Post on 05-Aug-2020
KU Leuven
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen
Reglement Masterstage PPW
Academiejaar 2018-2019
2
Index
1 Algemene bepalingen............................................................................................................ 3
2 Terminologie: Wie doet wat? ............................................................................................... 3
2.1 Begeleiding op de universiteit ....................................................................................................... 3
2.2 Begeleiding op de stageplaats ...................................................................................................... 4
3 Stagevarianten en stageduur ................................................................................................. 4
3.1 Stagevarianten: Master in de psychologie .................................................................................... 4
3.2 Stagevarianten: Master in de pedagogische wetenschappen ...................................................... 6
3.3 Stageduur en stageperiode ........................................................................................................... 6
3.4 Stagetoewijzingsprocedure ........................................................................................................... 7
4 Specifieke bepalingen........................................................................................................... 8
4.1 Plaats in het masterprogramma .................................................................................................... 8
4.2 Examenperiode tweede fase van de master ................................................................................. 8
4.3 Begintermen .................................................................................................................................. 9
4.4 Beginvoorwaarden ........................................................................................................................ 9
4.5 Voortgangsvereisten ................................................................................................................... 10
4.6 Examencontract en creditcontract .............................................................................................. 10
4.7 Informatie en toewijzing ............................................................................................................. 10
4.8 Studenten met erkenning van Cel Studeren met een Functiebeperking .................................... 12
4.9 Deeltijdse stages .......................................................................................................................... 12
4.10 Collectieve sluiting ..................................................................................................................... 12
4.11 Medisch onderzoek en VGM ..................................................................................................... 12
4.12 Bezoldiging ................................................................................................................................ 13
4.13 Stage op de werkplaats ............................................................................................................. 13
4.14 Afwezigheden tijdens de stage ................................................................................................. 13
4.15 Buitenlandse stages ................................................................................................................... 13
5 Evaluatie .............................................................................................................................. 14
5.1 Tussentijdse evaluatiemomenten ............................................................................................... 14
5.2 Eindevaluatie ............................................................................................................................... 14
5.3 Examenkans ................................................................................................................................. 14
5.4 Beëindigen/ontbinden van de stageovereenkomst .................................................................... 15
3
1 Algemene bepalingen
De bepalingen van dit reglement kunnen slechts gelden voor zover zij niet in tegenspraak zijn met
bestaande of toekomstige beslissingen van de Academische Raad.
Zowel de stageovereenkomst voor verplichte studiestages als het verplicht in te vullen stageplan
zijn op volgende webpagina terug te vinden.
Bij ondertekening van de stageovereenkomst verbindt de student zich ertoe de stage daadwerkelijk op
te nemen en aan te vinken in het ISP.
2 Terminologie: Wie doet wat?
2.1 Begeleiding op de universiteit
De academische stageverantwoordelijke is het ZAP-lid dat verantwoordelijk is voor het opvolgen van
de stage, de eindquotering en aansturing van het didactisch team dat de stagebegeleiding opneemt. De
functie van academische stageverantwoordelijke wordt opgenomen door de coördinator van het stage-
opleidingsonderdeel.
De stagecoördinator is de persoon die de informatie over het stagekeuzeproces en het stageverloop
aan de studenten ter beschikking stelt en de stagedossiers opvolgt (overeenkomsten, VGM-dossier,
evaluatieverslagen,…). In sommige afstudeerrichtingen wordt de functie van stagecoördinator
opgenomen door de academische stageverantwoordelijke. In andere afstudeerrichtingen is de
stagecoördinator een lid van het ZAP/ABAP/ATP aan wie de academische stageverantwoordelijke deze
taken delegeert. Op de volgende webpagina wordt een overzicht gegeven van de academische
stageverantwoordelijken en stagecoördinatoren:
http://ppw.kuleuven.be/home/studentenportaal/master/stagecoordinatoren.html
Een stagebegeleider is een ZAP- of ABAP-lid dat de inhoudelijke begeleiding van de student vanuit
de opleiding verzorgt. Dat kan gebeuren in periodiek ingerichte begeleidingssessies.
