Post on 26-Feb-2019
1
STAGEWERKBOEK 2017
STAGE HAVO-3 januari 2017
NAAM:
© CSG Augustinus SUU/GRD/BEI
2016-2017
2
3
INHOUDSOPGAVE Bedankbrief 4 Doel van de stage 5 Praktijkovereenkomst CSG Augustinus 6 Regels 8 Belangrijke adressen en telefoonnummers 9 Vooraf 10 Algemene informatie over het bedrijf of instelling 11 De eerste dag 12 Dagverslagen 14 Verplichte opdrachten 20 Keuze opdrachten 22 Alles op een rij; de laatste dag 37 Beoordeling / eindgesprek 38 Eindverslag 43 Akkoordverklaring stagewerkboek 44
4
Groningen, januari 2017, Aan de stagebegeleiders van de leerlingen van het CSG Augustinus. Geachte dames en heren, Nu een leerling van onze school in het kader van de profieloriëntatie voor HAVO 4 in uw bedrijf of instelling zijn of haar stageperiode zal doorbrengen, wil ik u namens de school hartelijk danken voor de geboden gastvrijheid. Wij hopen dat de leerling aan het eind van deze week mag terugzien op een zinvolle periode. Voor eventuele nadere informatie kunt u contact opnemen met de begeleiders van de stageweek: Dhr. H. de Vries, decaan. per mail te bereiken: vri@csg.nl Dhr. J. van Beilen, stagecoördinator. per mail te bereiken: bei@csg.nl U kunt ons via de school bereiken onder nummer 050-3139720. Met vriendelijke groet, ook namens de teamleider, mentoren en de decaan, J. van Beilen
5
Doel van de stage. De stage heeft tot doel de leerlingen te helpen bij het maken van een goede keuze voor het te kiezen profiel in HAVO-4. De stage kan daarbij verhelderend werken om te zien of de theoretische verwachtingen overeenstemmen met de praktijk. De stage heeft dan ook een oriënterend karakter, ook wel snuffelstage genoemd. Het is de bedoeling dat leerlingen in de arbeidsweek: a] arbeidservaring opdoen door het verrichten van werkzaamheden en b] onderzoekend bezig zijn door te praten met mensen uit het bedrijf, te observeren en te
werken aan opdrachten uit dit werkboek. Voorafgaande aan de arbeidsweek worden in een aantal lessen op de school aspecten van arbeidsomstandigheden, -beleving, -voorwaarden aan de orde gesteld, zodat leerlingen tijdens de arbeidsweek enigszins beslagen ten ijs komen.
Tijdens de stageweek zullen de leerlingen vanuit het bedrijf of instelling worden begeleid. Tevens krijgt iedere leerling een docent(e) van het CSG Augustinus, die de leerling kan begeleiden vanuit de school en die de leerling tijdens de stage zal bezoeken.
De betrokken docent zal daartoe contact opnemen met het bedrijf / instelling waar de leerling stage loopt.
De begeleiding in het bedrijf bestaat uit een introductie in het bedrijf of de instelling en uit korte voortgangsgesprekken.
6
Praktijkovereenkomst CSG Augustinus.
De onderwijsinstelling: CSG Augustinus gevestigd te: Adm. De Ruyterlaan 37, 9726 GP Groningen hierna te noemen: CSG Augustinus en de deelnemer: (leerling) achternaam: …………………………………………...……. voorletters / man-vrouw: ………………………………………… m / v adres: ……………………………………………...…. postcode / plaats: ………. /………………………………..…….. geboren op / te: ………………... /…………..………………... hierna te noemen: de deelnemer Bij minderjarigheid tevens de wettelijke vertegenwoordiger: (ouder/voogd) naam: ……………………………………………...…. adres: …………………………………………...……. postcode / plaats: ………. /……………………………….……... en de praktijkbiedende organisatie: naam: …………………………………………..…… adres: ………………………………………..……… gevestigd te: ………………………………………..……… vertegenwoordigd door: ……………………………………..………… hierna te noemen: de organisatie komen overeen dat de deelnemer bij de organisatie een beroepspraktijkvorming volgt conform onderstaande (rand)voorwaarden duur en omvang beroepspraktijkvorming: De beroepspraktijkvorming omvat 1 week de beroepspraktijkvorming vangt aan op maandag 16 januari 2017 en eindigt op: vrijdag 20 januari 2017 Indien nodig kan er ook op de zaterdagen stage worden gelopen. begeleiding: De organisatie wijst (naam) ……………………………………aan als praktijkbegeleider. Het CSG Augustinus wijst Dhr. J. van Beilen aan als verantwoordelijk docent. Als begeleider van het CSG Augustinus zal komen dhr./mevr…………………………………… inhoud beroepspraktijkvorming:
De beroepspraktijkvorming wordt gerealiseerd in de vorm van of aan de hand van taken / praktijkopdrachten / werkzaamheden.
