€¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk...

25
Competenties 1. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het effect is op de houding en gedrag in de groep. En wat daarvan het resultaat is en de impact. Ik stimuleer de leerling om samen te werken, te overleggen en elkaar vragen te stellen en te helpen. Door mijn persoonlijke aandacht, duidelijkheid en structuren creëer ik een open communicatie. Het meest belangrijk is, dat ik door mijn aandacht en omgang een veilige, open sfeer laat ontstaan en daardoor de leerling kan en mag corrigeren waar en wanneer nodig. Mede daardoor daag ik de leerling uit om feedback te geven, te evalueren en tot zelfreflectie te komen. Aanspreken en afspraken maken is hierdoor makkelijker en wordt sneller geaccepteerd dan wanneer er een te grote afstand tussen docent en leerling is. Wederzijds respect door de juiste, gewenste houding en gedrag maakt de vorm en de inhoud van het onderwijs makkelijker. Indicatoren: Ik spreek leerlingen aan op ongewenst gedrag en beloont gewenst gedrag Ik bouw een band op met individuele en met groepen leerlingen Ik ben een voorbeeld in sociaal gedrag voor leerlingen Mijn inmiddels opgedane ervaring en groei: “Eerst relatie, dan prestatie…” Dit klinkt misschien cliché, maar ik sta 100% achter deze uitspraak. Ik weet dat wanneer dit niet zo is, je erg geforceerd te werk gaat. Dat is zichtbaar, voelbaar en merkbaar voor de leerling. Ik heb in een eerdere periode gehandeld vanuit teveel sturing, het maakt niet veel uit wie was, als men maar leerde, luisterde en gewenst gedrag vertoonde. Dat is niet de juiste manier. Als ik geen band heb en dus te weinig vertrouwen krijg van de leerling, dan is dat absoluut een obstakel om goed te kunnen doceren en vooral het pedagogische komt dan niet tot zijn recht. Ik heb daarvan geleerd, ben gaan ontwikkelen op het gebied van coaching. Ik heb ook tweemaal een coaching traject gehad van mijn oude werkgever om mezelf te kunnen ontwikkelen en me meer

Transcript of €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk...

Page 1: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

Competenties

1. Interpersoonlijk competent.

Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het effect is op de houding en gedrag in de groep. En wat daarvan het resultaat is en de impact. Ik stimuleer de leerling om samen te werken, te overleggen en elkaar vragen te stellen en te helpen. Door mijn persoonlijke aandacht, duidelijkheid en structuren creëer ik een open communicatie. Het meest belangrijk is, dat ik door mijn aandacht en omgang een veilige, open sfeer laat ontstaan en daardoor de leerling kan en mag corrigeren waar en wanneer nodig. Mede daardoor daag ik de leerling uit om feedback te geven, te evalueren en tot zelfreflectie te komen. Aanspreken en afspraken maken is hierdoor makkelijker en wordt sneller geaccepteerd dan wanneer er een te grote afstand tussen docent en leerling is.Wederzijds respect door de juiste, gewenste houding en gedrag maakt de vorm en de inhoud van het onderwijs makkelijker.

Indicatoren:

Ik spreek leerlingen aan op ongewenst gedrag en beloont gewenst gedrag Ik bouw een band op met individuele en met groepen leerlingen Ik ben een voorbeeld in sociaal gedrag voor leerlingen

Mijn inmiddels opgedane ervaring en groei:

“Eerst relatie, dan prestatie…”

Dit klinkt misschien cliché, maar ik sta 100% achter deze uitspraak. Ik weet dat wanneer dit niet zo is, je erg geforceerd te werk gaat. Dat is zichtbaar, voelbaar en merkbaar voor de leerling. Ik heb in een eerdere periode gehandeld vanuit teveel sturing, het maakt niet veel uit wie was, als men maar leerde, luisterde en gewenst gedrag vertoonde.Dat is niet de juiste manier. Als ik geen band heb en dus te weinig vertrouwen krijg van de leerling, dan is dat absoluut een obstakel om goed te kunnen doceren en vooral het pedagogische komt dan niet tot zijn recht.Ik heb daarvan geleerd, ben gaan ontwikkelen op het gebied van coaching. Ik heb ook tweemaal een coaching traject gehad van mijn oude werkgever om mezelf te kunnen ontwikkelen en me meer bewust te maken van mijn gedrag en het effect daarvan op een ander. Dit waren sessies met een externe, professionele coach.Bij ROC Almere heb ik leerlingen geïnterviewd, enquêtes afgenomen en toon ik oprechte interesse in de leerlingen. Ik ken alle namen, weet wat hen bezighoudt en dat vindt de leerling fijn. Ik kan begrip tonen voor situaties, zowel privé als zakelijk en kan daarbij putten uit “eigen werk en brede ervaring”.Het effect hiervan op de leerlingen is dat ik heb laten zien dat ik graag wil weten wie de persoon achter de leerling is en dat wordt gewaardeerd. Dat is uitgesproken door een aantal leerlingen en dat voelt goed. Als je niet oppast ga je een vooroordeel koppelen aan leerlingen op basis van wat ik zie en wat ik hoor. Nu weet ik wat hen bezighoudt en kan daarop inspelen en als het moet zelfs rekening mee houden. Ik ben van mening dat ook bij de intake van een nieuw schooljaar aan de leerling moet worden gevraagd waar ik als docent rekening mee moet houden. Het zou zomaar kunnen zijn dat iets wat ik niet weet een grote negatieve rol kan gaan spelen. Een voorbeeld hiervan is dat een leerling op zijn bedrijf werd beoordeeld als

Page 2: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

afstandelijk en niet klantvriendelijk. Niemand wist echter dat deze jongen doof is aan een oor en dus moeite heeft met een aantal zaken en taken.Nu ik dat weet kan ik daar discreet en professioneel mee omgaan. Ik heb hierover met de leerling gesproken en gedeeld met zijn coach op school en zijn praktijkopleider binnen zijn bedrijf. Dit was niet bekend bij deze mensen en dus was een oordeel al snel geveld. Het gevolg daarvan is dat vanaf het begin de leerling een “stempel” heeft van onwil en/of onkunde. Vanaf dat moment werd er rekening gehouden met zijn handicap. Hij kreeg aangepaste taken waaronder minder direct klantencontact. Ik heb wel aangegeven dat deze leerling initiatief had kunnen (moeten) tonen bij zijn intakegesprek. Hiermee wil ik ook de zelfstandigheid van de leerling bevorderen. (bijlage 23).Daarom vind ik het dus zo belangrijk vooraf te weten waarmee ik rekening moet houden per leerling. Intakegesprekken zijn er niet voor niets en moeten gebruikt worden om zeker dit soort zaken helder te krijgen. Ook weet ik steeds meer waar de (leer)behoeften liggen van de leerling en kan ik situationeel en individueel lesgeven en coachen. Tijdens mijn werkzame periode als manager bij mijn vorige werkgever ben ik hier ruimschoots in getraind en was het een van mijn dagelijkse werkzaamheden en kerntaken.In mijn lessen BPV heb ik de input van de leerling gebruikt om in de leerbehoeften van de leerling te kunnen voorzien. Ik heb geïnventariseerd waar de leerling mee geholpen moet worden en wat er geoefend wil worden. Dit was nogal revolutionair, zeker voor de leerlingen omdat ik van hen terugkreeg dat er nu inhoud wordt gegeven aan deze lessen en het niet alleen een sociale bijeenkomst is. Het was in de beleving van de leerlingen een bijeenkomst waar steeds minder leerlingen afwezig waren, omdat het niet genoeg toevoegde. Ik heb er voor gekozen naar de leerling te luisteren en te inventariseren waar hun leerbehoefte lag. Aan de hand daarvan heb ik samen met de leerlingen een schema gemaakt waarin hun ingebrachte leerdoelen volgens plan worden behandeld. Dat doen we is discussievorm, maar ik gebruik ook rollenspellen. Omdat een mooie manier van oefenen is en heel goed aansluit bij de praktijk.Een mooi voorbeeld hiervan is een hulpmiddel voor mijn les “omgaan met moeilijke klanten” die ik als bijlage heb toegevoegd. Ook heb ik hierop feedback gekregen van mijn coach en mijn docente van mijn PDA opleiding. (bijlage 21).

