safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis...

26
Kennis portfolio blok 1. Algemene economie Algemene economie: economie in combinatie met de maatschappij. Er wordt onderzocht hoe er met beperkte middelen keuzes worden gemaakt uit oneindige behoeften . Macro- economie: economie van een groter geheel (meestal een land). Meso- economie: economie van sectoren en bedrijfstakken. Micro- economie: economie van bedrijven en gezinnen. Prisoners dilemma

Transcript of safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis...

Page 1: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Kennis portfolio blok 1. Algemene economie

Algemene economie: economie in combinatie met de maatschappij. Er wordt onderzocht hoe er met beperkte middelen keuzes worden gemaakt uit oneindige behoeften.

Macro- economie: economie van een groter geheel (meestal een land). Meso- economie: economie van sectoren en bedrijfstakken. Micro- economie: economie van bedrijven en gezinnen.

Prisoners dilemma

Participanten: betrokken bij of directe invloed op bedrijf. Omgevingsfactoren: ondernemingsklimaat of maatschappelijke context.

Page 2: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Bedrijfskolom Integratie: Als een voorafgaande of opvolgende schakel in de bedrijfskolom wordt

opgenomen. Je schakelt een onderdeel uit. Door direct te leveren aan de detailhandel schakelt de fabrikant de groothandel uit.

Differentiatie: Het afstoten van taken naar een voorafgaande of volgende geleding in de bedrijfskolom. Verdelen van kernactiviteiten.

Parallellisatie: In de breedte kan de bedrijfskolom van vorm veranderen. Dit heet parallellisatie. Bedrijfskolom verbreden.

Specialisatie: Een bedrijf kan ook een goede reden hebben om zijn assortiment juist te beperken. Gespecialiseerde (detaillisten) bieden een smal assortiment en zoeken hun kracht in de diepte van het assortiment.

Intern Strengths: sterkte punten binnen het bedrijf. Weaknesses: zwaktepunten binnen het bedrijf.

Extern:Oppurtunities: kansen voor het bedrijf.Threats: bedreigingen voor het bedrijf.

Marktvormen:

Monopolie: een aanbieder, veel afnemers, product is homogeen en markt is transparant. Oligopolie: weinig aanbieders, veel afnemers, product is heterogeen en markt is niet

transparant. Product is homogeen en markt is transparant. Monopolistische concurrentie: veel aanbieders, veel afnemers, heterogeen product en markt

is niet transparant. Volkomen concurrentie: veel aanbieders, veel afnemers, homogeen product en markt is

transparant.

Page 3: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Prijsbepaling bij volkomen concurrentie:

Evenwichtsprijs: Vraag (XV) = Aanbod (XA)

Elasticiteiten: de elasticiteit laat zien in welke mate een procentuele verandering van het ene zorgt voor een procentuele verandering van het andere.

Formule prijselasticiteit:

Prijselasticiteit= % verandering vraag (gevolg) % verandering prijs (oorzaak)

Stap 1. Bereken het procentuele verandering van de twee variabelen. (nieuw- oud) / oud *100% Stap 2. Invullen van formule. Stap 3. Interpreteren of de uitkomst van de formule elastisch (De vraag reageert relatief sterk op een prijsverandering) of inelastisch (De vraag reageert relatief weinig op een prijsverandering) is.

Prijselasticiteit van de vraag Hoeveel procent verandert de afzet als de prijs met 1% stijgt?

Kruislingse prijselasticiteit = % verandering goed A % verandering goed B

Inkomenselasticiteit= % verandering vraag…… % verandering inkomen

Complementaire goederen: zijn in de economie goederen die elkaar aanvullen (bijvoorbeeld, auto en benzine).

Substitutiegoederen: een goed dat vanuit het oogpunt van de afnemer gedeeltelijk of volledig als vervanger van een ander product kan dienen (bijvoorbeeld, appels en peren).

Page 4: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Economische orde:De manier waarop beslissingen van consumenten, producenten, overheid enbelangenorganisaties op elkaar zijn afgestemd. Twee typen:

- Kapitalisme (= marktmechanisme = prijsmechanisme) - Centraal geleide planeconomie

Vaste kosten / constante kosten: Deze kosten blijven gelijk wanneer de productie wordt uitgebreid.

