© Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je...

22
© Stefanie Ramachers, november 2019 1 Docentenwerkboek Wanderlust Docent-gestuurde versie

Transcript of © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je...

Page 1: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

1

Docentenwerkboek

Wanderlust – Docent-gestuurde versie

Page 2: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

2

LES 1: Een goed gesprek over literatuur

Nodig

- Docenthandleiding, docentwerkboek, verhaal Eis (zie verhalenbundel docent)

- Powerpoint

- Instructiefilmpjes YouTube (zie de links in de powerpoint of onder stap 4 hieronder)

- Werkboekjes leerlingen + EHBL kaarten + verhalenbundel

Voorbereiding

- Bekijk les 1 in het werkboekje van de leerlingen

- Verhaal Eis lezen (zie stap 4 hieronder)

- Checken of de instructiefilmpjes het doen in je lokaal (je hebt internet nodig omdat ze op

YouTube staan) en zet ze eventueel al klaar aan het begin van je les

- Zet de ondertiteling bij de filmpjes aan. Dit doe je door in de balk onder het filmpje op het

icoontje links naast het tandwieltje te klikken (rechts onderaan). Er komt dan een rood streepje

onder het icoontje te staan

- Instructiefilmpjes bekijken en voorbereiden welke verschillen je wilt benoemen (zie stap 5)

- Eventueel powerpoint aanvullen

Leerdoelen les 1

- Leerlingen kunnen hun beginniveau voor het lezen van en praten over literatuur bepalen, zodat

ze zien wat voor winst er in de loop van de lessenreeks nog te behalen valt

- Leerlingen kennen een aantal voordelen van het lezen van literatuur

- Leerlingen kunnen kenmerken van een goed gesprek over literatuur benoemen

- Leerlingen kunnen een aantal strategieën om met onbekende woorden om te gaan benoemen

Stap 1:

Leerdoelen en lesopzet (powerpoint – enkele minuten)

Bespreek kort de inhoud van de les aan de hand van de leerdoelen van vandaag.

Stap 2:

Instructie: Wat is literatuur? Wat zijn de voordelen van literatuur lezen? (powerpoint – ca. 10

minuten)

Page 3: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

3

- We gaan de komende lessen aan de slag met literatuur lezen in het Duits. Maar: Waarom

zouden we eigenlijk literatuur lezen binnen het vak Duits?

Inventariseer eerst wat je leerlingen zelf denken.

Geef vervolgens m.b.v. de powerpointslide zelf een toelichting op het begrip literatuur. Je kunt de

leerlingen ook zelf vragen wat ze onder literatuur verstaan.

- Literatuur gaat meestal om geschreven teksten (romans, verhalen, songteksten, …), maar films

en series kunnen ook ‘literair’ zijn.

- Niet alle verhalen of boeken zijn ‘literair’, maar meningen verschillen over wat literatuur dan is.

Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader);

- Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou als lezer omdat je zelf dingen moet invullen,

vanuit je eigen ervaringen, en (2) het wijkt af van ‘rechttoe-rechtaan’ taalgebruik en

verhaalopbouw, bv. een bepaald perspectief, figuurlijk in plaats van letterlijk taalgebruik.

- Bespreek vervolgens m.b.v. de powerpoint een aantal voordelen van literatuur lezen in het

algemeen, en met betrekking tot lezen in een vreemde taal, zoals Duits.

Stap 3:

Leerdoelen van de lessenreeks bespreken en beginsituatie inschatten (powerpoint, werkboekje

opdracht 1.1 - ca. 5 min)

Deel de werkboekjes en de verhalenbundels uit. Houdt de EHBL-kaarten nog even apart, die deel je

later uit.

Vraag leerlingen hun naam en klas op het werkboekje en de verhalenbundel te schrijven.

Neem kort de leerdoelen van deze eerste les door (zie powerpoint).

Leerlingen zien in een rubric/tabel in hun werkboekje (opdracht 1.1) wat de doelen van de

lessenserie in zijn geheel zijn, en bepalen waar ze nu staan.

Neem samen met de leerlingen de opdracht door en benadruk de volgende zaken:

- Het doel van de lessenserie is om op deze 3 niveaus vooruitgang te boeken; je hoeft niet

helemaal rechts uit te komen, maar je gaat wel vooruitgang boeken.

- De 3 doelen hangen samen, maar je zit niet per se overal op hetzelfde niveau. Je kunt ook tussen

twee niveaus in zitten.

- Lees de tabel goed door en kruis op elke rij een hokje aan. Doe dat eerlijk; overschat jezelf niet.

Realiseer je dat we pas net beginnen en dat er nog alle tijd is om te groeien.

Page 4: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

4

- Een van de leerdoelen is dus ook het goed leren praten met anderen over literatuur, zodat je er

veel uit kunt halen voor jezelf. Dit is belangrijk om te vermelden zodat leerlingen de samenhang

tussen verschillende lesonderdelen zien. Sterker nog: Met dat leerdoel gaan we vandaag als

eerste aan de slag (zie volgende punt).

