Post on 21-Aug-2020
BYOD ++/* Dave van Roon @ AHK OTT S*/
define(MEDIUM, ‘Tablet’);$_Scriptie[‘‘ Versie ‘‘] = 5.6i;
- 2 -
Tablet versieGebruik de knoppen boven in beeld om snel te
navigeren tussen hoofdstukken. Per hoofdstuk zijn er weer knoppen voor deelonderwerpen.
Geen knoppen?
Dan ondersteunt uw reader geen interactiviteit, probeer een andere te downloaden, bijvoorbeeld
de Adobe Reader APP uit de APP-Store.
Twee pagina’s?
Stel uw reader in op weergave van enkele pagina’s.
Geen tablet?
Geen zorgen, deze PDF werkt ook op een computer.
Swipe voor volgende pagina, knijp om te zoomen, tap op de knoppen en verwijzingen
BYOD ++Bring Your Own Device: To Theatre
Vergeet niet uw mobieltje AAN te zetten voor de voorsteling!
Dit is een onderzoek naar de mogelijkheden van smartphones en tablets binnen theater. Dit biedt een jargon voor eenieder die de uitdaging aan wil gaan om nieuwe sociale communicatiemiddelen te integreren in een voorstelling of evenement.
Deze scriptie is voor een regisseur die inspiratie zoekt om deze nieuwe digitale ‘acteur’ een richting te kunnen geven.
De producent die denkt ‘even een leuk APPje’ te maken kan in deze scriptie lezen dat er toch best wat bij komt kijken.
De technicus die wegens bezuinigingen een gekort budget heeft kan in deze scriptie manieren vinden om toch goedkoop interessante oplossingen te bedenken voor een groot publiek.
Hopelijk zet deze scriptie theatermakers aan het denken over theatermaken in de hedendaagse ‘Second Screen’ maatschappij.
// Afstudeerscriptie 2012-2013
Student: Dave van RoonSchool: Amsterdamse Hogeschool voor de KunstFaculteit: TheaterschoolOpleiding: Techniek en TheaterKlas: OTT Groep SWebsite: www.davevanroon.nl
// Begeleiding
Intern: Anke NustExtern: Sierk Janszen
// Geinterviewden
The Unit: Jarno BekkeringDutchView: Patrick WildschutAcda en de Munnik: Tony ter NeuzenSendsteps: Robert DaverschotEvent Engineers: Jelbrich TerpstraM-lab: Sieta Keizer
// Mede mogelijk gemaakt door:
Niko Bovenberg, Jasper Hopman, Olga Niziołek, Paul van der Ploeg,Jørgen van Roon, Paul de Vries, IBC Rising Stars Programme
Inhoud Inleiding Inventarisatie
- 3 -
Inhoudsopgave
Inleiding 5
Werkwijze 7
Inventarisatie 8Historisch kader 9
Industriële revolutie 9Digitale revolutie 9Web 2.0 10De huidige ‘Mediastorm’ 10
Sociale technieken en theaters 11Programmaboekje 11Plattegrond 11Backstage 12Crowdfunding 12Marketing 12Positie van zender 12
Interactie en theater 13Twitteren 13Stemmen 14
Samenvatting 15
Perceptie-modellen 16Theatrale perceptie 17
Theaterruimte en theatrale ruimte 17Virtuele ruimte 17
Virtuele realiteit 18
Social media en crossmedia 19Crossmedia 1.0 – Pushed 19Crossmedia 2.0 – Extra’s 19Crossmedia 3.0 – Bridges 19Crossmedia 4.0 – Experiences 19
Innovatie 20Geschreven feedback 21
Sendsteps 21
Second Screen 22Zeebox 22Stemmen met Sendsteps 22De Winnaar 22Achtergrondinformatie 23Nachtgasten 23Second Screen versus Perceptie 23
Participatie 24Publiek van individuen 24Meet Your Stranger 25Straat 25QR-code 25
Pixelmappen 26Coldplay 26PixelPhones 26Bløf 26PixelPhones van Seb Lee-Delisle 27
Streaming video 28Be-at.tv 28Nick & Simon 28Starcraft 28 London 2012 28Tweetphony 29Streamen op locatie 29
Samenvatting 29
Techniek 30Communicatie 31
Metadata 31
- 4 -
Taggen 31Kruisverwijzingstabellen 31API 32Meer API’s 32Zelf API’s maken 32XML 33
Twitterwalls 35Xpression 35Zelf een Twitterwall maken 35
Device APP 36HTML5 vs Native APP’s 36Ajax 37Pull vs Push 37QR-Codes 38
Streamen 39Unicast vs. Multicast 39Broadcaster vs. Server 39Dedicated machines 39
De verbinding 40Lokaal vs. Globaal 40BYOD 40Wi-Fi 41Wi-Fi interferentie 41Data optimalisatie 42Datadistributie 42Beheer en beveiliging 42
De Ultieme Theater APP 43
Conclusie 44
Bronnenlijst 46
Interviews 50Interview 1 – Jarno Bekkering 51
Interview 2 – Patrick Wildschut 52
Interview 3 – Tony ter Neuzen 53
Interview 4 – Robert Daverschot 54
Interview 5 – Jelbrich Terpstra 55
Interview 6 – Sieta Keizer 56
- 5 -
InleidingSociale media bieden manieren om ideeën, inhoud,
gedachten en relaties te delen op internet. Sociale media
verschillen van zogenaamde traditionele media in die zin
dat iedereen een bijdrage kan leveren aan de inhoud ervan
of er commentaar op kan leveren. […] De beste manier
om sociale media te beschouwen is niet in termen van de
verschillende technologieën en hulpmiddelen, maar hoe
deze technologieën en hulpmiddelen u in staat stellen om
direct te communiceren met uw klanten op plekken waar zij
op dit moment samenkomen. 1
1 Scott, D
2012 en subsidies
Gezelschappen fuseren, orkestleden worden schoonmakers en theaters sluiten hun deuren.
2012 was een moeilijk jaar voor het Nederlandse theater. Om jaren van wanbeleid in het bankwezen te vereffenen heeft de overheid besloten te moeten bezuinigen. Die bezuinigingen hebben een groot gat geslagen in het subsidiestelsel voor culturele instellingen.
Aan de ene kant zorgt dit voor het verdwijnen van vele culturele initiatieven zoals we dat tot nog toe kenden. Aan de andere kant vraagt dit om anders na te gaan denken over cultureel ondernemerschap. Giften van particulieren en bedrijven kunnen initiatieven mogelijk maken.
Zulke partijen hebben wel hun eigen verwachtingen en belangen. Zo is bijvoorbeeld Delta Lloyd een van de sponsoren van Het Scheepvaartmuseum. In een van de projecties in de interactieve installaties is daardoor een filmpje te zien van zeilsters van het Delta Lloyd zeil-team.
Omdat de overheid voorheen zorgde voor een stabiele inkomstenpost hebben theatermakers
zich weinig bezig hoeven houden met financieringen. Nu dat niet langer het geval is, zullen zij moeten nadenken over het draagvlak van een voorstelling. Hoe wordt een voorstelling aantrekkelijk voor investeerders?
2012 en sociale media
Trending Twitter topics, inchecken op Foursquare, stormverslagen op Instagram, Facebook-feestjes,
in 2012 waren de sociale media niet meer weg te denken uit ons leven. Nieuwe communicatieve technieken zorgen voor een nieuwe manier van leven. Daarin kunnen mensen co-creëren zonder elkaar te kennen en wordt kennis gedeeld over de hele wereld.
De wereld en de realiteit zijn meer en meer aan het veranderen in een computerspelletje. Als we gaan hardlopen willen we achteraf met één druk op de knop op internet kunnen laten zien welke route we gelopen hebben en hoe lang we erover hebben gedaan. Als we iets willen leren over geschiedenis zoeken we op Google, daarom zijn musea steeds vaker een interactieve ervaring met touchscreens en filmpjes.
Op het gebied van nieuwe technieken loopt theater vaak achter de feiten aan. Geautomatiseerde
trekkenwanden, bewegend licht, LED armaturen, projectie, showcontrol, om een nieuwe techniek te introduceren moet een hoop scepsis en discussie overwonnen worden. Maar de sociale media hebben hun weg al wel gevonden naar theater.
Veel gezelschappen maken een Facebook-pagina voor een voorstelling. Daarop krijgt het publiek informatie over de voorstelling en soms zelfs een kijkje achter de
- 6 -
schermen van het creatieve proces. Op Youtube komt een mooie trailer en via Twitter kan het publiek laten weten wat ze van de voorstelling vonden.
Het publiek kan steeds makkelijker mobiel reageren op deze sociale media. Veel mensen hebben
tegenwoordig een mobiel device, een smartphone en/of een tablet. Maar op het moment dat het publiek de zaal ingaat moeten al die devices –traditiegetrouw– worden uitgeschakeld.
2013 en verder
De vraag die centraal staat in deze scriptie is: ‘Wat zijn de mogelijkheden en consequenties van het
aan laten staan van devices in de theaterzaal?’
Het introduceren van devices en sociale media is het introduceren van een nieuwe soort acteur. Die acteur moet ook gewoon geregisseerd worden. Dit heeft gevolgen voor het spel en de inhoud van een voorstelling. Maar naast de veranderingen in klassieke voorstellingen kan het ook zorgen voor nieuwe vormen van theater, met meer participatie, co-creatie en input van het publiek. De verschillende concepten die besproken worden in deze scriptie zijn toepasbaar op theater, maar ook op congressen, evenementen en concerten.
Ook vraagt het gebruik van devices om specialismes die vreemd zijn voor het theater. Zoals de programmeur, de grafisch ontwerper, de systeembeheerder, de verbindingsspecialist, de publieksbegeleider met tablet en QR-code scanner. Alles om ervoor te zorgen dat de beoogde functionaliteit van devices bereikt wordt. Het koppelen van de juiste sociale netwerken kan hierbij de specialisten veel werk besparen.
Het omgaan met informatie op een non-lineaire manier, zoals bij een Second Screen voor televisie,
is iets wat vooral de jongere generatie goed kan. Het zou dus ook kunnen zijn dat het gebruik van devices in theater een nieuw, jong publiek trekt. Theaters zouden de speeltuin kunnen worden voor de ontwikkeling en innovatie van interactief gebruik van smartphones en tablets. Dan zijn voorstellingen niet langer een eenzijdig proces van vermaak en het brengen van een boodschap. Dan worden voorstellingen micromaatschappijen van co-creatie en technische innovatie die aantrekkelijk zijn voor moderne investeerders.
Zie ook Werkwijze op de volgende pagina
Een belangrijke inspiratiebron voor deze scriptie was
Project X in Haren. Op 21 september 2012 is de 16e
verjaardag van ene Merthe uit Haren volledig uit de hand
gelopen. Op Facebook had zij haar uitnodiging publiek
gemaakt en uiteindelijk zijn er duizenden mensen op af
gekomen die het hele dorp in puin hebben achtergelaten.
Die avond heb ik met fascinatie gekeken naar een live video
stream en 400.000 berichten op Twitter. Lang heb ik nog
zitten filosoferen hoe een beter gebruik van datatechniek de
schade had kunnen beperken. Zoals het centraal regelen van
de registratie, zodat er minder media busjes in de weg zouden
staan. Of het voorzien van een goede draadloze verbinding,
zodat mensen via Twitter aan de politie hadden kunnen
laten weten waar raddraaiers waren. Of crowdcontrol via
smartphones, door informatie, tijdsschema’s, een kaart en
het laatste nieuws te publiceren.
Lees hier meer over in de eerste twee interviews.
- 7 -
WerkwijzeDe techniek die in theater gebruikt wordt, wordt steeds
moderner, sneller en veelzijdiger. Waar een voorstelling
ooit belicht werd met kaarsen, kunnen lichtarmaturen
tegenwoordig bewegen en veranderen van kleur en vorm.
Met video zijn de grenzen van de verbeeldingskracht zelfs
oneindig. Maar steeds complexere technieken vragen wel om
meer specialisten, die goed weten hoe een bepaalde techniek
geïmplementeerd kan worden in een voorstelling. Daardoor
worden verschillende disciplines in een creatief proces losse
‘eilandjes’ met een eigen focus.
Met deze scriptie wilde ik onderzoeken hoe het mogelijk is om verschillende disciplines (video, licht, geluid et cetera) meer te laten samenwerken. In eerste instantie dacht ik dat het antwoord lag in metadatering van video, maar daar ligt meer de toekomst van film en televisie.
Gaande het proces kwam ik erachter dat sociale media eigenlijk ook gebruik maken van metadata.
De bijbehorende API-structuur biedt de mogelijkheid informatie uit te wisselen en dus meer samen te werken. Toen ik me afvroeg hoe dit toepasbaar zou zijn op theater, stuitte ik op het grootste probleem: op het moment dat een voorstelling begint moet de grootste bron van metadata worden uitgeschakeld, de telefoon.
Sinds dat moment lag de focus van dit onderzoek vast. Tegenwoordig heeft een groot deel van het publiek een smartphone, wat eigenlijk een kleine computer is. Ik vroeg mij af wat dit inhoudelijk kan betekenen voor een voorstelling. Maar ook wat er technisch nodig is om gebruik te maken van die computers, hoe ze functioneren in een draadloos netwerk.
Hiervoor ben ik op zoek gegaan naar boeken (die helaas vaak gedateerd zijn) en bronnen op
internet. Ook ben ik bij een aantal personen uit het werkveld terecht gekomen die in meer of mindere mate met het gebruik van smartphones te maken hebben gehad en die mocht ik interviewen. Dat liep uiteen van een Wi-Fi specialist die heel technisch kijkt naar de datadistributie, tot een regisseuse die al eens een voorstelling met sociale media gemaakt heeft en meer keek naar de sociaal maatschappelijke rol die dit kan hebben. Samenvattingen van die interviews zijn ter indicatie achterin deze scriptie te vinden.
Informatie uit al die bronnen heb ik gebundeld in een inventarisatie (wat er al is), innovatie (ontwikkelingen en potentiele richtingen) en techniek (hoe het werkt). Daarnaast classificatie modellen beschreven om de verschillende innovatieve ideeën in een context te kunnen plaatsen.
De term BYOD++ is trouwens een bewuste keuze, lees daarover meer in “BYOD” op pagina
40. De D staat voor Device(s) en bij gebrek aan beter heb ik die term veel gebruikt in deze scriptie. Daarmee bedoel ik smartphones en tablets die een Wi-Fi verbinding hebben en waarop APP’s geïnstalleerd kunnen worden.
De term APP staat voor een programmatje die de mogelijkheden van een device kan uitbreiden. Dat kan een standaard applicatie zijn, zoals de Facebook-APP, Youtube-APP of Instagram-APP, maar ook een mobiele website of zelfgemaakte APP.
Overigens is deze scriptie niet uitputtend, integendeel. Het bevat de oplossingen en ideeën
die ik ben tegengekomen en kan daarmee inspiratie bieden om zelf te experimenteren. Vooral op technisch gebied ben ik niet te diep gegaan om het leesbaar te houden. Al vind ik juist interessant aan dit onderwerp dat er nog zoveel meer mogelijk is.
- 8 -
Inventarisatie
Dit hoofdstuk plaatst de huidige technische
ontwikkelingen in een historisch perspectief en
geeft een beeld van gangbare toepassingen van
sociale technieken en interactie in theater.
Aan de hand van dit beeld kan gezien worden
waarom de verschillende concepten beschreven in
het hoofdstuk Innovatie vernieuwend zijn.
Deze opsommingen zijn niet uitputtend. Content
van sociale media in een decor projecteren of
gebruik maken van Augmented Reality valt
bijvoorbeeld buiten de strekking van deze scriptie.
- 9 -
Historisch kader
Geschiedenis wordt dikwijls getekend door golven en
revoluties. De huidige revolutie van een zogenaamde
‘mediastorm’ verschilt van voorgaande revoluties
vanwege het aspect van interactiviteit. Om het belang
daarvan te duiden wil ik eerst voorgaande revoluties
kort beschrijven.
Industriële revolutie
Rond 1760 werden nijverheidsproducten gemaakt door ambachtsbedrijven: lokale bedrijven, met
lokale klanten. Een baas met enkele knechten en een regionale markt.
De komst van de stoommachine van James Watt in 1770 zorgde voor een drastische verandering
in die werkwijze. Productie werd gecentraliseerd in fabrieken met machines, waardoor producten goedkoper werden en zodoende voor een groter deel van de maatschappij beschikbaar. Infrastructuur moest beter worden, rond 1800 waren paard en wagen nog gewoon. Maar met de komst van de stoomlocomotief werden vanaf 1840 grote netwerken van spoorrails aangelegd.1
1 Oudheusden, J van
Deze revolutie zorgde voor een boost van de economie, verstedelijking van de maatschappij
en een nieuwe verdeling van goederen. Maar anders dan centralisering bracht het in essentie niets nieuws. Grondstoffen worden verwerkt, het wordt een product, het wordt verkocht, mensen gebruiken het. Alleen worden werknemers in verhouding minder betaald, wordt er meer van verkocht en kan er dus meer aan verdiend worden.
Digitale revolutie
Rond 1950 werd informatie gedeeld door lokale journalisten, met lokaal publiek. Een
hoofdredacteur die met een team van journalisten en redactieleden informatie verzamelde en deelde door middel van kranten, radioberichten en televisie.
De komst van computernetwerken die bedacht werden door de ARPA (Amerikaanse leger)
in 1967 zorgde voor drastische veranderingen in die werkwijze. Het vergaren van informatie werd geglobaliseerd, waardoor informatie gedeeld kon worden en sneller beschikbaar was. Infrastructuur moest verbeterd worden, waar telefonie de enige bedrade communicatie was moest een netwerk gemaakt worden wat klaar was om in 1978 globale communicatie met TCP/IP (internet communicatie protocol) te faciliteren. 2
2 siliconvalleyhistorical.org
De ontwikkeling die volgde, ging exponentieel, net als het aantal gebruikers. In 1990 kwam
bijvoorbeeld het IMDB (informatie over films) op USENET (nieuwsgroepen), wat nog moeilijk te bereiken was en een basis vormgeving had. In 1990 ontwikkelde Sir Tim Berners-Lee het World Wide Web: de programmeertaal HTML, waarmee het makkelijk werd om informatie vorm te geven in een internetpagina (hypertext), HyperText Transfer Protocol en URL’s. En in 1993 kwam de eerste grafische webbrowser: Mosaic, gevolgd door Netscape in 1994.
Vanaf dat moment schoten internetbedrijven als paddenstoelen uit de grond, zoals Amazon
(1994), Ebay (1995), Hotmail (1996), Netflix (1997), Google (1998), Napster (1999). Het was mogelijk om online berichten te sturen, spullen te kopen, video’s te bekijken en informatie op te zoeken. Persbedrijven gebruikten het internet om snel persberichten en foto’s naar de andere kant van de wereld te kunnen sturen. 3
Deze revolutie zorgde (wederom) voor een boost van de economie, verdigitalisering van de
maatschappij en een nieuwe verdeling van informatie. Maar anders dan informatie digitaal maken deed het niet. Informatie wordt nog steeds gedistribueerd, wat geredigeerd moet worden en naar het publiek gebracht. Producten worden nog steeds verkocht, alleen hoeft de klant niet meer naar de verkoper toe te komen.
3 hackingarticles.in
- 10 -
Web 2.0
De echte revolutie kwam met het ontstaan van Web 2.0, een term bedacht door Tim O’Reilly
voor het omslagpunt van het internet in 2001. Het idee van Web 2.0 is dat men als publiek niet meer alleen informatie kan vergaren, maar ook mede kan bepalen wat de informatie is, welke onderwerpen besproken moeten worden of zelf ‘user generated content’ toevoegen.
Hier gaat het dus niet langer om het beschikbaar maken van producten of informatie voor de
massa, maar om het geven van een stem aan de massa. Iedereen de mogelijkheid te geven informatie te delen. Een mooi voorbeeld is het in 2001 ontstane Wikipedia van Jimmy Wales, een online encyclopedie waarvan de inhoud door iedereen aangepast kan worden. Een ontwikkeling die enerzijds scepsis opwekt over betrouwbaarheid van informatie, anderzijds een stem biedt tegen dictatuur en propaganda.
Goede voorbeelden van wat volgde zijn (The) Facebook (2004), Youtube (2005) en Twitter
(2006). Deze pagina’s gaan volledig om de informatie en profilering van het publiek.4
4 educause.edu
De huidige ‘Mediastorm’
Op het moment van schrijven zijn er 584 miljoen mensen dagelijks actief op Facebook5
en hebben meer dan 700 miljoen mensen een smartphone met APP’s6.
