Post on 06-Apr-2018
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
1/24
a fortiori met meer reden; des te meer
a priori van te voren; vooraf; alleen door redenering
aanbesteding de ondernemers in de gelegenheid stellen erop in te schrijven
aanmatigend laatdunkend/eigendunkelijkheid tonend
abdicatie (vrijwillige) afstand (doen)
abject verachtelijk; verwerpelijk
abuis misvatting; vergissing; het mis hebbend
accijns belasting op verbruiksgoederen; verbruiksbelasting
acclamatie toejuiching
accorderen een akkoord sluiten; goed overweg kunnen; overeenstemmen; toestaan
accreditatie schriftelijk bewijs daarvan (krediet verschaffen)
accumulatie opeenhoping, met name van kapitaal of andere inkomsten
accuratesse nauwkeurigheid
acquisitie het werven, aanwinst
actieradius afstand waarover een werking zich uitstrekt, afstand die een vliegtuig of
schip kan afleggen zonder bijtankenactualiseren actueel maken
adept leerling, volgeling
adequaat het origineel of iets anders evenarend, gelijkwaardig, geschikt voor het
beoogde doel
ad hoc voor dit doel in het bijzonder
ad interim voorlopig
ad rem ter zake, snedig, raak
adagium spreekwoord, zegswijze, spreuk
adhesie moleculaire aantrekkingskracht van 2 stoffen, instemming
adolescent nog niet volwassen, maar ook geen puber
adonis man of jongeling van zeldzame schoonheidaffectief geladen met gevoel
affiniteit verwantschap tussen personen in geestelijk opzicht of tussen zaken,
verbindingsneiging
affreus verschrikkelijk, afschuwelijk
aforisme betekenisvolle spreuk
ageren handelend optreden, te werk gaan
agglomeratie stad met haar voorsteden
agitatie zenuwachtige opwinding
agogisch van, betrekking hebbend op de agogiek (theorie menselijk handelen)
aha-erlebnis gewaarwording die men heeft wanneer men plotseling iets begrijpt, inziet,
plotseling een samenhang zietalchemie oude vermeende kunst om onedele metalen in goud en zilver te veranderen
en een levenselixer te bereiden mbv steen der wijzen
alert waakzaam, levendig
allegorie symbolische voorstelling, iets dat naderhand geacht wordt iets anders te
betekenen, hoewel er geen onderling verband bestaat
allooi gehalte aan zuiver goud of zilver
allure het indrukwekkend zijn, ontzag inboezemend
altrusme onbaatzuchtigheid (tegenst. Egosme)
ambiren streven, dingen naar, graag willen hebben
ambivalent twee verschillende waarden of mogelijkheden hebbend
ambulant niet bedlegerig, rondtrekkend
amok in een toestand van bloeddorstige razernij raken waarin men iedereen gewapend aanvliegt
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
2/24
amorf niet uit kristallen opgebouwd, vormloos
ampel breedvoerig
anagram woord dat door letterverplaatsing uit een ander woord gevormd wordt
analoog overeenkomstig, gebruikmakend van wijzers bij weergave informatie
anachronisme fout tegen tijdrekening, iets dat niet meer past in eigen tijd
anarchie ontbreken van geordend bestuuranatomie leer vorm en inwendige bouw van organismen
animeren opwekken, aanzetten, lust geven tot
animo lust om iets te doen, aan iets deel te nemen
animositeit vijandige gezindheid tussen personen
annexeren inlijven, bij staat/gemeente trekken, in bezit nemen in algemeen
annonce aankondiging, advertentie, bod
antagonist tegenstander, buiger (spier), hoofdrolspeler als tegenspeler van protagonist
antecedent voorafgaande zaak, het woord waarop betr.nw terugslaat
antedateren antidateren (voorzien vroegere dagtekening dan werkelijke opstelling)
anticiperen vooruitbeschikken, vooruitlopen op
antipode tegenvoeterantirevolutionair tegen doelstellingen Fr. Revolutie 1789
apathie psychische ongevoeligheid, onverschilligheid, lusteloosheid
apert onmiskenbaar, voor iedereen duidelijk
appelleren in hoger beroep gaan
appetijtelijk eetlust opwekkend
applicatie aanlegging verband, toepassing
Apocalyps vd Openbaring van Johannes
apotheose verheffen van keizers of helden tot goden, schitterend slottoneel
arbitrage berechting geschil door arbiters, uitspraak arbiter, nauwkeurige berekening
prijs van dezelfde goederen/effecten op verschillende plaatsen
arbitrair willekeurig, eigenmachtig, scheidsrechtelijk
archasch uit zeer oude periode van beschaving, ouderwets
archipel eilandengroep, zee met talrijke eilanden
aristocratisch eigen aan aristocratie (regering: leiding berusten bij hen die uitmunten mn
beschaving, geboorte)
artefact opzettelijk vervaardigd voorwerp, door ongeldig redeneren resultaat
artificieel kunstig, kunstmatig
ascetisch steng, vroom en sober
aspect zijde, kant ve zaak
aspiratie streven naar iets, inademing, met aanademing uitspraak klank
assertief zelfbewust, zelfverzekerd, aanmatigendassimileren gelijkmaken, aanpassen, opnemen en verwerken voedingsstoffen
athesme ontkenning bestaan van een god
attaque aanval, beroerte, eerste tonen instrument
attenderen op opmerkzaam maken op
attest schriftelijk/gedrukt getuigenis, getuigschrift
attribuut symbolisch kenmerk, bijvoeglijke bepaling, benodigdheden
au fond in de grond vd zaak, eigenlijk
auditief betrekking hebbend op het gehoorde
auditorium gezamenlijke toehoorders, gehoorzaal universiteit
aureool licht/stralenkrans hoofd Christus, glans
auspicin onder leiding, toezicht, bescherming vanauthentiek betrouwbaar, geloofwaardig, echt
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
3/24
autodidact iemand die zijn kennis door zelfstudie heeft verkregen
autonomie zelfbestuur, zelfstandigheid vd menselijke wil, vrije wil
aversie afkeer