Stap 4:

Hoe voer je een goed gesprek over literatuur? (werkboekje opdracht 1.2, powerpoint,

instructievideo’s YouTube, verhaal Eis - ca. 20 min)

Deze fase van de les draait om observerend leren: leerlingen kijken naar twee voorbeeldfilmpjes van

gesprekken over literatuur. Je geeft het volgende aan:

- We krijgen dadelijk twee video’s te zien van drie leerlingen die over hun leeservaringen praten.

- Voordat we daarnaar gaan kijken, lezen we eerst samen dat verhaal, zodat we weten waar dat

gesprek over gaat.

Lees het verhaal Eis voor (ca. 3 min.). Leerlingen lezen mee: het verhaal staat in

hun eigen verhalenbundel.

Let op: Als er eventueel reacties vanuit de leerlingen komen over onbekende

woorden, geef dan aan dat die wellicht vanzelf worden opgelost door het bekijken van de filmpjes.

Ga dus nog geen betekenissen van onbekende woorden voorzeggen.

Vervolgens laat je een voor een de filmpjes zien.

Je laat eerst het slechte voorbeeld zien (video 1: https://youtu.be/9kjiRTBiiwM) en laat

de leerlingen daar aantekeningen bij maken (opdracht 1.2b).

Let op: Het is niet de bedoeling dat je verklapt dat jullie eerst het slechte en daarna het goede

voorbeeld bekijken.

- We bekijken een voor een de filmpjes. Beide zijn voorbeelden van hoe je een gesprek over

literatuur zou kunnen voeren.

- Schrijf in je werkboekje bij opdracht 1.2b voor video 1 in steekwoorden zaken op die je opvallen.

Je kunt daarbij letten op hoe het gesprek verloopt en op hoe de leerlingen omgaan met

onbekende woorden.

Je vraagt nog geen reacties terug.

Page 5: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

5

Laat vervolgens het goede voorbeeld zien (video 2: https://youtu.be/S73g8Oyn-zI) en vraag de

leerlingen ook daar weer aantekeningen bij te maken (hetzelfde als bij de vorige video).

Vraag vervolgens een paar reacties terug en laat leerlingen belangrijke verschillen noteren in hun

werkboekje.

- Wat zijn verschillen tussen de twee gesprekken? Welk gesprek is beter? Wat is er beter aan?

Wat kan beter in het andere voorbeeld?

- Besteed aandacht aan kenmerken van een goede discussie: elkaar vragen stellen, op elkaar

reageren, evenveel aan het woord zijn, oordeel onderbouwen, dingen vanuit verschillende

kanten bekijken, inhoudelijk de diepte in gaan (waarom-vragen stellen)

- En besteed aandacht aan strategieën voor woordraadvaardigheid (als je een onbekend woord

tegenkomt), bijv.: niet denken dat je elk woord moet begrijpen (het is niet erg als je niet alles

begrijpt, zolang je de tekst nog begrijpt), gebruiken van kennis uit andere talen (Nederlands,

Engels), context gebruiken, pas in het uiterste geval woordenboek raadplegen

- Wat je verder nog zou kunnen benoemen is dat vooral de leerlingen in de goede conditie dingen

uit het verhaal proberen te relateren aan hun eigen belevingswereld (Wat zou jij doen? Hoe zou

jij reageren? Dat is iets wat ouders doen, toch?)

Je hoeft niet op de inhoud van het verhaal in te gaan, het gaat met name om het benoemen van de

kenmerken van een goed gesprek en de strategieën voor omgang met onbekende woorden.

Stap 5:

Introductie EHBL-kaart (EHBL-kaart – ca. 5 minuten)

Deel nu de EHBL-kaart (Eerste Hulp Bij Literatuur) uit.

- Omdat het lastig is om al die tips van zojuist te onthouden, krijgen jullie een spiekkaartje: de

EHBL-kaart.

Geef aan dat leerlingen hun EHBL-kaart steeds bij zich moeten hebben bij de literatuurlessen als

spiekbriefje en dat ze deze aan de binnenkant van de kaft van hun werkboekje, in het plastic

insteekhoesje, kunnen bewaren.

- Op deze kaart staan vijf gespreksafspraken voor een goede discussie én een stappenplan voor

het omgaan met onbekende woorden.

- Eigenlijk alles wat we net in de tweede video hebben gezien.

- De komende lessen gaan jullie zelf oefenen met deze strategieën. Zorg dus dat je het kaartje

altijd bij je hebt!

Page 6: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

6

Als je nog tijd over hebt (let op dat je voldoende tijd overhoudt voor stap 7!):

Waren er leerlingen die na het samen lezen van het verhaal naar de betekenis van bepaalde woorden

hadden gevraagd? Vraag nu terug of er nog steeds woorden zijn waar de leerlingen het over willen

hebben.

Let op: Geef niet zomaar de betekenis voor, maar moedig de leerlingen aan om de tips op de EHBL-

kaart te gebruiken. Zoek pas in laatste instantie samen het woord op via www.pons.eu of, als het een

concreet af te beelden zelfstandig naamwoord of werkwoord is, gebruik Google Afbeeldingen.

Stap 6:

Afsluiting: Huiswerk (werkboekje opdracht 1.3, powerpoint - de rest van de les)

Volgende les gaan we aan de slag met het verhaal Das Fenstertheater.