Vroeger kwam informatie voornamelijk via krant, radio en televisie; tegenwoordig ook
via de computer, smartphone, tablet, gameconsole en waarschijnlijk zelfs een koelkast. Zulke apparaten hebben allemaal een eigen context, functie en specificatie. Zo heeft een computer vaak een grotere rekenkracht dan een telefoon en is daardoor beter geschikt voor het afspelen van zware HD films, een tablet heeft een geschikt formaat en wendbaarheid voor het laten zien van foto’s en een smartphone is klein genoeg om mee te dragen, precies op dat moment dat bijvoorbeeld informatie over treinen nodig is.
Een website kan men op alle soorten apparaten bekijken, maar de specificaties hebben invloed
op de leesbaarheid. Op het kleine scherm van een smartphone is het beter om niet teveel informatie tegelijk te zien, en knoppen moeten lekker groot zijn, zodat men ze makkelijk aan kan raken op het
5 newsroom.fb.com6 research2guidance.com
touchscreen. Het wordt dus van belang om na te denken over een bredere ‘distributiestrategie’. Maakt men de content zo, dat het goed is voor elk apparaat, of maakt men voor elk apparaat een speciale versie van die content?7
De belangrijkste verandering van deze revolutie is dat de verhouding met het
publiek van eenrichtingsverkeer (traditionele informatieverstrekking, journalist vertelt informatie via redactie aan publiek) tweerichtingsverkeer is geworden: er is interactie met het publiek. Door de snelheid van hedendaagse systemen kan direct gereageerd worden op actualiteiten en kan daar invloed op uitgeoefend worden, op grotere schaal. Met het publiceren van informatie kan men in een fractie van een seconde de hele wereld bereiken.
7 frankwatching.com
- 11 -
Sociale technieken en theaters
Sociale media en smartphones
zijn tegenwoordig ingeburgerd
in ons leven, de ontwikkeling
daarvan is al geruime tijd
gaande. Waar politici het ooit
moesten hebben van de kracht
van hun stem op de radio, worden ze nu beoordeeld op het aantal
volgers op hun Twitter-account.
Theater Nederland houdt zich voorlopig nog erg afzijdig in de
hedendaagse ontwikkeling van internet. Er zijn diverse theaters en
gezelschappen met een Facebook- en/of Twitter-account, maar het
gebruik daarvan laat te wensen over. Velen zien het als een verlengstuk
van het programmaboekje, ze geven additionele informatie over
tijden en kortingen. Sommigen proberen publiek te enthousiasmeren
door een kijkje te geven achter de schermen. Dat is echter niet erg
interactief, in tegendeel, zij nemen hier hun klassieke plek van zender
in. 1
Deze opties kunnen ook toegepast worden in evenementen.
1 marksluymers.nl
Programmaboekje
Programmaboekjes worden meestal geruime tijd voor het speelseizoen al gedrukt, tijdens het seizoen kan
het programma door omstandigheden veranderen. Door het programma ook op de website van het theater te plaatsen kan er altijd een actuele versie aangeboden worden, waar ook meer achtergrondinformatie gegeven kan worden.
Als er dingen veranderen, voorstellingen worden
geannuleerd of uitverkocht zijn, kan het publiek hierover ook op de hoogte gehouden worden via Twitter en Facebook. Dit is ook een goede plek om te adverteren met speciale aanbiedingen en kortingen.
Voor evenementen en congressen met complexere programmaboekjes, waar bijvoorbeeld op verschillende
locaties meerdere events zijn op verschillende tijdstippen, is een website of een APP een betere oplossing. Zo kan het publiek altijd de meest recente planning zien, zien wat er nu speelt en plannen waar ze vervolgens heen gaan. Het is daarbij ook mogelijk om een eigen planning te maken door favoriete onderdelen van een evenement op te slaan. 2
Plattegrond
Bij diezelfde evenementen en congressen kan een plattegrond ook uitkomst bieden, een kaart voor
smartphone of tablet waarop alle podia, stands of locaties te zien
2 webmobi.com
zijn. Deze vorm van plattegrond kost geen papier, daarnaast is het mogelijk om met GPS de positie van de gebruiker te bepalen (Location Based Service).
itsenav
Een interessant bedrijf dat interactieve plattegronden maakt is itsenav. Zij focussen op congressen (2D) en
gebouwen met meerdere verdiepingen (3D). Hun kaarten zijn te bekijken op een website (en dus op devices), als hoge resolutie PDF, of te installeren als informatiezuil met touchscreen. Het interactieve aan de plattegronden van itsenav is bijvoorbeeld dat de plattegrond een looproute kan bedenken. Ook is het mogelijk een specifieke stoel in een bioscoop reserveren. 3
Afbeelding 11.3: Voorbeeld plattegrond van itsenav
3 itsenav.com
Afbeelding 11.2: programmaboekje
Afbeelding 11.1: Sociale media
- 12 -
Backstage
Het repetitieproces blijft doorgaans achter gesloten deuren, maar met Facebook is het mogelijk om een
tipje van de sluier op te lichten. Foto’s van het bouwen van het decor, filmpjes van het repeteren en interviews met de makers zorgen ervoor dat het publiek op de hoogte is van de voortgang, zich betrokken voelt en benieuwd is naar het eindresultaat.
Crowdfunding
Het principe van Crowdfunding is dat projecten gefinancierd worden door het publiek. Op verschillende
platforms kunnen makers hun projecten promoten met filmpjes, foto’s en teksten. Vervolgens kan het publiek geld doneren om de projecten te realiseren. Op die manier leren kunstenaars te ondernemen en werken ze aan klantbinding.
Crowdfunding heeft zijn wortels in microfinancieringen, wat oorspronkelijk een initiatief was om de minder
bedeelden uit de samenleving uit de armoede te halen. Met de komst van internet kwamen er steeds meer banken, fondsen en collectieven die investeerders met websites wilden betrekken in projecten. Het eerste Crowdfunding-initiatief voor culturele projecten zoals we dat tegenwoordig kennen, was Kickstarter. 4
Kickstarter
Kickstarter is het grootste Crowdfunding-bedrijf in Amerika, gevestigd in New York. Sinds de lancering op
28 april 2009 zijn meer dan 30.000 creatieve projecten gesteund met donaties van meer dan 2,5 miljoen donoren die in totaal meer dan $350 miljoen bijeen brachten.5
4 crowdsourcing.org5 kickstarter.com
voordekunst
In 2009 had het Amsterdamse Fonds voor de Kunst het plan om een instrument te ontwikkelen ter bevordering
van het maatschappelijk draagvlak en ondernemerschap in de kunst. Dat resulteerde in een website die sinds september 2010 diverse kunstprojecten helpt met aanvullende financiering. Projecten moeten gepromoot worden, het liefst met een filmpje en uitleg, in ieder geval met een sluitende begroting en een streefbedrag.
De organisatie rekent €1 per donatie via iDeal en 2% van donaties betaald met creditcard. Als het volledige
streefbedrag gehaald is met donaties krijgt het project de financiering en krijgt de organisatie 5% van dit bedrag. Is niet het volledige streefbedrag behaald dan mogen de donoren bepalen of het project het verzamelde bedrag wel mag gebruiken.6
Marketing
Naast Crowdfunding zijn er meer manieren om met sociale media en smartphones geld te verdienen. Met
APP’s is tegenwoordig heel veel mogelijk; voor het parkeren van een auto hoeft geen geld meer in een automaat gestopt te worden, dat kan op afstand met een telefoon. Een oudere techniek is het gebruiken van betaalde sms’jes. Zo waren er niet al te lang geleden tv-reclames van Jamba, waarbij een code geSMS’t moet worden om de nieuwste ringtones te ontvangen.
6 voordekunst.nl
Acda en de Munnik
Het principe van het kopen van producten via SMS is binnen theater gebruikt door Acda en de Munnik met
hun Live SMS Actie. Daarmee kan men van elke voorstelling, elk nummer downloaden. Het enige wat men daarvoor hoeft te doen, is een code sms’en waarin de plaats van het theater en de naam van het nummer staat. Vervolgens krijgt men een code waarmee het nummer van de website te downloaden is.
Het versturen van zo’n sms kost geld, daarmee wordt de dienst betaald en kan er winst gemaakt worden.
Uiteindelijk was het in dit geval niet zo winstgevend als gehoopt, omdat de provider een groot deel van het
geld vraagt. Lees “Interview 3 – Tony ter Neuzen” voor meer informatie over dit project en de verdere technische details. 7
Positie van zender
Bij deze voorbeelden van sociale technieken blijft theater dus in de rol van zender. Acteurs staan op toneel en
brengen een boodschap aan het publiek. Bij gebruik van sociale media is er iemand, bijvoorbeeld van de productie, die een gelijke boodschap of extra informatie brengt via Facebook, Twitter of een APP. Het publiek kan terugpraten maar heeft daarmee geen invloed op de voorstelling, ze kunnen hooguit financieel bijdragen.
7 Interview 3 – Tony ter Neuzen
- 13 -
Interactie en theater
Dat theaters binnen sociale technieken de positie van zender houden
wil niet zeggen dat er geen interactie is binnen theater en evenement.
Buiten de zaal kan er met devices getwitterd worden. Binnen de
zaal kan er bij sommige vormen van interactief theater invloed op
de voorstelling worden uitgeoefend, maar dan worden de devices
vervangen door ouderwetse stemkastjes.
Twitteren
Rotterdamse Schouwburg
In het grand café van de vernieuwde Rotterdamse Schouwburg is een enorme Mediawand gemaakt
(van 240 HD Christi Micro Tiles). Deze wand wordt voor diverse doeleinden gebruikt, van programma-informatie en presentaties tot kunst en animaties. Hierop kunnen ook Tweets worden weergegeven met @rdamschouwburg. 1
1 mediawand.nl
Ziggo Dome
De Ziggo Dome is een nieuwe concertzaal in Amsterdam met een zaalcapaciteit van 17.000 bezoekers. In de
trappenhuizen hebben ze permanente ‘Twitterwalls’ gemaakt, waarop tweets van bezoekers worden weergegeven. Alles wat getwitterd wordt met #ziggodome kan iedereen zien op grote schermen.2
Tweetseats
Er is een nieuw fenomeen ontstaan waarbij een aantal twitteraars wel in de zaal worden toegelaten: Tweetseats.
Daarbij wordt er een aantal stoelen gereserveerd in het theater om live verslag te doen van de voorstelling op Twitter. De stoelen zijn zo geplaatst dat andere bezoekers er geen last van hebben. De gemaakte Tweets zijn dan ook sec ter publicatie en hebben geen invloed op de voorstelling.
Dit fenomeen is voor het eerst toegepast tijdens het Shakespeare Festival St. Louis in Amerika in 2010 en
werd erg succesvol. De Amphion Schouwburg in Doetinchem is het eerste theater in Nederland met Tweetseats en doet hiermee een experiment in seizoen 2012-2013. De tweets zijn te volgen op #Amphion.3
2 ziggodome.nl3 amphion.nl
Afbeelding 13.1: Mediawand in Rotterdamse Schouwburg
Afbeelding 13.2: Twitterwall in de Ziggo Dome
- 14 -
Stemmen
Idols, The Voice of Holland, X-factor, Popstars, So You Think You Can Dance, Holland Got Talent, My Name is..,
Op zoek naar Tarzan en Mary Poppins, het publiek houdt er blijkbaar van om invloed uit te kunnen oefenen, want naast Twitter- en Facebook-berichten wordt er massaal gestemd op de favorieten.
Bij dit soort programma’s is het stemmen vooral gericht op interactie met de mensen thuis. Stemmen kunnen
meestal uitgebracht worden door een SMS-bericht te sturen of een telefoonnummer te bellen. Het publiek in de studio wil ook kunnen stemmen, maar dat kan het GSM-netwerk vaak niet aan, zoveel gebruikers zo dicht bij elkaar. Soms wordt dan bijvoorbeeld Vodafone gevraagd om een tijdelijke steunmast te plaatsen om aan die vraag te voldoen. 4
Padgett
Om lokaal stemmen op grote schaal mogelijk te maken heeft het Amerikaanse bedrijf Padgett een Audience
Response System ontwikkeld. Met dit systeem krijgt iedereen in het publiek een draadloos knoppenpaneel.
Als er tijdens een congres, evenement of
televisieprogramma een vraag wordt gesteld, kan het publiek reageren door op één van de knoppen te drukken, maximaal tien verschillende antwoorden zijn mogelijk. Op het display wordt de keuze weergegeven
4 Interview 2 - Patrick Wildschut
om te bevestigen. Als het bevestigd is, wordt de keuze via radio naar een centrale server gestuurd waarmee een technicus de uiteindelijke keuzes weergeeft op een scherm.
Dit systeem wordt onder andere gebruikt door dr. Phil. Om zijn patiënten te confronteren legt hij het publiek
een aantal stellingen voor, waarvan de voorkeur later in percentages wordt weergegeven.
Tot honderd draadloze Padgett paneeltjes gebruiken geeft geen problemen, meer dan vijfhonderd paneeltjes
wordt gezien als een groot evenement. Toch zegt Padgett te kunnen voorzien in 25.000 paneeltjes op één locatie. 5
Nederlandse stemkastjes
Eurovote.nl, beerninkproduct ions.nl ,
oprooze.nl, huureenstemkastje.nl en zo nog vele andere bedrijven leveren soortgelijke stemkastjes. Deze bedrijven focussen zich voornamelijk op congressen, bedrijfsevenementen en het onderwijs. Tot de mogelijkheden behoort alles van het peilen van de mening van klanten, tot interactieve educatieve spelletjes en kennisquizzen.
Er zijn grote kastjes, kleine kastjes, met display, zonder display, te koop of te huur. Wat ze wel gemeen hebben,
is dat ze allemaal met een server communiceren via radio. Ze hebben een eigen softwarepakket om te configureren en uitkomsten kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden, van Word tot PDF, van website tot Powerpoint.
5 pcipro.com
Pig Bank
Een mooi voorbeeld van hoe de stemkastjes te gebruiken zijn
binnen theater is de voorstelling Pig Bank van Theatergroep Space in 2012. De Pig Bank is een spaarvarken waar bezoekers geld in kunnen stoppen bij aanvang van de voorstelling. Waar dat geld naartoe gaat, moet alleen nog bepaald worden.
TG Space heeft hiervoor een verzameling gemaakt van ambitieuze plannen en idealistische dromen. Bij diverse
stellingen kan het publiek stemmen met stemkastjes, het resultaat wordt direct zichtbaar op een touchscreen. Zo wordt men geconfronteerd met de meningen van anderen.
Aan het einde van de voorstelling heeft één van de meedingende projecten geluk en krijgt het geld.
Gemiddeld werd er 10 tot 60 euro gedoneerd per voorstelling en kon het totaal per project oplopen tot bijna 1000 euro. 6
6 pigbank.nl Afbeelding 14.1: Padgett
Afbeelding 14.2: Stemkastjes
Afbeelding 14.3: Pig Bank
Afbeelding 14.4: Publiek van Pig Bank met stemkastjes
- 15 -
The Boomerang Kid
The Powerhouse Theatre in Los Angeles heeft de stemkastjes ook
gecombineerd met interactief theater. The Boomerang Kid gaat over Jack, een dertiger die nog bij zijn ouders woont. In uiteenlopende situaties met een oversekste therapeut, sadistische verpleger en karaoke zingende baas, komt hij voor ingrijpende beslissingen
te staan, die het publiek voor hem maakt.
Op die momenten wordt het spel onderbroken door de verteller, die samenvat wat de situatie is en het publiek
instrueert om de stemkastjes te gebruiken. De gemaakte keuze wordt vervolgens gespeeld.
Software consultant Chris Econn heeft hiervoor het script geschreven, wat bestaat uit meer dan VIJFTIG
verschillende versies. De acteurs improviseren dus niet, alle mogelijke opties zijn beschreven en uit het hoofd geleerd. De keuze van het publiek bepaalt welke versie gespeeld moet worden en welke personages nodig zijn. Iemand kan dus meerdere keren naar dit stuk kijken en iedere avond een andere voorstelling zien.7
7 lasplash.com
Samenvatting
Binnen het theater zijn sociale media en interactiviteit eigenlijk nog
twee verschillende dingen. Sociale media worden gebruikt voor
de promotie van projecten, een kijkje achter de schermen en het
verstrekken van alle relevante informatie. Maar op het moment dat
men de zaal in loopt, houdt het op en moet de telefoon uit.
In de zaal is er wel sociale interactiviteit, zoals de mogelijkheid om te
stemmen en zo invloed te hebben op het verloop van de voorstelling.
Maar daarvoor worden losse apparaten gemaakt, die beheerd en
onderhouden moeten worden. Terwijl dat apparaat dat zojuist
uitgezet moest worden, hetzelfde kan. En meer.
Afbeelding 15.1: Jack
Afbeelding 15.2: Jack met de verteller; het spel is onderbroken om het publiek de mogelijkheid te geven te stemmen.
- 16 -
Perceptie-modellenEen oude vliegtuigloods met verschillende decors die afgewisseld
worden door het gehele publiek te roteren, met geavanceerde
lichtarmaturen, veel projectoren, vuur, motoren en een echt vliegtuig,
is theater. Twee dansers in een hofje met drie bouwlampen is ook
theater.
In het hoofdstuk Innovatie worden diverse opties genoemd hoe
devices binnen theater gebruikt (zouden kunnen) worden. Ook daar
loopt de vorm erg uiteen, waarbij de ene optie beter geschikt is voor
een bepaalde vorm dan de andere. Om structuur te geven aan die
verdeling zal verwezen worden naar deze classificatiemodellen.
- 17 -
Theatrale perceptie
Het eerste model richt zich op de locatie en het gebruik daarvan. Of een stuk nu speelt in
een oude vliegtuigloods of in een hofje, het publiek zou op dezelfde manier benaderd kunnen worden. In het model van Eversmann, gebaseerd op het communicatiemodel van Schoenmakers uit 1992, zijn hiervoor verschillende variabelen van belang. Bijvoorbeeld de kenmerken van de toeschouwer, de persoonlijke psychische bagage die de perceptie kleurt (iemand kijkt anders naar een pestscène als diegene zelf gepest is).
De theaterruimte is de ruimte waarin het stuk gespeeld wordt en het publiek zich bevindt.
De voorstelling is de theatrale ruimte, het gebied binnen de theaterruimte waarin gespeeld wordt.
Het gebied binnen de stippellijn is de virtuele ruimte, de ruimte die in de gedachten van de toeschouwer
wordt gecreëerd, de perceptie.
Theaterruimte en theatrale ruimte
Om het effect van de theaterruimte te classificeren zijn er twee dimensies, het gebruik en de structuur.
De structuur beschrijft hoe de ruimte gebruikt wordt, het ene uiterste is frontaal, het andere environmentaal.
Bij frontaal is de theaterruimte gescheiden in een deel waar het publiek zit en het toneel waar gespeeld wordt,
de theatrale ruimte. Bijvoorbeeld in een klassieke schouwburg, met een kader waar het publiek doorheen kijkt.
Bij environmentaal is er geen scheiding tussen de theaterruimte en de theatrale ruimte, bijvoorbeeld
locatietheater waar het publiek zich in het decor bevindt.
De dimensie gebruik gaat van illusie tot ‘hier-en-nu’. Bij illusie gaat de toeschouwer op in een fictieve wereld,
bijvoorbeeld een sprookje. ‘Hier-en-nu’ is realistisch, er is geen fantasie nodig om te geloven wat verkondigd wordt.
Virtuele ruimte
De invloed van het gebruik van de theaterruimte op de perceptie is met twee dimensies te classificeren,
fysieke activiteit en empathie versus distantie. Bij frontaal theater is er meestal weinig fysieke activiteit, men hoeft hooguit zijn/haar hoofd te bewegen om alles goed te zien. Environmentaal theater vergt vaak meer fysieke activiteit, men moet lopen, rondkijken of zelfs participeren.
Een toeschouwer kan zich emotioneel betrokken voelen, zich inleven in of empathie hebben voor
het verhaal en de personages. Aan de ene kant ligt dat aan het gebruik en de structuur van het stuk, aan de andere
kant ligt dat aan de persoonlijke emotionele achtergrond van de toeschouwer. De toeschouwer kan er ook onverschillig voor zijn en gedistantieerd zijn.
Deze dimensies hebben allemaal invloed op de theatrale perceptie, het theaterbewustzijn. Dat bewustzijn
bestaat uit twee delen. Aan de ene kant is er de fictieve wijze waarbij de toeschouwer zich in het stuk laat opgaan en alledaagse beslommeringen vergeet.
