Post on 29-Mar-2016
description
Maja Jantar is een meertalige, polysone stemkunstenares, woonachtig te Gent. Haar werk omspant het domein van de performance, opera, theater, poëzie en visuele kunst. Als medeoprichter van het Krikri vzw heeft ze met eigen perfor-mances in Europa en Amerika rondgereisd. Ze regisseerde sinds 2001 meer dan tien opera’s: bestaande werken van Mozart, Gluck, Monteverdi en hedendaa-gse creaties van Lucien Goethals en Salvatore Sciarrino. Onlangs trad ze nog op met Vincent Tholomé en Sebastian Dicenaire in het Centre Pompidou in Parijs. Haar werk ‘Lilith’ (inkt en papier) werd tentoongesteld in de Kunsttempel in Kassel en in 2010 werd in de bloemlezing Zieteratuur visuele poëzie van haar opgenomen. In de toekomst zal ze verder intensief samenwerken met de Canadese dichteres Angela Rawlings. Er is ook een publicatie gepland bij Hybriden Verlag in Berlijn.
maart 20113e jaargang
Achterflap
Maja Jantar
020304050607080910111213141516171819202122232425262728293031323334353637383940414243444546474849505152535455565758596061626364
Inhoud
inleiding
Nora Gomringer – 2 gedichten
Lucille Calmel – 2 gedichten
Hannah Silva – Een seconde
Helen White – Soluble colonies
achterflap
Caroline Bergvall – Gong
Cia Rinne – notes for soloists
Eerste ontwapening van het fanatisme: de gemeenschap.
Vierde ontwapening van het fanatisme: de spatie.
Kluger Hans nr. 9 - driemaandelijks - lente 2011
Derde ontwapening van het fanatisme: dokters en dichters.
Tweede ontwapening van het fanatisme: de observatie.
Vijfde ontwapening van het fanatisme: de rijkdom van een seconde.
‘Merilyn1’ van Maja Jantar.
Krikri – Krikri bestaat helemaal geen 10 jaar
Jelle Meander – El Dorado
Maja Jantar – Book
Joubert Pignon – Korte verhalen
Krisztina Tóth – 3 gedichten
Zesde ontwapening van het fanatisme: de gemeenschap, nogmaals.
Zevende ontwapening van het fanatisme: humor.
Achtste ontwapening van het fanatisme: inlevingsvermogen.
Je hebt al eens een dichter ‘to be or not to be’, de
beroemde monoloog van Hamlet, horen brengen
terwijl een ander een zak bloem in de mond van
de dichter uitgiet – of je hebt dat niet. Je hebt
al eens Jaap Blonk intieme soundscapes horen
brengen in het licht van zijn laptop, om hem een
half uur later bulderend de zaal uit en weer in te
zien lopen, je verwonderd en overdonderd vijf
centimeter zwevend boven je stoel achterlatend
– of je hebt dat niet. Je hebt al eens muziek van
groenten horen en zien maken, je hebt al eens
Giovanni Fontana zien stokken en horen kok-
halzen om letterlijk een ei te kunnen leggen, het
uit zijn keel te bevrijden, je hebt Eduard Escoffet al eens zien schommelen met
zijn handen om twee cassetterecorders op exact hetzelfde ogenblik te laten
starten – of je hebt dat niet. Je hebt al eens dichters warme menselijke klanken
tot de kilste soundscapes horen verwerken via het laboratorium van hun laptop –
of je hebt dat niet. Je hebt Tomomi Adachi het laatste restje geluid uit zijn trui
vol elektronica horen en zien persen – of je hebt dat niet. Je hebt hommages aan
Jan van der Hoeven of Paul De Vree meegemaakt – of je hebt dat niet. Je hebt
Gerhard Rühm met alleen de krassende ademhaling van zijn toen 76-jarige lijf
poëzie weten maken, poëzie die alles vertelde over leven en eindigheid wat een
mens hoeft te weten – of je hebt dat niet.
Als je een van die ervaringen hebt gehad, dan was je zonder twijfel toeschouwer/
toehoorder van een van de zes Krikri-festivals. Al tien jaar lang opent Krikri vzw
grenzen en geesten met poëzie. De festivals en tentoonstellingen tonen de
De redactie
Inleiding
02
Trevor Wishart
vele mogelijkheden om met taal, mens en media een publiek te ontroeren, ver-
bluffen, verwonderen, prikkelen en opgebeurd naar huis te laten gaan.
Voor een zevende en laatste keer (maar zeiden ze dat al niet vier jaar geleden
na hun vijfde Krikri-festival?) hebben oprichters Maja Jantar, Jelle Meander en
Helen White opnieuw internationaal gerenommeerde topdichters uit hun ge-
heime schatkamer gehaald. Of eigenlijk moeten we zeggen: topdichteressen.
Want dit jaar lokten ze Caroline Bergvall, Lucille Calmel, Nora Gomringer, Cia
Rinne, Hannah Silva en Laurence Vielle naar Gent om jou in hun met mengtafels
versterkte geluiden onder te dompelen. Samen met Roland Van Campenhout
vormen ze ‘De zeven geheimen van Maurice Maeterlinck’.
De openheid van geest is een wezenskenmerk van de organisatoren. Ze vroegen
aan ons om mee in het bad te springen. Op donderdag 31 maart brengen we
daarom een selectie uit twee jaar Kluger Hans, met optredens van Robert Van
Ruyssevelt, a.rawlings (via Skype), Miek Zwamborn, Boris de Jong en het trio
Sebastian Dicenaire, Maja Jantar en Vincent Tholomé dat Kirkjubaejarklaustur
van laatstgenoemde brengt.
En het mooiste van al is dat je als abonnee van Kluger Hans gratis binnen kan op
zowel ‘Het Kluger Hans-Effect’, ‘De Zeven Geheimen van Maurice Maeterlinck’
als een speciale ‘Text/Sound’-avond bij Logos op 4 april. Je kan wel best reser-
veren, want vol is vol!
Bovendien presenteren wij in Kluger Hans #09 vijf van de zes dichteressen die
op 1 april optreden. (Werk van Laurence Vielle publiceerden we eerder in Kluger
Hans #07.) Ook blikken Maja, Jelle en Helen terug op 10 jaar Krikri, brengen ze
eigen werk en tonen ze met foto’s uit hun archief snippers van die 10 jaar.
Buiten het thema vertelt debutant Joubert Pignon enkele bijtend grappige
korte verhalen en we richten onze focus in ‘Richting EU’ op Europees voorzitter
Hongarije. Lees de gedichten van Krisztina Tóth, die op 27 maart in Bozar op-
treedt tijdens het Passa Porta Festival.
03
04
Caroline Bergvall (1962) is schrijfster en interdisciplinair kunstenares. Als kind
groeide ze op in Frankrijk en Noorwegen, de geboortelanden van haar ouders, maar
ze verbleef ook in Zwitserland, de Verenigde Staten en Engeland. Sinds 1989 woont
zij in Londen.
Bergvall wisselt in haar meertalige werk tussen visueel geïnspireerde poëziebundels
en performance- en klankgerichte projecten, die vaak gebruik maken van gevonden
teksten en het fonemische spanningsveld tussen het Frans en Engels. Haar werk
vertoont invloeden van zowel postpunkmuziek en sonore poëzie als van de Franse
literaire beweging Oulipo.
In haar artistieke en poëtische werk stelt ze culturele en gendergerelateerde wortels
in vraag, bijvoorbeeld door het spreken met een accent uit te vergroten. Naast po-
ezie schrijft ze ook essays over deze thema’s.
Ze kreeg opdrachten van belangrijke internationale musea, waaronder het Hammer
Museum (Los Angeles, i.s.m. Rodney McMillian), MOMA (New York), Dia Arts Foun-
dation (New York), Tate Modern (London), MuHKA (Antwerpen) en de Arnolfini Gal-
lery (Bristol). Zij is onderzoekster en docente in de Creative and Performing Arts aan
de University of Southampton, Engeland.
Caroline Bergvall
GongVertaald door Xavier Roelens
05
Gong
Mijn moeder is speels, heeft een edelmoedige geest
die rechtschapenheid bijbrengt.
Mijn vader is standvastig, blijft alert
zoekt innerlijke rust.
De vrouw met het witte haar leert me fluiten
met twee vingers gedrukt
tegen mijn tong.
De jongen op het eiland heeft een zilte mond.
Alicia wil me in haar bed tillen.
Mijn grootmoeder leest Teilhard de Chardin, kookt broccoli op zondag.
Dominique gaat onbelemmerd op onderzoek uit, vlees krijgt vat in mijn lichaam
maakt me tot genot.
De jongen achteraan in de wagen
met zijn hand op mijn borst.
Guri is mijn eerste medewerker die nauwkeurig en zonder franjes werkt.
Mijn grootmoeder ruikt naar rozenparfum, woont 33, Rue de Vaugirard.
Derek Jarman wiedt een openbare tuin tijdens zijn ziekte.
Monique Wittig schrijft vurig
dit grote verlangen in de liefde van vrouwen
dit grote geweld jegens de liefde van vrouwen.
Mijn leraar verhindert het verloop van seks niet
laat de kinderen spelen.
Cathy de Monchaux’ beeldhouwwerken zijn deurhengsels
rijen met krijt bewerkte leren zakken
gerimpelde lippen, gebleekte kevers.
Mijn dokter brengt zalfjes aan, geneest fysieke en emotionele schaamte.
De jongen op het tapijt met de gladde borst
en zijn lul in de avondlucht.
Het wulpse meisje in de kamer aan het eind van de gang
heeft ons allemaal gehad.
