typologieën: Golden / MBTI / PPA / Enneagram / Kleurentest

Post on 25-Jan-2015

964 views 4 download

description

Voordelen en nadelen van typologieën / type vragenlijsten

Transcript of typologieën: Golden / MBTI / PPA / Enneagram / Kleurentest

1

Golden Personality Type ProfilerTypologieen: Voors en Tegens

drs.Franz Maissan, Career Handling4 en 11 december Amsterdam en Antwerpen

2

Wie wij zijn

Pearson Assessment and Information is de internationale testontwikkelaar en uitgever, gespecialiseerd in het ontwikkelen van hoogwaardig wetenschappelijk onderbouwd testmateriaal en marktleider in de gezondheidszorg.

TalentLens is onderdeel van Pearson en speciaal gericht op HR-ondersteuning (-cyclus)

“Talentlens ontwikkelt wetenschappelijk onderbouwde tests voor het identificeren, selecteren en ontwikkelen van talent.”

Wat doet Pearson?

Publiceren van psychometrische tests en vragenlijsten voor selectie-development- en re-integratievraagstukken.

Voorbeelden:• Watson Glaser (critical thinking)

• DAT voor HRM (cognitieve capaciteiten)

• LIV (loopbaanvraagstukken)

• Golden (development)

• SOSIE (persoonlijkheid en waarden, instrument voor selectie)

• TalentLens Re-integratie (re-integratie)

TYPOLOGIE

Een typologie is een onderverdeling van een groep personen, beschrijvingen, objecten op basis van (een aantal) kenmerken.

Zeer globaal, maar daardoor herkenbaar (=valkuil); doorgaans niet wetenschappelijk onderbouwd.

Voorbeelden MBTI, Horoscoop, Enneagram.

Met de opkomst van de experimentele psychologie, vanaf de jaren ’70, verdween de aandacht voor de persoonlijkheids-typologieën.

4

Overzicht typologieën I

6

Keirsey / MBTI

artisan/ SP sensing-perceiving

guardian/ SJ sensing-judging

idealist/ NF intuitive-feeling

rationalist/ NT intuitive-thinking

Ezekiel 590BC lion ox man eagle

Empedocles 450BC Goea (air) Hera (earth) Zeus (fire) Poseidon (water)

The Seasons Spring Autumn Summer Winter

Signs of Zodiac Libra, Aquarius, Gemini

Capricorn, Taurus, Virgo

Aries, Leo, Sagittarius

Cancer, Scorpio, Pisces

Hippocrates 370BC blood black bile yellow bile phlegm

Hippocrates 370BC 'Four Qualities'

hot and moist cold and dry hot and dry cold and moist

Plato 340BC (M) artistic sensible intuitive reasoning

Aristotle 325BC 'contribution to social order' (K)

'iconic'- artistic and art-making

'pistic' - common-sense and care-taking

'noetic' - intuitive sensibility and morality

'dianoetic' - reasoning and logical investigator

Overzicht typologieën II

7

Keirsey / MBTI

artisan/ SP sensing-perceiving

guardian/ SJ sensing-judging

idealist/ NF intuitive-feeling

rationalist/ NT intuitive-thinking

Galen 190AD Four Temperaments or Four Humours

sanguine melancholic choleric phlegmatic

Paracelsus 1550 'Four Totem Spirits' (K)

Salamanders - impulsive and changeable

Gnomes - industrious and guarded

Nymph - inspiring and passionate

Sylphs - curious and calm

Eric Adickes 1905 Four World Views (K)

innovative traditional doctrinaire sceptical

Ernst Kretschmer 1920 (M)

manic depressive oversensitive insensitive

Hans Eysenck 1950's (trait examples from his inventory)

lively, talkative, carefree, outgoing

sober, reserved, quiet, rigid

restless, excitable, optimistic, impulsive

careful, controlled, thoughtful, reliable

Montgomery 2002 on Jung/Myers

SP - spontaneous and playful

SJ - sensible and judicious

NF - intuitive and fervent

NT - ingenious and theoretical

Galenus (190)Temperamenten

8

De kubus van Heymans

9

Stellingen

Stelling I: een type bestaat niet! Hoogstens kunt je op een bepaald facet een duidelijke tendens op het continuum (b.v. introversie — extraversie) hebben...