Het is mogelijk dat de functies van academische stageverantwoordelijke, stagecoördinator en
stagebegeleider door eenzelfde persoon opgenomen worden.
4
2.2 Begeleiding op de stageplaats
De stage organisatie is de organisatie/instelling waarbinnen de stagiair stage loopt.
De stagementor begeleidt de student op de stageplaats en is in de organisatie waarbinnen de student
stage loopt tewerkgesteld. De stagementor is minstens twee jaar werkzaam in het beroepsdomein. De
stagementor heeft in principe een diploma van licentiaat/master in de psychologie of pedagogische
wetenschappen. In uitzonderlijke gevallen kan iemand die geen licentiaat/master in de psychologie of
pedagogische wetenschappen is, toch aanvaard worden als de stagementor (wegens bijvoorbeeld
vergelijkbare beroepservaring en/of nascholing). Dit moet gemotiveerd worden aan de
programmadirecteur/desgevallend richtingsvoorzitter en worden goedgekeurd door de academische
stageverantwoordelijke. Voor de onderzoeksstage of geïntegreerde stage is een doctoraat een vereiste
om als stagementor voor het onderzoeksluik te kunnen optreden.
Om versnippering van de begeleiding tegen te gaan en een duidelijk aanspreekpunt voor de opleiding
te hebben, dient een primaire mentor te worden aangesteld indien de student door meerdere personen
wordt begeleid. Indien de stagementor door onvoorziene omstandigheden (bijv. ziekte) zou wegvallen,
wordt er naar een oplossing gezocht om binnen die stageplaats in de mate van het mogelijke een
evenwaardige begeleiding te voorzien.
3 Stagevarianten en stageduur
3.1 Stagevarianten: Master in de psychologie
In de masteropleiding psychologie kunnen studenten kiezen uit drie verschillende stagevarianten:
a) De professionele stage impliceert een beroepsstage in een erkende praktijksetting.
De stage verloopt onder supervisie van een erkende stagementor binnen de
praktijksetting.
De evaluatie van de stage gebeurt in overleg met de stagementor en de
eindverantwoordelijkheid berust bij de academische stageverantwoordelijke voor de
stage.
5
De professionele stage in afstudeerrichting Theorie en onderzoek impliceert een
onderzoeksstage in een onderzoeksgroep van een universiteit onder supervisie van
een erkende stagementor uit die onderzoeksgroep, met uitzondering van de promotor
van de masterproef.
b) De geïntegreerde stage impliceert een beroepsstage in een praktijksetting, waarbij de stagiair
minstens 25% van de tijd aan onderzoeksactiviteiten besteedt. De beroepsstage en de
onderzoeksactiviteiten vormen een geïntegreerd geheel en worden als dusdanig in het
stageaanbod voorgesteld. Als de stagementor van de praktijksetting en de begeleider van het
onderzoeksluik niet dezelfde persoon zijn, wordt op voorhand tussen beiden overleg gepleegd met
het oog op het bevorderen van de integratie en transfer tussen de twee stageluiken.
Het luik professionele stage verloopt, zoals in de zuiver professionele stage, onder
supervisie van een stagementor binnen de praktijksetting. Het luik onderzoeksstage
verloopt onder supervisie van een doctor (hetzij binnen de praktijksetting, hetzij aan de
faculteit.
Wie kiest voor de Geïntegreerde stage in afstudeerrichtingen Arbeids- en
organisatiepsychologie, Schoolpsychologie, Klinische en gezondheidspsychologie:
optie volwassenen/optie kinderen en adolescenten moet in het academiejaar
voorafgaande aan de stage, verplicht P0Q00A Statistics V of P0Q02A Methods of
Scientific Research volgen.
De evaluatie gebeurt in overleg met de stagementor van het praktijk- en onderzoeksluik
en de eindverantwoordelijkheid berust bij de academische stageverantwoordelijke voor
de stage. Indien deze ook de verantwoordelijke van het onderzoeksluik is, gebeurt de
evaluatie door een collega-ZAP’er.