Variabele kosten: Deze kosten nemen toe naarmate de productie wordt uitgebreid

Degressief: dalen de gemiddeld variabele kosten bij toename van de productie (kortingen) Proportioneel: zijn de marginale kosten gelijk aan de gemiddeld variabele kosten. Progressief: stijgen de gemiddeld variabele kosten bij een toename van de productie

(overwerk).

TO (Totale opbrengsten/ omzet) = TK (totale kosten (TCK+TVK))

Bedrijfseconomie

Bedrijfseconomie: de wetenschap die de handel in goederen en diensten door ondernemingen en de financiële kant van de onderneming bestudeert.

Bedrijfsadministratie: levert de informatie voor de interne en externe verslaglegging (Financial accounting, Management accounting, Financiering)

Page 5: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Balans: Overzicht van bezittingen (activa) van een bedrijf en de herkomst van het vermogen op een bepaald moment

Resultatenrekening (winst- en- verliesrekening): overzicht opbrengsten en kosten voor een bepaalde moment.

Liquiditeitsoverzicht: overzicht geldontvangsten en gelduitgaven voor een bepaalde moment.

Datum (momentopname)

; Globale indeling balans

Eigen vermogen Resultatenrekening Liquide middelen Liquiditeitsoverzicht

Elke transactie/gebeurtenis veroorzaakt mutaties in de balans met minimaal één debet en één creditboeking.

; Boekingsregels

Notitiewijze journaalposten Bij een creditering Aan In vorm van kolommen

‘Aan’ bij creditering Naam grootboekrekening Bedrag Debiteren Crediteren

Resultatenrekening

Page 6: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Mutaties op eigen vermogen Kosten en opbrengsten PERIODE overzicht Geeft ‘resultaat’ weer (saldo opbrengsten en kosten):

o Positief · winsto Negatief · verlies

Andere namen:o Winst-en-verliesrekeningo Exploitatierekening

Liquiditeitsoverzicht

Mutaties op liquide middelen (kas/bank) Ontvangsten en uitgaven PERIODE overzicht Geeft verandering van Kas/Bank weer (saldo ontvangsten en uitgaven):

o Positief toename kas/banko Negatief afname kas/bank

Verslagleggingsbeginselen

Page 7: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Externe verslaggeving (financial accounting) Financiële verslag:

o Bestuursverslago Jaarrekening:

Balans Resultatenrekening (winst-en-verliesrekening) Toelichtingen op balans en W&V-rekening

o Overige gegevens (o.a. accountantsverklaring) Beginselen van waardering en resultaatbepaling

Beginselen waarderingen/ resultaatbepalingen

Voorzichtigheidsbeginsel: Zorg inbouwen bij inschatten posten in onzekere situaties. Toerekeningsbeginsel: Opbrengsten en kosten worden aan de juiste periode toegerekend:

o Opbrengsten/ Realisatiebeginsel: transactie wordt geboekt als goederen/diensten zijn geleverd

o Kosten/ Matchingprincipe: kosten worden toegerekend aan de periode waarin de opbrengsten die met deze kosten samenhangen worden gerealiseerd

Continuïteitsbeginsel: uitgaan van voortzetting activiteiten. Bestendigheidsbeginsel: iedere periode dezelfde grondslagen waardering activa en passiva

en resultaatbepaling. Afschrijving en waardevermindering onafhankelijk resultaat

Relatie opbrengsten en ontvangsten:

4 mogelijke situaties

1. Contante verkoop2. Verkoop op rekening (debiteuren)3. Betaling debiteur, privé storting, aanbetaling4. Koopovereenkomst, offerte uitbrengen

Relatie tussen kosten en uitgaven:

Page 8: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

4 mogelijke relaties

1. Exploitatiekosten zoals personeelskosten, energiekosten, etc.2. Afschrijvingen, inkoopwaarde omzet (IWO), betaling achteraf3. Privé opname, contante inkoop, aflossing, investering, vooruitbetaling4. Inkoop op rekening

Voorbeeld vooruitbetaling:

Bedrijf moet € 12.000 huur betalen in januari 2015 voor heel 2015 (januari t/m december)

Journaalpost betaling januari:Vooruitbetaalde huur € 12.000 ( debet op balans)aan Kas/Bank € 12.000