Steling II: t/m versie 4 is de DSM indeling ook een soort

typologie.

10

11

12

13

14

15

16

17

18

Persoonlijkheid

Persoonlijkheid wordt beschouwd als een constante interne structuur, die bestaat uit disposities, die het gedrag richting geven en van persoon tot persoon verschillen.

19

Benaderingen van persoonlijkheid

Psychoanalytische benadering• Deze benadering stelt dat persoonlijkheid voortkomt uit een strijd van het

Id en het Superego met het Ego

Dispositionele benadering• Deze benadering stelt dat er persoonlijkheidstrekken zijn waarop mensen

van elkaar verschillen of juist met elkaar kunnen worden vergeleken >> Big 5/8

Situationele benadering• Situatie is volledig bepalend voor gedrag

Interactionele benadering• Combi van dispositioneel en situationeel

Biologische benadering, Cognitieve benadering, etc.

20

Allport Trait Hypothesis Theory

• Ieder individu heeft een aantal kenmerkende trekken

• Trekken bepalen mede gedrag en persoonlijkheid

• Trekken kunnen elkaar overlappen in structuur en functie

• Trekken zijn geen specifieke gedragingen, maar een algemeen patroon van tendenties die de indruk geven van consistentie

• Lexicale hypothese (Francis Galton): een taxonomie van persoonlijkheid is mogelijk

• Door Allport en Odbert in de praktijk getoetst:

• 17953 woorden > 4504 bijvoeglijke naamwoorden > Catell 16 factoren

• Tupes + Christel en Norman > 5 factoren

21

Meten van persoonlijkheid

Dimensies => 35, 12(+4), 5

Facetten / Factoren

(Lexicale) CircumplexenBijvoeglijke naamwoorden,

zelfstandige naamwoorden,

bijwoorden, werkwoorden,

uitdrukkingen

• 125.000 =>

• 30.000 =>

• 10.000 =>

• 2331 zinnen

22

De BIG 5

23

De Big 5 matrix

24

I+ I- II+ II- III+ III- IV+ IV- V+ V-

I+ spontaan, uitbundig, mededeelzaam

hartelijk, prettig, warmvoelend

bazig, schreeuwerig, dominant

vlijtig, arbeidzaam, werkwillig

roekeloos, losbandig, onbezonnen

zelfverzekerd, zeker, besluitvaardig

ontvlambaar, onbeheerst, romantisch

boeiend, geestkrachtig, origineel

chauvinistisch, reactionair

I- gesloten, zwijgzaam, introvert

bescheiden, zachtmoedig, geduldig

nors, kortaangebonden, zelfzuchtig

voorzichtig, serieus, perfectionistisch

laks, arbeidschuw, verstrooid

doodkalm, nuchter, beheerst

onzeker, depressief, onevenwichtig

filosofisch, complex, diepzinnig

behoudend, slaafs, bekrompen

II+ opgewekt, gezellig, joviaal

rustig, bedaard

mild, vreedzaam, goedhartig

oppassend, correct, welgemanierd

nonchalant, argeloos

stabiel, kalm, gelijkmoedig

teder, teergevoelig, aanhankelijk

vrijheidslievend, subtiel, ruimdenkend

volgzaam, gehoorzaam, gedwee

II- fel, lawaaierig, druk

ontoegankelijk, stug, ondoorgrondelijk

oninschikkelijk, stijfhoofdig, ontoegeeflijk

streng, kieskeurig

hardleers, asociaal, getikt

keihard, despotisch, ongevoelig

wisselvallig, lichtgeraakt, onrustig

rebels, onaangepast, ironisch

stompzinnig, krenterig, bekakt

III+ bedrijvig, energiek, vief

gereserveerd, ernstig, nadenkend

zorgzaam, goed, beleefd

eerzuchtig, steberisch, prekerig

zorgvuldig, nauwgezet, stipt

evenwichtig, vastberaden, standvastig

zorgelijk, overbezorgd

karaktervol, constructief, geïnteresseerd

gezagsgetrouw, conventioneel, burgerlijk

III- ongeremd, onbesuisd, rumoerig

apathisch, passief, onpeilbaar

buigzaam, plooibaar

egocentrisch, tegendraads, ontactisch

ordeloos, gemakzuchtig, lichtzinnig

laconiek

onstabiel, labiel, irrationeel

vrijgevochten, ondogmatisch, revolutionair

onkritisch, oppervlakkig, karakterloos

IV+ optimistisch, levenslustig, levenskrachtig

tolerant, tevreden, ingoed

autoritair, hardvochtig, heerszuchtig

accuraat, exact, systematisch

zorgeloos, onbezorgd, crimineel

onverstoorbaar, koelbloedig

kritisch, scherpzinnig, inventief

oerdegelijk, aartsgierig, aanmatigend

IV- impulsief, babbelziek, kletserig

somber, teruggetrokken, mensenschuw

zachtaardig, zacht, gevoelvol

opvliegend, mokkerig, snauwerig

chaotisch, inaccuraat, onbedachtzaam

paniekerig, bang, huilerig

poëtisch, gepassioneerd, idealistisch

kleingeestig, onbenullig, aanstellerig

V+ temperamentvol, onstuimig, welbespraakt

individualistisch

flexibel, verdraagzaam, humaan

opstandig, dwars, veeleisend

oplettend, leerzuchtig, principeel

ongedisciplineerd, jongensachtig, extravagant

doortastend, onafhankelijk, onbevresd

veranderlijk, sensitief, bewogen

fantasierijk, creatief, reflectief

V- praatziek timide, saai, tam

goedig, goedmoedig, gemoedelijk

onverdraagzaam, kwaadwillig, hebberig

plichtgetrouw, gedisciplineerd, keurig

onnozel, onverschillig, leugenachtig

emotieloos, gevoeloos

schrikachtig, bangelijk, vreesachtig

overbeleefd

Veel in NL ingezette typologieën

•Belbin teamrollen

•Enneagram

•LIFO

•MBTI

•DISC

•Insights

25

Belbin teamrollen

26

Belbin Teamrollen

Deze vragenlijst is feitelijk geen strikte typologie, want de vragenlijst plaatst mensen niet in één vak, maar geeft aan in welke (meerdere!) teamrollen het beste voelen. De meeste mensen hebben twee á drie teamrollen die hem/haar van nature goed liggen (sterktes, talenten...) en nog een aantal teamrollen die zij vrij gemakkelijk kunnen opnemen.

Er wordt echter, ook in de commerciële versies, gewerkt met platte ruwe scores, geen normscores of percentuele verhoudingen.

27

Teamrollen normtabel

28

PL= Plant

RL= Resource Investigator

CO= Co-ordinator

SH= Shaper

ME= Monitor Evaluator

TW= Team Worker

IM= Implementor Mentor

CF= Completer Finisher

Very low

0-1 0-2 0-3 0-3 0-2 0-3 0-5 0-1

Low

2-3 3 4-5 4-6 3-4 4-5 6-8 2-3

Mid range

4-7 4-7 6-9 7-14 5-9 6-10 9-12 4-8

High

8-9 8-10 10-13 15-18 10-11 11-13 13-15 9-10

Very high

10+ 11+ 14+ 19+ 12+ 14+ 16+ 11+

Enneagram

29

ENNEAGRAM

Professor Emeritus Dr. Wim Hofstee gaf in 2005 aan:

"Het enneagram is geen serieus wetenschappelijk model. Het behoort tot het onoverzichtelijke en snel wisselende domein van de lekenpsychologie: een bloeiende handel. Een psycholoog die is aangesloten bij het Nederlands Instituut van Psychologen en die met het Enneagram werkt, loopt het risico een klacht aan broek of rok te krijgen inzake deskundigheid”

Het Enneagram kenmerkt zich door zeer wollig taalgebruik, dat soms zelfs onbegrijpelijk of minstens voor meerdere interpretaties vatbaar is. Dit maakt het voor de lezers gemakkelijker om iets van waarheid te herkennen in de woordenbrij.