- Thuis bereid je je voor door opdracht 1.3 in je werkboekje te maken. Je hoeft het verhaal nog

niet te lezen. Je gaat n.a.v. de titel en een soort stripverhaal zonder tekst al proberen te

bedenken waar het verhaal over zou kunnen gaan, zodat je het volgende les wellicht makkelijker

kunt begrijpen. Jullie gaan volgende les namelijk proberen de gespreksafspraken die we vandaag

geleerd hebben toe te passen in een discussie over dit verhaal.

Neem samen met de leerlingen het huiswerk door en geef aan wanneer het klaar moet zijn (de

volgende projectles).

Je zou de website van het stripverhaal ook digitaal beschikbaar kunnen stellen zodat leerlingen er

maar op hoeven te klikken en niet zelf de hele URL hoeven in te typen.

Druk de leerlingen op het hart om het werkboekje inclusief EHBL-kaart de volgende projectles wel

weer mee te nemen.

Page 7: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

7

LES 2: Wat zijn goede lezersvragen?

Nodig

- Docenthandleiding, docentwerkboek, verhaal Das Fenstertheater

- Powerpoint

- Werkboekjes en EHBL-kaarten, verhalenbundel (leerlingen)

Voorbereiding

- Bekijk les 2 in het werkboekje van de leerlingen

- Voorleesscript Das Fenstertheater lezen (zie verhalenbundel docent). Probeer je het script eigen

te maken. Het hoeft niet exact in die bewoordingen, als de strekking maar hetzelfde is.

- Bekijk ook de leerlingversie van het verhaal (verhalenbundel leerlingen) zodat je een idee hebt

van de hulp die ze al krijgen bij het toepassen van de woordraadstrategieën.

- Eventueel de powerpoint aanpassen/uitbreiden.

- Groepsindeling (zie stap 5) bepalen.

- Eén van de stappen op de EHBL-kaart voor omgang met onbekende woorden is woordbetekenis

opzoeken in een digitaal woordenboek of via Google Afbeeldingen. Hiervoor kunnen leerlingen

hun gsm nodig hebben (of een ander mobiel apparaat met internet). Bedenk hoe je dit wilt

aanvliegen en maak hier duidelijke afspraken over met leerlingen (als leerlingen bijv. normaal

gesproken niet hun telefoon bij zich mogen hebben kun je aangeven dat dat bij de

literatuurlessen wel mag, maar alleen om af en toe woordbetekenissen op te zoeken).

Leerdoelen les 2

- Leerlingen kunnen zich voorbereiden op het lezen door voorkennis over een verhaal te activeren

(n.a.v. titel en strip > huiswerkopdracht)

- Leerlingen weten wat goede lezersvragen zijn

- Leerlingen kunnen in een groepsgesprek over lezersvragen praten en daarbij de vijf

gespreksafspraken van de EHBL-kaart toepassen

Stap 1:

Leerdoelen en lesopzet (powerpoint – ca. 5 minuten)

Geef aan wat er deze les gaat gebeuren (leerdoelen):

- Wat voor soort vragen kun je stellen bij een verhaal?

Page 8: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

8

- We lezen samen de eerste helft van Das Fenstertheater.

- De tweede helft van het verhaal lezen jullie zelf. Je maakt daarbij gebruik van de tips op de

EHBL-kaart.

- Daarna gaan jullie in groepjes over vragen bij het verhaal praten en proberen daarbij de

gespreksafspraken van de EHBL-kaart toe te passen.

Stap 2:

Instructie: Lezersvragen naar aanleiding van een verhaal (powerpoint, werkboekje 2.1, - ca. 5 min)

Neem samen met de leerlingen de uitleg bij 2.1 door, gebruik ter ondersteuning de powerpoint.

Stap 3:

Voordoen: Omgaan met moeilijke woorden tijdens het lezen van een verhaal (powerpoint,

werkboekje opdracht 2.1a, script das Fenstertheater – ca. 10 minuten)

Je gaat nu de eerste helft van Das Fenstertheater voorlezen aan de hand van het script (zie

verhalenbundel docent). Tijdens het lezen denk je ook hardop na over onbekende woorden. Het

draait hier dus weer om observerend leren.

- Ik ga het eerste deel van Das Fenstertheater voorlezen en hardop zeggen wat ik doe als ik

onbekende woorden tegenkom.

- Daarna gaan jullie dat zelf oefenen.

Voordat je start met voorlezen: Haal klassikaal een aantal reacties n.a.v. de huiswerkopdracht

(opdracht 1.3) terug. Waar denken de leerlingen dat het verhaal over gaat? Geef daar geen

inhoudelijke reacties op, maar inventariseer en vraag leerlingen waarom ze dat denken en laat ze op

elkaar reageren (dialogisch lesgeven).

Lees vervolgens de eerste helft van das Fenstertheater voor (zie script in docent-

verhalenbundel).

Stap 4:

Opdracht: Zelf lezen en omgaan met onbekende woorden (werkboekje opdracht 2.1b, verhaal das

Fenstertheater deel 2 - ca. 10 minuten)

- Neem opdracht 2.1b erbij.