Ook heb ik de Roos van Leary gebruikt. (bijlage 26).Dat is een goed hulpmiddel om te zien hoe de leerling mij ervaart, en dan in het bijzonder mijn gedrag ten opzichte van hen (klassikaal en individueel). Hoe kom ik over en wat kan ik daaruit leren. Aan de hand van een 70tal vragen wordt berekend en geformuleerd hoe dat voor mij eruit kwam te zien.Ik geef me bewust bloot en stel me kwetsbaar op, omdat ik echt van mening ben dat de relatie allesbepalend is voor het verloop van het leren en de samenwerking.

Wat ik uit de Roos van Leary analyseerde:

Ik heb mezelf strenger ingeschat dan de leerling deed. Dat betekent voor mij dat ik ruimte heb om strenger te kunnen en moeten zijn als dat nodig is. Ook schatte ik mezelf in als iets meer ontevreden dan dat de leerlingen dat deden. Begrijpend ben ik zeker, in de ogen van de leerling, ik geef ook de ruimte. Een gevaar voor mij kan zijn dat ik dan ook niet leidend genoeg over kom. “Gelukkig” is dat niet aan de orde en is mij teruggegeven in de analyse dat ik ook leidend ben. Ik ben blij met deze meting. Het was mijn eerste en was erg benieuwd hoe de leerling mij ziet.Dit biedt zeker kansen om een nog betere band te krijgen met de leerling zonder het doel voorbij te gaan:

Page 3: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

Leren. Leren met elkaar, van elkaar en door elkaar.Ik ga de Roos van Leary in de toekomst zeker vaker inzetten, analyseren en gebruiken.

Bewijsstukken:

Coaching uur (BPV) lesvoorbereiding (bijlage 17) Roos van Leary (bijlage 26) Feedback van Mary Koopmans (coach) en Hannah Wielenga (docente PDA) (bijlage 1,

bijlage 18) Reflectieverslagje door bovengenoemde leerling met gehoor-handicap. (bijlage 23)

Page 4: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

2. Pedagogisch competent.

Ik ken de namen van mijn leerlingen. Ik weet wat hen bezighoudt en wat hun interesses zijn en maak hen belangrijk. Dit doe ik door de naam van de leerling te noemen als hij of zij iets vraagt of vertelt, maar ook als ik een vraag stel of iemand uitnodig mee te doen of aanspreek op werk, gedrag enz. Het kennen van de namen is zeer belangrijk. Iemand voelt zich erbij horen en ik vind het voor een docent een vereiste om de namen te kennen. En als ik complimenteer noem ik ook de naam. En niet alleen direct naar de persoon, maar ook bijvoorbeeld klassikaal: “Dat heeft Jantje goed gedaan/gezegd/begrepen, enz.”Ook als ik de leerling tegenkom op de gang, buiten enz. dan spreek ik deze aan met hun naam.Ik betrek de leerling actief bij de lessen en processen. Dit doe ik door open vragen te stellen. Hierdoor laat ik hen nadenken over de lesstof, hun houding en gedrag, ten opzichte van elkaar en de docent.Ik ben van mening dat iedereen kwaliteiten en talenten bezit en wil deze graag per individu (laten) ontdekken en ontwikkelen. Dat kan klassikaal. Ik vind het belangrijk dat ze een goede luisterhouding ontwikkelen, waardoor ze elkaar durven bevragen, feedback kunnen geven en elkaar corrigeren. Echter persoonlijke coaching en ondersteuning geven de leerling het gevoel gehoord te worden. Hierdoor voelt de leerling zich veilig en raakt betrokken bij zijn/haar eigen proces, dat veel effect heeft op zijn/haar handelen. Het geleerde kan meteen worden gebruikt in de praktijk; zowel op school in de groep als op het werk- /stagebedrijf qua uitvoerende taken en samenwerking.

Indicatoren: Ik sluit aan bij leefwereld van leerlingen Ik waardeer de inbreng van leerlingen en is nieuwsgierig naar hun ideeën Ik stimuleer leerlingen kritisch na te denken over eigen gedrag en het groepsgedrag en

daarover in de klas te communiceren

Mijn inmiddels opgedane ervaring en groei:Ik vind het belangrijk te weten wie mijn leerlingen zijn en ik vind het belangrijk dat de leerlingen weten wie ik ben. Ik heb interviews gehouden met een aantal leerlingen en enquêtes afgenomen.

Ik zag er eigenlijk best tegenop, omdat ik me kwetsbaar opstel en de leerlingen (anoniem) de kans geef te uiten hoe ze zich voelen bij en door mij, wat men van mij denkt en vindt. Ik kijk er met een goed gevoel op terug. Ik kan wel in de veronderstelling zijn dat ik het wel goed doe, maar wil graag de mening en feedback krijgen van de mensen voor wie ik het doe, de leerling. Ik vind het fijn om te horen wat ik goed doe en wat niet. Schriftelijk middels een enquête, interview of Roos van Leary, mondeling tijdens de feedback en non-verbaal. Ik herken signalen en gedrag van leerlingen die ontstaan door mijn handelen.

Ik nodig de leerlingen uit. Niet alleen door enquêtes en interviews af te nemen, wat dat vond en vind ik te passief. Met uitnodigen bedoel ik echt contact maken. Persoonlijk contact. Een kort gesprekje in de klas, een gesprekje op de gang of buiten. En de leerlingen die ik coach heb ik het echte contact ook op hun bedrijf. Ik vind het belangrijk dat ik mijn leerlingen die ik tijdens mijn coaching lessen heb, ook in de praktijk bezoek. Een leerling gedraagt zich immers vaak op school anders dan op het werk. Ik zie dit tijdens de lessen. Men komt vaak naar school met de instelling dat die ene schooldag wordt beleefd als hun enige vrije dag. Ze gedragen zich minder actief, zijn in een groep, en een groep leent zich makkelijk om elkaar af

