JSO 0005 waaier opmaak v5 - EXPOO...De thema’s bij de uitvoering zijn: → Participatie →...

Post on 02-Aug-2021

1 views 0 download

Transcript of JSO 0005 waaier opmaak v5 - EXPOO...De thema’s bij de uitvoering zijn: → Participatie →...

Diversiteitswaaier Diversiteit & Opvoeding 0-12

3 Inleiding

4 Zes niveaus om diversiteitswerken te benaderen

11 De diversiteitsmeetladder

14 Implementatie

39 Tot Slot

41 Naslag

44 Colofon

45 Visie JSO46 Activiteiten JSO rond of met expliciete aandacht voor diversiteit 47 Contact

2

Inhoud

Effectief werken aan opvoedingsondersteuning voor allochtone gezinnen[1] met kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar: daarop richt deze diversiteits-waaier zich. Ambtenaren, coördinatoren van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) en uitvoerende professionals vinden in de waaier een keur aanpraktijkvoorbeelden van succesvolle methodieken, tips en ervaringen van professionals vanuit eerstelijns instellingen in Zuid-Holland. Hoe bereik je de diverse allochtone doelgroepen, met name vanuit een CJG? Hoe houd je in je aanpak rekening met culturele verschillen?

De basis ligt in het diversiteitsdenken: het benaderen van methodieken en programma’s met een interculturele blik. Het methodische niveau krijgt extra aandacht aan de hand van de diversiteitsmeetladder: een landelijk instrument om methodieken te toetsen op effectiviteit voor diverse allochtone groepen (o.a. bij de databank van het NJi ). Het praktisch gedeelte van de waaier bestaat uit kleurrijke voorbeelden waarin succesvolle ervaringen met beproefde methodieken worden benoemd.

[1] Nadruk ligt hier op niet-westerse allochtonen, maar de inhoud beperkt zich niet tot deze groep.

Inleiding

3

Zes niveausOm diversiteitswerken te benaderen.

Vragen over diversiteit vanuit deze invalshoek zijn onder andere:

→ Staan de methodieken in het kader van het landelijk Preventief jeugd beleid: het Programma diversiteit in het jeugdbeleid van voormalige ministeries Jeugd en Gezin en Wonen Wijken en Integratie en het landelijke basismodel CJG?

→ Hoe wordt dit vertaald naar gemeentelijk beleid?

Niveau 1Overheidsbeleid (wet- en regelgeving)

5

Vragen over diversiteit vanuit deze invalshoek zijn onder andere:

→ Is de organisatie gericht op diversiteit?

→ Is de personeelsopbouw divers (waaronder culturele diversiteit)?

→ Participeren diverse doelgroepen ook in de organisatie?

Door gebruik te maken van de participatieladder kan gekeken worden in welke mate doelgroepen meedenken in het opzetten van een – voor hen – specifiek programma. Participatie kan plaatsvinden op verschillende niveaus:

DE PARTICIPATIELADDER

Niveau 2De institutionele context

6

Wordt er bij de medeprofessionals gelet op diversiteitcompetenties? Voor het succesvol werken met allochtonen is het van groot belang dat de medeprofessionals over interculturele competenties beschikken. Deze competenties moeten leiden tot:

→ Een open en respectvolle houding,

→ Aandacht voor een eigen kijk op verschillende culturen,

→ Kennis over verschillende culturele achtergronden,

→ Sensitiviteit,

→ Vooroordelen herkennen en kunnen vermijden,

→ Vertrouwen winnen,

→ Interculturele communicatie en refl ectie (evaluatie, intervisie, verslaglegging).

(Pels, 2009) en (NJi, 2009)

Door de juiste grondhouding, aangevuld met training en ervaring, zijn deze competenties te verwerven.

Niveau 3Het professionele niveau

7

Hoe wordt in de methodiekontwikkeling rekening gehouden met diversiteit in de doelgroep?

Hierbij wordt onder andere gekeken naar:

→ Doelgroepen betrekken in het aanbod;

→ Flexibiliteit in aanbod;

→ Verschillen in opvoedingsstijlen;

→ Uitgaan van universele of specifieke opvoedingsvaardigheden;

→ De diverse culturele context waarin het gezin leeft;

→ De afweging: kiezen voor een groepsgewijze of individuele benadering;

→ Diversiteit in aanpak van het bereik van verschillende doelgroepen;

→ Tevredenheid van de klant meetbaar maken.