Cherry draagt tartan op de vernissage.
Rod is zacht en heeft pret.
Caroline Bergvall – Gong
06
Rachel Whiteread giet hars in negatieve ruimte,
een glinstering in de galerie.
Mijn zus heeft vuur in haar hart, begrijpt angst en grijpt haar kansen.
Jo is trouw in haar vriendschappen, vertelt mee obscene verhalen
en traint haar lichaam.
Stacy schrijft de grammatica van vogels, het plotse van een duik.
Het droge geluid van sneeuw.
Morton Feldman in de Rothko-kapel.
Sally’s haar is rood en weelderig.
Het gras is vochtig in het maanlicht,
de jongen op het plein is lief en speels.
Krzysztof Wodiczko komt tot een dialoog via high-tech Mouthpieces,
Alien Staffs.
Romana is zorgzaam, werkt even veel uit twijfel als uit overtuiging.
Mijn broer is eigenzinnig en goedgehumeurd, houdt zijn deur open.
Cris is opgewekt over kunst, eet met vrienden, verzamelt allerlei werken.
Het lachende meisje ejaculeert in mijn hand.
Felix Gonzalez-Torres laat zo min mogelijk sporen na.
Het prachtige meisje spreidt zich over me uit in het Amerikaanse hotel, ik drink
te veel, ik wek heel veel angst op.
Amin Maalouf leest de Rubaiyyat vanuit Paris.
Lorca komt het lied binnen.
Cixous beklimt de ladder van haar naam.
De zwarte maagd zit overal.
Mijn genezer moedigt meditatie aan, roept op tot verantwoordelijkheid.
Mijn tante heeft de Bhagavad Gita in haar autoportier zitten.
Harriet zegt wat op haar lever ligt, laat zich niet kisten.
De eerste mondiale mars, 15 februari 2003.
Mijn bewondering voor Arundhati Roy’s plaatsbepaling
als publieke intellectueel.
Edmond Jabès schrijft dat een schrijver aansprakelijk is
ook voor wat hij verkiest niet te schrijven, voor zijn stilzwijgen.
07
Hiroshi Sugimoto fotografeert zeelandschappen,
bioscoopschermen, architectuur
stralend licht in tijd
“slechts lucht en water”.
Josie houdt van emotionele diepgang, bouwt op liefde
die vergeving bijbrengt.
De voeten van mijn nicht zijn zacht en helder.
Hamish Fultons ‘geen kunst zonder wandelen’.
08
Alain Arias-Misson komt aan in Gent-Sint-Pieters in performancetenue (2006).
2 gedichten
09
Lucille Calmel (1969) is een Franse performancekunstenares, regisseuse en schrijf-
ster. Ze richtte het performancecollectief Les Trifides op en leidde van 1995 tot
2005 samen met Mathias Beyler het experimentele theatergezelschap myrtilles en
van 1997 tot 2004 .lacooperative, een artistieke onderzoeksruimte in Montpellier
die gericht was op hedendaagse technologieën en indisciplines. Sinds 2007 werkt ze
als programma-assistente bij Recyclart (Brussel) rond de performatieve dimensies
van hedendaagse poëzie, experimentele muziek en film. Ze woont sindsdien ook in
Brussel.
Calmel is al sinds 1990 actief in de performancekunst. Ze werkt rond “l’écriture
vivante” op het podium en op internet en valt op door haar heel fysieke optredens
en eigenzinnige omgang met taal en media. Naast elektronisch vervormde stemge-
luiden en filmfragmenten zet ze doelbewust haar eigen lichaam in.
Vertaald door Bart De Block en David Troch
Lucille Calmel
Lucille Calmel – 2 gedichten
10
in de verte keft een hond
(ik wil zijn)
doffe schok van een schedel tegen muur
ik wil dat de vloer
bezaaid is met a4’s
rode inkt
ondertussen achtervolgt een agente
een seriemoordenaar killwithme.com
(de contactpersoon in cc is ook een inhoudsmaat
heparine is een antistollingsmiddel
wegstromen van
als gevolg van het bezoekersaantal
een participatieproject)
in het blauw bij yann
marussich
rijm
appel
Q
(uitgesproken als hoofdletter)
verhaal (persoon-personage-auteur-verwikkeling)
jenny bijvoorbeeld jack
herneming
mp3 + km = trip
fosforescerende tatoeage
11
new kind of kick
vacature
hij zegt: een boeket neonlichten
men herkent hem online
de onbeschrijfbare man
de manjongen die zwarte inkt onder zijn huid aanbrengt
perfect damage of the end of time
onderbreking
de naam van de zanger van the swans bij hem die zijn hand in de vagina steekt
(een eerste keer) richting stof
en als we de bedoelingen eens grondig door elkaar gooien
eerder dan met de wijsvinger een woord
vergulden/oxyderen
plotselinge beknopte compressie van het diafragma (o)
gevaarlijk om (uittreksel)
de keel te doorboren met lang gelaten nagels (handpalm richting hemel)
een gemakkelijk baantje
een welving
druppels urine in de sneeuw
(een haiku)
I Am The Sun
,,,
Lucille Calmel – 2 gedichten
12
donker liggen ze languit vlak scherm zwart scherm liggen ze languit gegeven
hij ligt languit plus zij ligt languit halfopen ramen halfopen luiken luiken op
spanjolet gegeven met interpunctie
donker
liggen ze languit
vlak scherm
zwart scherm
ze liggen
languit
gegeven
hij ligt languit
plus
zij ligt
languit half
-open
ramen halfopen luiken
luiken op spanjolet
gegeven
ze leunen
in bed
insprong: twee bedden twee
matrassen in één kamer
op de grond
op de grond de matrassen
op de grond stof
donker
ramen luiken plafond nachtlampje
bovenlichamen leunen tegen de muur tegenover
ramen luiken onder het plafond tegenover
zwart scherm tegenover
selecteer
selecteer op het scherm
dat wat zich buiten
13
dat wat zich van buiten
selecteer scherm in het scherm
buiten beeld
buiten beeld in beweging
(ze leunen)
herhaling
twee punten
ze leunen
gegeven
hij leunt
herhaling
geeft met interpunctie
de interpunctie de adem is een terugkeer naar de regel
herhaling
gegeven
hij leunt
plus
zij leunt
van buiten in een vloed
een bewegend beeld van het zwarte scherm naar de pupillen
komma suggereren een tijdelijk inzicht vertalen komma de duur komma een
manier komma een manier om de duur uit te schrijven van dat wat een wereld
maakt in een kamer op de begane grond halfopen ramen luiken op spanjolet
een manier om de duur uit te schrijven
tussen haakjes
(hij zij leunt)
tussen haakjes een voorbeeld
gegeven
twee punten
“een manier om de duur uit te schrijven (bijvoorbeeld) :”
- (koppelteken)
koppelteken
- de herhaling
- de herhaling + lichte variaties
(elke keer een eerste keer)
((aarzelen over de interpunctie tussen de twee voorzetsels))
Lucille Calmel – 2 gedichten
14
- dus de herhaling met lichte variaties die de wereld van het zwarte scherm
verbonden met de wereld (van de wereld naar de pupillen via
via
via
(aarzelen)
het traject van de bewegende beelden
selectie
zwevende link
zó, de geluidsbanden van het geheel uitschrijven
geheel donkere kamer matras op de grond ramen luiken door stapels kleren
bezette stoelen
+
voorbij de luiken kalkpuin ingevallen weg multiplex vloerplaten (aarzelen over
de schikking) loop, loop voor hen, voor hen die zich voortbewegen, zich te voet
voortbewegen, loop, loop achter werfauto’s, motoren, herhaling van een so-
noor geluid (doordringende toon, interval van minder dan een seconde, a priori,
knip
reken minstens vijf seconden
(aarzelen over de knipkleur)
hij zij gezeten
terras koffie koffie (aarzelen: suiker, roeren)
schrappen
terras, koffie, een koffie en een koffie, twee koffies, draaien, drinken, draaien,
herhalen met lichte variaties
het zonlicht bijvoorbeeld
zij die voorbij komen
bijvoorbeeld de haarkleur
de geluidsband
de gesprekken
geluiden op band van buiten, van buiten de wereld van geparkeerde wagens,
open vensters, groepjes jongeren tussen twee wagens, geluidsbanden
(aarzelen over het uitschrijven van de handelingen tussen hem en haar, ge-
sprekken, consumpties, wat er gebeurt in de ruimte, in deze donkere kamer
ramen luiken enzovoort, de manier waarop hij waarop zij loopt, zit, eet, rookt
(aarzelen over de aanwezigheid van de komma’s), drinkt, praat tast, de ogen
sluit, opent (aarzelen om alles op te sommen, de compositie variëren)
15
insprong
nee
knip
wit
een smalle landweg met hoge grasranden tussenschuiven
voorruit scherm
spasme (is een occlusie, is een woekerend geraaskal want de gangbare naam
voor de vlucht van populierenpollen in de richting van de voorruit komt ons
maar niet voor de geest)
geluid aanbrengen, het geluid van luchtwrijving snelheid van een voertuig
open ramen (uitspreken) (de zin uitspreken met wat er ontbreekt) (wat er
ontbreekt scanderen, verkort, onzeker oplaaien van wat er zou kunnen zijn
tussen, tussen de woorden, en elders)
zó de mondhoeken uitschrijven, de bijzondere glinstering van de iris als hij
lacht, de bijzondere glinstering van het oogwit bij een zijdelingse blik in de
donkere kamer enzovoort de lach voor het zwarte scherm bedekt met kleurrijke
werelden
een etalagepop klemzetten tussen twee ventilatorbladen (neen), dat wat het
water in beweging brengt, de beweging van machines en van wat er op het
scherm gebeurt, van wat de tijd verdrijft (aarzelen over hoe te tellen)
aarzelen over wat men kan doen en laten doen
aarzelen over het besluit, over de achter te laten ruimte
hier
Meer werk van Lucille Calmel en de andere dichters op www.klugerhans.net
16
Ondanks haar jonge leeftijd wordt Nora Gomringer (1980) nu al als een van de beste
Duitse dichters van haar generatie beschouwd. Ze treedt al sinds 1996 op, eerst in
het Duitse poetry-slamcircuit en daarna onder andere in Canada, de VS, Cyprus,
Beijing, Rome en Parijs. Vorig jaar nog was ze aanwezig op The Maastricht Internati-
onal Poetry Nights. Sinds 2001 organiseert zij zelf ook een poetry slam in Bamberg,
Duitsland.