Page 5: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

te leiden en sociale gesprekjes te voeren. Ik spreek de leerling op school (liefst na de les) aan op dit gedrag en vraag waarom hij/zij dit gedrag vertoont en op het werk niet. Dit gedrag bespreek ik dus met de leerlingen op het werk en op school, mede aan de hand van mijn BPV formulier. (bijlage 12)En met uitnodigen bedoel ik ook actief deelnemen aan de lessen. Ik merkte dat men naar school kwam omdat men moest. De intrinsieke motivatie ontbreekt bij een groot aantal leerlingen en ik wist niet goed hoe ik daarmee moest omgaan. In mijn lessen BPV/groep coaching heb ik gekozen voor een andere aanpak. De input van de leerling heb ik voorop gesteld. Dat betekent dat ik tijdens deze lessen samen met de leerlingen ben gaan inventariseren wat hun leerbehoeftes zijn. Ik wil niet alleen maar vanuit mezelf vertellen en de leerling blijven vragen wanneer hun werkstukken enzovoorts klaar zijn. Een deadline stellen namens school levert niet op wat het zou moeten opleveren. Dat voelt als een trucje, het ontbreekt vaak aan intrinsieke motivatie.Vandaar dat ik gekozen heb voor een andere aanpak en gericht in gesprek gaan en situaties behandelen en creëren waarin de leerling goed en veilig en met motivatie kan en wil werken. Bij competentie 3 heb ik een mooi en duidelijk voorbeeld beschreven waarin dat tot uitdrukking komt.Dat betekent ook werkvormen kiezen die aanspreken en constructief zijn. Door echt interesse te tonen, echt als doel te maken het diploma te halen en echt de theorieën aan te laten sluiten bij de praktijk creëer ik een grotere betrokkenheid. Ik vind dat het om de leerling gaat.Daarbij kan ik natuurlijk veel vertellen en helpen “uit eigen werk” en daar maak ik gebruik van. Ik heb gemerkt dat de leerling het erg fijn vindt en vooral geloofwaardig als vakkennis en ervaring wordt gedeeld en aangeleerd. Ik heb immers 25 jaar ervaring in de (detail)handel, in diverse functies. Ook vertel ik de leerlingen dat ik ben begonnen met een opleiding op MBO niveau 2 niveau. Ik vertel er wel bij dat ik daarna verder geschoold ben om op mijn huidige niveau te komen. Ik wil de leerling dus geen valse hoop of onmogelijkheden voorleggen.Ook houding en gedrag zijn een onderdeel, zelfs een rode draad. Ik spreek aan en ik maak afspraken.Het is utopie om te denken dat dit zomaar gaat… dat dit vanzelf zou gaan. Natuurlijk niet. Maar blijven investeren en luisteren naar de leerbehoeften zorgt er wel voor dat de leerling hieraan went en de meerwaarde gaat inzien.Ook oefen ik in het geven van feedback geven aan elkaar. Op vorm maar vooral op inhoud en ontwikkeling en gedrag. Dit doe ik vooral tijdens mijn coaching lessen. De werkvorm die ik hiervoor zeer geschikt acht en succesvol heb uitgeprobeerd zijn rollenspellen. Een aandachtpunt van mij is om ook echt de ruimte te geven voor feedback te geven, mensen laten uitpraten en oefenen en niet te snel te corrigeren.Hiervoor verwijs ik graag naar feedback van Hannah Wielenga. (bijlage 18)

Het aanleren van reflecteren door de leerling vind ik een erg belangrijk en interessant onderdeel.Ik vind dat het kunnen kijken naar zichzelf erg veel toevoegt. Men kan immers leren van situaties.Wat heb ik gedaan, hoe? Waarom? Wat ging goed? Wat niet? Wat kan ik anders doen?Voorbeelden van een reflecties heb ik toegevoegd als bijlagen (bijlagen 23,24 en 25). Dit zijn reflecties die een drietal leerlingen heeft gemaakt. Bij elke uit te voeren kerntaak op het werk van de leerlingen is een vast en belangrijk onderdeel: Een reflectiegesprek. Er werd wel over gesproken, maar naar mijn idee te kort om de leerling er echt van te laten leren. Daarom heb ik voor mijn aanpak gekozen de reflectie vooraf op papier te zetten zodat echt begrepen wordt dor de leerling en praktijkbegeleider wat en hoe er is gereflecteerd.

Dit laat ik nog even kort terugkomen in competentie 7.

Page 6: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

“Een goede leraar is iemand die iets uit je haalt in plaats van iets in je stopt”

(bron: http://www.leukespreuk.nl/spreuken_school.htm)

Bewijsstukken: Roos van Leary (bijlage 26) Les opzet, voorbereiding, reflectie en verslag van BPV/groep coaching (bijlage 17, bijlage 16) Feedback op coaching les door Hannah Wielenga, docente PDA (bijlage 18) Reflecties leerlingen Kevin Steinz, Nick Doll en Niels Hendriks (bijlagen 23,24 en 25) Feedback Mary Koopmans (bijlage 16)

Page 7: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

3. Vakinhoudelijk en didactisch competent.

Voor mij betekent dit onder meer, dat ik vanuit mijn eigen werk- en levenservaring kan praten en doceren.Bovendien ben ik het levende bewijs dat het zeker mogelijk is om carrière te maken binnen de (detail)handel, ook al ben je (in het begin) lager geschoold.Met voorbeelden, succesverhalen en het benutten van de talenten (en ambities) van de leerlingen wil ik graag mijn bijdrage leveren de persoon sterker te maken.Niet de lesstof op de automatische piloot afdraaien en dus puur handelen vanuit routine, maar mensen laten“Ondernemen met talenten”.Persoonlijke aandacht, aanpak en begeleiding is een sleutel tot succes. Daarbinnen probeer ik diverse werkvormen, leer- en leesstrategieën en differentiatie aan te bieden om ze de leerstof eigen te maken. Hierbij maak ik ondermeer gebruik van het boek ‘Het gaat steeds beter!’ (Bijkerk en Van der Heide, 2011.Uit dit boek met werkvormen heb ik gekozen voor rollenspellen, buitenschoolse opdracht.

Indicatoren: Ik gebruik een repertoire aan didactische strategieën en werkvormen, zoals pgo, natuurlijk

leren, klassikaal leren, sociaal en samenwerkend leren Ik help leerlingen vak-, leer- en beroepsvaardigheden te ontwikkelen Ik houd rekening met verschillen

Mijn inmiddels opgedane ervaring en groei:Ik heb in mijn les BPV/groep coaching lessen gegeven aan de hand van de input van de leerlingen.Leerlingen wilden meer uitleg over en oefenen met verkoopgesprek en feedback.Ik heb als werkvorm gekozen voor een rollenspel (duo) en de overige leerlingen laten observeren. Het onderwerp was een casus te behandelen van een leerlinge die deze situatie echt had meegemaakt op haar werk en niet goed wist hoe er een volgende keer mee om te gaan.De “verkoper en klant” voerden een verkoopgesprek en de overige leerlingen hadden als doel feedback te geven.Vervolgens hebben we het verkoopgesprek inhoudelijk besproken en hebben de observanten feedback gegeven. Deze opdracht hebben we een week voorafgaand aan deze les besproken, de rollen verdeeld en afgesproken.Mijn taak en rol was erop toe te zien dat zowel het verkoopgesprek en de feedback op de juiste manier werden uitgevoerd.Ik heb gezien, gevoeld en gemerkt dat deze aanpak aanslaat. De leerlingen doen spontaan en enthousiast mee en zien het nut van “het eerste uur” weer in. Dat voelt goed. Ik zou deze aanpak willen vasthouden en iedere week andere onderdelen, de input van de leerlingen, willen gebruiken. Dat heb ik inmiddels ook gepland en uitgevoerd.Ik merk dat er wordt geleerd, iedereen is individueel aanspreekbaar en iedereen komt aan de beurt om te worden voorzien in hun leerbehoeften. Ik zorg voor individuele aanspreekbaarheid door vooraf duidelijk te maken en af te spreken dat iedereen een bijdrage levert. Dat kan zowel als speler in een rollenspel zijn, gever van feedback en overige taken. Zo weten de leerlingen dat iets van hen wordt verwacht en zijn ze voorbereid op het aangesproken kunnen worden. Ik heb gemerkt dat dit prettig werkt, maar een vereiste voor mij als docent is natuurlijk wel dat ik zelf nog weet wat ik heb afgesproken. Als de leerling weet dat ik niet terugkom op mijn afspraken, is mijn doe individuele aanspreekbaarheid niets waard. Het is me namelijk eens