Niveau 4Het methodische niveau

8

Vragen over diversiteit vanuit deze invalshoek zijn onder andere:

→ Is er zicht op nieuwe vragen in de opvoeding op intercultureel gebied?

→ Speelt de organisatie in op nieuwe signalen van ouders en kan er dan maatwerk geleverd worden?

Niveau 5Wisselwerking met nieuwe behoeften

9

De vraag over diversiteit vanuit deze invalshoek:

→ Zijn nieuwe initiatieven aanleiding voor het opnieuw bekijken van het doelgroepenbeleid en/of de methodieken?

Niveau 6Initiatieven van groepen burgersof zelforganisaties

10

Diversiteits-meetladder

Met de meetladder (Verweij-Jonker 2009) kunnen bestaande methodiekenen nieuwe activiteiten bekeken worden op hun toegankelijkheid engeschiktheid voor diverse allochtone doelgroepen. De meetladder heefttot doel de effectiviteit van methodieken voor allochtone doelgroepen inzichtelijk te maken. De meetladder heeft 10 aandachtspunten:

1 Theorie: Geldt de probleemanalyse waarop de interventie is gebaseerd ook voor cliënten uit de beoogde doelgroepen?

2 Doelen: Sluiten de doelen van de interventie aan bij de werkelijkheid van die cliënten?

3 Aanpak: Sluiten de gebruikte methoden aan bij de werkelijkheid van die cliënten?

4 Communicatie: Is het taalgebruik aangepast aan dat van de cliënten, bijvoorbeeld door gebruik van hun moedertaal?

Diversiteits-meetladder

12

5 Competenties: Beschikken de uitvoerende beroepskrachten over de kennis, vaardigheden en een attitude om met de cliënten te werken?

6 Bereiken en vasthouden: Zijn er strategieën om cliënten toe te leiden, te motiveren en te binden, bijvoorbeeld door speciale aandacht voor hun persoon en hun omstandigheden?

7 Betrokkenheid: Zijn cliënten betrokken bij de ontwikkeling of aanpassing van interventies?

8 Screening/diagnose: Zijn instrumenten en procedures berekend op verschillen tussen cliënten en is er aandacht voor de visie van de cliënt? 9 Institutionele context: Is het diversiteitsdenken doorgedrongen tot de haarvaten van de uitvoerende organisatie?

10 Onderzoek: Is er in het onderzoek naar de interventie aandacht voor diversiteit?

(Van de Bergh 2010, n.a.v. Pels 2009)

Diversiteits-meetladder

13

Implementatie

Bij het inzetten van opvoedingsondersteuningsmethodieken en/of -activiteiten in de praktijk zijn verschillende thema’s aan de orde. De thema’s bij de uitvoering zijn:

→ Participatie

→ Toeleiding

→ Bereik

→ Start activiteit

→ Vasthouden

→ Opbrengst

→ Nazorg

Per thema staan voorwaarden, tips en praktijkvoorbeelden genoemd van werkzame factoren.

ImplementatieThema’s

15

ParticipatieDe doelgroep werkt zelf mee aan het ontwikkelen en uitzetten van de methodiek of activiteiten.

→ Breng het participatieniveau van de doelgroep in kaart. Dit kan bepalend zijn voor het slagen van de activiteit (zie ook de participatieladder op kaart 6).

→ Vraag aan de doelgroep wat hen het meeste aanspreekt, in plaats van uit te gaan van het eigen referentiekader of (voor)oordeel.

ParticipatieVoorwaarden

17

→ Zoek sleutelfiguren die kunnen meedenken over de match tussen behoefte en het aanbod. Zij kennen de doelgroep het beste. Sleutelfiguren zijn mensen die bekend zijn met de cultuur en identiteit van de doelgroep. Zij kennen ook het communicatiegedrag van de doel- groep.

→ Leer elkaars cultuur, waarden, normen en gewoonten kennen. Dat geeft aansluiting voor werken met de doelgroep.

→ Laat het aanbod voortkomen uit vragen van de doelgroep. Blijf hier alert op: praat mét en niet óver hen.

→ Evalueer samen met de ouders het aanbod aan activiteiten voor opvoedingsondersteuning. Wat vinden ouders leuk of zinvol? Wat niet? Wat levert het ouders op? Waar hebben ouders nog meer behoefte aan?

