Jeugdbescherming in context · 2015. 6. 12. · P 3 1. Perspectief van de jongere Participatie van...

Post on 11-Oct-2020

0 views 0 download

Transcript of Jeugdbescherming in context · 2015. 6. 12. · P 3 1. Perspectief van de jongere Participatie van...

Jeugdbescherming in contextEnkele reflecties in perspectief

2

H1Veelheid aan actoren en perspectieven

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 3

1. Perspectief van de jongere

Participatie van jongeren en hun context:

structureel ingebouwd op alle niveaus van de

Jeugdhulp

Centraal stellen van de kinderen, jongeren en hun

gezinnen: dé focus bij de veelheid aan ingrijpende

en snelle veranderingen.

Sterk wijzigende invulling van (vrije) tijd van

jongeren. Impact op fenomeen jeugddelinquentie?

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 4

2. Perspectief van de context

Contextbegeleiding: centraal bestanddeel binnen

elk hulpverleningstraject

Hoe ouders van minderjarigen maximaal

betrekken/ responsabiliseren / activeren bij

grensoverschrijdend gedrag van jongeren? (cfr.

ouderstage)

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 5

3. Perspectief van de overheid

Overheidsmonopolie bij straf en strafuitvoering

van volwassenen

Evoluerende rol en positie van de overheid bij

minderjarige delictplegers: verdere zoektocht naar

optimale afstemming publieke en private actoren

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 6

3. Perspectief van de overheid

Ingrijpende veranderingen in Jeugdhulp in Vlaanderen,

inhoudelijk en organisatorisch:

• Decreet IJH gaat van start

• Pleegzorg opgenomen door Jongerenwelzijn

• Einde werking CBJ’s en BC’s; opstart van

gemandateerde voorzieningen

• Intersectorale toeganspoort enige toeleiding niet

rechtstreeks toegankelijke hulp

• beheer gesloten federale centra in Everberg en

Tongeren naar Jongerenwelzijn

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 7

4. Perspectief van de magistratuur

Vaststelling: centrale focus van jeugdrechters gaat uit

naar de minderjarige dader die beschermd, geholpen,

heropgevoed en/of behandeld moet worden

(beschermingsmodel)

Impact evoluerend hulpverleningslandschap op rol en

positie van jeugdrechter: toegangspoort; gesloten

observatie- en oriëntatiecentrum,…: afstemming en

dialoog

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 8

5. Perspectief van de hulpverlening

Doorgedreven modulering van het aanbod van

jeugdhulpaanbieders maakt flexibele, naadloze,

intersectorale trajecten mogelijk

Verder exploreren en experimenteren met gedeelde /

parallelle/gescheiden trajecten publiek – privaat

aanbod minderjarige delictplegers

Mogelijkheden/grenzen/kansen combinatie

componenten van hulp; herstel en sanctie

9

H2 Meten is weten?

Enkele relevante cijfergegevens

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 10

1. Meten is weten?

Een fenomeen als (jeugd-)criminaliteit ‘vatten in cijfers’:

geen evidentie.

• een veelheid aan factoren die elkaar onderling

beïnvloeden

• Gebrek aan voldoende betrouwbare gegevens

• Betrouwbare gegevens als noodzakelijk instrument in

het richting geven van ons handelen. Ogenschijnlijke

evidenties kunnen worden genuanceerd en/of weerlegd

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 11

2. Integrale Jeugdhulp: enkele cijfers

• 2014 als ijkpunt in het registratiesysteem: nieuwe

gegevensreeksen

• 11.569 unieke kinderen en jongeren nood aan

gespecialiseerde, zwaardere hulpverlening

• 12.600 kinderen en jongeren aangemeld bij de

intersectorale toegangspoort

• 11.596 kinderen en jongeren kregen in 2014 een

indicatiestellingsverslag

Bron: Jaarverslag Jongerenwelzijn 2014

.

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 12

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 13

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 14

2. Jeugddelinquentie en/in cijfers

Het debat over jongeren en criminaliteit wordt beheerst

door enkele populaire mythen:

• De jeugdcriminaliteit stijgt

• Daders worden steeds jonger

• Daders gebruiken vaker geweld bij het plegen van

feiten

• Meisjes worden stouter en plegen meer criminaliteit

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 15

2. Jeugddelinquentie en/in cijfers

ECHTER: Op basis van:

• de statistieken van het openbaar ministerie

• zelfrapportageonderzoek

• onze eigen cijfers Jongerenwelzijn

kan geen ondersteuning gevonden worden voor de 4

hardnekkige mythen

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 16

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P 17

18

H3 Maatschappelijke context

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P

Jeugddelinquentie toen en nu:

verandering / continuïteit?

• 1845 – 1847: meer dan 26000 kinderen en jongeren

opgesloten in gevangenissen en bedelaarshuizen in

België…

• administrateur-generaal bepleit dubbele functie

penitentiaire instellingen voor de jeugd: zowel

bestraffing als opvoeding…

• Tussen 1400 en nu: slingerbeweging bestraffen en

opsluiten versus heropvoeden en beschermen…

Bron: R. Van Landschoot; Sluit ze op…Jongeren in de criminaliteit 1400 tot nu

19

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P

Jeugddelinquentie toen en nu:

verandering / continuïteit?

• Toenemende aandacht rechtspositie van de

minderjarige: kind als drager van rechten

• 1953: goedkeuring EVRM

• 1959: Verklaring rechten van het Kind (VN)

• 1989: inwerkingtreding IVRK

• 1997: oprichting Kinderrechtencommissariaat

Bron: R. Van Landschoot; Sluit ze op…Jongeren in de criminaliteit 1400 tot nu

20

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P

Jeugddelinquentie toen en nu:

verandering / continuïteit?

• Rechtsontwikkelingen 16-18e eeuw: blijvende

marginalisering van en stigmatisering van de armste

bevolkingsgroepen, de snelle criminalisering van

bedelarij en vagabondage

21

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P

Jeugddelinquentie toen en nu:

verandering / continuïteit?• Wet 1965 – 2006 – regeerakkoord:

1. louter bescherming (1965)

2. ‘sui generis’

(herstellende, opvoedkundige,

responsabiliserende, sanctionerende,

maatschappijbeveiligende finaliteit)

3. Combinatie van:

» 1. : duidelijke maatschappelijke reactie

» 2. : maximale aansluiting op jeugdhulp

‘onderscheiden maar verbonden trajecten’

22

WWW.JONGERENWELZIJN.BE P

Besluitend

• Ontwikkeling van een nieuw Jeugdrecht mbt

jeugddelinquentie als uitdrukkelijke keuze in het

Vlaams Regeerakkoord

• Maximale betrokkenheid van alle stakeholders en

wetenschappelijke onderbouw als uitdrukkelijke keuzes

van de minister

In welke mate zal dergelijke onderbouwde en

methodische benadering bestand zijn tegen de ‘waan van

de dag’ en de nood aan snelle, duidelijke en krachtdadige

antwoorden bij incidentele situaties?

23