Page 8: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

overkomen dat ik had toegezegd dat ik zou deelnemen aan een rollenspel op verzoek van een aantal leerlingen, echter door tijdsdruk kon ik niet aan deze belofte voldoen. Ik had of moeten anticiperen tijdens mijn les, of kunnen aangeven dat ik de volgende les graag alsnog het rollenspel doe om de leerlingen te helpen. Zo kom ik professioneler over. Ik vond dat zelf vervelend, vervelender dan de leerling, dat weet ik omdat ik er op ben teruggekomen. Meestal zijn de leerlingen het de week daarna alweer vergeten.Wat ik wel heb gedaan is mijn excuses aangeboden dat ik het rollenspel niet heb gedaan en dat ik voortaan rekening hou met de leerbehoeften die zich op dat moment aandienen. Zo weet ik en geef ik de leerlingen het gevoel dat ik ze serieus neem.Ook heb ik bevestigd gekregen van mijn coach, Mary Koopmans, dat mijn aanpak ten goede komt aan de sfeer en het werken van de leerlingen. (bijlage 16)De enquête horend bij De Roos Van Leary onderstreept het resultaat van mijn aanpak.

Vakinhoudelijk breng ik veel ervaring met me mee. Ik heb dan ook 25 jaar ervaring in de (detail)handel in diverse functies. Ik kan “uit eigen werk” vertellen wat zeer goed aansluit bij mijn onderwijs. (zie mijn CV vanaf pagina 3).Ik weet hierdoor leerlingen te boeien en te betrekken, omdat ze een praktijkgerichte opleiding volgen.

In mijn lesvoorbereidingen kwam ik tot de conclusie, mede door feedback die ik heb mogen ontvangen door mijn coach, dat ik teveel leerdoelen formuleerde en wilde behandelen. Ook had ik niet echt een uitgesproken start en afsluiting van mijn lessen in veel gevallen. Ik merkte dat het daardoor wat onrustig en onsamenhangend werd. Door mijn improvisatievermogen en enthousiast vertellen is een valkuil dat ik voorbij ga aan mijn planning. En het graag willen overbrengen is prima, maar het moet wel passend zijn, blijven en overzichtelijk, duidelijk en effectief blijven. Teveel doelstellingen maakt het voor de leerling moeilijk, teveel en is niet meer bij de les. Beter een paar leerdoelen en anticiperen op behoefte dan het klakkeloos doorwerken van een lesvoorbereiding.Door goed gebruik te (blijven) maken van een goede les opzet is het duidelijker, beter georganiseerd en vooral gestructureerd. Daar voel ik me zelf ook prettiger bij en dat heeft weer een positieve uitwerking op de leerlingen. Hierop heb ik feedback gekregen van mijn docente Hannah Wielenga van mijn PDA opleiding (bijlage 18) en heb hierover een reflectie geschreven (bijlage 14) waarop ik vervolgens wederom feedback heb gekregen van mijn Coach Mary Koopmans (bijlage 16).Ik heb nu een kop en staart aan mijn lesvoorbereidingen. Ik heb van de feedback geleerd en ervaar rust als ik wat meer ruimte (om te anticiperen en/of improviseren). Een voorbeeld hiervan is te vinden in de bijlagen 5 en 6.

Ik heb het werkvormen boek “Het Gaat Steeds Beter” Bijkerk, Van der Heide 2011, aangeschaft om ideeën en inspiratie op te doen.Dit is een boek (hulpmiddel) om werkvormen te bestuderen, te kiezen en toe te passen.Ik wil blijven oefenen en experimenteren met werkvormen, deze evalueren en reflecteren en bespreken met mijn collega’s en ook met mijn leerlingen, het deel van voor hen van toepassing is.Ik ben namelijk benieuwd naar hun mening en het effect van mijn keuzes.En bovendien is mijn doel om mijn lessen, in welke vorm en met welke inhoud dan ook, interessant boeiend en constructief te maken en te houden.Ik hou rekening met verschillen tussen leerlingen. Niet iedereen is hetzelfde, niet iedereen doet hetzelfde. Ik heb gemerkt dat er leerlingen zijn die enthousiast zijn, veel vragen stellen en erg betrokken zijn. Ik vind het belangrijk dat ik de minder assertieve leerling de kans geef wat te zeggen en te vragen. Ik stimuleer dit door ze aan te wijzen en het woord te geven. Ik loop richting deze leerling en geef ze mijn aandacht. Als ik dat niet doe, dan ontstaat er een

Page 9: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

groep in de groep en concentreer ik me teveel op de enthousiastelingen. Ik zeg dan bijvoorbeeld: “Ik vind het erg fijn dat je zo meedoet, maar nu wil ik iemand anders even het woord of de kans geven”.

“De middelmatige leraar vertelt. De goede leraar verklaart.De betere leraar toont aan. De ware leraar inspireert”

Bewijsstukken: Lesvoorbereiding / lesopzet (bijlagen 17, 5 en 6) Feedback van Mira André, manager opleidingen (bijlage 1) Feedback en observatie van Mary Koopmans (Coach Almere)(bijlage 16) Feedback en observatie van Hannah Wielenga (Docente PDA opleiding) (bijlage 18) Reflectieverslag Korthagen (bijlage 14) Mijn CV (pagina 3) CV van leerling, gemaakt naar aanleiding van mijn les ‘portfolio-opbouw’ (bijlage 10) Overzicht branches (bijlage 9)

Page 10: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

4. Organisatorisch competent.

Plannen en organiseren zorgt voor rust en ruimte om te kunnen ontwikkelen en te leren.Ik ben een voorstander van structuren en duidelijkheid in mijn organisatie en communicatie en wil leerlingen helpen dit te ontwikkelen en het zich eigen maken. Een onderdeel te laten zijn van het dagelijks zijn.Ik bereid mijn lessen goed voor. Ik bied mijn lessen aan volgens bijvoorbeeld het spoorboekje, zodat de leerlingen weten waar ze gedurende de les aan toe zijn (terugblikken op de vorige les, welke lesstof ga je behandelen, aanbieden van de leerstof, werkvormen, evalueren en reflecteren). Ik ben echter wel dusdanig flexibel, dat als de les anders loopt dan gepland, ik durf los te laten en tussentijds voor een ander verloop te kiezen door bijv. langer bij bepaalde stof stil te staan vanwege de moeilijkheidsgraad of iets dergelijks.Ik kijk het werk van de leerlingen binnen de afgesproken tijd na. Ik vind dat leerlingen de resultaten van hun werk binnen afzienbare tijd terug behoren te krijgen, zodat ze niet in onverschilligheid of ongemotiveerdheid belanden. En ik wil wederzijds vertrouwen niet beschamen. Dat zou haaks staan op mijn beweringen en visie op het interpersoonlijke.