bacchanaal woest drinkgelag
badinerend spottend, gekscherend, de draak stekende met bagatelliseren voorstellen als een bagatel (kleinigheidje)
bakermat land waar men opgegroeid is, plaats wording/oorsprong
ballotage stemming over toelaten van iemand als lid sociteit, herstemming
balorig niet meer naar raad en rede luisterend, gemelijk
banaal te alledaags, plat
barbarij onmenselijkheid, wreedheid, barbaarsheid
Bargoens geheime taal boeven, onbegrijpelijke vaktaal voor buitenstaanders
barok onregelmatig, grillig, overladen
basaal fundamenteel, basis
bedillen kleingeestig kritiseren, vitten, bazig willen regelen
beklijven vast worden, duurzaam worden, blijven, van lange duur zijnbekoren iemand sterk aantrekken
belendend aangrenzende
belijdend openlijk voor overtuiging uitkomend, aanhanger zijnde van iets
beschimpen kwetsend bejegenen, uitschelden
besognes aangelegenheden, bezigheden
bevroeden begrijpen, vermoeden
bezoldiging het bezoldigen (loon geven), salaris, soldij, loon v ambtenaren
bibliofiel liefhebber van boeken
bibliografie lijst/verzamelwerk boeken, artikelen over 1 onderwerp, beschrijven boeken
binnale eens in 2 jaar plaatsvindend evenement
bigamie geliktijdig met 2 personen gehuwd zijn
bilateraal tweezijdig
biotoop milieu waarin bep, diersoort gewoonlijk leeft, levensgebied
blamage schande, oneer
blas onverzadigd en daardoor ongevoelig voor bep. plezier of vermaak
blasfemie godslastering, heiligschennis
bon-vivant iemand die luchthartig geniet van wat het leven aan goede dingen geeft,
losbol, doordraaier
bonafide te goeder trouw, betrouwbaar
boud vol zelfvertrouwen, stoutmoedig
bourgeoisie van de burgerstand branche tak ve wetenschap, handel, nijverheid; zijlinie, afdeling, vak
bravoure durf, dapperheid, zelfverzekerde vaardigheid
brisant snel ontploffend, explosie veroorzakend
bruuskeren onheus bejegenen, tegen zich in het harnas jagen
budgettair begrotings-
cadans ritmische beweging
calamiteit grote ramp, algemene nood, ellende
caleidoscopisch als in een caleidoscoop
canaille gespuis, gepeupel, janhagel
canard verzonnen krantenbericht
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
4/24
canon wet, geheel vd door kerk erkende Bijbelboeken, lijst vd heiligen, jaarlijks op te brengen bedrag,
zang (ander moment inzetten)
capaciteit vermogen, kracht, bekwaamheid, geschiktheid, vatbaarheid
capitulatie overeenkomst betreffende de overgave ve vesting, overgave
carte blanche onbeperkt volmacht
casustiek rechtstoepassing die vd beslissing van concrete gevallen naar een regelpoogt te komen, beschrijving ve ziektegeval
catastrofaal als een catastrofe (ramp)
categorisch stellig, afdoend, onvoorwaardelijk, zonder omwegen
causaal oorzakelijk, redengevend
causeur gezellige prater
celluloid mengsel collodion en kamfer, het filmwezen
cerebraal de hersens betreffend, verstandelijk
ceremonieel geheel vd gebruiken bij feesten, plechtstatig, vol plichtplegingen
cesuur verssnede, snijding, grens
chantage het chanteren, afpersing
chargeren belasten, bezwaren, overdrijven, charge uitvoerencharismatisch charisma hebbend (genadegift, gave, persoonlijke uitstraling)
charlatan kwakzalver, beunhaas, windbuil
charmeur man die zijn charme uitspeelt tegenover vrouwen
choreograaf beoefenaar van de choreografie (dansfiguren)
civiel burgerlijk
clausule afzonderlijke bepaling ve overeenkomst waardoor een punt wordt uitgebreid
of beperkt
clementie genade, goedertierenheid, welwillendheid
clou glanspunt, grote attractie, het essentile
coalitie verbond, vereniging van 2 of meer partijen tegen maatschappelijke vijand
codicil stuk waarin een erflater over ondergeschikte punten beschikt, toevoegsel
testament, aanhangsel, toevoeging
coducatie opvoeding/onderwijs van meisjes en jongens samen
cognitief betrekking hebbend op, behorend bij het kennen
cohesie onderlinge aantrekking vd moleculen ve lichaam; onderlinge samenhang
concidentie samenloop van omstandigheden
collaboreren als collaborateur optreden (in een bezet land samenwerken met vijand)
colofon slotwoorden waarin vermelding van schrijver/drukker etc staan
colportage het colporteren (boek/tijdschrift rondgaan voor intekenaren, rondstrooien)
columbarium bewaarplaats van urnen in of bij een crematorium of op een kerkhof
communiqu officile mededeling mn aan dagbladencommunis opinio publieke opinie
compact dicht, vast, ineengedrongen en daardoor beperkt van omvang in soort
competent bevoegd, bekwaam, rechtmatig toekomend, geldig
compilatie maken ve werk/boek uit boeken van verschillende schrijvers, verzamelwerk
comprimeren samenpersen
compromis minnelijke schikking, overeenkomst, vergelijk
compromitteren in verdenking/in opspraak brengen
concept opzet, plan, ontwerp, ruwe schets
concessie vergunning, bewilliging, terrein, gebied, tegemoetkoming aan tegenpartij
concilie kerkvergadering
conclaaf afgesloten vertrek waarin de kardinalen voor pauskeuze vergaderen,vergadering
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
5/24
concubinaat enigszins duurzame, buitenechtelijke samenleving
conditie voorwaarde, beding, toestand, uithoudingsvermogen
conditio sine qua non onvermijdelijke vereiste
condoleance rouwbeklag
confessioneel bep geloofsbelijdenis aanhangend/betreffend/overeenkomstig
confidentie vertrouwelijkheid, vertrouwelijke mededelingconfisqueren verbeurdverklaren
conform overeenstemmend met, in orde
conformistisch conformisme betreffende (zich schikkend naar heersende mening inzake
politiek etc.
