TAALKUNDE GRAMMATICA A college 2 oprea@hr.nl. Programma Hoofdstuk 1 Luif: Inleiding Bespreken...

Post on 14-Jun-2015

219 views 0 download

Transcript of TAALKUNDE GRAMMATICA A college 2 oprea@hr.nl. Programma Hoofdstuk 1 Luif: Inleiding Bespreken...

TAALKUNDEGRAMMATICA A

college 2oprea@hr.nl

Programma

Hoofdstuk 1 Luif: Inleiding Bespreken opdracht 6 Vragen betreffende het hoofdstuk

Hoofdstuk 2 Luif: Persoonsvorm en onderwerp Activiteit eigen kennis Bespreken opdracht 1 t/m 9 Vragen betreffende het hoofdstuk

Oriëntatie op hoofdstuk 3 Luif: Het gezegde en zijn complementen

Hoofdstuk 1

Opdracht 6

Opdracht 6c.1

Zin

NC VC

PC NC NC

De moeder van Karin schreef de overspannen conrector een dikke brief.

Opdracht 6c.2

Zin

NC VC

PC PC

Het huis van de directeur staat bij zee.

Opdracht 6c.3

Zin

NC VC

PC NC NC

De buurman van mijn vriendin overhandigde de geslaagden de diploma’s.

Opdracht 6c.4

Zin

NC VC

PC PC

Marietje van de slager liep naar de bakker.

Opdracht 6c.5

Zin

NC VC

PC PC

PC

De vader van de helft van de tweeling komt bij Pauw en Witteman.

Groepswerk: pv en ond

Groepjes samenstellen m.b.v. de zinsdelen

Wie de persoonsvorm heeft legt uit hoe de persoonsvorm in de zin is te vinden.

Wie het onderwerp heeft legt uit hoe het onderwerp in de zin is te vinden.

Hints groepsvorming

Persoonsvorm en onderwerp in de methodes

Per groepje: bekijk hoe grammatica wordt

geïntroduceerd bekijk hoe in de methode wordt uitgelegd

wat de persoonsvorm en het onderwerp in de zin zijn

Persoonsvorm

Centraal element in de zin Geeft aan hoe de uitspraak zich

verhoudt tot de werkelijkheid

Hoe vind je de persoonsvorm? tijdsproef getalsproef

BELANGRIJK !!

Nederlands is een V2-taal: in mededelende zinnen staat de persoonsvorm (verbum) altijd op plaats 2 in de zin!

De hond van mijn tante eet graag boontjes. Gisteren kwam Joris nog langs. Op de fiets ben je er sneller. Nergens is het zo gezellig als hier. Liesbeth en Sophie willen toch graag naar

huis.

Onderwerp

Het zinsdeel waaraan in de rest van de zin iets wordt toegeschreven…

Congruentieproef Vervanging door de onderwerpsvorm

ik jij, je, u hij, zij, het wij jullie, u zij

Introductie hoofdstuk 3: Het gezegde en zijn complementen

In tweetallen: opdracht 3.1.1 opdracht 3.1.2

3.2 Het lijdend voorwerp

Transitief werkwoord Intransitief werkwoord Pseudo-transitief werkwoord

Opdracht 3.2.2

3.3 Het indirect voorwerp

doorgaans een of meer personen die een passieve rol vervullen meewerkend voorwerp andere indirecte voorwerpen

ondervindend voorwerp belanghebbend voorwerp bezittend voorwerp oordelend voorwerp ethisch datief

bij werkwoorden die een overdrachtelijke handeling of een taalhandeling uitdrukken

Opdracht 3.3.1 en 3.3.2.

3.4 Het voorzetselvoorwerp

begint met een voorzetsel dat een vaste combinatie vormt met het gebruikte werkwoord

Opgave 3.4.2

Huiswerk

Bestudeer Luif 3.1 t/m 3.4 Noteer je vragen met daarbij de bladzijde

Maak de aangegeven opdrachten uit de studiehandleiding die bij deze paragrafen horen.