Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart...

Post on 12-May-2015

263 views 2 download

Transcript of Vaktaal In de scheepvaart. Doe de Vaktaal quiz Vaktaal A.Het schip vaart achteruitHet schip vaart...

Vaktaal

In de scheepvaart

Doe de

Vaktaal quiz

Vaktaal

A. Het schip vaart achteruit

B. Het schip vaart naar links

C. Het schip vaart naar rechts

D. Het schip vaart vooruit

Het schip vaart naar “stuurboord”

Helaas

Helaas

Dit noemen we Bakboord

Goed zo

De schip vaart naar rechts

Helaas

Hier is geen vaktaal voor

Vaktaal

A. De schipper wil koffie

B. Het schip moet worden vastgemaakt

C. Je krijgt ontslag

D. Je kan de tros meer lengte geven.

Je kan de tros “vieren”

Helaas

Dat krijgt hij zo meteen

Helaas

Dan moet je de bolder “beleggen”

Helaas

Game over

Goed zo

Je kan de tros meer lengte geven

Vaktaal

A. Het schip vaart weg

B. Het schip gaat aanleggen

C. Het draaien van een schip

D. Het losgooien van een tros

“Meren”betekent:

Helaas

Dit noem je ontmeren

Goed zo

Wanneer we gaan aanleggen met een schip noemen wedit “meren”

Helaas

Dit is keren

Helaas

Dan roept de schipper “lekko”

Vaktaal

A. De tros word losgegooid

B. De schipper smeert zijn boterham

C. De tros wordt op de bolder vastgemaakt

D. Het schip gaat aanmeren

“Beleggen”in de scheepvaart betekent;

Helaas

Dan roept de schipper “lekko”

Helaas

Dat wordt gedaan door zijn vrouw

Grapje hoor vrouwelijke collega’s

Goed zo

Wanneer de tros op de bolder wordt vastgemaakt noemen we dit “beleggen”

Helaas

Het schip wordt bij aanmeren vastgemaakt

Vaktaal

Je moet de tros “doorhalen”

A. Je moet de tros losgooien

B. Je moet de tros meer lengte geven

C. Je moet de tros aantrekken

D. Je moet de tros vastmaken

Helaas

Dan roept de schipper “lekko”

Helaas

Dan roept de schipper “vieren”

Goed zo

Wanneer de tros wordt aangetrokken noemen we dit “doorhalen”

Helaas

Dan roept de schipper “houden zo”

Vaktaal

“Ontmeren” betekent

A. Het schip gaat voor anker

B. Ronddraaien van een schip

C. Aanleggen van een schip

D. Wegvaren van een schip

Helaas

Dan gaan we “ankeren”

Helaas

Dit is keren

Helaas

Dit noemen we “meren”

Goed zo

Dit noemen we “ontmeren”

Vaktaal

Je hoort “afstoppen”

A. Je moet van boord afB. De schipper heeft vandaag geen zin in

varenC. Het vaartlopend schip moet stilgelegd

wordenD. Je moet het schip schoonmaken

Helaas

Dan mag je van boord afstappen

Helaas

Dan heeft hij vette pech

Goed zo

Dit noemen we “afstoppen”

Helaas

Dan wordt het schip “afgesopt”

Dat heet in de scheepvaart “boenen”

Vaktaal

A. Je mag de tros losgooien

B. Je mag de tros vastmaken

C. Het schip is lek

D. Je moet snel van boord af

De schipper roept “lekko”

Goed zo

Dan roept de schipper; “lekko”

Helaas

De schipper roept dan: “houden zo”

Helaas

Gelukkig is het schip niet lek

Helaas

Nee hoor,

blijf maar lekker aan boord de schipper heeft je nodig

Vaktaal

A. Je mag de tros losgooien

B. Je mag de tros opruimen

C. Je moet snel weglopen met de tros

D. Je moet de tros schoonmaken

Je moet een tros “opschieten”

Helaas

Dan roept de schipper “lekko”

Goed zo

Je mag de tros opruimen en netjes “opschieten”

Helaas

Dan gaan we “ankeren”

Helaas

Vaktaal

A. Je mag het voordek schilderen

B. Je mag het voordek schuren

C. Jemag het voordek schoonmaken

D. Je mag het voordek een zoen geven

Je mag het voordek “boenen”

Helaas

Dan ga je gewoon schilderen

Helaas

Dan ga je gewoon schuren

Goed zo

Je mag het voordek gaan schoonmaken.

Dit noemen we aan boord “boenen”

Helaas

Einde

Alles goed ?