preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 6,27-38.docx  · Web viewBezoek onze webstek:...

5
1 Sam. 26,2.7-9.12-13.22-23 — "Neen, dood hem niet!" In die dagen begaf Saul zich met drieduizend uitgelezen Israëlieten op weg naar de woestijn van Zif om David daar te zoeken. David en Abisaï kwamen in de nacht bij het leger aan en daar lag Saul in het wagenkamp te slapen. Zijn lans stond bij zijn hoofdeinde in de grond gestoken. Abner en zijn mannen lagen in een kring om hem heen. Toen zei Abisaï tot David: “Nu levert God uw vijand aan u over. Laat mij hem met zijn eigen lans aan de grond priemen! Eén stoot en hij is er geweest!” Maar David zei tot Abisaï: “Neen, dood hem niet! Wie slaat ongestraft de hand aan de gezalfde van de Heer?” David nam toen de lans en de waterkruik weg van het hoofdeinde van Saul en zij trokken zich terug. Niemand zag het, niemand merkte iets, niemand werd wakker; iedereen sliep door, want de Heer had hen in een diepe slaap gedompeld. Toen David aan de overkant gekomen was, ging hij ver weg op een berg staan, zodat er een grote afstand tussen hen was. Hij riep Saul en zei: “Koning, hier is uw lans, laat een van uw mannen hem maar komen halen. De Heer zal ieders rechtschapenheid en trouw vergelden, de Heer had u vandaag aan mij overgeleverd, maar ik heb de hand niet willen slaan aan zijn gezalfde.” 1 Kor. 15,45-49 — "Het beeld van de hemelse mens" Broeders en zusters, de eerste mens, Adam werd een levend wezen. De laatste Adam werd een levendmakende Geest. Maar het geestelijke komt niet het eerst; het natuurlijke gaat vooraf, daarna komt het geestelijke. De eerste mens, uit de aarde genomen, is aarde; de tweede is uit de hemel. Zoals de eerste mens van aarde, zo zijn alle aardse mensen, zoals de hemelse Mens, zo zullen alle hemelsen zijn. En gelijk wij het beeld van de aardse mens hebben gedragen zo zullen wij ook het beeld dragen van de hemelse Mens. Lc. 6,27-38 — "Bemint uw vijanden..." In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Tot u die naar Mij luistert zeg Ik: Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten, zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u mishandelen. Als iemand u op de ene wang slaat keer hem ook de andere toe; en als iemand uw bovenkleed van u afneemt belet hem niet ook uw onderkleed te nemen. Geef aan ieder die u 7 de zondag door het jaar - C-jaar 2019 “Het christelijk verschil” 1 Sam. 26,2.7-9.12-13.22-23 - 1 Kor. 15,45-49 - Lc. 6,27-38 ‘PREEK VAN DE WEEK’ Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail:

Transcript of preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 6,27-38.docx  · Web viewBezoek onze webstek:...

Page 1: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 6,27-38.docx  · Web viewBezoek onze webstek: ... De eerste mens, uit de aarde genomen, is aarde; de tweede is uit de hemel. Zoals

1 Sam. 26,2.7-9.12-13.22-23 — "Neen, dood hem niet!"In die dagen begaf Saul zich met drieduizend uitgelezen Israëlieten op weg naar de woestijn van Zif om David daar te zoeken. David en Abisaï kwamen in de nacht bij het leger aan en daar lag Saul in het wagenkamp te slapen. Zijn lans stond bij zijn hoofdeinde in de grond gestoken. Abner en zijn mannen lagen in een kring om hem heen. Toen zei Abisaï tot David: “Nu levert God uw vijand aan u over. Laat mij hem met zijn eigen lans aan de grond priemen! Eén stoot en hij is er geweest!” Maar David zei tot Abisaï: “Neen, dood hem niet! Wie slaat ongestraft de hand aan de gezalfde van de Heer?” David nam toen de lans en de waterkruik weg van het hoofdeinde van Saul en zij trokken zich terug. Niemand zag het, niemand merkte iets, niemand werd wakker; iedereen sliep door, want de Heer had hen in een diepe slaap gedompeld. Toen David aan de overkant gekomen was, ging hij ver weg op een berg staan, zodat er een grote afstand tussen hen was. Hij riep Saul en zei: “Koning, hier is uw lans, laat een van uw mannen hem maar komen halen. De Heer zal ieders rechtschapenheid en trouw vergelden, de Heer had u vandaag aan mij overgeleverd, maar ik heb de hand niet willen slaan aan zijn gezalfde.”