Page 9: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

9

- Jullie mogen nu zelfstandig het vervolg van Das Fenstertheater (deel 2 in de verhalenbundel)

gaan lezen.

- Jullie doen dat niet allemaal hardop, maar voor jezelf.

- Zijn er nog woorden waar je over struikelt? Volg het stappenplan op je EHBL-kaart en maak er

notities bij.

- We bespreken jullie reacties niet klassikaal na. Je gebruikt ze als uitgangspunt voor een

groepsgesprek met medeleerlingen zodat jullie met meer diepgang over het verhaal kunnen

praten.

Let op: De laatste stap bij omgaan met onbekende woorden is woordbetekenis opzoeken op

www.pons.eu of Google Afbeeldingen. Leerlingen kunnen daarvoor dus hun mobiele telefoon nodig

hebben.

Stap 5:

Groepswerk (werkboekje opdracht 2.2 a en b, powerpoint – totaal ca. 15 minuten)

Geef leerlingen ongeveer 2 minuten de tijd om opdracht 2.2a te maken (2 lezersvragen kiezen

waarover ze door willen praten).

Verdeel de leerlingen vervolgens in groepjes (laat de groepsindeling eventueel op de powerpoint

zien) en laat ze opdracht 2.2b doen. Geef duidelijk aan dat ze hier 10 minuten de tijd voor hebben.

Moedig ze aan om de gespreksafspraken van de EHBL-kaart toe te passen.

Leerlingen mogen best ook met elkaar over de betekenis van een onbekend woord onderhandelen,

maar het gesprek moet vooral over inhoud gaan.

Feedback tijdens het groepswerk

Luister bij de groepjes mee en geef taakgerichte feedback over de vijf gespreksafspraken:

Hoor je leerlingen doorvragen? Luistert iedereen goed? Geef eventueel aanvullende aanwijzingen.

Laat leerlingen vooral op elkaar reageren, wek niet de indruk dat er 1 juiste interpretatie is en dat jij

die voor ze in petto hebt.

Als je merkt dat leerlingen blijven hangen bij onbekende woorden en daardoor niet aan een

inhoudelijk gesprek toekomen, attendeer ze dan op de stappen op de EHBL-kaart voor omgang met

onbekende woorden: Hebben ze de betekenis van het woord echt nodig om het verhaal te kunnen

begrijpen? Lijkt het op een woord dat ze wél kennen? Enz.

Als de leerlingen 10 minuten met elkaar gesproken hebben

Page 10: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

10

Na het groepsgesprek reflecteren de leerlingen kort op hoe het groepsgesprek ging en formuleren ze

verbeterpunten voor de volgende lessen door opdracht 2.2c te maken. Geef ze hiervoor een minuut

of 3.

Jij neemt na de les de werkboekjes in zodat je de verbeterpunten kunt bekijken > hier kun je dan

volgende les extra aandacht aan besteden.

Stap 6:

Afsluiting (powerpoint – de rest van de les)

Geef aan dat de leerlingen bij het verlaten van het lokaal de werkboekjes inleveren zodat je kunt

bekijken welke verbeterpunten ze geformuleerd hebben voor het voeren van een vloeiend gesprek,

zodat je daar volgende lessen aandacht aan kunt besteden.

Benoem wanneer de volgende projectles plaatsvindt. Er is geen huiswerk voor die les.

Herinner de leerlingen eraan altijd hun spullen mee te nemen naar de literatuurles.

Nabereiding:

Bekijk welke verbeterpunten leerlingen voor zichzelf geformuleerd hebben en bedenk hoe je daar

volgende les(sen) op in zou kunnen spelen.

Page 11: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

11

LES 3: Hamvragen kiezen

Nodig

- Docenthandleiding, docentwerkboek, verhaal Der Rucksack

- Groene en gele post-its voor posteropdracht

- A3 vellen papier voor posteropdracht

- Powerpoint

- Werkboekjes, EHBL-kaarten, verhalenbundel (leerlingen)

Voorbereiding

- Neem les 3 in het werkboekje van de leerlingen door.

- Reflecties op groepswerk van les 2 doornemen in de werkboekjes en eventueel aanvullende

instructie / feedbackmomenten voorbereiden, bijv. voor bij stap 5.

- Benodigdheden voor posteropdracht (postervellen, post-its) gereed maken.

- Verhaal Der Rucksack lezen. Dit is een relatief eenvoudig verhaal dat naar verwachting geen

(grote) begripsproblemen zal opleveren. Om die reden is dit het eerste verhaal dat leerlingen

volledig zelfstandig lezen.

- Eventueel de powerpoint aanpassen/uitbreiden.

- Bedenken hoe je de groepjes voor opdracht 3.3 (stap 4) gaat samenstellen.

Leerdoelen les 3

- Leerlingen weten wat goede hamvragen zijn

- Leerlingen kunnen individueel een eenvoudig Duitstalig kort verhaal lezen en daarbij de

woordraadstrategieën van de EHBL-kaart toepassen

- Leerlingen kunnen een vloeiend groepsgesprek over lezersvragen voeren door de

gespreksafspraken van de EHBL-kaart toe te passen

Stap 1:

Introductie en leerdoelen (powerpoint – ca. 5 minuten)

Benoem kort wat er vandaag op het programma staat.

