Keuze tussen het nominale of reële contract

Post on 10-Jun-2015

269 views 1 download

description

Doel om deelnemers van PFZW pensioenbewust te maken door voorlichting omtrent de wijzigingen binnen het pensioencontract.

Transcript of Keuze tussen het nominale of reële contract

Keuze tussen het nominale en het reële

contract PFZWPresentatie BPLA 2013

Eduard JansenFinancieel Adviseur

Waarom deze presentatie?

Het is goed om te weten wat de verschillen zijn tussen het nieuwe en het huidige pensioencontract.

Gezamenlijke interesse

Pensioenbewustzijn is een mooi startpunt voor persoonlijke financiële planning.

Financieel toetsingskader (FTK)

Het FTK is onderdeel van de pensioenwet waarin de wettelijke financiële eisen aan pensioenfondsen zijn vastgelegd. (toezicht)

Oorzaak

Door de lage rentestand en de hogere levensverwachting voldoet het huidige FTK niet meer.

- Dekkingsgraad laag- Geen indexering

Dekkingsgraad is de zekerheid of de huidige verplichten uitgekeerd kunnen worden vanuit de bestaande spaarpot.

Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op de hoogte van de dekkingsgraad. De drie belangrijkste:

Aandelenkoersen: dalen de aandelenkoersen, dan daalt het vermogen en daarmee de dekkingsgraad. Stijgen de aandelenkoersen, dan stijgt de dekkingsgraad. 

Rente: een dalende rente betekent een dalende dekkingsgraad. Gaat de rente omhoog dan gaat ook de dekkingsgraad omhoog.

Levensverwachting: als mensen langer leven, krijgen zij meer pensioen uitgekeerd. Hierdoor stijgen de  financiële verplichtingen en daalt de dekkingsgraad.  De koersen en rente kunnen elke dag anders zijn. De dekkingsgraad is dus een momentopname die zich grillig kan bewegen

Dekkingsgraad PFZW

Dekkingsgraad van >100% is toch niet slecht?

- Dekt alleen harde nominale verplichtingen

- Indexatie wordt buiten beschouwing gelaten

Om voorwaardelijk te kunnen indexeren is een dekkingsgraad van minimaal 125% nodig.Binnen het huidige FTK wordt dit buiten beschouwing gelaten.

Gevolg is:- Stijging van de premie voor

werkgevers en werknemers- Niet indexeren- Korten op de uitkeringen

Voorbeeld nominaal pensioen:

- Werknemer 25 jaar- Grondslag € 20.000- Nominaal pensioenrecht 2% = € 400/jr- Uitgaande van 2% inflatie- Op 67 jaar koopkracht € 175- Op 85 jaar koopkracht € 120 = 30%

Bij loonindexatie:

- Loonstijging 3,5%- Aanspraak op 67 nog maar de kwart

van de oorspronkelijke 2%.- € 400 is € 100 geworden

Gevolg:Vernieuwing:Pensioenfondsen kunnen kiezen om over te stappen op nominale of reële pensioen contracten. (01-01-2015)

Nominale toezegging:

- Loongerelateerde opbouw- Zekerheidsbuffer ca. 25% (o.b.v.

zekerheidsmaat 97,5%) PW- Benodigde dekkingsgraad voor

volledig indexeren ca. 125%- Dekkingsmiddeling 12 maand

gemiddelde

- Herstelplan onder de 105% korten over maximaal 3 jaar

- Herstelplan boven de 105% korten over maximaal 15 jaar (3+12 jaar)

- Nieuwe schok binnen het bestaande herstelplan oplossen

- Levensverwachting bestaande en opbouw optioneel aanpassen

Reële toezegging:

- Loongerelateerde opbouw + volledige indexatie

- Dekkingsgraad is zo altijd 100%- Dekkingsmiddeling 12 maand

gemiddelde- Tekorten uitsmeren over 10 jaar- Volgende schok opnieuw spreiden over

10 jaar- Aanpassing levensverwachting

verplicht voor nieuwe en bestaande opbouw

- Uitgebreide consultatie onder de deelnemers

- Vragen naar risicobereidheid- Betrokkenheid, draagvlak- 10% respons 125.000 reacties

Sara Leene manager communicatie bij PFZWKwartaalmagazine van de pensioenfederatie lente 2013

“PFZW evenwichtig beeld” door Emmie Lewin en Dick Boeijen beiden actief in de bestuurlijke advisering bij PGGM.In het magazine pensioenachtergrond uitgave 28 februari 2013

Beleggingsrisico reële contract:

- Niet meer maar ook niet minder risico - Een hoger rendement voor een

betaalbare indexeringsambitie- Koopkrachtzekerheid

Risicodeling tussen generaties:

- Negatieve schokken gedempt in 10 jaar

- Positieve economische ontwikkelingen in opbouw van een egalisatiereserve

- Meer zekerheid voor de toekomst- Risicodeling = welvaartswinst voor alle

generaties

Goed voor jong of oud:

- Demping van tegenvallers over 10 jaar beter dan schokkend in 3 jaar

- Discontovoet plus risico opslag (risico staat er op papier beter voor) en een afslag voor indexering (indexeringsambitie wordt bijgestuurd)

0 20 40 60 80 100

Risicodeling Reëel contractHuidig contract

Dekkingsgraad 105% nominaal = 85% reëel

Huidige leeftijd prognose 40 jaar

Effecten op de korte termijn:

- Dekkingsgraad 105% nominaal ca. 85% reëel

- Over 10 jaar is 2% per jaar- Bij een inflatie van 3% dus 1%

verhoging pensioen- Bij een inflatie 0% dus een verlaging

van 2%- Directe verlagingen zijn dus niet zeker- Invaren gelijke toezegging deelnemers

Bij het reële contract staat indexatie en een reële pensioentoezegging voorop.Dit gaat gepaard met hogere beleggingsrisico’s en een 10 jarige spreiding bij tegenvallers.Met name de jongste en oudste groepen profiteren terwijl de middengroep in het nominale contract meer profiteert maar in het reële contact nog wel het meest.

Samenvatting:

Tekorten uit het verleden zullen de komende jaren financiële consequenties hebben. In het nominale contract zal de komende jaren niet of nauwelijks geïndexeerd kunnen worden.

Conclusie van Hans Alders voorzitter Stichting PFZW in bestuursvisie nummer: 2 maart 2013

Bij nominale contracten krijgen deelnemers het idee een waardevast pensioen te krijgen. Door het uitblijven van indexatie neemt de koopkracht af. Daarom kiest PFZW voor het reële contract om de deelnemers in staat te stellen ook na hun pensionering een waardevast pensioen te behouden.

Op langere termijn is er een verschil in de kans op indexatie. Nominale contracten zijn gericht op zekerheid dus minder beleggingsrisico en een kleinere kans op indexatie.Reële contracten zijn gericht op het nastreven van indexatie. De kans op indexatie is geen illusie.

De overheid stimuleert het pensioenbewustzijn:

Verbeteren financieel advies:

- Keurmerk en brancheorganisaties- WFT deskundigheid- Provisieverbod

Financiële planning begint met

Ruimte voor vragen.