1 Kor. 15,45-49 — "Het beeld van de hemelse mens"Broeders en zusters,de eerste mens, Adam werd een levend wezen. De laatste Adam werd een levendmakende Geest. Maar het geestelijke komt niet het eerst; het natuurlijke gaat vooraf, daarna komt het geestelijke. De eerste mens, uit de aarde genomen, is aarde; de tweede is uit de hemel. Zoals de eerste mens van aarde, zo zijn alle aardse mensen, zoals de hemelse Mens, zo zullen alle hemelsen zijn. En gelijk wij het beeld van de aardse mens hebben gedragen zo zullen wij ook het beeld dragen van de hemelse Mens.

Lc. 6,27-38 — "Bemint uw vijanden..." In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Tot u die naar Mij luistert zeg Ik: Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten, zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u mishandelen. Als iemand u op de ene wang slaat keer hem ook de andere toe; en als iemand uw bovenkleed van u afneemt belet hem niet ook uw onderkleed te nemen. Geef aan ieder die u iets vraagt, en als iemand wegneemt wat u toebehoort eis het niet terug. Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij ook hen behandelen. Als ge bemint wie u beminnen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Ook de zondaars beminnen wie hen liefhebben. Als gij weldoet aan wie u weldaden bewijzen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Dat doen de zondaars ook. Als gij leent aan hen van wie ge hoopt terug te krijgen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Ook de zondaars lenen aan zondaars met de bedoeling evenveel terug te krijgen. Neen, bemint uw vijanden, doet goed en leent uit zonder er op te rekenen iets terug te krijgen. Dan zal uw loon groot zijn, dan zult ge kinderen zijn van de Allerhoogste, die immers ook goed is voor de ondankbaren en slechten. Weest barmhartig zoals uw Vader barmhartig is. Oordeelt niet, dan zult ge niet geoordeeld worden. Veroordeelt niet, dan zult ge niet veroordeeld worden. Spreekt vrij en gij zult vrijgesproken worden. Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gestampte, geschudde en overlopende maat zal men u in de schoot storten. De maat die gij gebruikt zal men ook voor u gebruiken.”

7de zondag door het jaar - C-jaar 2019

“Het christelijk verschil” 

1 Sam. 26,2.7-9.12-13.22-23 - 1 Kor. 15,45-49 - Lc. 6,27-38

‘PREEK VAN DE WEEK’Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail: [email protected]

Page 2: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 6,27-38.docx  · Web viewBezoek onze webstek: ... De eerste mens, uit de aarde genomen, is aarde; de tweede is uit de hemel. Zoals

Preek van de week“Het christelijk verschil”

In het evangelie dat vandaag wordt gelezen staat een reeks slagzinnen die kort en krachtig samenvatten waarin christenen van andere mensen moeten verschillen.

Heb je vijanden lief.Zegen wie je vervloeken.

Slaat iemand je op de wang, bied hem ook de andere.Pakt iemand iets van je weg, vraag het niet terug.

Doe wel en leen, en verwacht daarvoor niets terug.