30

Forer of Barnum effect

Wollige rapportages maken het voor de lezers gemakkelijker om iets van waarheid te herkennen in de woordenbrij.

Het Forer-effect, ook wel Barnum-effect genoemd, is afkomstig uit de psychologie en betreft de neiging van mensen om vage en algemeen geldende uitspraken over de eigen persoon te accepteren als rake, typerende omschrijving, zonder zich te realiseren dat diezelfde omschrijving voor bijna iedereen opgaat. Sceptici van de astrologie schrijven de populariteit van horoscopen toe aan dit effect.

31

Forer / Barnum experiment I

De “objectiviteit” en “professionaliteit” van de test/vragenlijst geeft het “witte jas” effect!!

Face en geloofsvaliditeit zonder enige andere validiteit

G. Kanizsa bood een groep van 23 personen een rapport aan; alle proefpersonen vonden dat het rapport `in zijn geheel goed geslaagd was en overeenkwam met hun psychologische eigenschappen'. Vervolgens werd door Kanizsa een nieuw rapport opgesteld, waarin ongeveer het tegenovergestelde van het eerste rapport werd beweerd. In een nieuwe groep van 23 proefpersonen vonden slechts twee de uitslag niet toepasselijk op henzelf, de rest was weer voldaan. De iets grotere twijfel over het tweede rapport is zeer begrijpelijk: de algemene toon is nl. negatiever en er bleek vooral bezwaar te bestaan tegen beoordelingen in de richting van onsociaal, eenzelvig en egoïstisch.

32

Forer / Barnum experiment II

Een iets andere methode werd gevolgd door N. D. Sundberg. Hij liet elke proefpersoon aanwijzen welk van twee rapporten hun persoonlijkheid het beste beschreef. Een van de beide rapporten was telkens een werkelijk rapport over de betrokken proefpersoon, opgesteld door twee psychologen aan de hand van de M.M.P.I.; het tweede rapport was één of andere standaard beschrijving. Het bleek dat de “echte” rapporten geenszins vaker als “het juiste” werden gekozen dan de scherts-rapporten: de verdeling lag geheel volgens toeval.

Wel was uit deze proeven op te maken dat eerder die rapporten waar' werden gevonden, die in vage bewoordingen waren gesteld, met meer gunstige eigenschappen en korter van omvang.

33

Nederlands Forer / Barnum experiment

Het Forer / Barnum effect trad duidelijk aan het licht in een aardig experiment van de neurochirurg Dick Zeilstra. Hij plaatste een advertentie in De Telegraaf waarin hij namens het fictieve bureau Grafospect voor fl. 17,50 een handschriftanalyse aanbood. Iedereen die zo‘n aanvroeg, ontving dezelfde karakterbeschrijving plus een begeleidende enquête, die door driekwart van de aanvragers werd ingevuld. Uit de enquête bleek dat iedereen zich grotendeels en soms volledig in de karakterschets kon herkennen. De meerderheid was van mening dat de analyse hen meer inzicht had gegeven in de eigen persoonlijkheid.

34

LIFO (Life Orientations)

35

LIFO

Lifo is zowel een methode als een vragenlijst. Opvallend is de afwezigheid van onafhankelijk onderzoek en literatuur over LIFO.

Wat betreft theoretische achtergrond haalt men Erich Fromm en Carl Rogers aan; deze theorieën zijn echter inmiddels achterhaald.

