Vgt najaar08 ge

Post on 06-Jul-2015

1.182 views 1 download

Transcript of Vgt najaar08 ge

136 Bij patiënten met een aortabuisprothese is een van de

late complicaties een fisteling van de aorta naar de darm.

De voorkeurslokalisatie hiervoor is de bulbus van het duodenum.

• 136 Bij patiënten met een aortabuisprothese is een van de late complicaties een fisteling van de aorta naar de darm.

• De voorkeurslokalisatie hiervoor is de bulbus van het duodenum.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

De bulbus is het deel direct na de maag, dit deel ligt intraperitoneaal en heeft geen contact met de aorta.Het meer distale, horizontale, deel ligt wel retroperitoneaal en tegen de aortawand en daar ontstaan dus ook de fistels

• 137 U vindt echografisch een focale laesie in de lever, gelegen tussen de middelste en de rechter levervene en caudaal van de rechter vena portae.

• De laesie bevindt zich in segment 6.

• A Juist B Onjuist C Weet niet> tussen de middelste en de rechter levervene en caudaal van de rechter vena

portae.

8

7

6

5

4a

3

2

4b

• 138 U wilt een multidetector-CT-scan van de lever maken met intraveneus contrastmiddel en daarbij de lever afbeelden in de laat portaal-veneuze (parenchymateuze) fase. U spuit 120 ml met een inloopsnelheid van 3 ml per seconde.

• Vanaf het moment dat u begint met contrasttoediening dient u 30 seconden te wachten alvorens u de scan start.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

6

• De delay voor een portaal-veneuze fase is ongeveer 60 sec (Prokop blz 99)

• 139 Bij echografie constateert u een echorijk aspect van de lever. Om uw vermoeden op steatosis hepatis te bevestigen zoekt u naar focale non-steatosis (FNS).

• Een klassieke lokalisatie van FNS is het deel van de lever direct tegen de galblaas aan.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Dit wordt verklaard doordat hier vaak een afwijkende focale veneuze drainage is, waardoor de vascularisatie apart staat van de rest van de lever

• 140 Bij hemochromatosis kan de signaalintensiteit van lever en milt op een T2-gewogen sequentie verlaagd zijn.

• De genetische vorm van hemochromatose onderscheidt zich van de secundaire vorm van hemochromatose door het feit dat de signaalverlaging bij de eerstgenoemde geldt voor de lever en niet voor de milt.

• A Juist B Onjuist C Weet niet•

• Primair: autosomaal recessieve afwijking, (abnormale uptake van ijzer uit de darm). Er is dysfunctie v/h reticulo-endotheliaal systeem is (mn in lever en milt).De abnormale opslag vind vnl in hepatocyten, later ook in het pancreas en hart.

• Secundair: oa tgv hoge uptake van ijzer uit de voeding/ alcoholic liver disease/ transfusional.

• Depositie vind plaats in de Kuppfer cellen en ook in beenmerg en milt.(Prokop blz 456)

• Hemosiderosis: verhoogde ijzer depositie zonder

orgaanschade

• CT: gegeneraliseerd verhoogde intensiteit vd lever (>70 HU, soms tot 100-140HU). (normale HU v/d lever 60 HU)

• 141 Een coecumvolvulus wordt vooral gezien bij een retroperitoneale ligging van het coecum.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Coecum volvulus is geassocieerd met een abnormaal lang mesenterium en/of colon ascedens. Omdat de retroperitoneale ligging van het coecum variabel is, duidt dit op een relatief “mobiel zijn” van het coecum waardoor hier makkelijker dan ergens en anders een volvulus ontstaat.

• (Req pag 277)

• 142 Levermetastasen van mammacarcinoom zijn vaker hypovasculair dan hypervasculair.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Hyper: Neuro-endocrien/ eilandcel/ feochromocytoom/ thyroid/ RCC/ Adeno/ melanoom/ sarcoom

• Hypo: adeno (GI, lungs)/breast/ PCC/ Lymphoma

• (Prokop blz 437)

• 143 De mucineuze vorm van het cystadenoom van het pancreas wordt als premaligne beschouwd.

• De benigne sereuze vorm onderscheidt zich in het algemeen van de mucineuze tumor door kleinere afmeting van de cysten

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Cysteuze tumoren i/h pancreas = 5-15% van alle cysteuze pancreas laesies

• Benigne microcysteus sereus adenoom:

>80% bij alle patienten>80 jaar, mn bij vrouwen (6:2) (maar ook bij vHL)

• Macrocysteus mucineus adenoom: potentieel maligne, zeldzaam

• Cystadenocarcinoom (Cysten >2cm)• (Req 152 )

beide mn F 40-60Y

• 144 Bij een vrouw van 75 jaar met een dunnedarmobstructie en een palpabele zwelling in de rechter lies wordt als oorzaak aan een ingeklemde breuk gedacht.