Indicatoren: Ik bevorder taakgericht werken Ik kan prioriteiten stellen en de beschikbare tijd efficiënt over taken verdelen Ik draag bij aan schoolactiviteiten

Mijn inmiddels opgedane ervaring en groei:In mijn lessen “portfolio” heb ik gekozen voor een aanpak die erg praktijk(taak)gericht is.Ik weet wat belangrijk is voor portfolio en wil leerlingen leren hoe dit is opgebouwd en waarom.Wat ik gedaan heb is onder meer het volgende:Het uitleggen wat een goed CV is, en deze laten maken op de computer door de leerling, begeleid door mij.Iedere leerling heeft kwaliteiten en talenten. Door middel van het op zoek (laten) gaan naar (kern)kwaliteiten krijgen de leerlingen meer en beter inzicht in wat ze kunnen, wat ze zijn en vooral ook wie en hoe ze zijn.Met behulp van praktijkgericht onderwijs help ik hen dit te ontdekken.Ik heb gekozen van het maken en vormgeven van een “kernkwadrant”.De kwaliteiten worden hierin afgezet tegen “Allergie, uitdaging en valkuilen”.Ik vind dit een erg taakgerichte aanpak om leerlingen te laten ontwikkelen.

In de praktijk komt het er op neer dat ik zeer praktijkgericht bezig ben met de leerlingen en hun begeleiders/leidinggevenden op de werkplek. Ik ga inhoudelijk diep in op de kerntaken en laat deze goed invulling geven. Ik laat praktijksituaties creëren, evalueren en reflecteren.Het goed integreren van theorie en praktijk zorgt voor een goede leeromgeving en de leerling kan efficiënt werken en leren.

Bij mijn (klassikale) coaching wil ik naar behoefte van de leerlingen doceren en coachen.Ik wil ook tijdens deze lesuren zoveel mogelijk de praktijk aan bod laten komen. De leerlingen lopen tegen allerlei zaken aan op hun werk en ik zie de coaching als een prima en constructief moment deze zaken te behandelen. Ik koppel deze zaken aan werkvormen, bijvoorbeeld rollenspellen of discussie. Ik wil dus de problemen vanuit de praktijk en/of het gevoel en beleving van de leerling centraal stellen, gekoppeld aan de leerbehoeften en de competenties van de leerlingen uit het kwalificatiedossier. (bv: communicatie, kwaliteit leveren).

Page 11: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

Ik inventariseer waar leerlingen tegenaan lopen in de praktijk en waar ze hulp willen. Vanaf de start van een onderwijsperiode probeer ik de leerlingen te prikkelen en uit te dagen met voorbeelden te komen uit de praktijk waar ze tegenaan lopen. Deze inventariseer ik, ik verdeel de rollen en taken en dat is onder meer het plan wat we gaan behandelen. Dan weet de leerling dat iedereen aan bod komt. Een voorbeeld hiervan is een opgestelde agenda naar aanleiding van de eerste bijeenkomst van groep coaching in september 2012. (bijlage 22). Ook maak ik tijd om leerlingen persoonlijk te woord te staan bij zaken die niet in de groep besproken willen worden. Dat doe ik op school en/of op het werk bij de leerling, meestal in aanwezigheid van de praktijkopleider aldaar.

Ook de manier van hulp en oefenen baseer en formuleer ik op basis van de input van de leerling.Zo oefenen we praktijksituaties zoals verkoopgesprekken, functioneringsgesprekken, calamiteiten, situaties enz. binnen het bedrijf. Dit spreekt de leerling aan en zo ontstaat er een praktijkgerichte, efficiënte en constructieve invulling van deze lessen.Ook het reflecteren en feedback geven aan de leerlingen door mij en de leerlingen aan elkaar is een rode draad in deze lessen.

Ik evalueer mijn lesvoorbereidingen zowel qua inhoud en tijd. Ik pas aan wat nodig is en zo ontstaat uiteindelijk een les die ik kan blijven gebruiken, mits de vraag van mijn lessen hetzelfde blijft.Ik archiveer deze lessen en kan deze gebruiken. Een bijkomend voordeel is, dat mocht ik uitvallen om welke reden dan ook, een collega mijn les kan overnemen. Ik moet en wil dit wel blijven aanscherpen, omdat een valkuil, en dus leerpunt van mij is dat als ik niet oplet te lang blijf stilstaan bij een onderdeel dat qua tijd al verstreken is. Op zich is dat niet erg, want anticiperen en improviseren moet, maar niet teveel zodat het ten koste blijft gaan van mijn planning. Juist door dit aanscherpen krijg ik een betere organisatie.Mijn eigen lessen en overige opdrachten buiten mijn lessen om, zoals mijn studie PDA, organiseer ik dusdanig dat ik een stap voor probeer te blijven.

“Een leraar is niet slimmer dan een ander mens, maar zijn onwetendheid is beter geordend”

Bewijsstukken: Feedback van Mira André, opleidingsmanager ROC Flevoland, Almere (bijlage 1) Lesopzet en voorbereiding AKA / Entree (bijlagen 5,6,7 en 8) Reflecties kerntaken door leerlingen (bijlagen 23,24 en 25) BPV formulier (zelf ontwikkeld) (bijlage 12) Agenda en inventarisatie leerbehoeften lessen coaching (bijlage 22) Feedback op les door Hannah Wielenga, docente PDA (bijlage 18)

Page 12: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

5. Competent in het samenwerken met collega’s.

“Een ketting is zo sterk als de zwakste schakel”.

Ik ben van mening dat ieder lid van een team een constructieve bijdrage kan leveren. Veel of weinig ervaring is per definitie geen graadmeter voor een bijdrage of een rol te vervullen.Bij het samen draaiende houden van de school, is niet alleen het feit een goede docent te zijn belangrijk. Samen zet je een schoolcultuur neer, waar zowel leerlingen als docenten zich veilig voelen. Openheid, duidelijkheid, elkaar kunnen en durven aanspreken, humor, het samen dragen van een project, het gezamenlijk hanteren van de regels en consequenties zijn evenzo belangrijk. Initiatief nemen, overleggen, ergens je schouders onder zetten, meedenken, collegialiteit en flexibiliteit zijn eigenschappen die ik erg waardeer in collega’s. Echter niet iedereen denkt hetzelfde en niet iedereen heeft dezelfde normen en waarden. Het is belangrijk dat te onderkennen en open te staan voor de mening van een ander. Zo ontstaat er een open communicatie en een groep mensen die wil, kan en durft.