De interne consistentie (alpha) is zwak: met uitzondering van een aanvaardbaar cijfer van 0.70 liggen alle waarden laag.

De validiteit van de LIFO Survey is noodzakelijkerwijze ook laag. Betrouwbaarheid is immers de bovengrens van validiteit. Men mag zich dus validiteitscijfers verwachten in de buurt van 0.20 en 0.30.

36

MBTI

De Myers-Briggs Type Indicator (MBTI) is een systematiek om de verschillen in persoonlijkheid van mensen te classificeren. Het model is ontwikkeld door Katharine Cook Briggs en haar dochter, Isabel Briggs Myers op basis van theorieën van Carl Gustav Jung, (Psychological Types,1921).

Noch Katharine noch Isabel waren opgeleid in de psychologie. Isabel was 'bachelor' in politieke wetenschappen. Katherine maakte Isabel attent op het boek "Psychological Types" van Carl Gustav Jung. Ze werden samen wat ze zelf noemen "fervente type observeerders". Isabel leerde naar eigen zeggen "test construction" door de "personeelstesten van een plaatselijke bank te bestuderen".

37

JUNGPsychological Type Theory I

• Hippocrates (400 v.Chr)

• Zwart gal: melancholisch/depressief

• Bloed: sanguin/optimistisch

• Geel gal: cholerisch/lichtgeraakt

• Flegma: flegmatisch/kalm

Psychologische typen:

een beperkt aantal persoonlijkheidseigenschappen is nodig om gedrag te begrijpen en beschrijven

Typen zijn patronen waarop mensen zich bij voorkeur gedragen

38

JUNGPsychological Type Theory II

Er zijn 4 bewuste mentale processen:

• 2 waarnemingsprocessen: Sensation + iNtuition

• 2 beoordelingsprocessen: Thinking +Feeling

Later: Extraverision + Introversion

>> 8 typen

Myers-Briggs

• Judging + Percieving

>> 16 typen

39

MBTI

MBTI gaat uit van de voorkeuren van een persoon op vier dichotomieën met elk twee polen:

•E/I dichotomie: Extraversion (iemand haalt zijn energie/inspiratie voornamelijk van de wereld om zich heen) of Introversion (voornamelijk vanuit zijn innerlijke belevingswereld).

•S/N dichotomie: Heeft iemand een voorkeur voor het opnemen van feitelijke informatie en informatie uit de wereld direct om zich heen (Sensing) of voor het opnemen van informatie in de vorm van verbanden en grote lijnen, gebruik makend van ervaringen en eerder opgedane informatie (iNtuition).

•T/F dichotomie: Heeft iemand een voorkeur voor het nemen van beslissingen op basis van logica (Thinking) of op basis van gevoelens (Feeling).

•J/P dichotomie: Heeft iemand een voorkeur voor een planmatige en geordende manier van werken en beoordeelt hij dingen, een waarde-oordeel gevend (Judging) of heeft iemand een flexibele en spontane manier van werken, en bekijkt hij de dingen zoals ze zijn zonder daar direct iets over te vinden (Perceiving).

40

MBTI variant

41

VIP TYPEN

42

MBTI en HARRY POTTER

43

MBTI en STAR WARS

44

Stelling

Stelling 3: De wereld bestaat uit dromedarissen en niet uit kamelen.

45

MBTI Denkfout in het theoretisch model

De vragenlijst bevat een theoretische fout, namelijk dat men er van uitgaat dat de schalen "discontinu" of "bimodaal" zijn, terwijl wetenschappelijk onderzoek uitwijst dat trekken verdeeld zijn over een continue schaal; de normaalverdeling. Het gros van de bevolking zit dus in de middenzone.

46

Normaalverdeling en normschalen

47

MBTI

Het probleem met MBTI is dat de fouten worden uitvergroot doordat verschillende schalen op elkaar telkens met dezelfde Gausskurve zitten. Voor alle schalen geldt dus dat het gros van de populatie in ELK van deze schalen in het midden zit. Het gros van de bevolking kan dus NIET in type worden onderverdeeld.