Stap 2:

Instructie: Wat is een goede hamvraag? (werkboekje 3.1, powerpoint – ca. 5 minuten)

Page 12: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

12

Neem met de leerlingen de uitleg bij 3.1 in het werkboekje door. Ter ondersteuning kun je de

powerpoint gebruiken (en eventueel aanvullen).

Stap 3:

Verhaal Der Rucksack lezen (werkboekje opdracht 3.2 a en b, powerpoint – ca. 10 minuten)

Neem met de leerlingen opdracht 3.2 door.

- Lees zelfstandig het verhaal Der Rucksack en maak opdrachten 3.2 a en b.

- Als je over onbekende woorden struikelt, volg dan de stappen op de EHBL-kaart en maak notities.

Let op: Als leerlingen jou toch nog vragen naar woordbetekenissen, moedig ze dan aan om de

stappen op de EHBL-kaart te volgen en begeleid ze eventueel daarbij.

Na het lezen reageren leerlingen individueel op een aantal stellingen over leeservaringen (3.2b).

Stap 4:

Een hamvraag kiezen (werkboekje opdracht 3.3 – ca. 5 minuten)

Deel de leerlingen in in groepjes van 3 of 4 leerlingen en geef elk groepje een vel A3 papier en een

aantal gele en groene post-its. Neem opdracht 3.3 met ze door.

- Lees de vragen bij het verhaal Der Rucksack (a).

- Kies gezamenlijk één vraag die jullie het belangrijkst/interessantst vinden (b) en schrijf die groot en

duidelijk leesbaar op jullie poster (c).

- Vervolgens hangen we jullie posters in de klas op en gaan jullie samen elkaars vragen beoordelen.

Stap 5:

Hamvragen beoordelen (werkboekje opdracht 3.4, powerpoint – ca. 15 minuten)

Loop met de leerlingen opdracht 3.4 a en b in het werkboekje door. Hang de posters op in de klas.

- Loop met je groepje rond in de klas en bespreek samen de hamvragen op de posters. Pas daarbij de

gespreksafspraken op je EHBL-kaart toe.

- Vind je het een goede hamvraag? Plak er een groene post-it bij. Vind je het niet zo’n goede

hamvraag, plak er dan een gele post-it bij.

- Jullie hebben hier 10 minuten de tijd voor.

Feedback tijdens het groepswerk

Luister bij de groepjes mee en geef taakgerichte feedback over de vijf gespreksafspraken:

Page 13: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

13

Hoor je leerlingen doorvragen (lichten ze hun mening toe)? Luistert iedereen goed? Geef eventueel

aanvullende aanwijzingen. Laat leerlingen vooral op elkaar reageren, wek niet de indruk dat jij weet

welke vraag de beste is en geef dus ook niet je mening.

Als alle groepjes dit gedaan hebben (na +- 10 minuten) inventariseer je klassikaal welke vragen de

meeste groene post-its hebben gekregen en laat je leerlingen deze in hun werkboekje noteren

(3.4c). Hiervoor neem je ongeveer 5 minuten de tijd.

Als je nog tijd over hebt (let op dat je voldoende tijd overhoudt voor stap 6!):

Ga al eens klassikaal met de leerlingen in gesprek over mogelijke antwoorden op de best beoordeelde

hamvragen. Neem de hamvragen met de meeste groene post-its dus als uitgangspunt.

Let op: Laat vooral de leerlingen reageren en met elkaar in gesprek gaan en probeer zelf geen

inhoudelijke feedback te geven maar met name procesgerichte feedback (samenvatten wat een

leerling zei, vragen hoe andere leerlingen erover denken, vragen waarom een leerling iets vindt, of

een leerling een idee kan beargumenteren door te verwijzen naar bepaalde tekstpassages, etc.).

Stap 6:

Afsluiting (powerpoint, werkboekje opdracht 3.5 – de rest van de les)

Neem het huiswerk voor de volgende les in het werkboekje (opdracht 3.5) door met de leerlingen.

Benadruk dat ze het verhaal beter zullen begrijpen als ze de opdrachten hebben gemaakt.

Herinner de leerlingen eraan altijd hun spullen mee te nemen naar de literatuurles.

Page 14: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

14

LES 4: Hamvragen en creatief schrijven

Nodig

- Handleiding docent, werkboek docent, verhaal Chuck Norris und all seine Freunde (leerlingen

hebben alleen het eerste deel in hun verhalenbundel)

- Powerpoint

- Werkboekjes en EHBL-kaarten, verhalenbundel (leerlingen)

Voorbereiding

- Neem les 4 in het werkboekje van de leerlingen door

- Lees het verhaal Chuck Norris und all seine Freunde

- Bekijk ook de leerlingversie van het verhaal (verhalenbundel leerlingen) zodat je een idee hebt

van de hulp die ze al krijgen bij het toepassen van de woordraadstrategieën

- Eventueel de powerpoint aanpassen/uitbreiden

- Bedenk hoeveel hulp je wilt bieden bij de creatieve schrijfopdracht (stap 4; werkboekje opdracht

4.4)