De geïntegreerde stage in afstudeerrichting Theorie en onderzoek impliceert een
onderzoeksstage in een onderzoeksgroep van een universiteit onder supervisie van
een stagementor uit die onderzoeksgroep, waarbij de dataverzameling minstens
gedeeltelijk binnen een praktijksetting gebeurt. De keuze van de stageplaats gebeurt
door de onderzoeker van de onderzoeksgroep die deze stage aanbiedt. De stagiair
besteedt binnen die praktijksetting dan 25 tot 35% van de tijd aan activiteiten van de
beroepspraktijk. Het luik professionele stage verloopt onder supervisie van een
erkende stagementor uit de onderzoeksgroep waarbinnen de stage plaatsvindt. Deze
persoon kan niet de promotor van de masterproef zijn. De praktijkactiviteiten worden
gesuperviseerd door een erkende stagementor binnen de praktijksetting. De evaluatie
gebeurt in overleg met de stagementor van onderzoeks- en praktijkluik en de
6
eindverantwoordelijkheid berust bij de academische stageverantwoordelijke voor de
stage. Indien deze ook de stagementor van het onderzoeksluik is, gebeurt de evaluatie
door een collega-ZAP’er.
Studenten uit afstudeerrichting Theorie en onderzoek die een geïntegreerde stage
willen kiezen, dienen met de stagementor van het praktijkgedeelte te bespreken welke
opleidingsonderdelen ze het best opnemen uit de richtingsstam van de overige
afstudeerrichtingen afhankelijk van de afstudeerrichting waarbij het praktijkluik aansluit.
c) De stage m.i.v. praktijkoriëntatie academische lerarenopleiding impliceert een combinatie van
het opleidingsonderdeel O0A03A Praktijkoriëntatie: de leraar gedrags- en
maatschappijwetenschappen als innovator en onderzoeker (6 studiepunten) en een professionele
stage zoals hoger omschreven gedurende een periode van (een equivalent van) 24 weken. Deze
variant kan enkel gekozen worden door studenten uit afstudeerrichting Schoolpsychologie.
3.2 Stagevarianten: Master in de pedagogische wetenschappen
In de masteropleiding pedagogische wetenschappen kunnen studenten kiezen uit twee stagevarianten:
De praktijk- of onderzoeksstage impliceert een stage in een erkende praktijksetting of
onderzoeksinstelling.
De stage verloopt onder supervisie van een erkende stagementor binnen de stageorganisatie.
In de praktijkstage kan een onderzoekscomponent vervat zijn als een van de opdrachten, maar
de stageorganisatie is geen onderzoeksinstelling en het onderzoek vormt niet de hoofdactiviteit.
In een onderzoeksstage vormt onderzoek de hoofdactiviteit en de stageorganisatie is een
onderzoeksinstelling.
3.3 Stageduur en stageperiode
a) Master in de psychologie (120 sp.)
De stage wordt geprogrammeerd in het eerste en tweede semester van de tweede opleidingsfase
van de master in de psychologie en omvat 120 stagedagen. Maandagen worden vrijgehouden voor
lesmomenten en procesbegeleiding. De stagedagen worden gepresteerd tussen 15 augustus van
het jaar waarin de stage aanvangt en het begin van de lesvrije weken voorafgaand aan de tweede
examenperiode van het daaropvolgend academiejaar. De student kan zo afstuderen na de tweede
7
examenperiode.
b) Master in de psychologie (verkort programma) (60 sp.)
Studenten in de verkorte master in de psychologie lopen minimaal 100 dagen stage. Bij studenten
die de verkorte master in één academiejaar willen voltooien, start de stage bij aanvang van het
tweede semester en loopt ze tot juli/augustus. Afstuderen is in dat geval pas mogelijk in de derde
examenperiode.
b) Master in de pedagogische wetenschappen
De praktijk- of onderzoekstage wordt geprogrammeerd in het eerste semester van de tweede fase
van de masteropleiding. De praktijkstage in de afstudeerrichtingen Onderwijs en opleidingskunde
en Sociale en culturele pedagogiek duurt 80 dagen. In orthopedagogiek kan de student kiezen
voor een praktijkstage van 100 stagedagen of een onderzoeksstage van 80 dagen. Een stageweek
bestaat idealiter uit 5 dagen. De stageweken worden gepresteerd tussen 15 augustus en het einde
van de eerste examenperiode.