In haar werk wisselen vlotte slamteksten zich af met klassieke poëzie en meer expe-
rimentele vormen. Ze schrijft en treedt zowel in het Duits als in het Engels op, met
eigen teksten maar ook met werk van onder andere Ernst Jandl, Frida Kahlo en haar
vader Eugen Gomringer. Haar poëzie werd bekroond met de Hattinger Förderpreis
für Literatur (2003), de internationale Poëzieprijs van de IWC in Turin (2006), de Li-
teratuurprijs van de stad Erlangen (2006), de Bayrischer Kulturpreis (EON-Stiftung,
2007) en de Nikolaus-Lenau-Lyrikpreis (2008). Ze publiceerde vier bundels: Silben-
trennung (Grupello, 2002), Sag doch mal was zur Nacht (Voland & Quist, 2006),
Klimaforschung (Voland & Quist, 2008) en Nachrichten aus der Luft (Voland &
Quist, 2010).
Nora Gomringer
2 gedichtenVertaald door Bas Belleman
17
Deze keer zal het zeker dodelijk zijn
Zeg ik tegen mijn arts
En zij lacht en zegt, zeker weten
Als je dat wilt
Maar je kunt ook doorleven en
100 worden en zien hoe je kleinkinderen
trouwen en je achterkleinkinderen ter wereld komen
maar alleen als je daar zin in hebt
en dan tikt ze zo tegen het spuitje
zoals in de film
het spuitje tussen haar vingers, hoog
met iets vloeibaars erin en in mij een infuus
en ik neem een beslissing en trek mijn kleren aan en daarvoor
de slang uit mijn arm
zo sta ik op de hoek en wacht op de bus,
mijn kinderen, de kleinkinderen, hun huwelijksfeesten,
de kinderen van de kleinkinderen
mijn 100ste levensjaar en ben niet eens 100,
ik ben er alleen.
Nora Gomringer – 2 gedichten
18
Dichters treffen
We stonden tezamen, dichter en dichter en
Sekt in de gespleten hoeven
Zoals de dieren op kerstavond
Wederzijds verbluft door onze taal
Het zwijn ongelovig aan de lippen van de koe
Gehangen, de haan aan de snavel van de eend
De lezingen, die volgden, waren een aftasten
Van adamsappels, die – bewogen door vreemde trillingen –
Bouwwerken verscheuren, zoals de leeuwen antilopen
De pers knipperde met de ogen en hoorde niet, wat er werkelijk
Gezegd werd, het was halverwege de eerste vrije dag
En we zwegen allang weer.
19
Cia Rinne (1973) heeft Finse ouders, werd geboren in Gothenburg (Zweden) en
leefde als kind in West-Duitsland en later Finland voor ze in 2007 naar Denemarken
trok. Ze schrijft visuele poëzie en maakt conceptueel werk, aan de hand van eenvou-
dige tekeningen. Ze doet dat in verschillende talen.
In 2003 stelde ze een installatie met poëzie en gevonden voorwerpen tentoon,
Indices, in een oude synagoge in Roemenië. Haar bundel zaroum uit 2001 is onlangs
tot een digitaal archief van 29 geanimeerde en interactieve gedichten herwerkt. Een
link naar de digitale versie van zaroum vindt u op www.klugerhans.net.
Naast haar werk als dichteres werkte Rinne samen met fotograaf Joakim Eskildsen
aan The Roma Journeys (2007, Steidl), een fotodocument over de cultuur, de taal en
de levenscondities van de Roma in verschillende Europese landen.
Samen met Sebastian Eskildsen maakte zij in 2009 in opdracht van de Zweedse radio
het tekst- en klankwerk sounds for soloists, waaruit we hier enkele bladzijden pu-
bliceren. Door haar unieke mengeling van talen en haar werken op letterniveau kozen
we ervoor om de originele tekst over te nemen. Alleen de laatste twee pagina’s, ‘zen
for ten’, zijn vertaald: de linkerpagina uit het Engels, de rechterpagina uit het Duits.
Cia Rinne
notes for soloistsVertaald door Xavier Roelens
Cia Rinne – notes for soloists
20
notes in c
tout est visible in/ visible indi/ visible
see/le
c génial.
DESIREDED IRE SI
AVENIR DEVENIR SOUVENIR
vous êtescurieux?sérieux?heureux?
continuez, s.v.p.
on peutun peu
please, note:
traum im raumsaum im baumkaum im zaum
*
*
*
*
*
*
*
*
*
21
insert why in any text:------------ why? ------------------ why? ------------------------------ why? ------------------------ why? ---------------------------------- why?--------------------------------- why? ----------------------------- why? ----------------------------------------------------------------continue.
situlaimesoupas
c’est l’an, paul.(selon paul)
paris aris a ri aparis arisp riparparis
MM:etEmmettM 1ett MM
yes no
IN UTNI TUNU TINU IT
*
*
*
*
*
*
*
Cia Rinne – notes for soloists
22
missing notes
miss trau(the missfits)
miss interpretationmiss understandingmiss apprehensionmiss calculationmiss conceptionmiss behaviourmiss judgmentmiss readingmiss chancemiss chiefmiss takemiss usemiss ermiss tmissmismim
donna donnedonne donnentdonne, don’t
(pièce féministe)
miss somethingmiss umiss universe
miss ismissesmrs. erious
mistermister emister ium
*
*
*
*
*
23
but mut
one or the otheror anotheror a motherwhy bother
her
(übersetzung)
liebe muttergib mir die buttersagten wirgib sie
her
odereiner oder andersoder n’andresoder ne mutterwarum butteralles in butter
hier
mutterbuttermuttbuttmutbutmubumb
uuuuuuu
off spring
*
*
Cia Rinne – notes for soloists
24
Zen for ten
1neethee2weewiedie3dier4vielvijl5vijszeis6zeereereven7zegezegegach8echtrechtregen9tegenteen10.
ga niet
---------
verder
*
*
25
tien verbodenlieve god boos
niet te perfect.lieve god boos.
(nam june paik)
gij zult niet lachen.lieve god boos.gij zult geen beeld maken van god.lieve god en de wereld boos.gij zult niet zeggen oh godverdomseschijtzak zwijnelul linkse rukker.lieve god zeer duidelijk boos.gij zult niet luilakken behalve als het moet.lieve god niettemin boos.gij zult geen kritiek uitoefenen op vader en moeder.lieve god de vader erg boos.gij zult niet doden.lieve god vreselijk boos.gij zult niet flirterig kijken naar vreemden.lieve god echt boos.gij zult geen zaken stelen die u niet toebehoren.mijn lieve god boos.gij zult geen zaken zeggen die niet waar zijn.lieve god boos.gij zult niet zeggen man, dat wil ik ook.lieve god ook boos.lieve god altijd boos.lieve god boos.boze god.
*
26
Tass
eom
ancy
, een
vis
ueel
ged
icht
van
de
Cana
dese
Alix
andr
a Ba
mfo
rd in
de
tent
oons
telli
ng In
fuso
ria
in 2
009.
Infu
sori
a w
as e
en te
ntoo
nste
lling
met
vis
uele
poë
zie
van
vrou
wen
uit
17 la
nden
.
27
Hannah Silva (1983) is een Britse schrijfster en performer. Ze volgde een theater-
opleiding aan de Exeter University en haalde ook een ‘First Class Degree’ in choreo-
grafie en performanceschrijven aan het Dartington College of Arts. Ze studeerde
daarnaast muziek aan de Purcell School of Music en aan het conservatorium van
Amsterdam.
Recente projecten zijn onder andere You Said/I Said i.s.m. percussionist Alexis
Kirke (in opdracht van Phrased & Confused), Panopticon en Boat on the water, een
voorstelling met poëzie, dans en theater op een boot in Plymouth tijdens het Dance-
ing Devon festival. Ze publiceerde gedichten in Tears in the Fence, Shadowtrain,
The Pedastal , Poetcasting & Great Works.
Haar opvallende stijl combineert het fysieke van een theaterstuk met energetische
poëzie op hoog tempo. Ze componeert en choreografeert met taal en brengt perfor-
mances die haar ‘tot de meest ambitieuze en entertainende dichters van het land’
maken, aldus The Times Online.
Op 11 maart ging Opposition in première in het Barbican Theatre in Plymouth, een
‘kleine, politieke spreekopera’.