confrre confrater (medebroeder, ambtgenoot)
cong ontslag
conglomeraat samenklontering/-pakking/-hoping
congruent overeenstemmend, gelijk en gelijkvormig
conjunctuur samenstel van alle bewegingen die het economisch leven bepalen
connotatie bijbetekenis, bijgedachte bij een woord
consensus eenparig gevoelen, eenstemmigheidconservator bewaarder, persoon belast met het toezicht
consideratie overweging, toegeeflijkheid, hoogachting
consigne opdracht mn met betrekking tot maatregel van orde, wachtwoord
consistent dicht, vast, duurzaam
consolideren hecht en duurzaam maken, omzetten van schulden korte lange termijn
consortium vereniging van banken, bedrijven, handelslui ter uitvoering ve project
constellatie stand hemellichamen, stand van zaken, gesteldheid
constipatie hardlijvigheid, verstopping, obstipatie
constitutie staatsregeling, grondwet, lichaamsgestel
constitutioneel volgens grondwet, met een grondwetconstructief opbouwend
consultatie raadpleging, beraadslaging, overleg, deskundig/rechtsgeleerd advies
contemplatie vrome overpeinzing
contemporain hedendaags, eigentijds, van dezelfde tijd in het verleden
contingent aandeel/deel hoeveelheid
continueren voortzetten, voortgaan met, voortduren, laten voortduren
conto rekening
contra-expertise onderzoek of rapport vd contra-expert (deskundige vd tegenpartij)
controverse strijd, tegenstelling
conveniren gelegen komen, schikken
conventioneel door de gewoonte voorgeschrevenconvocatie samenroeping, oproep, oproep om voor een rechtbank te verschijnen
consternatie ontsteltenis, opschudding
coperatief op samenwerking berustend, bereid tot samenwerken
copieus overvloedig, rijkelijk
corporatie gilde, genootschap, college, beroepsstand, vereniging
corps diplomatique de gezamenlijke gezanten en leden van legaties bij een regering
corpulent zwaarlijvig, gezet, dik
correleren op elkaar betrokken zijn, onderling samenhangen
corruptie bederf, oneerlijkheid (beroepsuitoefening)
corvee werkzaamheden van huishoudelijke aard, onaangenaam werk
coryfee uitblinkercoulant tegemoetkomend, niet krenterig
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
6/24
coupure weglating deel film, afsnijding bocht, grootte waarin bankbiljetten worden
uitgegeven, bij hoogwater afsluitbare opening in dijk
courant lopend, gangbaar, gezocht
crediteur schuldeiser, persoon/zaak van wie op rekening gekocht
criticaster onbillijk/vitterig recensent, muggenzifter
cruciaal kritiek, beslissend, doorslaggevendculmineren door meridiaan vd plaats gaan, toppunt bereiken
cultiveren be-/aanbouwen, vormen, verbeteren, met zorg onderhouden
curiosum iets zeldzaams
curriculum levensloop, beknopt schriftelijk verslag
cursiveren met schuine letter drukken
curve kromme lijn (grafische voorstelling)
cynisme koude/afwijzende houding tegenover idealisme/geestdrift
de facto in feite
desolaat verlaten, woest, in ontredderde toestand, diepbedroefd
debacle algehele ondergang, ineenstorting, volslagen mislukkingdebatteren een debat voeren, redetwisten
debiteren verkopen, op de debetzijde boeken
debiteur schuldenaar, persoon/zaak aan wie op rekening verkocht
decadentie achteruitgang, verval
decennium tijdperk van tien jaar
decent eerbaar, welvoeglijk, betamelijk
deceptie teleurstelling, ontgoocheling
decimeren een groot gedeelte ombrengen, sterk terugbrengen in aantal
declameren gedichten voordragen
declareren aangeven van goederen, opgeven van gemaakte onkosten
deconfiture mislukking, pijnlijke afgang
decorum uiterlijk welvoeglijke, passende
decreet besluit, verordening
dedain minachting
deductie afleiding vh bijzonder uit het algemene, afgeleide waarheid, gevolgtrekking
deemoedig vol, met deemoed
defaitistisch van mening zijnde dat het beter is de strijd te staken omdat men wanhoopt
aan de overwinning, moedeloze stemming
deficit tekort, nadelig saldo
degraderen in rang/aanzien verlagen, in een lagere klasse geplaatst worden
delegatie afvaardiging, overdracht/opdracht van bevoegdheiddelegeren afvaardigen, overdragen
delibereren beraadslagen, overleggen
delicaat lekker, teer, fijn, kiesheid vereisend
delinquent schuldige, overtreder
delirium delier, waanzin, ijlende koorts
demagogisch als een demagoog (leider van massa door volksmisleiding)
demissionair ontslag genomen hebbend
demografie statistische beschrijving vd bevolking
denigrerend kleineren, afgeven op
denivellering nivellering tegengaande (gelijkmaking)
densiteit dichtheiddeplorabel jammerlijk, betreurenswaardig
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
7/24
derailleren ontsporten, van de wijs raken
deputatie afvaardiging, afgevaardigden
desastreus rampzalig, vernietigend
desavoueren wraken, niet erkennen
desillusie ontgoocheling
despotisch als een despoot (alleenheerser)destinatie (plaats van) bestemming
destructief vernietigend, geneigd tot vernietigen
detentie opsluiting, hechtenis, inbezithouding
deus ex machina bovenaards wezen dat op het einde ve toneelspel verschijnt om de knoop te
ontwarren, plotselinge onverwachte redder
deviatie afwijking, koersverandering
devies zinspreuk, geldswaarden
devotie vroomheid, godsvrucht, verering
diametraal diameter betreffende, lijnrecht tegenover elkaar
diaspora het tussen andersdenkenden wonen leden kerkgenootschap/andere volken
dichotomie tweedeling, vertakkingdictatoriaal van een dictator