Journaalpost kosten januari t/m december:Huurkosten € 1.000aan vooruitbetaalde huur € 1.000(dus elke maand neemt deze balanspost (bezitting) € 1.000 af totdat deze eind van het jaar weer € 0,-- is)

Voorbeeld betaling achteraf:

Bedrijf betaald rente (€ 18.000) over de lening over 2015 eind december 2015

Journaalpost kosten (januari t/m december):Rentekosten € 1.500Aan nog te betalen rente € 1.500 (credit balans) (deze schuld op de balans loopt op tot € 18.000 in december)

Journaalpost betaling eind december:Nog te betalen rente € 18.000Aan Kas/Bank € 18.000(op dit moment is de creditpost (schuld) ‘nog te betalen rente’ van de balans verdwenen)

Management

Page 9: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Managen: Alle activiteiten die nodig zijn om een organisatie te besturen en in verandering te brengen.

Organisatie: Een aantal mensen dat zich als eenheid naar de buitenwereld presenteert en door middel van onderlinge samenwerking bepaalde doelstellingen wil bereiken.

7S model van organisatiebureau McKinsey:Met dit 7S model kun je organisaties doorlichten: hoe zijn de diverse onderwerpen voor een organisatie ingevuld? Hangt de invulling op een logische wijze samen? Zo niet dan moeten er aanpassingen volgen. Alles hangt samen, alles beïnvloedt elkaar. Verandert er iets in een gebied dan moet er meestal ook in de andere gebieden iets veranderen.

- Een harde S: is tastbaar/zichtbaar, is te beschrijven of in een schema te zetten.- Een zachte S: laat de menselijke kant van de organisatie zien.

Ontworpen door medewerkers van organisatie- en adviesbureau McKinsey.

Demografisch Economisch Sociaal-maatschappelijk Technologisch Ecologisch Politiek

Omgevingsfactoren: zijn factoren in de omgeving van een organisatie die de organisatie beïnvloeden maar waar organisaties zelf geen invloed op kunnen uitoefenen, het overkomt organisaties.

Partijen: zijn stakeholders in de omgeving van organisaties, waarmee interacties plaatsvinden. Er kan wederzijdse invloed uitgeoefend worden.

Een missie is waar een bedrijf voor staat.

Page 10: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Een visie is waar een bedrijf voor gaat.

Doelstellingen: Een doelstelling is een direct of indirect uit de missie afgeleide gewenste en duidelijk omschreven situatie, die op een vooraf aangegeven tijdstip bereikt moet zijn.

o Specifieko Meetbaaro Acceptabelo Realistischo Tijdsgebonden

Strategie: is het vaststellen van doelen en de manier waarop die doelen worden bereikt. Strategie is een plan. Hoe ga je dingen in praktijk brengen?

Operational Excellence: Tegen een lage prijs produceren / leveren, groot klantenbestand, volume en schaalvoordelen.

Productinnovatie: De nieuwste producten aanbieden, veel slimme mensen in dienst hebben, niet gericht op lage kosten.

Customer Intimacy: Precies weten wat de behoefte van de klant is, naast de klant staan, langdurige relaties.

Bij het bepalen van de strategie wordt er veel rekening gehouden met de externe omgeving van een organisatie: De externe afstemmingsfunctie

Als de strategie helder is, volgt er aandacht voor de interne organisatie van het bedrijf:De interne afstemmingsfunctie

Bij de interne afstemming letten we vooral op het ontwerp van een passende organisatiestructuur.Om als organisatie goed te functioneren is nodig:

Page 11: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

o De arbeid moet zo goed mogelijk worden verdeeld (functies, afdelingen etc.).

o Alles moet goed worden afgestemd en moet worden gecoördineerd.

o Je houdt rekening met de volgende aspecten:1. Taak en functie2. Bevoegdheden en relaties

Taak: is een geheel van concrete werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd Functie: is het geheel van (meerdere) taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden (TBV)

Interne differentiatie: Alle taken en functies en relaties binnen het primaire proces zorgen allemaal samen dat het product / de dienst van de hele organisatie tot stand komt.Er zijn vaak veel mensen bij een primair proces betrokken. Het is daarom nodig te groeperen in een organisatie.

o Groeperen naar gelijksoortigheid van werkzaamheden (taken/functies).o Er ontstaan nu deelprocessen van het totale (primaire) proces.o De deelprocessen worden ondergebracht in afdelingen.o Iedere afdeling levert een bijdrage aan het product/de dienst van de organisatie.