De andere kant is een esthetische manier, waarbij de toeschouwer zich ervan bewust is dat theater gespeeld
wordt, het niet echt is, maar wel een mooie ervaring. Deze wijze is meer een analyse van de keuzes van de makers. Theaterbewustzijn is meestal echter niet zo zwart-wit dat het op een van deze twee manieren te definiëren is, meestal is het een combinatie van beiden. 1
1 Eversmann, P
Afbeelding 17: De theatrale perceptie
- 18 -
Virtuele realiteit
Virtuele realiteit is iets wat we tegenwoordig associëren
met 3D games en dat klopt ook, de ruimtelijk weergegeven
werelden in die games zijn een vorm van virtuele realiteit.
Maar eigenlijk is theater altijd al een virtuele realiteit
geweest. Acteurs spannen samen met de toeschouwer om
te geloven dat het klapvak met balkon op een verder leeg
toneel, het plein is voor het huis van Julia waar Romeo zijn
smeekbedes ten gehore brengt.
Maar met het gebruik van devices voegen we een extra
dimensie toe aan de virtuele ruimte. De communicatie
binnen die devices voegt een extra laag realiteit toe aan de
theatrale ruimte en daarmee de theatrale perceptie. Virtuele
realiteit plaatst mensen ín informatie, het gebruik van virtuele realiteit
opent een nieuwe maagdelijke ruimte die te gebruiken is zoals de
maker wil.
Om ook dit te classificeren kunnen we gebruik maken van een model om virtuele realiteit te beschrijven bij
games, beschreven door Howard Rheingold in 1991. Ook dat model is een relatieve schaal, bestaande uit drie dimensies.
De eerste dimensie is de mate van onderdompeling, waarbij maximale
onderdompeling in game-termen een 3D-wereld zou kunnen zijn die overal om de toeschouwer heen is. Dit raakt aan de empathie uit het model van Eversmann.
De tweede dimensie is het standpunt of de mate waarin een eigen standpunt te bepalen
is. Binnen games geeft een first-person perspectief meer mogelijkheden om een eigen standpunt te kiezen dan een top-view, omdat de speler persoonlijk de mogelijkheid heeft om in de wereld rond te lopen. In het model van Eversmann raakt dit dus aan de fysieke activiteit en de environmentale structuur.
Het belangrijkste verschil met het model van Eversmann is de dimensie manipulatie: de
mogelijkheid om in te grijpen, dingen te veranderen of beïnvloeden. 2
2 Dixon, S
Afbeelding 18: Virtuele realiteit
- 19 -
Social media en crossmedia
Met de term social media wordt verwezen naar de virtuele realiteit
binnen sociale netwerken op internet: een puur virtuele activiteit
in een niet-fysieke wereld. Op het moment dat er in theater gebruik
gemaakt wordt van mobiele devices, wordt de niet-fysieke wereld
gecombineerd met een fysieke wereld.
Traditioneel theater is een medium, de introductie van communicatie
via mobiele devices binnen theater is de introductie van een ander
medium, ook wel crossmedia genoemd. Het omgaan met informatie
op een non-lineaire manier is iets wat vooral jongeren, die opgegroeid
zijn in een tijd met nieuwe media (Digital Natives), goed kunnen. Er
zijn verschillende gradaties van crossmedia:
Crossmedia 1.0 – Pushed
Op verschillende media wordt hetzelfde getoond: bijvoorbeeld een televisieprogramma wat ook op
een computer te bekijken is. Het programma wordt niet of nauwelijks veranderd, maar het is wel op een ander medium te zien.
Crossmedia 2.0 – Extra’s
Op andere media wordt extra informatie getoond: ijvoorbeeld een Second Screen APP tijdens
televisieprogramma’s. Op zo’n Second Screen is niet het programma zelf te zien, maar bijvoorbeeld statistieken van een wedstrijd, alternatieve cameraposities of een kijkje backstage.
Crossmedia 3.0 – Bridges
Het verhaal gaat van het ene medium over in het andere: bijvoorbeeld een reclame op televisie met aan het
einde een URL naar een website. De toeschouwer begint met kijken naar televisie, gaat dan met hetzelfde ‘verhaal’ verder op internet. Er is een noodzaak om naar het volgende medium te gaan; om te weten wat de aanbieding van de reclame precies inhoudt, moet men op de website kijken.
Een mogelijke toepassing binnen theater kan zijn dat de voorstelling online begint met een filmpje waarin de
personages worden geïntroduceerd en het plot zich ontvouwt. De toeschouwer moet de voorstelling bekijken om te weten hoe het verhaal afloopt.
Crossmedia 4.0 – Experiences
Alle gebruikte media dragen bij aan de ervaring van de bezoeker, alle eerder genoemde crossmedia kunnen
van toepassing zijn. Er wordt een omgeving gecreëerd die veel lijkt op een computerspel. Dit geeft een persoonlijke beleving waarbij ervaring en interactie met andere personen een belangrijke rol hebben. Vaak kan de bezoeker bij deze vorm van crossmedia zelf het verhaal aanpassen. 3
3 Hopman, J
- 20 -
InnovatieHet gebruik van sociale media en devices raakt redelijk ingeburgerd
in ons leven en ontwikkeling daarvan gaat in razend tempo. Ook
op het gebied van theater en evenementen zijn er diverse nieuwe
initiatieven. In dit hoofdstuk zijn een aantal van de pioniers
beschreven die experimenteren met sociale media en devices. Maar
er is ook een blik op de toekomst, richtingen waarin meer innovatie
mogelijk is en de consequenties van het gebruik ervan voor een
concept.
Voor het duiden van de
consequenties van verschillende
concepten worden de
perceptiemodellen uit hoofdstuk
“Perceptie-modellen” in de
“[PM]…[/PM]” blokken toegepast.
- 21 -
Geschreven feedback Twitter is hèt medium voor sociale interactie waar diverse
groeperingen discussiëren en bedrijven de dialoog met hun klanten
aan kunnen gaan. Maar bij toepassing in live evenementen blijft
het vaak bij Twitter-Walls of Twitter-Fountains (schermen waarop
Twitter-berichten, bijvoorbeeld met een bepaalde hashtag, worden
weergegeven). Mensen vinden het leuk om hun eigen bericht groot
op een scherm te zien. Maar vaak worden Twitter-Walls kort gebruikt,
omdat het moeilijk beheersbaar is en gezien wordt als gadget.
Sendsteps
Het jonge bedrijf Sendsteps heeft hier een oplossing voor gevonden. Met hun applicatie is het mogelijk om
Twitter-berichten te integreren in Powerpoint. Daarnaast is het ook mogelijk om berichten te sturen via SMS of in te vullen op een website. De berichten komen binnen op de computer van de presentator, die kan selecteren welke berichten getoond moeten worden op een bepaalde slide van de presentatie.
Op deze manier kan een bedrijf gerichter omgaan met de informatie die het publiek deelt. Een fabrikant kan peilen wat de klant vindt van zijn product, een docent kan zien of zijn studenten zijn betoog begrijpen en het publiek heeft de mogelijkheid om vragen te stellen.
Als er bij congressen de mogelijkheid gegeven wordt om vragen te stellen aan de spreker, loopt er iemand rond met een microfoon om gehoor te geven aan de vragen. Veel mensen vinden het vervelend om op die manier aandacht te krijgen en de gehoorde vragen zijn niet altijd inhoudelijk de beste. Maar als een vraag eenvoudig (en eventueel anoniem) met een telefoon ingediend kan worden, is de drempel een stuk lager. Dan kan de presentator kijken welke vragen het meest relevant zijn en hoef er niet en plein public gesproken te worden. (Wat ook fijn is als je tijdens een bedrijfsevenement wat over je baas wilt zeggen)1
Een voorbeeld
Tijdens een presentatie van Richard Branson (oprichter van de Virgin Group)
werd gebruik gemaakt van Sendsteps. Hij vertelde dat hij een paar uur later naar Amerika zou vliegen om naar de inauguratie van Barack Obama te gaan. In het publiek zaten twee studenten die voor de grap vroegen: “Beste Richard, heeft u plek voor twee arme studenten in de vlucht naar DC?” waarop hij rustig reageerde: “Als jullie je paspoort bij je hebben moet er wel wat te regelen zijn”.
Een paar uur later zaten ze in het vliegtuig, hotel en vlucht terug waren geregeld en ze mochten aanwezig zijn bij de inauguratie. Dit zou waarschijnlijk nooit gebeurd zijn zonder Sendsteps wat de drempel om te reageren zo laag gemaakt heeft. 2
1 Interview 4 - Robert Daverschot2 sendsteps.com
Toepassing
Het gebruik en de vorm van Sendsteps maakt het uitermate geschikt voor congressen, evenementen en op scholen. Maar dit principe zou ook gebruikt kunnen worden als input voor improvisatietheater.
Afbeelding 21: Sendsteps tijdens congres met Richard Branson
[PM] Geschreven feedback is toe te passen in elke structuur.
De belangrijkste dimensie is manipulatie. Naarmate er
inhoudelijk meer gedaan wordt met de input van het publiek,
is er meer manipulatie. [/PM]
- 22 -
Second ScreenDe mogelijkheid om als publiek door middel van stemmen invloed te
hebben is bij televisie al erg ingeburgerd. Zo kan men bij So You Think
You Can Dance bepalen welke dansers door mogen naar de volgende
liveshow. Toeschouwers kunnen, kijkend naar het programma, een
‘Second Screen’ met extra informatie zien. Bij The Voice kan men als
kijker laten weten of men voor een zanger wel of niet omgedraaid
was, wat vervolgens in de uitzending als percentage te zien is.
Zeebox
Het Engelse bedrijf Zeebox gaat nog een stap verder met hun Second Screen. Hun iPad APP is een soort tv-
gids met informatie over het programma-aanbod. Op het moment dat een programma geselecteerd wordt, gaat de televisie automatisch naar dat programma toe (draadloos verbonden met de receiver) en op Twitter plaatst het een bericht dat de gebruiker op dat moment daarnaar aan het kijken is. Vervolgens laat de APP zien wie van zijn/haar vrienden op dat moment ook aan het kijken is naar dat programma en kunnen zij erover chatten. Zo wordt televisie kijken een sociale gebeurtenis.
Maar Zeebox kijkt ook naar wat populair is onder haar gebruikers. In samenwerking met de provider biedt het bedrijf een kanaal aan waarop programma’s getoond worden waar veel over gesproken wordt. Dat kanaal heeft geen vast programma maar wordt iedere dag bepaald door de gebruikers.1
1 zeebox.com
Stemmen met Sendsteps
Het eerder besproken Sendsteps (pagina 22) heeft naast de mogelijkheid om geschreven feedback te
geven ook de mogelijkheid om te stemmen. Daarmee kan het dus eenzelfde Second Screen functionaliteit hebben als Zeebox. Bij congressen wordt dat gebruikt om een voorkeur te peilen bij het publiek, bij toepassing in educatie kan het de vorm hebben van interactieve spellen of multiple choice quiz vragen. 2
Een voorbeeldtoepassing voor theater zou kunnen zijn dat het publiek bepaalt hoe de voorstelling moet verlopen.
Bijvoorbeeld zoals dat gedaan is bij The Boomerang Kid (pagina 15), maar dan met smartphones in plaats van stemkastjes.
2 Interview 4 - Robert Daverschot
De Winnaar
Een voorstelling waarin zowel stemmen als geschreven feedback is gebruikt, is ‘De Winnaar’ van M-Lab. Daarin
speelt Jamai Loman een jongen die een talentenjacht op televisie gewonnen heeft, Emile. De voorstelling gaat over het leven met de vers vergaarde roem.
Net als bij de talentenjachten kunnen toeschouwers stemmen en hun mening geven over verschillende onderwerpen. Met stemmen worden onderdelen van de voorstelling bepaald, zoals de kleur van het jasje dat Emile moet dragen, of welk liedje hij moet zingen. Met het geven van een mening worden maatschappelijke onderwerpen als pesten aangesneden.3
Lees meer over ‘De Winnaar’ in het interview met de regisseuse, “Interview 6 – Sieta Keizer” op pagina 56.
3 Interview 6 - Sieta Keizer
Afbeelding 22: Zeebox APP
[PM] Ook stemmen is in elke structuur
toepasbaar. Maar stemmen brengt wel
per definitie manipulatie, dat is immers
het doel van stemmen. [/PM]
[PM] ‘De Winnaar’ heeft een frontale structuur, het publiek zit en
kijkt naar het toneel. Dat toneel wordt gebruikt voor een illusie,
de voorstelling. Maar wanneer het publiek mag stemmen of om
een mening gevraagd wordt, wordt het spel daarvoor stilgelegd.
Dat is meer ‘Hier-en-Nu’. Het standpunt ligt vast, het publiek zit
op de tribune. Er is een hoge mate van manipulatie, doordat
onderdelen van de voorstelling bepaald kunnen worden met
devices. Dit is Crossmedia 4.0, omdat het publiek betrokken is in
een soort spel en invloed heeft op het verloop ervan. [/PM]
- 23 -
Achtergrondinformatie
Zoals bij Zeebox achtergrondinformatie te vinden is over programma’s, zou dat ook gedaan kunnen worden bij
theater. In de stukken van bijvoorbeeld Shakespeare zijn de personages complex en hebben ingewikkelde relaties met elkaar. Die informatie zou weergegeven kunnen worden op een Second Screen APP voor theater zodat het makkelijker wordt om moeilijke stukken te begrijpen en die toegankelijker te maken voor een jong publiek.
Nachtgasten
In de voorstellingen van de Nachtgasten wordt zowel gebruik gemaakt van achtergrondinformatie als
beïnvloeding van het verloop van de voorstelling. Voor iedere voorstelling wordt een plot bedacht om door vier of vijf (gast)acteurs gespeeld te worden. Eén voor één krijgen ze op het toneel uitleg over het plot en een persoonlijk geheim. Het publiek is hier getuigen van en kent dus alle geheimen (achtergrondinformatie). Vervolgens komen de spelers allemaal op toneel en gaan aan de hand van het plot improviseren in een voorstelling die met gemak twee uur kan duren.
Om de voorstelling te kunnen sturen hebben de schrijvers van het plot de mogelijkheid om de acteurs een SMS te sturen. Bijvoorbeeld een ‘Vertel nu je geheim’ wordt ook op schermen zichtbaar voor het publiek. Het publiek is medeplichtig door alwetendheid, maar anders dan een nerveuze lach hebben ze zelf geen invloed op het verloop van de voorstelling.4
4 nachtgasten.nl
Als er voor dit concept een Second Screen APP gemaakt zou worden, zou de introductie overbodig zijn. Dit zou men op devices kunnen lezen. De SMS’jes naar de acteurs zouden het resultaat kunnen zijn van het stemmen van het publiek. De schrijvers zouden nog steeds nodig zijn, maar in een meer beherende rol met het bedenken van opties als ‘Moet hij nu zijn geheim vertellen? Ja/Nee?’. De manipulerende rol komt dan meer bij het publiek te liggen.
[PM] Achtergrondinformatie is typisch Crossmedia 2.0, er
wordt extra informatie getoond via andere media. Ook kan
het zorgen voor meer empathie, wanneer iemand meer weet
over een situatie is het makkelijker om zich in te leven. [/PM]
Second Screen versus Perceptie[PM] De mogelijkheid om te stemmen en daarmee de voorstelling te beïnvloeden zorgt voor een hoge mate van manipulatie.
Het lezen van achtergrondinformatie heeft invloed op de mate van het bepalen van een standpunt. Zo kan de toeschouwer ervoor
kiezen om meer te weten te komen over een situatie en daardoor met een gekleurdere blik kijken naar de voorstelling.
Beiden zouden ook gecombineerd kunnen worden. Stel er zijn twee locaties waar gespeeld wordt, beiden met een eigen mening
over een casus. Aan de hand van achtergrondinformatie over beide standpunten, mag de toeschouwer kiezen waar die gaat kijken.
Vervolgens horen toeschouwers als groep bij die mening en de rest van het stuk bekijken zij vanuit dat perspectief, zowel fysiek als
inhoudelijk heb hebben ze een standpunt gekozen.
Uit verschillende interviews kwam naar voren dat het irritant kan zijn als er diverse schermpjes oplichten in de donkere theaterzaal. Dat
is een beïnvloeding van de onderdompeling, door afleiding is het minder makkelijk om volledig in de voorstelling op te gaan. Dit is iets
om over na te denken bij het ontwikkelen van het concept. Zo is het mogelijk om een eigen APP te maken en daarin bewust kleuren te
kiezen. Een zwart scherm met een paar groene letters valt een stuk minder op dan een vel gekleurd scherm.
Een andere manier om invloed te hebben op de onderdompeling is de aankondiging. Zowel bij “De Winnaar” als bij “The Boomerang Kid”
wordt het spel stilgelegd als er de mogelijkheid is om feedback te geven. Ook bij het gebruik van Sendsteps is dat het moment om uit
te leggen wat de mogelijke keuzes zijn, of wat de vraag is. Het spel stopleggen en zich direct richten tot het publiek is het doorbreken
van de vierde wand en daarmee het verstoren van de onderdompeling.
Bij het ontwikkelen van een APP kan er gedacht worden aan een andere manier van communiceren met het publiek. Dat kan een
bord zijn waarop interactiemomenten worden aangekondigd. Maar er kan ook gebruik gemaakt worden van de extra functies van
de devices. Een smartphone kan bijvoorbeeld vibreren. Als daarmee de aandacht van de toeschouwer getrokken wordt en hij op het
scherm vervolgens alle nodige informatie krijgt, is het niet meer nodig om het spel te onderbreken en blijft de illusie in stand. [/PM]
- 24 -
Participatie In de film “Dr. Strangelove, or How I Learned to Stop Worrying
and Love the Bomb” (1964) van Stanley Kubrick weet een verstrooide
generaal een proces te starten waarmee een massale nucleaire aanval
op Rusland gepleegd wordt. In deze film die speelt tijdens de koude
oorlog, wordt de aanval door zijn superieuren voorkomen wanneer zij
hierachter komen.
Het proces waarmee de aanval ingezet wordt, begint met een code
die naar een aantal vliegtuigen (bommenwerpers) gestuurd wordt.
De bemanning van zo’n vliegtuig ontvangt die code en weet daarmee
dat een speciale geheime procedure uitgevoerd moet worden. Er is
een kluis aan boord met daarin een aantal enveloppen, waarvan
eentje voor ‘Plan R’.
In de ‘Plan R’ envelop zitten weer verschillende enveloppen, één voor
de piloot, één voor de copiloot, één voor de navigator en zo verder.
Daarin vinden zij persoonlijke opdrachten die hen ertoe brengen om
een bom te gooien op een doelwit. Een hele vloot, met vele vliegtuigen
en personeel, voeren allemaal een taak uit die ze van tevoren niet
wisten, aan de hand van een korte code van een paar letters.1
1 imdb.com
Publiek van individuen
Binnen theater is het gebruikelijk om het publiek te zien als één entiteit, vanaf de bühne wordt een
boodschap overgebracht op ‘het publiek’. Met het eerder besproken stemmen kan een bezoeker wel persoonlijk invloed uitoefenen op het stuk, maar is daarbij nog steeds onderdeel van het geheel.
Maar met devices is het ook mogelijk om als theatermaker terug te praten en daarbij een bezoeker persoonlijk aan te spreken. Iedereen draagt zijn eigen device en kan daarmee individueel geïdentificeerd worden.
Devices zouden vergeleken kunnen worden met de persoonlijke enveloppen uit de Dr. Strangelove film
en een opdracht bevatten. Zo’n opdracht kan bijvoorbeeld zijn:“Als de hoofdrolspeler het mes pakt, roep dan heel hard: ‘Nee, dood hem niet!’”. Dan krijgt één individu uit het publiek een opdracht. Maar alle individuen in het publiek kunnen ook tegelijkertijd een opdracht krijgen, waarbij ze moeten lopen, elkaar opzoeken, deuren openen, objecten verplaatsen, zingen, dansen, aan een bar zitten, op een knop drukken, een muurtje metselen, wat er ook maar past binnen het concept.
[PM] Participatie is mogelijk bij een frontale structuur en
wordt zo ook al gebruikt. Denk aan de cabaretier die een
vraag stelt aan de mevrouw op rij drie en dat vervolgens
verwerkt in zijn grappen, of de goochelaar die de man
van rij één in twee stukken zaagt.
Toch is participatie vanuit devices beter geschikt voor
environmentaal theater met een grotere mate van fysieke
activiteit. Bijvoorbeeld een groot decor met verschillende
ruimtes waar publiek doorheen kan lopen. Waarbij de
toeschouwer naar verschillende locaties gestuurd kan
worden met persoonlijke opdrachten. Deze vorm van
theater zou raken aan ‘urban games’ zoals ‘Meet Your
Stranger’ (zie volgende pagina).