differentiatie het uiteenlopen, verscheidenheid
diffuus verspreid, verstrooid, onduidelijk, onhelder, vaag, onscherp
dilemma lastige keus tussen twee onaangename zaken
dilettantisme beoefening ve kunst of wetenschap als liefhebber
dirigistisch als bij dirigisme (geleide economie, streven naar staatsbemoeiing)
discours gesprek, onderhoud, betoog, vertoog
discreet kies, geheimen kunnende bewaren
diskrediet toestand dat men geen vertrouwen geniet, gebrek aan krediet, slechte
reputatie
discrepantie tegenstrijdigheid, verschil
discretie stilzwijgendheid, geheimhouding, kiesheid, eigen oordeel/inzicht
dispensatie ontheffing, vrijstelling ve gebod/voorschrift
disponibel beschikbaar
disputeren wetenschappelijk redetwisten, twisten
dissertatie academisch proefschrift
distantie verte, afstand
distinctie onderscheiding, fijne beschaafdheid
dogmatisch op dogma gegrond/leerstellig, geen tegenspraak duldend, rechtlijnig
dolen zonder doel zwerven, de waarheid niet kennen
domicilie vaste verblijfplaats, wettelijke woonplaatsdomineren overheersen, op voorgrond treden, kunnen overzien, bestrijken
doopceel bewijsstuk dat en wanneer men gedoopt is
draconisch buitengewoon streng
drastisch krachtig en snelwerkend, krachtig van toon, doortastend
dualisme leer van twee tegenover of onafhankelijke naast elkaar staande beginselen,
tweeslachtigheid
duperen tot dupe maken, benadelen
duplicaat dubbel exemplaar, afschrift
duvelstoejager iemand die voor allerlei klusjes en ongeregelde werkzaamheden wordt
ingezet, iemand die anderen tot hard werken aanzet
dynamiek stuwkracht, vaart, gebruik vd graden van klanksterktedynastie vorstenhuis, regerend huis
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
8/24
echec mislukking, nederlaag, tegenslag
eclatant schitterend, daverend
eclectisch ergo het beste uitkiezend (bijgevolg, dus)
effectueren ten uitvoer brengen, verwezenlijken
egards achting, ontzag, beleefdheidsbetuigingelectoraat het zijn/de hoedanigheden van kiezer, gezamenlijke kiezers/kiezersvolkelimineren verwijderen, uitwerpen, uitschakelen
elite keur, bloem, kleine groep van voorname mensen
embargo tijdelijk beslag op schepen, belemmering internationaal verkeer in vredestijd
voor economische doeleinden, aan de pers tot bep. datum opgelegd verbod
tot publiceren
embleem zinnebeeld, onderscheidingsteken
emiraten waardigheid of gebied van een emir
emeritus rustend, gepensioneerd, iemand die zijn emeritaat heeft
eminence grise raadgever op de achtergrond
eminent uitmuntend, voortreffelijk, uitstekendemissie uitgifte, lozing, uitstoot, uitworp, verspreiding
empathie inlevingsvermogen
en grand comit in grote groep
en plein publique in open publiek
encycliek pauselijke zendbrief van algemene strekking
enerverend zenuwachtig/prikkelbaar makend
enfant terrible iemand die door afwijkend gedrag verlegenheid veroorzaakt
enigma raadsel
ensemble het geheel, samenspel, muziekstuk voor verschillende instrumenten,
gezelschap, aantal bij elkaar passende dameskledingstukken
entameren beginnen
epicentrum punt in de aardoppervlakte, verticaal gelegen boven de haard van de
aardbeving in de aardkost
epidemisch als een in de vorm van een epidemie (heersende besmettelijke ziekte)
epigoon navolger (mn in de kunst)
epistel brief
equipage paard met rijtuig
equivalent gelijkwaardig, iets dat tegen iets anders opweegt, gelijkstaat met iets anders
erosie afslijting/uitholling van land door werking wind/stromend water/zee/ijs
eruditie hoge en algemene geleerdheid
eruptie uitbarsting (vulkaan)escaleren geleidelijk of trapsgewijs uitbreiden
escapade een plotseling uit de band springen
escorte (gewapende) geleide
esoterisch voor ingewijden
essayist iemand die essays schrijft (bewuste subjectiviteit en verzorgde taal)
essence het wezenlijke, krachtig uittreksel van aromatische stoffen, scheikundige
bereide stof waarin smaak/geur geconcentreerd is
essentie wezen van een zaak
etherisch luchtig en licht, vergeestelijkt, hemels, snel verdampend en sterk riekend
etiquette ceremonieel aan het hof, geheel beleefdheidsvormen
etniciteit het tot een bepaalde etnische groep behoreneufemistisch verbloemend
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
9/24
euforie gevoel welbehagen samen met vrolijkheid/oppervlakkige zelfverzekerdheid
evenknie gelijke van een ander in verdiensten/kennis/kunnen, equivalent
eventualiteiten mogelijk geval, gebeurlijkheid
evident duidelijk, klaarblijkelijk, zonneklaar, in het oog springend
evocatief gevoelens wakker roepend, beelden oproepend, suggestief
evolutie ontwikkeling, mn geleidelijke ontwikkeling/groeiexcentriek uitmiddelpuntig, ongewoon, zonderling, buitenissig
exceptioneel een uitzondering vormend, bij wijze van uitzondering
exces uitspatting, buitensporigheid
exegese verklaring
exempel voorbeeld met name schrijfmodel
exercitie oefening (militaire mars/wapenoefening), operatie, omvangrijk karwei
existentie het bestaan
exodus uitgang, uittocht
exorbitant buitensporig
expertise onderzoek door deskundigen, verslag van onderzoek, deskundigheid
expliciet uitdrukkelijk exploreren navorsen, opsporingen verrichten in
expos uiteenzetting van zaken, overzicht
exquis uitgelezen, heerlijk smakend
extatisch in of als in extase (onttrokken aan omgeving door verrukking etc.)