Functionele indeling (F-indeling)

Interne specialisatie: Groepering op basis van het product / de dienst dat / die de organisatorische eenheid moet opleveren.

o Er zijn ook organisaties die wat complexer zijn.o In dergelijke organisaties zijn meerdere primaire processen te ontdekken die

steeds een ander product / een andere dienst leveren. o De primaire processen vinden plaats in zelfstandige organisatorische eenheden

(bedrijfsonderdelen)

Product, Markt(-segment) of Geografische plaats

Page 12: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Matrixstructuur: Vaak hoogopgeleide medewerkers afkomstig uit verschillende functionele gebieden (afdelingen) die in multidisciplinaire teams in productgroepen of in projecten samenwerken

Projectstructuur: In dit soort gevallen is er in een organisatie sprake van projecten (veelal voor externe klanten) Het kenmerk van een project is dat een project eindig is. Is een project klaar dan valt de projectgroep uit elkaar.

Bevoegdheid: is het recht om in een bepaalde situatie zelfstandig beslissingen te nemen over de uitvoering van een taak.

Page 13: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Relaties: zijn de verhoudingen die mensen in een organisatie tot elkaar hebben: de een kan de baas van de ander zijn en mag dus opdrachten geven. In dat geval spreken we over een hiërarchische relatie (de baas staat hoger in de hiërarchie)

Verticaal organiseren – verdelen van de taken die wat betreft niveau verschillend zijn; het aanbrengen van hiërarchie

Horizontaal organiseren – verdelen van taken en toewijzen van bevoegdheden op hetzelfde organisatieniveau (bijvoorbeeld afdelingsvorming)

Typen organisatiestelsels

Lijnorganisatie

Lijn-staforganisatie

Page 14: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Lijn- en functionele staf organisatie

Systeem: is het geheel van formele en informele procedures en werkinstructies (processen) die een bepaald resultaat moeten opleveren.

o Een gesloten systeem heeft geen wisselwerking met de omgeving.o Een open systeem heeft alleen bestaansrecht als deze in verbinding staat met de

omgeving.

Het proces: Ieder proces kent invoer (input), transformatie, uitvoer (output) en feedback.

Page 15: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Hoofdlijnen geschiedenis: Klassieke organisatiekunde Gedragskundige benadering Revisionisme Systeembenadering Contingentiebenadering

Autocratisch / autoritair (1,2)

Consulterend (3,4 en 5)

Participatief (6,7)

Sleutelvaardigheid / kernbekwaamheid: is datgene wat de organisatie onderscheidt van andere organisaties.

Page 16: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Cultuur: is een patroon van denken en doen van mensen, gebaseerd op overtuigingen wat goed en fout is.

Communicatie Concerncommunicatie: Communicatie waarbij de organisatie als geheel centraal staat

Doel: positief beeld creëren van de organisatie

Imago = Hoe zien anderen jou? Identiteit = Hoe zie jij jezelf?

Page 17: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Corporate imago: Het beeld dat publieksgroepen hebben van een organisatie. Corporate identiteit: Het beeld dat de organisatie van zichzelf heeft en wenst uit te stralen

(kernwaarden, hart & ziel)o Waar staat de organisatie voor? (Zie je terug in bijvoorbeeld de visie v/e

bedrijf).o Wat straalt de organisatie uit? (Zie je terug in bijvoorbeeld de huisstijl v/e

bedrijf)

Persoonlijkheid: Hetgeen de organisatie karakteriseert (ziel van het bedrijf). Persoonlijkheid komt tot uiting in kernwaarden.

Gedrag: Dagelijks handelen van medewerkers, omgaan met klanten en omstanders. Communicatie: Berichtgeving middels folders, brochures, advertenties, internetpagina etc. Symboliek: Het ‘visuele beeld’ van de organisatie; bijvoorbeeld huisstijl, logo, mascotte.

