Post on 19-Jan-2016
description
1. Sociaal objectief
2. Wonen in eigen streek (DGPB, boek 5)
3. Register onbebouwde percelen
4. Leegstandsregister
1. Sociaal objectief
• 1. Provinciaal objectief– <9 % sociale huurwoningen = max. 1.66% +
stap 2.– 9 % sociale huurwoningen = keuze
• 2. Specifieke inhaalbeweging– <3 % sociale huurwoningen = max. 0.83%– 3-9 % sociale huurwoningen = niets bijkomend
• 3. Woonbeleidsconvenanten
Normen(I)
• Verkavelingen van ten minste tien loten bestemd voor woningbouw en verkavelingen met een grondoppervlakte groter dan 5000m², ongeacht het aantal loten.
• Groepswoningbouwprojecten waarbij ten minste tien woongelegenheden ontwikkeld worden
• Bouw of herbouw van appartementsgebouwen waarbij ten minste vijftig appartementen ontwikkeld worden.
• Verkavelingen, groepswoningbouwprojecten en projecten voor de bouw of herbouw van appartementsgebouwen welke aansluiten op een ander project van eenzelfde bouwheer of verkavelaar en samen meer dan een halve hectare bedragen.
Normen(II)
• Gemeentelijke regels:– Gemeentelijk reglement sociaal wonen
• % nooit lager dan de helft van het toepasselijke %
– Gemeentelijke verordening bescheiden wonen• Maximale opp. en vol. normen beperken?
– Zo niet = normen uit het decreet
– Bestaande gemeentelijke normen en reglementen voor de creatie van een sociaal en bescheiden woonaanbod = toepassing mogelijk tot 30 juni 2013
Normen(III)
• Rup’s & Bpa’s met eigenstandig objectief– Bestemmingswijziging naar woongebied– Betreft een gewestelijk, provinciaal,
gemeentelijk plan– Opp.= ten minste 5000m²
Normen(IV)
• Rup’s & Bpa’s met eigenstandig objectief– Soc. objectief =
• 40-50% voor Vlaamse (semipublieke) rechtspersonen
• 20-25% voor overige natuurlijke rechtspersonen
• Afwijking = nooit lager dan de helft van het minimum
• Nieuw RUP of BPA => soc. objectief niet verwezenlijkt = normen volgens het decreet
– Bescheiden woonaanbod• 40% - soc. objectief
• Afwijking = tot max. 10%
Normen(V)
• Uitvoering sociale last– Kredietregeling– Natura (cfr. vmsw)– Verhuring aan svk (max. 6000 eenheden)– Verkoop van de gronden aan een shm– Verlegging van de last
• Economisch en ruimtelijk gelijkwaardig• Binnen dezelfde gemeente• Verenigingbaar met het gemeentelijk gevoerde ruimtelijke beleid
– Storting sociale bijdrage• 50.000 geïndexeerd• Toestemming vergunningverlenende instantie• Niet gelegen in (voormalig) woonuitbreidings/reserve gebied
– combinatie
Normen(VI)
• Uitvoering bescheiden woonaanbod– Natura– Verkoop van de gronden aan een shm of
openbaar bestuur– Storting van een bijdrage
• = geïndexeerd bedrag van het grondaandeel• Mits toestemming van het vergunningverlenende
bestuursorgaan
– combinatie
Normen(VII)
• Vlaamse besturen/ semipublieke rechtspersonen– 25% regel– Gemeente/intergemeentelijk– Eigenstandig sociaal woonaanbod– Op gronden in eigendom voor 31.12.08
Voorbeeld: sociaal objectief + normen Torhout(I)
Totalen 2.576.974 143.226 5.56% 43.000 31.960 2.900 34.860
Gemeente Huis-houdens op 01.01.
2008
Nul-meting
Aandeel sociale huur
Provin-ciaal objectief
Stap 1 Stap 2 Totaal
Torhout 8.154 175 2.15% 136 136 20 156
Voorbeeld: sociaal objectief + normen Torhout(II)
• Stap 1: – <9 % sociale huurwoningen (2.16%)– Provinciaal objectief = 136 (1.66%) bijkomende
woningen – 136 woningen tenzij een protocolakkoord met de
provincie over bijkomende woningen
• Stap 2:– Manifeste ruimtelijke beperkingen blijken uit een
wetenschappelijk onderzoek = 5 jaar uitstel provinciaal objectief
Voorbeeld: sociaal objectief + normen Torhout(III)
• Stap 3:– <3 % sociale huurwoningen (2.16%)– Specifieke inhaalbeweging = 20 (0.25%)
• Stap 4 (Afwijken specifieke inhaalbeweging):– Manifeste ruimtelijke beperkingen welke niet
opgevangen kunnen worden door SVK’s– Vrijstelling wanneer het sociaal objectief leidt tot 25%
of meer van het gemiddeld aantal vergunde woningen op jaarbasis. Voorwaarde is de verwezenlijking van een regulier sociaal huuraanbod.
– Belangrijke inspanningen voor woonbehoeftige doelgroepen
Voorbeeld: sociaal objectief + normen Torhout(IV)
– De gemeente beschikt over ‘sociale’ huurwoningen
– Doelgroepen en huurwoningen kunnen max. 50% vrijstelling verlenen (10 woningen).