Hannah Silva
Een secondeVertaald door Han van der Vegt
28
Hannah Silva – Een seconde
Een seconde
Rijst op en
verspilt woord
voor gevoel
keel plots
komt een woord
voor gevoel rijst op
welt plots op
komt en het
verspilt een seconde
moest een woord zijn dat
oprijst en verdwijnt
een plots
huilen door
de keel
gevoel voor een woord
verwelkt in een seconde
keel moet blijken
verspild in een plots
verhullen mocht een woord
oprijzen naar zijn doel en
de wereld is geduldig
of verborgen in een woord
29
want wat bedoeld werd kan
plots verbleekt zijn.
Is er een woord
voor gevoel
die zich een seconde lang verheft
en verspilt? Een plots
opwellen in de keel
en daar gaat het.
Meer werk van Hannah Silva en de andere dichters op www.klugerhans.net
30
Krikri vzw verkent sinds 2001 hedendaagse poëtische tendensen. Dat resulteerde in
de organisatie van zeven internationale festivals, workshops over sonore en visuele
poëzie, performances door meer dan 100 artiesten (dichters, musici, multidiscipli-
naire kunstenaars, …) en optredens door Krikriërs in onder andere Madrid, Londen,
Berlijn, München, Wenen en Genève. Daarnaast organiseerde de vzw filmverto-
ningen, lezingen, open podia en diverse tentoonstellingen rond visuele poëzie waar
werk van in totaal 80 kunstenaars werd gepresenteerd.
Maja Jantar, Jelle Meander en Helen White vormen al tien jaar de artistieke kern van
Krikri vzw. Vanuit Reykjavik, Berlijn en Gent houden ze een skypegesprek.
Krikri (Maja Jantar, Jelle Meander en Helen White)
Krikri bestaat helemaal geen 10 jaar
31
De eerste herinnering uit het rijk der Krikriërs?
Helen
De dag in november 2001 dat we bij de Koning Boudewijn Stichting onze steun-
aanvraag voor ons ‘poëzieproject’ – nog zonder naam – moesten verdedigen.
We zaten voor een jury veel te serieuze mannen in maatpak en ineens stond Jelle
op en ging aan het andere uiteinde van de tafel zitten ‘opdat uw gedachten van
richting kunnen veranderen’. Ik kromp ineen, maar je had ze blijkbaar gechar-
meerd. Je babbelde zo snel van de zenuwen dat ik dacht dat je ging omvallen,
en toen je naar adem moest happen vulde ik de korte stilte in met mijn papieren
vogel met een gedichtje op zijn vleugels. Soit, het is gelukt, ik kan nog steeds
niet geloven dat we toen zo’n lef hadden.
Maja
De eerste kleine acties, een poëtische guerrilla, alles was mogelijk, ons enthou-
siasme reikte over de grenzen van het praktische of ‘haalbare’. Meer nog dan
de latere festivals zijn zij voor mij de essentie van Krikri. En het feit dat we erg
snel gegroeid zijn en dat het internationale netwerk erg open en toegankelijk is
zodra je ermee contact zoekt.
Jelle
Het eerste Krikrifestival was achteraf gezien een wonder. Met weinig geld en
een overvloed aan jeugdig enthousiasme hebben we iets unieks neergepoot.
Vanuit onze huidige ervaring zouden we die eerste editie paradoxaal genoeg
wellicht niet kunnen uitvoeren. De Krikriërs waren pas geland op aarde en met
de naïviteit van pasgeborenen gingen ze tekeer in de wereld van de poëzie.
De essentie waaruit Krikri ontstond?
Jelle
Tegenwoordig citeer ik graag het spreekwoord dat het ‘beter is een kaars aan te
steken dan de duisternis te vervloeken’. Krikri is in wezen zo’n kaars. We willen
met de glimlach tonen wat er allemaal mogelijk is in plaats van cynisch en bet-
weterig aan de zijlijn te staan. Krikri is voor mij altijd een positieve poëtische
injectie in mijn directe leefomgeving geweest. En altijd op een speelse manier.
Met een ‘ondraaglijke lichtheid’.
32
Krikri – Krikri bestaat helemaal geen 10 jaar
Helen
Het dichter-zijn beschouw ik niet alleen als poëzie maken, maar ook als deel
uitmaken van een gemeenschap, reëel of virtueel. Daarmee draag je een soort
verantwoordelijkheid voor anderen en hun werk, de taak om hen te steunen. En
uiteraard daardoor ook de verantwoordelijkheid voor jezelf, om jezelf te laten
steunen, inspireren of uitdagen door anderen. Die twee aspecten beschouw ik
als onafscheidelijk, zoals spreken en luisteren, misschien.
Voor jou, Jelle, is dat organisatiewerk een ware passie. Je spreekt over het sa-
menstellen van een programma, het samenbrengen van dichters in één ruimte
en tijd als een kunstwerk op zich. Voor mij is het vooral keihard werken en veel
stress en mezelf meestal ook ziek maken. Maar op het einde heb je de kans
om kunstenaars uit de hele wereld te ontmoeten: rotdiva’s (zowel vrouwelijk
als mannelijk) die woedeaanvalletjes of fobieën krijgen bij alles en nog wat,
maar daarna soms de mooiste dingen op het podium brengen; ontzettend lieve
mensen die verkiezen om bij je thuis te slapen omdat ze dat leuker vinden dan
een hotel en die je na een paar dagen als vrienden beschouwt; mensen die ik
nooit in het echt heb ontmoet, maar met wie ik een relatief hechte virtuele band
heb omdat we op verschillende projecten (tentoonstellingen, publicaties,…)
samengewerkt hebben en ook veel gediscussieerd hebben over wat we doen,
het hoe, het waarom.
Jelle
Het gaat inderdaad om het openen van werelden, het bieden van andere per-
spectieven aan onszelf en anderen. Wie eenmaal aangeraakt wordt door het
poëtische kan volgens mij niet anders dan het ontstane enthousiasme zoveel
mogelijk delen met anderen. Maar misschien zie ik dat te idealistisch.
Maja
Voor mij is het openen van een deur naar de rest van de wereld belangrijk.
Maar de essentie van Krikri is in mijn visie het poëtische, het openen van ogen,
ook die van onszelf, naar alles wat poëtisch kan zijn, naar alles wat poëzie kan
zijn, zelfs vormen waar wij zelf niet in eerste instantie naar zouden grijpen, of
waarin we ons niet meteen kunnen vinden. Het is een omarmen van het vol-
ledige poëtische spectrum, het wegstappen van het niche- of hokjesdenken.
33
De performances die bleven hangen?
Maja
Trevor Wishart is de eerste aan wie ik aan denk. Jelle wist hem
met zijn enthousiasme over te halen om een performance met
zuiver stem te brengen, iets wat hij al een tijdje niet meer had
gedaan, omdat hij zich toen op elektronica toespitste. Die per-
formance was fenomenaal, was dertig minuten vocaal vuurwerk,
of misschien beter: een vocale lavastroom.
Het vijfde Festival was tout court zo zot dat het fantastisch werkte. En er zijn zo-
veel bijzondere dichters op bezoek geweest: Tomomi Adachi. Sergej Mohntau,
Jaap Blonk... Bij elke naam hoort nu een verhaal, een mens, iets dat we samen
hebben gedeeld, een gesprek, een zoektocht naar de perfecte emmer of een ka-
merjas. Krikri heeft ons op dat vlak rijk gemaakt en misschien ook wat verwend.
Het is de diversiteit die Krikri tot Krikri maakt. Zoals ik al zei: de aanpak om ook
dingen te programmeren die niet onze eigen smaak zijn.
Helen
De performance van Jahida Wehbé en Bassam Barrak tijdens het
Festival 2004 vond ik fantastisch. Jahida treedt meestal op voor
een veel groter publiek. In die kleine ruimte met een beperkt pu-
bliek was de sfeer onbeschrijflijk. Ik stond nota bene achteraan
om de piepende deur dicht te houden. Het gebeurt zo goed als
nooit dat een zanger mij raakt, maar zij deed dat wel. Ze heeft me de rest van het
weekend zitten plagen met ‘niet opnieuw gaan wenen hé, Helen.’ De volgende
avond wilden we met zijn vieren iets eten in Gent. We liepen langs het steegje
naast het Vleeshuis. Ze zong over het water heen en deed de klank weerkaatsen
via de muren van de vismijn. Niemand maakte dit bijzondere moment mee, be-
halve de vissen en wij. Maar tijdens het diner babbelde ze ook over het leven
van vrouwen in Libanon: dat ze bijvoorbeeld geen hoofddoek hoeven te dragen,
maar dat een vrouw die alleen gaat wonen als slet wordt aangezien omdat ze
bezoek van mannen zou kunnen krijgen zonder chaperonne. Het deed me mijn
eigen vrijheid waarderen.
En Eduard Escoffet blijft een van mijn lievelingsdichters. Op
‘Parla tu també’ moet ik altijd dansen. Hij maakt ongelofelijk
krachtige performances met simpele middelen zoals kranten,
een luchtverfrisser en een dictafoon.
Trevor Wishart (1946)Brits componist en pionier op het gebied van elektro-akoestische muziek. Studeerde aan de
Jahida Wehbé (1969)Libanees dichteres, comedienne en singer-songwriter. Ging naar de Universiteit van Libanon en het Nationaal Conservato-
Eduard Escoffet (1979)Catalaans dichter, performer en organisator die zijn
Joachim Montessuis (1972)Franse noise-dichter die zich beweegt tussen kunst, wetenschap, geluid en spiritualiteit. Sinds 1993 legt hij zich toe op experimentele voordrachten met geluidsinstallaties.
Gerhard Rühm (1930)Oostenrijks schrijver, componist en beeldend kunstenaar die deel uitmaakte van de Wiener Gruppe. Studeerde piano en compositieleer in Wenen en ontving in 1991 de Grote Oostenrijkse Staatsprijs.