48

MBTI in de fout

Reeds in 1957 werd de test geweigerd door the Educational Testing Service (ETS) bij hun uitgebreid en duur onderzoek naar de wenselijkheid MBTI op te nemen.

Cohen (1983) toonde aan dat door een schaal dichotoom te maken je de "gedeelde variantie" met een andere variabele met .64 (r2) vermindert. Bij twee dichotome schalen die men met elkaar combineert loopt dit al op tot .40 (r2). MBTI combineert zelfs 4 dichotome schalen, waardoor de voorspellende kracht haast tot nul wordt gereduceerd.

Isabel Myers zelf raporteerde in 1998 al dat 35% van de testpersonen een andere type score hadden na een test-hertest interval van slechts 4 weken!

49

ZWART-WIT is niet grijs I

Een andere manier om naar de schalen te kijken is de volgende: bij een type wordt de scheiding in het midden gemaakt (rode lijn): je bent ofwel introvert ofwel extravert, ofwel thinking ofwel feeling. Dit terwijl je in werkelijkheid misschien lichtjes extravert bent maar niet erg extravert.

50

ZWART-WIT is niet grijs II

Een kandidaat die score 11 heeft bij Extraversie en 10 bij Introversie behoort bij de Extraverte persoonlijkheidstypen, net als iemand bij wie de scoreverhouding 20-1 is. Bij de omzetting van de schaalscores tot de persoonlijkheidstypen treedt aldus een aanzienlijk informatieverlies op.

Het toekennen van slechts één 4-lettertype houdt serieuze risico's op stereotypering in.

Vermeulen (1996) analyseerde de MBTI scores van in totaal 362 Nederlandstalige cliënten van een psychologisch adviesbureau. Uit zijn berekeningen blijkt dat de betrouwbaarheid van geen van de acht schalen conform de normen van de COTAN is.

51

DISC

52

DISC

53

Insights

54

Golden

Hippocrates: Temperament Theory

Jung: Psychological Type Theory

Allport: Trait Hypothesis Theory

Diverse: Five Factor Theory

Selye: General Adaption Syndrome (Stress Theory)

Sylye:

Eustress > stimuleert functioneren

Distress > remt functioneren

55

Kleurenmodellen I

56

De Caluwé; denken/doen

Kleurenmodellen II

57

Graves / Management Drives

Kleurenmodellen III

Lücher

De kandidaat moet bij deze test een aantal (8 tot 73) verschillend gekleurde lapjes of kaartjes op volgorde van voorkeur rangschikken. Uit de keuzen zou dan de persoonlijkheid kunnen worden afgeleid.

Volgens Lüscher is de voorkeur voor violet een aanwijzing voor psychische stoornissen. Immers, nog steeds volgens de grote psycholoog, pubers, Iraniërs, zwangeren, homoseksuelen, Oost-Afrikanen en sociaal misdeelden houden van deze kleur.

Tja………

Variant: Aura-Soma met gekleurde flesjes.

58

GOLDEN

59

Dimensies

60

Hoofddimensies

Extraverting/introverting Extravert/Introvert

De manier waarop je aandacht richt; energiebron

Sensing/Intuiting Feitelijk/Intuïtief

De manier waarop je info verzamelt en interpreteert

Thinking/Feeling Denken/Voelen

De manier waarop je beslist

Organizing/Adapting Georganiseerd/Flexibel

De manier waarop je in de wereld leeft (levensstijl oriëntatie)