Deze vorm van participatie in environmentaal theater
zorgt voor een hoge mate van virtuele realiteit in alle
drie dimensies. Door het rondlopen kan iemand zelf zijn/
haar standpunt bepalen. Doordat het decor 360 graden
om de toeschouwer heen is en zelfs meerdere ruimtes
kan bevatten, is er hoge mate van onderdompeling. En
doordat men zelf kan kiezen en dingen moet uitvoeren,
kan men de voorstelling ook manipuleren. [/PM]
- 25 -
Meet Your Stranger
Augmented Reality kunstenaar Sander Veenhof heeft participatie met devices al eens gebruikt in een doe-
het-zelf film. Augmented Reality is het toevoegen van een laag virtuele realiteit op een camerabeeld. Bijvoorbeeld met Layar, een smartphone APP, die gebruik maakt van de ingebouwde camera. Op het scherm ziet men het beeld van de camera, met daarin extra informatie, bijvoorbeeld de dichtstbijzijnde supermarkt. Dat wordt bepaald aan de hand van de GPS-positie en richting van het device. Sander voegt zijn eigen lagen toe in Layar, maar dan geen supermarkten, hij plaatst bijvoorbeeld teksten op gebouwen of safaribeesten op straat. Bezoekers kunnen met een kaart op zoek gaan naar die objecten en ze alleen maar zien met een smartphone met de Layar APP.
In ‘Meet Your Stranger’ zijn de objecten in Layar het decor voor een film. De bezoekers zijn de acteurs en kiezen een rol om te spelen. Zij vinden elkaar met hun device en zien dan op het scherm wat ze tegen elkaar moeten zeggen. Ze bepalen zelf in welke
volgorde ze elkaar ontmoeten en dus in welke volgorde de scènes gespeeld worden.2
2 Vlugt, M vd
Straat
Voor de opening van de Nieuwe Rotterdamse Schouwburg lang geleden werd door het RO Theater
een Rotterdamse versie van Road van Jim Cartwright gespeeld. Road gaat over een avond van een aantal bewoners van een arbeidersstraat. In de “Straat”-versie werd de ‘working class’ vervangen door Feyenoord-supporters en aso’s met crossmotoren op hun balkon.
Hoewel Road aanvankelijk in een black box gespeeld werd, is voor Straat een daadwerkelijke straat gebouwd, vanaf toneel dwars door de zaal. Met behulp van grote vakken werden de balkons huizen (waaraan weer balkonnetjes gemaakt werden). Het publiek stond in de zaal en kon vrij rondlopen, de acteurs liepen er gewoon tussendoor.3
3 Gesprek met Niko Bovenberg 3 december 2012, niet gedocumenteerd
QR-code
Toen ik recent naar New York vloog was dit mijn
Boarding Pass: een QR-code op mijn smartphone. Dat is een ontwikkeling binnen de luchtvaart, waarbij Boarding Passes digitaal zijn en gescand kunnen worden met speciale QR-code scanners bij de incheckbalie.4
Ook bij Pathé-bioscopen kunnen online kaartjes gekocht worden die vervolgens toegang bieden met een
barcode die gescand kan worden vanaf het scherm van een smartphone.5
Theaterkaartjes zouden ook op deze manier verkocht kunnen worden. Als iemand naar een voorstelling gaat, hoeft diegene niet eerst naar de kassa te gaan of thuis een kaartje te printen, maar alleen zijn/haar smartphone onder een scanner te houden en kan dan de zaal in lopen.
Maar de codes kunnen ook tijdens de voorstelling gegenereerd worden. Bijvoorbeeld bij persoonlijke opdrachten in een decor met verschillende ruimtes. Als iemand een opdracht succesvol voltooid heeft kan diegene een nieuwe QR-code ontvangen die toegang geeft tot een volgende ruimte. Lees meer over “QR-Codes” op pagina 38.
4 qrreaders.org5 tweakers.net
[PM] In Straat kan het publiek alleen het standpunt
veranderen, omdat ze zelf mogen kiezen waar ze staan.
Het verloop van de voorstelling staat verder wel vast en
er is geen participatie.
Het environmentale decor van Straat kan echter wel goed
gecombineerd worden met participatie zoals dat gedaan
is in Meet Your Stranger. [/PM]
Afbeelding 25.2: Boarding pass met QR code
Afbeelding 25.1: Iemands smartphone met een stukje script tijdens ‘Meet Your Stranger’
- 26 -
PixelmappenEen andere manier om publiek te betrekken in een show is vooral
bruikbaar bij muziekfestivals. Daarbij krijgen alle bezoekers een
lampje dat meekleurt met de lichtshow.
Coldplay
Dit principe is gebruikt in de Live 2012 World
Tour van Coldplay. Iedereen kreeg een armbandje met LED-lampjes daarin. Tijdens het concert kunnen die LED-lampjes meeknipperen op de muziek en verschillende kleuren aannemen.
De armbandjes zijn bedacht en ontwikkeld door een fan van Coldplay. Het is zo’n succes dat ze het nu ook voor andere evenementen verkopen onder de naam Xylobands en de bandjes te bedrukken zijn met een eigen logo. De bandjes zijn te bedienen vanaf een centrale computer en worden aangestuurd met radiosignalen. Met deze bandjes verandert het publiek in een zee van licht en wordt iedereen dus betrokken bij het evenement.11 xylobands.com
PixelPhones
Met de methode van Xylobands moet wel iedereen een armbandje krijgen. Maar een lampje maken kan
ook met smartphones. Het enige wat gedaan moet worden is de kleur van het scherm aanpassen, daar komt zoveel licht vanaf dat het effect van Xylobands hiermee ook te maken moet zijn.
Dat dit werkt is bewezen door Seb Lee-Delisle, die als ‘creative coder’ programmeert aan interactieve installaties en lezingen geeft over creatief programmeren. 2
Lees meer over zijn PixelPhones-oplossing op de volgende pagina.2 seb.ly
Bløf
Bij het jubileumconcert van Bløf in de Ziggo Dome op 3 november 2012 was er een experiment gepland om dit
principe toe te passen op 17.000 smartphones. Helaas is dat niet door gegaan omdat het draadloze netwerk daar niet genoeg verbindingen aan kon.3
Lees meer over draadloze netwerken in “De verbinding” op pagina 40
3 pzc.nl
Afbeelding 26.1: Xylobands
Afbeelding 26.2: Xylobands tijdens concert Coldplay
[PM] Pixelmappen is toepasbaar op elke structuur en is
erg Hier-en-nu. Iedereen in het publiek werkt mee. Iemand
heeft een lampje in de hand en alle mensen eromheen
hebben ook zo’n lampje. Er is dus een zeer hoge mate van
onderdompeling. [/PM]
- 27 -
PixelPhones van Seb Lee-Delisle
Om de kleur van het scherm te veranderen, verandert hij de achtergrondkleur van
een webpagina, zo hoeft er dus geen APP geinstalleerd te worden. Informatie geeft hij door met een WebSocket vanuit openFrameworks (Zie “Device APP” op pagina 36). Tevens bepaalt hij de positie van de smartphones (met knipper sequenties, ontcijferd door OpenCV met een camera) zodat het mogelijk is om patronen te tekenen over het publiek.
Met Xylobands is er een beperkt aantal kanalen en dus een beperkt aantal opties. Op de manier van Seb Lee-Delisle is het mogelijk om elke Pixel (smartphone) een andere kleur te geven en zo dus eigenlijk het publiek te gebruiken als videoscherm. 1
1 seb.ly
Afbeelding 27: PixelPhones bij lezing van Seb Lee-Delisle
- 28 -
Streaming videoMet de huidige snelheid van internet en devices is het mogelijk om
video te streamen. Toepassingen daarvan kunnen erg uiteenlopen,
zie hier een aantal voorbeelden:
Be-at.tv
De website be-at.tv maakt registraties van clubevenementen. DJ-sets worden met meerdere
camera’s gefilmd waarbij ook het decor en het publiek te zien is in Full-HD. De sets zijn live te streamen, maar ook on-demand terug te kijken. Tevens is het mogelijk om commentaar te geven in de tijdlijn van het evenement.
Nick & Simon
De albumpresentatie van Nick en Simon “Sterker” in Carré was binnen een half uur uitverkocht. Om andere
fans mee te kunnen laten kijken, hebben ze de voorstelling live gestreamd naar bioscopen. Voor het eerst in Nederland konden 20.000 mensen in 55 bioscopen live meekijken bij een act van een band.1
1 nickensimon.nl
Starcraft
Starcraft II: Wings of Liberty is een sciencefiction computerspel dat in multiplayer modus gespeeld kan
worden. Er is nu een rage ontstaan om te kijken hoe anderen dit spel spelen. Via sites als twitch.tv kan een computerscherm live gestreamd worden over het internet. Hier wordt niet alleen naar gekeken door mensen thuis, er worden heuse evenementen voor georganiseerd. Daarbij spreken mensen af in een café waar het spel wordt geprojecteerd, vaak wordt het zelfs voorzien van commentaar zoals een commentator dat doet bij een videowedstrijd.
Dit is zo populair dat er een wereldwijd kampioenschap wordt gehouden op majorleaguegaming.com en men in Utrecht bij de BarCraft de laatste wedstrijden kan bekijken, tussen deelnemers uit bijvoorbeeld Taiwan, China of Amerika. 2
2 metareporter.nl
London 2012
Het toppunt van streaming video dit jaar was toch wel de Olympische Spelen in Londen. Bij de Spelen werd wel eerder streaming video aangeboden, maar nog nooit op deze schaal. Zo waren er tegelijkertijd 19 verschillende HD streams, 6300 uur van meer dan 300 evenementen. Maar het belangrijkste verschil is dat ze dit keer werden aangeboden in 6 verschillende bitrates. Dat wil zeggen dat men de videobeelden ook op smartphones of tablets kon bekijken. Hiervoor heeft HaiVision speciale apparatuur ontwikkeld.3 Lees meer over “Streamen” op pagina 39.
3 istreamplanet.com
[PM] Dit is Crossmedia 1.0, de presentatie van Nick en
Simon is op het toneel van Carré, maar is tegelijkertijd
ook te zien als projectie in bioscopen, een ander medium.
[/PM]
Afbeelding 28.1: Een Starcraft wedstrijd
[PM] Dit kan Crossmedia 2.0 zijn (extra’s). De spelers zelf kunnen
alleen het gebied zien waar hun eigen manschappen zijn. Bij
zo’n evenement kan met de spelers meegekeken worden, maar
meestal heeft de presentator een zogenaamde spectators
view, waarbij het complete gebied te zien is van alle spelers.
De toeschouwers zien hierdoor meer dan de spelers zelf. [/PM]
Afbeelding 28.2: London Olympics streaming video
- 29 -
Tweetphony
Onder het motto ‘Laat het Metropole Orkest spelen!’ organiseerde het Metropole Orkest de ‘Metropole Tweetphony’, een combinatie van de geschreven feedback en streaming video. Bezoekers van de website konden met een klein keyboardje zelf een compositie samenstellen van 140 noten, die vervolgens verstuurd werd als Twitter-bericht. Vervolgens ging het Metropole Orkest die composities uitvoeren. Het geheel was live te volgen als stream, de gemaakte composities zijn on-demand terug te zien op de website, bij het bijbehorende Twitter-bericht. Zo is er bijvoorbeeld een compositie van Thomas Acda.
Dit was een actie van het Metropole Orkest om meer aandacht te krijgen, omdat zij dreigen te worden wegbezuinigd. De gespeelde composities zijn te bekijken op www.tweetphony.nl .4
4 tweetphony.nl
Streamen op locatie
De hierboven beschreven toepassingen van streaming video zijn vooral gericht op grote afstanden. Een muziekfestival aan de andere kant van de wereld, waar men bij mee kan kijken of een gebeurtenis die live geprojecteerd wordt in de ruimte waar men is.
Maar technisch is het ook mogelijk om op korte afstand te streamen naar een device. Zo zou men live kunnen kijken naar wat er backstage gebeurt (zoals bij Second Screen APP’s voor tv) of meekijken op een ander podium. 5
5 Interview 5 – Jelbrich Terpstra
SamenvattingDevices kunnen een nieuwe vorm van virtuele realiteit
brengen binnen theater, via oude en nieuwe methoden.
Oude methoden zijn bijvoorbeeld input geven waarvoor anders iemand met een microfoon naar een toeschouwer toe zou komen, of stemmen met een stemkastje. Devices zorgen alleen dat dit makkelijker kan waardoor de drempel om het te doen lager wordt (eventueel zelfs anoniem). In ieder geval kan er makkelijker een dialoog zijn tussen toeschouwer en maker.
Nieuwe methoden kunnen zijn dat men achtergrond-informatie krijgt en dus beter snapt waarnaar gekeken wordt. Of persoonlijke opdrachten krijgt zodat men een rol krijgt, waarvan voltooiing iemand misschien wel toegang verleent tot nieuwe ruimtes. Of onderdeel worden van een lichtshow. Of in Full-HD kwaliteit meekijken in een andere ruimte.
Waarschijnlijk is dit nog maar het begin van de mogelijkheden. Zolang de techniek maar wordt toegepast op een manier die inhoudelijk past bij het concept.
Afbeelding 29: Een van de resultaten van de Tweetphony actie
[PM] Dit is Crossmedia 3.0, het verhaal ging van het ene
medium over in het andere. Het begon als een bericht
op Twitter, ging verder als een concert en eindigde als
Youtube-filmpje. [/PM]
- 30 -
TechniekTechniek moet niet gebruikt worden ‘om de
techniek te gebruiken’, maar het is wel handig
voor het ontwikkelen van een concept om te
weten wat de mogelijkheden van technieken zijn
en welk jargon erbij hoort.
- 31 -
CommunicatieDe kern van sociale media is communicatie, het snel en overzichtelijk
delen van informatie. Of het nu over 140 tekens tekst gaat of over 10
minuten Full-HD video, in essentie gebruiken sociale media dezelfde
technieken.
Metadata
Metatheatraliteit is theater waarin theater gespeeld wordt of over theater gesproken wordt. Zo is
metadata data over data, gegevens over gegevens, informatie over informatie. Metadata komt uit de wereld van film en fotografie (en bibliotheken en zo verder). Als er bijvoorbeeld voor een film een week lang gefilmd is, is er veel materiaal gemaakt. Dat moet vervolgens uitgezocht worden; men moet kiezen wat er uiteindelijk in de montage komt. Maar aan een stapel tapes is niet te zien wat de inhoud is, daarvoor moet men de tapes in een speler stoppen om te zien welk beeld erop staat. Om dat proces makkelijker te maken kan de buitenkant van de tape beschreven worden:
“Tape 6, Camera 3, 12 november, Middag, Scene 2 en 3”
Tegenwoordig wordt beeldmateriaal ingeladen in computers: bijvoorbeeld bij DutchView, waar grote servers alles uit het land verzamelen in een database. Metadata maakt het vervolgens mogelijk om snel te zoeken. Als de editor aan de slag gaat met de film, zou hij bijvoorbeeld kunnen zoeken op “Film x, scene 2” waarop hij alle bestanden krijgt die daarmee te maken hebben.
Bijvoorbeeld:
“Film x, scene 2, camera 1, totaal, take 1 & 2”“Film x, scene 2, camera 2, medium links, take 1” “Film x, scene 2, camera 2, close rechts, take 2”
Hoe gedetailleerder de metadata, hoe makkelijker het is om te zoeken naar het juiste beeld en snel te kunnen monteren. Zo kan erin staan hoeveel mensen er in beeld zijn, wie er in beeld zijn, wat voor shot het is of wat voor camera en lens gebruikt zijn.
Die metadata moet wel door een mens met de hand worden ingevuld. Al zijn er wel steeds meer automatische processen om dit te doen. 1
Taggen
Het taggen van content op sociale media is ook een vorm van metadata, door de mens ingevulde gegevens
over gegevens. Zoekmachines zijn over het algemeen zo gemaakt dat ze websites doorzoeken op tekst en vaak voorkomende woorden. Maar het doorzoeken van foto’s en video is voor een computeralgoritme een stuk lastiger. Het is tegenwoordig steeds makkelijker om vormen te zien, zo kunnen gezichten gevonden worden en soms zelfs herkend. Desalniettemin weet een computer niet dat die foto van ‘Henk’ gemaakt is op ‘Wims bruiloft’.
Het taggen van content maakt het mogelijk om te zoeken op de inhoud van de content en zorgt zelfs voor ‘object-georiënteerde socialiteit’. Op sociale media hoeft iemand niet een vriendschap te hebben, ook als men een object deelt kan men interactie met elkaar hebben. (Praten met Wims nichtje in het commentaar op de foto van zijn bruiloft)1 Interview 2 - Patrick Wildschut
Er zijn vele manieren om te taggen, op verschillende platforms. Men kan laten weten wanneer de foto of video gemaakt is, waar het was, wat voor evenement, wie erbij waren, wie in de foto te zien is et cetera. Hierdoor is het ook mogelijk om content van een groep mensen te organiseren. Bijvoorbeeld in Flickr kunnen alle foto’s die gemaakt zijn op ‘Wims bruiloft’ makkelijk in één overzicht komen.
Berichten in Twitter zijn ook objecten, al bestaan ze uit tekst. Bij Twitter kan een bericht gezocht worden aan de hand van de woorden die erin voorkomen. Het is beter om metadata toe te voegen. Personen worden getagd met @, evenementen met #.2
Bijvoorbeeld:
Linda zegt: “@Henk Zullen we gaan dansen? #wimsbruiloft”
Kruisverwijzingstabellen
Iets om rekening mee te houden bij metadata is dat metadata eigenlijk bestaat uit waarden voor variabelen,
zoals gedefinieerd in een systeem. Definities kunnen verschillen per systeem.
Voorbeeld: Kees is groenteboer, hij koopt een krat appels van de groothandel, hij krijgt een krat waarop staat: ‘APPELS’. De volgende dag krijgt hij weer een krat van de groothandel, maar nu komen ze blijkbaar van een Franse boer, want op het krat staat: ‘POMMES’. In dit geval is de Dikke van Dale de kruisverwijzingstabel, maar als verschillende systemen gekoppeld worden moet er gekeken worden of dit soort tabellen gemaakt moeten worden.3
2 Smith, G3 Smith, G
- 32 -
API
Een ‘Application Programming Interface’ is een methode om programma’s met elkaar te laten
praten. Zo kan het ene programma gegevens uit het andere programma opvragen, aanpassen of zelfs opdrachten laten uitvoeren. Op deze manier communiceren bijvoorbeeld Twitter en Facebook met elkaar.
Voor het zelf maken van een applicatie die gebruik maakt van sociale media is er uitvoerige documentatie beschikbaar op de betreffende websites. Zo is het makkelijk om Tweets op te vragen uit Twitter, statusupdates uit Facebook, foto’s uit Imgur of Instagram of Flickr, vrijwel alle web2.0-gebaseerde sociale media hebben een API met documentatie.
Dat kan allemaal samengevoegd in één applicatie, die dan bijvoorbeeld in kan loggen op Facebook en daar de op Twitter meest trending Instagram-foto sharen. De mogelijkheden van het koppelen van systemen zijn eindeloos.4
4 dev.twitter.com
Meer API’s
Naast puur sociale media zijn ook andere systemen te koppelen met een API, zo heeft bijvoorbeeld de
NS een API (in bèta) waarmee informatie opgevraagd kan worden over stations of reisadvies.5 Het waterschap van de Stichtse Rijnlanden doet metingen bij verschillende stuwen en gemalen, de waterhoogtes daarvan zijn uit te lezen met een API.6 Het Rijksmuseum heeft een API waarmee van meer dan 111.000 objecten uit de collectie informatie op te vragen is. Niet alleen beschrijvingen, achtergronden, maker en materiaal, maar ook 300dpi hoge kwaliteit afbeeldingen.7 Het bedrijf Geodan specialiseert zich in ruimtelijke informatie, de API die informatie haalt van Geoserver.nl biedt bijvoorbeeld landkaarten, gemeentekaarten, postcodekaarten, referentiekaarten, wereldkaarten en bijbehorende informatie die gebruikt kan worden voor routes, met wegtypes en adressen, buurtinformatie en gebouwen.8 Tegen betaling is het zelfs mogelijk om de API van de RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer) te raadplegen, waarmee op kenteken alle bekende gegevens van auto’s op te vragen zijn.9
5 ns.nl6 hdsr.nl7 rijksmuseum.nl8 geodan.nl9 rdw.nl
Zelf API’s maken
Iedereen kan zijn eigen API maken. Bijvoorbeeld om informatie te krijgen over het systeem van de
kaartverkoop, of voor het versturen van vragen of informatie vanaf toneel. Hoe dat werkt verschilt per programmeertaal, maar er zijn wel een aantal termen die handig zijn om te herkennen.