ParticipatieTips

18

→ In het project ‘Vaders & opvoeding’ was het lastig om vaders te vinden die wilden deelnemen aan trainingen en bijeenkomsten. Door contact te zoeken met vaders uit de doelgroep, samen met hen te werken aan de programmaopbouw en met hen de plaats en tijd van de bijeenkomsten te bepalen, werden andere vaders ook gemotiveerd. Bijeenkomsten op zaterdag bleken bijvoorbeeld wèl aan te slaan, in plaats van op een doordeweekse avond.

→ Bij het teruglopen van belangstelling voor het programma, is extra motivatie van belang. Door aan te geven waar de deelnemers zelf verantwoordelijk voor zijn, worden zij betrokken bij het programma en medeverantwoordelijk voor het slagen ervan. (Meander, 2010)

→ Voor ouders die een kloof met de Nederlandse cultuur ervaren, kan een radioprogramma met opvoedthema’s effectief zijn. Er zijn veel- beluisterde radioprogramma’s die aansluiten op de doelgroep. Luisteraars bellen zelf anoniem met hun vragen, die vervolgens op de radio worden besproken. (Meander, 2010)

ParticipatieVoorbeelden

19

ToeleidingHoe worden ouders gemotiveerd en gestimuleerdom deel te nemen aan de activiteiten?

→ Schep vertrouwen en geef ruimte voor eigen inbreng van ouders.

→ Stem activiteiten af per doelgroep ten aanzien van: - Plaats (kies voor een bekende en veilige locatie in de wijk (of dichtbij) waar de doelgroep woont) - Tijd - Dag (let op feestdagen) - Samenstelling (wel of geen gemengde groepen qua sekse en cultuur)

→ Durf buiten het eigen referentiekader te stappen als professional, dat geeft meer kans op succes

Toeleiding Tips

21

→ Door te werken met begeleiders die de eigen taal spreken kan ook de doelgroep bereikt worden die niet of nauwelijks Nederlands spreekt. Daarnaast geeft het praten in de eigen taal een veilig gevoel aan ouders. Intermediaire begeleiders kunnen ook bruggen slaan tussen de ouders en het mogelijke aanbod. Een voorbeeld hiervan is het bereiken van Afghaanse en Iraakse gezinnen. Dit is vaak moeilijk door de taal. Zodra er een begeleider kwam die hun taal sprak, werden ouders wel enthousiast.

→ Verlaag de drempel om bijeenkomsten bij te wonen door de bijeenkomsten bij mensen thuis te organiseren (al jaren een beproefd concept van Tupperware). Sinds de inzet van een allochtone intermediair werken Stichting Aanzet te Vlaardingen en het consultatiebureau succesvol samen. Het is wel van belang om eerst na te gaan of degene bij wie de bijeenkomst plaatsvindt erachter staat dat mensen bij hem of haar thuis komen.

ToeleidingVoorbeelden

22

BereikOp welke wijze kunnen de allochtonedoelgroepen bereikt worden?

→ Zorg voor voldoende tijd voor de werving: het kost meer tijd dan iedereen verwacht.

→ Houd vooraf groepsgesprekken met de doelgroep. Dit stimuleert meer mensen mee te doen.

→ Bied kinderopvang bij of tijdens de bijeenkomsten.

→ Maak gebruik van sleutelfiguren uit de doelgroep. Het is belangrijk dat de sleutelfiguur binding heeft met de activiteit of het project. Sleutelfiguren kunnen ondersteunen bij de werving wanneer zij vanuit hun hart overtuigd zijn van de meerwaarde van de activiteit voor hun achterban. Het werkt ‘empowerend’ om een sleutelfiguur inhoudelijk bij de activiteit te betrekken.

→ Raadpleeg intermediairs uit bijvoorbeeld opbouwwerk, zelforganisaties, vadercentra of woningcorporaties.

→ Bied informatie in eigen taal aan (op papier en mondeling). Het gebruik van beeldmateriaal, DVD’s of video’s werkt goed.

BereikVoorwaarden (1)

24

→ Gebruik eigen vindplaatsen van de doelgroep, zoals de Moskee of andere gebedsplaats, koffiehuis of Somalisch restaurant. Schakel hierbij vluchte- lingenwerk, zelforganisaties, regionale omroep en eigen radiozenders in.

→ Leg contacten met het basisonderwijs, taalschool, Brede School.

→ Bereik ouders via het consultatiebureau.

→ Zet PR-materiaal in. Hang bijvoorbeeld posters op op plekken waar de doelgroep komt, zoals een specifieke bakker of slager.