• Een hernia inguinalis lateralis is waarschijnlijker dan een hernia femoralis.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Hernia inguinalis veruit meest voorkomend > vaker indirect (lateraal) dan direct (mediaal)

• Indirect: open proc vaginalis• Direct: lokale slapte v/d buikwand tpv de

epigastrische vaten Bijna altijd bij mannen en heel zeldzaam

bij vrouwen

• Hernia femoralis: veel zeldzamer en mn bij vrouwen > 60. Hoger risico op incarceratie. Bij barium onderzoek bowelloop over caput femoris

• (Req 297)

• 145 Bij het onderscheid tussen acute hydrops en acute cholecystitis weegt echografische galblaaswandverdikking zwaarder dan de laboratoriumwaarden.

• 145 Bij het onderscheid tussen acute hydrops en acute cholecystitis weegt echografische galblaaswandverdikking zwaarder dan de laboratoriumwaarden.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Kenmerken van acute cholecystitis bij echo– Stenen– Wandverdikking(>3mm)– Vergrote galblaas(>4cm)– Pericholecystic fluid– Geimpacteerde steen in galblaas of ductus cysticus– Focal tenderness

MAAR: geen enkel teken is op zichzelfstaand van betekenis en heeft een uitgebreide dd!

Alleen alle 6 tezamen zeggen meer dan lab waarden...

• 146 Rechtszijdige colondiverticulitis heeft een betere prognose dan sigmoiddiverticulitis.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Divertikels zitten het vaakst i/h sigmoid, waarschijnlijk omdat dit deel v/h colon smaller is, en dus gevoeliger voor verhoogde intraluminale druk.

• Ook complicaties van divertikels (ontsteking, bloeding) komen vaker links voor dan rechts.

• 147 U verdenkt een jonge, Indonesische patiënt met ascites en een verdikt omentum van een peritonitis tuberculosa. U wilt materiaal afnemen voor Ziehl-Neelsen, auramine, PCR en Löwenstein. U doet een cytologische punctie van het omentum, en aspireert daarnaast 50 cc ascites. Beide materialen gaan voor onderzoek naar de diverse laboratoria.

• De kans op een conclusieve uitslag is bij het omentum hoger dan bij de ascites.

A Juist B Onjuist C Weet niet

• 149 Een darmstructuur wordt voor bijna 180 graden van zijn omtrek omgeven door visceraal peritoneum.

• Deze darmstructuur ligt retroperitoneaal.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• blauw = peritoneum parietale• roze = peritoneum viscerale• 11 = greater omentum• 13 = lesser omentum• • Het peritoneum is een soort van

zak waar de buikorganen in ingestulpt zijn.

• Het mesenterium is de verbinding tussen de darm en de dorsale buikwand waar bloedvaten van en naar de darm lopen. Intraperitoneaal betekent dan het orgaan omgeven is door peritoneum (bijv ilium).

• Retroperitoneaal betekent dat het achter het partietaal blad van het peritoneum ligt zijnde: urinewegen/ colon asc & desc/ horizontale deel duodenum/ pancreas (behalve de staart)

• 150 Bij een Mirizzi syndroom is er sprake van een obstructie in de ductus pancreaticus.

• 150 Bij een Mirizzi syndroom is er sprake van een obstructie in de ductus pancreaticus.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Syndroom v Mirizzi = extrinsiek compressie op CBD, door een steen in de galblaas of ductus cysticus, vaak gepaard met lokale ontsteking

• Je ziet: dilatatie van intra- en extrahepatische galwegen + geimpacteerde galsteen (Prokop blz 485)

• 151 Late aankleuring na intraveneus contrast is een kenmerk van cholangiocarcinoom.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Bile duct carcinoma:• Intrahepatisch = cholangiocarcinoom

(CCC); veel zeldzamer dan:• Extrahepatisch = extrahepatic

cholangiocarcinoma• 10-25% tpv bifurcatie v ductus hepaticus

(Klatskin), >50% in CBD• focale aankleuring (en vooral laat)

discrimineert de tumor van omliggend weefsel (Prokop 488)

• 152 Bij een stomp buiktrauma kan er darmletsel optreden.

• Dit letsel betreft vaker het duodenum dan het jejunum.

• 152 Bij een stomp buiktrauma kan er darmletsel optreden.

• Dit letsel betreft vaker het duodenum dan het jejunum.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Dit letsel betreft vaker het duodenum dan het jejunum.

• Want het duodenum en prox deel van het jejunum zitten vast aan het mesenterium.