7
beoordeling: Het CSG Augustinus heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling. In de beoordeling betrekt het CSG Augustinus het oordeel van de organisatie.
einde overeenkomst:
Deze overeenkomst eindigt:
na het verstrijken van de termijn (zie duur en omvang),
bij onderling goedvinden van het CSG Augustinus, deelnemer en organisatie,
indien de deelnemer, ondanks nadrukkelijke waarschuwing, zich niet houdt aan de gedragsregels van de organisatie,
indien één der partijen op grond van zwaarwegende omstandigheden beëindiging noodzakelijk acht.
verzekering:
Mogelijke schade, veroorzaakt door de deelnemer, valt onder de dekking van de verzekering van het schoolbestuur.
gedragsregels:
De deelnemer is verplicht de binnen de organisatie in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid gegeven, regels, voorschriften en aanwijzingen in acht te nemen.
aanwezigheid en afwezigheid:
De deelnemer is verplicht in geval van afwezigheid en bij terugkomst volgens de regels van de organisatie te handelen. Tijdens de beroepspraktijkvorming geldt de verlofregeling van de organisatie.
problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming:
Bij problemen of conflicten richt de deelnemer zich tot de praktijkbegeleider en/of de docent, dezen trachten in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen.
slotbepaling:
In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslissen het CSG Augustinus en de organisatie na overleg met de deelnemer.
Aldus overeengekomen: plaats: Groningen namens het CSG Augustinus: J. van Beilen
datum: januari 2017 de deelnemer: _____________________________
de wettelijke vertegenwoordiger: _______________
namens de organisatie:_______________________
8
ALGEMENE REGELS 1. Je bent tijdens de stage te gast bij het stagebedrijf; pas je aan de regels aan die binnen het
bedrijf gelden, zoals bijvoorbeeld de werktijden. 2. Als er speciale eisen aan je kleding worden gesteld probeer daar dan ook aan te voldoen. In
het algemeen geldt voor de kleding: "netjes en schoon". 3. Kom steeds op tijd op je werk. Liever iets te vroeg, dan te laat! 4. Bel bij eventuele ziekte zo gauw mogelijk het stagebedrijf en de school. 5. Laat tandarts- en doktersbezoek zoveel mogelijk buiten de stage om vallen. Laat het in
voorkomende gevallen in ieder geval je stagebegeleider zo gauw mogelijk weten. 6. Er is door de school voor jou een verzekering afgesloten. Om hierop een beroep te kunnen
doen moeten alle ongevallen en toegebrachte schade direct bij de school gemeld worden. 7. Het stageverslag dient goed verzorgd en in zijn geheel ingeleverd te worden bij de
stagedocent. Het is een onderdeel van je portfolio voor LOB. 8 Indien mogelijk wordt het stageverslag op het werk ingevuld.
De opdrachten en werkzaamheden opgedragen door het stagebedrijf gaan echter voor.
Aanwijzingen voor het invullen van het verslag: 1. Vul de opdrachten netjes en leesbaar in. Mag ook met de computer, je kunt een digitale versie aanvragen bij de heer Van Beilen. 2. Maak de opdrachten eerst op een kladblaadje en werk ze daarna uit. 3. Lukt het niet om het verslag op je werk te maken maak het dan thuis af. 4. Niet alle opdrachten zijn op jouw bedrijf van toepassing. laat deze opdrachten gewoon open. 5. Als je bepaalde opdrachten mist heb je uiteraard de vrijheid om dit zelf aan te vullen met
inlegvellen. 6. Het verslag wordt aantrekkelijker d.m.v. plaatjes, foto's en of tekeningen. 7. Als je een opdracht niet begrijpt, vraag dan om uitleg aan de stagebegeleider. 8. Het stageverslag moet binnen een week na de laatste stagedag worden ingeleverd bij de
stagedocent. 9. De stagebegeleider moet het verslag voor de inlevering voor akkoord hebben getekend.