Indicatoren: Ik deel kennis met het team en leert van collega’s Ik lever een bijdrage aan samenwerkingsprojecten in het team: zowel binnen het vak

en leergebieden als vakoverstijgend Ik draag bij aan het denken over onderwijsinnovatie Ik participeer in algemene onderwijstaken

Mijn inmiddels opgedane ervaring en groei:Ik ben door mijn opleidingsmanager van mijn docententeam uitgenodigd om deel te nemen aan een overleg aangaande het opstellen en verscherpen van de regels, afspraken en protocollen op school. Dit met als doel deze afspraken en regels vast te leggen in de studiewijzer die de leerlingen aan het begin van ieder schooljaar uitgereikt en kort toegelicht krijgen. Ik was een van de vier deelnemers en voelde me vereerd hieraan deel te nemen.De redenen waarom ik ben gevraagd zijn mijn visie, ambitie en managementachtergrond. Ik heb bij mijn vorige werkgever ook diverse keren huisregels, afspraken, enz. ontwikkeld, alleen en binnen mijn managementteam. Ik heb mijn visie gedeeld en voorstellen gedaan ter verbetering, voornamelijk in het terugdringen van leerling verzuim, aanpak bij verzuim, en intake afspraken voor en met leerlingen.Ik heb voorgesteld, gezien de geringe motivatie van een (te) groot aantal leerlingen om bij de intake goed te bevragen hoe de bereidheid van de leerling is. Dit wordt een vereiste voor toelating en studievorm en –keuze. Dit wordt in de protocollen meegenomen en benoemd als “Studiebereidheid”.Wanneer een leerling de afspraak maakt dat deze bereid is te investeren in hun opleiding, dan is dat een onderwerp van gesprek bij coaching, op school, maar ook op hun werk, dus in de praktijk. Iemand aanspreken op onvoldoende bereidheid is dan makkelijker. Dit is een belangrijk onderdeel, zeker gezien het verzuim en instelling/motivatie op school. Dit was mijn eerste keer en zat nog niet diep genoeg in de materie, maar mijn deelname op zich was leuk en interessant en ik ben van mening dat ik mijn toegevoegde waarde kan leveren aan dit soort onderdelen. Ik neem dan ook een aantal technieken, ervaringen en ontwikkelingen mee uit mijn vorige rol als vestigingsmanager.Daarnaast gaan we dit schooljaar dieper in op de BBL opleidingen om te kijken waar het effectiever, beter en professioneler kan. Ook hieraan mag ik deelnemen. Ik heb een goede indruk gemaakt en mijn bijdrage wordt gewaardeerd. De combinatie van mijn bijdrage leveren, mijn achtergrond en mijn persoonlijkheid heeft ertoe geleid dat ik aan dit soort

Page 13: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

zaken mag deelnemen. Ik heb hiervoor nog geen concrete, overtuigende bewijzen, behalve de feedback van mijn manager opleidingen, Mira André.Ook ga ik deelnemen aan een werkgroep het komend schooljaar (2012-2013) met als doel het tegengaan van vroegtijdig schoolverlaters en kwaliteit van de lessen. In eerste instantie gericht op BBL.

Ik deel mijn kennis en ervaring met mijn team. Niet alleen school technisch en van de lopende zaken, maar ook vanuit mijn ruime ervaring uit het bedrijfsleven. Aan de hand van situaties en voorbeelden kan ik vertellen, doceren, afstemmen en coachen “uit eigen werk”. De leerling is hiervoor erg gevoelig, raken daarvan enthousiast en ik merk dat mijn collega’s hun voordeel kunnen doen met mijn geschiedenis.

Ik heb een formulier ontwikkeld voor BPV begeleiding, voortgang en afspraken. Dit heeft als voordeel dat zaken worden vastgelegd wat in mijn ogen zeer belangrijk is, voor de leerling en docent. Zo kan er structuur worden aangebracht, er is geen onnodige discussie meer over afspraken met leerlingen en werk- stagebegeleiders. Zo kan er sneller en constructief worden gehandeld en bijgedragen aan de ontwikkeling van de leerling en de coaching vaardigheden van de docent en begeleiders/coaches binnen het bedrijf waar de leerling werkzaam is.Inmiddels wordt mijn formulier gebruikt door meerdere collega’s omdat zij van mening zijn dit een toegevoegde waarde heeft.

Ik wil buiten mijn vakken om meer lessen gaan geven en mezelf bekwamen in meer vakken. Mijn prioriteit ligt nu bij BBL en Entree/AKA (Niveau 1,2 en 3), maar ik wil op termijn meer weten over overige vakken zoals bijvoorbeeld burgerschap. Ik ben ook coach van een aantal leerlingen en daarbij komt burgerschap mij goed van pas. Ik wil graag als coach ook inhoudelijk goede antwoorden geven en niet altijd een leerling door te sturen naar een collega die burgerschap doceert. Dat maakt me krachtiger en een betere coach. Ik zorg er alleen wel voor dat ik niet meer zaken op me neem dan dat ik (momenteel) aankan.Binnen mijn vakgebied wil ik me ook gaan verdiepen in niveau 4; filaalmanager en ondernemer.Ik wil eerst in hoofdlijnen weten wat deze vakken inhouden en wat de belangrijkste zaken/rode draad hierin is. Dit ga ik doen door lessen bij te wonen van collega’s en vragen te stellen zowel over de inhoud en de vorm. Dit is wel op langere termijn, ik wil en ga me eerst concentreren op het nu. Maar samenwerken met collega’s kan op veel manieren en van in de keuken kijken bij een ander word je zeker niet dommer.

Tijdens mijn PDA opleiding heb ik enkele collega’s van mijn school feedback mogen geven op hun aanpak, ideeën en gedeeltelijk hun portfolio. Dit betrof mijn intervisiegroep, waarvoor ik een agenda heb opgesteld (bijlage 20). Ik vind het erg prettig dat men mij benadert om te sparren over allerlei zaken, zoals hoe om te gaan met grensoverschrijdend gedrag, invulling BPV, het luisteren naar de problemen en onzekerheden van collega’s.In het kader van samenwerken met collega’s heb ik bij mijn teamleden van mijn intervisiegroep van de PDA opleiding lessen bijgewoond, deze geëvalueerd en hen feedback gegeven. Ik weet dat ik kritisch ben in het feedback geven.Een leerpunt was om niet over te komen als de man die alles beter weet, maar door mijn talloze gesprekken met consulenten en mijn zelfanalyse en ontwikkeling ben ik dit beter gaan doseren.Ik ben blij te concluderen dat mijn feedback op prijs wordt gesteld, zowel inhoudelijk als de vorm. Wat ik hier zelf van heb geleerd, met dank aan mijn collega(‘s), is dat ik tijdens het observeren gefocust was op mijn eigen leerpunten en mijn visie die ik per competentie heb beschreven. Ik heb bevestigd gekregen dat mijn visie bij mij past en direct van invloed is op

Page 14: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

de leerling. Voorbeeld: Interpersoonlijk (competentie 1); ik ken de namen van de leerlingen en individuele aanspreekbaarheid. Tijdens een les observatie van een studiegenoot van PDA miste dat in zijn handelen, dat heb ik teruggegeven na zijn les op zijn school en hij was het met me eens. Waar ik erg van was gecharmeerd is zijn vakkennis binnen de horeca en het sterkte mijn gevoel dat een ruime (praktijk)ervaring een absolute meerwaarde is voor de leerling en zijn ontwikkeling en intrinsieke motivatie.