• Mn het ligament van Treitz is een sterke ophangband, maar dus ook kwetsbaar bij HET

• Kenmerken zijn: focale darmwandverdikking/ hematoom/ vrije lucht

• 153 Thrombose van de vena mesenterica superior kan secundair zijn aan een infectieus proces in de buik, maar kan ook als primaire aandoening voorkomen.

• Dit laatste wordt meestal gezien bij individuen met een congenitale vaatanomalie.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Primaire trombose v/d vena mesenterica = meestal gevolg van:– Trombofilie– Portale hypertensie– Previous abdominal surgery– Abdominal trauma

• 154 Van alle patiënten met een sigmoid diverticulitis is een bepaald percentage onder de 50 jaar.

• Dit percentage is eerder 20% dan 2% .• A Juist B Onjuist C Weet niet

• 155 FNH (Focale Nodulaire Hyperplasie) wordt meer gevonden bij vrouwen dan bij mannen.

• De verhouding is eerder 2:1 dan 8:1.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• 70-80% van de patienten is vrouw• meestal solitaire lever laesie met central

scar • de laesie kleurt sterk aan met uitsparing

van de central scar

• (Req 178)

• 193 Dit is het echografische beeld van een normale appendix tijdens compressie (let op de cm-schaal). De pijl wijst op de binnenste echoarme wandlaag.

• Dit representeert de submucosa.• A Juist B Onjuist C Weet niet

• 193 Dit is het echografische beeld van een normale appendix tijdens compressie (let op de cm-schaal). De pijl wijst op de binnenste echoarme wandlaag.

• Dit representeert de submucosa.• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Mucosa = hyper

• Mucosa muscularis = hypo

• Submucosa = hyper

• Muscularis propria = hypo

• Serosa = hyper

• 194 Bij een patiënt wordt een CT gedaan zonder (A) en met (B) intraveneus contrast. Daarna wordt een gerichte echografie van de leverhaard gedaan (C).

• Het gezamenlijke beeld is kenmerkend voor een amoebenabces.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• 194 Bij een patiënt wordt een CT gedaan zonder (A) en met (B) intraveneus contrast. Daarna wordt een gerichte echografie van de leverhaard gedaan (C).

• Het gezamenlijke beeld is kenmerkend voor een amoebenabces.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Prokop: het CT beeld van een amoebe-abces is non-specific

• Meestal: solitaire, well-defined, round-to-oval hypo-attenuating mass with enhancing wall

• Early lesions may have solid parts• Incoplete ring of edema, vaak gepaard

met ascites

• De andere 2 vormen van hepatic abcesses zijn- pyogeen- fungal > alleen deze kenmerkt zich door het voorkomen van

multipele kleine cysteuze leasies

- Verder zijn leverabcessen ih algemeen radiologisch niet te karakteriseren

• Echinococcus (worminfectie): vormt hydatid cysts,; twee-lagige wand waartussen vocht, en welke calcificaties van de wand kan hebben. CT: moedercyste met meerdere dochter-cysten (welke vaak lagere densiteit hebben), met meerdere septa. De wand kleurt aan (itt cysten ih kader van TB)

• 195 Bovenstaande afbeeldingen passen beter bij een adenomateuze poliep dan bij een gastro-intestinale stromatumor (GIST).

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• GIST: submucosal/ subserosal or intraluminal.

- Submucosal: round en smoothly defined filling defects. Homogeen

- Extraluminal: displacing adjacent bowelloops

- Maligne: irregulair &lobulated masses. Meestal > 5cm doorsnede, inhomogeen

• Adenomateuze poliepen: meestal gesteeld

• 196 Bij een patiënt met druk- en loslaatpijn links in de buik wordt een echografie en een CT-scan verricht. Het CRP is 32.

• Dit beeld past beter bij een appendagitis epiploica dan bij een diverticulitis.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• 196 Bij een patiënt met druk- en loslaatpijn links in de buik wordt een echografie en een CT-scan verricht. Het CRP is 32.

• Dit beeld past beter bij een appendagitis epiploica dan bij een diverticulitis.

• A Juist B Onjuist C Weet niet

• Appendagitis epiploica = intraperitoneaal vetinfarct

• Appendices epiploicae zijn kleine vetaanhangels verspreid voorkomend aan de buitenzijde van het gehele colon, die kunnen infarceren door draaiing rond hun eigen steel.

• Ook het omentum majus kan infarceren, door segmentele torsie of door spontane veneuze trombose.

• De darm zelf is dus niet ontstoken of betrokken bij het process. • Het is een self-limiting disease.• Patiënten presenteren zich met lokale buikpijn op de plek van het

infarct, met tekenen van peritonitis in ongeveer de helft, en leukocytose en verhoogde BSE in ongeveer een kwart van de patienten.