9
BELANGRIJKE ADRESSEN EN TELEFOONNUMMERS
Naam stagebedrijf / instelling: ____________________________________
Adres:________________________________________________________
Telefoonnummer: _______________________
Stagebegeleider: _________________________________
Telefoonnummer CSG Augustinus: 050-3139720
Stagedocent (van school): __________________________________
Telefoonnummer stagedocent thuis: ___________________________
Telefoonnummer J. van Beilen: 06-52889880
10
VOORAF:
Je stagedocent moet jouw telefoonnummer (ook je mobiele nummer) in zijn / haar bezit hebben.
Controleer dit nummer met de gegevens die op de lijsten hangen.
Maandag- of dinsdagavond neemt je stagedocent contact met jou op, om te horen hoe het de eerste dag gegaan is. Tijdens dit telefoongesprek zal hij / zij ook een afspraak willen maken voor om tijdens de rest van de week een half uurtje langs te komen op je werk.
Hij / Zij wil dan een gesprekje met je stagebegeleider en jou voeren.
Probeer maandag op je werk alvast enkele tijdstippen vast te leggen waarop dit zou kunnen.
Als je ziek wordt tijdens je stage is dat heel vervelend.
Je moet je dan telefonisch afmelden bij je stagebegeleider van het werk en ook bij school.
Als er kleine problemen zijn kun je contact opnemen met je stagedocent.
Zijn er wat grotere problemen neem dan contact op met dhr. De Vries of dhr. Van Beilen
11
ALGEMENE INFORMATIE OVER HET BEDRIJF OF INSTELLING
Naam van het bedrijf / de instelling:
adres: ______
Telefoonnummer: ________________________
Contactpersoon (naam en functie):
Praktijkbegeleider:
Het doel van het bedrijf / de instelling
(wat wordt er gemaakt, verkocht, waar houdt men zich mee bezig?):
Beschrijf de geschiedenis van het bedrijf / de instelling:
Hoeveel werknemers zijn er in dienst? _______
De volgende vragen alleen beantwoorden indien van toepassing:
Welke afdelingen zijn er?
Hoeveel mensen werken er op de verschillende afdelingen?
12
DE EERSTE DAG.
Bij wie heb je je vanochtend gemeld, of door wie ben je ontvangen?
Ben je aan andere werknemers voorgesteld?
Zo ja door wie ben je aan die andere werknemers voorgesteld?
Zo nee, heb je jezelf aan andere werknemers voorgesteld?
Is het voor de praktijkbegeleiders (en andere werknemers)
duidelijk wat de bedoeling is van de arbeidsweek, denk je?
Zo ja, waaruit bleek dat?
Zo nee, heb jezelf pogingen ondernomen om de bedoeling
van de arbeidsweek duidelijk te maken
(bijvoorbeeld door het werkboek te laten zien)?
Zijn er afspraken gemaakt over wat je deze week gaat doen,
eventueel per dag al een rooster gemaakt? Zo ja, welke?
Heb je een rondleiding gehad in het bedrijf?
Hoe ben je te weten gekomen wat je vandaag moest doen?
Heb je de hele dag gewerkt of kon /moest je ook andere dingen doen?
13
Wat zijn je werktijden? Maandag: ____________________________
Dinsdag: ____________________________
Woensdag: ____________________________
Donderdag: ____________________________
Vrijdag: ____________________________
Zaterdag: ____________________________
Heb je de praktijkbegeleider je werkboek laten zien?
Twee belangrijke vragen. Probeer ze zo goed mogelijk te beantwoorden.
Wat is je meegevallen vandaag?
Wat is je tegengevallen vandaag?
14
DAGVERSLAG MAANDAG 16 januari
OCHTEND:
MIDDAG:
15
DAGVERSLAG DINSDAG 17 januari
OCHTEND:
MIDDAG:
16
DAGVERSLAG WOENSDAG 18 januari
OCHTEND:
MIDDAG:
17
DAGVERSLAG DONDERDAG 19 januari
OCHTEND:
MIDDAG:
18
DAGVERSLAG VRIJDAG 20 januari
OCHTEND:
MIDDAG:
19
DAGVERSLAG ZATERDAG 21 januari
OCHTEND:
MIDDAG:
20
Hierna volgen 2 opdrachten (interviews) die iedereen moet doen!
OPDRACHT : INTERVIEW MET DE STAGEBEGELEIDER.