Alain Arias-Misson (1938)Belgisch schrijver en dichter die op - groeide in New York. Zijn visuele gedichten hangen in musea in onder andere Italië, Nederland en Amerika.
Lewis Gesner (1957)Amerikaanse multimediakunstenaar. Hij studeerde muziek compositie aan de University of Main, video-animatie (MIT, Cambridge) en daarna perfor-mance en conceptuele kunst (Tufts University) in de periode tussen 1975 en 1985.
Trevor Wishart (1946)Brits componist en pionier op het gebied van elektro-akoestische muziek. Studeerde aan de
Jahida Wehbé (1969)Libanees dichteres, comedienne en singer-songwriter. Ging naar de Universiteit van Libanon en het Nationaal Conservato-
Eduard Escoffet (1979)Catalaans dichter, performer en organisator die zijn
Jelle
Er waren door de jaren natuurlijk tientallen performances op erg hoog niveau,
maar de Krikrimix gaf er volgens mij telkens een extra toets aan. Een paar zaken
komen me spontaan voor de geest. Dichter Jan van der Hoeven en fluitiste
Karin De Fleyt die samen een werk vertolkten dat al meer dan
dertig jaar onder het stof lag. De noiseperformance van Joachim
Montessuis in het Gravensteen en de reactie ‘O, Jesus!’ uit het
publiek toen de stilte net zo oorverdovend intrad. Orkanen Jaap
Blonk en Michael Lentz die elkaar uitdaagden in het Tinnenpot-
theater. De ontmoeting tussen toenmalig burgemeester Frank
Beke en levende legende Gerhard Rühm vóór de opening van de
tentoonstelling met visuele poëzie van Rühm.
Helen
Of de zotte performance van Alain Arias-Misson. Het was onder
andere een protest tegen de oorlog in Irak – hij wilde onder-
goed in rood, wit en blauw op allerlei standbeelden in de stad
hangen. Alleen had hij me dat niet verteld, uit vrees dat ik het
niet aan zou durven of dat de politie het zou verbieden. Ik had
eerder wel toestemming moeten vragen aan de politie om die
actie op straat te doen en ik had dan maar iets vaags ingevuld als
‘poëzie op straat reciteren’. Maar voor velen was dát niet sy-
noniem met het bevestigen van een beha, slipje, jarretelles en opgeblazen rub-
beren handschoenen aan onder meer de standbeelden van koning Boudewijn,
Romain Deconinck en de trap naar spoor 2 in het station Gent-Sint-Pieters. We
waren net bezig aan de Geknielde Jongelingen bij het Belfort toen een agente
ons wilde tegenhouden. Ik haalde mijn toestemmingsbrief boven, ik denk zo’n
drie bladzijden tekst, en nog voor ze wist dat er niets in stond over weerloze
bronzen jongemannen met vrouwenondergoed behangen, hadden Alain en
Karen de fontein al heel mooi versierd.
Maja
Qua performances in open lucht was er ook de Draggin’ Perfor-
mance van Lewis Gesner, de opmerkelijke wandeling met klet-
terende stokjes. Deze trok van galerie Link naar Logos. Alle
wandelaars bonden een paar houten staafjes aan zijn of haar
voeten. Querida, mijn hond, wandelde ook dapper mee met een
paar rinkelende stokjes aan haar leiband.
34
Krikri – Krikri bestaat helemaal geen 10 jaar
Joachim Montessuis (1972)Franse noise-dichter die zich beweegt tussen kunst, wetenschap, geluid en spiritualiteit. Sinds 1993 legt hij zich toe op experimentele voordrachten met geluidsinstallaties.
Gerhard Rühm (1930)Oostenrijks schrijver, componist en beeldend kunstenaar die deel uitmaakte van de Wiener Gruppe. Studeerde piano en compositieleer in Wenen en ontving in 1991 de Grote Oostenrijkse Staatsprijs.
Alain Arias-Misson (1938)Belgisch schrijver en dichter die op - groeide in New York. Zijn visuele gedichten hangen in musea in onder andere Italië, Nederland en Amerika.
Lewis Gesner (1957)Amerikaanse multimediakunstenaar. Hij studeerde muziek compositie aan de University of Main, video-animatie (MIT, Cambridge) en daarna perfor-mance en conceptuele kunst (Tufts University) in de periode tussen 1975 en 1985.
35
De evolutie die Krikri doormaakte?
Jelle
Professionalisering is hier zeker het sleutelwoord. Dat is niet noodzakelijk po-
sitief. De chaotische en wilde eerste jaren waren door hun ruwe energie heel
boeiend. Ondertussen werken we alledrie in de professionele kunstensector.
Krikri bleef weliswaar voortdurend veranderen. In sneltempo. Van losse acties
en workshops naar een volwaardig festival met een hoogtepunt in 2006. Daarna
koos Krikri opnieuw de weg van de guerrilla. Visuele poëzie en de zoektocht
naar het tentoonstellen van poëzie werd prominenter. Door dit alles profileerde
Krikri zich ook meer als dichterscollectief dat de internationale scène wou ver-
overen. Optredens in gans Europa versterkten telkens weer onze internationale
gerichtheid. De taal waarin poëzie bedreven wordt, is vaak een grens. Krikri
heeft zich van die fictieve grens nooit iets aangetrokken.
Maja
Er is het gevoel dat we een soort trend gestart hebben. Er zijn in België nu een
aantal collectieven en festivals die enigszins dezelfde weg opgaan.
Polypoëzie?
Jelle
De term polypoëzie heb ik lang gebruikt om Krikri te duiden. Ik wilde al in de
benaming aantonen dat poëzie veel meer is dan het cliché van de depressieve
dichter die uit een boekje voorleest of een verzameling woorden op papier die
nauwelijks lezers bereikt. Met polypoëzie wordt ‘veel soorten poëzie’ bedoeld.
Achteraf bekeken is het een term geworden die gebruikt werd om die ‘vreemde
poëzie’ juist weer in een hokje te stoppen. Het willen doorbreken van grenzen
kan zo een grens worden. Nu gebruik ik weer de term poëzie.
Maja
Ja, het werd een term voor iets specifieks terwijl het juist gebruikt werd om het
gegeven poëzie uit te breiden. Nu keren we gewoon terug naar de brede bete-
kenis van poëzie.
Helen
Het verschil met mainstream is dan weer minder duidelijk.
Maja
Het gaat om het alledaags poëtische in beeld, tekst, theater, overal.
36
Krikri – Krikri bestaat helemaal geen 10 jaar
Helen
Ja, maar bij poëzie blijven mensen aan boekjes en reciterende stemmen
denken.
Jelle
Met uitzondering van zij die de Krikrifestivals bezochten.
Helen
Krikri doet me denken aan gele tomaten. Bij een tomaat denken mensen aan
rood, terwijl er ook gele bestaan.
Maja
En kleine, grote, kromme, rotte,... Krikri biedt gewoon een andere context.
Helen
Zeg je nog van jezelf dat je dichteres bent?
Maja
Neen. Ik zeg het een noch het ander. Ik maak gewoon werk tussen verschillende
disciplines in en ik ben wel bezig met het poëtische as such. Maar zoveel is poë-
tisch. In de mate dat het de essentie vormt van alles waar ik mee bezig ben, ben
ik volop dichteres en eigenlijk niets anders. Het hangt er maar van af vanuit welk
perspectief je het bekijkt. Dat is net het mooie aan creatieve beroepen: je moet
je constant herdefiniëren, heruitvinden, bij elk werk dat je maakt. Krikri heeft
als vzw ook al die jaren telkens weer nieuwe kanten van het poëtische willen
belichten.
Helen
We hebben vaker gebabbeld over de vraag of ‘de poëzie’ nog relevant is. Soms
lijkt het alsof niemand daar nog iets aan heeft. Ik denk dan: als niemand ‘de po-
ezie’ wil, verander dan wat ‘de poëzie’ is. Niet uit buigzaamheid, geen poging
om iedereen tevreden te houden. Maar als dichter – of iemand die werk maakt,
of whoever – ben je vrij om ‘de poëzie’ heruit te vinden.
Een droombeeld van de poëzie: ‘a community of diverse practices’ – heb ik vorig
jaar opgeschreven in mijn dagboek, het lijkt me een citaat maar geen idee van
wie. Potentieel zou de poëzie een daad tegen de insulariteit kunnen zijn, een di-
vers, vloeibaar geheel dat een ‘ons’ wordt zonder dat ‘ons’ te doen verstenen in
wat het is. Je kan om je heen kijken en zeggen dat dat niet is wat er in de realiteit
gebeurt. Maar je kan ook op zoek gaan naar plekken waar dat net wél gebeurt.
Being Krikri?
Jelle
Mij heeft Krikri veranderd als mens. De contacten met de vele dichters en an-
dere kunstenaars hebben me getoond dat er veel ‘schoon mensen’ rondlopen
die koppig hun poëtische zijn blijven uitstrooien over hun leefwereld.
Helen
Hetzelfde geldt voor mij. En Krikri heeft me in contact gebracht met alles wat
we dus niet meer ‘polypoëzie’ noemen: klankpoëzie, performance, visuele
poëzie, poëziefilm enzovoort. Krikri is mijn thuis, tout court. Zonder Krikri was
ik iemand anders geworden.
Maja
Het is ook een normaal proces om zaken stukje bij beetje te leren kennen. Dat is
ook het mooie. En er is heel veel dat we nog niet kennen.