Tense/Calm Gespannen/Kalm

De manier waarop je met dagelijkse stress omgaat

61

Golden en MBTI Schalen

Extravert/Introvert E/I E/I

Feitelijk/Intuïtief S/N S/N

Denken/Voelen T/F T/F

Georganiseerd/Flexibel Z/A J/P

Gespannen/Kalm - -

62

Golden vragen

63

Onderdeel 1 – Gedrag1. Als ik mensen voor de eerste keer zie, zeg ik

nog minder dan normaal gesproken ? meer dan ik van plan was

Onderdeel 2 – Motivatie en waarden74. In mijn werk ben ik op zoek naar

(A) de vrijheid om de dingen op mijn manier te doen

(B) zekerheid en een vaste, stabiele omgeving

(C) mogelijkheid om mijn analytische vermogen te gebruiken

(D) de kans om van de wereld een betere plek te maken

Onderdeel 3 – Zelfperceptie89. Uitbundig ? Gereserveerd

Golden Rapport

64

Golden type

65

Golden hoofddimensies I

66

Golden hoofddimensies II

67

Golden hoofddimensies III

68

Golden hoofddimensies IV

69

Golden hoofddimensies V

70

Belangrijke eigenschappen Golden rapport I

Alle subschalen tellen mee op een hoofddimensie; ook scores op de tegengestelde gedeelten van iedere hoofddimensie.

Judging (oordelen) vs Percieving (waarnemen) is vervangen door Organising vs Adapting op basis van factoranalyse.

Hoofddimensies worden gebruikt voor een globale typering (en handreiking naar de MBTI adepten); ze doen echter weinig recht aan de verschillen tussen mensen. De subschalen geven zicht op de individuele verschillen.

De Golden meet ook een vijfde hoofddimensie: Tense vs Calm. Coping/reactie op stress.

Er is niet zozeer sprake van een “strakke” voorkeur: 1-5% = niet duidelijk, 6-19% = licht, 20-49% is duidelijk, 50-69% = sterk en 70> = heel sterk

71

Belangrijke eigenschappen Golden rapport II

De subschalen:

• kunnen overeenkomen met de voorkeur op de hoofddimensie

• kunnen het tegenovergestelde zijn van de voorkeur op de hoofddimensie – ‘buiten het patroon’

• ‘buiten het patroon’ scores worden aangegeven door een symbool (vijfhoek)

72

Golden overzicht typen

73

Vier Temperamenten

74

SA

Efficiënt en

Vindingrijk

NF

Fantasierijk en

Innovatief

SZ

Verantwoordelijk en

Betrouwbaar

NT

Competent en

Vooruitstrevend

Sensing (Feitelijk)Adapting (Flexibel)

75

Sensing (Feitelijk)Organizing (Georganiseerd)

76

Intuiting (Intuïtief)Feeling (Voelen)

77

Intuiting (Intuïtief)Thinking (Denken)

78

Verdeling in Nederland

79

ISTA

1,4%

ISFA

0,5%

INFA

1,6%

INFZ

3,8%

ESTA

4,0%

ESFA

1,9%

ENFA

8,5%

ENFZ

9,8%

ESTZ

11,2%

ESFZ

10,1%

ENTA

7,4%

ENTZ

10,6%

ISTZ

11,8%

ISFZ

12,3%

INTA

1,6%

INTZ

3,5%

BIG V vs Golden typologie

80

Score 5 op een stanineschaal op de dimensie Extravert, of…..

Conceptuele overlap Golden / BIG V

Extraverting/introverting Extraversion

Sensing/Intuiting Openess to Experience

Thinking/Feeling Agreeableness

Organizing/Adapting Conscientiousness

Tense/Calm Emotional Stability

81

Golden subschalen I

82

Golden subschalen II

83

Golden subschalen III

84

Golden subschalen IV

85

Golden subschalen V

86

Golden samenvatting schalen

87

Energie richten

88

Informatie verzamelen

89

Beslissingen nemen

90

Levensstijl oriëntatie

91

Reactie op dagelijkse stressfactoren

92

Hoofd- en subschalen

93

Extraversion/Introversion = 29 ItemsSpraakzaam/Rustig = 7Onverschrokken/Gereserveerd = 8Aanwezig/Terughoudend = 7Actief/Bedachtzaam = 7