3.4 Stagetoewijzingsprocedure
a) master in de pedagogische wetenschappen (120 stp) / master in de psychologie (120 stp)
De toewijzing van een stageplaats gebeurt in het academiejaar voorafgaand aan de masterstage.
Deze omvat de volgende stappen:
- De eerste informatiesessies over de masterstage worden per afstudeerrichting
georganiseerd tijdens de eerste weken van het academiejaar voorafgaand aan het
academiejaar waarin de masterstage plaatsvindt.
- Het eigenlijke keuzeproces kan verschillen per afstudeerrichting. Meer info is te vinden op
http://ppw.kuleuven.be/home/studentenportaal/master/stagetoewijzing.
- De eerste ronde van toewijzing van stageplaatsen moet ten laatste tegen 15 april afgerond
zijn. Indien de student deze deadline niet haalt, wordt de student doorverwezen naar een
latere toewijzingsprocedure (indien die nog wordt aangeboden).
- Uiterlijk vijf werkdagen na de bekendmaking van de examenresultaten van de tweede
examenperiode, dient de stageovereenkomst in orde te zijn. Indien dit niet in orde is, kan
8
de stage het daaropvolgende academiejaar niet starten.
b) Master in de psychologie, verkort programma (60 sp.)
Voor studenten die de verkorte master afleggen in één academiejaar, gebeurt de toewijzing van de
stageplaats in het eerste semester van dat academiejaar. Studenten nemen hiervoor ten laatste
tijdens de eerste week van het academiejaar contact op met de stagecoördinator.
Studenten die de verkorte master over twee academiejaren spreiden en pas in het tweede
academiejaar stage lopen, nemen deel aan de reguliere stagetoewijzingsprocedure in het
academiejaar voorafgaand aan het academiejaar waarin ze stage zullen lopen.
c) Verkorte toewijzingsprocedure
In de meeste afstudeerrichtingen zijn er meerdere in de tijd gescheiden toewijzingsrondes.
Studenten die op het moment van de eerste toewijzingsronde voldoen aan de
volgtijdelijkheidsvoorwaarden (academisch bachelor diploma of getuigschrift equivalent
schakelprogramma), nemen deel aan de eerste toewijzingsronde en hebben voorrang op diegenen
die tijdens de toewijzing hieraan niet voldoen. Deze laatsten kunnen terecht in de verkorte
toewijzingsprocedure.
4 Specifieke bepalingen
4.1 Plaats in het masterprogramma
De masterstages in de opleidingen master in de psychologie en master in de pedagogische
wetenschappen worden gekoppeld aan de respectievelijke afstudeerrichtingen en worden
geprogrammeerd in de tweede fase van de masteropleiding.
4.2 Examenperiode tweede fase van de master
De studenten in het modeltraject van de tweede opleidingsfase van de master kunnen in de eerste
examenperiode geen examens afleggen voor opleidingsonderdelen die onder de verantwoordelijkheid
ressorteren van de POC master in de psychologie en/of de POC master in de pedagogische
wetenschappen. Indien studenten in de keuzeruimte opleidingsonderdelen uit een andere opleiding
opnemen, leggen zij examen af in de binnen die opleiding voorziene examenperiode. Er wordt geen
examenverplaatsing toegestaan omwille van de stage (ook niet in het geval van een buitenlandse
9
stage).