Huisstijl: visuele identiteit van een organisatie

Doelo Vergroting herkenbaarheido Bindend element tussen alle uitingen o Visuele vertaling van de identiteito Kwaliteitsonderstrepingo Interne functie

Identiteitsstructuren: o Monolitische identiteit: Hanteren één visuele stijl en één merknaam. Zij stralen een

consistent beeld uit doordat zij hun bedrijfsnaam en logo consequent gebruiken. De herkenbaarheid van de organisatie is dus groot. Voorbeelden zijn Shell, Nuon en Sony.

Page 18: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

o Endorsed identiteit: Hier hebben de dochterondernemingen geheel een eigen stijl, maar de moederorganisatie blijft herkenbaar op de achtergrond. Zoals Unilever, Unilever heeft veel geïnvesteerd in haar corporate merk, duurzaam imago.

o Branded identiteit: De dochterondernemingen hebben een eigen stijl. Brand betekent merk, dus het merk heeft een geheel eigen identiteit. De moederorganisatie is voor buitenstaanders niet meer herkenbaar omdat die niet als geheel centraal staat. Dit heeft als voordeel dat het negatieve imago van merk A niet overwaait naar merk B.

Communicatie: is het proces waarbij de zender de intentie heeft via een medium een boodschap over te brengen naar één of meer ontvangers.

Interpersoonlijke communicatie Massacommunicatie

One step flow theorie: Er is maar één stap, de zender stuurt iets naar de ontvanger, en de ontvanger neemt dit direct aan.

Two step flow theorie: In deze theorie kwam de nuance van een tussenstop in de communicatie. Een opinieleider kan het publiek beïnvloeden door zijn autoriteit op een bepaald gebied.

Agendasettingstheorie: De macht wordt bij het medium gelegd. De media bepaald zelf de inhoud en bepaald dus over welke onderwerpen in de maatschappij wordt gepraat en gedacht.

The medium is the message theorie: de communicatieboodschap uitbrengen en de communicatiemiddel promoten (bijvoorbeeld apps)

Uses-and-gratifications theorie: Het idee is dat het publiek media gebruikt om in haar eigen behoeften te voorzien. Je kunt zelf bepalen welke media je gebruikt.

Selectieve perceptie theorie: Selectie waarneming, De theorie gaat er van uit dat ontvangers waarnemen wat ze willen waarnemen, en zich kunnen afsluiten voor boodschappen die ze niet willen waarnemen.

Page 19: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

Het communicatieplan: o Analyse => probleem!o Publieks- en doelgroepeno Communicatiedoelstellingeno Boodschapo Communicatiestrategieo Communicatiemiddeleno Tijdsplanningo Budgeto Evaluatie

Externe analyse: Inzicht in de omgeving die ingrijpende gevolgen voor organisatie kunnen hebben.

Interne analyse: Inzicht in het functioneren van de organisatie zelf. Definieer communicatieprobleem.

Publieksgroep: Een maatschappelijke groep waarmee een organisatie een relatie onderhoudt.

Doelgroep: De publieksgroep(en) waarop je het communicatieplan richt.o Segmenteren = verder onderverdelen

Communicatiedoelstelling: Altijd afgeleid van een ondernemingsdoelstelling! Missie en visie onderneming. (Voorbeeld ondernemingsdoelstelling: Voor 01-01-2016 een omzetstijging realiseren van 10%). Richt zich altijd op:

o Kennis -> iets weten, kennis merk, naamsbekendheid.o Houding -> iets vinden, imago, betrokkenheid.o Gedrag -> iets doen, actie.

Boodschap: de belofte aan de ontvangers, pay- off, Afstemmen op de kernwaarde(n) bedrijfAanpassen aan de verwachtingen en kenmerken van elke doelgroep.

Communicatiestrategie: Hoe ga je de boodschap communiceren met de doelgroep?

Communicatiemiddelen: Dagbladen, tijdschrift, televisie, radio, online/media, buitenmedia etc.

Tijdsplanning: Afstemmen communicatieactiviteiten. Denk ook aan tijd voor ontwerpen en ontwikkelen advertenties, spots e.d. Maak een tijdschema!

Budget:

Page 20: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

o Taakstellende methodeo Uitgaven in voorgaande jareno Omzetpercentagemethodeo Concurrentiegeoriënteerde methodeo Anticyclische methodeo Sluitpostmethode

Evaluatie: o Effectevaluatie: Zijn de communicatiedoelstellingen bereikt?

