurreservaten, gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009; Gelet op het ministerieel besluit van 13 november 2006 tot regeling van specifieke en aanvul-lende delegatie van beslissingsbevoegdheden aan het hoofd van het intern verzelfstandigd agentschap voor Natuur en Bos, art 9, 14°, toegevoegd bij ministerieel besluit van 30 no-vember 2009; Gelet op het gemotiveerde en gunstige advies van het college van burgemeester en schepe-nen van de gemeente Bredene, gegeven op xx 2018; Gelet op het gemotiveerde en gunstige advies van het college van burgemeester en schepe-nen van de gemeente Bredene, gegeven op xx 2018; Gelet op de opmerkingen en bezwaren geformuleerd tijdens de openbare consultatie van 21 maart 2018 tot 25 april 2018;

BESLUIT:

Art. 1. – Toepassingsgebied

1.1. Deze regeling is van toepassing op het natuurreservaat D’Heye op het grondgebied van de gemeenten Bredene en De Haan.

1.2. Zij regelt de toegankelijkheid voor bezoekers in het gebied afgebakend op de bijgaan-de kaart.

1.3. De regeling is niet van toepassing op activiteiten door bevoegde personen in het kader van het toezicht of het beheer van het gebied.

Pagina 138 van 143

1.4. Zij is niet van toepassing op risicovolle activiteiten, bedoeld in artikel 2, § 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijk-heid van de bossen en de natuurreservaten.

Art. 2. – Toegankelijkheid in het algemeen

2.1. De toegankelijkheid wordt geregeld door de kaart met bijhorende legende, en de bij-horende borden in het gebied en aan de ingangen ervan.

2.2. Op de kaart worden volgende wegen onderscheiden:

• Wandelweg: uitsluitend toegankelijk voor voetgangers en honden aan de lei-band.

• Fietsweg: toegankelijk voor fietsers en mountainbikers. • Weg voor plaatselijk gemotoriseerd verkeer: uitsluitend voor gemotoriseerd

verkeer om heen en weer naar de Jacobinessenhoeve te rijden. Op de kaart wordt volgende zone afgebakend:

• vrij toegankelijke zone: zone die toegankelijk is voor voetgangers. • zone met grote grazers.

2.3. Het gebied is heel het jaar toegankelijk voor het publiek op de wegen zoals in deze re-

geling bepaald. Het Agentschap kunnen steeds het gehele domein of gedeelten voor alle of bepaalde categorieën bezoekers ontoegankelijk stellen.

Art. 3. – Weggebruikers

De wegen die op de kaart als wandelweg zijn aangeduid, zijn uitsluitend toegankelijk voor voetgangers, en voor honden aan de leiband tenzij anders aangegeven.

Art. 4. – Watergebruikers

4.1. De vijvers en poelen mogen enkel gebruikt worden als drinkwater voor de dieren. An-der gebruik zoals zwemmen, schaatsen, pompen van water uit de grachten zijn niet toegelaten uitgezonderd ter bestrijding van brand. Wel kan de moeraszone langs de Koerslaan na toestemming door de burgemeester van de gemeente Bredene tijdelijk gebruikt worden om te schaatsen. Op andere mo-menten is deze zone niet toegankelijk.

4.2. Het beoefenen van de hengelsport is niet toegelaten. Art. 5. – Zones

5.1. Er mag op de aangeduide parking in het gebied enkel worden geparkeerd. Overnach-

ting in mobilhomes of andere voertuigen is niet toegestaan.

Art. 6. – Beschermingsvoorschriften

6.1. Het is verboden schade toe te brengen of verstoring teweeg te brengen aan fauna, flo-ra, vegetaties, bomen, infrastructuur, nutsvoorzieningen en andere boselementen zo-als vermeld in artikel 97 van het Bosdecreet van 13 juni 1990. Het is evenmin toegela-ten activiteiten te verrichten die de rust en de stilte verstoren of andere gebiedsge-bruikers hinderen of storen.