4.3 Begintermen
Er wordt verondersteld dat de student beschikt over de basis- en richtingsspecifieke kennis van het
vakgebied. Specifieke begintermen zijn te vinden in de ECTS-fiches van de masterstage-
opleidingsonderdelen:
Master in de psychologie:
http://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/SC_51016814.htm
Master in de psychologie (verkort programma) (60 sp):
http://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/SC_51553551.htm
Master in de pedagogische wetenschappen
https://onderwijsaanbod.kuleuven.be/opleidingen/n/SC_51550668.htm
4.4 Beginvoorwaarden
a) Algemeen
Er is strikte volgtijdelijkheid tussen de masterstage in de master in de psychologie en een academisch
bachelordiploma in de psychologie of het schakelprogramma: master in de psychologie. Er is eveneens
strikte volgtijdelijkheid tussen de stage in de master pedagogische wetenschappen en een academisch
bachelordiploma in de pedagogische wetenschappen, academisch bachelordiploma in de
onderwijskunde, schakelprogramma: in de pedagogische wetenschappen of educatieve studies, of
voorbereidingsprogramma: master in de pedagogische wetenschappen of educatieve studies.
Het beschikken over een academisch bachelordiploma in de psychologie/pedagogische
wetenschappen/onderwijskunde of afronden van equivalent schakelprogramma is een noodzakelijke
voorwaarde voor het starten van de stageselectieprocedure in de eerste toewijzingsronde. De
studentenadministratie zal medio oktober lijsten aanleveren waaruit duidelijk blijkt welke studenten aan
de voorwaarden voldoen om aan de eerste toewijzingsronde deel te nemen.
Studenten die niet aan deze voorwaarden voldoen, kunnen deelnemen aan de verkorte
toewijzingsprocedure (zie 3.4 D).
10
b) Afstudeerrichtingsspecifiek
Specifieke beginvoorwaarden zijn te vinden in de ECTS-fiches van de stage-opleidingsonderdelen.
4.5 Voortgangsvereisten
De stage kan slechts starten wanneer naast de diplomavoorwaarden, ook wordt voldaan aan de
voortgangsvereisten. De student kan het stage-opleidingsonderdeel pas aanvinken in het ISP wanneer
hij/zij nog maximaal 90 studiepunten moet verwerven om het diploma te behalen.
4.6 Examencontract en creditcontract
De masterstage kan niet via een creditcontract of examencontract worden opgenomen.
4.7 Informatie en toewijzing
a) Algemeen
De faculteit zorgt ervoor dat voor elke stagiair een stage-aanbod is. Indien de stagiair een toegewezen
stageplaats weigert, kan niet gegarandeerd worden dat er een alternatief voorhanden is.
Per afstudeerrichting wordt gezorgd voor een aanbod van stageplaatsen. In een aantal
afstudeerrichtingen kunnen de studenten ook zelf – volgens een procedure per afstudeerrichting te
bepalen – een stage organisatie voorstellen. Richtingsspecifieke informatie is te vinden op
http://ppw.kuleuven.be/home/studentenportaal/master/stagetoewijzing.
Studenten die een eigen stageplaats voorstellen, hebben voorrang op andere studenten in de toewijzing
van die stageplaats. Deze stageplaats wordt in het jaar waarop ze aangebracht is niet mee opgenomen
in de loting. Bij een gunstige evaluatie kan de stageplaats vanaf het daaropvolgende academiejaar wel
deel uitmaken van het reguliere stage-aanbod.
b) Uniforme bepalingen
Onderwerp masterproef/masterstage
Het onderwerp en de opzet van de masterproef moeten duidelijk onderscheiden zijn van
het thema en de opdracht van de masterstage. Verantwoorde uitzonderingen zijn slechts
11
mogelijk na goedkeuring door de vicedecaan onderwijs.
Stagementor / Promotor masterproef
Mits de vicedecaan onderwijs zich akkoord verklaart, mogen de stagementor en de
promotor van de masterproef dezelfde persoon zijn. Voorwaarde is steeds dat de
activiteiten van de stage en het onderwerp van de masterproef voldoende van elkaar
verschillen.
Spreiding stage
De stage kan niet gespreid worden over twee academiejaren.
Uitzondering stageperiode
In bepaalde gevallen kan de stage al starten voor de formele aanvangsdatum (15
augustus). Dit wordt verankerd in de stageovereenkomst. In geen geval kan de masterstage
aanvangen voor het bekendmaken van de resultaten van de tweede examenperiode van
het academiejaar voorafgaand aan de stage.