Sensing/iNtuition = 30Concreet/Abstract = 10Praktisch/Innovatief = 8Conventioneel/Vooruitstrevend = 7Traditioneel/Trendsettend = 5

Thinking/Feeling = 31Rationeel/Empathisch = 8Autonoom/Meelevend = 7Analytisch/Hartelijk = 8Competitief/Verzorgend = 8

Organizing/Adapting = 36• Geordend/Onsystematisch = 9• Betrouwbaar/Nonchalant = 12• Weloverwogen/Spontaan = 9• Inschikkelijk/Eigenzinnig = 6Tense/Calm = 16• Bezorgd/Optimistisch = 7• Onzeker/Zelfverzekerd = 9

Totaalscore items = 142Items zonder score = 26Totaalscore items = 168

Betrouwbaarheid

94

Crohnbachs

Alpha

Extraverting (Extravert) 0,91/0,89

Introverting (Introvert) 0,89/0,87

Sensing (Feitelijk) 0,77/0,76

Intuiting (Intuïtief) 0,84/0,86

Thinking (Denken) 0,86/0,85

Feeling (Voelen) 0,88/0,89

Organizing (Georganiseerd) 0,89/0,90

Adapting (Flexibel) 0,86/0,86

Tense 0,85/0,85

Calm 0,88/0,87

Correlaties hoofddimensies

95

Betrouwbaarheidinterne consistentie (N= 873)

Extraversion/Introversion= 0.91/0.89• Spraakzaam/Rustig = 0.85/0.83• Aanwezig/Gereserveerd = 0.78/0.77• Sociaal/Terughoudend = 0.59/0.61• Actief/Bedachtzaam = 0.71/0.63

Sensing/iNtuition = 0.77/0.84• Concreet/Abstract = 0.61/0.54• Praktisch/Innovatief = 0.76/0.79• Conventioneel/Vooruitstrevend =

0.60/0.67• Traditioneel/Trendsettend =

0.48/0.57

Thinking/Feeling = 0.86/0.88• Rationeel/Empathisch = 0.77/0.75• Autonoom/Meelevend = 0.67/0.74• Analytisch/Hartelijk = 0.71/0.69• Competitief/Verzorgend = 0.61/0.61

Organizing/Adapting = 0.89/0.86• Geordend/Onsystematisch =

0.65/0.67• Betrouwbaar/Nonchalant = 0.80/0.71• Weloverwogen/Spontaan = 0.69/0.71• Inschikkelijk/Eigenzinnig = 0.75/0.70

Tense/Calm = 0.85/0.88• Bezorgd/Optimistisch = 0.71/0.72• Onzeker/Zelfverzekerd = 0.77/0.83

96

Test –hertest betrouwbaarheid

Classificatie T1 Classificatie T2 % consistentie

Extraverting (Extravert)

46 39 85

Introverting (Introvert)

43 40 93

Sensing (Feitelijk) 33 30 91

Intuiting (Intuïtief) 56 48 86

Thinking (Denken) 47 40 85

Feeling (Voelen) 42 37 88

Organizing (Georganiseerd)

73 68 93

Adapting (Flexibel)

16 12 75

97

Vragen

-

98

99

Toegang tot de Golden De Golden kan alleen gebruikt worden door een door TalentLens getrainde gebruiker.

Twee trainingsopties:

- Eendaagse conversietraining voor ervaren assessment psychologen en mensen die ervaring hebben met typologieën vragenlijsten € 595,-

- Tweedaagse kwalificatietraining voor € 1.195,-

* Deze aanbieding is geldig tot 31 januari 2014

Pluspunten:

- Aangeboden via het online platform van TalentLens

- Vragenlijst en 16 pagina tellend rapport voor € 25,- per afname

- GEEN licentiekosten

Aanbieding voor college deelnemers*:

De 24 testafnames en de eendaagse conversietraining worden u nu tezamen aangeboden voor € 600,- (i.p.v. €1.195,- )