→ Leg persoonlijke contacten door te bellen of door huisbezoek. → Bied activiteiten gratis of tegen lage kosten aan. Kosten voor een bijeenkomst weerhouden ouders vaak om mee te doen.

→ Voorkom vrijblijvendheid door daadwerkelijk een kleine financiële bijdrage te vragen voor deelname aan de activiteit. Als meedoen als vrijblij vend wordt ervaren komen ouders soms niet opdagen.

→ Zet eigen taal-medeprofessionals in; dit levert meer deelnemers op.

BereikVoorwaarden (2)

25

→ Informeer en interesseer ouders via al bestaande projecten. Voorbeeld hiervan zijn huiskamergesprekken: bijeenkomsten bij mensen thuis. Deze verlagen de drempel om ook deel te gaan nemen aan vervolgaanbod.

→ Maak materiaal aantrekkelijk met foto’s, plaatjes en video’s die aan- spreken. Het materiaal werkt het best als het aansluit bij de beleving van de doelgroep.

→ Publiceer zo mogelijk informatie op websites van de doelgroep zelf.

→ Let op de samenstelling van de groep. Bespreek met de doelgroep of men het bezwaarlijk vindt om met verschillende seksen en/of culturen een groep te vormen.

BereikTips

26

→ “Geduld is belangrijk. Het was moeilijk om de Antilliaanse gemeenschap te bereiken”, vertelt Nawal Albaz van Stichting Aanzet. “Al enkele jaren zijn er ‘tanchi’ (Papiaments voor ‘tantes’) actief op scholen die een sleu- telpositie innemen. Zij verwijzen pas naar opvoedingsondersteuning als de ouder er echt aan toe is. Nu, na zo’n 9 jaar, neemt deze groep wél deel aan het aanbod. Het bruggetje met de tanchi en geduldig opbouwen van het contact was noodzakelijk.”

→ Persoonlijk contact doet meer dan folders of brieven. ‘Spel aan Huis’ is een voorbeeld van een programma dat de meest geïsoleerde gezinnen bereikt. Via spel worden kinderen en daardoor ook ouders bereikt.

→ Ga niet uit van problemen maar zet positief in. Stichting Aanzet start met een welkom en richt zich op moeders met de slogan: “Laat je inspireren tot het vergroten van je mogelijkheden. Grijp die kans!”

→ “Stel je open voor de ouders, ga niet boven hen staan. Kies voor de opstelling: ik leer ook van jullie, dus vertel… Laat de ouders in hun waarde. Dan bereik je ze.” (Meander)

BereikVoorbeelden

27

Start activiteitLaat de doelgroep zelf meedenkenover programma’s en inhoud.

→ Kies, samen met de doelgroep, een actueel thema. Soms is dit niet direct een opvoedkundig thema. Door ouders eerst te ondersteunen bij dringende vragen, zoals het schrijven van brieven naar instanties, ontstaat vertrouwen. Dat biedt perspectieven om opvoedkundige thema’s aan de orde te stellen.

→ Zorg voor inrichting van ruimtes waarin ouders zich herkennen. Dit is mogelijk door bijvoorbeeld materialen en afbeeldingen van de eigen cultuur neer te zetten.

→ Besteed zorg aan de kennismaking.

→ Stel de ander op zijn of haar gemak.

→ Zoek naar een vorm van bejegening die aanspreekt en vertrouwen wekt.

Start activiteitTips

29

VasthoudenOp welke wijze kunnen de allochtonedoelgroepen betrokken blijven?

→ Zorg dat de ouders het leuk vinden om te komen: organiseer bijvoor- beeld een feestelijke bijeenkomst met eten uit verschillende culturen (door ouders zelf gemaakt), optredens en activiteiten voor kinderen, gecombineerd met een bijdrage van het consultatiebureau met tips voor ouders over opvoeding.

→ Houd rekening met het opleidingsniveau van de verschillende ouders.

→ Besteed extra aandacht aan de ouders die op de wachtlijst staan, anders vallen ze af. Houd contact met deze ouders.

→ Zorg dat ouders succes ervaren door hun deelname aan een bijeenkomst: als ouders merken dat een bepaalde benadering of aanpak bij hun kind werkt, zijn ze sneller geneigd nieuwe bijeenkomsten te bezoeken. Leg de lat dus niet te hoog.

→ Geef zo nodig uitleg in eigen taal tijdens alle contacten.