- Bedenk of je de leerlingen na het ontvangen van peer-feedback (les 5) nog een nieuwe versie

van het verhaaleinde wilt laten schrijven, bijv. omdat je er een cijfer voor wilt geven

- Leerlingen hebben tijdens het zelfstandig lezen hun gsm (of een ander mobiel apparaat met

internet) nodig om woordbetekenissen op te zoeken via Google Afbeeldingen. Bedenk hoe je dit

aanvliegt in de les

Leerdoelen les 4

- Leerlingen kunnen hamvragen kiezen bij een kort Duitstalig verhaal

- Leerlingen kunnen met elkaar een gesprek voeren over mogelijke verhaaleindes met

inachtneming van de gespreksafspraken op de EHBL-kaart

- Leerlingen kunnen in het Duits een plausibel verhaaleinde schrijven en daarbij literaire

kenmerken toepassen

Page 15: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

15

Stap 1:

Lesopzet en klassikale bespreking voorbereidende huiswerkopdracht (powerpoint, werkboekje

opdracht 3.5 - ca. 5 minuten)

Bespreek kort wat er deze les aan bod zal komen (powerpoint).

Vraag leerlingen vervolgens om opdracht 3.5a erbij te pakken en inventariseer kort bij een aantal

leerlingen wat ze bij 3.5a hebben opgeschreven. Laat leerlingen op elkaar reageren. Wie heeft dat

ook? Wie heeft er nog wat anders?

Omwille van een veilig leerklimaat bespreek je 3.5b niet klassikaal; wat een leerling hier heeft

opgeschreven kan heel persoonlijk zijn. Als een leerling dit per se wel met de klas wil delen mag je

dat natuurlijk wel, maar besteed er niet te veel tijd aan.

Stap 2:

Individueel Chuck Norris und all seine Freunde lezen (verhalenbundel, werkboekje opdracht 4.1 en

4.2 – ca. 15 minuten).

Loop met de leerlingen opdracht 4.1 door. Leerlingen lezen zelfstandig het verhaal Chuck Norris und

all seine Freunde in hun verhalenbundel.

Let op: In de verhalenbundel van de leerlingen staat niet het volledige verhaal. Dat is de bedoeling

omdat ze zelf een einde gaan bedenken. Leerlingen hebben in principe niet door dat ze niet het hele

verhaal lezen.

Zodra ze klaar zijn met 4.1 mogen ze 4.2 maken.

Bij 4.2 reflecteren de leerlingen op leeservaringen.

Stap 3:

Werk in tweetallen: inleven & afloop bedenken (werkboekje opdracht 4.3 a en b, powerpoint – ca.

10 minuten)

Neem met de leerlingen opdracht 4.3a door.

Monitor of leerlingen serieus in gesprek zijn en aantekeningen maken. Geef procesgerichte feedback,

geen inhoudelijke feedback.

Vraag ze na 10 minuten om kort te reflecteren op het gesprek dat ze hebben gehad (opdracht 4.3b).

Stap 4:

Verhaaleinde schrijven en literaire kenmerken toepassen (werkboekje opdracht 4.4, powerpoint –

rest van de les)

Page 16: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

16

Neem met de leerlingen opdracht 4.4 door en gebruik ter ondersteuning de powerpoint.

Geef aan dat ze er de rest van de les de tijd voor hebben, maar dat het niet erg is als ze de opdracht

aan het einde van de les niet afhebben. In dat geval is de opdracht huiswerk. Ze maken de opdracht

individueel.

Benadruk dat de opdracht aan het begin van de volgende literatuurles wordt behandeld: leerlingen

gaan elkaars werk van feedback voorzien.

Let op: Dat leerlingen al tijdens de les aan de schrijfopdracht mogen beginnen is fijn omdat ze dan

eventueel nog om hulp kunnen vragen bij het schrijven. Bepaal zelf hoeveel hulp je geeft. Je kunt er

bijvoorbeeld voor kiezen om leerlingen allemaal 1 of 2 briefjes (of andere voorwerpen) te geven

voor 1 of 2 hulpvragen die ze mogen stellen. Bij elke vraag die ze stellen leveren ze een briefje in. Als

hun briefjes op zijn mogen ze niet meer om hulp vragen. Op die manier moeten leerlingen goed

bedenken welke vraag ze willen stellen en wat ze zelf kunnen oplossen. Wees terughoudend met

grammaticale feedback, daar gaat het namelijk niet om.

Stap 5:

Afsluiting (powerpoint – ca. 1 minuut)

Opdracht 4.4 is, als deze nog niet af is, huiswerk voor de volgende les.

Benadruk dat leerlingen de volgende les hun spullen niet moeten vergeten.

Page 17: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

17

LES 5: Antwoorden op hamvragen onderbouwen

Nodig

- Handleiding docent, werkboek docent, verhaal Chuck Norris und all seine Freunde, verhaal

Verlangen

- Powerpoint

- Werkboekjes, EHBL-kaarten en verhalenbundel (leerlingen)

Voorbereiding

- Neem les 5 in het werkboekje van de leerlingen door.

- Bedenk in welke tweetallen je verhaaleindes wilt laten uitwisselen (stap 2).

