Post on 20-Mar-2017
tekst hans stokkermans LEEFOMGEVING ALS AANJAGER VAN STADSONTWIKKELING
Vergeet de compacte
woningbouw
Door maatschappelijke ontwikkelingen woont een groeiend aantal
mensen in de stad en loopt het platteland leeg. Dit heeft gevolgen voor
de ruimtelijke ordening. Hoe kunnen we steden leefbaar en gezond
houden? Stuur op kwaliteit van de leefomgeving en vergeet de compacte
woningbouw die de laatste decennia de voorkeur genoot.
Bij sturing op de kwaliteit van de leefomgeving staan, in vergelijking met de traditionele en veelal compactere woningbouw, de natuurlijke behoeften van de mens veel meer centraal. Als uitgangspunt geldt dat er is voorzien in veel ruimte voor een groene, natuurlijke en gevarieerde leefomgeving in de directe nabijheid van de bewoners. Het resultaat is een gezonde leefomgeving met een uitdagende en stimulerende werking op de sociale cohesie. Dat bevordert de doelstellingen van de zogenaamde participatiemaatschappij én
heeft een kostendrukkend effect op welzijn en zorg. Bevolkingsgroei en urbanisatie De bevolking in Nederland neemt, net als elders in de wereld, de komende decennia toe. Voor Nederland gaat men uit van een toename voor 2016 tot 17.9 miljoen mensen. Ook is duidelijk dat deze bevolkingstoename plaatsvindt via een uitbreiding van stedelijke gebieden ten koste van een afname van de bevolking op het platteland. De druk op de woningbehoefte
neemt hierbij bovendien toe door een toename van het aantal een- en tweepersoons huishoudens tot maar liefst 43% in 2040. Deze huishoudensverdunning en de vergrijzing zullen effecten hebben op de aard van de vraag naar woningen. De leefbaarheid in de steden staat hierdoor onder druk, terwijl door de leegloop op het platteland flinke problemen ontstaan op het vlak van leefbaarheid.
Een groot deel van de oplossing kan worden gevonden in een stadplanning waarbij de
VAKBLAD GROEN
natuurlijke behoeften van de mens centraal staan. Goede oplossingen hiervoor zijn voorhanden, maar vooralsnog zijn door beleidsmakers geen adequate antwoorden geformuleerd. Het uitvoeren vergt namelijk lef, zowel bij de ambtenaren die het voorbereidende werk doen in de ruimtelijke ordening als bij de besluitvormers.
Terug naar de natuur Bij de zoektocht naar deze nieuwe vorm van stadsplanning speelt mee dat de mens, zowel fysiek als in zijn ontwikkeling,
verderaf is komen te staan van zijn natuurlijke leefomgeving. De mens begrijpt zijn eigen leefomgeving niet meer. De melk komt uit de supermarkt en hoe de groenten, granen en vlees worden geproduceerd, is onbekend - laat staan dat de bewerkingsslagen daarna en de impact daarvan op het milieu begrepen kunnen worden. Dat daarnaast een groene en natuurlijke leefomgeving daadwerkelijk een gezondheids- en welzijnsbevor-derende werking heeft, met een sterke sociale relevantie, wordt ook slechts door weinigen echt
gezien. Het is voor veel mensen allemaal te veel en te complex geworden. Dit is een van de oorzaken dat ook bij de planning van woonwijken tot nu toe veel te weinig rekening wordt gehouden met de natuurlijke behoefte aan een kwalitatief groene en aantrekkelijke leefomgeving, waar bovendien veel ruimte is om elkaar op een natuurlijke manier te ontmoeten.
Waarschijnlijk door tal van voedselschandalen en gezondheidsproblemen willen groepen mensen inmiddels wél weer
JAARGANG 71 • APRIL 2015 • NUMMER 0 4
Moestuinvereniging De Lentse Aarde maakt het mogelijk voor bewoners van de Nijmeegse woonplaats Lent om biologisch te moestuinieren. Sinds 1 maart 2014 heeft de vereniging de beschikking over een lap grond aan Smitjesland. Hier kan de vereniging gebruik van maken tot in ieder geval 2019.
weten en begrijpen waar het voedsel vandaan komt. Ze zien meer en meer het belang om hun gezondheid op natuurlijke wijze te verbeteren en, belangrijker nog, ze willen daar vooral ook grip op hebben. Tal van initiatieven zijn door zulke groepen mensen opgezet, zoals lokale voedselproductie in de stad, lokale productiecoöperaties, volkstuinverenigingen en vita-liteitscentra gericht op herstel van stressgerelateerde gezondheidsproblemen door inzet
van een natuurlijke omgeving. Ook op andere terreinen willen mensen het heft weer in eigen hand nemen, zoals bij energiecollectieven. Een andere ontwikkeling is dat bij het opstellen van milieueffectrapportages steeds meer stemmen opgaan om ook de sociale aspecten een volwaardige rol in de besluitvorming te geven. Deze sociale aspecten betreffen bijvoorbeeld gevoelens van vrijheid, ontspanning en identiteit van de mens in relatie
tot zijn eigen (woon)omgeving, maar ook sociale cohesie en stabiliteit van de gemeenschap.