VasthoudenVoorwaarden

31

→ Zet ook eens ouders van verschillende culturen bij elkaar: laat ouders op deze manier verder kijken dan de eigen cultuur en laat ze ervaren dat in andere culturen dezelfde problemen spelen. Bijvoorbeeld bij het thema meisjesbesnijdenis dat in meerdere Afrikaanse landen voorkomt (o.a. Somalië, Ghana en Egypte).

→ Bouw een persoonlijke vertrouwensband op met ouders. Dat kost veel tijd én geduld, maar geeft goede resultaten.

→ Benader ouders zodanig tussendoor persoonlijk of ga op huisbezoek.

→ Neem vragen serieus en ga in op nieuwe behoeften. → Blijf de tijd nemen voor de ouders.

→ Wees flexibel en pas programma’s aan indien nodig. Hierbij is het advies om met participatie van de ouders te werken.

VasthoudenTips

32

→ Bied gastvrijheid. ‘Kom Erbij’ in Alphen aan den Rijn verzorgt regelmatig ouderbijeenkomsten met eten en drinken dat herkenbaar is vanuit de culturele achtergrond. Ook de aankleding van de ruimte sluit aan bij de doelgroep. Het gaat niet om problemen, maar juist om gezelligheid en contact met elkaar.

→ Houd rekening met het ritme van de cultuur. In een aantal niet-westerse culturen is het veel minder gebruikelijk om een afspraak te maken op een bepaald tijdstip en te werken met agenda’s. Het werken met een inlooptijd kan hierbij helpen. Per doelgroep verschilt het of er een dag van te voren nog ter herinnering gebeld moet worden.

→ Stichting Aanzet verzorgt de laatste bijeenkomst uit een serie in het CJG in de buurt. Ouders krijgen er een rondleiding en maken kennis met de CJG-medeprofessionals. Zo doen ouders kennis op over de CJG-dienst- verlening en is de eerste stap naar het CJG gezet.

VasthoudenVoorbeelden

33

OpbrengstOpbrengst van de methodieken enactiviteiten voor allochtone gezinnen.

→ Ouders worden sterker, ze krijgen meer inzicht in hun eigen handelen.

→ Ze krijgen beschikking over meer opvoedingsvaardigheden.

→ Lichte opvoedingsproblemen worden opgelost.

→ Men leert van elkaar (bij groepsbijeenkomsten).

→ Ouders ervaren steun: zij zijn niet de enigen met een probleem.

→ Ouders durven voorzieningen die er voor hen zijn te benaderen.

→ Ouders komen meer op voor hun eigen situatie (emancipatie).

→ Het Nederlandse taalgebruik van de allochtonen verbetert.

→ Door opvoedingsondersteuning aan de ouders gaat het beter met de kinderen.

→ Het sociale netwerk van de ouders wordt groter. (Ervaring vanuit Opvoedbureau Midden-Holland en Spel aan Huis).

OpbrengstResultaat

35

→ Het programma ‘Spel aan Huis’ komt bij de ouders thuis. Ouders zien voorbeelden van hoe er gespeeld kan worden en hoe kinderen beloond en gestimuleerd kunnen worden. Opa’s en oma’s worden op deze manier vaak ook betrokken bij de opvoeding.

→ Als ouders laten merken dat ze aan het denken zijn gezet en de stap naar vervolghulp kunnen zetten, is er veel gewonnen. Er bestaat nog vaak een verkeerd beeld en er kan sprake zijn van wantrouwen naar voorzieningen die ondersteuning kunnen geven.

→ “Bij een ouderavond over ‘onderhandelen met je kind‘ op een basisschool vond er veel uitwisseling plaats tussen de ouders van diverse culturen. Er was aandacht voor elkaar, er werd goed naar elkaar geluisterd.” (Meander)

OpbrengstVoorbeelden

36

NazorgNa afl oop van het aanbod zonodigcontact houden met de ouders.

→ Organiseer (gezellige) terugkombijeenkomsten voor ouders om met elkaar bij te kunnen praten.

→ Houd contact met de ouders, ook al zitten zij niet meer in een cursus of andere vorm van begeleiding.

→ Geef het CJG een taak in de nazorg.

NazorgTips

38

Tot slot

De inzet van de professionals om allochtone gezinnen te bereiken en vastte houden vraagt maatwerk. Hiervoor zijn middelen nodig.

Het structureel inbedden van diversiteit in de aanpak van opvoedingsonder-steuning, garandeert de blijvende aandacht voor allochtone gezinnen. Het CJG kan hier een centrale rol in spelen.