37
Alle info over het Krikri-festival op www.klugerhans.net
38
sieraden 2398,7 tonAU
elektronica 310,6 tonAU
overige industrie 92,7 tonAU
tandheelkunde 57,8 tonAU
in kluis 235,6 tonAU
wettige betaalmiddelen 237 tonAU
penningen en herdenkingsmunten 72,6 tonAU
beleggingsfondsen 253,3 tonAU
+ centrale banken
+ central banks
+ banques centrales
+ zenter zenter zenter AU
+ Newton was an alchemist
Newton is spelled AU
Art is AU
Kunst is kou
L’art c’est [l’or] ----_ _ _ _ --------
La Rinconada: “Al labor me voy, no sé si volvere”
Het zweet van de zon is een gouden munt met honing
-HIGH ABOVE THE LAW
Het zweet van de zon blauwt de tong
-SO VERY HIGH ABOVE THE LAW-
Jelle Meander
El Dorado
39
BATU HIJAU
Golden Opulence
Te bestellen bij Serendipity 3 in New York
800 eurAU
We need more tAUrists, more tAUrists now
more tAUrist need more tAU more need more
AU
Lead the way, mr. Newton
Hi-Grade Hi-Grade
Juan Apaza
Where’s my moneystone?
Juan Apaza
Work 30 days for nothing
Juan Apaza
You’ll get one day of stones
Juan Apaza
Altitude will be 5100 m
Juan Apaza
[Betaal de aarde]
Betaal de AU
Maart 2009
Voor Dominique
40
Vincent Tholomé – Kirkjubaejarklaustur
41
Richting EU
Maja Jantar, Book
Maja Jantar, Book
42
Dierenwinkel
Ik werk in een dierenwinkel. We verkopen vissen, knaagdieren en vogels. Met
honden en katten zijn we gestopt. Die markt ligt veel te veel open. Als dieren-
winkel kun je niet concurreren met de prijzen van asiels.
Iedere ochtend loop ik langs de kooien en aquariums om de dieren te voeren.
Zouden er op andere planeten ook wezens wonen die hun medebewoners in
winkels verkopen?
Beweging
In het aquarium kijkt een vrouw naar een vis. De vis beweegt niet. De vrouw zegt
dat ze het geen gezellige vis vindt. De kraaltjes aan haar tas rinkelen. De vrouw
wil dat de vis beweegt. Ze slaat met haar vlakke hand op het water. Het water
beweegt en de vis beweegt mee.
Joubert Pignon
Korte verhalen
43
Debuut
Woning
Mijn nieuwe woning is ingericht. Op de tast loop ik door de gangen van het
wooncomplex. Ik weet niet waar het licht zit. Ik vind het toilet en leeg mijn
darmen. Op hoop van zegen veeg ik.
Ik zit achter mijn bureau, op mijn bureaustoel, en staar naar het stof. Ik weet
niet hoe de verwarming zachter moet. Met een schroevendraaier roer ik in mijn
koffie. Ik wacht tot het grote kunstwerk zich aandient, spannend.
De huisgenoten in het wooncomplex hebben nog nooit een stofzuiger gezien.
Krijsend springen ze er omheen. Woest slaan ze elkaar op de ruggen. Dan buigen
ze voor deze heidense, rode god.
In de supermarkt doet een vrouw in een scootmobiel er vijf minuten over om
zeven euro vijfenvijftig uit haar portemonnee te pakken. Ze vertelt over haar
man of haar zoon of haar man en haar zoon die in het ziekenhuis liggen of moeten
gaan liggen. Ze heeft vlinderstickers op de achterkant van haar scootmobiel ge-
plakt.
Mijn vriendin en ik laten onze frustraties zien via onze spullen. Voor ik ga slapen,
ruim ik niets op. Ik laat alles staan. Mijn vriendin pakt dan de spullen en legt ze
op de vloer van mijn werkkamer. Zo doen wij dat.
Mijn vriendin is erg precies, ik ben erg laks. In plaats van het vinden van een
goed midden, verstrekt mijn laksheid haar preciesheid, en andersom. Terwijl ik
op de grond lig, stofzuigt zij woest om mij heen.
44
Joubert Pignon – Korte verhalen
Kerstpakket
Met mijn collega loop ik in de richting van de bus. Kerstpakket onder de arm.
Het sneeuwt. Ik wissel van arm, zet het kerstpakket op mijn schouder, houd het
onder mijn linkerarm, onder mijn rechterarm, druk het tegen mijn buik. De bus
rijdt niet meer.
Mijn collega en ik schuilen in het bushokje. Een douche van sneeuw.
Zullen we ons kerstpakket openmaken, zegt mijn collega.
Goed, zeg ik.
Mijn collega peutert aan het plakband. Een duw met de duimen tegen het
karton, een ruk, een zoete geur. We kijken in de doos.
Op een bedje van houtsnippers ligt het hoofd van A.F.Th. van der Heijden.
We kijken elkaar aan.
Hoe ga ik dit aan mijn vrouw vertellen, zegt mijn collega, vorig jaar kregen we
een verwenpakket, met wijn en truffels en een bon voor een verwenweekend,
en nu dit.
Die kop is te groot voor de oven, zegt mijn collega, hoe ga ik dit aan mijn vrouw
vertellen, die pikt dit niet.
Als je de inhoud van de kop verwijdert, zeg ik, en bijvoorbeeld vult met appels,
scheelt dat aan ruimte, zodat de kop in de oven past.
Mijn collega betwijfelt het.
Hij stelt voor dat we mijn kerstpakket openmaken.
Aan de overkant van de straat botst een hond tegen een reclamezuil.
In mijn pakket zit het hoofd van Arnon Grunberg. Ik benijd mijn collega niet.
Ik woon op loopafstand van mijn werk. Drie kwartier lopen en ik ben thuis. Mijn
collega moet zeker twee uur lopen. Het hoofd van Arnon Grunberg weegt niets
in vergelijking met dat van A.F.Th. van der Heijden, zelfs als je het hoofd van
A.F.Th. van der Heijden met appels vult.
45
Debuut
Turk
Ik ga om met mensen die hun hond hebben leren blaffen als zij het woord ‘Turk’
tegen hem zeggen. Dan roepen zij ineens ‘Turk!’ en dan springt hun hond op en
begint woest te blaffen. Die mensen hebben daar dan de grootste lol om. Ze
lachen en lachen terwijl die hond maar doorblaft.
Schepping
Ik werk in een dierenwinkel. Het grootste deel van mijn collega’s is Christelijk.
Het is een dierenwinkel op Christelijke grondslag. Op koopavonden eten we
gezamenlijk. Tijdens het eten voeren we altijd hetzelfde gesprek. Ik eet geen
vlees, zij wel, zij snappen niet dat ik geen vlees eet.
Mijn baas zegt dat God de dieren op Aarde heeft gezet zodat wij ze op kunnen
eten. Ik zeg dat ik dat betwijfel, dat in de versie van de Bijbel die ik gelezen heb,
staat dat de mens juist voor God Zijn Schepping moet zorgen. Ik vraag mijn baas
me te helpen herinneren dat ik hem nooit vraag op mijn kinderen te passen.
Het eten wordt opgediend en de handen worden gevouwen. Een collega vraagt
me of ik ook wil danken.
Ik heb het één keer geprobeerd, zeg ik, maar het eten smaakte daarna zo zout,
dat ik het niet meer doe.
Tijdens de maaltijd zeggen we verder niets.
46
Joubert Pignon – Korte verhalen
Benen
Ik ben acht jaar. Er komt een nieuw meisje in de klas.
Ze heeft verbrande benen. Toen ze vier jaar was, is er een pan frituurvet over
haar benen gevallen.
Ze moet van de meester een rok dragen. Zodat wij haar benen kunnen zien.
Sommige jongens noemen haar kippenpoot.
Superturk
In de Etos zag ik vandaag Stefan K., met wie ik op de basisschool heb gezeten.
We woonden allebei in hetzelfde nieuwbouwdorp. Stefan stond vandaag achter
een buggy waarin een kind met groene laarzen kronkelde. Ik kon zijn gesprek
met de caissière niet helemaal volgen, maar volgens mij had Stefan inmiddels de
baard in de keel.
Toen we acht jaar waren bedacht Stefan de superheld Superturk, een neger in
een paars superheldenpak. Superturk kon grijze slagroom uit zijn mond spuiten.
Superturk vloog heel hard tegen een muur, zijn hoofd deed pijn en was helemaal
ingedeukt. Joey - mijn beste vriend - en ik tekenden de hele dag superhelden,
maar zoiets grappigs als Superturk hadden we nog nooit gezien.
47
Debuut
Kruimels
Weer in de supermarkt: een alcoholistenstel – zij: een roze trainingspak met
kattenharen, hij: een Harry Dean Stantonhoofd – slingert door de gangpaden.
Ze praten tegen elkaar in een tandeloze verwijttaal. Ik heb vermoedens over
de inhoud van hun mandje – bier en katteneten. Ik loop naar ze toe en kijk in
het mandje – bier en katteneten. Bij de kassa sta ik achter ze. Ik probeer te
volgen wat ze zeggen, maar de drank heeft hun woorden in w’s verpakt. Ik ruik
de woorden wel. Het kassameisje – hoofddoek – kijkt weg. Als het stel aan de
beurt is, loopt het trainingspak weg. Harry Dean erachteraan, ze schreeuwt
tegen hem. We kijken allemaal weg. Het trainingspak komt terug met een bak
Hertogijs met Knetterchocolade Kleurkruimels er in.
Plaksnor
Ik ben alleen. Er is geen drank in huis, ik ben al drie dagen nuchter. Een kleine
ramp. In mijn hoofd ga ik de plekken langs waar nog drank zou kunnen liggen.