Geen focus op gezonde leefomgevingen Gemeenten en provincies zijn helaas traag in het anticiperen op bovengenoemde ontwikkelingen in de maatschappij. Door de recente economisch moeilijke jaren zijn deze bestuurders nog druk bezig met het afschrijven van schulden als gevolg van hun beleggingen
VAKBLAD GROEN
in onroerend goed en woningbouw. Ook is men bezig met de nieuwe taken op sociaal gebied als gevolg van de transities in het sociale domein van de rijksoverheid naar de gemeenten, waarbij ook nog eens een lager budget voor deze taken beschikbaar is. Hun focus ligt hierdoor vooral op het gemeentelijke financiële huishoudboekje op de (te) korte termijn, waardoor onder andere nog steeds wordt bezuinigd op essentiële groenvoorzieningen. Nog altijd liever een bouwkavel extra dan ruime groenvoorzieningen in woonwijken. En hier gaat het dus fout! Het is in de bestuurslagen nog steeds niet doorgedrongen dat de aanwezigheid van voldoende kwalitatief goed en natuurlijk groen zowel de gezondheid als de arbeidsproductiviteit bevordert en daarmee de kosten voor zorg en welzijn aanzienlijk kan verlagen. Dit is vreemd, want gemeenten hebben (inmiddels) een heel direct belang bij de kostenbeheersing van zorg- en welzijnstaken.
Nu gemeenten daadwerkelijk voor zorg- en welzijnstaken ver
antwoordelijk zijn (geworden), zou je verwachten dat gemeenten ook aandacht hebben voor preventieve maatregelen en voor de mogelijkheden waarmee burgers hierin kunnen participeren. Het is mogelijk tegelijkertijd winst te behalen op het vlak van gezondheid en welzijn, ook in financiële zin, maar dat vraagt wel om onorthodoxe maatregelen. Een participatiemaatschappij ontstaat niet door deze van boven af op te leggen, maar door te faciliteren en ruimte te geven. Bij een stadsplanning met leefomgeving als uitgangspunt zijn hiervoor duidelijke aanknopingspunten te vinden. De focus moet worden verlegd van het aanleggen of in stand houden van compacte, monofunctionele woonwijken naar het creëren van een kwalitatief gezonde en uitdagende leefomgeving. Hoe zo'n leefomgeving eruit kan zien, is hieronder uitgewerkt. Speelse inrichting dichtbij In stadsplanning gericht op de kwaliteit van de leefomgeving ligt de focus op in de wijk geïn
tegreerde ruime en organisch gevormde groenvoorzieningen. Deze voorzieningen worden in de directe nabijheid van de bewoning aangelegd, op zo'n manier dat de directe omgeving voor de bewoners uitnodigend en inspirerend is om er te vertoeven en elkaar te ontmoeten. Er worden voorzieningen in de wijk aangebracht, zoals parkjes, speelweiden en volkstuinen. Daarnaast wordt gezorgd voor de aanwezigheid van karakteristieke bomen (van flink formaat) langs straten, pleinen en dorpsgebouwen. Straten worden vormgegeven door een speelse inrichting met ruimte voor bankjes en picknicktafel. Volkstuinen worden met nadruk niet meer aan de randen van de steden gesitueerd op toevallig braakliggende terreinen, maar juist midden in de woonwijken. Ze zijn voorzien van een centrale ontmoetingsplaats met voorzieningen. Er wordt ruimte gecreëerd voor speelweiden, een kleine boomgaard of een weiland voor bijvoorbeeld het houden van pony's, geiten en kippen. Op een uitnodigende en speelse wijze leren kinderen ontdekken en spelen, en worden ze uitgedaagd om meer buiten te zijn. Welk kind vindt het nou niet geweldig om na schooltijd al lopend langs het weilandje in de eigen wijk in de bruine ogen van een lieve pony te kijken of de vers gelegde eieren te rapen uit de kippenren? Doordat de voorzieningen dichtbij zijn, worden ook ouderen gestimuleerd om naar buiten te gaan. De woonwijken worden bovendien zo ingericht dat er gelegenheid is voor het maken van diverse korte en gevarieerde wandelingen, om even te ontspannen na een lange werkdag of om de hond uit te laten. Elke woonwijk dient te beschikken over een breed scala aan
JAARGANG 71 • APRIL 2015 • NUMMER 04
bovenstaande voorzieningen, die door slim plannen ook in onderlinge samenhang kunnen worden geïntegreerd.