(Wat kan volgende keer beter?)o Procesevaluatie: Hoe is het proces verlopen? (Coördinatie?)o Productevaluatie: Wat is de waardering van de doelgroep voor de communicatie-uiting?

Recht Klassieke grondrechten

o Vereisen terughoudendheid van de staato Bescherming van de burger o Verticale en horizontale werking o Rechtsbescherming

Sociale grondrechteno Vereisen optreden van de staato Ontwikkeling van de burger o Alleen verticale werking o Opdracht aan regering

Jurisprudentie: Rechterlijke uitspraken Let op: Rechterlijke uitspraak is bedoeld voor specifieke case, uitspraak niet zonder meer toepasbaar op andere case, wet niet altijd duidelijk: rechter legt de wet in zijn uitspraken uit en wet geeft niet altijd een antwoord: rechter moet toch uitspraken doen.

Trias Politica:o Wetgevende macht (art. 81 GW)o Bestuurlijke macht (art. 42 GW)o Rechtsprekende macht (art. 121 GW)

Wet: wordt opgesteld door de Regering en Staten- Generaal Besluit: worden gemaakt door de regering. verordening: dit wordt door lagere overheidsdiensten zoals de gemeente, provincie en/of

waterschap

Wetten in materiele zin: Alle wetten ongeacht wie ze gemaakt heeft. Wetten in formele zin: Alleen die wetten die gemaakt zijn door regering en Staten- Generaal.

Voorrang van wetgeving: 1. Verdragen/EG-recht

Page 21: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

2. Grondwet 3. Wetten in formele zin 4. AMvB’s (Algemene Maatregel van Bestuur) (word gemaakt door de regering) 5. Ministeriele regelingen 6. Verordeningen van provincie 7. Verordeningen van gemeente/waterschap

Specifiek voor drie belangrijke rechtsgebieden Burgerlijke rechter: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) Strafrechter: Wetboek van Strafvordering (Sv) Bestuursrechter: Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Rechters moeten rekening houden met:o Eerlijke behandeling (Art. 6 EVRM)o Terechtzitting openbaar (Art. 6 EVRM en Art. 121 GW)o Uitspraak openbaar (Art. 6 EVRM en Art. 121 GW)o Rechter onafhankelijk en onpartijdig (Art. 6 EVRM)o Uitspraak gemotiveerd (Art. 6 EVRM)o Hoor en wederhoor (Art. 19 Rv)o Redelijke termijn (Art. 6 EVRM)o Beroepsrechters (Art.1d Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren)

Rechters: 1. Rechtbank: ‘Lagere’ rechter, ook wel ‘eerste aanleg’ genoemd. De rechtbank heeft verschillende kamers (straf-, familie-, handel-, bestuurs-, enz). De kantongerechten maken onderdeel uit van de rechtbanken

2. Gerechtshof: In ‘hoger beroep’ tegen uitspraak lagere rechter. Het gerechtshof heeft aparte kamers.

3. Hoge Raad:Hoogste rechtscollege. ‘Beroep in cassatie’ (Art. 78 v. Wet RO).

Absolute competentie: Welke rechter? Relatieve competentie:

ABSOLUTE COMPETENTIE: Eerste aanleg: Rechtbank, inclusief kantongerecht (Art 42 v. Wet RO (uitz. Art. 93 Rv en Art. 382 Sv e.v.)

Hoger beroep: Gerechtshof (Art. 60 Wet RO)

Cassatie :Hoge Raad (Art. 78 v. Wet RO)

Page 22: safrir.weebly.comsafrir.weebly.com/uploads/6/0/5/4/60543957/kennis_portfolio.docx · Web viewKennis portfolio blok 1. Algemene economie. Algemene economie: economie in combinatie

RELATIEVE COMPETENTIE: Burgerlijk recht: Woonplaats gedaagde (verdachte) (Art. 99 Rv) /(Art. 262 Rv)) Strafrecht: Plaats waar het delict is gepleegd (Art. 2 Sv) Bestuursrecht: Centrale overheid: woonplaats belanghebbende, Lagere overheid: waar de zetel van het bestuursorgaan is (Art. 8:7 lid 1 Awb)

Wet in materiële zin: algemeen verbindend voorschrift Wet in formele zin: een wet ‘gemaakt in Den Haag’door Staten-Generaal en regering

gezamenlijk volgens procedure van art. 81 GW