Nergens kan drank liggen. Als er drank in huis is, gaat het op.
De enige drankwinkel die nog open is, is de nachtwinkel tegenover mijn werk. Ik
heb me de afgelopen dagen ziek gemeld. Met een zielig stemmetje verkoudheid
geveinsd.
(Wat nu? Met een plaksnor over straat?)
Buiten zijn de kerstbomen op straat gesmeten. Ze liggen op de stoep, als dronk-
aards in een stomme film. Ik tel er minstens honderd. Ze hebben al hun naalden
nog. Bij iedere kerstboom die ik passeer, sla ik een kruisje. Ik raak ze niet aan.
In de nachtwinkel kijkt de Turk achter de toonbank naar een Pakistaans televi-
siestation. Op de toonbank is een briefje geplakt: Ik ben mijn stem kwijt. Ik kan
niet praten. Excuses voor het ongemak. Ik vraag om twee rode wijn en een tasje.
Ik ben een aap, ik heb zinnetjes uit mijn hoofd geleerd.
48
Joubert Pignon – Korte verhalen
Paragnost
Als ik foto’s van mijn nieuwjaarsdrol aan mijn paragnost mail, om me, aan de hand
van mijn uitwerpselen, de toekomst voor het komende jaar te laten voorspellen,
duurt het lang voor ik antwoord krijg. Misschien heeft mijn paragnost een wild
feest bezocht en ligt hij nu in een wasem van drank zijn roes uit te slapen. Ver-
strengeld in de armen van een als kat verklede vrouw. Roze glitters op de lakens.
Uitgelopen schmink => tranen om de dood van Michael Jackson. Op de achter-
grond de knallen van kinderen die vuurwerk vinden. Zoiets. Wie weet.
Aan het eind van de middag mailt mijn paragnost terug. Hij mailt dat ik het ko-
mende jaar meer vezels moet eten.
Robbie preekt door telefoons
Robbie preekt door telefoons. Hij kan het niet laten. Hij belt mensen op en be-
gint te preken. Over het onderwijs (teloorgang), over de media (schuld) of over
zijn kat (plast in huis). Op straat zwijgt Robbie.
49
Debuut
Eindigen
Ik wil eindigen in een flat in de Bijlmer. De hoogte van de verdieping maakt me
niet uit, als het maar hoog is. Ik woon in een flat, de grond en de muren zijn
bedekt met matrassen. Ik heb een grijze baard. Ik stink. Ik draag een laken vol
vlekken.
Mensen zoeken me op en vragen me om raad. Ik geef ze advies. Ze brengen ge-
schenken mee. Ik heb geen elektriciteit. Ik verlaat mijn flat nooit. Ik staar naar
het plafond. Ik val op willekeurige plekken in slaap.
50
Helen White, Soluble colonies
51
Krisztina Tóth (1967) is een van de succesvolste hedendaagse Hongaarse dichters.
Voor haar werk ontving ze onder andere de Gravesprijs (1996), Déry-Tiborprijs
(1996) en József-Attilaprijs (2000) en haar gedichten werden in verschillende talen
vertaald. Ze vertaalt zelf Franse poëzie en ontwerpt glasramen.
Haar poëzie speelt zich af in het alledaagse leven en neemt veel ‘gevonden materiaal’
in zich op: fragmenten van gesprekken, teksten uit het straatbeeld. Zo gaf ze een
bundel de titel ‘Síró ponyva’ mee, naar een opschrift op een vrachtwagen waarbij
Síró een familienaam is en ‘ponyva’ de doeken of beschermhoezen of tenten zijn die
ene Síró verkoopt of verhuurt. Maar Síró betekent ook ‘wenend’ en ‘ponyva’ kan
ook verwijzen naar pulpliteratuur, die vroeger op zondagsmarkten op uitgespreide
doeken te koop aangeboden werden.
Dat is dan de tweede stap in haar gedichten. Ze onthult de veelkantigheid achter alle-
daagse woorden en handelingen. Ze doet dat met een soms ironische of unheimliche,
of soms absurde invalshoek, maar altijd met veel inlevingsvermogen in situaties en
personen en met veel drang naar reflectie. Daarbij zijn technieken van gelijktijdig-
heid en decentralisering erg belangrijk voor haar. Met welgekozen verwijzingen
naar mythische figuren en verhalen en met een fragmentarische opbouw nodigt ze
de lezer uit om de gevoelens achter de woorden te onthullen.
Krisztina Tóth
3 gedichtenVertaald door Mari Alfody
52
Krisztina Tóth – 3 gedichten
Dosszié
Nem fájt? Figyelsz egyáltalán?
Nem figyeltem. Néztem hanyatt a kanapén, hogy
süt át a fény a színes karikákon:
mint egy templomban, sárga, kék, piros
ólomüveg: lakásban ilyet sose láttam.
Sietni kellett, ötre jött az anyja.
Letolt gatyában ugrált ki utánam,
a kádban guggoltam, o a csaphoz állt.
Szerintem is klassz. Reggelenként a legszebb.
Tizenhat voltam, eltelt még tizenhat,
mellettem állt a piros hetesen:
… az ólomüveg, tudod, az ebédlo
és a nappali közt, azt ugye meghagytátok?
…dehogy hagytuk. Azt még apám csinálta,
színes dossziék a két ablak között,
a vállalattól hozta haza oket…
…én most leszállok, metróval megyek.
Mért vesztik mindig fényüket a csodák.
Mikulás. Gólya. Most meg ez.
Richting EU
53
Zichtmap
Deed het geen pijn? Luister je wel?
Ik luisterde niet, lag op de bank te kijken
naar het licht dat straalde door gekleurde rondjes
het was net in een kerk: geel, rood en blauw
glas-in-lood, nog nooit zoiets gezien in een woonhuis.
We hadden haast, om vijf uur kwam zijn moeder.
Hij hupte me achterna, zijn broek omlaag,
ik hurkte in bad en hij liep naar de kraan.
Ja, mooi, hè.’s Morgens vroeg het allermooist.
Ik was toen zestien, nog zestien jaar later
stond hij in bus zeven plotseling naast me:
... het glas-in-lood, daar tussen de eetkamer
en de woonkamer, dat heb je toch laten zitten?
... welnee. Dat had mijn vader ooit gemaakt,
gekleurde zichtmappen tussen glazen ruiten,
hij had ze meegenomen van zijn werk...
... ik stap hier uit, ga verder met de metro.
Waarom verliezen wonderen steeds hun glans.
Eerst Sinterklaas. De ooievaar. Nu dit.
54
Krisztina Tóth – 3 gedichten
Csillagpázsit
I
Kimegy hozzád a kisírt szemu asszony,
mezítláb áll és könnyu hálóingben:
nincs értelme, hogy megint itt virrasszon,
menjen aludni, mondod, mától minden
más lesz, mondod, ciripelnek a tücskök,
július van, hogy húsz éve veled hál,
ezt suttogja, a kerti padon ültök,
holdárnyék van és túl meleg nyár,
én az álom hangzavarában alszom,
fülelem kitakarózva a zárszót,
hogy mit felel még a kisírt szemu asszony,
mielott behúzza a szúnyoghálót.
A labdarózsa, ott a labdarózsa!
– és lehajolsz, hogy kézzel visszalökjed,
de széthullik puha kis darabokra,
csupa baljós szirom a fu elotted.
Richting EU
55
Handjesgras
I
Met roodbehuilde ogen komt ze buiten
op blote voeten in haar lichte nachthemd:
het heeft geen zin om hier te blijven waken,
ga slapen, zeg je, alles zal nu anders
worden, zeg je, je hoort de krekels tsjirpen,
’t is juli, twintig jaar al slaapt ze met je,
fluistert zij, jullie zitten op de tuinbank,
de maan maakt schaduwen, een hete zomer,
ik lig te slapen in een tumult van dromen,
ik gooi de dekens af, wacht op het slotwoord:
wat zegt de vrouw met de roodbehuilde ogen
voordat het muggennet wordt dichtgetrokken.
De balroos, kijk daar toch, daar is de balroos!
Je buigt om haar met de hand terug te kaatsen
maar zij valt uit elkaar in zachte stukjes,
bloemblaadjes in het gras die onheil spellen.
56
Krisztina Tóth – 3 gedichten
II
Titkos indákkal minden összekötve:
fut a hajnalka, felül kinéz a kertbol,
kék tölcsérével a csöndbe belehallgat,
na hány nap van hátra az életedbol,
nekidol a dísznád a kerítésnek,
hórihorgas, cigarettázó férfi,
huvösödik, fent a csillagok égnek,
nedvesedik a fu is, de nem érzi,
a medvetalp, mintha valamit tudna
borös leveleit mind ledobálta,
fönt a Nagymedve nem megy semmi útra,
aludj, minden ígéret megbocsájtva-
…nehéz elkapni hajnalban a percet,
mikor virrad, de a hold fénye hullik:
két árnyékot vet ilyenkor a tested,
és mind a ketto más irányba nyúlik.
Richting EU
57
II.
Alles verbindt zij met geheime ranken,
de klokwinde, die boven uit de tuin kijkt,
haar blauwe trechter luistert naar de stilte,
en hoeveel dagen heb je nog te leven,
tegen het hek geleund staat daar het sierriet,
een lange man, een sigaret aan het roken,
het koelt al af, de sterren gloeien boven,
het gras wordt vochtig zonder het te voelen,
de berenklauw heeft, alsof hij iets zou weten,
reeds al zijn leren blaadjes afgeworpen,
de Grote Beer gaat niet op pad daar boven,
slaap maar, alle beloften zijn vergeven.