extramuraal buiten de muren
extravagant buitensporig, dwaas, mal
extravert naar buiten gekeerd, op de buitenwereld gericht
extrinsiek niet tot het wezen vd zaak behorend, uitwendig, uiterlijk
faade voorgevel, buitenkant waarachter iets anders schuilgaat dan het uitwendige doe vermoeden
faciliteit voorzieningen en hulpmiddelen, wettelijke voorzieningen inzak het
taalgebruik ten behoeve van een taalminderheid in tweetalige gemeenten,
mn de mogelijkheid om de eigen taal te gebruiken in de betrekkingen met de
overheid
facsimile reproductie, foto van een stuk handschrift
facultatief niet verplicht, ter keuze
fait accompli voldongen feit
falsificatie vervalsing, het falsificeren
fameus veelbesproken, hooggeroemd, bijzonder, uitermate
fanaticus fanatiek persoon
fantoom angstwekkend droombeeld, spook, schim, model van een onderdeel vhmenselijk lichaam als oefen- en demonstratiemateriaal
farce mengsel gemalen vlees/vis als vulsel, klucht, zotter vertoning
federatie bond van samenwerkende lichamen, verenigingen
feeriek toverachtig mooi
fenomenaal buitengewoon, verbazingwekkend
feodaal tot het leenstelsel behorend, beheerst door de adel
fertiliteit vruchtbaarheid
fervent vurig, geestdriftig
fetisjisme fetisjdienst, seksuele aanleg waarbij lustgevoelens worden opgewekt door
de voorliefde voor een bep. voorwerp
fiasco grote mislukkingfiducie vertrouwen
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
10/24
figurant iemand die op een toneel/film zwijgende rol vervult, onbeduidend iemand
figuratief voorstellend/afbeeldend door middel van middelen
figureren een plaats innemen, op een lijst/voordracht voorkomen, als figurant
filantropisch menslievend, liefdadig
fileren van bot/graat ontdoen, draadjes laten draaien, spinnen voor moulineren, beschilderen met cirkels
of ovalenfine fleur de bloem, het beste, het puikje
finesse fijnheid
fingerspitzengefhl fijn gevoel, fijngevoeligheid (menselijke verhoudingen)
fixeren vasthechten, bepalen, strak aankijken, onuitwisbaar, plotseling doden om
wijziging te beletten, richten op/binden aan
flagrant overduidelijk, onloochenbaar
flamboyant vlammend, met vlamvormige tekeningen
flaneren zorgeloos wandelen om te kijken en gezien te worden
flankeren van terzijde dekken/bezetten/bestrijken, aan een zijde aanvullen met
flatteus vleiend, flatterend
flegmatiek onaandoenlijk, traag-kalm, onverstoorbaarfloreren het goed doen, bloeien
fluctueren op- en neergaan, schommelen
fluks met spoed, snel, aanstonds, dadelijk
fnuikend een eind makend aan, beknottend
formaliseren formeel maken
fractioneel slechts in een breukgetal uit te drukken
fragiel breekbaar, broos, zwak
fragmentarisch stuks-, broksgewijze, uit fragmenten bestaande
franchise openhartigheid, vrijheid van invoerrechten, niet-verplichting tot vergoeding
beneden zeker percentage schade, deel vh inkomen waarover geen pensioen-
of verzekeringspremie wordt betaald, franchising
frappant treffend, opvallend, sprekend
frase volzin, standaarduitdrukking, melodisch figuur in 1 adem gezongen
frauduleus bedrieglijk, met fraude gepaard gaande
frequenteren druk bezoeken
frbelen vrijblijvend knutselen, prutsen
fulmineren heftig uitvaren, tieren
funest bijzonder schadelijkfungeren de taak waarnemen van, het ambt bekleden van, optreden als
futiliteit onbeduidende kleinigheid, bagatel
fysionomie gelaatsuitdrukking, gelaatstrekken, uiterlijk voorkomen
gastronomie fijne kookkunst, fijnproeverij
geaccidenteerd met hoogteverschillen, golvend, heuvelachtig
geborneerd kleingeestig, kortzichtig, bekrompen
gebrouilleerd in onmin levend
gecorrumpeerd onbetrouwbaar/slecht geworden/gemaakt, bedorven
gedecideerd beslist, vastberaden
gedegenereerd goede eigenschap verloren zijn, ontaard
gedetacheerd tijdelijk ergens anders naartoe gestuurd om er te werken
gedisponeerd in een bep stemming, een geschikte aanleg hebbend
gedistingeerd zich onderscheidend door fijne vormen, beschaafdgedoodverfd door iedereen genoemd, voorspeld als, verwacht
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
11/24
gensceneerd in scne gezet, als schijnvertoning opgevoerd
gefingeerd verzonnen
gekrakeel gekijf, gekibbel
gelouterd gezuiverd, gereinigd, van gebreken/smetten ontdaan, veredeld
gnant schaamtegevoelens oproepend, beschamend, pijnlijk
generiek betreffende of eigen aan het geslacht of de soortgenocide het uitmoorden ve volk/ras, volkerenmoord
gepikeerd op zijn tenen getrapt, geraakt, gekrenkt
geprivilegieerd bevoorrecht
gerant verantwoordelijk beheerder ve zaak, zaakleider
gerepatrieerd in/naar het vaderland teruggekeerd
geste gebaar
gesticuleren gebaren maken
geteisem schorem, tuig
getourmenteerd gekweld, geplaagd, verontrust
gevoeglijk zonder dat het ongepast is
gewraakt bezwaar gemaakt tegen de deelname ve rechter aan de berechting ve bepzaak, omdat om bep redenen de rechterlijke onpartijdigheid schade zou