Zo is het handig om een REST API te gebruiken, daarin zijn een aantal standaardbewerkingen al gedefinieerd. API’s kunnen verschillende acties uitvoeren, daarvoor zijn bijvoorbeeld POST-, GET-, PUT- en DELETE-methodes. Men kan ook kiezen om geen XML te gebruiken, maar JSON (compactere XML-standaard), of allebei.
Mocht iemand een API willen maken, zoek dan een goede tutorial om bovenstaande termen te begrijpen. Het belangrijkste is: praktisch elk systeem is uit te lezen.10
10 gen-x-design.com
- 33 -
XML
Een gangbare taal om gegevens uit te wisselen met API’s is XML. eXtensible Markup Language is oorspronkelijk
ontwikkeld voor het digitaal publiceren van grote teksten, maar wordt tegenwoordig voor vele vormen van digitale communicatie gebruikt. Over het algemeen bevat het alleen content, geen opmaak. Als het gebruikt wordt in een website, wordt de content uit een XML-bestand opgemaakt in de website.
De content is gestructureerd in een flexibele, zelf te maken structuur. Om dat duidelijk te maken hier een voorbeeld: 11
<levering name=”mijn_groothandel” xml:lang=”nl”>
<kist>
<inhoud>APPELS</inhoud>
<hoeveelheid>15 kg</hoeveelheid>
</kist>
</levering>
11 xml.com
De API van Twitter kan ook XML-bestanden aanleveren, ter illustratie heb ik een testbericht gemaakt op Twitter.
De API tussen Facebook en Twitter maakt daar gelijk een Facebook-bericht van. Het bericht zelf ziet er vrij eenvoudig uit:
Het XML-bestand met al mijn Twitter-berichten is te vinden op:
https://api.twitter.com/1/statuses/user_timeline.xml?screen_ name=davevanroon
Dit ene Twitter-bericht ziet er in XML zo uit:(Gaat door op de volgende pagina)
<statuses type=”array”> <status> <created_at>Wed Nov 14 11:56:01 +0000 2012</created_at> <id>268683702110932992</id> <text>Voorbeeld Tweet voor mijn BYOD++ #scriptie</text> <source>web</source> <truncated>false</truncated><in_reply_to_status_id/><in_reply_to_user_id/><in_reply_to_screen_name/><user><id>145228439</id><name>Dave van Roon</name><screen_name>davevanroon</screen_name><location/><profile_image_url>http://a0.twimg.com/profile_images/1661017914/profile_
image_1322418294338_normal.jpg</profile_image_url><profile_image_url_https>https://si0.twimg.com/profile_images/1661017914/profile_
image_1322418294338_normal.jpg</profile_image_url_https><url>http://www.davevanroon.nl</url><description/><protected>false</protected><followers_count>23</followers_count><profile_background_color>ACDED6</profile_background_color><profile_text_color>333333</profile_text_color><profile_link_color>038543</profile_link_color><profile_sidebar_fill_color>F6F6F6</profile_sidebar_fill_color><profile_sidebar_border_color>EEEEEE</profile_sidebar_border_
color><friends_count>39</friends_count><created_at>Tue May 18 12:43:37 +0000 2010</created_at><favourites_count>1</favourites_count><utc_offset>3600</utc_offset><time_zone>Amsterdam</time_zone>
Afbeelding 33.1: Voorbeeld Twitter-bericht
Afbeelding 33.2: Automatische post van voorbeeld Twitter-bericht (Facebook heeft gebruik gemaakt van Twitter-API)
- 34 -
<profile_background_image_url>http://a0.twimg.com/images/themes/theme18/bg.gif</profile_background_image_url><profile_background_image_url_https>https://si0.twimg.com/
images/themes/theme18/bg.gif</profile_background_image_url_https><profile_background_tile>false</profile_background_tile><profile_use_background_image>true</profile_use_background_image><geo_enabled>false</geo_enabled><verified>false</verified><statuses_count>17</statuses_count><lang>en</lang><contributors_enabled>false</contributors_enabled><is_translator>false</is_translator><listed_count>1</listed_count><default_profile>false</default_profile><default_profile_image>false</default_profile_image><following/><follow_request_sent/><notifications/></user><geo/><coordinates/><place/><contributors/><retweet_count>0</retweet_count><favorited>false</favorited><retweeted>false</retweeted></status>[… Hier staan de volgende Tweets …]</statuses>
Naast de Tweet, de gebruikersnaam en de datum is er nog veel meer informatie beschikbaar. Bijvoorbeeld
over de gebruiker, waar zijn profielfoto te vinden is, hoeveel vrienden hij heeft of wat de achtergrondkleur van zijn profielpagina is. Of over het bericht zelf, of het een retweet is, waar het geschreven is en met welke software.
Al deze gegevens kunnen gelezen en gebruikt worden in een (zelfgemaakt) programma. “Als het bericht een retweet is, geef dan de originele versie weer” of “Geef alleen het bericht weer als de gebruiker meer dan 10.000 vrienden heeft”.
Dit XML-bestand is trouwens één van de mogelijkheden van de Twitter API, het bekijken van de statussen van een gebruiker. Er zijn er nog veel meer, zoals zoeken op hashtags of trending topics. Kijk voor meer informatie op http://dev.twitter.com
LET OP: Zonder authenticatie mag de API maximaal 150 keer per uur geraadpleegd worden!!! (oAuth algoritmes en SSH tunnels vallen echter buiten de strekking van deze scriptie, kijk hiervoor op de diverse developers websites)
- 35 -
TwitterwallsEen scherm waarop Twitter-berichten worden weergegeven wordt
doorgaans Twitterwall of Twitterfountain genoemd.
Sendsteps (zie pagina 21) maakt gebruik van Powerpoint om
tweets weer te geven en heeft eigen software om dat te beheren.
Maar Sendsteps is wel een betaalde applicatie, wanneer er meer dan
20 gebruikers zijn.
Mocht men een low-budget oplossing zoeken voor een Twitterwall
bij een voorstelling, congres of feest, zijn er diverse gratis Twitterwalls
op internet beschikbaar. Dat is een internetpagina waarop tweets
worden weergegeven. Er kan ingesteld worden wat voor tweets
moeten worden weergegeven, zoals alleen van een bepaalde
gebruiker, of berichten met een bepaalde hashtag. Verder kan
soms de achtergrond veranderen, maar verder zit men vast aan de
vormgeving van die website.1
Een aantal voorbeelden van Twitterwalls:
http://www.anothertweetonthewall.com/
http://www.wallofsilver.net/
http://www.tweetwally.com/
Ook zijn er bedrijven die voor evenementen specifieke Twitterwalls
maken. Die kunnen worden aangepast aan de wensen en huisstijl
van het evenement tegen betaling. Voorbeelden daarvan zijn:
http://www.socialwall.nl/
http://www.tweetwallpro.com/
1 Interview 1 - Jarno Bekkering
Xpression
Twitter-berichten kunnen ook geïntegreerd worden in andere systemen, bijvoorbeeld worden weergegeven
in televisie-uitzendingen. DutchView doet dat met Xpression.
Xpression is een programma van Ross Video Production Technology en wordt gebruikt om graphics te maken. Logo’s, voorfilmpjes, tussenstanden en overzichten, maar ook ‘tickers’, teksten die voorbij scrollen. De teksten die daarin worden weergegeven kunnen live aangepast worden, het programma importeert dat. Xpression kan zo ingesteld worden dat de tekst in zo’n ‘ticker’ gehaald wordt uit een XML-bestand, bijvoorbeeld afkomstig uit de API van Twitter.
Als er dus op televisie een Twitter-bericht te zien is, is er door een programma een plaatje van gemaakt.2
Zelf een Twitterwall maken
Mocht het nu zo zijn dat de eisen voor de Twitterwall te specifiek zijn voor een gratis Twitterwall, maar het
budget te klein voor professionele software, dan kan men er ook zelf één maken.
Eerst moet bedacht worden wat voor Tweets men wil weergeven en de API op zo’n manier aanroepen dat hij de juiste Tweets in een XML-bestand stopt.
2 Interview 2 - Patrick Wildschut en rossvideo.com
Als men het XML-bestand ontvangen heeft moet men dat decoderen en de nodige informatie eruit filteren.
Dat moet men dan weergeven in een gewenste vormgeving. Denk daarbij na over het aantal Tweets wat tegelijk te zien moet zijn, wat er gebeurt als er een nieuwe Tweet binnenkomt, of men de naam en profielfoto van de schrijver van de Tweet wil tonen.
Voorbeeld: Flash is een grafisch programma waarmee makkelijk (interactieve) animaties gemaakt kunnen worden. Flash werkt met vormen die gemanipuleerd kunnen worden met keyframes in een tijdlijn. Daarnaast kan de animatie beïnvloed worden met programmeercode genaamd Action Script (versie 3, daarom AS3). AS3 kan een XML-bestand downloaden en decoderen, bijvoorbeeld door het om te zetten in een Array (programmeerlijstje) waarna de informatie te gebruiken is als variabelen in verdere code.
Bijvoorbeeld (figuratief-geen echte code):
“Als (laatste_bericht == nieuw) { Ga naar frame ‘popup_nieuw_bericht’ }Anders { Doe niks }Einde Als”
AS3 kan ook de informatie, bijvoorbeeld de Tweet of de profielfoto, weergeven in tekstgebieden in Flash, en klaar is de Twitterwall. Flash is slechts één van de mogelijke opties voor het maken van een Twitterwall, zo kan het bijvoorbeeld ook met Python of HTML 5.3
3 Interview 1 - Jarno Bekkering en Interview 3 - Tony ter Neuzen
- 36 -
Device APPAls de bezoekers een Tweet willen plaatsen voor op een Twitterwall
kunnen zij de Twitter APP van hun device gebruiken. Voor Facebook
is er een Facebook App. Maar mocht de vraag zijn om verschillende
diensten in één APP te combineren of extra functionaliteit te bieden,
zoals de mogelijkheid om te stemmen, kan daarvoor een aparte APP
gemaakt worden. Maar hoe werkt dat?
HTML5 vs Native APP’s
“Native APP’s” zijn APP’s die specifiek gemaakt zijn voor een type device. Voor het maken van een APP
voor iPhones (iOS) is er Xcode, een programmeeromgeving waarin met de programmeertaal Objective-C een APP gemaakt kan worden. Voor Android is er bijvoorbeeld Eclipse, Netbeans of IntelliJ met de taal Java. En zo voor elk type, Windows Phone, Blackberry, bada, webOS, elke zes maanden komt er wel weer een nieuw mobiel besturingssysteem. Om een APP zowel op iOS als Android te kunnen gebruiken is er voor elk systeem een specialist nodig.
Native APP’s zijn snel omdat ze de direct met de kern van het besturingssysteem werken en hebben toegang tot alle mogelijke (specifieke) functies van een device (bijvoorbeeld de camera van een smartphone). Native APP’s kunnen worden gedownload via een APP-store.
Een nieuwe trend binnen het ontwikkelen van APP’s is HTML5, wat eigenlijk niet meer is dan een website die geschikt is voor devices. Programmeren kan dus ook gewoon met HTML, JavaScript en CSS, wat makkelijker te leren is dan C of Java.
HTML5 APP’s zijn doorgaans minder snel dan Native APP’s, omdat de browser een vertragende
laag is tussen de APP en de kern. Daarnaast kunnen niet alle functies van een device gebruikt worden, zoals de camera, adressenboek of lokale opslag van bestanden. Maar er is geen APP-store nodig, meestal blijven de bestanden op een server, updates kunnen centraal en direct doorgevoerd worden en er is maar één specialist (specialisme) nodig.
Er zijn diverse bibliotheken beschikbaar om het programmeren in HTML5 te versnellen. Bijvoorbeeld JQuery Mobile, iScroll of Sencha Touch bieden functies die te integreren zijn in de APP om mobiele functionaliteit te bieden, zodat het wiel niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden.
Hybrid is de compromis tussen Native en HTML5, zoals een hybride auto ook op elektriciteit én brandstof
rijdt. Hierbij krijgt een in HTML5 geprogrammeerde APP bij het exporteren een dun laagje ‘Native’ om zich heen. Dit laagje zorgt ervoor dat de APP wel gebruik kan maken van functies van een device. Een Hybrid APP wordt centraal geprogrammeerd, vervolgens voor elk type device geëxporteerd en kan in een APP-store aangeboden worden.
Hybrids kunnen gemaakt worden met Phonegap, Appcelerator Titanium of Kirin. Kijk voor goede ‘getting started guides’ op phonegap.com . 1
Deze scriptie beperkt zich verder tot HTML5 APP’s, omdat dit toegankelijker is met een klein budget. Verder ingaan op Native APP’s is niet van belang voor begrip van de diverse methodes.
1 developerforce.com
Afbeelding 36: Schematische weergave van het verschil tussen Native, HTML5 en Hybrid APP’s
- 37 -
Ajax
Stel, een APP moet Tweets weergeven. De APP wordt geschreven in HTML 5 wat uit de API van Twitter
een XML-bestand haalt. De JavaScript in HTML 5 kan XML decoderen en de Tweets weergeven. Maar wat gebeurt er als een nieuwe Tweet is?
Daarvoor is AJAX bedacht, Asynchronous JavaScript And XML, een hippe term die niet staat voor een nieuwe taal, maar een nieuw gebruik van oude talen.
Om in een klassieke website (zonder AJAX) nieuwe informatie te bekijken moet de browser naar een nieuwe pagina gaan of de pagina herladen. Dit duurt relatief lang en menu’s en afbeeldingen moeten opnieuw worden opgebouwd. AJAX gebruikt JavaScript om met een XMLHttpRequest een XML-bestand op te vragen met de nieuwe informatie.
Met AJAX wordt alleen de relevante informatie vernieuwd, niet de hele pagina. Dit kan gedaan worden wanneer er een actie gedaan wordt (bijvoorbeeld een knop indrukken of met de muis ergens overheen gaan) of na een bepaalde tijd (elke 30 seconden kijken of er al een nieuwe Tweet is).
Het meest bekende voorbeeld van AJAX is Google Suggest. Als iemand iets zoekt op Google en de eerste letters heeft ingetypt, geeft Google suggesties van zoektermen. Daarvoor is diegene dan niet naar een nieuwe pagina gegaan, AJAX heeft de suggesties in de achtergrond opgehaald. 2
Pull vs Push
AJAX (a.k.a. Polling) is een zogenaamde Pull methode, het device van de gebruiker trekt nieuwe
informatie naar zich toe. Maar wat als de gebruiker het direct wil weten wanneer er een nieuw bericht is. Bijvoorbeeld bij chatten moet een bericht direct bij de ander aankomen. Maar als AJAX ingesteld is op een interval van 30 seconden kan het zijn dat het 30 seconden duurt voor een nieuw bericht binnenkomt.
2 w3schools.com
Daarvoor is Long-Polling, waarbij gegevens náár het device gestuurd worden. De meest gebruikte techniek daarin is Comet. Net als bij AJAX wordt een XMLHttpRequest gedaan naar een server, alleen reageert de server niet gelijk. Hij doet dat pas als er nieuwe informatie is, tot die tijd laat hij de Request open. Dit heeft als nadeel dat de server voor elke verbonden gebruiker een proces laat draaien en dat meer verbindingen meer werkgeheugen nodig hebben.
Comet wordt langzaamaan vervangen met WebSockets, een Push methode. Daarbij heeft elk device een identificatienummer, wordt een ‘event handler’ gekoppeld aan een openstaande poort (in plaats van openstaand proces) en heeft de server alleen nog maar werkgeheugen nodig voor acties. Dit heeft Seb Lee-Delisle gebruikt voor zijn Pixelphones, lees daarover meer op pagina 26.3
Bij de Pixelphones zijn de Websockets gemaakt met openFrameworks, maar er zijn vele manieren om een
Websocket tot stand te brengen. Zelfs voor PHP (een server-side scripting taal) is er een module (bijvoorbeeld Ratchet), die hoeft men alleen maar te installeren en is daarna als object te gebruiken in (bestaande) code, de module maakt dan zelf de verbinding (in het geval van Ratchet via SOAP (Remote Procedure Call over HTTP)).
Waar Comet kan draaien op dezelfde server als de APP, kan het voor Websockets wel beter zijn om een aparte server de Websockets te laten beheren, wanneer veel activiteit wordt verwacht.4
3 dsheiko.com4 socketo.me Afbeelding 37: Schematische weergave van het Ajax principe
- 38 -
QR-Codes
Als er eenmaal een APP is en een centrale server, kan die server diverse handelingen uitvoeren. Zoals
het uitlezen van API’s, interessante Tweets selecteren, afbeeldingen downloaden en die bewerken en nog veel meer. Een van de dingen die een server ook kan is het genereren van QR-Codes.
Een QR-Code is een 2-dimensionale barcode die oorspronkelijk is ontwikkeld voor machines. QR staat voor Quick Response omdat het een snelle manier is om gegevens uit te wisselen. Met een ingewikkeld wiskundig algoritme kan tekst worden omgezet in zwarte en witte punten. Een aantal gebieden zijn standaard, zoals de blokken in de hoeken, om de oriëntatie en de schaal te duiden. Hoe meer informatie in de QR-Code, hoe meer en kleiner de pixels.5
Met een plug-in kan een webserver dit soort Codes genereren en een smartphone (of speciale QR-Code scanner) kan deze dan weer ontcijferen. Probeer deze QR-Code maar eens te scannen met een smartphone.
5 swetake.com
De QR-Code van de KLM Boarding Pass (zie pagina 25) kan ook gescand worden met een smartphone. De
inhoud van die QR-Code is:
M1VANROON/DAVE E AMSJFKKL 0641 321M044D0117 300
Achtereenvolgens dus (naar eigen interpretatie) staat daar dat ik een Man ben, Alleen, Dave van Roon, vliegt Economy van Amsterdam naar John F. Kennedy met KLM vlucht 0641. En dan nog een code waar waarschijnlijk de software van de incheckbalie wat mee kan.
Binnen een fractie van een seconde kon de dame van de incheckbalie mij zeggen: ‘Ah meneer van Roon, u vliegt naar New York?’ Op deze manier kunnen ook gegevens uitgewisseld worden bij een interactieve voorstelling met verschillende locaties. Dan kan de publieksbegeleider aan de ingang van een ruimte (binnen een fractie van een seconde na het scannen van een QR-Code van een device) zeggen: ‘Ah meneer Jansen, U heeft inderdaad toegang tot deze ruimte, was het leuk in ruimte A waar u zojuist uw opdracht heeft uitgevoerd?’
Een QR-Code laten zien en moeten laten scannen is nog wel een omslachtige methode. Een nieuwe methode is
NFC, Near Field Communication. Daarbij worden twee apparaten tegen elkaar gehouden en kunnen op die manier met elkaar communiceren. Bijvoorbeeld met een NFC Tag, een sticker of een sleutelhanger, als daar een smartphone tegenaan gehouden wordt krijgt die informatie binnen, bijvoorbeeld het adres van een website. Maar twee devices die tegen elkaar gehouden worden kunnen beide kanten op informatie uitwisselen. Hier ligt zeker een interessante toekomst, maar gezien alleen de nieuwste toestellen dit pas ondersteunen zal het nog even duren voor dit voor een heel publiek gebruikt kan worden.66 androidworld.nl
Afbeelding 38: Voorbeeld van zelf gegenereerde QR-code
Afbeelding 25.2: Boarding pass met QR code
- 39 -
Streamen Even een filmpje delen is tegenwoordig makkelijker dan ooit tevoren,
een smartphone heeft zelfs een functie geïntegreerd om met één druk
op de knop een filmpje te uploaden naar Youtube, een paar minuten
later kan iemand aan de andere kant van de wereld er al naar kijken.
Een filmpje van Youtube is ‘content on demand’. Ergens op een server
staat het filmpje opgeslagen (bijvoorbeeld in een H.264-codec) en de
gebruiker bekijkt dat wanneer hij wil. Wat daar ‘streaming’ aan is,
is dat de gebruiker al kan gaan kijken voor het complete bestand is
gedownload, er wordt een stukje bekeken zodra het in de buffer staat.
Bij ‘live-streaming’ wordt de video live omgezet in zo’n codec en over
het internet gestuurd. De gebruiker merkt geen verschil, omdat ook
hier een buffer gevuld wordt waaruit gekeken kan worden.
Een ‘live-stream’ kan wel opgeslagen worden en later ‘on demand’
worden teruggekeken, zoals be-at.tv doet (zie pagina 28).