Het is moeilijk om dat moment te pakken
wanneer de dag al aanbreekt maar de maan nog
haar licht uitstrooit: twee schaduwen werpt je lichaam
die zich elk in een eigen richting strekken.
58
Krisztina Tóth – 3 gedichten
III
Milyen csönd lett, hogy hallgatnak a tücskök.
Száll az illat a muskátlifejekbol.
Az óra, mikor éberen feküsztök,
most múlik el, be kéne menni, kelj föl,
megállsz a teraszon, csipkedni kezded
a száraz fejeket, a kertre nézel,
kopik a fu, hogy hol is volt a kezdet,
azon tunodsz, hogy kitépkedni kézzel
már a mohát, úgy terjed, nem lehetne,
most látod csak, csupa moha a járda,
a napos részeket a tyúkhúr vette
birtokba, és hogy már nyár derekára
minden kiég. Feküdj még vissza, szólsz rá,
te megorültél, mondja, nagyot ásít.
Mért, te ne nem látod noni ezt a foltot?!
Hogy mindent elborít a csillagpázsit?!
Richting EU
59
III.
Wat is het stil geworden, de krekels zwijgen.
De trosjes van het geranium staan te geuren.
Voorbij is het uur dat jullie wakker liggen,
het is tijd om op te staan, je moet naar binnen,
je blijft nog staan op het terras, plukt even
de droge bloempjes weg, je kijkt de tuin in,
het gras verslijt, waar is het ooit begonnen,
zo peins je, met de hand het mos weghalen
gaat nu niet meer, het is te ver gegroeid nu,
je ziet ineens dat ook de stoep bemost is,
de zonbeschenen delen zijn veroverd
door vogelmuur, in het midden van de zomer
alles verdord. Ga nog wat slapen, zeg je,
wat, ben je gek geworden, zegt ze gapend.
Hoezo, zie jij niet dat die vlek blijft groeien,
dat handjesgras nu alles overwoekert?
60
Krisztina Tóth – 3 gedichten
A Minotaurosz álma
Ismeros vagy nekem, mint levetett kesztyunek a mozdulat.
Ahogy üresen is megállnak ujjai az asztalon.
Dobolsz bennem, mint kongó testben a figyelo tudat.
Hogy nem, egyáltalán, vagy hirtelen mégiscsak és nagyon.
Ismeros vagy pedig, mint lepkének az esti lámpaláz.
Vagy csonkolt akácnak üres járdán a lombzaj.
Körkörös alagút, szem-száj nélküli ház.
Honnan is kezdjem el. Tudnád folytatni onnan?
Volt egyszer, hol nem volt, volt a gyerekkor senkiföldje.
Telekiabált kert bokrai közt az úttalan éjszaka.
Késobb az álom is, csöndes, hókásás senkiföldje.
Az állandó telek fagyó, fölengedo, lehulló, összeálló évszaka.
Figyelj. Amit most elmesélek, kezdettol benned is kész.
Hosszú és járhatatlan is, mert így lett kitalálva.
Ne szakíts félbe majd, mint levetett kesztyuben a lebego kéz.
Kanyargós lesz, sötét, mint a Minotaurosz álma.
Richting EU
61
Droom van de Minotaurus
Ik ken jou zoals een lege handschoen de beweging.
Ook leeg blijven de vingers op de tafel staan.
Jij trommelt in me, in het holle lichaam een scherp bewustzijn.
Nee, helemaal niet, of plotseling wel, en helemaal.
Ik ken jou zoals de vlinder het nachtelijk cirkelen rond de lamp.
Of de geknotte acacia het ruisen van het loof boven de lege stoep.
Een ronde tunnel, huis zonder mond en ogen.
Waar moet ik beginnen, kun jij daar verdergaan?
Er was eens, lang geleden, de kindertijd, niemandsland.
Wegloze nacht in de tuin tussen de struiken vol geschreeuw.
Later ook de droom, sneeuwdrab in de stilte, niemandsland.
Vriezend, dooiend, vallend, klonterend seizoen van eeuwige winters.
Luister. Wat ik nu vertel is ook in jou altijd al af geweest.
Lang en onbegaanbaar, want zo was het ooit verzonnen.
Onderbreek me niet als een zwevende hand in een lege handschoen.
Donker en bochtig wordt het, als een droom van de Minotaurus.
62
Bas Belleman (1978) publiceerde twee dichtbundels. Zijn eerste, Nu nog volop
ventilatoren (2003), verscheen in de Sandwich-reeks van Gerrit Komrij en werd
genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut. In 2006
verscheen de bundel Hout. Voor dagblad Trouw schreef hij enkele jaren recen-
sies over nieuwe Nederlandstalige romans. Momenteel werkt hij aan de verta-
ling van een serie Shakespeare-sonnetten.
Bart De Block (1978) schrijft poëzie en essays. Zijn gedichten verschenen in di-
verse literaire tijdschriften. Hij is ook redacteur van Kluger Hans en vertaalde
voor het tijdschrift al poëzie van Juliana Spahr en Michael Earl Craig.
Maja Jantar (zie achterflap)
Jelle Meander is dichter en musicoloog. Hij vraagt zich af wat Khlebnikov be-
doelde met “schuur de taal en je zal de ruimte en haar vel zien”.
Joubert Pignon (1980) woont en werkt in Haarlem. Hij heeft een vriendin en een
konijn. Hij werkt in een dierenwinkel. Hij schrijft zo kort mogelijke verhalen.
Hij heeft een atelier waar hij stiekem rookt, zijn vriendin weet dit niet.
Op straat zwijgt Joubert Pignon. Hij is een aap, hij heeft zinnen uit zijn hoofd
geleerd.
Xavier Roelens (Rekkem, 1976) debuteerde in 2007 met de dichtbundel er is
een spookrijder gesignaleerd (Uitgeverij Contact). Hij bereidt een bundel voor
over de twee hoofdbestanddelen van de mens: water en relaties. Hij stelde de
bloemlezing Op het oog, 21 dichters voor de 21ste eeuw (Uitgeverij P) mee samen.
Hij is hoofdredacteur van Kluger Hans.
Medewerkers Kluger Hans 9
63
David Troch (Bonheiden, 1977) heeft wel eens een hekel aan hoofdletters; won
o.a. de Jules van Campenhoutprijs voor poëzie en de Gerard Vermeerschprijs
voor monologen; publiceerde o.a. in Snoecks, Het Liegend Konijn, Poëziekrant,
De Brakke Hond, Deus Ex Machina en de Amerikaanse bloemlezing A Generation
Defining Itself; bracht o.a. laat[avond]taal op papier en o.a. Een doosje dolle dia-
logen op podiumplanken; werkte mee aan Meander, was redactielid van Gierik
& Nieuw Vlaams Tijdschrift, stond mee aan de wieg van Kluger Hans en draagt
momenteel de titel Gents Ambassadeur van de Poëzie.
Han van der Vegt (1961) is dichter, essayist en vertaler. Vorig jaar verscheen
van hem de hertaling van pornografische zeventiende-eeuwse romans in De
open hartige juffrouw en eerder dit jaar publiceerde hij Het rode ei, een kinder-
boek. Zijn vijfde dichtbundel, De zeilen van de aarde, verscheen vorige zomer
bij Meulenhoff. Tegelijk verscheen de cd-versie (met muziek van Jan Frans van
Dijkhuizen) van zijn gedicht ‘Exorbitans’ als Exorbitans,een ruimte-opera.
www.hanvandervegt.com
Helen White (°1977, Engeland) is stichtend lid van Krikri vzw en was curator van
de Krikri-tentoonstelling infusoria in 2009. Haar visuele poëzie werd al tentoon-
gesteld in verschillende landen en is o.a. te zien in de bloemlezing Zieteratuur
(Passage: Groningen, 2010). Haar gedicht holding is als affiche verschenen bij
Paper Kite Press in 2009.
64
Colofon
DRUKParys Printing, Evergem
ISSN 2032-0426
REDACTIEBart De BlockMarie MeeusenOlaf Risee – hoofdredactie websiteXavier Roelens – hoofdredactie tijdschriftDavid TrochReinout Verbeke – eindredactieRoel Weerheijm
VORMGEVINGGrafisch Ontwerpburo ttwwoo www.ttwwoo.nl
CONTACTAdres: Kluger Hans Telefoon: +32 (0) 486 39 65 58 p/a Aaigemstraat 94 E-mail: info@klugerhans.net B-9000 Gent Website: www.klugerhans.net
LOS NUMMER7 euro + verzendingskosten
ABONNEMENTENBelgië 25 euro Overschrijvingen: FORTIS, 001-5750704-38
Nederland 25 euro Overschrijvingen: FORTIS, BE24 0015 7507 0438 (IBAN), GEBABEBB (BIC+Swift)
Buitenland 35 euro Overschrijvingen: FORTIS, BE24 0015 7507 0438 (IBAN), GEBABEBB (BIC+Swift)
Vermeld adres en mailadres bij uw overschrijving!
BIJDRAGEN EN SPONTANE INZENDINGENLiefst per mail of cd. Inzendingen op papier in zesvoud. Van lange inzendingen worden enkel de eerste tien pagina’s aan de redactie voorgelegd. Het copyright blijft eigendom van de auteurs, gelieve contact op te nemen met de redactie bij problemen of vragen.
MET STEUN VANVlaams Fonds voor de Letteren Provincie Oost-Vlaanderen
Kluger Hans denkt aan het milieu en kiest daarom voor papier met een FSC-label.