kunnen lijden
gezapig al te gemoedelijk
gispen laken, afkeuren, berispen
globaal ruw geschat, in grote lijnen, ongeveer, wereldwijd, mondiaal
globetrotter wereldreiziger
gotspe brutaliteit
gracieus sierlijk, bevallig
gradueel de graad betreffend, opklimmend, trapsgewijs
grafologie de kunst om uit iemands schrift zijn karakter te bepalen, handschriftkunde
grandeur grootheid, grootsheid, luister, aanzien
gratificatie toelage boven het vastgestelde loon
gravure afdruk ve gegraveerde koperen/stalen/houten plaat
gremium gezelschap of groep van deskundigen/beleids-/discussiegroepje,
toonaangevende groep op een bep gebied
gribus onooglijke/armoedige buurt, achterbuurt, oud/bouwvallig huis
griffier secretaris van sommige colleges, chef vd griffie
gros twaalf dozijn, de meerderheid
grotesk grillig van vorm, zonderling, lachwekkend zonderling, potsierlijk
gunning toewijzing ve levering of werk
habitu vast bezoeker (mn caf), stamgast
habitus gedaante, houding, gedrag
hallucinatie het waarnemen van in werkelijkheid niet voorkomende verschijnselen,
zinsbegoocheling
halsstarrig hardnekkig, koppig
hedonistisch betrekking op hedonisme (leer dat genot het hoogste goed is)
heikel lastig, netelig, hachelijk
hereditair erfelijk
herijking opnieuw geijkt worden
herosch heldhaftig, dapper
hielenlikker iemand die op een kruiperige manier vleithirarchie priesterheerschappij, rangorde in priesterambt
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
12/24
hilariteit vrolijkheid, gelach
hommage hulde, eerbewijs
homogeen van hetzelfde geslacht, gelijksoortig
humaan menselijk, menslievend, de mens betreffend
humbug bluf, boerenbedrog, schijnvertoon
hyperbool retorisch figuur vd overdrijving, een vd kegelsnedenhypocriet huichelaar, schijnheilige, huichelachtig, schijnheilig
hypothese stelling die men als waarheid aanneemt, onderstelling
hypothetisch op veronderstelling berustend, onzeker
icoon geschilderde afbeelding van Christus, teken dat uiterlijk gelijkenis vertoont met datgene waarvoor
het staat, pictogram, persoon die als het ware het gezicht is vd tijd waarin hij
leeft
idioom het taaleigen, dialect, tongval, eigen karakter
idolaat bezeten op een dweperige manier
idylle land/veld/herdersdicht, romantisch/liefelijk tafereel
ignorant onwetendillumineren feestelijk verlichten, opwerken met doorschijnende kleuren
illusie droombeeld, hersenschim, begoocheling
illuster beroemd, doorluchtig
imaginair denkbeeldig
immanent inwonend, innerlijk, bijblijvend
immoreel onzedelijk, strijdig met de goede zeden
immuniteit ontheffing/vrijstelling van belasting, onaantastbaarheid, onvatbaarheid voor
een ziekte
impasse moeilijke positie, netelige toestand waaruit men zich niet redden kan
imperatief bevelend, gebod, eis
imperialistisch strevend naar de oppermacht
impertinent onbeschaamd, brutaal
implementeren invoeren, in toepassing brengen, uitvoeren
implicatie verwikkeling in een zaak, hetgeen iets met zich meebrengt
importantie belang
impresario ondernemer van toneeluitvoering/concerten etc
impulsief aandrijvend, aan een impuls vh ogenblik gehoor gevend
in casu in dit geval
in dubio in twijfel
in extenso in zijn geheel, volledig
inauguratie inwijding, plechtige bevestiging in enige waardigheidinboeten iets in plaats van iets anders zetten, verliezen
incarnatie vleeswording, het mens worden
incognito onder vreemde/aangenomen naam, verbergen van naam/stand
incubatie het uitbroeden
index register, inhoudsopgave, indexcijfer
indicatie aanwijzing, verdenkingsgrond, vaststelling vd zorg die iemand nodig heeft
indifferentie onverschillig, ongevoelig, lauwgelovig, onschadelijk, werkeloos
indiscretie onbescheidenheid, onkiesheid, loslippigheid
indolentie lusteloosheid, geestelijke traagheid
inductie opwekking ve elektronisch of magnetisch veld in een naburig lichaam door
een ander er niet mee in contact staand lichaam, afleiding vh algemene uithet bijzonder, het opwekken ve verschijnsel
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
13/24
infaam eerloos, schandelijk
infantiel behorend tot of voortkomend uit het kinderlijke stadium, kinderachtig
inferieur ondergeschikt/lager in rang, van mindere kwaliteit, ondergeschikte
infiltratie doorsijpeling, het onbewust overnemen van vreemd recht, het doordringen
van kleine militaire eenheden in de vijandelijke linies, binnendringen in
bepaalde kringen voor het verkrijgen van gegevensinherent onafscheidelijk verbonden met
initiatie inwijding
infrastructuur alle duurzame voorzieningen ve land, geheel auto/spoor/waterwegen
insinuatie bedekte beschuldiging, beledigende toespeling, verdachtmaking,
gerechtelijke aanzegging, betekening
insisteren aandringen
instigatie aansporing
insubordinatie verzet tegen de krijgstucht of zijn meerdere, dienstweigering
integer onkreukbaar, oprecht en fatsoenlijk