- Bedenk of je de leerlingen ná het ontvangen van peer-feedback nog een kans wilt geven om hun

verhaaleinde te verbeteren (bijv. omdat je er een cijfer voor wilt geven).

- Lees beide verhalen die deze les aan bod komen.

- Leerlingen hebben tijdens het zelfstandig lezen (stap 4, opdracht 5.3a) hun gsm (of een ander

mobiel apparaat met internet) nodig om woordbetekenissen op te zoeken via Google

Afbeeldingen. Bedenk hoe je dit aanvliegt in de les.

- Denk na over de te vormen groepjes bij stap 5 (opdracht 5.3b).

- Eventueel de powerpoint aanpassen/uitbreiden.

Leerdoelen les 5

- Leerlingen geven en ontvangen peer feedback op het verhaaleinde en de reflectie van opdracht

4.4.

- Leerlingen kunnen antwoorden op hamvragen formuleren en onderbouwen.

- Leerlingen kunnen in een groepsgesprek over antwoorden op hamvragen discussiëren en daarbij

de gespreksafspraken van je EHBL-kaart toepassen.

Page 18: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

18

Stap 1:

Lesopzet (powerpoint – ca. 5 minuten)

Bespreek kort wat er deze les aan bod gaat komen en verwijs naar de leerdoelen.

Stap 2:

Groepswerk: Peer feedback (werkboekje opdracht 5.1 en 4.4 - ca. 10 minuten)

Spreek met de leerlingen opdracht 5.1 door.

Vraag ze om met een medeleerling hun werkboekje, verhaaleinde en reflectie uit te wisselen. Laat ze

elkaars werk lezen en daarop feedback formuleren. Benadruk nogmaals dat het niet om

grammaticale correctheid gaat.

Let op: Als je leerlingen de mogelijkheid wilt geven om hun verhaaleinde op basis van de feedback

nog te herschrijven en/of als jij de verhaaleindes zelf ook nog wilt bekijken en feedback geven, geef

dat dan aan. Voor zo’n volgende versie staat het jou natuurlijk vrij om nog andere aandachtspunten

te formuleren (bijv. wel iets m.b.t. grammaticale correctheid).

Stap 3:

Voorlezen & klassikaal bespreken (verhaal Chuck Norris und all seine Freunde – ca. 10 minuten)

Lees het ‘echte’ slot van Chuck Norris und all seine Freunde in je verhalenbundel

voor. Leerlingen luisteren.

Bespreek daarna klassikaal kort de volgende aspecten:

- Wie had zo’n einde geschreven? Kun je uitleggen hoe je tot die keuze kwam?

- Kun je begrijpen waarom Ben dit doet?

Let er zelf goed op dat je de gespreksafspraken blijft modelleren, en geef expliciet aan dat je dat ook

van leerlingen verwacht.

Stap 4:

Instructie antwoorden op hamvragen onderbouwen (werkboekje 5.2, powerpoint – ca. 5 minuten)

Neem met de leerlingen 5.2 door. Gebruik eventueel ter ondersteuning de powerpoint.

Stap 5:

Zelfstandig lezen, een hamvraag kiezen en een antwoord onderbouwen bij het verhaal Verlangen

(werkboekje opdracht 5.3 – ca. 15 minuten)

Page 19: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

19

Neem met de leerlingen opdracht 5.3a, b en c door en zet ze aan het werk.

Stap 6:

Afsluiting (powerpoint – ca. 5 minuten)

Vraag een aantal leerlingen naar hun hamvraag en hun antwoord daarop (5.3c).

Wek niet de indruk dat jij het juiste antwoord hebt. Laat leerlingen vooral op elkaar reageren:

Herinner ze daarbij aan de gespreksafspraken en vraag door: “Waarom vindt/denk je dit?” “Zijn jullie

het daarmee eens?” “Wat vind jij daarvan?” “Vinden jullie dit antwoord aannemelijk?”

Verwijs ook kort naar de volgende les en gebruik ter ondersteuning de powerpoint.

Page 20: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

20

LES 6: Het totale plaatje

Nodig

- Handleiding docent, werkboekje docent, verhalen Indigo, Mehmet en Der Familiensamstag

- Powerpoint

- Werkboekjes, EHBL-kaarten, verhalenbundel (leerlingen)

Voorbereiding

- Neem les 6 in het werkboekje van de leerlingen door

- Lees voor jezelf de korte toelichting bij de verhalen (zie onder stap 2) en lees vervolgens de drie

verhalen waaruit de leerlingen deze les kunnen kiezen zodat je leerlingen bij stap 2 (werkboekje