Flinke financiële voordelen Hoe kan dit alles worden gerealiseerd? Er is immers wel meer woonoppervlakte nodig dan bij reguliere, compacte stadsplanning. In bestaande woongebieden liggen vaak al bestemde deelgebieden braak als gevolg van de crisis. Deze gebieden kunnen worden herbezien om ruimte te bieden aan de hier beschreven invulling. Daarnaast staan, mede als gevolg van de crisis, veel gebouwen leeg door lokale krimp, zoals schoolgebouwen, winkels, lokale bankfilialen. Het in stand houden ervan is veelal niet betaalbaar. Sloop biedt kansen voor herbestemming. Bij nieuw te bouwen woonwijken kan van meet af aan voldoende ruimte worden gereserveerd. Ook moet
immers voor deze taken verantwoordelijk zijn (geworden). Zij kunnen hierin een proactieve rol spelen door bijvoorbeeld het vrijspelen van ambtenaren voor deze taken en door er bestuurlijk prioriteit aan te geven. Participatiebijeenkomsten met (toekomstige) bewoners kunnen inzicht geven in ideeën en mogelijkheden waardoor er ook draagvlak in de wijk wordt gecreëerd. Vaak komen heel spontaan allerlei ontwikkelingen op gang, zoals blijkt uit het voorbeeld van de Lentse Aarde.
Moestuinvereniging De Lentse Aarde Een groepje bewoners in Lent wilde graag een volkstuin en heeft in overleg met de gemeente Nijmegen een direct naast de woonwijk gelegen braakliggend stuk grond van 4.000 m2 in gebruik genomen als volkstuin. De grond is bedoeld voor bebouwing, maar in verband met de crisis op de woningmarkt is
Gemeenten moeten inzien dat dergelijke leefgebieden op de langere termijn flinke financiële voordelen gaan bieden
men niet bang zijn om, in het geval van stadsuitbreiding, delen van omliggende landbouwgebieden om te vormen in deze op leefomgeving geïnspireerde woonwijken. Het is van belang voor gemeenten om in te zien dat dergelijke leefgebieden op de langere termijn flinke financiële voordelen gaan bieden op het vlak van zorg en welzijn, omdat gemeenten
de bouw uitgesteld. De bewoners mogen het stuk grond minimaal vijfjaar gebruiken. Inmiddels zijn er 53 leden en staan er maar liefst 80 op een wachtlijst (die nog wekelijks groeit). En dat binnen twee jaar tijd. De bewoners zijn in gesprek met de gemeente om de oppervlakte van de tuin uit te breiden, zodat de mensen op de wachtlijst ook aan de slag kunnen. Het verzoek de moestuin definitief
op deze locatie te bevestigen als onderdeel van de voorzieningen in de wijk is door de gemeente vooralsnog afgewezen. De economische belangen voor de gemeente zijn hiervoor te groot. Volgens Fred Tank, voorzitter van De Lentse Aarde, heeft de moestuin een groot positief effect in de wijk. De tuinders zijn ongelooflijk enthousiast en het bruist van de positieve energie. De basisschool heeft er een gemeenschappelijk tuin, scholieren helpen bij het onderhoud van de tuin en de vereniging organiseert gemeenschappelijke activiteiten. De tuinen fungeren als ontmoetingsplaats: mensen worden bij elkaar gebracht en vriendschappen worden gesloten. De komst van de moestuin draagt bij aan een toename van de sociale cohesie in de wijk.
Stadsplanning zoals in Lent heeft ongelofelijk veel voordelen. Naast een flinke toename in de biodiversiteit in de stad is er sprake van een gezondere en uitdagendere omgeving, met veel ruimte om elkaar te ontmoeten. Deze aanpak leidt tot verbetering van de gezondheid, meer vitaliteit, veerkracht en daardoor meer kwaliteit van leven van de bewoners. Het ziekteverzuim zal afnemen en de arbeidsproductiviteit toenemen. Door deze wijze van stadsplanning wordt ook de sociale cohesie bevorderd: de bewoners hebben veel meer contact met elkaar, omdat de natuurlijke momenten daarvoor aanwezig zijn. Kinderen leren spelenderwijs in een natuurlijke omgeving en gaan gaandeweg de waarde ervan inzien. Door de toegenomen sociale samenhang is er meer aandacht voor elkaar en worden problemen in de wijk veel eerder gesignaleerd. Hierdoor zal er ook -waar nodig - veel eerder worden ingegrepen. De zo gewenste participatiemaatschappij wordt op een natuurlijke en organische manier georganiseerd.
VAKBLAD GROEN