Latente semantische analyse (LSA) en erkenning van EVC’s: wat kunnen we ermee?

Post on 25-Jan-2016

55 views 1 download

description

Latente semantische analyse (LSA) en erkenning van EVC’s: wat kunnen we ermee?. Jan van Bruggen Ellen Rusman Bas Giesbers Oktober 2005. Learning networks (1). Hoe weten lerenden met welke leereenheid ze beginnen óf verder gaan binnen het leernetwerk?. Activiteiten binnen ‘positioning’. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Latente semantische analyse (LSA) en erkenning van EVC’s: wat kunnen we ermee?

Latente semantische analyse (LSA) en

erkenning van EVC’s: wat kunnen we ermee?

Jan van Bruggen

Ellen Rusman

Bas Giesbers

Oktober 2005

Learning networks (1)

Hoe weten lerenden met welke leereenheid ze beginnen óf verder gaan binnen het leernetwerk?

Activiteiten binnen ‘positioning’1. Ontwikkelt richtlijnen rondom het gebruik van Latente

semantische Analyse (LSA) voor positionering

2. Specificeert, ontwikkelt en test een prototype ‘positioner’

3. Vergelijkt huidige praktijken van het erkennen van EVC’s met betrouwbaarheid en validiteit van computergebaseerde positionering

Gebruik van LSA:Nu vooral: Information retrieval grote, algemene corpora

Ook gebruik binnen onderwijssettings: Beoordeling van essays en terugkoppeling Matchen van studenten met instructie-tekst Hulp bij maken van samenvattingen

Binnen positioning: Relatief kleine, specifieke corpora Inhoudelijk ‘voorgeselecteerd’

Techniek: documentvectoren als basis

7 6 543210 0 1 2 3 4 5 6 7

C h i m p a n s ee

A

B

Gorilla

C

D

Latente Semantische Analyse

Gebaseerd op singuliere waarde ontbinding Sterke gelijkenis met principale componenten

analyse Symmetrische matrix M Eigenwaarden en eigenvectoren M = U Λ U’ Λ is diagonaalmatrix met geordende

eigenwaarden Reproductie: verwijder kleinste eigenwaarden

in Λ en kolomen en rijen in U en U’

Singuliere waardenontbinding (SVD)

Asymmetrische matrix (data-matrix) D = L S R’ S is diagonaal met geordende singuliere waarden Aantal S > 0 is gelijk aantal dimensies van de

matrix LSA: reproductie van matrix op basis van een

model met minder dimensies

ΣS2 = Σd2

Een voorbeeld: 8 * 8 matrix

P 1 2 3 2 4 1 2 1G 1 1 1 0 2 1 1 1A 2 1 2 1 3 2 3 0S 0 2 2 1 3 0 0 2H 2 3 1 1 5 0 1 1S 0 0 3 1 1 2 2 1Y 1 2 2 2 1 2 1 2K 1 1 2 0 5 0 2 0

SVD in Excel

Singular Values13 4.7 3.6 2.4 1.2 0 0 0

Left matrix U-0.5 -0.1 0.0 -0.2 0.6 0.6 0.1 0.0-0.2 0.0 0.0 0.2 -0.7 0.6 0.1 0.0-0.4 -0.2 -0.5 0.4 0.0 -0.2 0.4 0.4

-0.3 0.1 0.5 -0.4 -0.2 -0.2 0.4 0.4-0.4 0.5 0.2 0.4 0.0 -0.2 0.1 -0.6-0.2 -0.6 -0.2 -0.4 -0.2 -0.2 0.1 -0.6-0.3 -0.5 0.5 0.4 0.0 -0.1 -0.6 0.2-0.4 0.4 -0.4 -0.4 -0.1 -0.1 -0.6 0.2

Right matrix V-0.2 0.1 -0.2 0.7 -0.1 0.7 0.0 0.0-0.3 0.2 0.5 0.3 0.1 -0.3 0.5 0.4-0.4 -0.4 0.0 -0.5 0.1 0.4 0.4 0.1-0.2 -0.3 0.3 0.1 0.8 0.0 -0.4 -0.2-0.7 0.6 -0.2 -0.2 -0.1 -0.1 -0.1 -0.4

-0.2 -0.6 -0.1 0.3 -0.3 -0.3 0.2 -0.5-0.3 -0.3 -0.5 0.1 0.0 -0.3 -0.3 0.6-0.2 -0.2 0.6 -0.1 -0.5 0.1 -0.5 0.2

Onze context

Datamatrix is Term*Document matrix met woordfrequenties in de cellen.

Heel veel cellen bevatten nullen Voor een ijle matrijs (sparse matrix) geldt:

Gemiddelde dicht bij nul Geringe variantie Cumulatieve waarden van S2 zijn een goede

benadering van de variantie (ΣS2 = Σd2)

Probleem

Positioning vergt discrimineren tussen documenten Hoge correlaties in homogene verzameling Lage correlaties tussen homogene verzamelingen

Stoppen en zo ja wat of hoeveel? Vind objectief criterium om aantal SW te bepalen:

Meer is niet beter ! Literatuur: 300 of meer; hoogste correlatie Maximale discriminatie Proportie verklaarde variantie Betrouwbaarheid SW > 1

Experiment met aapcorpus

Constructie corpus: Stoppen: 0, 30, 50 Stemmen

Bepalen query-set: Gorilla Orang oetan

Analyse

Analyses Correlatie:

Binnen Q-set (gorilla, orang oetan): hoog

Homogene set

Q met N-set: laag Heterogene set

Correlaties kennen een optimum verschil:

Correlaties Q-set hoog EN Correlaties N-set laag

Als aantal sv toeneemt, dalen correlaties door toename ruis

Resultaten (1)Query Gorilla niet genormaliseerd geen stoplijst

0.00

0.20

0.40

0.60

0.80

1.00

1.20

5 20 35 50 65 80 95 110

125

140

155

170

185

200

215

230

245

260

Aantal singuliere waarden

corr

elat

ies

en p

rop

. va

rian

tie

QSET

NSET

DISC

Prop Var.

Resultaten (2)Query gorilla niet genormaliseerd Stop 30

0.00

0.20

0.40

0.60

0.80

1.00

1.20

5 20 35 50 65 80 95 110

125

140

155

170

185

200

215

230

245

260

275

Aantal singuliere waarden

Co

rela

ties

en

pro

p.

vari

anti

e

QSET

NSET

Disc

Prop. Var.

Resultaten (3)

Query Gorilla niet genormaliseerd Stop 50

0.00

0.10

0.20

0.30

0.40

0.50

0.60

0.70

0.80

0.90

1.00

1.10

1.20

5 20 35 50 65 80 95 110

125

140

155

170

185

200

215

230

245

260

275

Aantal singuliere waarden

Co

rrel

atie

s en

pro

p.

vari

anti

e

QSET

NSET

Disc

Prop. Var.

Conclusies

De correlaties voor de Q-set zijn hoog Zonder stoppen zijn ze dat ook voor de N-set Dus: discrimineren lukt alleen onder stopping

condities Correlaties dalen met het toenemen van het

aantal SW

Discussie

Waar zitten de gaten? Vind objectief criterium om aantal SW te bepalen:

Literatuur: 300 of meer Maximale discriminatie Proportie verklaarde variantie Betrouwbaarheid SW > 1