Hoort wie klopt daar?

Post on 14-Jul-2015

122 views 0 download

Transcript of Hoort wie klopt daar?

Welkom

Voorganger ds Douma –

v/d Molen

Organist dhr de Harder

Thema:

“Hoor wie klopt daar?”

VDD G 120 – 1, 2, 4

Heft op uw hoofden,

poorten wijd!

Heft op uw hoofden (LvdK 120) t. G. Weissel; v. E.L. Smelik; m. Freylinghausen 1704

Heft op uw hoofden (LvdK 120) t. G. Weissel; v. E.L. Smelik; m. Freylinghausen 1704

Heft op uw hoofden (LvdK 120) t. G. Weissel; v. E.L. Smelik; m. Freylinghausen 1704

Heft op uw hoofden (LvdK 120) t. G. Weissel; v. E.L. Smelik; m. Freylinghausen 1704

Heft op uw hoofden (LvdK 120) t. G. Weissel; v. E.L. Smelik; m. Freylinghausen 1704

Heft op uw hoofden (LvdK 120) t. G. Weissel; v. E.L. Smelik; m. Freylinghausen 1704

Welkom

Voorganger ds Douma –

v/d Molen

Organist dhr de Harder

Thema:

“Hoor wie klopt daar?”

Intochtslied P 118 – 7, 8

Ontsluit, ontsluit nu voor ..

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 118 (LvdK) t. J. Wit; m. 1543 / Genève 1551

Stil gebed

Votum en groet

Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot

eeuwigheid.Amen.

Genadeverkondiging,

daarna G 117 – 4

‘k Lag machteloos gebonden

Hoe zal ik u ontvangen (LvdK 117) t. P. Gerhardt; m. J. Crüger

Hoe zal ik u ontvangen (LvdK 117) t. P. Gerhardt; m. J. Crüger

Lezing van de Wet

1 Toen sprak God al deze

woorden:

2 Ik ben de HEERE, uw God, Die

u uit het land Egypte, uit het

slavenhuis, geleid heeft.

3 U zult geen andere goden voor

Mijn aangezicht hebben

4 U zult voor uzelf geen beeld

maken, geen enkele afbeelding van

wat boven in de hemel, of beneden op

de aarde of in het water onder de

aarde is.

5 U zult zich daarvoor niet

neerbuigen, en die niet dienen, want

Ik, de HEERE, uw God, ben een na-

ijverig God, Die de misdaad van de

vaderen vergeldt aan de kinderen,

aan het derde en vierde geslacht van

hen die Mij haten,

6 maar Die barmhartigheid doet aan

duizenden van hen die Mij liefhebben

en Mijn geboden in acht nemen.

7 U zult de Naam van de HEERE,

uw God, niet ijdel gebruiken, want de

HEERE zal niet voor onschuldig

houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt.

8 Gedenk de sabbatdag, dat u die

heiligt.

9 Zes dagen zult u arbeiden en al uw

werk doen,

10 maar de zevende dag is de sabbat

van de HEERE, uw God. Dan zult u

geen enkel werk doen, u, noch uw

zoon, noch uw dochter, noch uw slaaf,

noch uw slavin, noch uw vee, noch uw

vreemdeling die binnen uw poorten

is.

11 Want in zes dagen heeft de

HEERE de hemel en de aarde

gemaakt, de zee, en al wat erin is, en

Hij rustte op de zevende dag. Daarom

zegende de HEERE de sabbatdag, en

heiligde die.

12 Eer uw vader en uw moeder,

opdat uw dagen verlengd worden

in het land dat de HEERE, uw

God, u geeft.

13 U zult niet doodslaan.

14 U zult niet echtbreken .

15 U zult niet stelen.

16 U zult geen vals getuigenis spreken

tegen uw naaste.

17 U zult niet begeren het huis van

uw naaste. U zult niet begeren de

vrouw van uw naaste, noch zijn slaaf,

noch zijn slavin, noch zijn rund, noch

zijn ezel, noch iets wat van uw naaste

is.

Hierna G 117 – 7

Nog eens zal Hij verschijnen

Hoe zal ik u ontvangen (LvdK 117) t. P. Gerhardt; m. J. Crüger

Hoe zal ik u ontvangen (LvdK 117) t. P. Gerhardt; m. J. Crüger

Gebed om de verlichting

met de

Heilige Geest.

Advent 2

Wij turen in de toekomst.

Het visioen lijkt dood.

Zal de Messias komen

als redder in de nood?

Zal hij op Rachab lijken

die met een rode draad

gevangenen bevrijdde;

een liefdevolle daad.

Wij gaan, tot straks!

Lezen Openb. 3 : 14 t/m 22

Zevende brief: aan Laodicea

HSV

14 En schrijf aan de engel van de

gemeente in Laodicea: Dit zegt

de Amen, de getrouwe en

waarachtige Getuige, het begin

van Gods schepping:

15 Ik ken uw werken, en weet dat

u niet koud en niet heet bent. Was

u maar koud of heet!

16 Maar omdat u lauw bent en

niet koud en ook niet heet, zal Ik

u uit Mijn mond spuwen.

17 Want u zegt: Ik ben rijk en

steeds rijker geworden en heb

aan niets gebrek, maar u weet

niet dat juist u ellendig,

beklagenswaardig, arm, blind en

naakt bent.

18 Ik raad u aan dat u van Mij

goud koopt, gelouterd door het

vuur, opdat u rijk wordt, en

witte kleren, opdat u bekleed

bent en de schande van uw

naaktheid niet openbaar wordt.

En zalf uw ogen met ogenzalf,

opdat u zult kunnen zien.

19 Ieder die Ik liefheb, wijs Ik

terecht en bestraf Ik.

Wees dan ijverig en bekeer u.

20 Zie, Ik sta aan de deur en Ik

klop. Als iemand Mijn stem hoort

en de deur opent, zal Ik bij hem

binnenkomen en de maaltijd met

hem gebruiken, en hij met Mij.

21 Wie overwint, zal Ik geven

met Mij te zitten op Mijn troon,

zoals ook Ik overwonnen heb, en

Mij met Mijn Vader op Zijn

troon gezet heb.

22 Wie oren heeft, laat hij horen

wat de Geest tegen de gemeenten

zegt.

P 32 : 4

Zo spreekt de Heer:

mijn weg zal Ik u wijzen

Psalm 32 (LvdK) t. W. Barnard, A.C. den Besten; m. 1543 / Genève 1551

Psalm 32 (LvdK) t. W. Barnard, A.C. den Besten; m. 1543 / Genève 1551

“Hoor wie klopt

daar?”

Gz 295 : 1, 2, 3, 5

Aan de deur van ’s harten

woning

Aan de deur van „s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661

Aan de deur van „s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661

Aan de deur van „s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661

Aan de deur van „s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661

Aan de deur van „s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661

Aan de deur van „s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661

Aan de deur van „s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661

Aan de deur van „s harten woning (LvdK 295) t. E.L. Smelik; m. Greiffswald 1661

Dankgebed en

voorbeden.

Collecte

1ste Bouw- en

onderhoudsfonds

2de eigen gemeente

Slotzang G 118

Op U mijn Heiland blijf ik

hopen

Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen (LvdK 118) v. E.E. Gewin; m. J.W. Franck, 1681

Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen (LvdK 118) v. E.E. Gewin; m. J.W. Franck, 1681

Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen (LvdK 118) v. E.E. Gewin; m. J.W. Franck, 1681

Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen (LvdK 118) v. E.E. Gewin; m. J.W. Franck, 1681

Zegen

3 x amen