6.2. Indien, in afwijking van deze regeling, georganiseerde activiteiten worden toegelaten, dienen de organisatoren – aan wie de toestemming werd verleend – ervoor te zorgen dat geen blijvende sporen achterblijven in het gebied. Het gebruik van wegmarkerin-gen of wegaanduidingen in het kader van gemachtigde risicovolle activiteiten of niet ri-sicovolle activiteiten waarvoor een toestemming werd verleend door de beheerder, is onderhevig aan volgende voorwaarden:

Pagina 139 van 143

• Wegmarkeringen bestaan uit verwijderbare materialen, gebruik van materialen zoals bijvoorbeeld verf en spuitbussen is niet toegestaan.

• Op de wegmarkeringen moeten volgende gegevens zijn aangebracht: o datum activiteit o naam organisatie o naam en contactgegevens van verantwoordelijke

• Het aanbrengen van de wegmarkeringen mag geen schade aan de infrastructuur of de vegetatie veroorzaken, het gebruik van scherpe materialen zoals nagels en nietjes (groot formaat) is niet toegestaan.

• De wegmarkeringen moeten binnen de 24-uur na de activiteit verwijderd worden.

6.3. De honden mogen de wegen niet verlaten en moeten aan de leiband worden gehou-den. De uitwerpselen van een hond moeten onmiddellijk worden verwijderd en gede-poneerd worden in de aanwezige afvalbakken

Art. 7. – Aansprakelijkheid bij ongevallen

7.1. De schadelijder dient bij een ongeval onverwijld aangifte te doen bij het Agentschap, zodat gebeurlijk beroep kan worden gedaan op de polis B.A.

7.2. Het Agentschap kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor gebeurlijke onge-

vallen die het gevolg zijn van overtredingen op de toegankelijkheidsregeling, een on-eigenlijk bosgebruik of het negeren van aanwijzingen vanwege de beheerder of de toezichthouder.

7.3. Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bij krachtige wind

is op eigen risico, zodat het Agentschap niet kan worden aangesproken voor de ver-goeding van de schade.

Art. 8. – Onderrichtingen

Elke persoon die weigert de bepalingen van deze regeling en andere wetten op te vol-gen of te gehoorzamen aan de bevelen van politie-ambtenaren of toezichthouders zo-als bedoeld in artikel 10 van deze regeling, kan onverwijld uit het gebied worden ge-zet. Overtredingen kunnen overeenkomstig de betreffende regelgeving geverbaliseerd en vervolgd worden. Elke beschadiging of ontvreemding geeft aanleiding tot betaling van een vergoeding, gelijk aan de ruimings-, herstellings- of vervangingskosten van het beschadigde of ontvreemde goed, of tot een andere schadeloosstelling. Elke be-schadiging of overtreding moet onmiddellijk gemeld worden aan de beheerder of toe-zichthouder.

Art. 9. – Afwijkingen

De beheerder kan afwijkingen op de artikelen 2 tot en met 5 van deze regeling toe-staan, voor zover het geen risicovolle activiteiten betreft, bedoeld in artikel 2, § 3, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toeganke-lijkheid van de bossen en de natuurreservaten. De aanvraag tot toestemming moet minstens 35 dagen van tevoren, schriftelijk worden toegezonden aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Risicovolle activiteiten kunnen niet doorgaan in het reservaat.

Art. 10 – Handhaving

10.1. De handhaving van deze regeling gebeurt volgens de regels bepaald in titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

10.2. Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast: de personen die op

grond van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieu-beleid en zijn uitvoeringsbesluiten belast zijn met het toezicht op de naleving van de natuurbehoudswet, het bosdecreet en het natuurdecreet.

Pagina 140 van 143

Art. 11 – Bekendmaking

11.1. Deze regeling wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

11.2. De gemeente Bredene en de gemeente De Haan houdt deze regeling ter inzage van de bevolking.

Brussel,

De administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos,

Marleen Evenepoel

Pagina 141 van 143

Bijlage 9: Consultatieverslag openbaar onderzoek

Toe te voegen na afsluiten openbaar onderzoek

Pagina 142 van 143

Bijlage 10: Rapport inventarisatie wilde bijen (2016-2017)