• Stap 5:– Torhout formuleert een advies op basis van een advies
van het gemeentelijk woonoverleg
– Deputatie stelt een verdelingsschema op
– Een provinciaal objectief voor sociale koopwoningen en kavels wordt verdeeld
Voorbeeld: sociaal objectief + normen Torhout(V)
• Stap 6:– Bereiken van het sociaal objectief (=156 of 1.91%) =>
bijkomende woningen door woonbeleidsconvenanten.
• Stap 7 (Normen):– Opstellen van gemeentelijk reglement sociaal wonen– Opstellen van een gemeentelijke verordening
bescheiden wonen– Niet opgesteld = normen bepaald in het decreet– Normen niet van toepassing op rup’s en bpa’s =
eigenstandige normen
Voorbeeld: sociaal objectief + normen Torhout(VI)
• Stap 8:– Het gemeentelijk reglement sociaal wonen
wordt driejaarlijks geëvalueerd– Sociaal objectief bereikt => gemeentelijk
bericht => gemeentelijk reglement sociaal wonen aanpassen en/of gemeentelijke verordening bescheiden wonen
2. Wonen in eigen streek(I)
• Gemeenten:– Gemeenten met de hoogste bouwgrondprijs en
de hoogste migratie-intensiteit
• Een bijzondere overdrachtsvoorwaarde– Provinciale beoordelingscommissie– Vervalt definitief na 20 jaar
• Woonuitbreidingsgebied (WUG):– WUG voor de inwerkingtreding van dit decreet
2. Wonen in eigen streek(II)
• Verruimd toepassingsgebied– Een planologische afwijking van het
gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse– Afwijking mits bindend advies Vlaamse
regering
3. Register onbebouwde percelen(I)
• De Vlaamse Regering bepaalt…• Activeringsheffing op:
– Onbebouwde bouwgronden in woongebied– En/of onbebouwde kavels
• Gemeentelijk reglement primeert• Minimumbedragen verplicht• Activeringsheffing verplicht bij structureel
onderaanbod
3. Register onbebouwde percelen(II)
• Verplichte activeringsheffing:– Onderaanbod gedurende 3 opeenvolgende
meetdata (1.5jaar) = heffing onbebouwde kavels
– Onderaanbod gedurende 2de en 3de jaar volgende op de heffing onbebouwde kavels = heffing onbebouwde bouwgronden in woongebied
– Verplichting gedurende drie jaar
4. Leegstandsheffing(I)
• Bijgehouden door gemeente (of intergemeentelijk)• Voorzien voor 1 januari 2010• Een niet bindend model-reglement wordt
beschikbaar gesteld• Zolang geen overdracht en opname v/h
leegstandsregister => (gewestelijke) lijst van leegstaande gebouwen en/of woningen voor toepassing van dit decreet en de Vlaamse Wooncode
4. Leegstandsheffing(II)
• Gewestelijke of gemeentelijke heffingen afgehandeld volgens de bepalingen die golden.
• Gemeentelijk leegstandsreglement primeert• Vaststelling:
– Door de gemachtigde ambtenaar
– College B&S doet uitspraak over beroep
• De heffing staat in teken van het gemeentelijk woonbeleid
4. Leegstandsheffing(III)
• Basis:– Minimumbedragen– Leegstand = de helft van het gebouw wordt niet
gebruikt cfr. de vergunning– Heffing mogelijk na opname in het register
(=12maanden leegstand)– Schrapping uit register na 6 opeenvolgende
maanden cfr. de functie
4. Leegstandsheffing(IV)
• Uitzonderlijke gewestelijke leegstands-heffing in een gemeente:– Geen leegstandsheffing aanwezig– Hoogste relatieve leegstand– Gemiddelde leegstand is gestegen– Vrijstellingen en ontheffingen cfr. decreet– Veelvoud van 990 euro per jaar – Ten vroegste vanaf 1 jan. 2015
Voorbeeld: Kortrijk leegstands-heffing(I):
• Het leegstandsregister stelt andere definities en afwijkingen voorop – Nieuwe woning of gebouw = leegstand indien niet
gebruikt cfr. de vergunning na 7 jaar
– Door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd als ongeschikt of onbewoonbaar = geen leegstand
• Voor aantal maanden leegstand geldt:– Vanaf de vaststelling
– De vaststelling geldt na 12 maanden leegstand
Voorbeeld: Kortrijk leegstands-heffing(II):
• Berekening is toegestaan
• Minimumbedragen zijn verplicht:– 990 euro voor een volledig gebouw/woonhuis– 75 euro voor een individuele (studenten)kamer– 300 euro voor elke overige woongelegenheid
• Daarom geldt niet 750 euro maar 990 euro gekoppeld aan de ABEX-index
Voorbeeld: Kortrijk leegstands-heffing(III):
• Wanneer is de heffing verschuldigd?: – Datum is een vrije keuze maar– Slechts mogelijk vanaf de opname in het
leegstandsregister
• Het staat de gemeente vrij om vrijstellingen te bepalingen, mits deze opgenomen zijn in het gemeentelijk leegstandsheffings-reglement
• Cfr. decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Voorbeeld: Kortrijk leegstands-heffing(IV):
• Conclusie:– Rekening houden met de opbouw van het
leegstandsregister– Minimumbedrag aanpassen– Heffing in het teken van het gemeentelijk
woonbeleid
Het vragen ‘uurtje’…
• …