Examenperiode
Studenten met examens in de derde examenperiode kunnen het reeds starten van de
masterstage voor de septemberzittijd niet inroepen als reden om een verplaatsing van
examens te vragen.
Vervroegd deelnemen aan de eerste examenperiode
De masterstage is een jaaropleidingsonderdeel, waarvoor de evaluatie in de regel ten
vroegste plaatsvindt in de tweede examenperiode. Studenten die alleen nog een resultaat
moeten verwerven voor de masterproef, de masterstage en/of jaaropleidingsonderdelen die
gekoppeld zijn aan de masterstage kunnen wel aan de eerste examenperiode deelnemen.
De voorwaarde is wel dat de volledige stageduur gelopen wordt. Ook de
jaaropleidingsonderdelen die gekoppeld zijn aan de masterstage, kunnen in dat geval in de
eerste examenperiode worden afgelegd. De deadline voor het indienen van de aanvraag
voor vervroegd deelnemen is 1 december. De aanvraag moet gedaan worden bij het hoofd
van de facultaire studentenadministratie.
12
4.8 Studenten met erkenning van Cel Studeren met een Functiebeperking
Studenten die geregistreerd zijn bij de Cel Studeren met een Functiebeperking (CSFB) kunnen indien
nodig een beroep doen op aanpassingen inzake de stageperiode. De student neemt hiervoor contact
op met de stagecoördinator bij aanvang van het keuzeproces. Aanpassingen aan de stageperiode zijn
enkel mogelijk mits akkoord van de stageorganisatie en stagementor, de student en de academische
stageverantwoordelijke. De stageovereenkomst preciseert de aanpassingen. Deze gelden pas na
schriftelijke bevestiging door de drie partijen: de student, de stagesetting en de academische
stageverantwoordelijke.
4.9 Deeltijdse stages
Deeltijdse stages worden niet toegelaten, ook niet voor werkstudenten of topsportstudenten.
4.10 Collectieve sluiting
In de masteropleiding psychologie geldt dat periodes van collectieve sluiting (bijv. sluiting van bedrijf bij
afstudeerrichting Arbeids- en organisatiepsychologie, schoolvakanties bij afstudeerrichting
Schoolpsychologie …) niet meetellen als stagedagen.
In de masteropleiding pedagogische wetenschappen kunnen bij een collectieve sluiting (maximaal 1
week) opdrachten worden voorzien die niet aan de locatie van de stageplaats verbonden zijn. Deze
opdrachten moeten op voorhand worden gecommuniceerd aan de stagecoördinator.
4.11 Medisch onderzoek en VGM
Studenten die masterstage lopen in de afstudeerrichtingen orthopedagogiek en klinische en
gezondheidspsychologie worden verplicht een medisch onderzoek en inenting te ondergaan.
Ook in andere afstudeerrichtingen kan dit het geval zijn wanneer dit wordt opgenomen in het VGM-
dossier. De student brengt de stagecoördinator hiervan op de hoogte.
Het VGM-dossier vermeldt of de student risicovolle activiteiten zal uitvoeren tijdens het doorlopen van
zijn normale en volledige opleidingstraject, welke risico’s dit zijn en welke opvolging dit vergt
(gezondheidstoezicht, persoonlijke beschermingsmiddelen).
Het VGM-dossier per opleiding is te vinden op:
https://admin.kuleuven.be/sab/vgm/studenten/VGMdossier/faculteitpsychologischeenpedagogischewetensc
13
happen
Het VGM-dossier wordt als bijlage bij de stageovereenkomst gevoegd.
4.12 Bezoldiging
De masterstage is onbezoldigd.
4.13 Stage op de werkplaats
Om belangenvermenging te voorkomen kunnen werkstudenten geen stage lopen op de eigen werkplek.
4.14 Afwezigheden tijdens de stage
Alle afstudeerrichtingen hanteren de regel dat een stagiair maximum vier dagen ziekteverlof mag
opnemen voor de totale duur van de stage. Indien de stagiair deze vier dagen overschrijdt, kan de
stagiair de bijkomende dagen inhalen binnen dezelfde stageovereenkomst tot een totaal van maximum
15 werkdagen.