Kan ik hier met een HAVO-diploma werken?
Wat voor werk kan ik doen?
Welke schoolvakken zijn belangrijk voor uw bedrijf?
Welke eigenschappen zijn belangrijk?
Is er een HBO-opleiding die belangrijk is voor dit vak?
A] Welke school?
B] Welke richting? Welk niveau?
In welke plaats kan ik deze opleiding volgen?
Moet u bij uw werk veel alleen werken of meer samenwerken? Waarom?
Heeft uw werk ook minder leuke kanten? Zo ja welke?
Wat vindt U het leukst aan uw werk?
21
OPDRACHT: INTERVIEW MET EEN COLLEGA.
Wat is de naam van de collega?
Wat voor werk doet u / wat is uw functie?
Hoe vindt u dit werk?
Hoe lang werkt u hier al?
Hoe bent u er toe gekomen om hier te gaan / willen werken?
Welke schoolopleiding heeft u gehad?
Moet dat van het bedrijf?
Volgt u nu nog een opleiding of een cursus? Zo ja welke en waarom?
Hoe is de samenwerking met uw collega’s?
Wilt u nog wel eens een andere baan? Zo ja, wat voor baan?
Hoe zijn de arbeidsomstandigheden in dit bedrijf / deze instelling?
22
HIERNA VOLGEN 5 VERSCHILLENDE STAGE OPDRACHTEN.
VAN DEZE 5 OPDRACHTEN MOET JE ER 3 MAKEN
KIES OPDRACHTEN DIE JE LEUK VINDT EN DIE BIJ JE STAGE-WERK PASSEN.
OPDRACHT 1: Publiek, oftewel hoe brengt dit bedrijf zijn product aan de man. (onderzoekje)
OPDRACHT 2: Automatisering (onderzoekje en interview)
OPDRACHT 3: Personeelszaken (interview)
OPDRACHT 4: Groepsgedrag (observatie en interview)
OPDRACHT 5: Organisatie (interview)
Laat elke opdracht aan je stagebegeleider zien en vraag om een paraaf .
23
OPDRACHT 1: Publiek, oftewel hoe brengt dit bedrijf zijn product aan de man?
Beantwoord de volgende vragen.
1a] Wie komen er van buitenaf bij dit bedrijf binnen (welke groepen: bv klanten, leveranciers)
1b] Wat komen ze doen?
2] Is er voor verschillende bezoekers een verschillende ingang? Zo ja waarom?
3] Is er controle op wie er in- en uitgaan (i.v.m. diefstal bijv.)?
4] Welke eisen worden gesteld i.v.m. de verkoop van het product?
a] aan de werknemers
b] aan de inrichting van het bedrijf
24
5] Hoe wordt reclame gemaakt?
6] Hoe worden de bezoekers ontvangen en door wie?
7] Wat vind je van de manier waarop het in het bedrijf toe gaat? Zou jij het ook zo doen?
Licht je antwoord toe.
8] Met welke “klanten” ben je in contact gekomen? Wat vond je moeilijk? Wat vond
je makkelijk?
Paraaf stagebegeleider:
25
OPDRACHT 2: AUTOMATISERING.
Lees eerst de opdrachten en vragen. Zoek zelf uit welke vragen je kunt beantwoorden zonder iemand te vragen (onderzoekje). Beantwoord deze vragen en stel de overgebleven vragen aan een personeelslid (interview).
1] Worden er in het bedrijf computers gebruikt?
2] Welke informatie wordt er met behulp van de computers verwerkt?
3] Welke handelingen worden er met behulp van de computer verricht?
4] Sinds wanneer worden de computers gebruikt?
5] Hoe lang heeft het geduurd voor dat de computers goed gebruikt werden?
6] Is het personeel op cursus geweest voor het gebruik van de computers? Zo ja, welke cursus en hoe lang?
26
7] Wie werken er met de computer?
8] Wat vinden de werknemers van het werken met de computer?
9] Is er ook een computerdeskundige in het bedrijf?
10] Wat gebeurt er als een computer niet werkt?
11] Hoe wordt zo’n probleem opgelost?
12] Wat zijn de voordelen van het werken met de computer voor dit bedrijf?
27
13] Zijn er ook nadelen? Zo ja welke?
Paraaf stagebegeleider
28
OPDRACHT 3: PERSONEELSZAKEN.
Een interview.
1] Hoeveel mensen werken er in uw bedrijf?