integreren integraalrekenen, tot een eenheid maken, tot een eenheid worden
intensiteit innerlijke kracht, mate van kracht, hevigheid van sterkteintermediair tussenkomst, bemiddeling, bemiddelaar, bemiddeling verlenend
intermezzo tussenspel, gebeurtenis die een onderbreking vormt
interpellatie vraag van een vd leden aan het bestuur om inlichtingen
interruptie onderbreking, het in de rede vallen, onderbrekende opmerking
interventie tussenkomst,
intimideren bang maken en aldus proberen iets gedaan te krijgen
intramuraal binnen de muren
intrige slinks plan, kuiperij, verwikkeling in een roman
intrigeren op slinkse wijze te werk gaan, nieuwsgierig maken
intrinsiek innerlijk, tot het wezen van iets behorend
introvert naar binnen gericht, op het innerlijk leven gericht, in zichzelf gekeerd
irreversibel onomkeerbaar
iteratief herhalend, werkwoord van herhaling
jegens ten aanzien van, ten opzicht van, tegenover
jeremiren jammeren, klagen
jobstijding ongelukstijding
joviaal gul en hartelijk
jurisdictie rechtspraak, rechtsgebied, bevoegdheid ve rechtbank
jurisprudentie rechtsgeleerdheid, rechtspraak, rechtsopvatting
kadaverdiscipline gehoorzaamheid als ve willoos instrument
kakafonie wanklank
kaliber middellijn vd cilindrische ruimte van vuurwapens of van kogels,
grootte/zwaarte, naam van gereedschappen
kapittelen streng berispen, de les lezen
kardinaal hoge rk kerkelijke waardigheidsbekleder, voornaamste
kazemat onderaards bomvrij gewelf, bunker
kentering het kenteren, verandering, wisseling van eb en vloed
kinnesinne afgunst, na-ijver
kolderiek vol onzin, lachwekkend, dwaas
konterfeitsel afbeelding, portret
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
14/24
kosmopoliet iemand die de hele wereld als zijn vaderland beschouwt en geen nationale
vooroordelen heeft, wereldburger
krachtens uit kracht van
kuub kubieke meter
kwinkslag geestig gezegde, aardige zet
kwintessens het fijnste/beste van een zaak, de kern
labyrint doolhof, verwarde/ingewikkelde zaak, deel van het gehoororgaan
lacune gaping, weglating
laken (ww.) effen wollen weefsel, grote lap linnen/katoen
lamenteren weeklagen
lanceren werpen, slingeren, afschieten, in stelling/in een gunstige positie brengen
lankmoedig geduldig
larderen met reepjes spek doorsteken of opvullen, spekken
larmoyant huilerig, vol gehuil, aandoenlijk
latent onzichtbaar
laureaat gelauwerd, bekroond kunstenaar/geleerdelector lezer, docent van lagere rang dan een hoogleraar aan een universiteit, iemand die voor een
uitgeverij manuscripten beoordeelt
legaat testamentaire beschikking vd erflater over een bep bezitting, datgene wat krachtens zon
beschikking verkregen wordt, pauselijk gezant
legendarisch tot de legende behorend, volgens een legende
legio ontelbaar
legitiem wettelijk, wettig, echt, rechtmatig
lemma eerste woord ve artikel in een woordenboek/ingang/titel-/trefwoord
lethargie diepe slaap, doffe onverschilligheid
lexicon woordenboek, alfabetisch geordend overzicht van termen in een vakgebied,
woordenschat
libertijns ve libertijn (vrijdenker, losbol), losbandig, zedeloos
licentiepatent, verlof, vergunning, studieperiode van 2 jaar tot het behalen vd academische graag ve
licentiaat
liederlijk zedeloos, losbandig, vreselijk, erg
lijdzaamheid berusting, geduld
lijvig nogal dik, omvangrijk
lingustisch taalkundig
liquidatie vereffening, afwikkeling van zaken, verkopen van aanwezige goederen, het
uit de weg ruimen van iemand
liquiditeit vermogen of vatbaarheid voor directe betaling van vorderingenlitanie wisselgebed, reeks aanroepingen met antwoorden, een lange reeks
liturgiehet geheel van gebeden, symbolen etc, verzameling van of boek met liederen gebeden, etc van een
eredienst
lobbyen vertrouwelijk spreken ter benvloeding van/ter beoordeling beslissing
logenstraffen onwaarheid van iets aantonen
logies nachtverblijf, logiesprijs
logistiek leer vd logische gevolgtrekking, beheersing van alle goederenstromen,
behorend bij de logistiek
longitudinaal met betrekking tot de lengte, in de richting vd lengte, overlangs
loos schalks, schijnbaar, alleen voor de vorm, in reserve, waarloos,
loyaliteit getrouwheid aan vorst, wet en plicht, eerlijkheid, rechtschapenheidlucide helder, klaar
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
15/24
lucratief winstgevend, voordelig
luguber huiveringwekkend
lumineus lichtend, schitterend
luttel klein, weinig, gering
luwte windvrije plaats
macaber
machinatie
maidenspeech
malafide
malaise
malversatie
manco
mandaat
mantra
markant
marchanderenmare
marginaal
masochistisch
mastodont
matineus
mausoleum
mecenas
medivist
meesmuilen
megalomaan
melancholie
memorabel
menage
menagerie
metafoor
metafysisch
metrisch
metropool
mimiek
minaret
mineurminkukel
minutieus
miraculeus
mirakel
misantroop
misre
mismoedig
missive
modaal
modificeren
modus operandimodus vivendi