Bewijsstukken: BPV formulier (bijlage 12) Feedbackverslag van Mira André, manager opleidingen (bijlage 1) Feedbackverslag van Mary Koopmans, Coach en teamleider (bijlage 2) Feedbackverslag van Leo Kleuver , docent en BPV coördinator (bijlage 15)

6. Competent in het samenwerken met de omgeving.

Interesse tonen in en affiniteit hebben met de (leer)omgeving opent niet alleen deuren, maar houdt deze ook geopend.Ik vind dat dit zorgt voor een een fijn, open en persoonlijk contact, dat creëert een vertrouwensbandHet is meer dan alleen maar praktijkopdrachten aftoetsen, vooral de diepgang zorgt voor betrokkenheid en ontwikkeling. Ik ben geïnteresseerd in het bedrijf en heb voldoende (basis)kennis om over het bedrijf te kunnen praten met de leerling en het management.Ik vind het prettig op de juiste manier en op het juiste moment contact te hebben met ouders en leerbedrijven. Niet alleen als het niet goed gaat. Ook de vorderingen en groei van een leerling is belangrijk te delen met werkgevers en ouders/verzorgers. Dat geeft aan dat je niet alleen de lesstof aanreikt en doceert, maar zeker ook opvoedkundig en pedagogisch handelt.Met op de juiste manier bedoel ik een open communicatie en echt persoonlijk contact, dus in een persoonlijk gesprek. Met op het juiste moment bedoel ik het moment wanneer de leerling, de ouders of het leer-/ werkbedrijf daarom vragen. Buiten de geplande werkbezoeken vind ik het belangrijk om mezelf op de hoogte te houden hoe de leerling zich ontwikkelt in het bedrijf, zeker omdat ik regelmatig ander gedrag en een andere motivatie zie dan hoe de leerling zich op school profileert.Daarom zie ik het als voordeel dat ik als docent/ coach ook de werkbezoeken wil doen, omdat ik dan goed deze verschillen kan zien en daarop inspringen, corrigeren en bijsturen. Buiten dat stem ik met regelmaat af hoe de ontwikkelingen zijn op het werk en of dat overeenkomt met wat de leerling vertelt.Ook vind ik het belangrijk dat wanneer zich ontwikkelingen voordoen in de branches ik mezelf aangesloten houd en vragen stel aan het management van de bedrijven. Zo laat ik zien dat ik oprechte interesse toon en zie het als noodzaak op de hoogte te zijn van ontwikkelingen om scherp te blijven en nog beter te kunnen doceren en coachen.

Indicatoren: Ik gebruik de omgeving van de school als kennisbron en als toepassingsmogelijkheid van

kennis en vaardigheden Ik onderhoud contacten met ouders en verzorgers van leerlingen

Mijn inmiddels opgedane ervaring en groei:

Page 15: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

Ik ben praktijkbegeleider en coach van leerlingen bij diverse bedrijven in diverse branches. Ik plan met regelmaat bezoeken met de bedrijven om te bespreken hoe het gaat met de leerling. Dat gaat over de uit te voeren kerntaken, werkstukken, houding en gedrag, voortgang. Ik toets deze voortgang, spreek de begeleiders en het management aan op hun rol en taken en doe hetzelfde bij de leerlingen.Ik examineer ook de leerling in hun praktijk. Dit doe ik in samenspraak met het management, dat vaak ook de begeleiders / opleiders zijn binnen de bedrijven.Ook leg ik vast wat we hebben besproken en wat de afspraken zijn. Dan is er geen onduidelijkheid en is het ook zo dat een collega mij makkelijk kan overnemen bij persoonlijke uitval of andere veranderingen.Ik heb hiervoor een hulpformulier ontwikkeld dat ik gebruik en inmiddels ook wordt gebruikt door een aantal collega’s. (bijlage 12)

Gesprekken over ontwikkelingen binnen de bedrijven waar leerlingen werken vind ik interessant om te weten en oprechte interesse is erg belangrijk.Hoe gaat het met het bedrijf? Aandacht en betrokkenheid voor en in bedrijven en managers. Dit is vanuit mijn oprechte interesse omdat ik graag wil weten hoe het in de branches gaat, hoe het met de winkel gaat en hoe de ontwikkelingen zijn. Ik vind dat ik zo een meer gewaardeerd gesprekspartner en betere docent/coach ben dan alleen maar snel vragen “hoe het gaat” met de leerling.Op deze manier ben ik van mening dat leerlingen sneller welkom zijn en dan er zeker meer en betere begeleiding ontstaat.Ook het contact (telefonisch) buiten mijn bezoekmomenten krijgt zo echt toegevoegde waarde en er ontstaat een band. En niet onbelangrijk, het serieus nemen van elkaar en de band versterken. Ook zie ik het als een uitgesproken kans wanneer ik mezelf als visitekaartje afgeef bij bedrijven. Ik wil de mensen aangesloten houden bij school en mede bijdragen aan de groei van stage- en werkplekken.Het ROC maakt momenteel. niet echt een groei door qua leerlingenaantallen en ik hoop zo mijn professionele steentje bij te dragen.Door mijn manier van begeleiden, organiseren, bespreken, afspraken maken en voortgang bewaken en bespreken kan ik zo altijd een goede communicatie verzorgen met ouders. Ik weet namelijk hoe het gaat met mijn leerlingen op school en op het werk. (Hiervoor verwijs ik graag naar bewijsstuk “verslag ouder en dochter” , bijlage 19)Ik wil graag het imago van het ROC mede verbeteren, zeker wanneer en omdat uit de cijfers ook blijkt dat het ROC niet de meest populaire en gewilde school is op dit moment.

Ik heb een open avond bijgewoond op ROC Almere. De bedoeling was om te kijken hoe dat in zijn werk ging en te luisteren naar docenten die potentiele leerlingen (en ouders) te woord staan, vragen beantwoorden en informatie geven over een te kiezen opleiding.Dat was in het begin even onwennig, maar ik heb na korte twijfel besloten om ook vragen te gaan beantwoorden en mensen te woord te staan. Dat ging me goed af en vond dit leuk om te doen.Ik gaf de informatie waarvan ik zeker wist dat deze klopte en als ik het niet (zeker) wist heb ik navraag gedaan bij een collega. Daarna samen te mensen te woord gestaan. Ook hier kwam mijn interesse in de mens en potentieel leerling goed van pas. Echt de juiste vragen stellen zoals wat de leerling wil gaan doen, wat deze zoekt, verwacht, hoe de toekomst wordt gezien is van belang om de juiste informatie te geven.Ik vind dit leuk om te doen en te ervaren. Mijn idee was wel om voor te stellen het een volgende keer wat interessanter te maken en proactief leerlingen te motiveren waarom een opleiding te volgen op ROC Almere.