Voor studenten die onverwacht langdurig afwezig zijn tijdens de stage of door bijzondere
omstandigheden de stageactiviteiten dienen te staken, wordt, na overleg met de academische
stageverantwoordelijke, een schriftelijke herziening van de stageovereenkomst opgesteld. Een kopie
van deze afspraken wordt door de academische stageverantwoordelijke bezorgd aan de
onderwijsombuds.
4.15 Buitenlandse stages
Het is mogelijk (een deel van) de masterstage in het buitenland te lopen.
Meer informatie is te vinden op :
https://ppw.kuleuven.be/home/internationalisering/stage-in-het-buitenland
De Engelstalige VGM’s zijn terug te vinden op:
https://admin.kuleuven.be/sab/vgm/studenten/VGMdossier/EN/FacultyofPsychologyandEducational
Sciences
KU Loket-toepassing ‘Aanvraag studieperiode in het buitenland’
14
Elke student die in het kader van zijn/haar studies naar het buitenland plant te gaan voor minstens
één overnachting, dient (minstens één maand) vooraf een aanvraag in via de KU Loket-toepassing
‘Aanvraag studieperiode in het buitenland’. Na verwerking door de International Admissions and
Mobility Unit wordt het aanvraagdossier ter goedkeuring doorgestuurd naar de faculteit. Deze
goedkeuring is noodzakelijk om te mogen vertrekken.
Gelieve uw studenten die van plan zijn naar het buitenland te gaan (e.g. in kader van masterproef),
hier op te wijzen.
Meer informatie over deze toepassing: https://ppw.kuleuven.be/home/internationalisering/naar-het-
buitenland
5 Evaluatie
5.1 Tussentijdse evaluatiemomenten
De stagiair heeft recht op twee in de tijd voldoende gescheiden tussentijdse evaluatiemomenten. Deze
twee tussentijdse evaluatiemomenten vinden plaats tussen stagiair en stagementor. Het functioneren
en de prestaties van de stagiair worden besproken, werkpunten en verdere doelstellingen worden
geformuleerd. De stagiair maakt hiervan een kort verslag dat minimaal via e-mail aan de
stagecoördinator met de stagementor in cc wordt bezorgd.
Stagiair en stagementor verbinden zich ertoe bij het vaststellen of vermoeden van ernstige
moeilijkheden steeds tijdig contact op te nemen met de stagecoördinator. Er vindt dan een gesprek
plaats tussen stagiair, stagementor en stagecoördinator. Wanneer hieruit geen oplossing voortkomt of
een van de partijen het nodig acht, wordt de onderwijsombuds gecontacteerd.
5.2 Eindevaluatie
Na afloop van de volledige stageperiode vindt steeds een eindevaluatie plaats met het oog op het
bepalen van de eindscore. De stagiair wordt geacht beschikbaar te zijn tijdens de periode waarin de
eindevaluatie plaatsvindt.
De verantwoordelijkheid bij de eindevaluatie ligt bij de academische stageverantwoordelijke (en bij
uitbreiding de leden van het didactische team). Voor het bepalen van het eindcijfer wordt rekening
gehouden met de input van stagiair en stagementor over het stageproces en de kwaliteit van het
stageverslag. Over het eindcijfer kan in geen geval worden gecommuniceerd voor het vastgesteld is
door de bevoegde examencommissie.
5.3 Examenkans
Er is slechts één examenkans voor de masterstage tenzij anders gepreciseerd in de ECST-fiche.
15
5.4 Beëindigen/ontbinden van de stageovereenkomst
In de stageovereenkomst worden verplichtingen van de stagiair en stageorganisatie gespecifieerd.
Wanneer een van beide partijen de verplichtingen niet naleeft, kan de overeenkomst worden verbroken.
Desgevallend kunnen door de opleiding artikel 64 “Niet-naleven van stageverplichtingen” of artikel 103
“Ontzeggen van de (verdere) toegang tot een opleidingsonderdeel” van het Onderwijs- en
examenreglement in werking worden gezet.
Een stageovereenkomst kan ook beëindigd worden met onderlinge toestemming van alle partijen.