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
16/24
molest
moloch
monarchistisch
mondain
mondialisering
monomaanmonotoon
moraalridder
moraliteit
moratorium
morbide
moreel
mores
mortaliteit
motto
muilpeer
multidisciplinairmultipliceren
mutatie
mutatis mutandis
mystiek
mystificatie
narcist
nasaal
naturist
navenant
navrant
necrologie
neologisme
nepotisme
nihilist
nipt
nivellering
nomenclatuur
nominaal
normalisatie
notoirnuance
numeriek
nurks
objectief
obligaat
obscuur
obsessie
obstinaat
obstructie
occultoccupatie
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
17/24
octrooi
oecumene
oekaze
oligarchie
omineus
omissieonbaatzuchtig
onbesuisd
onbezoldigd
ongegeneerd
onoorbaar
onparlementair
ontstentenis
ontvankelijk
onverlaat
onversaagd
ooftoogmerk
opportuun
oprisping
opteren
oratie
ordonnans
oreren
orgie
ornament
ostentatief
outilleren
over de kling jagen
panacee
pandemonium
pantoffelheld
paradigma
paradoxaal
paralyseren
parameter
pariaparket
parodie
participatie
partieel
parvenu
pastoraal
pathetisch
pathologisch
pathos
patjepeer
patriarchaalpauper
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
18/24
pedant
pelgrim
pendant
penetreren
penibel
penitentieperiferie
persiflage
persisteren
persona non grata
pertinent
pervers
petitie
pice de rsistance
piteit
pittoresk
placeboplagiaat
platitude
plausibel
plenair
plot
polariseren
polemiek
polythesme
polyvalent
pompeus
poneren
pontificaal
portee
portefeuillekwestie
pose
positioneren
postulaat
postuum
postuur
potentaat
potentieelpotsierlijk
pragmatisch
prangend
precair
precedent
precieus
predestinatie
predikaat
prefect
prefereren
pregnantpreluderen
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
19/24
prematuur
premisse
presidium
pressie
prestigieus
pretentieusprevaleren
preventief
primaat
primus inter pares
probaat
proclamatie
profaan
progressief
proleet
proliferatie
prolongerenprominent
promiscue
pront
proportioneel
propositie
protg
protocol
protserig
provocatie
provisorisch
prozasch
prudent
psychogeriatrisch
puriteins
pyrrusoverwinning
qualitate qua
quarantaine
querulant
qui-vive
quorum
rabiaat
rancune
ratificeren
ravissant
ravitaillering
reactionair
reanimeren
rebels
recalcitrant
receptiefrecette
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
20/24
recidive
reciprociteit
reciteren
reclassering
recommanderen
rectificerenredigeren
reduceren
redundant
referaat
referendum
refereren
reflecteren
reformatie
regentesk
regressie
regulierrehabiliteren
rekel
rekest
relateren
relatief
relevantie
relict
reliek
remedie
reminiscentie
remplaant
repercussie
repliceren
represaille
representatie
reprimande
reputatie
requiem
requisitoir
resencent
residerenresidu
resoluut
resonantie
respectievelijk
respijt
ressentiment
ressorteren
restitueren
restrictie
retireren
retoriekretorisch
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
21/24
retraite
retrospectief
revelatie
revenuen
revisie
revitaliserenriant
rigide
rigoureus
riposteren
risee
routineus
royalty
royeren
rudimentair
sacraalsaillant
salonfhig
salonsocialist
sanctioneren
saneren
sauveren
savoir vivre
scabreus
scepsis
schermutseling
schimpscheut
schoffering
schotschrift
schouwen
schrobbering
schroom
scribent
scrupuleus
secularisatie
sedert
segmentsegregatie
sektarisme
semester
senang
seniel
sensitiviteit
sensueel
sereen
serieel
significant
simulerensinecure
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
22/24
sinister
sisyfusarbeid
slabakken
smalen
snedig
snevensnoodaard
sodomie
soelaas
soevereiniteit
soigneren
sommeren
sonoor
souffleren
souteneur
specifiek
specimenspectrum
speculatief
spijtoptant
sponde
sporadisch
stagneren
stampij
stante pede
stationair
statuut
stereotype
stigmatiseren
stipendium
stipuleren
stocijns
stokebrand
stringent
stroken met(ww.)stroman
struweel
sub rosasubiet
subliem
sublimeren
subordinatie
subsidiair
substraat
subtiel
subversief
successierechten
successievelijk
sujetsummier
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
23/24
summum
superieur
superlatief
supplement
suprematie
surplussurrogaat
sursance
suspect
suspenderen
syllabe
synergie
synopsis
tantaluskwelling
technocraat
temporiserentendentieus
terminaal
terra incognita
theocratie
timide
tortuur
totalitair
trac
traceren
traineren
transcendent
transformatie
transitie
transparant
trawant
trias politica
tribunaal
trits
triviaal
trouvaille
understatement
uniform (bijv.nw.)
urbanisatie
urgentie
usance
utopie
vacant
vademecum
vadsig
validevaluta
8/3/2019 Woordenlijst Nederlands
24/24
veinzen
venerisch
verbalisme
verifiren
verkwanselen
vermaardvermeend
vermetel
veterinair
veto
vigerend
vilein
virulent
visionair
visitatie
vitaal
vivisectievolontair
volumineus
voluptueus
voteren
vousvoyeren
vulgair
vulgariseren
winkeldochter
witteboordencriminaliteit
wraking
wuft
wulps
wrevel
xenofobie
zenit
zeperd
zieltogend
zwaktebodzwanenzang