Page 16: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

Ik lees vakbladen, in het bijzonder “Distrifood” en “Foodpersonality”. Deze neem ik digitaal door en haal daar de essentiële ontwikkelingen uit die ik wil en moet toepassen in mijn lesgeven. Zo ben en blijf ik op de hoogte en kom ik sterker over omdat ik op de hoogte ben. Ik kom geloofwaardig over. Ook ga ik graag in gesprek over de ontwikkelingen binnen de bedrijven, zodat ik op de hoogte ben van veranderingen, zeker als deze ook consequenties hebben voor de leerlingen en mij. Het management van bedrijven laat veel los door mijn oprechte interesse en integriteit. Dit heb ik meteen gemerkt bij mijn allereerste bezoek bij Hema. De manager, mevrouw Timmermans, vond mijn manier van werken en mijn betrokkenheid meteen erg prettig en dat zorgt voor een fijne, oprechte en professionele samenwerking. Ik merkte aan haar reactie dat dit nieuw is voor haar, de interesse in het bedrijf. Dat is een stuk constructiever dan alleen een bezoek afleggen en vlug te toetsen “hoe het gaat”.Daarnaast heb ik bij mijn vorige werkgever een behoorlijk netwerk opgebouwd, mede doordat ik diverse functies heb bekleed, zowel in de winkel, landelijk en op het hoofdkantoor.

Bewijsstukken: STARR reflectie Tamara Bijl (bijlage 13) Verslag gesprek Mevrouw van Beest en dochter Ariana (bijlage 19) Overzicht branches (bijlage 9)

Page 17: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

7. Competent in reflectie en ontwikkeling.

Zelfreflectie is niet het doel, maar een middel om te kunnen blijven ontwikkelen en naar jezelf te kijken.Ik vind het zelfs een vereiste. Ik zie het als continu investeren.Mijn eigen gedrag, houding, competenties en vakinhoudelijke gedeelte moet in ontwikkeling blijven om te kunnen groeien en zelf bij te blijven.Het aanleren en stimuleren van reflectie aan de leerling draagt ook bij aan (zelf)ontplooiing.Je openstellen voor feedback van collega’s, leerlingen, ouders en je persoonlijke omgeving is een kunst, maar zeker ook een belangrijke (voor)waarde. Vervolgens het toepassen in de praktijk zorgt voor respect en herkenbaar voorbeeldgedrag.Het door ontwikkelen van mijn reflectie is ook direct toepasbaar in mijn lessen en/of coaching. Wat ik van mezelf leer levert sterkt niet alleen mijzelf, maar Ik leer de leerling ook reflecteren.

Indicatoren: Ik werk planmatig aan mijn ontwikkeling Ik vind een evenwicht tussen betrokkenheid en professionele distantie Ik bouw aan en onderhoud een relevant netwerk van collega’s Ik kijk kritisch naar zijn werk en gebruikt evaluatie, reflectie en feedback van anderen om zich

verder te ontwikkelen

Mijn inmiddels opgedane ervaring en groei:Plannen en organiseren vind ik erg belangrijk. Ook al moet ik soms improviseren, mijn basis is altijd een planning en organisatie. Ik vind een goede voorbereiding belangrijk en ik wil een voorbeeld geven aan mijn collega’s en vooral leerlingen door middel van mijn organisatie.Eigen werk organiseren, mijn werkplek en mijn gedegen BPV bezoeken en gesprekken met leerlingen en bedrijven zijn goede voorbeelden hiervan. (bijlage 12)Ik bereid me altijd goed voor op lessen en op eventuele afwijkingen/calamiteiten die kunnen ontstaan.Ik vraag veel aan collega’s wat zij vinden van mijn organisatie en van mijn werk.Ik stel me hiervoor open en leer hiervan. (Zie feedbackverslag van Leo Kleuver, docent/opleider, bijlage 15)

Ik heb inmiddels een netwerk opgebouwd bij diverse scholen. Dit is ontstaan omdat ik voordat ik met deze opleiding begon een aantal scholen telefonisch heb benaderd en diverse gesprekken heb gevoerd.Ik hou deze contacten warm en sommige lauw, omdat ik dan interesse en motivatie toon en mijn kansen spreid voor de (nabije) toekomst.Wat me wel opviel is dat ik in het begin met een leerling is gesprek raakte over persoonlijke en zakelijke problemen. Ik heb aangeboden met haar in gesprek te gaan, of in ieder geval te luisteren. En zaken die boven mijn macht liggen zou ik doorgeven aan en bespreken met haar coach.Ik vond het prettig dat deze leerling zich vertrouwd voelde bij mij en haar verhaal deed. Ik wilde bijna zaken voor haar gaan oplossen, en dus zaken op mijn nek nemen. Dat zou niet handig zijn geweest, ik moet en wil het verschil goed in de gaten blijven houden tussen betrokkenheid en professionele distantie.Waar ik wel kon helpen heb ik ook geholpen. Ik heb haar een zetje in de goede richting kunnen geven die zij meteen zou kunnen toepassen in de praktijk.Ik trapte dus bijna in de valkuil dat ik de problemen zou oplossen in plaats van coachen en ondersteunen.

Page 18: €¦ · Web viewCompetenties. Interpersoonlijk competent. Ik vind het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn bij de leerling, zodat ik weet wie men is, wat er speelt, wat het

Dit kwam voor mijn gevoel ook voornamelijk voort uit het gegeven dat ik deze dame amper kende en meer informatie moet hebben om mezelf in de materie, situatie en het persoonlijke kon storten.Echter was ik wel een luisterend oor en kon ik door de juiste (open) vragen te stellen het probleem makkelijker analyseren en bespreekbaar maken met haar, haar coach en bedrijfsleider.

Nadat ik haar coach (tevens mijn opleider) op de hoogte had gebracht van de situatie heeft hij voorgesteld dat ik deze leerling onder mijn hoede zou nemen. Voor dit soort zaken en ook op haar werk. Ik werd dus vanaf dat moment haar BPV begeleider/coach.Een mooie ontwikkeling is dat deze dame mij aangesloten houdt bij haar ontwikkelingen en haar vorderingen op school, werkstukken en op haar werk.Ik verdiep me ook in het leren reflecteren van de leerlingen. (Dit heb ik eerder uitgebreid beschreven bij competentie 2).Dit is een belangrijk onderdeel van de kerntaken. Het is een opdracht op per kerntaak een aantal reflectiegesprekken te voeren met de begeleider/ management. Ik heb ervoor gekozen dit een onderdeel te maken van mijn les BPV /groep coaching en besteed er aandacht aan op de werkplekken.Ook spreek ik met de leerling en hun begeleider af dat dit reflectiegesprek wordt vastgelegd.Ik bespreek deze reflecties en help de leerling door open vragen te stellen om hen aan het nadenken te zetten over hun rol, taak, maar vooral houding en gedrag. Ook in mijn persoonlijke gesprekjes, gepland en spontaan, laat ik reflectie zeer regelmatig een onderdeel zijn. Zonder het vaak zelf door te hebben komt de leerling dan al tot een aardig goede reflectie.Dat is leren. Ik ben hier erg tevreden over en dit is een heel belangrijk stuk in mijn docentschap en mijn rol als coach.

“De beste leraar is hij, die het meest van zijn leerlingen opsteekt”

Bewijsstukken: Reflectieverslagen leerlingen (bijlagen 23, 24 en 25) Reflectie volgens STARR (bijlage 13) Reflectie volgens Korthagen (bijlage 14) Gesprek Ouder en dochter Van Beest (bijlage 19) Mail met feedback op mijn portfolio van Mary Koopmans (bijlage 3)