Spanje/ España Lydia Fernández Pereda Praktijkassistent Spaanse Taalkunde
TAALKUNDE GRAMMATICA A college 2 [email protected]. Programma Hoofdstuk 1 Luif: Inleiding Bespreken...
-
Upload
simona-brander -
Category
Documents
-
view
219 -
download
0
Transcript of TAALKUNDE GRAMMATICA A college 2 [email protected]. Programma Hoofdstuk 1 Luif: Inleiding Bespreken...
TAALKUNDEGRAMMATICA A
college [email protected]
Programma
Hoofdstuk 1 Luif: Inleiding Bespreken opdracht 6 Vragen betreffende het hoofdstuk
Hoofdstuk 2 Luif: Persoonsvorm en onderwerp Activiteit eigen kennis Bespreken opdracht 1 t/m 9 Vragen betreffende het hoofdstuk
Oriëntatie op hoofdstuk 3 Luif: Het gezegde en zijn complementen
Hoofdstuk 1
Opdracht 6
Opdracht 6c.1
Zin
NC VC
PC NC NC
De moeder van Karin schreef de overspannen conrector een dikke brief.
Opdracht 6c.2
Zin
NC VC
PC PC
Het huis van de directeur staat bij zee.
Opdracht 6c.3
Zin
NC VC
PC NC NC
De buurman van mijn vriendin overhandigde de geslaagden de diploma’s.
Opdracht 6c.4
Zin
NC VC
PC PC
Marietje van de slager liep naar de bakker.
Opdracht 6c.5
Zin
NC VC
PC PC
PC
De vader van de helft van de tweeling komt bij Pauw en Witteman.
Groepswerk: pv en ond
Groepjes samenstellen m.b.v. de zinsdelen
Wie de persoonsvorm heeft legt uit hoe de persoonsvorm in de zin is te vinden.
Wie het onderwerp heeft legt uit hoe het onderwerp in de zin is te vinden.
Hints groepsvorming
Persoonsvorm en onderwerp in de methodes
Per groepje: bekijk hoe grammatica wordt
geïntroduceerd bekijk hoe in de methode wordt uitgelegd
wat de persoonsvorm en het onderwerp in de zin zijn
Persoonsvorm
Centraal element in de zin Geeft aan hoe de uitspraak zich
verhoudt tot de werkelijkheid
Hoe vind je de persoonsvorm? tijdsproef getalsproef
BELANGRIJK !!
Nederlands is een V2-taal: in mededelende zinnen staat de persoonsvorm (verbum) altijd op plaats 2 in de zin!
De hond van mijn tante eet graag boontjes. Gisteren kwam Joris nog langs. Op de fiets ben je er sneller. Nergens is het zo gezellig als hier. Liesbeth en Sophie willen toch graag naar
huis.
Onderwerp
Het zinsdeel waaraan in de rest van de zin iets wordt toegeschreven…
Congruentieproef Vervanging door de onderwerpsvorm
ik jij, je, u hij, zij, het wij jullie, u zij
Introductie hoofdstuk 3: Het gezegde en zijn complementen
In tweetallen: opdracht 3.1.1 opdracht 3.1.2
3.2 Het lijdend voorwerp
Transitief werkwoord Intransitief werkwoord Pseudo-transitief werkwoord
Opdracht 3.2.2
3.3 Het indirect voorwerp
doorgaans een of meer personen die een passieve rol vervullen meewerkend voorwerp andere indirecte voorwerpen
ondervindend voorwerp belanghebbend voorwerp bezittend voorwerp oordelend voorwerp ethisch datief
bij werkwoorden die een overdrachtelijke handeling of een taalhandeling uitdrukken
Opdracht 3.3.1 en 3.3.2.
3.4 Het voorzetselvoorwerp
begint met een voorzetsel dat een vaste combinatie vormt met het gebruikte werkwoord
Opgave 3.4.2
Huiswerk
Bestudeer Luif 3.1 t/m 3.4 Noteer je vragen met daarbij de bladzijde
Maak de aangegeven opdrachten uit de studiehandleiding die bij deze paragrafen horen.