Unicast vs. Multicast
Streamen kan op twee manieren, de ‘eenvoudigste’ is Unicast, waarbij er één zender en één ontvanger is. Als
een camerabeeld gebruikt wordt in een voorstelling aan de andere kant van de stad, wordt het beeld gecodeerd bij de camera, verstuurd over het internet naar de andere locatie, daar gedecodeerd en geprojecteerd.
Bij Multicast wordt de stream naar meerdere ontvangers gestuurd. Ontvangers sturen een verzoek om in de Multicast te worden toegevoegd, de server zorgt voor een beheerste data distributie, eventueel met loadbalancing over verschillende servers.
Broadcaster vs. Server
Bij Unicast is een encoder nodig, dat kan een Quicktime Broadcaster zijn, die encodeert de video en stuurt het
uit. Op de ontvangende machine moet het gedecodeerd worden, dat kan gewoon een afspeelprogramma zijn, zoals Quicktime of VLC.
Bij Multicast stuurt de bron de stream in Unicast naar een server als Quicktime Server, die zorgt verder voor de Multicast distributie. In een klein netwerk met weinig mensen die tegelijk naar de stream kijken is het mogelijk dat de broadcaster en de server dezelfde computer zijn.
Ook op Youtube worden ‘live-streams’ aangeboden, daarbij zijn de computers van Youtube de servers. De maker van de stream heeft dan broadcast-software draaien om de
stream aan te leveren. Zo zijn er nog veel meer websites die de distributie op zich kunnen nemen, zoals ustream.tv of livestream.com of wowza.com .
Het voordeel van het overlaten van de Multicast aan dit soort websites is dat zij ook rekening houden met
verschillende platforms. Als de stream een hoge kwaliteit heeft (bijvoorbeeld 1080p60 H.264) kan een smartphone het daar nog wel eens lastig mee hebben (qua rekenkracht en bandbreedte). Maar op een groot computerscherm is een lage resolutie en kwaliteit dan weer lelijk. En sommige Windows machines kunnen geen Quicktime afspelen maar bijvoorbeeld wel WMV of Flash. Daarom wordt de stream afhankelijk van het platform in een verschillend formaat aangeboden.1
Dedicated machines
Streamen kan met software die gebruikt kan worden op een normale computer. Maar voor grotere of
langlopende projecten kunnen ook ‘dedicated’ machines gekocht worden, apparaten die toegespitst zijn op het streamen. Daar zit wel een computer in waar software op draait, maar het besturingssysteem en de hardware zijn dan geoptimaliseerd voor het streamen.
HaiVision is een bedrijf dat dit soort apparaten maakt. Zo hebben ze apparaten waar een HD-SDI-videosignaal in kan en een H.264-stream over het netwerk uitkomt. Voor de Olympische spelen in London van 2012 hebben ze specifieke hardware gemaakt met een Flash-codec om voor verschillende platforms wedstrijdbeelden aan te kunnen bieden.2
1 Interview 2 - Patrick Wildschut2 istreamplanet.com
Afbeelding 39: Device afhankelijke bitrates
- 40 -
De verbindingWie wel eens naar een groot festival geweest is, of zichzelf in een
andere situatie vond waarbij veel mensen bijeenkwamen, heeft
onvermijdelijk ooit ervaren dat de ontvangst van telefoons dan erg
slecht is. Het netwerk raakt zo vol dat het moeilijk wordt om ‘erdoor
te komen’. Voor gebruik van devices in theater of een evenement is het
belangrijk om dat te voorkomen.
Tenzij anders vermeld is de bron voor het subhoofdstuk ‘De Verbinding’
het interview met Jelbrich Terpstra en het document van Ruckus.
Zie “Interview 5 – Jelbrich Terpstra” op pagina 55
Lokaal vs. Globaal
Voor het uitwisselen van informatie is een verbinding nodig. Een telefoon heeft een draad om verbinding
te maken met de centrale. Bij een draadloze telefoon is een stukje van die draad vervangen met een radiosignaal. Huistelefoons maken verbinding met een kastje waar weer een draad aan zit. Huistelefoons kunnen lokaal met elkaar verbinding maken, maar ook naar buiten bellen (globaal). Een GSM maakt verbinding met een zendmast in de buurt, waar ook weer een draad aan zit. Een GSM zit daarmee in een globaal netwerk.
Een GSM-zendmast heeft een beperkte capaciteit. Bij evenementen kunnen veel mensen aanwezig zijn die tegelijk willen bellen (globaal), wat zo’n zendmast niet aan kan. Er kan dan een steunmast (MicroCell) geplaatst worden, zoals Vodafone wel eens doet bij grote TV-shows.1
Bij computers gaat hetzelfde verhaal op. Computers zijn met kabels verbonden en kunnen lokaal met elkaar communiceren. Via een externe kabel en een modem/router kunnen computers globaal verbinding maken met andere computers op het internet.
Ook computers kunnen draadloos verbinding maken met Wi-Fi, maar aan het Wi-Fi-kastje zit ook weer een kabel om verbinding te maken met het lokale netwerk.
1 Interview 2 - Patrick Wildschut
Devices kunnen op meerdere manieren verbinding maken. Ze kunnen als GSM met een zendmast verbinden, maar ook met 3G en zo verbinding krijgen met het internet, dus een globale verbinding.
Devices kunnen ook verbinding maken via Wi-Fi, lokaal in een netwerk, globaal als er via dat netwerk communicatie mogelijk is over internet.
BYOD
De naam van deze scriptie is BYOD++ en dat is niet voor niets. Het is een afgeleide van BYOD, binnen telecom is
dat een hippe term. Het staat voor Bring Your Own Device en refereert aan een vraag die op het moment veel gevraagd wordt aan ICT-afdelingen van kantoren: medewerkers willen hun eigen device (laptop, smartphone en tablet), kunnen gebruiken op kantoor. Met een eigen smartphone bellend het kantoor binnen lopen, achter een bureau gaan zitten, de vaste telefoon oppakken en met dat toestel hetzelfde gesprek vervolgen, zonder dat de persoon aan de andere kant van de lijn het door heeft. Op een tablet de laatste jaarcijfers laten zien, ongeacht of men op kantoor is.
Voor een ICT-afdeling is dat een nachtmerrie. Elk device is een computer op zich, eigen computers in een bedrijfsnetwerk zijn niet beheerbare zwakke plekken met risico’s als virussen en veiligheidslekken. Om toch aan deze eis te kunnen voldoen zijn er veel ontwikkelingen gedaan binnen de telecom, zodat gegevens veilig benaderd kunnen worden en verschillende devices naadloos op elkaar aan kunnen sluiten.
- 41 -
Het gebruik van devices in theater valt dus ook onder het BYOD-principe, maar hier heb ik het BYOD++ genoemd, Bring Your Own Device: To Theatre. Er is namelijk een significant verschil tussen kantoren en theater. In een kantoor zijn de medewerkers verspreid over een groot gebouw en gebruiken ze verspreid over de dag hun devices. Binnen theater zijn er veel bezoekers tegelijkertijd in één ruimte en gebruiken ze hun devices allemaal tegelijkertijd.
Wi-Fi
Waar dat verschil het sterkst te merken is, is bij de verbinding. In een kantorencomplex zijn
verschillende ruimtes waar mensen zich bevinden. In die ruimtes kunnen verschillende Access Points (AP) opgehangen worden, Wi-Fi-antennes die verbinding maken met de devices in die ruimte. De AP’s zijn aangesloten op een controller, die er bijvoorbeeld voor zorgt dat als iemand van de ene naar de andere ruimte gaat, het device ook met het bijbehorende AP gaat verbinden, zonder dat de gebruiker daar iets van merkt.
Doordat in een kantoor de medewerkers verdeeld zijn door een gebouw is het aantal devices wat moet verbinden met een AP gemiddeld laag. Ter indicatie: een consumenten-AP (a.k.a. Wi-Fi-routertje) van Asus, Linksys of Netgear kan met maximaal 10 á 20 devices verbinden. Daarbij gaat de snelheid snel omlaag bij veel gebruikers. Bedrijven als Cisco, Juniper, Ruckus en Aruba maken professionele AP’s die kunnen samenwerken met een controller. Zulke AP’s kunnen vaak 100 á 200 devices verbinden. Sommige grote AP’s die voornamelijk bedoeld zijn voor gebruik in de buitenlucht kunnen zelfs tot 500 devices.
Stel, er zou Wi-Fi aangeboden moeten worden voor alle bezoekers van Carré. Dat zijn 1.600 devices tegelijkertijd in dezelfde ruimte. Wie denkt ermee weg te komen om ‘gewoon’ een stuk of 8 AP’s in de zaal te zetten, zal bedrogen uitkomen.
Wi-Fi interferentie
Als AP’s namelijk te dicht bij elkaar zitten, treedt er interferentie op wat kan zorgen voor storing of
slechte ontvangst. Vooral ‘gewone’ omni-directionele AP’s, die 360 graden rond kunnen stralen, hebben hier last van. Daarvoor zijn er gerichte AP’s, passief of actief, waarbij een AP alleen in de richting van het device straalt.
Objecten, die normaal in de weg staan, kunnen ook gebruikt worden om Wi-Fi signaal te sturen. Een muur kan reflecteren en zo een sterker signaal bieden. Of een balkon vol mensen kan signaal absorberen en zo een scheiding maken tussen gebieden.
In open ruimtes kan ervoor gekozen worden om het vermogen van de AP’s wat lager te zetten, zodat ze elkaar minder in de weg zitten. Maar over de mate waarin dit de ontvangst verbetert of verslechtert zijn de meningen verdeeld.
Binnen Wi-Fi zijn er verschillende standaarden, een recente standaard is 802.11n welke kan werken
op een frequentie van 5 GHz. Dit is een relatief snelle en betrouwbare verbinding, controllers kunnen devices dwingen op deze frequentie te zitten als ze dit ondersteunen. Oudere standaarden werken op 2,4 GHz maar zijn nog relatief snel. Hele oude standaarden communiceren echter een
stuk trager. Het is beter om geen ondersteuning te bieden voor dat soort devices, omdat zij het netwerk vertragen. Ontwikkelingen gaan onverstoord verder, frequenties worden hoger, bandbreedtes worden breder, verbindingen betrouwbaarder. Waar het nu nog niet mogelijk is om in Carré voor 1600 devices tegelijkertijd HD video te streamen, kan dat met een toekomstige standaard wellicht wel.
Verder is het nog mogelijk om te kijken naar het bundelen van kanalen, te scannen naar achtergrondruis (bijvoorbeeld een industriële oven die storing oplevert), of bepaalde modulaties toe te passen. Mocht dit nodig zijn raadpleeg dan vooral een specialist.
Afbeelding 41: Wi-Fi met controller in plaats van losse AP’s
- 42 -
Data optimalisatie
Hoewel bandbreedtes steeds groter worden met moderne Wi-Fi-standaarden, zijn ze niet onbeperkt,
vooral als er een hoge concentratie van devices is. In dat geval is het van belang om goed na te denken over de data die wordt verstuurd.
Bijvoorbeeld het Twitter-bericht op pagina 33 wat bestaat uit ongeveer 2000 tekens. Dat is op zich niet heel veel, tenzij alle devices het tegelijkertijd moeten kunnen ontvangen. De XML zou eerst gefilterd kunnen worden. Bijvoorbeeld als alleen het bericht, de auteur en het tijdstip van belang zijn:
<statuses type=”array”> <status><id>268683702110932992</id> <text>Voorbeeld Tweet voor mijn BYOD++ #scriptie</text><name>Dave van Roon</name><created_at>Wed Nov 14 11:56:01 +0000 2012</created_at></status>[… Hier staan de volgende Tweets …]</statuses>
De mate waarin data geoptimaliseerd kan/moet worden verschilt per situatie, wat voor data verstuurd moet worden en naar hoeveel devices tegelijkertijd.
Datadistributie
Niet alleen het Wi-Fi deel in een netwerk is een limiterende factor, een andere ‘bottleneck’ is de link
naar buiten. De verbinding met internet. De bandbreedte van het netwerk is afhankelijk van de apparatuur en bekabeling. Maar de capaciteit van de internetverbinding verschilt per locatie en is afhankelijk van ‘het huis’ en de bijbehorende provider. Als veel devices tegelijkertijd een gestreamde video willen bekijken kan het netwerk dat misschien wel aan, maar de internetverbinding niet.
In dat geval moet er gekeken worden naar datadistributie. Een oplossing kan bijvoorbeeld zijn om zo’n filmpje te downloaden naar een server in het lokale netwerk, om dat vervolgens binnen het netwerk te distribueren naar de devices. Mocht één server voor dat filmpje niet genoeg zijn, kunnen ook meerdere servers dat filmpje streamen, waarbij de devices gelijkmatig verdeeld moeten worden over de servers.
Per project moet gekeken worden wat de eisen zijn en hoeveel servers daarvoor nodig zijn. Een HTML5-APP waar heel veel gedaan wordt met WebSockets kan bijvoorbeeld vragen om één webserver en meerdere WebSocket-servers.
Beheer en beveiliging
Elk systeem is zo sterk als de zwakste schakel, en dat is vaak de mens. Er moet altijd rekening gehouden
worden met mensen die kwaadwillig proberen de grenzen van een systeem op te zoeken. Als een Wi-Fi-netwerk helemaal berekend is op een simpele HTML5-APP, maar een aantal mensen filmpjes gaan kijken op YouTube in HD-formaat, ligt al snel het netwerk plat.
Dus niet alleen moeten de beheermodules goed beveiligd zijn. Ook moet er nagedacht worden over wat gebruikers wel en niet mogen doen. Als er een goede lokale distributie is van globale content, kan internettoegang afgesloten worden voor devices. Als het een wens is dat gebruikers feedback kunnen geven via Facebook, dan hebben ze echter wel toegang tot internet nodig. Een oplossing kan dan zijn om alleen Facebook toegankelijk te maken via Wi-Fi, of de bandbreedte per device te limiteren.
Daarnaast vinden mensen het soms grappig om systemen te misbruiken. Bij de voorstelling ‘De
Winnaar’ (zie pagina 22) heeft iemand wel eens getwitterd “Jamai is Homo”. Ook dat moet beheerd worden, wat met detectiealgoritmes kan of met software waarmee negatieve berichten verwijderd kunnen worden.
Een slimme oplossing bij Twitter is om een Twitterwall te maken die de retweets weergeeft van een speciaal daarvoor gemaakt Twitter-account. Een beheerder kan dan kijken welke berichten op Twitter interessant zijn en die retweeten, zodat alleen die worden weergegeven.
[HEEL_ERG_TECHNISCH] Een ander voorbeeld van dataoptimalisatie in een Wi-Fi-netwerk is WINS-tabellen. Devices worden naast IP-adres ook geïdentificeerd op MAC-adres. Voor het geven van IP-adressen moet een DHCP-server opgezet worden, maar om unieke NetBIOS-namen te garanderen controleert het WINS-protocol eerst het complete netwerk met een broadcast “Who is …?”. Als de AP’s zelf registreren met welke devices ze verbonden zijn en wat hun adressen zijn (MAC en IP), hoeft WINS niet over Wi-Fi maar kan het binnen het snellere Ethernet blijven. [/HEEL_ERG_TECHNISCH]
- 43 -
De Ultieme Theater APPDeze richtlijnen zijn naar voren gekomen tijdens de interviews en
verder onderzoek.
- De Ultieme Theater APP bestaat niet…
Ieder project is anders en heeft andere eisen. Een pakket als Sendsteps bijvoorbeeld heeft maar één functie, het geven van feedback met tekst en stemmen. Het geven van persoonlijke opdrachten kan er niet mee en die functie zou er los bij gemaakt moeten worden.
De eisen kunnen functioneel zijn, maar ook qua vormgeving en gebruik. Mag het scherm velgekleurd zijn of het liefst zo donker mogelijk? Moet een handeling ingeleid worden met het stilleggen van het spel, of kan de APP dat zelf aangeven?
Ook geeft de locatie extra eisen, mogelijkheden en voorzieningen.
- Gebruik techniek niet om techniek te gebruiken…
Een Twitterwall die bij een evenement geplaatst is omdat dat hip is, werkt niet. Maar een Twitterwall die een betekenis heeft werkt wel, zoals de sociaal maatschappelijke rol die het heeft bij de voorstelling ‘De Winnaar’. Vooral als er vervolgens ook wat met de feedback gedaan wordt en toeschouwers invloed kunnen hebben op de voorstelling.
- Stap uit de rol van zender
Theater is van oudsher een zender, spelers op toneel die een verhaal brengen aan het publiek. Binnen sociale media heeft theater snel diezelfde rol. De potentie van sociale media ligt in de dialoog, waarbij het publiek zelf een actievere rol kan spelen.
- De APP M-O-E-T werken
Als een APP een significante rol speelt binnen een voorstelling, moet hij snel, overzichtelijk en toegankelijk zijn en niet uitvallen. Houd daarom rekening met verbindingen, protocollen en piekgebruik.
- Maak de juiste koppelingen
Met API’s kunnen veel systemen aan elkaar gekoppeld worden, maak daar iedere keer de juiste keuzes in. Als een stemsysteem aan het lichtsysteem gekoppeld is kunnen bezoekers de lichtkleur bepalen. Bij participatietheater met verschillende locaties is het handig om het systeem te koppelen aan kaartverkoop, programma / tijdsschema en een kaart van de locatie.
Zoek daarbij de grenzen op. Misschien wordt het ooit mogelijk om de API van de kaartverkoop te koppelen aan de API van vervoersbedrijven. Stel, veel bezoekers blijken in een bepaalde periode met een KLM-vliegtuig naar Amsterdam te vliegen. Stel dat er dan in het entertainmentprogramma van die vluchten een filmpje aangeboden kan worden, als inleiding van de voorstelling. Of dat de acteurs bombarie maken in de meest geplande tram in 9292.
- Denk na over alternatieven
Niet iedereen heeft een eigen device. En als iemand er wel een heeft kan het zijn dat die niet genoeg rekenkracht heeft, of een te oud Wi-Fi protocol, of een lege batterij.
Kan iemand bijvoorbeeld een papieren alternatief krijgen? Of een reserve device? Wellicht een centraal oplaadpunt met zowel micro-USB als Apple laders? Of alleen stopcontacten?
- 44 -
ConclusieDe huidige maatschappij ondergaat een ware ‘mediastorm’ waarbij
ons leven digitaler wordt en we steeds mobieler toegang hebben tot
informatie. Sociale media bieden ons de mogelijkheid tot co-creatie
en globalere sociale interactie. Ook binnen theater is er vraag naar
meer gebruik van sociale media, maar tijdens de voorstelling wordt
dat nog niet toegestaan.
Sommige kunstenaars gebruiken bijzondere toepassingen van
sociale media, als Augmented Reality beelden in Layar, of foto’s van
Facebook in een decor. Maar over het algemeen gebruikt theater de
sociale media vooral voor commerciële doeleinden. Op Facebook
wordt reclame gemaakt voor voorstellingen, op Twitter kunnen
mensen vertellen wat ze vinden van een voorstelling.
Als sociale media gebruikt worden op locatie
blijft dat voornamelijk bij Twitterwalls
die verder geen invloed hebben op het verloop
van de voorstelling. Fysiek zijn ze aanwezig,
inhoudelijk staan ze los van de voorstelling. Als
er interactiviteit in een voorstelling is, wordt dan
vaak gekozen voor specifieke apparatuur zoals
stemkastjes. De devices die het publiek meebrengt,
smartphones of tablets, kunnen hetzelfde, maar
moeten worden uitgeschakeld als de voorstelling
begint.
Het aan laten staan van devices biedt diverse
mogelijkheden voor theater. Om te beginnen
kunnen er nog steeds berichten gestuurd worden,
via Twitter of andere wegen. Maar daar moet dan
wel wat mee gedaan worden, bijvoorbeeld acteurs
die reageren, het verloop van de voorstelling
veranderen, input geven voor improvisatietheater,
of directe vragen stellen in een congres. Zo kan
er met devices ook gestemd worden, zoals met de
stemkastjes, wat het verloop ook kan beïnvloeden.
Het voordeel van de devices is dat er
ook een mogelijkheid is om als maker
terug te praten. Zo kan er, als bij Second Screen
APP’s voor televisie, extra informatie over de
voorstelling en personages gegeven worden. Maar
mensen in het publiek kunnen ook persoonlijk
aangesproken worden, omdat elk device afzonderlijk
benaderd kan worden. Persoonlijke opdrachten
kunnen zorgen voor participatie in decors met
verschillende ruimtes. QR-codes kunnen daarbij
bijvoorbeeld gebruikt worden om mensen uit het
publiek persoonlijk te identificeren en op basis
van uitgevoerde opdrachten of een script, wel of
niet toegang te verlenen tot verschillende ruimtes.