Eén zin vat ze allemaal nog eens samen: 'Wees barmhartig zoals jullie vader barmhartig is.' Er staat in dezelfde passage van het evangelie nog een andere reeks lapidaire uitspraken die de lezer veel minder tegen de borst stuiten. Ze hebben de klank van evidenties. Het zijn toepassingen van de bekende gulden regel: 'Behandel de mensen zoals je wilt dat ze jullie behandelen.' We drukken dit dikwijls ook in een negatieve zin uit: ‘Doe anderen niet aan wat je niet wil dat ze jou aandoen’. En we draaien het ook graag om: ‘Zoals anderen mij behandelen, zo zal ik hen behandelen’. Ik steel niet, ik beledig en bedrieg niemand, omdat ik niet wil dat anderen me bestelen, beledigen of bedriegen. Maar als iemand mij kwaad berokkent, welk kwaad ook, moet hij of zij het goedmaken, zoals ik het kwaad dat ik heb aangericht moet vergoeden. Hoe groter het kwaad, des te hoger de prijs van de vergoeding. We noemen dit de wet van de wederkerigheid en de gelijkheid. Loontje komt altijd om zijn boontje, en zo hoort het ook. Zo gaat het er aan toe onder fatsoenlijke mensen. Een ander woord voor wederkerigheid is 'vergelding'. Krijg ik van iemand een klap in het gezicht, dan mag ik even hard - niet harder - terugslaan. 'Oog om oog, tand om tand.' Dat staat op verschillende plaatsen in de Bijbelse wetboeken. Die regel is veel minder barbaars dan hij klinkt. In de joodse wetgeving was hij bedoeld als een beteugeling van de onbeheerste wraakzucht. Eén enkele tand, en niet een hele mondvol, om een tand. De maat van de vergelding mag niet groter zijn dan die van het aangerichte kwaad. Dat eist de rechtvaardigheid. Ook bij Matteüs vinden we dit evangelieverhaal. Daarin verwijst Jezus naar deze joodse wet. Lucas citeert deze wet niet. Misschien omdat hij schrijft voor christenen die de joodse traditie niet kennen. De wet van de rechtvaardige vergelding is jullie bekend, zei Jezus volgens Matteüs. Hij sprak die wet niet tegen, maar voegde eraan toe: ‘Ik zeg jullie een zaak niet uit te vechten met iemand die je kwaad heeft gedaan’ (Mt 5,39). Dit is een markant voorbeeld van Jezus' uitspraak dat hij de joodse wet niet komt afschaffen, maar vervolmaken. Is er gerechtigheid geschied als het kwaad met een gelijke tegenzet is beantwoord? Ja, in die zin dat hij of zij die het kwaad heeft gepleegd, ervoor heeft geboet. Maar we moeten ook neen zeggen. Kwaad vergelden met gelijk tegenkwaad, betekent dat er nieuw kwaad wordt gesticht. Christenen worden opgeroepen om barmhartig te zijn zoals God barmhartig is. 'Volmaakt', staat er bij Matteüs, of 'onverdeeld goed', zoals het luidt in de nieuwste Nederlandse vertaling. Volmaakt of onverdeeld goed proberen te zijn zoals God het is, hoe kan een mens er zelfs maar van dromen? Lucas geeft er een mooie vertaling van. Hoe God volmaakt is, toont hij in zijn barmhartigheid. Maar Gods barmhartigheid evenaren, is dat voor mensen, hoe christelijk en zelfs heilig ook, niet een onmogelijke eis? We kunnen het, denk ik, als volgt verstaan. Christenen worden opgeroepen om

Page 3: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Lc. 6,27-38.docx  · Web viewBezoek onze webstek: ... De eerste mens, uit de aarde genomen, is aarde; de tweede is uit de hemel. Zoals

hierin van andere mensen te verschillen, dat ze de kringloop van de vergelding, de spiraal van het kwaad dat door ander kwaad wordt goedgemaakt, proberen te doorbreken. Als ik geslagen word, heb ik het recht even hard terug te slaan. De oproep om ook de andere wang aan te bieden, vraagt echter niet: wees heldhaftig, want dat heeft het verkeerde effect. Dan daag ik mijn vijand uit: hier, sla nog maar eens, en riskeer ik hem in zijn vijandigheid te versterken. Nee, ik zeg: hier, geef me een kus. Ik probeer hem zo ver te krijgen dat hij excuus vraagt. Ik bied hem de kans het bij te leggen. Een excuus aanvaarden betekent vergiffenis schenken. Deed overigens ook David al niet iets dergelijks toen hij de kans kreeg zijn rivaal Saul uit te schakelen? (Zie de eerste lezing van deze zondag.) Het kan zijn dat ik meer slagen krijg in plaats van een verzoenende kus, of een handdruk, maar dat is het risico dat ik als christen wil lopen. Als iemand mijn jas pakt en je zegt: neem ook maar mijn hemd, loop ik het risico dat ik mijn hemd kwijt ben, maar ik schep de kans dat mijn aanrander tot inkeer komt. Maar een vijand liefhebben, daartoe is toch niemand in staat? Neen, gevoelens van vriendschap in me opwekken voor wie me vijandig gezind is zal me nooit lukken. Maar wat ik met de nodige inspanning wel kan opbrengen, is in mensen die me helemaal niet liggen, het goede te zien en ze daarop aan te spreken. Natuurlijk kan ik het niet nalaten mensen te beoordelen en slechte mensen zal ik niet goed noemen. Maar ik zal me niet opwerpen als hun rechter en slechte mensen veroordelen. Ik kan hen goed bejegenen en zodoende de mogelijkheid tot inkeer en vergiffenis openen. We kunnen het samenvatten met de woorden van Paulus. "Vergeld niemand kwaad met kwaad. (...) Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede" (Romeinenbrief 12,17 en 21). Christenen kunnen niet volmaakt zijn, of onverdeeld goed of barmhartig, zoals God volmaakt is en barmhartig. Ze zijn maar mensen. Maar ze kunnen hun medemensen altijd weer verrassen door onverwachte daden waaruit hun 'christelijk verschil' naar voren treedt. Wat ze aan hun evangelische gezindheid verplicht zijn, is op hun menselijke, dat is onvermijdelijk altijd onvolkomen wijze, aan medemensen tonen wat Gods volmaaktheid en barmhartigheid voor hen kan betekenen.

@preekvdw