6.2) bij de verhaalkeuze kunt adviseren

- Het is de bedoeling dat leerlingen vanaf stap 2 gaan samenwerken met een klasgenoot die

hetzelfde verhaal heeft gekozen. Je kunt ervoor kiezen om leerlingen met hun buurman/-vrouw

samen een keuze voor een verhaal te laten maken, zodat ze kunnen blijven zitten, óf je laat

leerlingen individueel een keuze maken en inventariseert vervolgens wie welk verhaal wil lezen

en stelt op basis daarvan de tweetallen samen (leerlingen moeten dan waarschijnlijk van plek

wisselen). Als het niet helemaal uitkomt en sommige leerlingen in een drietal moeten werken is

dat niet erg. Het is niet wenselijk om een leerling alleen te laten werken

- Leerlingen kunnen tijdens het zelfstandig lezen (stap 3) hun gsm (of een ander mobiel apparaat

met internet) nodig hebben om woordbetekenissen op te zoeken. Bedenk hoe je dit aanvliegt in

de les

- Eventueel powerpoint aanpassen/aanvullen

Leerdoelen les 6

Leerlingen kunnen het tot nu toe geleerde toepassen bij het lezen van een zelfgekozen verhaal:

- Leerlingen kunnen zelfstandig een kort Duitstalig verhaal naar keuze lezen

- Leerlingen kunnen tijdens het lezen strategieën toepassen om met onbekende woorden om te

gaan

- Leerlingen kunnen goede hamvragen kiezen bij een kort Duitstalig verhaal

- Leerlingen kunnen antwoorden op hamvragen onderbouwen

- Leerlingen kunnen een vloeiend groepsgesprek over lezersvragen voeren door de

gespreksafspraken van de EHBL-kaart toe te passen

Page 21: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

21

Stap 1:

Lesopzet (werkboekje 6.1, powerpoint - enkele minuten)

Neem kort door wat de leerdoelen van de les zijn en wat er in deze les gaat gebeuren.

Stap 2:

Verhaal kiezen voor eindopdracht (powerpoint, werkboekje 6.2 – ca. 5 minuten)

Laat leerlingen één van drie verhalen kiezen. Keuze vergroot het gevoel van autonomie bij de

leerlingen en dat is weer goed voor hun motivatie. Adviseer leerlingen desgewenst bij hun keuze.

Let op: Bedenk van tevoren of leerlingen samen met hun buur een keuze moeten maken, of dat je ze

individueel laat kiezen en dan op basis van die keuze de tweetallen samenstelt.

Bespreek kort de thema’s van de verhalen (m.b.v. de powerpoint) met ze en verwijs ze naar de

beginfragmenten in hun werkboekje die ze kunnen lezen om een idee van (de schrijfstijl) van het

verhaal te krijgen.

Onderstaande informatie is om jou een wat duidelijker beeld te geven van de verhalen.

Let op: Bespreek onderstaande inhoudelijke informatie niet met de leerlingen, omdat je dan al te

veel weggeeft over de inhoud.

***

Der Familiensamstag (725 woorden) is speciaal voor tweedetaalleerders van het Duits geschreven.

De woordenschat en de zinsbouw zijn eenvoudig. Het vertelt over hoe een gezin tijdens het ontbijt

hun dagbesteding op een typische zaterdag plant, maar met een knipoog. Steekwoorden: Familie,

vrijetijdsbesteding

Het verhaal Indigo (1235 woorden) gaat over een tienermeisje en haar vriend. In het begin van het

verhaal bezoeken ze samen een museum. Het meisje blijkt verderop psychisch niet goed in haar vel

te zitten. Aan het eind van het verhaal ontdekt haar vriend dat ze aan zelfmutilatie doet. Het verhaal

is van dezelfde schrijfster als het eerder gelezen verhaal Chuck Norris und all seine Freunde.

Steekwoorden: Tieners, vriendschap, relaties, identiteitsontwikkeling

Het verhaal Mehmet (564 woorden) sluit aan bij het thema vreemdelingenhaat. Het vertelt over een

avond waarop de dochter van Heinz thuiskomt met een buitenlandse vriend en de reacties die dat in

het gezin oplevert. Steekwoorden: Familie, relaties, vreemdelingenhaat

***

Page 22: © Stefanie Ramachers, november 2019 · 2019-11-05 · Het hangt ook af van hoeveel leeservaring je hebt (referentiekader); - Kenmerken van literatuur: (1) het vraagt iets van jou

© Stefanie Ramachers, november 2019

22

Stap 3:

Leerlingen gaan in tweetallen aan de slag met het gekozen verhaal (werkboekje opdracht 6.3 – ca.

20 minuten)

Neem met de leerlingen opdracht 6.3a, b en c door en zet ze aan het werk.

Feedback tijdens het groepswerk

Luister bij de groepjes mee en geef feedback over de vijf gespreksafspraken:

Hoor je leerlingen doorvragen (lichten ze hun mening toe)? Luisteren ze goed naar elkaar? Geef

eventueel aanvullende aanwijzingen en vraag door (“Waarom denk je dat?” “Waaruit leid je dat af?”

“Waarom is dat volgens jullie een interessante vraag?”). Laat leerlingen vooral op elkaar reageren,

wek niet de indruk dat jij weet welke vraag of welk antwoord de beste is en geef dus ook niet je

mening.

Stap 4:

Afsluiting (powerpoint, werkboekje opdracht 6.4 - ca. 5 minuten)

Neem met de leerlingen opdracht 6.4 door. Ze vullen nogmaals de rubric in (a) om te kijken of ze

vooruitgang hebben geboekt en ze moeten vervolgens (b) aangeven welke lesonderdelen volgens

hun aan die vooruitgang hebben bijgedragen.