Zo kan het zijn dat een bepaalde stelling van
verschillende kanten belicht wordt en het publiek
kan kiezen bij welke mening ze willen horen, wat
- 45 -
hen toegang geeft tot ruimtes die horen bij die
mening.
Devices zijn kleine computers en daarmee
zijn de mogelijkheden eindeloos. Zo kan,
door het systematisch veranderen van de kleuren
van beeldschermen, elk device een pixel worden
in een videoscherm ter grootte van het publiek.
Publiek zou zelfs kunnen kijken naar videostreams,
filmpjes of bijvoorbeeld wat er live backstage
gebeurt.
Hoewel de inhoudelijke toepassing belangrijk
is en techniek niet gebruikt moet worden ‘om
de techniek te gebruiken’ kan het begrijpen
van de benodigde technieken wel helpen in het
ontwikkelen van een concept. Zo is ‘taggen’ een
vorm van metadata die het mogelijk maakt om
snel de juiste informatie te zoeken. Daarmee
kunnen API’s geraadpleegd worden. API is een
programmeerstructuur waarmee sociale media
informatie uit kunnen wisselen, die leveren
bijvoorbeeld XML-bestanden met Twitter-berichten.
Met API’s kunnen systemen gekoppeld worden.
Een Twitterwall kan Twitter uitlezen met een
Twitter-API. Maar er is veel meer mogelijk.
Heel veel systemen kunnen worden gekoppeld.
Per project moet dus gekeken worden welke
systemen gekoppeld moeten worden. Moet het
reserveringssysteem en Facebook gekoppeld
worden? Of Facebook en Instagram? Of Twitter, een
lokaal stem-systeem, de kleur van de belichting en
een live videostream? Zolang het inhoudelijk bij het
concept past is technisch alles mogelijk.
Maar dat technisch alles mogelijk is, wil
niet zeggen dat het makkelijk of gratis
is. Vooral doordat in theater veel mensen dicht
bij elkaar zijn is bijvoorbeeld een goede Wi-Fi-
verbinding een uitdaging. Gebruik van Facebook
en Twitter moet altijd beheerd worden en eventuele
APP’s of websites moeten geprogrammeerd
worden. Hoe meer data naar de devices gestuurd
wordt, hoe meer er nagedacht moet worden over
datadistributie.
Goede inhoudelijke toepassingen kunnen
volgens mij erg interessant zijn voor
theater en een nieuw, jong publiek trekken. Als
vervolgonderzoek zou ik dus ook vooral willen
aanraden om zelf aan de slag te gaan, interessante
API’s te vinden, toegankelijke APP’s te maken en te
kijken hoe publiek daarop reageert.
Wat wel nog een interessante discussie
zou kunnen zijn is de vraag wat modern
theater is. Een voorstelling waarbij publiek rond
kan lopen, betrokken wordt bij het spel, toegang
kan verdienen tot ruimtes, de voorstelling kan
beïnvloeden en co-creëren, is dat nog theater of is
dat meer een real-life computerspel? Of wordt het
echte leven niet sowieso al een computerspel?
- 46 -
Bronnenlijst
- 47 -
WebsitesAuteur Naam Document Naam Website Datum Publicatie Datum bekeken URL
Tweet Seats Amphion Schouwburg 24 October 2012 http://www.amphion.nl/info/tweetseatsVleugel, Dim NFC binnenkort niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven Android World 28 February 2012 1 December 2012 http://www.androidworld.nl/111311/nfc-binnenkort-niet-meer-weg-te-denken-uit-ons-dageli-
jks-leven-mwc12/ Clark, Bill The History & Evolution of Crowdfunding Crowdsourcing 22 October 2012 http://www.crowdsourcing.org/document/the-history--evolution-of-crowdfunding/6609Alexander, Bryan Web 2.0: A New Wave of Innovation Educause Review Online 1 March 2006 3 December 2012 http://www.educause.edu/ero/article/web-20-new-wave-innovation-teaching-and-learning
Key Facts Facebook Newsroom 3 December 2012 http://newsroom.fb.com/Key-Facts Prins, Lindy Wat betekent de digitale revolutie voor media? Frank watching 30 August 2012 3 December 2012 http://www.frankwatching.com/archive/2012/08/30/de-professionele-media-in-de-21e-eeuw/
Create a REST API with PHP Gen X Design 26 November 2012 http://www.gen-x-design.com/archives/create-a-rest-api-with-php/Geoserver.nl API Geodan 25 November 2012 http://maps.geodan.nl/api/index.htm
Chandel, Raj Timeline of popular Internet services Hacking Articles 3 December 2012 http://www.hackingarticles.in/timeline-of-popular-internet-services/ Open Water Data (API) Hoogheemraadschap De Stichting Rijnlanden 25 November 2012 http://www.hdsr.nl/digitaal_loket/open_water_data
matt-282 Synopsis for Dr. Strangelove Internet Movie Database augustus 2012 11 November 2012 http://www.imdb.com/title/tt0057012/synopsisThe London Olympic Games iStreamPlanet 8 November 2012 http://www.istreamplanet.com/casestudy/the-london-olympic-games-go-live-package/Producten itsenav 25 October 2012 http://www.itsenav.com/index.php?Itemid=35Kickstarter Basics Kickstarter 22 October 2012 http://www.kickstarter.com/help/faq/kickstarter%20basics
Sluymers, Mark Hoe gebruiken theaters social media? marksluymers.nl 13 March 2010 24 October 2012 http://marksluymers.nl/blog/2010/05/hoe-gebruiken-theaters-social-media/De grootste TV van Nederland Mediawand Rotterdamse Schouwburg 3 December 2012 http://www.mediawand.nl/overdewand.php
Taelman, Joeri Een nieuwe cafésport: Een potje Starcraft II bekijken <meta>reporter 1 November 2012 8 November 2012 http://metareporter.nl/2012/11/01/een-nieuwe-cafesport-een-potje-starcraft-ii-bekijken/Laat het Metropole Orkest spelen! Metropole Tweetphony 26 October 2012 http://tweetphony.nl/laatonsspelen.phpOver Nachtgasten Nachtgasten 4 December 2012 http://www.nachtgasten.nl/Over_Nachtgasten%21.html
Keizer, Simon Sterker in Carré Nick & Simon 28 September 2012 8 November 2012 http://www.nickensimon.nl/nieuws/item/blog-simon-keizer-sterker-in-carreDe NS API NS 25 November 2012 http://www.ns.nl/api/apiFAQ Padgett Communications 25 October 2012 http://www.pcipro.com/ars-faqsconcept pig bank Pig Bank For Homeless Dreams 26 October 2012 http://www.pigbank.nl/concept/Experiment Lichtshow Bløf in Ziggo Dome Afgeblazen PZC 3 November 2012 4 November 2012 http://www.pzc.nl/regio/zeeland/11974250/Experiment-lichtshow-Blf-in-Ziggo-Dome-afgebla-
zen.eceQR Code Boarding Passes Qrreaders.org 1 December 2012 http://www.qrreaders.org/boarding-passes.html Push to an Existing Site Ratchet (GitHub) 27 November 2012 http://socketo.me/docs/pushVoertuiggegevens raadplegen XML variant RDW 4 December 2012 http://www.rdw.nl/nl/digitale_diensten/zakelijkeklanten/VoertuiggegevensraadplegenXMLvari-
ant/Pages/default.aspx Jahns, Ralf-Gordon Smartphone Application Market To Reach US$15.65 Billion in 2013 research2guidance 4 March 2010 3 December 2012 http://www.research2guidance.com/smartphone-application-market-to-reach-us15-65-billion-
in-2013/ Uitleg Rijksmuseum API Rijksmuseum 25 November 2012 https://www.rijksmuseum.nl/nl/api/uitlegXpression - Introduction Ross Video Production Technology 26 November 2012 http://www.rossvideo.com/graphics-system/xpression/index.htmlPixelPhones Seb.Ly 8 November 2012 http://seb.ly/work/pixelphones/
- 48 -
WebsitesAuteur Naam Document Naam Website Datum Publicatie Datum bekeken URL
Sendsteps Films Sendsteps 8 November 2012 http://www.sendsteps.com/sendsteps-films/History of the Internet Silicon Valley Historical Association 3 December 2012 http://www.siliconvalleyhistorical.org/home/internet_timeline
Hanselman, Scott The Boomerang Kid - You’ll keep coming back Splash Magazines (LA) 28 October 2012 http://www.lasplash.com/publish/Los_Angeles_Performances_116/The_Boomerang_Kid--You_ll_Keep_Coming_Back.php
How to create Qrcode Swetake 4 February 2007 1 December 2012 http://www.swetake.com/qr/qr1_en.html Funnekotter, Wout Pathe start verkoop bioskoopkaartjes via iPhone-APP Tweakers.net 15 February 2011 1 December 2012 http://tweakers.net/nieuws/72642/pathe-start-verkoop-bioscoopkaartjes-via-iphone-app.html
What’s an API? Twitter Developers 14 November 2012 https://dev.twitter.com/docs/faq#5808Veelgestelde vragen voordekunst 22 October 2012 http://voordekunst.nl/faqAJAX Introduction w3schools 26 November 2012 http://www.w3schools.com/ajax/ajax_intro.asp
Dmitri Sheiko Websockets vs SSE vs Long-Polling Web Development Blog 27 November 2012 http://dsheiko.com/weblog/websockets-vs-sse-vs-long-pollingHuboi, Peter Building an Event Schedule Mobile App WebMobi 3 December 2012 http://www.webmobi.com/blog/2012/04/building-an-event-schedule-mobile-app/
What is XML? xml from the inside out 14 November 2012 http://www.xml.com/pub/a/98/10/guide0.html?page=2Product Information Xylobands 8 November 2012 http://xylobands.com/glowbands-product_info.phpHelp & FAQs Zeebox 8 November 2012 http://zeebox.com/uk/help/help-faqTweets#ZiggoDome Ziggo Dome 24 October 2012 http://www.ziggodome.nl/binnen_unieke_punten/#twitterwall
Boeken, tijdschriften en scriptiesAuteur Naam artikel Naam bundel Plaats Uitgever Datum publicatie DrukDixon, Steve Virtual Reality: The Search for Immersion Digital Performance Cambridge , MA
(USA)MIT 2007
Eversmann, Peter De ruimte van het theater Amsterdam Universiteit van Amsterdam 1996Hopman, Jasper Digital Interaction (Scriptie) Amsterdam AHK OTT 2010Oudheusden, Jan van De wereldgeschiedenis in een notendop Amsterdam Bert Bakker 2005 Vijfde Scott, David Meerman De nieuwe regels van social media Culemborg Van Duuren Management 2012 DerdeSmith, Gene Appendx B Case Study: Media Sharing Tagging, People-Powered Metadata for the Social Web Berkeley, CA (USA) New Riders 2008 EersteVlugt, Marloeke van der De virtuele kunst van Sander Veenhof Zichtlijnen no. 145 Amsterdam Vereniging voor Podiumtechnologie November 2012
Documenten Bedrijf Onderwerp Verkregen via QUMU Enabling Remote Employees with High Quality Video Jørgen van Roon Ruckus Deploying Very High Density Wi-Fi Jelbrich Terpstra
- 49 -
AfbeeldingenNummer Titel Laatst bezocht URL
1 Cover 21 December 2012 Zelfgemaakt in New York bij WTC5 Social media 30 December 2012 http://www.frankwatching.com/wp-content/uploads/2009/05/social-media.jpg
11 1 Overzicht sociale media 3 December 2012 http://www.anderseninternetmarketing.com/wp-content/uploads/2012/07/social-icons-300x181.jpg 11 2 Programmaboekjes APP 3 December 2012 https://s3.amazonaws.com/asset.webmobi.in/Mobile+App+Schedule+Draft.gif 11 3 itsenav Plattegrond (Screenshot) 25 October 2012 http://floorplans.itsenav.com/Metstrade200913 1 Mediawand Rotterdamse Schouwburg 3 December 2012 http://www.mediawand.nl/gfx/Opening_MW6.jpg 13 2 Twitterwall Ziggodome 24 October 2012 http://www.ziggodome.nl/binnen_unieke_punten/img/content_blokken/meertebeleven-binnen-twitterwall.jpg14 1 Padgett ARS 25 October 2012 http://www.pcipro.com/wp-content/uploads/2012/02/Voting-Systems.jpg14 2 Stemkastjes 28 October 2012 http://www.westerlakengeluid-video.nl/media/stemkastjes%202.jpg14 3 Pig Bank (Screenshot) 26 October 2012 http://www.youtube.com/watch?v=bTihIoZAdrM14 4 Pig Bank publiek (Screenshot) 26 October 2012 http://www.youtube.com/watch?v=bTihIoZAdrM15 1 Foto The Boomerang Kid 28 October 2012 http://www.lasplash.com/uploads//2/Boomerang_Kid-3.jpg15 2 Foto The Boomerang Kid 28 October 2012 http://www.lasplash.com/uploads//2/Boomerang_Kid-4.jpg17 De theatrale perceptie Zelfgemaakt18 Virtuele realiteit Zelfgemaakt21 Sendsteps Presentatie (Screenshot) 4 November 2012 http://www.sendsteps.com/sendsteps-films/22 Zeebox op iPad 8 November 2012 http://theconnectedset.tv/wp-content/uploads/2011/11/zeebox1.png25 1 Meet Your Stranger 30 December 2012 http://fast.mediamatic.nl/f/sjnh/image/617/244774-1280-720.png25 2 KLM Boarding Pass 15 November 2012 http://www.klm.nl26 1 Xyloband Armbandjes 8 November 2012 http://xylobands.com/xylobands/led_glowbands.png26 2 Coldplay 2012 Tour (Screenshot) 8 November 2012 http://www.youtube.com/watch?v=QKcxhQZxvdw27 PixelPhones (Screenshot) 8 November 2012 http://seb.ly/work/28 1 Starcraft wedstrijd 30 December 2012 http://imagery.playerattack.com/Blizzard-WCSAustralia2012-26-Match.jpg28 2 London Olympic 30 December 2012 http://1.bp.blogspot.com/-N0W0BuuPXu8/UCd9G0SKDdI/AAAAAAAAB_g/8G4_Z0GkUFk/s1600/london-olympic-2012.jpeg29 Tweetphony (Screenshot) 26 October 2012 http://tweetphony.nl/luisteren.php33 1 Voorbeeld Tweet Twitter (Screenshot) 14 November 2012 https://twitter.com/davevanroon33 2 Voorbeeld Tweet Facebook (Screenshot) 14 November 2012 http://www.facebook.com/davevanroon36 Native vs HTML5 26 November 2012 http://wiki.developerforce.com/images/thumb/c/c2/Native_html5_hybrid.png/550px-Native_html5_hybrid.png37 AJAX diagram 26 November 2012 http://www.w3schools.com/ajax/ajax.gif38 Test QR code 1 December 2012 http://www.qr-codegenerator.nl/ 39 Device afhankelijke bitrates Document van QUMU41 Wi-Fi Load Balancing 31 December 2012 http://www.excitingip.com/wp-content/uploads/2010/03/loadbalancing.bmp
Interview 1 Foto Jarno Bekkering (Facebook) 21 October 2012 http://sphotos-c.ak.fbcdn.net/hphotos-ak-ash3/179106_490517404294959_1882823705_n.jpgInterview 2 Foto Patrick Wildschut 21 October 2012 http://www.eventsacademy.nl/wp-content/uploads/2011/05/Patrick-Wildschut-287x300.jpgInterview 3 Foto Tony ter Neuzen 25 October 2012 http://rapenburgplaza.com/wpfiles/wp-content/uploads/2012/10/Portret-Tony-31.jpgInterview 4 Foto Robert Daverschot 6 November 2012 http://c260856.r56.cf1.rackcdn.com/wp-content/gallery/team/robert.jpgInterview 5 Foto Jelbrich Terpstra 6 November 2012 http://m.c.lnkd.licdn.com/media/p/1/000/095/245/3ff80ac.jpgInterview 6 Foto Sieta Keizer 13 November 2012 http://www.musicaljournaal.nl/mj_nieuw/wp-content/uploads/2011/05/SietaKeizer.jpg
- 50 -
InterviewsTer inspiratie en informatie voor deze scriptie zijn
de hiernaast afgebeelde personen geïnterviewd. Zij
hebben met elkaar gemeen dat ze in aanraking zijn
gekomen met interactiviteit en theater. Dit loopt uiteen
van de erg technische kant, tot de artistiek inhoudelijke
onderbouwing.
Op de komende pagina’s staan samenvattingen van
de interviews, om een beeld te krijgen van de diverse
achtergronden en meningen. Deze zijn geschreven
vanuit het perspectief van de geïnterviewde. Wanneer in
de scriptie gebruik is gemaakt van de inhoud van deze
interviews, wordt daarnaar verwezen. Hier staan niet de
volledige interviews.
- 51 -
Interview 1 – Jarno Bekkering
Bedrijf: The Unit Showcontrol Functie: Technisch Producent Datum: 9 Oktober 2012
Metadata
Dat is allemaal extra info wat je stopt in content en in draaiboeken. Als je een filmpje wilt maken waarin een
Dave voorkomt, en je alles goed getagged hebt, dan komt alles met Dave tevoorschijn. Er zijn ook veel metadata generatoren, dus als je ondertiteling maakt, of je hebt stemherkenning, dan herkent hij ‘Dave’ in de stem of de tekst. Je kan ook zoeken op data of kleurwaardes of, eigenlijk alles.
Wij gebruiken het eigenlijk niet. In de film en televisie wordt het wel veel gebruikt, maar bij een evenement
is video maar een onderdeel. Je hebt ook nog LED schermen en trussen, decor, podium, tafels en stoelen. We werken vaak met één editor, of in ieder geval een kleine groep mensen. En archivering is bij ons niet nodig, na een evenement gooien we de content weg, bij sommige klanten is dat zelfs verplicht.
Wij krijgen vaak ook content aangeleverd van de klant, Powerpoint presentaties of filmpjes, daar maken
we dan zelf wat mooiers van. Het is altijd maar hopen dat die content niet gecomprimeerd is, met codecs gaat altijd de kwaliteit achteruit. Op feesten met LED schermen wordt
vaak gewoon stock materiaal gebruikt om mee te gaan met de lichtshow. En voor hele speciale projecten vragen we wel eens een OpenGL programmeur die customized programma’s maakt, bijvoorbeeld voor interactie.
Werkwijze
Wij zijn Apple fanboys omdat we denken dat op Apple video’s het beste uitgespeeld worden, dus we werken
veel met Catalyst. Maar Seventh Sense is ook een goede media server, die kan op hoge bitrate 10.000x7.000px uncompressed spelen vanaf Raid5 5xSSD, dat draait op windows. Tekenen doen we voornamelijk met WYSIWYG en SCAD
Interactiviteit
Wij raden het vaak af, en zo niet dan vraagt de klant zelf vaak na dag één al of het weer uit mag. Voor dingen als
Twitterwalls laten we wel eens wat programmeren, maar vaak gebruiken we gewoon een standaard wall. Wat wel goed werkt is interessante berichten retweeten, en alleen dat weergeven. Als je een open wall hebt kunnen mensen anders ook onzin posten. Maar Twitter is nu eigenlijk een beetje ouwe koek.
Facebook is niet echt handig voor live evenementen, behalve voor promotie. Zo kan je ook live webcasten via
Facebook. De Amerikaanse vechtorganisatie UFC gebruikt dat bijvoorbeeld, je betaalt dan online een ticket en kan de wedstrijd live volgen. Technisch is dat ook handig, je hoeft je content maar één keer te streamen naar Facebook, zij zorgen vervolgens voor de distributie.
Voor stemmen en het stellen van vragen gebruiken wij Sendsteps, dat is makkelijk te integreren in Powerpoint.
Maar met verdere implementatie van sociale media zou ik uitkijken, vooral in een theateromgeving: Het lijkt me erg
irritant om allemaal van die oplichtende schermpjes te zien.
Haren
Ik durf niet de schuld te geven aan Facebook, radio dj’s of de overheid, maar wel alle gasten die eraan mee hebben
gewerkt. Vroeger belde je vrienden op en ging je met je voetbalclan ergens op een grasveld knokken.
Wat ik wel gedaan zou hebben is op dat grasveld een podiumpje neerzetten met een dj en een dranktent.
Wat centjes eraan verdienen. Er zijn vast wat rotte appels maar die pik je er dan uit.
Toekomst
Het wordt gekker en gekker, alles is al een keer gedaan, elk evenement wil wat nieuws. iPads weergeven op
projectieschermen, projectoren door de hele zaal laten zweven als bij Sensation, 3D videomappen. Naar een volgende slide gaan door met je arm door de lucht te zwaaien, met software en camera’s die dat detecteren. Maar er hoeft maar een vlieg bij het hoofd van de presentator te zitten en je bent op de volgende slide.