2] Zijn er verschillende afdelingen? Zo ja, welke?
3] Welke functies bestaan er in uw bedrijf, of in zo’n afdeling?
4] Wat gebeurt er als een vacature is
a] binnen het bedrijf?
b] buiten het bedrijf?
5] Heeft u wel eens tijdelijke arbeidskrachten nodig?
29
6] Waarom en hoe vaak?
7] Hoe werft u tijdelijke krachten?
8] Als er onvoldoende werk is, wat gebeurt er dan met het personeel?
9] Is er een personeelschef?
10] Krijgt u wel eens een open sollicitatie (een sollicitatie zonder dat er een advertentie is)?
11] Hoe reageert u daarop?
12] Wat vindt u het belangrijkste aan een goed personeelsbeleid?
30
Loonberekening
De sociale wetgeving heeft ook veel te maken met het loon dat je later gaat verdienen. Tussen Brutoloon en Nettoloon zit een enorm verschil.
13] Vraag op het stagebedrijf of men voor jou een loonberekening kan maken, waarin te lezen is
wat je Bruto en Netto zou verdienen, als je in vaste dienst zou zijn van het stagebedrijf. Loonberekening:
_________________________________________
_________________________________________
_________________________________________
Paraaf stagebegeleider
31
OPDRACHT 4: GROEPSGEDRAG.
Een observatie en interview
De observatie kun je uitvoeren als er sprake is van “vrij spel” en groepsgebeuren zoals een kringgesprek of tijdens het “fruit-eten”.
1] Zijn er kinderen die tijdens het spelen de baas spelen?
2] Waaraan kun je zien dat die kinderen die baas spelen over andere kinderen?
3] Zijn er ook kinderen die steeds het onderspit delven, dus kinderen waar steeds de baas
over wordt gespeeld?
4] Wat valt je op bij de kinderen die het mikpunt zijn van andere kinderen?
5] Zijn er ook kinderen die de hele tijd alleen zijn (alleen spelen)?
32
6] Zijn er ook kinderen die alleen spelen maar liever met anderen willen spelen?
7] Hoe reageren kinderen als ze merken dat andere kinderen niet met hen willen spelen?
8] Zijn er tijdens een kringgebeuren ook kinderen die steeds aan het woord zijn?
9] Zijn er dan ook kinderen die nauwelijks iets of helemaal niets zeggen?
10] Probeert de leiding deze kinderen ook bij het kringgebeuren te betrekken?
Zo ja hoe?
11] Hoe reageert de leiding op agressie (wordt er ingegrepen of lossen de kinderen het zelf op)?
33
Interview met iemand van de leiding
1] Is er een beleid ten aanzien van omgaan met agressie?
2] Waarom is het ene kind agressiever dan het andere kind?
3] Als kinderen hun eigen problemen oplossen, hoe doen ze dat dan?
4] Hoe probeert u kinderen die wat stil en teruggetrokken zijn toch bij de groep te betrekken?
34
5] Hoe kunnen kinderen die het mikpunt zijn, weerbaarder worden gemaakt?
Paraaf stagebegeleider
35
OPDRACHT 5: ORGANISATIE.
Een interview
1] Waarom staat het bedrijf op deze plek?
2] Werkt u samen met andere bedrijven? Zo ja, welke?
3] Hoeveel mensen werken er in dit bedrijf?
4] Is de werkomgeving ingesteld naar de wensen van de werknemers?
5] Hoe is de taakverdeling in uw bedrijf? Kunt u een korte omschrijving van de
werkzaamheden geven?
36
6] Is samenwerking een vereiste? Zo ja kunt u aangeven tussen wie die het geval moet zijn?
7] Door wie wordt er controle uitgeoefend en waarop?
8] Wie neemt beslissingen? Waarover?
Paraaf stagebegeleider:
37
ALLES op een RIJ; de LAATSTE DAG
Aan het einde van je stage is het belangrijk om te horen wat je stagebegeleider van je vindt.
Voor het bedrijf is het belangrijk om jouw mening voer het bedrijf te horen. Ook een bedrijf kan leren van de dingen die jij hebt opgemerkt.
Op de laatste dag komen de volgende punten aan bod:
Je geeft je mening over je stagebedrijf
Je geeft je mening over je eigen functioneren
Je stagebegeleider geeft zijn mening over jouw functioneren
GEEF JE MENING OVER HET STAGEBEDRIJF
helemaal eens
mee eens
oneens helemaal oneens
geen mening
Toen ik voor de eerste keer naar mijn stagebedrijf ging, wist ik waar ik mij moest melden.