Tot slot

40

→ JSO (2007), Meer effect door ouders bij het VVE-programma te betrek ken, Kom erbij en VVE.

→ JSO (2009), Van inspiratie tot participatie, op weg naar actieve deelname in het CJG.

→ NJi, D. Ince en G. van den Berg (2009), Overzichtstudie interventies voor migrantenjeugd: ontwikkelingsstimulering, preventie en vroeghulp, NJi.

→ JSO (2009), “Spreek ouders aan, stap op ze af!” - Werven voor de voorschool met een persoonlijke benadering, in opdracht van gemeente Den Haag.

→ ZonMw (2009), Kleurstof, Tips om bij subsidieaanvragen rekening te houden met culturele diversiteit.

→ JSO (2009), Vaders en opvoeding, een handreiking voor beroepskrachten die met vaders willen werken, mogelijk gemaakt door financiële steun van de provincie Zuid-Holland.

NaslagLiteratuur (1)

41

→ Pels, T. (2010), Opvoeden in een Multi-etnische stad, Verwey Jonker instituut en Vrije Universiteit.

→ Pels, T., Distelbrink, M. en Tan, S. (2009), Meetladder diversiteit interventies. Naar verhoging van bereik en effectiviteit van interventies voor verschillende (etnische) groepen. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

→ G. v.d. Berg (2010), Interventies houden geen rekening met culturele verschillen, hulpverlening weet migrantenjeugd slecht te vinden, uit JeugdenCo 8 – Kennis 02/2010.

→ Pharos (2010), De interculturalisatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Inspiratie door en voor gemeenten, Utrecht, in opdracht van het ministerie van Jeugd en Gezin en met hulp van gemeenten.

NaslagLiteratuur (2)

42

→ www.pharos.nl - Pharos is een organisatie waar diversiteit centraal staat.

→ www.opvoedmix.nl - Website met preventieve online opvoedingsondersteuning.

→ www.stmeander.nl - Meander is actief op diversiteits- en multiculturele vraagstukken.

→ www.stichtingaanzet.nl - Stichting Aanzet geeft ondersteuning aan ouders en professionals.

→ www.cosnederland.nl - Organisatie voor internationale samenwerking met onder andere projecten op multicultureel gebied.

→ www.nji.nl - Website van Nederlands Jeugdinstituut met een apart dossier ‘diversiteit’.

→ www.zonmw.nl/diversiteitjeugd - Diversiteitsdossier ten aanzien van jeugdbeleid.

→ www.jso.nl/diversiteit - Portal van de JSO-website rond diversiteit.

NaslagWebadressen

43

De diversiteitswaaier is een uitgave van JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding, 2010

→ Auteurs: drs. Rineke Oomen en drs. Karin Vroonhof (wetenschappelijk medewerkers)

→ Eindredactie: Barry Smits

→ Vormgeving: Scherpontwerp, Eindhoven

→ Druk: De Heij Van Norden, Reeuwijk

Met bijdragen van: medewerkers van JSO, Meander, Stichting Aanzet, Pharos en Forum.

Colofon

44

JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding staat en werkt in de multiculturele samenleving.

JSO vindt het vanzelfsprekend dat zij alle opdrachten, producten en diensten met de diversiteitsbril bekijkt en uitvoert. Dat wil zeggen: inhoud, werkwijze en toegankelijkheid zijn afgestemd op de diversiteit van de doelgroep.

Visie JSOVisie op diversiteit JSO

45

Activiteiten JSO rond of met expliciete aandacht voor diversiteit

Programma’s:→ Kom Erbij! (Alphen aan den Rijn)→ VVE-projecten→ Spel aan Huis (Gouda en Den Haag)→ Spel op Maat (Rijswijk)→ HomeStart (o.a. in Alphen aan den Rijn, Den Haag en Leiden)→ Vaders & opvoeding (project)→ Opvoedbureaus (Midden-Holland)→ Triple P diversiteit

Deskundigheidsbevordering:→ Salam Aleikum! (workshop)→ Intercultureel werken (training)→ Kindermishandeling in andere culturen (module) → Eergerelateerd geweld (training)→ Opvoedingsondersteuning in het CJG (workshop)

Activiteiten JSO

46

JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding

Nieuwe Gouwe Westzijde 1

2802 AN Gouda

Postbus 540

2800 AM Gouda

T 0182 547888

F 0182 547889

E info@jso.nl

I www.jso.nl