Wat wel tof was dat het logo van Nike voor 5 seconden op de maan geprojecteerd is met een krachtige lazer.
Staat op Youtube!
- 52 -
Interview 2 – Patrick Wildschut
Bedrijf: DutchViewFunctie: Product Sales ManagerDatum: 18 Oktober 2012
Webcasting
Wat wij doen is voornamelijk in het zakelijke domein zorgen dat klanten een communicatie met video
gestalte kunnen geven. We komen uit het domein van uitzenden op internet en alles wat daaromheen komt kijken. Bijvoorbeeld TV programma’s die na de uitzending nog een tijdje doorgaan op internet, om interactief vragen te beantwoorden of te discussiëren.
Metadata
Is de beschrijving waarin je kunt aangeven hoe video/audio/plaatjes/foto’s zijn opgebouwd, alles van productiedatum
tot beeldkenmerken. Wij gebruiken het heel veel, vooral ook voor rechten. Er worden zoveel items geschoten, met zoveel rechthebbenden. Soms mag je bijvoorbeeld iets wel op internet zetten maar niet printen. Kijk naar een populair programma als ‘The Voice’, daarvan mag niks gepubliceerd worden zonder dat de juridische afdeling het gezien heeft. In Metadata kan dat goed bijgehouden worden.
Binnen theater weet ik alleen dat Stage Entertainment een database heeft met al hun video content. Eigenlijk
zou het mooi zijn als er voor al het theater in Nederland een database is waar je voorstellingsregistraties zou kunnen zien.
Workflow
Theater werkt op een andere schaal dan broadcasting. Zo werken er bij ons verschillende editors aan hetzelfde
programma, meestal gebruiken ze Avid om op een centrale server aan een aflevering te werken. Als de scenes gemonteerd zijn met een regisseur gaat in een andere studio iemand werken aan kleurcorrecties, en weer een ander aan geluid en zo verder.
Haren
Bij een situatie als Haren de registratie centraal regelen is technisch heel goed mogelijk, wij hebben daar ook de
apparatuur voor. Verschillende camera’s komen dan binnen op een centraal punt en dat materiaal kunnen we dan voor verschillende zenders aanbieden. Dat wordt ook veel gedaan bij conventies. Maar ook daar zie je dat de journalisten toch een eigen item willen maken om de boodschap te kleuren naar de kleur van de zender.
Zeker bij een situatie als Haren zou je dat ook hebben en die journalisten kan je niet buiten houden. Er is vrijheid
van nieuwsvergaring, tenzij het hele dorp benoemd wordt tot festivalterrein spreek je over censuur als journalisten niet hun eigen item kunnen maken.
Interactiviteit
Naast het stemmen is er de mogelijkheid om te Twitteren en dat weer te geven in beeld. Wij gebruiken Expression
om de XML streams om te zetten in graphics.
Ik zie meer toekomst in de Second Screen, wat volgens mij nu nog in de kinderschoenen staat en meer regie nodig
heeft. Wat bijvoorbeeld voor sport interessant kan zijn is om naast achtergrond informatie en statistieken extra camera posities aan te bieden. Dan kan de kijker kiezen om naast de reguliere uitzending de hele wedstrijd op zijn iPad te bekijken uit het perspectief van de keeper, zo wordt je zelf een beetje regisseur.
Een Second Screen voor theater lijkt me erg interessant. Ik heb wel eens een fantasie gehad in de bus in Amsterdam:
Wat als je in de bus zou kunnen stemmen waar je heen gaat, waar zou je dan heen gaan? Bepalen hoe de voorstelling moet verlopen zou heel goed kunnen werken in experimenteel theater.
Heel lang geleden had je nog Nova op Vrijdag in Den Haag, dat presenteerden ze met z’n tweeën en dan
een gast erbij. Toen heb ik het er wel eens over gehad met de programmamaker, ‘zou het niet leuk zijn om de thema’s vanuit de luie stoel te kunnen sturen? We hebben hier 6 gasten met 6 thema’s, we kunnen er maar 4 behandelen, stem maar wat je het liefst wilt zien. Of tijdens een interview, als het niet meer interessant is.’ Dat had je vroeger bij MTV, dan zaten mensen in een stoel die achterover klapte als het publiek het niet interessant vond. Dat was toen nog niet live, maar wel dat principe.
- 53 -
Interview 3 – Tony ter Neuzen
Bedrijf: Rapenburg PlazaFunctie: Project Manager ShowcontrolDatum: 25 Oktober 2012Vroeger: Technisch Producent
van Acda en de Munnik
Acda en de Munnik SMS Actie
Voor Acda en de Munnik heb ik de SMS Actie ontwikkeld. Na een voorstelling kan het publiek hun favoriete
nummer downloaden. Dat doen ze door een SMS te sturen naar 3020 met daarin “AEDM [plaats van de voorstelling] [naam van het nummer]”. Vervolgens krijgen ze een code toegestuurd waarmee ze het betreffende nummer kunnen downloaden van de website.
Hiervoor hebben we een deel van een verkort kiesnummer gehuurd bij Target Media in Huizen, een provider. De
code ‘AEDM’ geeft aan dat het voor ons bedoeld is, de rest van de string sturen ze naar onze server in een XML’etje. Vervolgens koppel je daar een willekeurige code aan in je database, waarmee gedownload kan worden.
Om het publiek duidelijk te maken hoe deze actie werkt hebben we uitgebreide flyers gemaakt. Je bent verplicht
om daarin aan te geven dat je er ook geld aan verdient, anders ben je strafbaar. Daarnaast legt Paul de Munnik het tijdens de voorstelling nog eens uit.
Ondanks dat het publiek erg enthousiast is als ze de versie van de nummers kunnen downloaden waar ze
zelf bij waren en ze er via SMS geld voor betalen, is het niet erg lucratief. De winst blijft redelijk liggen bij de telecomproviders. Een SMS’je van €2,25 innen levert je maar €0,90 op. Toch heb je de providers wel nodig om op de verschillende netwerken te komen.
Daarom hebben we de Jukebox ontwikkeld, waarbij in een keer meerdere nummers gedownload kunnen
worden, wat betaald wordt met iDeal, dat is een veel efficiëntere methode.
Grote Wifi netwerken
Als je veel apparaten tegelijk in een Wifi netwerk wilt hebben kom je niet weg met een consumenten
accesspoint van Asus, Linksys of Netgear, die gaan maximaal tot 10 of 20 apparaten tegelijk en zelfs als ze dat halen kunnen ze niet goed de capaciteit verdelen. Je moet een accesspoint hebben met een tabel die groot genoeg is om overzicht te houden over alle verbindingen.
Dan kom je bij de professionelere systemen waarbij je de intelligentie en de radio functie van elkaar scheidt. Een
centrale server houdt dan overzicht over alle verbindingen en bepaalt welk apparaat het best kan verbinden met welke radio om radiostoring te voorkomen en te zorgen voor een goede loadbalancing. Bedrijven die dat soort systemen maken zijn bijvoorbeeld Juniper en Cisco.
Veel apparaten tegelijk in een netwerk wordt wel gedaan in kantoorpanden, scholen en musea, maar dan heb je
een groot gebouw met verschillende ruimtes. Met een groot publiek in een theaterzaal wordt het een stuk lastiger, omdat ze zo dicht op elkaar zitten. Een professioneel accesspoint gaat maximaal tot een apparaat of 160, dan houdt het wel op. Maar in dezelfde ruimte kan je niet meer dan vier of vijf van die punten ophangen, dan gaan ze elkaar storen.
Ze gebruiken ook allemaal verschillende standaarden. Al kan de nieuwe iPhone wel al op 5GHz, wat al beter
is dan 2,5GHz. Maar ik houd nu ook mijn hart vast voor Gemeentemuseum Den Haag, daar moeten 80 uitleenbare tablets als navigatie dienen en in een Wi-Fi-netwerk hangen, maar er hoeft maar één slecht apparaat tussen te zitten om het hele netwerk in de war te brengen.
Wat je wel kan doen is een 3G micro cell plaatsen, om het GSM-netwerk te versterken, maar dat kost een
fortuin. Maar wie weet, op het moment wordt er natuurlijk gewerkt aan nieuwe standaarden voor draadloze netwerken, zoals LTE, misschien dat die er beter voor geschikt zijn. Wifi is eigenlijk een ouderwetse standaard die ontwikkeld is voor thuisgebruik door de consument.
Zie ook “Marketing” op pagina 12
- 54 -
Interview 4 – Robert Daverschot
Bedrijf: SendstepsFunctie: Partner en affiliate executiveDatum: 6 November 2012
Sendsteps
Met Sendsteps is het mogelijk om feedback te geven bij evenementen. Tijdens congressen en presentaties kan
het publiek SMS’en, Twitteren of via een website reageren. Er zijn daarvoor twee opties: stemmen (op maximaal 10 verschillende antwoorden) of open vragen. Zo kan de organisatie de mening van het publiek peilen, of is het mogelijk om vragen te stellen aan de sprekers.
Netwerk
Bij onze toepassing is het essentieel dat er toegang is tot internet, anders werkt de applicatie niet. Tegelijk zeggen
wij dat wij als organisatie niet verantwoordelijk zijn voor de verbinding, dat kunnen wij niet garanderen. Daar is dan de locatie, de RAi, het hotel of het theater dan in dit geval, verantwoordelijk voor. Daarnaast is het bij ons mogelijk om via SMS te reageren, dus ook als er geen internet beschikbaar is kunnen mensen alsnog reageren.
Je weet vaak niet zeker of de verbinding goed is, daar is het bij ons wel eens mis gegaan. In de RAi komen vaak
zoveel mensen die Wifi gebruiken dat het gebouw daarop is ingericht, maar vooral bij kleinere locaties raden we de klant aan om goed hierover na te denken.
Toepassing
Sendsteps wordt gebruikt bij verschillende evenementen, vooral bij congressen, bedrijfsevenementen en op
scholen, bijvoorbeeld als het gaat om pesten. Hoe goed de toepassing is wordt heel erg bepaald door de creativiteit van de organisatoren. Als je saaie vragen stelt haken mensen af, maar als je interessante op de thematiek betrokken vragen stelt kan je gerust tien vragen stellen.
Een mooi voorbeeld is Ahold, die heeft een paar weken geleden alle HR managers uit Europa naar Nederland
gehaald. Het ochtendprogramma van die dag stond vast, maar het middagprogramma werd bepaald door de mensen zelf. Die konden in de ochtend via SMS, Twitter en de website laten weten hoe ze wilden dat de middag eruit zag qua inhoud en dat heeft de organisatie in de pauze in elkaar gezet. Dat is echt co-creëren.
Extra functies
Er zijn mogelijkheden om gebruik te maken van meer telefoon functies, zoals trillen, of het uploaden van foto’s
en filmpjes. Daar zijn wij alleen niet mee bezig. Mensen vinden het al eng genoeg om te presenteren en technische snufjes te hebben, dus willen we het zo simpel mogelijk houden.
We zijn nog een jong bedrijf en willen liever onze applicatie finetunen. Bijvoorbeeld met multiple
choice vragen, als een van de antwoorden ‘het juiste antwoord’ is, willen we die met één vinkje in een andere kleur kunnen weergeven.
Toekomst
We hebben sinds het eerste kwartaal van dit jaar een partner programma ontwikkeld waarbij AV bedrijven,
die op evenementen toch al AV doen, partner kunnen worden. Ondertussen hebben we al meer dan 20 partners door heel Europa wat toch wel aangeeft dat er vraag is naar meer interactiviteit bij evenementen. Je kan niet langer enkel de rol van zender aannemen.
Sensteps in deze scriptie:
“Sendsteps” op pagina 21
“Stemmen met Sendsteps” op pagina 22
- 55 -
Interview 5 – Jelbrich Terpstra
Bedrijf: The Event EngineersFunctie: ICT SpecialistDatum: 6 November 2012
The Event Engineers
Wat wij doen is het aanleggen van voorzieningen voor evenementen, elektriciteit, water en (draadloos)
internet. Mijn specialisme is Wi-Fi. Meestal als wij Wi-Fi verzorgen op een evenement of congres wordt dat door het publiek vooral gebruikt voor Twitter, Facebook en mail. Maar ik heb bijvoorbeeld ook wel eens aan Awakenings gewerkt, daar was het een communicatie systeem voor medewerkers.
Wi-Fi voor veel mensen
Het klopt dat als je veel clients (devices) tegelijk wilt verbinden, het vaste telefoon netwerk niet voldoende
capaciteit biedt en je moet kijken naar een andere optie. Het klopt ook dat je bij veel zenders in één ruimte last krijgt van interferentie, maar daar zijn wel een aantal trucjes voor.
Wij werken bijvoorbeeld met apparatuur van Ruckus, die werken met een centrale controller (voor onder
andere load balancing) en meerdere zenders. De meeste zenders zijn omni-directioneel (stralen alle kanten uit) maar zij hebben zenders die de data kunnen focussen naar de positie van de client en dus minder storing veroorzaken.
Met de nieuwe n-standaard kan je ook gebruik maken van weerkaatsing. De zender plaats je dan dicht bij
een muur, je stuurt één signaal rechtstreeks naar de client en één signaal via een obstakel (waar je vroeger juist last van zou hebben). Wat sowieso helpt is het verlagen van het vermogen van de zender. Dan straalt hij minder ver waardoor er minder interferentie is.
Daarnaast moet je goed nadenken over hoe je gebruik maakt van de verschillende kanalen en frequenties, en
daar metingen aan doen. Probeer clients naar 5 GHz te dwingen en geef geen ondersteuning aan oude standaarden zoals b, dat vertraagt je netwerk alleen maar. En beperk de bandbreedte per client, dan voorkom je dat het hele netwerk traag wordt door één persoon die heel veel gaat downloaden.
Met bijvoorbeeld inSSIDer of WiSpy kan je zien wat voor Wi-Fi netwerken in de lucht zijn. Met de duurdere
varianten kan je ook storingen vinden, bijvoorbeeld industriële ovens kunnen met ruis een netwerk in de weg zitten.
Goede aanpak
Allereerst moet je goede posities kiezen voor de antennes. Het liefst niet te hoog boven de mensen en op een plek
waar je gebruik kan maken van weerkaatsingen. Rekening houden met absorptie, door mensen die voornamelijk uit water bestaan gaat de straling niet zo makkelijk. Maar ik heb bijvoorbeeld ook wel eens gezien dat bij een gebouw de antennes op het dak geplaatst waren, omdat de architect in de ruimte zelf geen antennes wilde zien. Maar na zo’n laag beton blijft er ook niet veel van je signaal over. Vervolgens goed en vaak meten of er interferenties zijn.
Daarnaast moet je de APP goed programmeren, zorg dat je zo weinig mogelijk data hoeft te versturen of kan
cachen. Het kan met slechte APPs bijvoorbeeld mis gaan, als ze tegelijk allemaal niet relevante informatie gaan binnenhalen. En je server moet natuurlijk ook zoveel verbindingen kunnen voorzien.
Ga bewust om met de uitwisseling van data, kies de juiste vorm van push of pull die nodig is voor de gekozen
toepassing. Daarmee kan je de hoeveelheid data beperken en pieken beperken of juist plannen en sturen.
Positie bepalen
Als je meerdere zenders in een ruimte hebt kan je, met signaalsterkte, bepalen waar de clients zich bevinden in
de ruimte. Het uitlezen van die posities heb ik zelf nog nooit geprobeerd, maar dat moet kunnen.
Toekomst
Waar providers nu mee bezig zijn is Hotspot 2.0: Als je nu in een openbare locatie bent waar Wi-Fi is, moet je
daarop inloggen en vaak vragen om een wachtwoord. Met een Wi-Fi CERTIFIED Passpoint maak je automatisch verbinding (met daarvoor geschikte netwerken).
Ik denk dat providers dat ook gaan gebruiken op festivals en evenement. 3G Offloading, een steunmast neerzetten
met Wi-Fi, waar je zonder in te loggen gebruik van kan maken om te bellen en berichtjes te versturen. De apparatuur wordt steeds betere, sterkere en gerichtere AP’s maken een steeds hogere dichtheid mogelijk (High-Density Wi-Fi).
Zie ook “De verbinding” op pagina 40
- 56 -
Interview 6 – Sieta Keizer
Bedrijf: M-labFunctie: Artistiek Leider
Regisseuse van ‘De Winnaar’Datum: 13 November 2012
De Winnaar
Deze voorstelling van eind 2011 ging over Emile Louwers, een jonge man die zojuist een talentenjacht gewonnen
heeft en nu het leven van een ster heeft. Emile wordt gespeeld door Jamai Loman, maar het stuk is fictief.
Bij deze voorstelling hebben we gebruik gemaakt van sociale media. Emile had een eigen Facebook en Twitter
account en het publiek kon vrienden met hem worden en reageren op de voorstelling. Dit was heel toepasselijk op het onderwerp: In de eerste ronde van zo’n talentenjacht zijn de kandidaten vaak nog zichzelf, maar hoe langer ze in het programma zitten, hoe meer ze gestileerd worden en hoe belangrijker het wordt hoe populair ze zijn in de sociale media.
Op het achtertoneel was een scherm waar zowel Facebook als Twitter te zien waren. Gedurende de hele voorstelling
was het mogelijk om te reageren, maar op zeven momenten was er ook de mogelijkheid om te stemmen. Emile gaf dan aan wat de vraag was en het resultaat voerde hij uit. Dat begon met kledingkeuze, blauw colbertje of rood colbertje. Maar ook liedjeskeuze of keuzes in zijn eigen parcours, moet ik dit nu wel of niet doen.
Eén moment in de voorstelling was heel mooi, waarbij hij aan een personage opbiecht dat hij vroeger gepest is.
Maar dat sprak hij niet uit, dat deed hij via Facebook en Twitter, waarop bezoekers konden reageren. Dat gaf een diepere laag aan de voorstelling, er heeft ook wel eens een jongen in het publiek getwitterd dat hij zelf ook gepest is.
Daar ligt denk ik wel de kracht van dit medium. In Real Life zie je ook dat mensen op Facebook en Twitter dingen
posten die ze anders niet kwijt kunnen. Het meest interessante vind ik dan ook de sociaal maatschappelijke onderwerpen. Ik vond het heel spannend hoe je zo met Facebook en Twitter een onderonsje kan krijgen tussen de acteur en het publiek, in één ruimte.
Het publiek
Er was een heel duidelijke tweedeling in leeftijdscategorieën. Je hebt de eind dertigers, veertigers, vijftigers die het wel
heel leuk vinden en in het begin ook wel meedoen. Maar na een tijdje willen ze toch gewoon het verhaal volgen en vinden ze de lichtgevende schermpjes irritant. Maar jongeren, die vinden het SUPER. Die kunnen ook prima multitasken, de voorstelling volgen en ondertussen driftig twitteren.
Voor mij was dit een proef, als we de voorstelling verder zouden ontwikkelen zou ik hier veel verder op ingaan.
Techniek
Voor de voorstelling heb ik een extra technicus gevraagd die tijdens de voorstelling met twee laptops Facebook
en Twitter in de gaten hield. Als er negatieve berichten waren als ‘Jamai is een homo’ verwijderde hij die, als er te weinig input was plaatste hij met een nep account berichten om het gesprek gaande te houden.
Het publiek kreeg bij de reservering uitleg over het vrienden worden met Emile. Mensen die ter plekke een
kaartje kochten kregen een flyer met die informatie, zodat ze het niet meer hoefden te doen in de zaal. In de zaal was Wi-Fi aanwezig.
Regie
Er waren maar vier weken om te repeteren wat vrij kort was. De sociale media kwamen er pas laat in het proces
bij. Ik had ervoor gezorgd dat de acteurs het stuk goed konden spelen, maar toen de sociale media erbij kwamen was het wel even wennen. Het is toch een soort extra acteur, waar de normale acteurs in het begin erg sceptisch over waren. Maar na een paar dagen waren ze eraan gewend, omarmden ze het en ben ik erg tevreden met hoe dit experiment is verlopen. We kunnen wel nog een stap maken in de toepassing en interactiviteit.
Toekomst
Interactiviteit is in opmars maar nog prematuur, zo was er een voorstelling op De Parade waarbij gestemd kon
worden, maar dan met rode en groene bordjes. De opties die jij geeft, als stemmen, Second Screen informatie en opdrachten, lijken mij goed te kunnen werken. Vooral voor jongeren, vooral in locatie theater. Ik vind het erg leuk en ben benieuwd wat de toekomst brengt.
Zie ook “De Winnaar” op pagina 22