Het gebouw van mijn stagebedrijf is heel erg mooi.
Mijn werkomgeving was goed
De materialen en gereedschappen waarmee ik moest werken waren modern.
De sfeer onderling op mijn werkplek was heel goed.
De mensen in mijn omgeving hadden veel plezier in hun werk
Het stagebedrijf is goed bereikbaar.
38
Het volgende sprak mij erg aan op mijn stageplaats:
Het volgende sprak mij niet aan op mijn stageplaats:
GEEF JE MENING OVER JE EIGEN FUNCTIONEREN
helemaal eens
Mee eens
oneens helemaal oneens
geen mening
Het werk dat me werd opgedragen deed ik goed.
Ik heb in mijn werk veel initiatief getoond.
Het werk deed ik met veel plezier.
Ik was altijd op tijd.
Ik vind dat ik vanaf het begin goed meedraaide in het bedrijf.
Ik vind dat ik steeds beter ging meedraaien in het bedrijf.
Ik kon heel goed opschieten met de collega’s.
Met het leidinggevend personeel kon ik heel goed opschieten.
Bij de uitvoering van het opgedragen werk kreeg ik voldoende begeleiding.
Ik heb een goed beeld van het bedrijf gekregen.
39
DE STAGEBEGELEIDER GEEFT ZIJN/HAAR MENING OVER JOUW FUNCTIONEREN.
helemaal eens
mee eens
oneens helemaal oneens
geen mening
De werkzaamheden werden met veel enthousiasme uitgevoerd.
Het werktempo was vlug.
Wat netheid betreft was de stagiair(e) keurig.
De stagiair(e) toonde deze week weinig initiatief.
De stagiair(e) verzuimde deze week niet.
De instructies werden goed verwerkt.
De opgedragen taken weren heel goed verwerkt.
De interesse voor het werk was vaak aanwezig.
Tegenover collega’s/medewerkers, klanten stelde de stagiair(e) zich positief op.
Ten aanzien van het leidinggevend personeel stelde de stagiair(e) zich positief op.
40
BEOORDELING / EINDGESPREK
Onderstaande lijst moet ingevuld worden door de stagebegeleider. Dit kan samen met de leerling of door de stagebegeleider alleen. De voorkeur gaat uit naar het samen invullen.
Na de stage wordt deze beoordeling nabesproken met je stage-docent van school.
Beoordelingspunten Goed ruim vold. voldoende onvoldoende
Presentatie en uiterlijke verzorging
Houding t.o.v. werkgever en collega's
Belangstelling voor werk
Verantwoordelijkheid voor het werk
Leervermogen
Samenwerking
Is de stagiaire productief ge-weest
Punctualiteit
Kwaliteit van het geleverde werk
Zelfstandigheid
Staat open voor kritiek en ad-vies
Initiatief
Eindoordeel
Opmerkingen: ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________
41
WAT VOND IK VAN DEZE WEKEN ? De onderstaande vragen/opdrachten kun je invullen na de stageweek. Wat ik deze week geleerd heb: Iets wat ik nog nooit eerder had gedaan was: Ik verbaasde me erover dat: Wat ik moeilijk vond was: Het leukste van de stage vond ik:
42
Het minst leuke van deze periode vond ik: Ik vond het jammer dat: Ik vond het prettig dat: Hoe denk je dat je deze periode gewerkt hebt? Wat vond jij het grootste verschil tussen naar school gaan en werken? Wat zou je het liefst willen doen, werken of leren? Waarom? Is je voorkeur voor je latere beroepskeuze veranderd? Zo ja, geef dan in het kort aan waarom.
43
EIGEN EINDVERSLAG.
Schrijf een verslag over wat je van deze weken gevonden hebt. Wat je indrukken waren van werken, wat je geleerd hebt, of je het leuk vond of juist niet, of het zwaar werk was enz.
44
AKKOORDVERKLARING STAGE WERKBOEK Geachte heer, mevrouw, Om te voorkomen dat de leerling het stageboek afgeeft zonder dat het door u is gelezen, verzoeken wij u om de hieronder staande verklaring te tekenen. Ondergetekende verklaart zich akkoord met de inhoud van dit stageboek. Handtekening: Naam: ................................................. Datum: ................................................ Eventueel bedrijfsstempel: