2016 - zelfenergieproduceren.nl · Daar hoort een verplichte toepassing van zonnepanelen in de...
Transcript of 2016 - zelfenergieproduceren.nl · Daar hoort een verplichte toepassing van zonnepanelen in de...
NATIONAAL
SOLARTRENDRAPPORT2016
EEN CONCEPT VAN
SOLAR SOLUTIONS INT.IN CO-PRODUCTIE MET
SOLAR MAGAZINEPARTNERS | TKI URBAN ENERGY, UNETO-VNI, BOUWEND NEDERLAND, HOLLAND SOLAR,
ODE DECENTRAAL, DUTCH HEAT PUMP ASSOCIATION (DHPA), KVINL EN STERKIN
COLOFON | 3
Hoofdsponsoren:
COLOFON
Sponsoren:
Partners:
Idee, concept, research en projectcoördinatie:
Rolf Heynen, Peter Groot en Henriette Vrisekoop
Good!/GVCC Communicatie en Realisatiespecialisten
heeft een succesvol trackrecord met
1. Events: Solar Solutions Int., LED Expo Benelux,
Solar Business Day en Smart Storage Solutions.
2. Publicaties: Nationaal Solar Trendrapport, Nationaal
3. LED Trendrapport en Schaliegas in 1 uur en 43 minuten.
4. Project- en beleidsadvies overheden en scholen.
Kennispartners:
Topsector Energie
TKI URBAN ENERGY
Edwin van Gastel en Bette van Loenen (De duurzame uitgeverij EG Media)
De duurzame uitgeverij EG Media is uitgeverij van
3 vaktijdschriften in het segment van duurzaamheid en
uitvoerder een groot aantal communicatie-opdrachten
zoals het beheer van website NederlandElektrisch.nl:
1. LED Magazine: multimediaplatform over led-verlichting.
2. Solar Magazine: multimediaplatform over zonne-energie.
3. Smart E-Mobility: multimediaplatform over elektrisch vervoer en smart grids.
(Eind)Redactie en vormgeving:
Het Nationaal Solar Trendrapport 2016 is mogelijk gemaakt door:
Voor u ligt de derde editie van het Nationaal Solar Trendrapport (NST). Een
rapport waar meer partijen dan ooit aan samenwerkten. Een rapport dat
u het meest volledige beeld geeft van de status en ontwikkelingen in de
Nederlandse zonne-energiesector. Zonne-energie vormt de belangrijkste
driver voor de transitie van ons huidige energiesysteem naar een echt duur-
zaam systeem. Aan deze transitie werken u, wij en ruim 10.000 anderen in
Nederland iedere dag mee.
Nooit eerder werd er zoveel nieuw zonne-energievermogen in Nederland
geplaatst als in 2015. In 2015 hoorde Nederland bij de drie snelst groei-
ende zonne-energiemarkten in Europa. En als we ons realiseren dat dit gro-
tendeels gefi nancierd is door burgers en ondernemers is dat niets minder
dan indrukwekkend te noemen.
Het jaar 2016 zou 2015 weleens kunnen gaan overtreffen, mede door sti-
muleringsregelingen vanuit de Nederlandse overheid: 8 miljard euro SDE+
subsidie, 70 miljoen euro subsidie voor zonneboilers, warmtepompen en
pelletkachels, subsidie voor het verwijderen van asbestdaken (asbest eraf,
zonnepanelen erop), de subsidieregeling Energiebesparing en Duurzame
energie Sportaccommodaties (EDS), fi scale regelingen zoals de EIA,
MIA en VAMIL en de salderingsregeling. Daarnaast zijn er ook nog eens
verschillende soorten subsidies voor onderzoek- en ontwikkeling, innova-
tie- en demonstratieprojecten. Ondanks dat veel bedrijven de Nederlandse
zonne-energiesector niet innovatief genoeg vinden, zijn velen betrokken bij
innovaties. Meer samenwerking onderling en binnen de TKI Urban Energy
DE OVERTREFFENDE TRAP2016 EEN BETER JAAR DAN 2015?
zullen de betekenis, het belang, de zichtbaarheid en de integratie van de
Nederlandse zonnestroom en zonnewarmtesector verder vergroten. Van al
deze overheidsmaatregelen is de salderingsregeling tot nu toe het meest
effectief gebleken. Voortdurende onduidelijkheid en onzekerheid met be-
trekking tot de salderingsregeling zijn echter een grote bedreiging voor de
verdere ontwikkeling van de zonne-energiemarkt in Nederland en daarmee
voor het verduurzamen van het Nederlandse energiesysteem. Diverse
belangenorganisaties gaven recent een heel duidelijke boodschap aan de
overheid: geef stabiliteit en duidelijkheid tot minimaal 2025 want we staan
nog steeds beschamend onderaan in Europa met de implementatie van
duurzame energie in ons land.
Ook in deze editie van het Nationaal Solar Trendrapport wordt de Neder-
landse overheid weer gezien als de grootste bedreiging voor verdere groei
en ontwikkeling. Aan de andere kant wordt juist van de overheid een heel
actieve rol verwacht. De angel zit hem met name in de uitwerking van rege-
lingen zoals de SDE+, postcoderoos, subsidie voor kleine warmtesystemen
en het uitblijven van duidelijkheid over salderen. De markt wil graag meer
betrokken worden bij het ontwerp van de stimuleringsregelingen en een
volwaardig partner zijn van de overheid. Maar… hier moet ook een kritische
noot naar de sector zelf worden geplaatst want, hoewel onze sector mak-
kelijk klaagt, is zij onvoldoende zichtbaar en betrokken bij de belangrijke
belangenvertegenwoordigers als Holland Solar, de Nederlandse Vereniging
voor Duurzame Energy (NVDE), de stichting ZON en FME. Een grotere
betrokkenheid bij deze organisaties zal ons allemaal helpen.
Veel leesplezier,
Rolf Heynen, Solar Solutions Int.
Wijnand van Hooff, TKI Urban Energy
Edwin van Gastel, Solar Magazine
Peter Groot en Henriette Vrisekoop, Solar Solutions Int.‘De grote paradox uit het onderzoek dit jaar is
de stevige kritiek op de overheid: de overheid wordt
gezien als grootste bedreiging voor verdere groei en
ontwikkeling en aan de andere kant verwacht de-
zelfde markt een hele actieve rol van de overheid’
4 | VOORWOORD VOORWOORD | 5
INHOUDSOPGAVE LEESWIJZER
1. Branchecijfers zonnestroom2. Prijsontwikkeling zonnestroom: panelen, omvormers en systemen3. Branchecijfers zonnewarmte 4. Douane importcijfers zonnestroom 5. Kengetallen Nederlandse energiemarkt 6. Aanverwante sectoren7. Trendonderzoek zonnestroom 8. Trendonderzoek zonnewarmte 9. Branchebijdragen 10. Expert bijdragen
Opbouw Nationaal Solar Trendrapport bestaat in 2016 uit:
In het Nationaal Solar Trendrapport is dit jaar een duidelijk onderscheid
gemaakt tussen zonnestroom en zonnewarmte. Ook nieuw ten opzichte van
voorgaande jaren is aandacht voor technologieën die aanverwant zijn aan zon-
ne-energie en in toenemende mate integreren, denk daarbij aan warmtepom-
pen en elektrisch vervoer. Daarnaast is dit jaar ook aandacht voor algemene
cijfers van de Nederlandse energiemarkt om alle trends in het juiste perspectief
te plaatsen. Denk daarbij aan energieverbruik, energieprijs, Nederland ten
opzichte van andere Europese landen, duurzame energie ten opzichte van fos-
siele energie (zogenaamde ‘Levelised Cost of Energy’ – LcoE), de verrassend
snelle energetische terugverdientijd van een pv-paneel (Energy Payback Time)
en de top 10 van de grootste zonnestroomprojecten 2015.
Ook biedt het rapport houvast met achtergrond informatie over veiligheid,
salderen, het totale aanbod van stimuleringsmaatregelen en de voortslepende
discussie over het werkelijk geïnstalleerd vermogen in Nederland.
Daarnaast zijn drie categorieën van externe bijdragen. Allereerst komen enkele
experts aan het woord over zonnestroom en zonnewarmte en trends van deze
sectoren rond energieopslag, smart grids, innovatie en warmtepompen. Daar-
naast een visie van Nederlandse grootste zonne-energie expert Wim Sinke.
Het trendrapport eindigt met bijdragen van voorzitters en directeuren van
de belangrijkste brancheverenigingen: Maxime Verhagen (Bouwend Neder-
land), Claudia Reiner (UNETO-VNI), Cindy van de Velde (Vereniging Eigen
Huis), Albert Jan Maat (LTO Nederland), Erik Lysen (Holland Solar), Peter
Desmet en Hans Cornuit (stichting ZON), André Derksen (KvINL / ISSO),
Pascal Plaisier (Sterkin / Stroomlijn).
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Colofon 3
Voorwoord 4
Inhoudsopgave 6
Leeswijzer 7
De solar branche voor politici en beleidsmakers 8
Zonnestroom; branchecijfers historisch 10
Prijsontwikkeling zonnestroomsystemen historisch 17
Energiemarkt kengetallen 20
Wet- en regelgeving zonnestroom & zonnewarmte 24
Zonnewarmte; branchecijfers historisch 27
Warmtepompen; de marktcijfers 29
Douane importgegevens zonnepanelen 31
Elektrisch vervoer; de markttrends in Nederland 32
Trendonderzoek algemene gegevens 35
Zonnestroom; de markttrends in Nederland 38
Zonnewarmte; de markttrends in Nederland 54
Externe bijdragen 63Meer zon voor die plek onder de zon (Bouwend Nederland)
De zon breekt nu écht door (UNETO-VNI)
Boeren en tuinders als regionale energieleveranciers (LTO Nederland)
Zon op eigen huis niet afremmen, maar aanzwengelen (Eigen Huis)
Op weg naar 100% zon in allerlei gedaantes (Holland Solar)
Zon cruciaal voor doelstellingen energieakkoord (Stichting ZON)
Meer zon voor die plek onder de zon (Bouwend Nederland)
Kwaliteit essentieel in volwassen zonne-energiemarkt (KvINL)
Help Nederland de verduurzaamheid door (Sterkin)
Verantwoording 72Hoofdstuk 14
6 | INHOUDSOPGAVE LEESWIJZER | 7
DE SOLAR BRANCHE VOOR POLITICI EN BELEIDSMAKERS
1“Zonne-energie gaat een nog grotere rol spelen”
Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland
“… zonne-energie biedt volgens Vereniging Eigen Huis volop mogelijkheden en heeft de interesse van de consument.
Politiek Den Haag doet er goed aan deze ontwikkelingen verder aan te zwengelen in plaats van af te remmen.”
Cindy van de Velde, algemeen directeur Vereniging Eigen Huis
Bijna 80% van de zonne-energiesector is voor behoud van salderen. Salderen is géén subsidie, het is een
belastingmaatregel. Salderen kost de overheid daarmee geen geld, maar levert de overheid hooguit minder geld op (net als fi etsende burgers minder belasting betalen dan autorijders). Maar het verminderen van inkomsten
wordt sterk betwijfeld, aangezien de salderingsregeling heeft gezorgd voor een binnenlandse markt van ruim
1,5 miljard euro per jaar en bijna 10.000 fte.
De zonne-energiesector wil graag partner zijn van de overheid in
meedenken met beleid en over beleidsuitvoering. De sector ziet
immers wisselvallig overheidsbeleid en onzekerheid voor
de (middellange) termijn als grootste bedrijfsrisico
“Als het aan UNETO-VNI ligt, wordt decentrale energie de standaard.
Daar hoort een verplichte toepassing van zonnepanelen in
de nieuwbouw bij én handhaving van de salderingsregeling”
Claudia Reiner, vicevoorziter UNETO-VNI
“Stel: ieder agrarisch bedrijf in Nederland legt 2.500 vierkante meter
zonnepanelen aan. Op 26.000 bedrijven zou dat 6.500 hectare aan
zonnepanelen betekenen. Omgerekend zou dat 6.500 megawatt aan
stroom opleveren. En daarom is het zo jammer dat onze overheid
onduidelijkheid laat bestaan over het verdienmodel na 2020 (wanneer
de salderingsregeling formeel ophoud te bestaan). Boeren en tuinders
worden daardoor terughoudend om te investeren, terwijl ze kunnen
uitgroeien tot regionale energieleveranciers.” –
Albert Jan Maat,voorzitter van LTO Nederland
Van 2014 naar 2015
WERK-GELEGENHEID
OMZETWERK-GELEGENHEID
OMZET & WINST(x miljoen)
Zonne-energiesector
9.053
2.600
334
+7%+5%
oftewel 0,5% duurzame stroom aan het net toegevoegd tegenover 300MW in 2014500 MW23.000Het grootste project van 2015
heeft een omvang van 6MW, oftewel 23.000 zonnepanelen
van de in zonne-energie actieve ondernemers verwacht in 2016 groei ten opzichte van 201590%
8 | SOLAR VOOR POLITICI SOLAR VOOR POLITICI | 9
ZONNESTROOM BRANCHECIJFERS HISTORISCH
2De onderstaande branchecijfers zijn tot stand gekomen doordat deze bedrij-
ven (uit de hele zonnestroomketen) hun omzet, winst (let op: brutowinst) en
werknemers (in fte’s) hebben doorgegeven aan een notaris (notaris Feikema
in Castricum). De notaris heeft deze gegevens geanonimiseerd aangeleverd
voor analyse. Meer informatie over het onderzoek, de respons, de statistische
foutmarge en bronvermeldingen vindt u in hoofdstuk 14 Verantwoording.
Correctie werkgelegenheidscijfers
In 2016 is een correctie gemaakt op de werkgelegenheidscijfers van de
voorgaande jaren. De werkgelegenheidscijfers van de installateurs wijken
dusdanig af dat een berekening op basis van het geïnstalleerd vermogen is
gemaakt. Aangezien het Nationaal Solar Trendrapport 2015 verscheen in
januari, was het geïnstalleerd vermogen nog niet bekend. Daardoor is een
te hoge aanname gedaan op basis van de voorspellingen uit de enquête-
resultaten, de trend van voorgaande jaren en op basis van de hoge douane
importcijfers. Voor het jaar 2013 bleken de cijfers juist te laag. Meer uitleg
hierover treft u in hoofdstuk 14 Verantwoording.
Figuur 1 | De omzet van de zonnestroomsector (totaal) van 2012 tot en met 2015 (x miljoen euro).
€ 1
.825.0
00.0
00
2012 2013
Omzet Nederlandse zonnestroomsector totaal
3.000
€ 2
.424.0
00.0
00
€ 2
.563.0
00.0
00
2014 2015
€ 1
.815.0
00.0
00
De totale omzet van Nederlandse bedrijven actief in de hele keten van zonne-
stroom is in 2015 gegroeid naar ruim 2,5 miljard euro (een groei van 5% ten
opzichte van 2014). De bedrijven hebben in 2015 percentueel meer omzet in
Nederland gegenereerd ten opzichte van hun bedrijfsactiviteiten in het buitenland.
Figuur 2 | De omzet van de zonnestroomsector in Nederland van 2012 tot en met 2015 (x miljoen euro).
2.000
€ 8
79.0
00.0
00
Omzet Nederlandse zonnestroomsector die valt in Nederland€ 1
.665.0
00.0
00
€ 1
.915.0
00.0
00
€ 7
42.0
00.0
00
2012 2013 2014 2015
In Nederland wordt ruim 1,9 miljard euro omzet gegenereerd in de gehele
zonnestroomsector. Dat is een groei van 13% ten opzichte van 2014.
Figuur 3 | De winst van de zonnestroomsector (totaal) van 2012 tot en met 2015 (x miljoen euro). €
144.0
00.0
00
Winst Nederlandse zonnestroomsector totaal
€ 5
2.0
00.0
00
€ 3
34.0
00.0
00
€ 4
5.0
00.0
00
2012 2013 2014 2015
De zonnestroomsector worstelt al jaren met matige winstcijfers en lijkt in
2015 de koers omhoog te hebben gevonden. Een sectorwinst van 331 mil-
joen euro is een groei van 84% ten opzichte van het voorgaande jaar. Rede-
nen hiervoor kunnen zijn: de totale omzet is gegroeid en de bedrijven hebben
meer grip op de kosten en de algehele bedrijfsvoering gekregen, de marges
op andere producten, diensten en projecten zijn hoger, de inkoopkosten zijn
lager en de marges hoger door producten uit andere landen en van andere
leveranciers te betrekken, etc.
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
1.500
1.000
500
0
100
200
300
400
0
10 | ZONNESTROOM HISTORISCH ZONNESTROOM HISTORISCH | 11
Figuur 4 | De werkgelegenheid van de zonnestroomsector (totaal) van 2012 tot en met 2015 (x miljoen euro).
8.000
6.000
4.000
2.000
0
2012 2013
Werkgelegenheid zonnestroomsector
10.000
2014 2015
8.3
39
De groei in werkgelegenheid is meegegroeid met het totaal geïnstalleerd ver-
mogen en de omzetten. De zonne-energiesector als geheel (zonnestroom en
zonnewarmte) passeert de 9.000 fte (na correctie tov vorig jaar). Alleen al de
zonnestroomsector houdt bijna 9.000 fte aan het werk. De groei in werkgele-
genheid tov vorig jaar komt met name door de grotere groep installateurs die
het gegroeide geïnstalleerd vermogen realiseerde.
7.4
48
8.3
52
8.9
74
Figuur 5 | Geïnstalleerd vermogen zonnepanelen in Nederland (in megawattpiek, MWp) (bron: Polder PV / CBS)
Geïnstalleerd zonnestroomvermogen cumulatief
2006 2007 20142008 2010 20122009 2011 2013 2015 2016
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
53 54 59 6990
149
369
746
1.048
1.498
Spread 2015: 150
Spread 2016: 315
2016: scenario laag en hoog
2015: scenario laag en hoog
CBS
Figuur 6 | Geïnstalleerd vermogen zonnepanelen in Nederland (in megawattpiek, MWp) (bron: Polder PV / CBS)
Geïnstalleerd zonnestroomvermogen per kalenderjaar
2006 2007 20142008 2010 20122009 2011 2013 2015 2016
1.000
800
600
400
200
02 1 4 11 21
58
220
377
302
450
Spread 2015: 150
Spread 2016: 260
2016: scenario hoog
2015: scenario hoog
CBS
490
12 | ZONNESTROOM HISTORISCH ZONNESTROOM HISTORISCH | 13
GROOT, GROTER, GROOTST...DE GROOTSTE PROJECTEN VAN 2015
Figuur 7 | Grootste nieuwe single-site zonnestroom projecten in 2015. Onder voorbehoud van nakomende correcties en nog niet gekende nieuwe projecten.
Naam project
Zonnepark Vliegveld Ballum
[AEC + partners], Ameland (Fr.)
Wehkamp [Warehouses de
Pauw], Zwolle (Ov.)
ThyssenKrupp, Veghel (NB)
Zuidberg staalservice
(Emitech), Ens (Fl.)
Hoofdkantoor Alliander,
Duiven (Gld)
Zuivelfabriek Royal A-Ware,
Heerenveen (Fr.)
Bunnik Plants grootste deel
lokatie, Bleiswijk (ZH)
Engie (GDF-Suez) Centrale
Gelderland, Nijmegen (Gld)
Koepon / Energiepon,
Feerwerd (Gr.)
Engie (GDF-Suez) Centrale
Harculo, Zwolle (Ov.)
5,99
2,51
1,75
1,71
1,50
1,38
1,34
1,05
0,93
0,89
23.000
9.800
10.300
6.700
6.150
5.500
5.750
3.950
3.700
3.350
Eneco / Solarcentury
IZEN
KiesZon / Ikaros Solar
Zonnegilde
VolkerWessels / HOMIJ
Kromwijk Elektro
SolSolutions
Engie (GDF-Suez)
Herbo Groenleven
Engie (GDF-Suez)
MWpNaam project Modules Leverancier/installateur
BLIJVENDE ONDUIDELIJKHEIDOVER HET WERKELIJK GEÏNSTALLEERD VERMOGEN
Al jaren is er discussie in Nederland over het werkelijk geïnstalleerd zonnestroom
vermogen. In het genereren van eenduidige gegevens loopt Nederland hopeloos
achter ten opzichte van andere landen. Peter Segaar van PolderPV vergelijkt
jaarlijks alle bronnen met elkaar en zoekt in het PIR register naar grote installaties.
Dankzij zijn inspanningen komen we jaarlijks tot een ‘best estimate’.
Solar Solutions heeft in het belang van nog betere cijfers voor het Nationaal
Solar Trendrapport op 20 augustus 2015 alle stakeholders bij elkaar gebracht
voor een rondetafeloverleg. Daarbij waren aanwezig: Netbeheer Nederland,
PolderPV, CBS, Rijkswaterstaat, Stichting Monitoring Zonnestroom (SMZ), Hol-
land Solar, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Tennet, CertiQ,
ECN en Solar Magazine.
Hoe wordt het geïnstalleerd vermogen in kaart gebracht?
Het geïnstalleerd vermogen wordt gebaseerd op primair drie bronnen, namelijk:
1. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
2. De Klimaatmonitor van Rijkswaterstaat en
3. Het Productie Installatie Register (PIR) (o.a. energieleveren.nl) van de netbe-
heerders; welke voor een deel de input vormt voor Klimaatmonitor van RWS.
Naast deze bronnen is er CertiQ dat de grotere projecten uit oude subsidierege-
lingen en de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE en SDE+) registreert.
Is salderen vrijblijvend?
Wat weinigen zich realiseren is dat bij gebruikmaking van salderen het verplicht is
de installatie te registreren bij het PIR-register (www.energieleveren.nl). Door het
ontbreken van handhaving gebeurt dat niet of te weinig. Zolang niet iedere instal-
latie geregistreerd wordt, blijft er onduidelijkheid over het geïnstalleerd vermogen.
In sommige landen is registratie een voorwaarde voor salderen of wordt iedere
installatie eerst gekeurd (en geregistreerd) alvorens opgeleverd te worden.
Hoe worden de statistieken verbeterd?
Tijdens het ronde tafel overleg bleek dat niet alle betrokkenen elkaar kenden of
samenwerkten. Er zijn toezeggingen gedaan onderling meer data uit te wisselen
voor onderzoeksdoeleinden. Daarnaast wordt ook gekeken of de data van de
douane kan worden meegenomen in de statistieken. Wordt vervolgd…
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
14 | GROOTSTE PV-PROJECTEN 2015 GEÏNSTALLEERD PV-VERMOGEN | 15
VEILIGHEID VAN INSTALLATIES
Resultaten overleg
Veiligheid is nog teveel een onderbelicht aspect in de zonne-energiesector.
Weinig installateurs maken gebruik van certifi ceringen of erkenningsregelin-
gen. Daar staat tegenover dat sommigen een eigen opleidingstraject hebben.
De basis voor de huidige erkenningsregeling is een voldoende geschoolde
installateur, terwijl een grote groep ongeschoold bezig lijkt te zijn. Ook deze
groep moet betrokken worden bij het belang van scholing over veiligheid.
Tussen de grote erkenningsinstanties vindt overleg plaats over de inhoud van
erkenningsregelingen. De regelingen zijn redelijk vergelijkbaar. Zowel Sterkin als
KvINL zijn non-profi t Stichtingen.
Toch worden tijdens het overleg organisaties met erkenningsregelingen en op-
leidingen bekritiseerd om hun commerciële belangen en onderlinge concurren-
tie die er mede voor zorgen dat het voor installateurs en eindklanten onduidelijk
is welke regelingen er zijn, hoe deze verhouden tot elkaar en welke relevant zijn.
Het huidige kwalifi catiesysteem waarin wordt samengewerkt kan de totale
branche promoten om versplintering met eigen systemen tegen te gaan.
Een eenmalige opleiding of erkenning voor een installateur is niet voldoende.
Een regelmatige ‘zon-apk’ kan het niveau blijvend hoog houden net als het
(geregeld) keuren van installaties.
Er moet meer aandacht komen voor werkvoorbereiders en ondersteuning
daarvan. Daarnaast moeten alle installaties gecontroleerd worden door het
eigen bedrijf in de vorm van een kwaliteitscontrole systeem.
Vanuit de verzekeraars valt op dat bij grote installaties het vaak de omvormers
zijn die uitbranden, dat oa. bij grote projecten kabels door stalen daken worden
gevoerd zonder afscherming en dat brandbeveiliging niet altijd op orde is.
Volgens de aanwezigen zijn alle ingrediënten aanwezig voor een goede
regeling voor de markt, maar moeten de partijen met elkaar tot een gepaste
oplossing komen. Het is belangrijk dat de betrokken organisaties niet voorbij
gaan aan bedrijven die een goed kwalitatief intern borgingssysteem en eigen
opleidingen hebben. Anderzijds moet een antwoord gevonden worden voor de
ongeschoolde mensen die nu wel installeren.
Meermalen is verwezen naar het ‘OK-CV’ label van de w-installatiebranche als
marketingtool waar de zonne-energie sector van kan leren (hoewel ook kritiek
is op het ‘OK-CV’ label).
De Ronde Tafel Veiligheid krijgt naar aanleiding van het overleg opvolging.
Geïnteresseerden die een bijdrage willen leveren aan het verhogen van de vei-
ligheid van installaties in de zonne-energiesector kunnen zich melden bij Solar
Solutions of Holland Solar.
Uit de enquête van het Nationaal Solar Trendrapport blijkt dat de zonne-energiesector bezorgd is over veiligheid van de installaties. Van de zonnestroomsector maakt 55 procent zich zorgen over veiligheid en bij de zonnewarmtesector 35 procent. De respondenten die hadden nagedacht over een oplossingen, suggereerden nagenoeg allen om een verplichte keuring van of handhaving op opgeleverde installaties.
Naar aanleiding van onder andere
deze cijfers is vanuit het Nationaal
Solar Trendrapport een ronde tafel
over veiligheid georganiseerd tijdens
Solar Solutions op 17 maart. Daar
waren aanwezig: Holland Solar,
UNETO-VNI, KvINL, Sterkin, BDA,
Guidion, Delta Lloyd, Libra Energy,
Rexel Nederland en Zonneplan.
PRIJSONTWIKKELING ZONNESTROOMSYSTEMEN HISTORISCH
3
Figuur 8 | De aanschafkosten van zonnepanelen waarvoor belastingkorting is aangevraagd via de Energie-investeringsaftrek-regeling (EIA), 2008-2014 (CBS)
Prijs zonnepanelen explosief gedaald sinds 2008
Jaar investeringsbeslissing Aanschafkosten per kilowattpiek (euro)
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
5.000
3.200
2.700
2.300
1.600
1.300
1.200
€2,00
€1,50
€1,00
€0,50
€0,00
Okto
ber 2
011
April 2
012
Figuur 9 | Gemiddelde module prijs in Nederland (€ per Wattpiek inclusief btw, bron: Stichting Monitoring Zonnestroom) €2,50
€3,00
€3,50
Okto
ber 2
012
Juli 2
012
Okto
ber 2
013
Decem
. 2012
Juli 2
013
Maart 2
013
Febru
ari 2
016
April 2
014
Januari 2
014
Met dank aan dr. Wilfried van Sark van Universiteit Utrecht en Stichting
Monitoring Zonnestroom voor het aanleveren van de gegevens uit dit hoofdstuk.
Noot: let bij het lezen van de grafi eken goed op de schaal. De stap tussen april
2014 en februari 2016 is onevenredig groot en vervormt het beeld, aangezien
voorgaande stappen steeds ongeveer 3-6 maanden zijn. De rode lijnen in de
grafi eken is de standaard deviatie (SD). Alle kosten zijn exclusief installatie.
16 | VEILIGHEID PRIJSONTWIKKELING ZONNESTROOM | 17
Figuur 10 | De herkomst van de modules die in Nederland verkrijgbaar zijn (bron: Stichting Monitoring Zonnestroom)
Bedrijven bieden vooral Chinese en Duitse modules aan
8%
45%
China
Duitsland
Japan
Overige niet-Europa
Amerika/Canada
Overige Europa
Onbekend22%
13%
9%
3%1,5%
Figuur 11 | De moduletechnologie die bedrijven in Nederland aanbieden (bron: Stichting Monitoring Zonnestroom)
Aanbod typen zonnepanelen
51%
Mono kristallijn silicium
Poly kristallijn silicium
CI(G)S
Anders44%
4%1%
Figuur 14 | Gemiddelde omvormer prijs in Nederland (€ per Watt inclusief btw, bron: Stichting Monitoring Zonnestroom)
Omvormers dalen in prijs
€0,40
€0,30
€0,20
€0,10
€0,00
Okto
ber 2
011
April 2
012
€0,50
€0,60
€0,70
Okto
ber 2
012
Juli 2
012
Okto
ber 2
013
Decem
. 2012
Juli 2
013
Maart 2
013
Febru
ari 2
016
April 2
014
Januari 2
014
Figuur 12 | Gemiddelde systeemprijs voor schuine daken (€ per Watt inclusief btw, exclusief installatie, bron: Stichting Monitoring Zonnestroom)
Systeemprijs schuine daken daalt
April 2
012
€2,00
€1,50
€1,00
€0,50
€0,00
€2,50
Okto
ber 2
012
Juli 2
012
Okto
ber 2
013
Decem
. 2012
Juli 2
013
Maart 2
013
Febru
ari 2
016
April 2
014
Januari 2
014
Figuur 13 | Gemiddelde systeemprijs voor platte daken (€ per Watt inclusief btw, exclusief installatie, bron: Stichting Monitoring Zonnestroom)
Systeemprijs platte daken daalt, prijs net boven schuin dak
April 2
012
€2,00
€1,50
€1,00
€0,50
€0,00
€2,50
Okto
ber 2
012
Juli 2
012
Okto
ber 2
013
Decem
. 2012
Juli 2
013
Maart 2
013
Febru
ari 2
016
April 2
014
Januari 2
014
18 | PRIJSONTWIKKELING ZONNESTROOM PRIJSONTWIKKELING ZONNESTROOM | 19
Wind, zon en water
Biomassa
Kernenergie en overig
Andere fossiele brandstoffen
Steenkool
Aardgas
ENERGIEMARKT KENGETALLEN
4
Figuur 15 | Energierekening huishoudens in Nederland, elektriciteit en gas in €, inclusief btw per jaar (bron: CBS)
Energierekening huishoudens laatste jaren gedaaldal
2002
2.000
1.500
1.000
500
0
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2001
Elektra
Gas
Figuur 16 | Energieverbruik huishoudens in Nederland, elektriciteit (in kilowattuur, kWh) en gas (in kubieke meter, m3) (bron: CBS)
Energieverbruik huishoudens laatste jaren gedaald
4.000
3.500
3.000
2.500
0
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2001
€0,40
€0,30
€0,20
€0,10
€0,00
€0,50
€0,60
€0,70
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2001
Figuur 17 | Energieprijshuishoudens in Nederland, elektriciteit (per kilowattuur, kWh) en gas (per kubieke meter, m3) (bron: CBS)
Energieprijs elektra daalt; gas stijgt
100
75
50
25
0
125
1999
2000
2001
2002
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
1998
Figuur 18 | Elektriciteitsproductie naar energiebron in Nederland, (in miljard kilowattuur, kWh)(bron: CBS)
Aandeel duurzame energie neemt gestaag toe
2013
2014
Elektra
Gas
Elektra
Gas
2.000
1.500
1.000
500
20 | KENGETALLEN ENERGIEMARKT KENGETALLEN ENERGIEMARKT | 21
Omvormer
Montage & kabels
Framing
Laminatie
Zonnecel
Ingots en wafer
Grondstof silicium
Figuur 19 | De levelised cost of electricity (LCoE) van hernieuwbare energie op utiliteitsschaal (2010 en 2014) in Amerikaanse dollar per kilowattuur (USD/kWh, bron: IRENA Renewable Cost Database)
LCoE van hernieuwbare energietechnieken
2014
0,4
2010
0,3
0,2
0,1
0,0
2014
2010
2014
2010
2014
2010
2014
2010
2014
2010
2014
2010
Wind Geo Hydro Zon-pv CSP Wind(land)
Wind(zee)
Capaciteit
in MWe
1
100
200
>300
Fossil fuelpower cost range
Figuur 20 | De energy payback time van zonnepanelen in Nederland voor een opdaksysteem, uitgaande van een zoninstraling van 1.200 kilowattuur per vierkante meter per jaar en optimaal georiënteerde zonnepanelen (bron: Mariska de Wild-Scholten, SmartGreeenScans)
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
De energy payback time van zonnepanelen in Nederland
3,0
2,5
mono-Si
2011
multi-Si
2011
a-Si
2008-11
μm-Si
2013
CdTe
2010-11
CIGS
2011
Nederland bungelt in Europa onderaan
Figuur 21 | Aandeel duurzame energie in totale energiemix Europa en Europese landen (bron: Eurostat)
80%
60%
40%
20%
0%
100%
IJsla
nd
2005
2014
Noorw
egen
Zw
ed
en
Letla
nd
Fin
land
Italië
Sp
anje
Malta
EU
-28
Fra
nkrijk
Duits
land
Belg
ië
Vere
nig
d K
on.
Ned
erla
nd
Luxem
burg
De energy payback time is weergegeven voor achtereenvolgens de volgende
type zonnepanelen: mono-kristallijn silicium, multi-kristallijn silicium, amorf sili-
cium, micromorf silicium, cadmium telluride en koper-indium-galliumselenide.
22 | KENGETALLEN ENERGIEMARKT KENGETALLEN ENERGIEMARKT | 23
2,5
%
5,5
%
WET- EN REGELGEVING ZONNESTROOM & ZONNEWARMTE
5
Topsector Energieregelingen (TSE) - TKI Urban Energy (voorheen TKI Solar Energy)
Het overzicht van de wettelijke regelingen zonne-energie betreft een verkorte
en onvolledige samenvatting van de regelingen. Let op dat veel regelingen
niet en sommige wel te combineren zijn. Wij verwijzen u naar de websites
van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de Belastingdienst
en TKI Urban Energy voor een volledig overzicht.
Binnen een TKI werken onderzoeksorganisaties en bedrijven samen aan
een privaat-publiek gefi nancierd, meerjarig TKI-programma. Een TKI-pro-
gramma omvat fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimen-
tele ontwikkeling of een combinatie van deze soorten onderzoek. Het TKI
zorgt voor regie, netwerkvorming en kennisdeling. De vijf programmalijnen
van TKI Urban Energy zijn:
1. Zonnestroomtechnologieën (PV) (6,45 miljoen euro).
2. Warmte en koude installaties (3,38 miljoen euro).
3. Multifunctionele bouwdelen utiliteit, woning en civiele infra (3,4 miljoen euro.
4. Flexibele energie infrastructuur (3,36 miljoen euro).
5. Energieregelsystemen en -diensten (4,1 miljoen euro).
In Nederland een ‘etalage’ van energie-innovaties creëren waardoor Nederlandse
bedrijven gemakkelijker de sprong naar internationaal succes kunnen maken met
producten, processen of diensten die zij ontwikkeld hebben. Dat is de doelstel-
ling van deze tender onder Demonstratie energie innovatie (DEI). Deze komt voort
uit het Energieakkoord. Voor Nederland nieuwe (toepassingen van) apparaten,
systemen of technieken, die energie besparen of die het gebruik van hernieuw-
bare energiebronnen bevorderen, worden door het bedrijfsleven in de praktijk
toegepast. In 2016 is er via 2 tenders een budget van circa 36 miljoen euro.
Salderen is het verrekenen van verbruikte stroom met de over diezelfde aan-
sluiting zelf geleverde stroom. Hierdoor ontvangt de afnemer dezelfde prijs
Salderen
InnovatiesubsidiesInnovatiesubsidies
Zonnestroom
(inclusief belastingen: energiebelasting, opslag Duurzame Energie en BTW)
voor de teruggeleverde energie als die hij betaalt voor de energie die hij op
een ander tijdstip van de energieleverancier afneemt. De salderingsregeling
wordt vanaf 2017 geëvalueerd en u kunt volgens minister Kamp minimaal
blijven salderen tot 2020. Als u energie produceert en u wilt salderen dan
bent u verplicht dit te melden. U kunt dit doen bij www.energieleveren.nl. En
meld ook bij uw eigen energiemaatschappij dat u energieproducent bent.
Anders kan het zijn dat de energiemaatschappij niet kan salderen, omdat de
gegevens in de administratie ontbreken.
De postcoderoosregeling is per 1 januari 2016 verruimd. Deze coöperaties
hoeven in de eerste schijf van de energiebelasting geen belasting meer te
betalen voor hun gezamenlijk opgewekte hernieuwbare energie. Ook de de-
fi nitie van een postcoderoos is aangepast waardoor de productie-installatie
ook buiten het centrale postcodegebied kan liggen.
De SDE+ staat open voor fotovoltaïsche zonnepanelen (zon-PV) met een
vermogen ≥ 15 kWp en een grootverbruikersaansluiting. Bij ‘Zon-PV’-pro-
jecten van meer dan 500 kWp subsidie, is een haalbaarheidsstudie verplicht.
Ook de grootverbruikersaansluiting is hier verplicht.
De SDE+ voorjaar 2016 is geopend van 22 maart, 9.00 uur tot 28 april
2016, 17.00 uur. De voorjaarsronde heeft een budget van 4 miljard euro
en kent vier fases. U kunt uw aanvraag nu offi cieel indienen via het eLoket.
SDE+ najaar 2016 zal plaatsvinden in oktober 2016.
EIA: de Energie-Investeringsaftrek (EIA) levert gemiddeld 14% voordeel op.
U kunt 58% van de investeringskosten aftrekken van de fi scale winst, boven
op uw gebruikelijke afschrijving. U dient EIA binnen 3 maanden na het ge-
ven van de opdracht aan te vragen. Het budget voor 2016 is €161 miljoen.
KIA: als u in een boekjaar investeert in bedrijfsmiddelen, dan kunt u in
aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).
MIA: met de Milieu-Investeringsaftrek (MIA) kunt u profi teren van een in-
vesteringsaftrek die kan oplopen tot 36% van het investeringsbedrag. Dat
komt bovenop uw gebruikelijke investeringsaftrek.
VAMIL: de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) biedt u
de mogelijkheid om 75% van de investeringskosten op een door uzelf te
bepalen tijdstip af te schrijven.
De subsidie bedraagt €4,50 per m2 verwijderd asbestdak met een maximum
van €25.000 per adres. U kunt alleen in aanmerking komen voor de subsidie
als de oppervlakte van het geïnventariseerde asbestdak meer dan 35 m2
bedraagt. Dakbeschot komt niet in aanmerking voor deze regeling. De Sub-
sidieregeling verwijderen asbestdaken richt zich op particulieren, (agrarische)
bedrijven, non-profi t organisaties en overheden.
Deze regeling is gericht op investeringen in energiebesparing en toepassing
van duurzame energie. De hoogte van de subsidie is een bepaald percentage
van de subsidiabele kosten. De subsidiabele kosten bestaan uit de kosten
voor de aanschaf van een installatie of apparatuur; arbeidskosten zijn niet
subsidiabel. Het subsidiepercentage voor sportverenigingen bedraagt 30% en
voor sportstichtingen 15%. Het verschil in subsidiepercentage komt doordat
rekening is gehouden met BTW-plicht. Er kan maximaal € 125.000,- subsidie
per aanvrager per jaar worden aangevraagd. Subsidieaanvragen, waar de sub-
sidiabele kosten minder bedragen dan € 3.000, komen niet in aanmerking.
Postcoderoos
SDE+
Investeringsregelingen
Subsidieregeling verwijderen asbestdaken
Subsidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS)
Regeling Demonstratie energie innovatie (DEI)
24 | WET- EN REGELGEVING WET- EN REGELGEVING | 25
De SDE+ staat open voor zonthermische installaties met apertuuroppervlakte
≥ 200 m², waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van afgedekte collecto-
ren. De ondergrens van de categorie ‘Zonthermie’ is aangepast van 100 m²
naar 200 m² apertuuroppervlakte.
De SDE+ voorjaar 2016 is geopend van 22 maart, 9.00 uur tot 28 april
2016, 17.00 uur. De voorjaarsronde heeft een budget van 4 miljard euro
en kent vier fases. U kunt uw aanvraag nu offi cieel indienen via het eLoket.
SDE+ najaar 2016 zal plaatsvinden in oktober 2016.
Met de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) kunt u een tegemoet-
koming krijgen voor de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen, biomas-
saketels en pelletkachels. De regeling is voor zowel particulieren als zakelijke
gebruikers. In 2016 is er € 70 miljoen subsidie beschikbaar. De hoogte van
het subsidiebedrag per apparaat hangt af van het soort zonneboiler, warmte-
pomp, biomassaketel of pelletkachel en de energieprestatie. De exacte
bedragen staan in de apparatenlijsten op de website van RVO.
Zonnewarmte
SDE+
Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE)
ZONNEWARMTE BRANCHECIJFERS HISTORISCH
6Onderstaande branchecijfers zijn tot stand gekomen doordat deze bedrijven (de
leveranciers van zonnewarmtesystemen) hun omzet, winst (let op: brutowinst) en
werknemers (in fte’s) hebben doorgegeven aan een notaris (notaris Feikema in
Castricum). De notaris heeft deze gegevens vervolgens geanonimiseerd aange-
leverd voor analyse. Meer informatie over het onderzoek, de respons, de statisti-
sche foutmarge en bronvermeldingen vindt u in hoofdstuk 14 Verantwoording.
Inschatting installateurs zonnewarmte
De inschatting van het aantal zonnewarmte installateurs is niet gebaseerd op
cijfers uit het brancheonderzoek, maar is gemaakt op basis van een bereke-
ning. De inschatting is dat ongeveer 8.000 nieuwe zonnewarmtesystemen
zijn geïnstalleerd in 2015. Gemiddeld zijn 20 manuren nodig voor de plaat-
sing van een systeem. Dat is 10 fte op basis van 16.000 manuren en 1.600
uur voor één fte. Uitgaande van ineffi ciënties in planning, werk en tegensla-
gen hanteren we een ruime marge van 20%. Totaal komt dat neer op 12 fte
in installatie-uren. Daarbij komt het aantal fte in de zonnewarmtesector op
basis van de leveranciers en installateurs gezamenlijk uit op 79 fte.
Omzet leveranciers zonnewarmtesector
WERK-GELEGENHEID
OMZET & WINST(x miljoen)
Zonnewarmtesector
67
13,1
3,5
26 | WET- EN REGELGEVING ZONNEWARMTE HISTORISCH | 27
7WARMTEPOMPENDE MARKTCIJFERS
Figuur 24 | Ontwikkeling totaal aantal warmtepompen in Nederland (x 1.000)
Figuur 25 | Geïnstalleerd vermogen warmtepompen in Nederland (in megawatth)
200
150
100
50
0
250
300
2004 2005 2006 2007 20142008 2010 20122009 2011 2013
Totaal aantal warmtepompen
Aantal warmtepompen in woningen
Aantal warmtepompen utiliteit, stal en kas
Aantal warmtepompen in Nederland groeit explosief
Geïnstalleerd vermogen warmtepompen groeit explosief
2.000
1.500
1.000
500
0
2.500
3.000
2004 2005 2006 2007 20142008 2010 20122009 2011 2013
Totaal warmtepompen (in MWth)
Warmtepompen woningen (in MWth)
Warmtepompen utiliteit, stal en kas (in MWth)
De hiervoor genoemde cijfers hebben betrekking op alléén de leveranciers
van de zonnewarmtesector. Hierbij is door een gebrek aan data geen volledig
beeld voor omzet, winst en werkgelegenheid van de zonnewarmtesector als
geheel. Data ontbreekt met name over de volgende doelgroepen: installa-
teurs, onderzoekers en adviseurs.
De zonnewarmtesector heeft aan de kant van de leveranciers 67 fte aan het
werk. De schattingen zijn dat enkele honderden installateurs werkzaam zijn
met zonnewarmte. Hierbij moet opgemerkt worden dat een installateur per
paneel meer werk heeft aan een zonnecollector dan aan een pv-paneel.
Figuur 22 | Geïnstalleerd vermogen zonnewarmte in Nederland (in megawatt, MWth) (bron: CBS en Holland Solar)
Geïnstalleerd zonnewarmtevermogen cumulatief
2006 2007 20142008 2010 20122009 2011 2013
500
400
300
200
100
0
226 239255
285
316339
359380
398
Figuur 23 | Geïnstalleerd vermogen zonnewarmte in Nederland (in megawatt, MWth) (bron: CBS en Holland Solar)
Geïnstalleerd zonnewarmtevermogen per kalenderjaar
2006 2007 20142008 2010 20122009 2011 2013
30
25
20
15
10
0
Acol ≤ 6 m2
Acol > 6 m2
28 | ZONNEWARMTE HISTORISCH MARKTCIJFERS WARMTEPOMPEN | 29
8DOUANEIMPORTGEGEVENS ZONNEPANELEN
Figuur 27 | Importvolume van zonnepanelen in € x 1.000.000Noot: let op schaal!
€ 1.420
€ 1.380
€ 1.340
€ 1.300
€ 1.260
€ 1
.418.8
65.5
08
€ 1
.390.1
69.9
24
2014 2015
Importvolume zonnepanelen in 2015 met 2 procent gedaald
Singapore en Taiwan na China belangrijkste leveranciers
Figuur 28 | Importvolume van zonnepanelen per land in procenten
40%
30%
20%
10%
0%
50%
60%
Chin
a
Sin
gap
ore
Turk
ije
India
Taiw
an
Male
isië
Zuid
-Kore
a
Vie
tnam
2014
2015
Jaarlijkse verkopen sinds 2010 fors gegroeid
Figuur 26 | Aantal nieuwewarmtepompen per jaar
40.000
30.000
20.000
10.000
0%
50.000
2006 2007 20142008 2010 20122009 2011 2013
Totaal warmtepompen
Warmtepompen woningen
Warmtepompen utiliteit, stal en kas
30 | MARKTCIJFERS WARMTEPOMPEN IMPORTGEGEVENS ZONNEPANELEN | 31
-2,0%
Ove
rige la
nden
9ELEKTRISCH VERVOERDE MARKTTRENDS IN NEDERLAND
Totaal elektrische personenvoertuigen
Plug-in hybride personenvoertuigen
Volledig elektrische voertuigen
Figuur 29 | Groei van het aantal elektrische personenvoertuigen(x 1.000)
Recordverkoop van elektrische personenauto’s in 2015
80.000
60.000
40.000
20.000
0
100.000
2013 2014 20152012
De registratie van elektrische personenauto’s – te weten volledig elektri-
sche (BEV) en plug-in hybride voertuigen (PHEV) – verdubbelde in 2015.
De PHEV’s groeiden met 112 procent relatief het sterkst. Over heel 2015
bestond 9,7 procent van de nieuw geregistreerde voertuigen uit volledig elek-
trische en plug-in hybride voertuigen. In 2014 was slechts 3,9 procent van
de totale registraties een volledig elektrisch of plug-in hybride voertuig.
Begin 2015 zijn er 45.915 elektrische voertuigen (noot: dit is inclusief bus-
sen, bestel- en vrachtwagens en driewielers) geregistreerd in Nederland.
Eind 2015 is dit aantal gegroeid naar 90.007 voertuigen. Dit is een toename
van 15.829 elektrische voertuigen, oftewel een groei van 96 procent. In een
automarkt die in 2015 met 15 procent gegroeid is, is het marktaandeel van
elektrische auto’s meer dan verdubbeld.
De sterke groei in 2015 is mede te verklaren door het per 1 januari 2016 ten
nadele van plug-in hybride voertuigen veranderde stelsel van bijtelling. In
december hebben de Nederlandse autodealers als direct gevolg maar liefst
69.156 nieuwe auto’s verkocht, het hoogste aantal ooit dat in een decem-
bermaand bereikt werd.
Belastingvoordelen voor 2016 en verder
Voor bedrijven gelden ook in 2016 nog fi scale voordelen die elektrisch rijden
aantrekkelijk maken. De bijtelling voor alle leaseauto’s gaat tot en met 2020
geleidelijk naar 22 procent en enkel volledig elektrische auto’s krijgen een extra
stimulans door een bijtelling van 4 procent. Logischerwijs is er allereerst de
21 procent btw die men als ondernemer niet hoeft te betalen. Verder leveren
de Milieu Investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-inves-
teringen (Vamil) een fi scaal voordeel op voor investeringen in milieuvriendelijke
producten of bedrijfsmiddelen die op de Energielijst en Milieulijst 2016 staan.
Elektrische auto’s komen in 2016 als volgt in aanmerking voor MIA (noot: plug-
in hybride auto’s met een dieselmotor zijn uitgesloten voor de MIA):
Volledig elektrische auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer
komen in aanmerking voor 36 procent MIA.
Plug-in hybride auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 0 tot 30 gram per
kilometer komen in aanmerking voor 27 procent MIA.
Plug-in hybride auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 30 tot 50 gram
per kilometer komen in aanmerking voor 13,5 procent MIA.
De laadpaal kan apart worden gemeld als het investeringsbedrag groter is
dan 2.500 euro.
Verder zijn elektrische voertuigen tot en met 2017 vrijgesteld van belasting op
aanschaf, de zogenaamde Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen
(BPM). Volledig elektrische voertuigen zijn ook vrijgesteld van belasting op
bezit, de zogenaamde Motorrijtuigenbelasting (MRB).
Nederland op weg naar 2020-doelstelling
In januari 2015 heeft het Formule E-Team, een publiek-private samenwerking
tussen het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid, in samenwerking
met de voornaamste stakeholders uit de sector van elektrisch vervoer, de
actieagenda en het statusdocument ‘Wegverkeer elektrisch vervoer 2015-
2020’ gepubliceerd. In de actieagenda is een groot aantal ambities voor
Nederland voor het jaar 2020 verwoord: 200.000 elektrische personenauto’s,
32.000 elektrische bestelwagens, 1.000 elektrische vrachtwagens, 500 elek-
trische bussen, 150.000 light electric vehicles, 2.200.000 elektrische fi etsen
en 10.150 voltijdbanen.
Dat elektrisch rijden aan een onstuitbare opmars bezig is, werd recent door
Tesla bewezen. Op 31 maart 2016 ging de Tesla Model 3 – een elektrische
auto voor 5 personeen met een actieradius van 345 kilometer voor een prijs
vanaf 35.000 euro – in de voorverkoop. In 3 dagen tijd mocht de Amerikaanse
fabrikant 276.000 reserveringen verwelkomen, begeleid met een aanbetaling
van 1.000 dollar per afnemer. Topman Elon Musk heeft mensen inmiddels
verzocht zo snel mogelijk te reserveren omdat de wachttijden al oplopen. Het
concern verwacht op korte termijn de productie te kunnen opvoeren naar een
500.000 voertuigen per jaar. Ter vergelijking: wereldwijd werden er in 2015 zo’n
539.000 elektrische auto’s verkocht door alle autofabrikanten samen.
32 | MARKTTRENDS ELEKTRISCH VERVOER MARKTTRENDS ELEKTRISCH VERVOER | 33
Werkgelegenheid elektrisch vervoer in Nederlandmet 25 procent gegroeid
Figuur 30 | De werkgelegenheid en toegevoegde waarde van de productie per marktsegment(bron: Rapportage Verzilvering Verdienpotentieel Elektrisch Vervoer, RVO.nl)
Laadinfrastructuur
WERK-GELEGENHEID
PRODUCTIE(x miljoen)
Aandrijftechniekenen andere componenten
WERK-GELEGENHEID
PRODUCTIE(x miljoen)
Nieuw- en ombouw
WERK-GELEGENHEID
PRODUCTIE(x miljoen)
WERK-GELEGENHEID
PRODUCTIE(x miljoen)
Diensten
De werkgelegenheid van de sector elektrisch vervoer is in Nederland van
het jaar 2013 op 2014 met 25 procent toegenomen. Dit blijkt uit de rappor-
tage ‘Verzilvering Verdienpotentieel Elektrisch Vervoer’ van de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Het aantal voltijdbanen (FTE’s) is
gestegen tot 3.200. De bruto toegevoegde waarde van de sector is 260
miljoen euro. Met name op het gebied van nieuwbouw van maatwerkvoer-
tuigen, laadinfrastructuur en smart grids vindt veel ontwikkeling plaats.
Bedrijven in de elektrisch vervoer (EV-)sector waren daarbij in 2014 goed
voor 820 miljoen euro aan productie.
10TRENDONDERZOEKALGEMENE GEGEVENS
Figuur 31 | In welk marktsegment is uw bedrijf actief?
Bedrijven steeds meer actief met zonnestroom én -warmte
Nationaal Solar Trendrapport 2016 telt
306 respondenten voor marktonderzoek.
Een kleine 10 procent is primair of alleen
actief met zonnewarmte en 90 procent
volledig of vooral actief met zonnestroom.
58%
Zonnestroom
Beide, maar meer zonnestroom
Zonnewarmte
Beide, maar meer zonnewarmte
32%
3%7%
34 | MARKTTRENDS ELEKTRISCH VERVOER SOLAR TRENDONDERZOEK | 35
Omzet in zonnestroom
Overige omzet
Figuur 33 | Mijn omzet komt verhoudingsgewijs uit (verdeel 100 procent)?
Zonnestroombedrijven: 53 procent omzet zonnestroom
47% 53%
40%
30%
20%
10%
0%
Nie
ts a
nders
Advie
sw
erk
Sm
art h
om
e /
dom
otic
a
(partic
ulie
ren)
Sm
art h
om
e /
dom
otic
a
(gro
te p
roje
cte
n)
Warm
te-
pom
pen
Led-ve
rlichtin
g
Energ
ie-
monito
ring
Win
denerg
ie
Bio
-energ
ie
Isola
tie
Consultancy, warmtepompen en led dragen bij aan omzet
Figuur 34 | Mijn bedrijfis tevens actief met?
50%
Figuur 35 | Hoe is uw organisatie in de zonnewarmtesector actief?
Gehele zonnewarmteketen reageert
17%23%
3%
27%
30%
Leverancier apparatuur productie
zonnewarmtecomponenten
Leverancier zonnewarmte-
systeemcomponenten
Leverancier collectoren, overige
systeemcomponenten en
complete zonnewarmtesystemen
Installateur, aannemer en
systemintegrator
R&D-instituut, adviseur en niet-
technische dienstverlening
Leverancier apparatuur productie
PV-systeemcomponenten
Leverancier PV systeem-
componenten
Leverancier modules, overige
PV-systeemcomponenten en
complete PV-systemen
Installateur, aannemer en
systemintegrator
R&D-instituut, adviseur en niet-
technische dienstverlening
Figuur 32 | Hoe is uw organisatie in de zonnestroomsector actief?
Gehele zonnestroomketen reageert
2%
48%
25%
23%
2%
Omzet in zonnewarmte
Overige omzet
Figuur 36 | Mijn omzet komt verhoudingsgewijs uit (verdeel 100 procent)?
Zonnewarmtebedrijven: 42 procent omzet zonnewarmte
58% 42%
40%
30%
20%
10%
0%
Nie
ts a
nders
Advie
sw
erk
Sm
art h
om
e /
dom
otic
a
(gro
te p
roje
cte
n)
Win
denerg
ie
Warm
te-
pom
pen
Led-ve
rlichtin
g
Sm
art h
om
e /
dom
otic
a
(partic
ulie
ren)
Bio
-energ
ie
Isola
tie
Ele
ktris
che
opsla
g
Consultancy, warmtepompen en led dragen bij aan omzet
Figuur 37 | Mijn bedrijfis tevens actief met?
50%
ZONNESTROOM ZONNEWARMTE
36 | ZONNESTROOM TRENDONDERZOEK ZONNEWARMTE TRENDONDERZOEK | 37
11ZONNESTROOMDE MARKTTRENDS IN NEDERLAND
Mijn omzet groeit fors
Mijn omzet groeit
Mijn omzet blijft gelijk
Mijn omzet daalt
Mijn omzet daalt fors
80%
60%
40%
20%
0%
100%Figuur 38 | Wat verwacht u van de zonnestroommarkt de komende jaren?
2016 2017 2018 2019 2020
Ook in 2020 blijft de zonnestroommarkt groeien
80%
Figuur 39 | De grootste new-businesskansen (in termen van omzetgroei voor uw onderneming) liggen bij welk product?
BIPV, energieopslag, led en elektrische auto kansen
20%
15%
10%
5%
0%
Build
ing
inte
gra
ted P
V
(BIP
V)
Led-ve
rlichtin
g
Dunne fi lm
zo
nnepanele
n
PV
T (c
om
bi-
sys
teem
PV
en
therm
isch)
Ele
ktris
che
opsla
g
Wam
rtepom
pen
Energ
ie-
monito
ring
Ele
ktris
ch ve
rvoer
Zonnecolle
cto
ren
Sm
art h
om
e /
dom
otic
a (p
arti-
culie
ren)
Tot 2020
Na 2020
30%
Belangrijkste klanten: consumenten, woningbouwcorporaties en bedrijven
Figuur 40 | De belangrijkste klantengroep(en) (in termen van omzetgroei voor uw onderneming) liggen bij welke markt/toepassing?
40%
30%
20%
10%
0%
Tot 2020
Na 2020
50%
60%
Consum
ente
n
Bedrijfs
-panden
Industrie
Veld
opste
llingen
-Wonin
gbouw
-corp
ora
ties
Agra
rische
secto
r
Ove
rheid
70%
Figuur 41 | Ik heb de grootste behoefte aan meer kennis over?
Vraag naar kennis over opslagsystemen het grootst
40%
30%
20%
10%
0%
Ele
ktris
che
opsla
g
Subsid
ie-
regelin
gen
Therm
ische
opsla
g
Warm
te-p
om
pen
Wet- e
n
regelg
evin
g
Zonnepanele
n
Build
ing
inte
gra
ted P
V
(BIP
V)
Sm
art h
om
e /
dom
otic
a
(partic
ulie
ren)
Seizo
ensopsla
g
60%
50%
38 | MARKTTRENDS ZONNESTROOM MARKTTRENDS ZONNESTROOM | 39
Figuur 42 | Is veiligheid (van installaties) een probleem in de zonnestroomsector?
Veiligheid door gebrekkige kennis een probleem
30%
15%
Ja, veiligheid is een probleem
in de zonnestroomsector
Nee, veiligheid is geen probleem
in de zonnestroomsector
Weet ik niet
55%
42%
De oorzaak ligt bij de gebrekkige
kennis bij de installatie
De oorzaak ligt de prijsdruk
vanuit de markt
58%
10%
De oplossing ligt bij
verplichte handhaving
De oplossing ligt bij
scholing en overige maatregelen
90%Figuur 45 | Mijn zonne-energie gerelateerde omzet in 2015 ten opzichte van 2014?
Omzet groeide in 2015
40%
30%
20%
10%
0%
Mijn omzet groeide fors
Mijn omzet groeide
Mijn omzet bleef gelijk
Mijn omzet daalde
Mijn omzet daalde fors
Figuur 43 | Is er voldoende gekwalifi ceerd personeel beschikbaar op de arbeidsmarkt?
Aanbod gekwalifi ceerd personeel; gemengd beeld
7%
Ja er is voldoende
gekwalifi ceerd personeel
Nee er is onvoldoende
gekwalifi ceerd personeel
Weet ik niet
56%37%
Figuur 44 | De komende vijf jaren (tot 2020): de grootste zonnewarmte businessrisico’s zijn: (in termen van omzetdaling) voor de zonnewarmte sector zijn?
Tot 2020: beleid overheid grootste bedrijfsrisico
4%
51%
Onzeker overheidsbeleid
Marge/prijzen
PV-prijsverlaging
Gebrekkige kwaliteit
Lage algemene energieprijzen
Weet ik niet27%
8%
5%
4%
50%
40 | MARKTTRENDS ZONNESTROOM MARKTTRENDS ZONNESTROOM | 41
Figuur 46 | Mijn zonne-energie gerelateerde winst in 2015 ten opzichte van 2014?
Ook de winst groeide in 2015
Mijn winst groeide fors
Mijn winst groeide
Mijn winst bleef gelijk
Mijn winst daalde
Mijn winst daalde fors
40%
30%
20%
10%
0%
50%
Figuur 47 | Verwacht u groei of stagnatie in 2016 in Nederland van het geïnstalleerd zonnestroomvermogen ten opzichte van 2015?
88 procent van de markt verwacht groei in 2016
88%
12%
Ik verwacht in 2016 groei
van het geïnstalleerd vermogen
Ik verwacht in 2016 stagnatie
van het geïnstalleerd vermogen
77 procent voor behoud van salderen na 2020
80%
60%
40%
20%
0%
100%Figuur 48 | Met de volgende stellingen ben ik het...
Sald
ere
n
is n
a 2
020
onhoubaar
Volledig eens
Eens
Neutraal
Oneens
Volledig oneens
Sald
ere
n
mag n
a 2
020
vers
oberd
Maxim
aal
inze
tten vo
or
behoud s
ald
ere
n
Ik b
en b
ere
id
behoud s
ald
ere
n
actie
f te s
teunen
Sald
ere
n
vers
obere
n?
Pas n
a 2
025
Sald
ere
n k
an
makkelijk
behouden
Sald
ere
n
afs
chaffe
n?
Nooit!
“Een ruime meerderheid van de respondenten is
voorstander van het behoud van salderen ná 2020.
Daarbij opmerkend dat salderen wettelijk géén
subsidie is. Velen stellen dat de salderingsregeling
de overheid onder aan de streep geld oplevert door
omzet, werkgelegenheid en verhoogde koopkracht”
Het is belangrijk dat er snel duidelijkheid kom wat er na 2020 gaat gebeu-
ren. Met name de onzekerheid, niet alleen over het salderen, maar over
de algehele wet- en regelgeving rond zonne-energie zit veel ondernemers
dwars. In het licht van het nog lang niet behalen van de duurzame doelstel-
lingen door Nederland, stellen veel respondenten dat salderen en overige
stimuleringsmaatregelen ook na 2020 behouden zouden moeten blijven.
Dat deze regeling geen open einde heeft tot in het einde der tijden wordt
ook begrepen, maar zoals één respondent stelt: ‘de verduurzaming wordt
gerealiseerd dankzij de zonne-energiesector die straks ook opslag zal
helpen realiseren: gooi niet het kind met het badwater weg’. Ook zou de
overheid nu al moeten kijken naar kleinschalig stimuleren van opslagsyste-
men zoals bijvoorbeeld in Duitsland.
Voor- en tegenstanders importheffi ng in balans
Figuur 49 | Wat vindt u van de importheffi ng op zonnepanelen?
46%
41%
13%
Ik ben tegenstander
van de importheffi ng
Ik ben voorstander
van de importheffi ng
Weet ik niet
De markt is na enkele jaren importheffi ng (MIP) nog steeds sterk verdeeld.
De argumenten van de tegenstanders leunen vooral op het argument
van de vrije markt, dat het verduurzaming in de weg staat, dat de prijzen
nu stabiel blijven terwijl deze internationaal nog steeds dalen en dat de
eindklant nu teveel voor zijn zonnepanelen betaalt. De voorstanders geven
aan dat dumping niet goed is voor de Europese markt, dit de groei niet in
de weg staat, dit de kwaliteit van de zonnepanelen op de markt ten goede
is gekomen, geeft de Europese markt ten goede is gekomen en geeft de
Europese markt een goede kans nu de marges hoger zijn. Diverse respon-
denten geven aan dat de huidige regeling een halve maatregel is, zolang
hier niet op wordt gehandhaafd.
42 | MARKTTRENDS ZONNESTROOM MARKTTRENDS ZONNESTROOM | 43
Figuur 53 | Is de zonnestroom-sector innovatief genoeg?
51%
34%
15%
Ja, de zonnestroomsector
is innovatief genoeg
Nee, de zonnestroomsector
is niet innovatief genoeg
Weet ik niet
Diverse respondenten zijn ontevreden over de SDE+-regeling in zijn uitvoering.
Dat heeft te maken met allereerst het gegeven dat de huidige opzet ervoor zorgt
dat de pot overtekend wordt en vervolgens niet leeg komt. Daarnaast zijn zij van
mening dat een onevenredig groot deel allereerst naar biomassa en windenergie
gaat en dat met name de consument en kleine bedrijven de boot missen.
Figuur 51 | Wat vindt u van de SDE+-regeling en de verruiming van het budget naar 8 miljard euro in 2016?
Uitwerking SDE+ kan beter
79%
De SDE+-regeling is positief
De SDE+-regeling is onnodig
Weet ik niet
9%
12%
Ik vind de subsidie voor
eindgebruikers positief
Ik vind de subsidie voor
eindgebruikers negatief
Ik vind de subsidie voor
eindgebruikers onnodig
Ik vind de subsidie onzin,
zonnestroom heeft een
beter rendement
Weet ik niet
Figuur 50 | Wat vindt u van de subsidie voor eindgebruikers van kleine warmtesystemen zoals zonneboilers, warmtepompen en biomassaketels van 70 miljoen euro in 2016?
Zonnestroommarkt positief over subsidie zonnewarmte
67%
10%
5%
5%
13%
Figuur 52 | Wat vindt u van de verbeterde postcoderoosregeling?
Postcoderoos verbeterd, maar nog steeds complex
38%
Postcoderoosregeling is positief
Postcoderoosregeling is positief,
maar kan beter
Postcoderoosregeling is negatief
Weet ik niet
26%
13%
23%
Zonne-energiemarkt als denktank voor overheid
De zonne-energiesector is positief dat de markt groeit mede dankzij diverse
maatregelen zoals de SDE+-regeling, de salderingsregeling en de btw-
teruggaveregeling. Om de zonne-energiesector verder te doen ontwikkelen
en groeien stelt de sector de volgende maatregelen voor:
1. vervuiler betaalt door de belasting op fossiele energie te verhogen en groot-
verbruikers meer energiebelasting te laten betalen;
2. EIA-regeling verruimen, aangezien de drempel nu ligt bij relatief grote instal-
laties (vanaf 25 kilowattpiek);
3. meer duurzaamheidsleningen op lokaal, regionaal en landelijk niveau en hier
ook breed over communiceren;
4. soepeler vergunningstraject door gemeenten voor vrijeveldopstellingen;
5. ontwerp een zonne-energieregeling voor VvE’s zodat zij gemakkelijker in
zonne-energie kunnen investeren;
6. meer investeringen in R&D voor duurzame energie door de centrale over-
heid en dit niet alleen overlaten aan het bedrijfsleven;
7. de EPC-eisen verduidelijken en concretiseren voor zonne-energie.
Zonnestroom kan een stuk innovatiever
De realiteit in de markt is dat deze nog steeds te veel prijs gedreven is. Inves-
teren in innovaties is op dit moment lastig in verband met de lage marges. De
sector zou meer moeten innoveren in het uiterlijk van zonnepanelen. Daarvoor
zou de sector als geheel meer in gesprek moeten gaan met de bouwsector
en met architecten. Dat gaat nog te langzaam. Toch wordt bij veel individuele
bedrijven geïnvesteerd in innovaties, hoewel de return-on-investment (ROI)
matig is. De overheid zou meer kunnen investeren in innovatie. Het ontbreekt
in Nederland aan een industriepolitiek voor duurzame energie.
44 | MARKTTRENDS ZONNESTROOM MARKTTRENDS ZONNESTROOM | 45
Figuur 54 | Bent u betrokken bij innovaties in zonnewarmte?
Ja, ik ben betrokken
bij innovaties
Nee, ik ben niet betrokken
bij innovaties
56%44%
Ruim helft van bedrijven betrokken bij innovaties
Figuur 55 | Bent u bekend met de TKI Solar Energy (TKI Urban Energy vanaf 2016)? Zo ja, wat vindt u van de bijdrage die de TKI levert aan het innovatiever maken van deze sector?
Kansen voor TKI Solar Energy / TKI Urban Energy
28%Ja / Ja, positief
Ja, negatief
Nee
Weet ik niet5%
59%
8%
Langzamerhand begint het door te dringen dat zonnestroom ook in Neder-
land een substantiële bijdrage kan leveren aan de energievoorziening. En
dan niet pas in 2050, maar al op veel kortere termijn. Een hardnekkig mis-
verstand blijft echter dat zonnestroom ons alleen gaat helpen om de elektri-
citeitssector te verduurzamen. Vandaar dat er al snel wordt gesproken over
een plafond in het vermogen aan systemen dat we zinvol in het net “kwijt
kunnen”. In die gedachtegang blijft de bijdrage van zonnestroom beperkt
tot hooguit enkele tientallen procenten van het huidige elektriciteitsgebruik
en daarmee ruim minder dan tien procent van het totale energiegebruik.
Voor een bron met zo’n groot technisch potentieel als zonne-energie is
dat natuurlijk nogal teleurstellend. Nu de mondiale ontwikkelingen op het
gebied van zonnestroom zo snel gaan als in de afgelopen jaren wordt het
tijd om na te denken over veel ambitieuzere scenario´s dan tot nu toe.
Wie op 13 maart jl. heeft gekeken naar VPRO´s prachtige Tegenlicht-afl evering
“De doorbraak van duurzaam” (en wie dat niet heeft gedaan moet hem beslist
alsnog zien) heeft kunnen constateren dat de aardverschuiving is begonnen.
Opwekkosten van 5 tot 6 dollarcent per kilowattuur in zonnige gebieden nú
en mogelijkheden voor verdere kostenverlaging tot ergens tussen de 1 en 2
cent maken zonnestroom een echte game changer. Natuurlijk, in Nederland
zal het altijd wat meer kosten, maar ook hier liggen ultra-lage kosten in het
verschiet. We moeten daarom juist streven naar grote “overschotten” in de
productie van zonnestroom in plaats van ze te proberen te vermijden. Met die
overschotten kunnen we via warmtepompen met compacte warmteopslag de
gebouwde omgeving van lage-temperatuur warmte voorzien, elektrische au-
to’s laden, de industrie van proceswarmte voorzien en, op termijn, misschien
zelfs zonnebrandstoffen produceren. Op die manier kan (zonne)stroom op
een elegante wijze andere vormen van energiegebruik vervangen. De natuur
heeft het naar verhouding makkelijk gemaakt om op effi ciënte en betaalbare
wijze duurzame elektriciteit te maken. Laten we daarvan dankbaar gebruik
maken. Zonnestroom kan dus een prominente plaats krijgen in het korte lijstje
van duurzame-energieopties die écht verschil kunnen maken.
Velen zullen mij een fantast vinden. Nog vorig jaar rekende het CPB voor
dat het met zonnestroom in Nederland en Europa nooit veel kan worden.
Ik heb geen kristallen bol, maar ben in de afgelopen decennia keer op keer
aangenaam verrast door de spectaculaire ontwikkelingen op het gebied van
technologie. Ik zie een stralende toekomst voor zonnestroom, ook in Neder-
land, en laat me graag opnieuw verrassen.
Professor Wim C. Sinke is werkzaam bij ECN Solar Energy, Universiteit van Amsterdam en FOM-Instituut AMOLF.
ZEGENINGEN VAN OVERSCHOTDE TOEKOMST VAN ZONNESTROOM IN NEDERLAND
De innovaties of technologische ontwikkelingen die het meest interessant
zijn voor de sector zijn vooral gericht op hogere rendementen van zonne-
panelen, bipv, smart-home oplossingen in combinatie met monitoring, de
koppeling van pv, opslag en elektrisch vervoer en de koppeling tussen pv,
zonnewarmte en warmtepompen. Opvallend is dat accu’s en elektrische op-
slag veruit het meest genoemd worden. Daarnaast worden in toenemende
mate technieken genoemd zoals het uitrollen van een gelijkstroomnet, wa-
terstof/brandstofcellen, kleur- en vormfl exibiliteit van zonnepanelen, off-grid
systemen, (lokale) slimme netten.
Bij de vraag ‘welke rol zou de overheid bij innovaties moeten spelen?’ valt
het op dat het merendeel van de sector wel degelijk een actieve rol van de
overheid verwacht. Dit ondanks alle kritiek op de overheid rond de wet- en
regelgeving, uitvoering van de SDE+ regeling en onduidelijkheid over de
salderingsregeling. De sector verwacht van de overheid vooral een actieve
en stimulerende opstelling gericht op: het investeren in R&D, een voorlich-
tingsfunctie in publiekscampagnes, subsidiëren, een lange termijn duurzame
visie met daaraan gekoppeld beleid en een actieve rol bij het waarborgen van
kwalitatieve en veilige installaties.
Het is van belang dat iedere vorm van overheidsbeleid gericht is op stabiel
meerjarenbeleid waarbij de sector en eindgebruikers duidelijkheid krijgen. Dit is
belangrijk voor investeringen in duurzame energie en een sterk innovatieklimaat.
46 | MARKTTRENDS ZONNESTROOM BIJDRAGE WIM SINKE | 47
INNOVATIES VAN GROTE BETEKENIS
Vanaf 2011 lopen er tientallen experimenten met smart grids en smart energy
systems onder realistische omstandigheden. Consumenten, grotere energie-
gebruikers, energiecoöperaties, bedrijven, netbeheerders en kennisinstellingen
doen hier aan mee. Daarbij worden PV-panelen, elektrische auto’s, warmtepom-
pen, slimme huishoudelijke apparaten, opslagsystemen en onderstations op
intelligente wijze met elkaar verbonden en energiediensten aan elkaar geleverd.
In 2012 verscheen namens een EZ Taskforce een maatschappelijke kosten
baten analyse (MKBA). Daaruit bleek, dat, in een duurzaam energiescenario
met een groot aandeel decentrale opwekking, intelligente netten en intelligente
energie systemen tot 2040 een positief saldo bieden van € 7,9 miljard netto
contant. Waarbij baten ontstaan uit vermeden investeringen voor netverzwa-
ring, energieopwekking en opslag, minder onbalans en energiebesparing.
Hoe staat het anno 2016 met het perspectief uit 2012? Enkele resultaten:
Uitzicht op een netto contante waarde van € 1 - 3,5 miljard voor het
energiesysteem als consumenten (exclusief grotere gebruikers van ener-
gie) bereid zijn hun energievraag in de tijd te verschuiven ofwel fl exibiliteit
aanbieden. Dat is € 21 - 28 per jaar per huishoudelijk apparaat, voor een
elektrische auto € 58 per jaar.
Verlaging van de avondpiek in een wijk met 5% door de vraag te verschuiven
naar momenten van PV opbrengst overdag. Dat lijkt niet veel, maar bij het
experiment was alleen nog witgoed apparatuur betrokken, er is uitzicht op
meer. En kleine beetjes helpen: in ‘Power to the people’ toont Vijay Vaithees-
waran aan, dat de energiecrisis in Californië voorkomen had kunnen worden
als de vraagpieken die de crisis veroorzaakten 2,5% lager zouden zijn.
Energiebesparingen van 5 tot 20%.
Enthousiasme bij de betrokken consumenten en bedrijven.
Potentiële kostenverlaging van 30% met standaard platforms voor groot-
schalige toepassing van meetinstrumenten in onderstations. Met uitzicht
op verdere verlaging.
De experimenten tonen aan dat het in 2012 verwachte positieve saldo
realistisch is. Maar ze benoemen wel uitdagingen: verdere kostenverlaging
voor smart grids en smart energy systems apparatuur en de introductie van
spelregels om de waarde van fl exibiliteit te verzilveren.
Met de partijen in het ‘eco systeem’ gaat TKI Urban Energy de uitdagingen
aan. Zie ook de TKI kennis- en innovatieagenda 2016-2019.
Olivier Ongkiehong is project-adviseur Energie Innovatie bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
SMART GRIDSWELKE VRUCHTEN PLUKKEN WE?
Wijnand van Hooff is programma-directeur van de TKI Urban Energy, een onafhankelijke stichting van en voor organisaties in Nederland die zich richten op groene groei door samenwerking en innovatie van (duurzame) energieoplossingen in de gebouwde omgeving.
De energietransitie is in volle gang maar, zeker in Nederland, gaat het nog niet
snel genoeg. Nederland loopt achteraan als het gaat om het verduurzamen van
zijn energiesysteem en een forse inhaalslag is nodig. Toch speelt Nederland op
dit moment een vooraanstaande rol in de wereldwijde zonne-energiesector. In
een aanzienlijk deel van alle zonnepanelen die wereldwijd worden geproduceerd
zit Nederlandse technologie verwerkt. Innoveren is voor de Nederland zonne-
energiesector essentieel om zijn huidige positie te behouden en zijn bijdrage
wereldwijd waar mogelijk nog verder uit te kunnen breiden.
Innovatie bestaat uit het slim samenvoegen van bestaande kennis en/of het
ontwikkelen van nieuwe kennis en het naar de markt brengen van de resul-
taten. Een mooi voorbeeld van nieuw ontwikkelde kennis is de door ECN in
Petten ontwikkelde achterzijdecontacttechnologie voor silicium zonnecellen
en –panelen. Hiermee wordt de stroomopbrengst verhoogd en ontstaan
geheel nieuwe mogelijkheden om panelen vorm te geven. Deze technologie
vormt inmiddels voor een aantal Nederlandse bedrijven de basis om zich te
onderscheiden in een wereldwijd zeer competitieve zonne-energiesector.
Een voorbeeld van innoveren door slim samenvoegen van bestaande kennis
is de ontwikkeling van energetische bouwdelen; multifunctionele bouwdelen
waarbij aan basisfunctionaliteiten als constructieve stevigheid en wind- en
waterdichtheid, functies als energiebesparing, duurzame energieopwekking,
of energieopslag worden toegevoegd.
Innovaties zijn voor Nederland economisch van grote betekenis omdat ze werk-
gelegenheid en export kunnen creëren. Het is daarbij van belang om innova-
tieactiviteiten te focussen op die gebieden waarin Nederland voorop kan lopen
en dus wereldwijd concurrerend kan zijn. Daarbij moeten we ons realiseren dat
innoveren tijd nodig heeft, wat vandaag bedacht wordt is niet morgen commer-
cieel beschikbaar. Voordat een innovatie rendabel is zijn vaak jaren, soms zelfs
decennia, aan ontwikkeling nodig. Pas als fi nanciers het commerciële voordeel
van een innovatie zien volgt versnelling en komt het vliegwiel echt op gang.
Samenwerking in de gouden driehoek van bedrijfsleven, kennisinstellingen en
overheid, met aandacht voor maatschappelijke organisaties, is belangrijk voor
een goed werkend nationaal innovatiesysteem. Dit wordt in Nederland georga-
niseerd door de Topsector Energie met TKI’s die actief de vorming en uitvoering
van innovatieprojecten ondersteunen. Op innovatiegebied is dit één van de
sterke punten van Nederland en ik zou iedereen willen aanmoedigen daadwer-
kelijk gebruik te maken van de mogelijkheden die de TKI Urban Energy biedt.
48 | BIJDRAGE TKI URBAN ENERGY BIJDRAGE RVO.NL | 49
Erik De Leeuw is algemeen directeur van Solarwatt Benelux. SOLARWATT is een van de Duitse pioniers in zonne-energie en ontwikkelt sinds 1993 zonnepanelen. Met hoogwaardige zonnepanelen en intelligente energiesystemen richt SOLARWATT zich op de particuliere en zakelijke markt. Sinds 2014 is SOLARWATT met de overname van Centrosolar in de Benelux actief als pionier met de eerste geïntegreerde energiesystemen. SOLARWATT is via investeringsbedrijven voor 90 procent in handen van Stefan Quandt, tevens grootaandeelhouder van BMW.
steeds meer elektrische auto’s gefabriceerd. Die produceren geen kooldioxide
en fi jnstof, een toenemend probleem in de wereldsteden. En laat de‘motor’
van een dergelijke elektrische auto nu een batterijpakket zijn; batterijen die de
laatste jaren steeds compacter, veiliger en krachtiger zijn geworden. Het is
daarom logisch dat de wereldwijde wedloop naar betaalbare stroomopslag-
systemen door autofabrikanten is ingezet.
BMWi - in samenwerking met Solarwatt- en Tesla zijn slechts enkele van de
vele bedrijven die een belang hebben in energieopslagsystemen. In zijn tota-
liteit gaat het hier om een snel groeiende sector, waarvan GTM Research de
marktwaarde voor 2019 op $1,5 miljard inschat. Deze groei, die zich kenmerkt
door een voortdurende ontwikkeling van nieuwe productietechnologieën
op het gebied van zonne- en windenergie, alsmede andere groene energie-
technologieën, komt niet uit de lucht vallen. Volgens het Quadrennial Energy
Report, is bijna de helft van alle recentelijk geïnstalleerde elektrische opwekca-
paciteit in 2014 direct afkomstig van duurzame energiebronnen.
De wereldwijde markt in accu’s als geheel bedraagt meer dan $50 miljard. De
groei bedroeg tot 2006 6%. Maar als volledig elektrisch aangedreven voertui-
gen een substantieel marktaandeel in de transportsector zullen veroveren en
huishoudens gaan beschikken over hun eigen thuisaccu en zonnepanelen,
zal de groei in de komende jaren explosief stijgen. Uit het Energie-opslag
onderzoek van AECOM, kwam naar voren dat energieopslag op basis van
accutechnologie rond 2020 een prijsdaling van 40 tot 60 procent zal laten
zien. Energieopslag zal een belangrijke rol gaan spelen om de EU in staat te
stellen een koolstofarm elektriciteitssysteem te ontwikkelen. Voordelen genoeg,
maar de overheid dient dan wel een consistent en integraal beleid te voeren
ter bevoordering van duurzame energie. Daarom moet er een sterkere nadruk
komen te liggen op klimaatbeleid in combinatie met de opslag van energie.
Om mensen te stimuleren zelf energie op te wekken moet het saldering-
systeem lonend blijven. Energieopslag moet worden geïntegreerd in en worden
ondersteund door alle relevante, reeds bestaande en toekomstige energie- en
klimaatmaatregels en -wetgeving.
Een gecoördineerd samenspel van diverse opslagvormen zal ertoe bijdragen
dat het aandeel van zonne-energie in het stroomaanbod zal blijven groeien.
Naast een enorme milieuwinst levert dit een enorme positeve bijdrage aan de
werkgelegenheid. De hoogste tijd dus om de mouwen op te stropen!
De prijzen van zonne-systemen en opslag-technologie dalen dusdanig snel,
dat er sprake is van een disruptive technology voor het huidige elektriciteits-
systeem. Nog maar weinig mensen zijn zich bewust van de implicaties. Het
bedrijfsleven en de politiek moeten daarom afscheid gaan nemen van de
gemakken van steenkool, aardgas en olie. Het rijksbeleid zit gevangen in het
bestaande systeem van fossiele belangen, technologieën, infrastructuur en
instituties, wetten en regels. Hierdoor wordt de energietransitie geremd.
Een commercieel gebruik van energieopslag wordt alom gezien als een mo-
gelijke doorbraak voor het elektriciteitssysteem van het komende decennium.
Energieopslag kan zeer uiteenlopende voordelen bieden voor o.a bedrijven,
consumenten en netbeheerders. Bedrijven kunnen opslagsystemen gebruiken
voor het reduceren van de piekbelasting. Een voordeel voor netbeheerders is
dat energieopslag ook kan bijdragen aan het verminderen van stroompieken
binnen het elektriciteitsnetwerk en van lokale spanningsfl uctuaties.
Particulieren kunnen voordeel hebben bij het tijdelijk opslaan van elektriciteit.
Particulieren kunnen overtollige energie opslaan wanneer ze minder energie
nodig hebben, of deze gebruiken wanneer dit economisch gezien het voor-
deligst is. De grootste winst wordt behaald in de combinatie en integratie
van systemen zoals zonnepanelen , opslagsystemen en electische auto’s.
De thuisaccu voor consumenten die over zonnepanelen en elektrisch auto’s
beschikken heeft twee grote voordelen. ‘Prosumenten’ - die zowel stroom pro-
duceren als gebruiken - kunnen de stroom die ze zelf opwekken opslaan en
slim gebruiken. Aangezien elektrische voertuigen (EV’s) eveneens gebaseerd
zijn op een effectieve vorm van energieopslag, kan een hoog marktaandeel in
EV’s van invloed zijn op de dagelijkse stroomcurve. Vanaf de laadpalen kunnen
elektrische auto’s bijvoorbeeld direct stroom leveren aan omliggende huizen.
Door accu’s van elektrische auto’s te gebruiken kunnen netbeheerders schom-
melingen in de levering opvangen.
Dankzij kostendalingen en een verbeterde schaalbaarheid zullen intensieve op-
slagsystemen naar verwachting in de komende vijf jaar commercieel worden.
Een echte driver voor het opwekken van zonnestroom en de toepassing van
stroomopslag - zijn energiebedrijven niet: hun bedrijfsmodel en productie is
voor ruim 90% gebaseerd op de verbranding van fossiele brandstoffen in
centrales. De echte driver komt uit een andere hoek, die van de automotive
branche. Vanwege steeds strengere Europese milieuregelgeving worden
OPSLAGTOEKOMST VAN ELEKTRISCHE OPSLAG IN NEDERLAND
50 | BIJDRAGE SOLARWATT BIJDRAGE SOLARWATT | 51
in de discussie om acties in de toekomst te vermijden. Het net fungeert als
batterij en de burger neemt daardoor minder (hoog belaste) kilowatturen af
van het energiebedrijf. Dit levert een fi nancieel voordeel op en dat is meteen
het voornaamste aanschafcriterium voor een PV-installatie.
Het is surreëel dat de overheid de burger op termijn weer wil dwingen om
meer belasting te betalen op energie en daarmee (zoals in België, Spanje en
Engeland) de PV-revolutie in één keer de nek gaat omdraaien. De salde-
ringsregeling is geen subsidie, maar in de basis een zaak tussen burgers,
energiebedrijven en netbeheerders. Dat er op termijn een ‘batterijvergoe-
ding’ of ‘inkoop-onbalans vergoeding’ komt, valt met argumenten goed te
verdedigen. Het afschaffen van de salderingsregeling om belastinginkomsten
op te krikken is een farce, aangezien dit tegelijkertijd snijdt in 1,5 miljard euro
omzet en 10.000 fte. Afschaffen is tevens een klap in het gezicht van burgers
en ondernemers die (spaar)geld in zonnestroom hebben geïnvesteerd.
Wat is de status van de salderingsregeling?
Minister Kamp heeft aangekondigd dat hij de huidige regeling in 2017 wil
evalueren met mogelijke aanpassingen daarvan na 2020. Reden dus om vóór
2017 voorstellen te formuleren die de toekomstbestendigheid garanderen.
Wie zijn de gesprekspartners voor de overheid namens de zonne-energiesector?
De belangrijkste discussie over salderen wordt gevoerd bij de Nederlandse
Vereniging Duurzame Energie (NVDE) werkgroep Decentrale Stroomopwek-
king. De leden daarvan zijn zonne-energiebedrijven, netbeheerders, ener-
giebedrijven, ODE Decentraal en andere NVDE leden, en wordt geleid door
branchevereniging Holland Solar. Deze werkgroep strijdt voor een blijvende
stabiele terugverdientijd van PV systemen voor de burgers, zoals ook door
de werkgeversorganisatie Zonne-energie Ondernemers (stichting Z.O.N.)
wordt bepleit en door ECN nader is uitgewerkt.
Holland Solar, NVDE en stichting ZON praten met de overheid over salde-
ren. Het Nationaal Solar Trendrapport is een belangrijk instrument bij hun
gesprekken met Kamerleden, Bewindspersonen en verschillende betrokken
ministeries, zoals Economische Zaken en Financiën.
Tijdens de jaarlijkse Solar Business Day op 19 januari 2016 is een plenair
debat gevoerd over salderen. In de wetenschap dat 63% van de zonne-
energiesector tegen versobering van de salderingsregeling na 2020 is,
werd de vraag gesteld ‘is salderen subsidie?’ Daaruit bleek dat zelfs tus-
sen zonne-energie experts onduidelijkheid is over wat salderen nu precies
is en of het wel of geen subsidie is.
Wat is salderen?
Volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is salderen:
“…. het verrekenen van verbruikte stroom met de over diezelfde aansluiting
zelf geleverde stroom. Hierdoor ontvangt de afnemer dezelfde prijs (inclu-
sief belastingen: energiebelasting, opslag Duurzame Energie en BTW) voor
de teruggeleverde energie als die hij betaalt voor de energie die hij op een
ander tijdstip van de energieleverancier afneemt.”
Is salderen subsidie?
Salderen is géén subsidie, het is een belastingmaatregel. De overheid heeft
3 instrumenten om de duurzame energiemarkt op gang te krijgen: zaken
afdwingen via wet- en regelgeving, subsidie oftewel geld weggeven en via
belastingmaatregelen stimuleren. Salderen kost de overheid daarmee geen
geld, maar levert de overheid hooguit minder geld op (denk daarbij aan de
eigen moestuin ipv groenten kopen of fi etsen ipv autorijden). Maar ook de
vermindering van inkomsten voor de staat wordt sterk betwijfeld aangezien
de salderingsregeling heeft gezorgd voor een binnenlandse markt van ruim
1,5 miljard euro per jaar en ruim 10.000 fte.
Zorgt zonnestroom voor problemen op het energienet?
De mogelijke overbelasting van lokale netten wordt regelmatig genoemd
als knelpunt. Op dit moment is het geïnstalleerd zonnestroom vermogen in
Nederland ongeveer 1,5GW. Volgens een studie van het Planbureau van
de Leefomgeving (augustus 2014) is overbelasting de komende jaren geen
probleem (probleemloos tot 16 à 20GW). Dat betekent niet dat op lokale
plaatsen het net niet overbelast kan raken, maar onderhoud en verzwaring
valt onder de kerntaken van netbeheerders.
Is salderen subsidie? Het burgerperspectief
De transitie naar zonne-energie wordt voor een groot deel gefi nancierd door
de burgers. Het is onvermijdelijk dat het burgerperspectief betrokken wordt
SALDERENIN HET KORT
52 | SALDEREN IN HET KORT SALDEREN IN HET KORT | 53
12ZONNEWARMTEDE MARKTTRENDS IN NEDERLAND
Mijn omzet groeit fors
Mijn omzet groeit
Mijn omzet blijft gelijk
Mijn omzet daalt
Mijn omzet daalt fors
80%
60%
40%
20%
0%
100%Figuur 56 | Wat verwacht u van de zonnewarmtemarkt de komende jaren?
2016 2017 2018 2019 2020
Figuur 57 | Welke rol speelt het verlenen van subsidie voor de zonnewarmtemarkt en voor uw onderneming?
Figuur 58 | De grootste new-businesskansen (in termen van omzetgroei voor uw onderneming) liggen bij welk product?
Zonnewarmtesector groeit komende jaren door
Belangrijkste klanten: consumenten, woningbouwcorporaties en bedrijven
Subsidies belangrijk voor zonnewarmte
Warmtepompen, PVT en smart home belangrijk
Figuur 59 | De belangrijkste klantengroep(en) (in termen van omzetgroei voor uw onderneming) liggen bij welke markt/toepassing?
13%
7%
Ja, subsidie speelt voor zonne-
warmtemarkt een positieve rol
Nee, subsidie speelt geen rol
voor zonnewarmtemarkt
Weet ik niet
80%
‘Warmte maakt het belangrijkste deel uit van
zowel de energierekening als -verbruik.
De aandacht die minister Kamp heeft voor
duurzame warmte is daarom belangrijk in de
transitie naar een duurzame energiehuishouding
54 | MARKTTRENDS ZONNEWARMTE MARKTTRENDS ZONNEWARMTE | 55
40%
30%
20%
10%
0%
Tot 2020
Na 2020
50%
60%
Consum
ente
n
Wonin
gbouw
-corp
ora
ties
Ove
rheid
Agra
rische s
ecto
r
Bedrijfs
-panden
Sauna’s
, th
erm
en e
n
zwem
baden
Industrie
Veld
opste
llingen
20%
15%
10%
5%
0%
Warm
te-
pom
pen
PV
T (c
om
bi-
sys
teem
PV
en th
erm
isch)
Zonnestro
om
Isola
tie
Esth
etis
che
oplo
ssin
gen
Energ
ie-
monito
ring
Sm
art h
om
e
/ dom
otic
a
(partic
ulie
ren)
Centra
le
verw
arm
ing
Led-ve
rlichtin
g
WK
O
warm
te-o
psla
g
Tot 2020
Na 2020
Figuur 64 | Mijn zonne-energie gerelateerde winst in 2015 ten opzichte van 2014?
Winst groeide in 2015
Figuur 63 | Mijn zonne-energie gerelateerde omzet in 2015 ten opzichte van 2014?
Omzet groeit gestaag
Figuur 62 | De komende vijf jaren (tot 2020): de grootste zonnewarmte businessrisico’s zijn: (in termen van omzetdaling) voor de zonnewarmte sector zijn?
Rol overheid bepalend voor groei sector
40%
30%
20%
10%
0%
Mijn omzet groeide fors
Mijn omzet groeide
Mijn omzet bleef gelijk
Mijn omzet daalde
Mijn omzet daalde fors
Figuur 61 | Is veiligheid (van installaties) een probleem in de zonnewarmtesector?
33% respondenten ziet veiligheid als probleem
‘De temperaturen van zonnewarmtesystemen
kunnen behoorlijk oplopen, voldoende kennis bij
de ontwerper van het systeem en de installateur is
cruciaal. Daarnaast is niet altijd voldoende kennis
aanwezig voor het werken op het dak.’
17%
33% Ja, veiligheid is een probleem
in de zonnewarmtesector
Nee, veiligheid is geen probleem
in de zonnewarmtesector
Weet ik niet
50%
17%
47%
Onzeker overheidsbeleid
Marge/prijzen
PV-prijsverlaging
Verlaging gasprijs
Weet ik niet
23%
7%
7%
40%
30%
20%
10%
0%
Mijn omzet groeide fors
Mijn omzet groeide
Mijn omzet bleef gelijk
Mijn omzet daalde
Mijn omzet daalde fors
40%
30%
20%
10%
0%
Mijn winst groeide fors
Mijn winst groeide
Mijn winst bleef gelijk
Mijn winst daalde
Mijn winst daalde fors
Figuur 60 | Ik heb de grootste behoefte aan meer kennis over?
40%
30%
20%
10%
0%
Therm
ische
opsla
g
Subsid
ie-
regelin
gen
Ele
ktris
che
opsla
g
Insta
llatie
-te
chnie
ken
Wet- e
n
regelg
evin
g
Warm
te-
pom
pen
Mark
etin
g /
sale
s
PV
T (c
om
bi-
sys
teem
PV
en
therm
isch)
Vraag naar kennis over thermische opslag en subsidies
Sm
art h
om
e /
dom
otic
a
(partic
ulie
ren)
56 | MARKTTRENDS ZONNEWARMTE MARKTTRENDS ZONNEWARMTE | 57
De zonnewarmtesector ziet verschillende hindernissen voor de verdere
ontwikkeling van de zonnewarmte markt waaronder: de fi nanciële con-
currentie met de zonnestroom-sector, het gegeven dat de installatie aan
zonnewarmte een stuk complexer is dan een zonnestroom installatie en dat
marges continu onder druk staan.
De hand wordt ook in eigen boezem gestoken, doordat installateurs vaak
onvoldoende kennis bezitten. Ook de relatief lage gasprijs staat snelle uitrol
van zonnewarmte in de weg. Daarnaast kan het imago van zonnewarmte wel
wat verbeteren, zeker ten opzichte van zonnestroom. Het wordt als positief
ervaren dat de overheid ook zonnewarmte eindelijk lijkt te omarmen.
Figuur 69 | Wat vindt u van de SDE+-regeling en de verruiming van het budget naar 8 miljard euro in 2016?
SDE+ goed; uitwerking kan beter
Figuur 68 | Wat vindt u van de subsidie voor eindgebruikers van kleine warmtesystemen zoals zonneboilers, warmtepompen en biomassaketels van 70 miljoen euro in 2016?
Markt overwegend positief over subsidies
Figuur 67 | Bent u betrokken bij innovaties in zonnewarmte?
73% respondenten betrokken bij innovaties
Figuur 66 | Is de zonnewarmte-sector innovatief genoeg?
Zonnewarmtesector niet innovatief genoeg
Doordat op dit moment de marges en omzetten relatief laag zijn, is het lastig te
investeren in innovaties. Daarnaast kent de sector weinig innovaties en is van
zichzelf tamelijk conservatief. Het kan in de keten ook effi ciënter. Nederland ligt
met innovaties achter op andere landen. Het is zinvol te investeren om rende-
menten per vierkante meter te verhogen en oplossingen mooier te maken.
Figuur 65 | Verwacht u groei of stagnatie in 2016 in Nederland van het geïnstalleerd zonnewarmtevermogen ten opzichte van 2015?
83% respondenten verwacht groei in 2016
Ik verwacht in 2016 groei
van het geïnstalleerd vermogen
Ik verwacht in 2016 stagnatie
van het geïnstalleerd vermogen
83%
17%
23%
Ja, de zonnewarmtesector
is innovatief genoeg
Nee, de zonnewarmtesector
is niet innovatief genoeg
Weet ik niet
54%
23%
Ja, ik ben betrokken bij
innovaties in zonnewarmte
Nee, ik ben niet betrokken bij
innovaties in zonnewarmte
73%
27%
In de ogen van de zonnewarmtesector zijn de volgende innovaties of techno-
logische ontwikkelingen het meest interessant: PVT-panelen, warmtepompen,
energiemonitoring en domotica en (kleinschalige) warmte-opslag. Daarnaast
wordt gepleit voor kostprijs verlagende technologie, nieuwe sensortechnologieën
en gezocht naar zonnewarmte-oplossingen voor hoogbouw toepassingen.
7%
Ik vind de subsidie voor
eindgebruikers positief
Ik vind de subsidie voor
eindgebruikers negatief
Weet ik niet
80%
13%
27%
50%
De SDE+-regeling is positief
De SDE+-regeling is positief,
maar de uitwerking voor
zonnewarmte is onvoldoende
De SDE+-regeling is negatief
Weet ik niet
13%
10%
58 | MARKTTRENDS ZONNEWARMTE MARKTTRENDS ZONNEWARMTE | 59
Een samenwerking van diverse fabrikanten, gerenommeerde onderwijsinstel-
lingen en testinstituten hebben een doorbraak bereikt. Ze hebben een zonne-
energie paneel ontwikkeld met een omzettingsrendement van >80%. Dit be-
tekent een vermogen van 850 wattpiek per m2. Naast een werkgroep voor de
panelen is er ook groot resultaat van de werkgroep ‘opslag’ binnen hetzelfde
consortium. Het is gelukt een accu te ontwikkelen welke een opslagcapaciteit
heeft van 12 kWh met een onbeperkt aantal laadcycli met een levensuur van
minimaal 25 jaar. Het allermooiste; de verwachte prijs zal circa €900 bedragen
waardoor decentrale opslag voor de massa bereikbaar wordt.
Toekomst? Nee hoor, sterker nog we doen het al meer dan 30 jaar met een
zonnewarmtesysteem. Een beetje fl auw misschien maar niet minder waar. De
zonnewarmtemarkt is na 30 jaar wederom aan een opmars begonnen.
Het kan u niet zijn ontgaan; er is sinds 1 januari 2016 de ISDE-aanschafsubsidie
voor onder meer zonnewarmtesystemen met als doel behalve wind en zonne-
stroom ook duurzame warmte te stimuleren. Warmte zorgt immers voor meer
dan 50% van ons energieverbruik. Daarnaast is sinds begin dit jaar ook de ener-
giebelasting op gas met 31% verhoogd. Behalve dat het de business case voor
zonnewarmte aantrekkelijker maakt is het alleen voor de naamsbekendheid van
zonnewarmte al een fantastische marketingtool en dat bij elkaar biedt kansen.
Voor nu liggen er veel kansen in de particuliere markt en wooncorporaties. Vanuit
de particuliere sector zien we als branche een sterk groeiende vraag. Slimme
leveranciers en installateurs zetten in op een combinatiedeal met PV en zonne-
boiler. Daarbij zien en horen we ook veel vraag door de ‘green BOOM generatie’.
Een generatie die al heeft geïnvesteerd in een duurzame maatregel zoals zon-
nepanelen, is aangestoken met het ‘bespaarvirus’ en na die eerste investering
bewust is geworden hoe hoog die gasrekening eigenlijk is. Nogmaals bij dezelfde
klant verkopen is daarbij een stuk effectiever dan nieuwe klanten werven. Voor
de iets langere termijn is er noodzaak tot verdere ketenintegratie met andere tech-
nieken zoals warmtepompen en pellet kachels gecombineerd met zonnecollecto-
ren, PV en WTW units. Er is weinig politieke duurzame zekerheid, maar we weten
wel dat we duurzamer gaan bouwen en renoveren al dan niet gedwongen door
regelgeving. Verder zien we ook dat na diverse pilots voor Nul op de meter en <
EPC 0,0 concepten we het niet gaan redden met alleen een dak vol PV met een
lucht/water warmtepompje. De kans en uitdaging is om vanuit de verschillende
specialisaties een ideale totaaloplossing te bieden. Zonnewarmte is daarbij al 30
jaar verreweg de meest rendabele manier om tapwater te bereiden.
Robbert van Diemen is commercieel manager bij de Nederlandse fabrikant van zonneboilersystemen HRsolar B.V. en daarnaast sinds 2015 actief als bestuurslid bij branchevereniging Holland Solar.
DOORBRAAK80% RENDEMENT EN 12 KWH ACCU
ZON WARM AANBEVOLEN
Lianda Sjerps-Koomen is programmadirecteur van TKI Urban Energy, de topsector Energie stichting van en voor bedrijven en onderzoeksorganisaties gericht op groene groei door innovatie en samenwerking in energie in de gebouwde omgeving. Zij begeleidt consortia en het nationale innovatieprogramma.
Naast de explosieve groei van zonnestroom groeit ook de toepassing van
zonnewarmte gestaag. Passief via daglicht en actief via zonneboiler/combi’s of
zonnekoelers. De nieuwe ISDE subsidieregeling geeft een extra impuls. In de
bestaande bouw staan fl inke energierenovaties op stapel. Gunstige omstandig-
heden voor zonnewarmte, waarbij innovatie voor verdere groei zorgt.
De populariteit van zonnestroom leidt tot ruimteconcurrentie op daken. Voorals-
nog zijn er daken genoeg. Toch werken onderzoekers en bedrijven al aan het
gebruik van allerlei alternatieve oppervlakken. Denk daarbij aan gebruik van de
daknok en verschillende geveldelen. In tegenstelling tot zonnestroompanelen zijn
warmtecollectoren minder gevoelig voor partiële beschaduwing. In het TKI Urban
Energy programma wordt gewerkt aan “onzichtbare” zonnefaçades: door het
ontwikkelen van coatings voor gevelelementen die zelfs bij lichte kleuren fl ink zon-
newarmte kunnen invangen. Het combineren van zonnewarmte en zonnestroom
in zogenaamde “PVT”-systemen blijft ook mogelijk, maar het valt niet mee met
die systemen de snelle prijsontwikkelingen in de separate PV-markt bij te benen
om een economisch aantrekkelijk product te krijgen.
Naast integratie in multifunctionele gevels is ook opslag een groeiroute. Warm-
teopslag kan veel compacter in andere materialen dan in een regulier watervat.
Opslag met thermochemische materialen (TCM) verliest daarnaast nauwelijks
warmte: de warmte is opgeslagen door gebruik te maken van een materiaalver-
binding. De opslag wordt opgeladen met toevoeren van zonnewarmte, waarmee
watermoleculen uit het TCM worden gescheiden. Wanneer het water met het
TCM in verbinding komt ontstaat een exotherme reactie en komt er weer warmte
vrij voor ruimtes of tapwater. De compactheid en “tijdloosheid” zorgt ervoor dat
met dit materiaal in hetzelfde volume langere periodes met zonnewarmte worden
overbrugd. Het principe is aangetoond en de eerste materialen en apparaten zijn
gebouwd. Er is nog verder ontwikkelwerk nodig, maar dan biedt het ook veel
potentie voor verdere groei en inzet van zonnewarmte.
Duurzame warmte neemt sterk toe als gevolg van de noodzaak tot het vermin-
deren van het aardgasgebruik in de gebouwde omgeving. Warmtewijken en all
electric lijken misschien een bedreiging, gezien vanuit de bekende toepassing
van een zonneboiler in combinatie met een gasketel. Warmteopslag, hotfi ll,
combinaties met warmtepompen en lage temperatuur warmte bieden echter
kansen. De aandacht voor duurzame warmte leidt tot meer inzet van nieuwe
innovatieve oplossingen voor zonnewarmte op huishoud- en op collectief niveau
de komende jaren. Zonne-energie, daar word je warm van!
60 | BIJDRAGE TKI URBAN ENERGY BIJDRAGE HRSOLAR | 61
Vanaf begin 2016 komen warmtepompen, net als zonneboilers en pelletkachels,
in aanmerking voor de investeringssubsidie duurzame energie (ISDE). De over-
heid wil met deze subsidie stimuleren dat Nederlandse huizen en bedrijven min-
der door gas en meer door duurzame warmte en elektriciteit worden verwarmd.
Zo kan energie worden bespaard en CO2-uitstoot worden teruggedrongen. Het
is een meerjarige regeling en loopt in ieder geval tot en met december 2020. Dit
biedt stabiliteit aan consumenten, maar ook aan leveranciers en installateurs. De
kans dat investeringen in opleiding en materiaal om bijvoorbeeld warmtepompen
te kunnen produceren en installeren zich zullen terugverdienen is zodoende be-
ter gewaarborgd. Voor 2016 is er €70 miljoen subsidie beschikbaar, eind maart
was hiervan ca €10 miljoen geclaimd. Ruimte genoeg dus voor meer aanvragen!
Daarnaast heeft er een verschuiving plaatsgevonden in de energiebelastingtarie-
ven voor elektriciteit en aardgas, waardoor verwarming met elektrische warmte-
pompen aantrekkelijker is geworden in vergelijking met gasgestookte HR-ketels.
De verhoging van de energiebelasting op aardgas, van circa € 0,19 naar €0,25
per kubieke meter aardgas (1ste schijf), is een toename van ruim 30% en mag
daarmee fl ink genoemd worden – tegelijk is daarmee ook zon-geproduceerde
warmte meer waard. De verlaging van de belasting (energiebelasting) op elektri-
citeit van circa € 0,12 naar €0,10 per kilowattuur elektriciteit (1ste schijf) is bijna
20% en is ook ruim. Deze belastingverschuiving maakt de investering lucratiever.
Ook zien we vanuit de Dutch Heat Pump Association (DHPA) steeds meer pro-
ductcombinaties ontstaan, zoals warmtepompboilers die direct worden aange-
dreven door elektriciteit van zonnepanelen. Of installaties waarbij de warme lucht
achter de zonnepanelen wordt gebruikt voor ruimteverwarming eventueel in com-
binatie met een warmtepomp. De komende jaren verwachten we echter vooral
een groei in de toepassing van hybride warmtepompen. Een hybride warmte-
pomp is een combinatie van een elektrische warmtepomp, die in de basislast van
de verwarming voorziet, en een gasgestookte HR-ketel die de resterende pieken
voor zijn rekening neemt. Deze combinatie is ook uitermate geschikt voor de
bestaande bouw: vrijwel elke woning kan ermee worden uitgerust.
Door deze beleidsmatige, fi scale en technische ontwikkelingen voorziet de
DHPA daarom ook een sterke groei van het aantal warmtepompen in de
gebouwde omgeving in Nederland in de komende jaren. In 2020 verwacht de
DHPA circa 500.000 warmtepompen in de woningbouw ten opzichte van circa
100.000 nu; een enorme groei, en daar komt de utiliteit nog bij. Kortom: De
toekomst voor warmtepompen in Nederland ziet er zonnig uit!
Peter Wagener is voorzitter van de Dutch Heat Pump Association (DHPA). De DHPA is de brancheorganisatie voor fabrikanten en importeurs van warmtepompen in de woningbouw en utiliteit.
Maxime Verhagen is sinds juli 2013 voorzitter van Bouwend Nederland. Daarvoor was hij vanaf 1984 actief in de politiek. In het vierde kabinet Balkenende was hij minister van Buitenlandse Zaken en in het kabinet Rutte-Verhagen was hij minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
MEER ZON VOOR DIE PLEK ONDER DE ZON
Nog nooit was er zo veel aandacht voor duurzaamheid in de gebouwde om-
geving. Van windmolens tot en met ecologische bouwmaterialen, van warmte-
pompen tot zonnepanelen. En die aandacht gaat nog verder groeien. Iedereen
weet dat de wereld duurzamer moet worden, te beginnen bij je eigen plek onder
de zon. Daarom ook wordt er ook in de bouw volop geïnnoveerd, om ook de
gebouwde omgeving zeer energiezuinig te maken. Technisch kan er al veel. Per
woning kan de eigenaar één of meerdere labelstappen zetten, of zelfs door naar
Nul-op-de meter. In de nieuwbouw zijn er al energieléverende gebouwen.
Een gebouweigenaar die wil investeren, heeft heel wat te kiezen. WKO, windener-
gie, biogas, of voor energie uit waterbewegingen, zeewier – of zonne-energie? Als
je om je heen kijkt, dan zie je op de Nederlandse daken een stevige opmars van
zonnepanelen, met aan de horizon al een koppeling aan energie-opslag plus –
straks betaalbare – elektrische auto’s. Zonne-energie gaat dus een nog grotere rol
spelen, verwacht ik. Waar liggen dan de belemmeringen en waar de kansen? Het
is indrukwekkend hoeveel er in de zonne-energie ontwikkeld wordt. Zowel voor
nieuwbouw als renovatie geeft dat interessante kansen voor duurzame gebouw-
concepten, als we kijken naar de ontwikkelingen in de BIPV (Building Integrated
Photovoltaics). Dakpannen, of bijvoorbeeld gevelplaten met zonnecellen maken
bovendien visueel aantrekkelijke duurzame gebouwen mogelijk.
Ook is de prijs van belang. Uiteindelijk moeten bouwbedrijven een gebouw
opleveren dat de klant wil betalen. Om die afwegingen goed te kunnen maken,
is kennisontsluiting nodig. Bouwbedrijven willen relevante objectieve informatie
over alle onderdelen van het gebouw. Dus ook over zonnepanelen of BIPV-pro-
ducten, als het gaat om constructieve eisen, energie-rendementen, onderhoud-
seisen, veiligheidsconsequenties, garanties, etc. Juist omdat de ontwikkelingen
in de zonne-energie zo snel gaan, en er zo veel verschillende aanbieders van
zonne-energie producten zijn, is duidelijkheid en centrale toegang zeer wenselijk.
Vanuit Bouwend Nederland stimuleren we innovatie in verduurzaming. Een
voorbeeld is het Platform ZEN (Zeer Energiezuinige Nieuwbouw), dat we samen
opgericht hebben met NEPROM, NVB en Aedes. De vijftig bedrijven die nu
meedoen, ontwikkelen binnen 2 jaar een woongebouw dat voldoet aan de
energie-eisen van januari 2021. Wat ze daarbij leren, delen ze breed. We hebben
vertegenwoordigers uit de BIPV ook uitgenodigd hun kennis te delen binnen
ZEN. Want we willen objectieve, toegankelijke kennis over producten in de
zonne-energie – vanuit één centrale plek – graag verder verspreiden. Wie zorgt
er voor die mooie, centrale plek onder de zon, voor kennis over zonne-energie?
ZONNIGE TOEKOMSTVOOR WARMTEPOMPEN IN NEDERLAND
13
62 | BIJDRAGE DUTCH HEAT PUMP ASSOCIATION BIJDRAGE BOUWEND NEDERLAND | 63
DE ZONBREEKT NU ÉCHT DOOR
Claudia Reiner is vicevoorzitter van UNETO-VNI, ondernemers-organisatie van installatiebranche.
Dit jaar breekt zonne-energie in Nederland naar verwachting nieuwe records.
Woningcorporaties, woningeigenaren en vastgoedbezitters kiezen steeds vaker
voor de zon als energiebron. Zowel zon-pv (elektriciteit uit zonne-energie) als
thermische zonne-energie (warm water uit zonne-energie) groeien razendsnel.
En dit is nog maar het begin. De doorbraak van zonne-energie komt niet uit
de lucht vallen. Allereerst nemen de rendementen snel toe. Discussies over
terugverdientijden zijn achterhaald en in 2020 heeft niemand het daar meer over!
De elektriciteit die onze zonnepanelen opwekken, gaat dan namelijk niet langer
verloren. Met slimme opslagsystemen laden we onze elektrische auto op en
laten we ’s avonds het licht branden. Zo worden we steeds minder afhankelijk
van fossiele energiebronnen én van grote energiebedrijven.
Nieuwe technieken maken het mogelijk zonnepanelen te integreren in daken en
gevels. Over ‘lelijke’ zonnepanelen hoor je straks niemand meer. Ook snelwegen
en fi etspaden wekken in de toekomst groene stroom op. Ondertussen richten
woningbezitters energiecorporaties op en delen ze hun duurzaam opgewekte
energie met elkaar. En smart grids (slimme energienetwerken) geven zonne-
energie nog een extra impuls. Zonne-energie is onmisbaar voor een duurzame
energiemix. In zogenaamde nul-op-de-meterprojecten dragen zonnepanelen
standaard bij aan energieneutrale woningen. Woningbezitters en corporaties die
een lagere energierekening willen, investeren vooral in zonne-energie.
Dus zonne-energie is één groot succesverhaal? Nee. Nog niet. Miljoenen wonin-
gen in de koopsector kunnen energiezuiniger worden. Vooral bij woningen met
een energielabel E,F of G (dat zijn er zo’n 1,35 miljoen!) is veel winst te behalen.
Met behulp van onder meer zonnepanelen kunnen die woningen een fl inke ‘label-
sprong’ maken. Helaas is de fi nanciële drempel voor de meeste eigenaren nog te
hoog. Om huizenbezitters in beweging te krijgen, zijn voortvarende fi scale maatre-
gelen nodig. UNETO-VNI wil het energielabel van de woning belangrijker maken.
Nu is het label alleen interessant voor de eigenaar wanneer hij of zij de woning
verkoopt. Maar waarom zou een groener energielabel de huidige eigenaar geen
voordeel opleveren? Met een eenmalige korting op de inkomstenbelasting maken
we investeren in een energiezuinige woning een stuk aantrekkelijker. Zonnepane-
len zullen met zo’n maatregel in één klap nóg populairder worden.
Als het aan UNETO-VNI ligt, wordt decentrale energie de standaard. Daar hoort
een verplichte toepassing van zonnepanelen in de nieuwbouw bij én handhaving
van de salderingsregeling. Voegen we daar de juiste fi scale maatregelen en een
ruimer energiebesparingsfonds aan toe, dan breekt de zon pas echt door.
Albert Jan Maat is voorzitter van LTO Nederland. De Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) is het samenwerkingsverband van LTO Noord, ZLTO en LLTB. LTO vertegenwoordigt bijna 50.000 agrarische ondernemers en maakt zich sterk voor hun economische en maatschappelijke positie.
We bevinden ons in een bijzonder tijdsgewricht: terwijl de energieprijzen zich op
een ongekend laag niveau bevinden, dringt tegelijkertijd breed het besef door dat
we op korte termijn onze consumptie van gas, steenkool, bruinkool, olie en scha-
liegas drastisch moeten verminderen. Niet alleen omdat deze energievoorraden
eens zullen opraken, maar ook omdat doorgaan met het verbranden van fossiele
energie onomkeerbare gevolgen zal hebben voor ons klimaat. Boeren en tuinders
beseffen dat als geen ander: ze ervaren de gevolgen van de klimaatverandering
nu al aan den lijve. Zo teistert steeds vaker heftige regenval de gewassen, met alle
gevolgen voor opbrengst en kwaliteit van dien.
Ondertussen voltrekt de omschakeling naar duurzame energie zich nergens zo
snel als juist in de land- en tuinbouw. Even wat cijfers op een rij. Bij 42% van de
initiatieven op het terrein van duurzame energie zijn boeren en tuinders betrok-
ken, vaak samen met andere partners. Dan gaat het om windmolens, zonnepa-
nelen, biomassa-installaties en geothermiek (aardwarmte). Zestien procent van
de boeren en tuinders beschikken over zonnepanelen. En 71 procent van de
windmolens in Nederland staat op boerenland. Inspanningen waarbij Nederland
als geheel nogal schril afsteekt.
Ook specifi ek op het gebied van zonne-energie staat onze sector in de frontlinie.
Zo slaat een melkveebedrijf in Vierakker de energie die opgewekt wordt met
zonnepanelen, op in een grote batterij. Zodat ook in de nacht gebruikgemaakt
kan worden van eigen, groene energie. Ander voorbeeld: de tuinbouw werkt aan
een kas die per saldo geen energie meer vergt, maar juist energie oplevert (www.
kasalsenergiebron.nl). Het potentieel van de sector is nog lang niet uitgeput. Alle
vormen van duurzame opwekking zijn hard nodig, inclusief zonnepanelen. Stel:
ieder agrarisch bedrijf in Nederland legt 2.500 vierkante meter zonnepanelen
aan. Op 26.000 bedrijven zou dat 6.500 hectare aan zonnepanelen betekenen.
Omgerekend zou dat 6.500 megawatt aan stroom opleveren.
En daarom is het zo jammer dat onze overheid onduidelijkheid laat bestaan over
het verdienmodel na 2020 (wanneer de salderingsregeling formeel ophoud te
bestaan). Boeren en tuinders worden daardoor terughoudend om te investeren,
terwijl ze kunnen uitgroeien tot regionale energieleveranciers. Duurzame energie
is niet alleen een must met het oog op onze kinderen en kleinkinderen, het is óók
een geweldige stimulans voor de economie op het platteland én voor de leefbaar-
heid van het buitengebied. Het ministerie van EZ moet aan de slag en vóór 2017
helderheid verschaffen. Aan de inzet van LTO Nederland zal het niet liggen. En
aan de ambities van Nederlandse boeren en tuinders al helemaal niet!
BOEREN EN TUINDERSALS REGIONALE ENERGIELEVERANCIERS
64 | BIJDRAGE UNETO-VNI BIJDRAGE LTO NEDERLAND | 65
Als het aan de consument ligt dan gaat energie-opwek uit zon een belangrijke
rol spelen in de veranderende energiewereld. Zonne-energie biedt volop moge-
lijkheden om de consument direct aan huis van energie te voorzien. Dit zonder
tussenkomst van andere partijen die er wat van opstrijken. Ook andere vormen
van energie-opwek, minder direct afgeleid van de zon, zoals warmtepompen,
hebben de interesse. Het komt er eigenlijk op neer dat de consument meer baas
wil worden over zijn eigen energievoorziening.
Maar het wordt de consument niet makkelijk gemaakt om zijn nieuwe rol als
prosument te pakken. Goede stimulansen vanuit de overheid ontbreken. Er is,
op het terrein van zonne-energie veel zwabberbeleid gevoerd. En ook nu weer,
met de evaluatie van de salderingsregeling voor de deur, is er onzekerheid voor
mensen die zonnepanelen hebben of de intentie hebben deze aan te schaffen.
Ondanks het zwabberbeleid zien we gelukkig dat er volop ontwikkeling is in zon-
nestroomland. Het tipping point is al bereikt, waardoor stroom van je dak goed-
koper is dan van een energiebedrijf. Nog even en onze dakpannen of andere
onderdelen van onze woning wekken zelf stroom op. De mogelijkheden worden
legio. Te meer als elektrische auto’s als tijdelijke energieopslag gaan fungeren.
Vereniging Eigen Huis stimuleert deze ontwikkelingen en waakt voor meer
gezwabber, want dat maakt het onnodig ingewikkeld en duur. Wij vinden het
belangrijk dat de beleidsmakers in Den Haag de weg vrij maken voor duurzame
lokale opwek. Ook de mogelijkheid om deze fl exibel te beprijzen hoort daarbij.
Zodat vraag en aanbod op ieder moment van de dag een mooie match vormen.
Vanuit maatschappelijk oogpunt en in het belang van onze 730.000 leden
draagt Vereniging Eigen Huis zelf bij aan deze transitie. Zo ontzorgen we onze
leden collectief bij de aanschaf en installatie van zonnepanelen. Daarbij worden
hoge kwaliteitscriteria gesteld. Inmiddels hebben onze leden meer dan 150.000
panelen met hulp van de vereniging geïnstalleerd. Daarnaast is onder de naam
‘Slimme Energieservice’ een pilot gestart waarbij de vereniging haar leden helpt
hun woning stapsgewijs naar nul-op-de meter te brengen. Naast slim energie
inkopen, is het verduurzamen van de woning en het zelf opwekken van energie
met zonnepanelen hier een essentieel element in.
Kortom, zonne-energie biedt volgens Vereniging Eigen Huis volop mogelijkheden
en heeft de interesse van de consument. Politiek Den Haag doet er goed aan
deze ontwikkelingen verder aan te zwengelen in plaats van af te remmen.
Cindy van de Velde is algemeen directeur van Vereniging Eigen Huis waarbij ruim 700.000 huiseigenaren aangesloten zijn.
ZON OP EIGEN HUISNIET AFREMMEN, MAAR AANZWENGELEN
Erik Lysen is voorzitter van Holland Solar. Dit is de brancheorganisatie van Nederlandse experts in zonne-energie met circa 130 leden, waaronder leveranciers, fabrikanten, installateurs, adviseurs en architecten.
OP WEG NAAR 100% ZONIN ALLERLEI GEDAANTES
Zonne-energie wordt de grootste energiebron. Sterker nog, het ís al de
grootste energiebron, want al onze olie, kolen en gas zijn gestolde zonne-
stralen, en windenergie, waterkracht en vooral biomassa worden dagelijks
via de zon geproduceerd. Allemaal met rendementen van 1 of 2%, maar dat
maakt de natuur niet uit, met zulke overvloed. Daarin schuilt ook meteen de
uitdaging die ons de komende decennia te wachten staat, want we zullen de
overal aanwezige zonne-energie op allerlei intelligente en effi ciënte manieren
moeten gaan omzetten en korter of langer opslaan. Met zonnestroom doen
we dat al steeds vindingrijker, en batterijopslag begint aantrekkelijk te wor-
den. Bij zonnewarmte ook, want zonneboilers slaan de warmte al dagenlang
op. Het wordt pas echt spannend, als we de hele energievoorziening op
zonne-energie willen laten draaien.
Een simpel rekenvoorbeeld: wat wordt de bijdrage van zonnestroom? Onze
Nederlandse (fi nale) energievraag is ruim 2100 PJ/jaar, en we verwachten dat
die komende decennia ongeveer gelijk blijft, als de groei wordt bijgehouden
door effi ciencyverbeteringen. Er staat nu ruim 1,5 GWp zonnestroomvermo-
gen opgesteld, die produceert ongeveer 5 PJ/jaar. Naar verwachting halen
we het tienvoudige rond 2025, dus 50 PJ. Het potentieel ligt op het hon-
derdvoudige, 150 GWp (NAZ), tegen 2075. Met ruim 500 PJ dus een kwart
van de vraag. Vermoedelijk zal dan tussen de 100 en 200 PJ rechtstreeks
door gebruikers of in het net kunnen worden opgenomen, de rest moet
worden omgezet en opgeslagen, dus de effectieve fi nale bijdrage zal tussen
de 300 en 400 PJ liggen. Dus zal ruim 1700 PJ uit zonne-energie in allerlei
gedaantes moeten komen: vooral zonnewarmte, windenergie en biomassa,
en mogelijk deels uit kunstmatige brandstoffen via elektrolyse of andere
slimme omzettingen: waterstof, methaan, ammoniak, et cetera.
Dan is er de klimaatdoelstelling van Parijs. Zoals in de discussienotitie van
Turkenburg c.s. wordt gesteld: we kunnen alleen de 2 graden doelstelling
halen als broeikasemissies verregaand verminderen. Daarvoor zijn energiebe-
sparing en hernieuwbare bronnen absoluut noodzakelijk, maar onvoldoende
en zal actieve verwijdering van CO2 uit de atmosfeer noodzakelijk zijn, via
mondiale inzet van biomassa met CCS. Ook ik denk dat dat (helaas) nodig
zal zijn, maar vanuit Holland Solar en de zonnesector blijven wij ons best
doen om zonnestroom en zonnewarmte zo snel mogelijk honderdvoudig te
laten groeien. En voor zonnestroom betekent dat: een vervolg op de salde-
ringsregeling na 2020 is zeker nodig. Daar werken we hard aan in de NVDE
werkgroep Decentrale Stroomopwekking.
66 | BIJDRAGE VERENIGING EIGEN HUIS BIJDRAGE HOLLAND SOLAR | 67
ZON CRUCIAALVOOR DOELSTELLINGEN ENERGIEAKKOORD
Zonne-energie Ondernemers Nederland (ZON) is een werkgeversorganisatie van Nederlandse ondernemers die actief zijn in zonnestroom. ZON is een organisatie voor én door Nederlandse ondernemers uit de zonne-energiesector. Zij geeft hen een stem en is gesprekspartner voor politiek, sector en bedrijfsleven. De organisatie wil een bijdrage leveren aan de totstandkoming van een stabiel meerjarenbeleid voor zonnestroom en het creëren van gezonde voorwaarden daartoe.
De bewustwording over de klimaatproblematiek wordt steeds groter en
de vraag over hoe we daar mee omgaan wordt in steeds bredere kringen
gesteld. De wereldleiders hebben in Parijs een duidelijk akkoord geslo-
ten en ook in Nederland is er brede steun voor het Energieakkoord. Ook
steeds meer “gewone mensen” beginnen zich zorgen te maken over de
opwarming van hun aarde en de gevolgen daarvan voor henzelf en hun
(klein)kinderen. Het onderwerp zal een zeer belangrijk item worden bij de
eerstvolgende verkiezing voor een nieuwe Tweede Kamer.
Maar waar staan we nu eigenlijk echt? Het Energieakkoord geeft aan dat
als alle stimuleringsmaatregelen hun werk doen er in 2023 voor 17 Peta-
Joule (PJ) aan energie uit zonnestroom moet komen. Thans is er sprake
van 7 PJ. Binnen de mix aan stimuleringsregelingen voor zonnestroom
levert Saldering duidelijk de belangrijkste bijdrage. Op basis van het
salderen neemt het aantal huishoudens, bedrijven, sportclubs en scholen
met zonnepanelen jaarlijks met meer dan 100.000 toe en dat zou nog
jarenlang zo door kunnen gaan.
Het lijkt er echter op dat lang niet alle doelen uit het Energieakkoord zul-
len worden behaald en er gaapt sowieso nog een gat van minstens 45
PJ. Nederland bungelt ondertussen nog steeds onderaan het Europese
lijstje landen van duurzaam energiegebruik. Alleen Luxemburg en Malta
doen het nog beroerder. Het rijke Nederland is bezig om zich in dit op-
zicht ‘onsterfelijk belachelijk ‘te maken.
Zon wordt daarbij nog sterk in haar potentie onderschat maar zou zeker
een belangrijk deel van die 45 PJ kunnen vullen. Zekerheid ten aanzien
van salderen, ook na 2020, is daarbij cruciaal. Voor particulieren, maar
zeker ook voor bedrijven en de huursector. Ook daar groeit immers de
wens om bij te dragen aan de oplossing voor het klimaatprobleem, zeker
als dat nog voordelig is ook.
Bovendien zal met een verdere groei van zonnestroom ook de werkge-
legenheid doen toenemen. Eind 2014 waren er al 10.000 banen in de
sector. Nederlandse banen welteverstaan. Eén van de doelen van het
Energieakkoord is dat er 15.000 banen uit zouden voortkomen. Alleen al
zonnestroom, grotendeels gedragen door de salderingsregel, lijkt deze
doelstelling in zijn geheel te gaan verwezenlijken.
Gezien het bovenstaande mag saldering voorlopig niet ter discussie
staan. ‘Gewone mensen’ baseren er hun besluit op om zonnepanelen
op hun dak te leggen en Nederland heeft deze groei meer dan nodig om
aan z’n afspraken te voldoen. Op termijn moet er zeker gedacht worden
aan verbeteringen van de regeling, met name om ervoor te zorgen dat
huishoudens efficiënter omgaan met de energie die ze zelf opwekken.
De regeling zal ook moeten gaan aansluiten bij de behoefte van ener-
giebedrijven aan verdere flexibilisering van tarieven. Dit alles kan echter
hand in hand gaan en Z.O.N. heeft daar uitgewerkte ideeën over (zie ook
Solar Magazine maart 2016).
Maar nu eerst moet er keihard aan gewerkt worden om het aandeel
elektriciteit uit zonne-energie verder te vergroten van (nu) 1,5% naar ruim
5% (in 2023).Met het huidige pakket aan stimuleringsmaatregelen is dat
–tenminste- mogelijk. Het ware prettig als ook de politieke leiders meer
doordrongen raken van het belang van zon. Hun kiezers zijn het al.
De nieuwe voorzitter van ZON, Hans Cornuit, zal hier veel aandacht
aan gaan geven.
‘Nederland bungelt ondertussen nog steeds
onderaan het Europese lijstje landen van duurzaam
energiegebruik. Alleen Luxemburg en Malta doen
het nog beroerder. Het rijke Nederland is bezig om
zich in dit opzicht “onsterfelijk belachelijk” te maken’
68 | BIJDRAGE STICHTING ZON BIJDRAGE STICHTING ZON | 69
Ingenieur André Derksen is verbonden aan KvINL en is projectcoordinator bij ISSO. ISSO is het Kennisinstituut voor installatietechniek. Derksen is verder onder andere projectcoördinator van het Handboek Zonne-energie. Begin 2016 is een herdruk van het Handboek Zonne-energie verschenen.
KWALITEIT ESSENTIEEL IN VOLWASSEN ZONNE-ENERGIEMARKT
Zonne-energie zal in de toekomst een grote (de grootste?) rol spelen in
de energievoorziening. We zullen zien dat er in steeds meer gebouwen
geïntegreerde oplossingen komen waarbij het systeem bijna niet meer
zichtbaar is. Met name voor deze installaties is het van belang de ze 25 tot
30 jaar probleemloos kunnen functioneren. Het probleem bij zonne-energie
installaties is dat je niet ziet of hij het “doet”. Bij zonne-energie installatie
grijpen een aantal disciplines in elkaar en elke discipline is essentieel om de
installatie goed te laten functioneren.
In tegenstelling tot omringende landen kent Nederland nog geen verplichte
certifi cering voor installatiebedrijven die zich met zonne-energie bezig
houden. Volgens de Consumentenbond en Vereniging Eigen Huis gaat er
nog veel mis bij de installatie van zonnepanelen in Nederland. Daardoor
lopen bezitters van zonnepanelen geld mis, wordt onveilig gewerkt op de
daken en ontstaan gevaarlijke situaties met stroom. Als mogelijke oplossing
om betere installaties te krijgen stellen ze een verplichte certifi cering van
installatiebedrijven voor. Op dit moment wordt er helaas niet altijd gevraagd
naar een gecertifi ceerde of erkend installateur. Met name bij collectieve
inkoopacties zou vaker naar een gecertifi ceerd bedrijf gevraagd moeten
worden. Een certifi caat is niet zaligmakend, maar is wel noodzakelijk voor
de kwaliteit. Gecertifi ceerde en erkende bedrijven zullen zich moeten blijven
bewijzen. Ze zijn terug te vinden via het kwaliteitsregister voor de bouw- en
installatietechniek; qbisnl.nl
In tegenstelling tot omringende landen kent
Nederland geen verplichte certifi cering voor
installatiebedrijven die zich met zonne-energie
bezighouden. Een certifi caat is niet zaligmakend,
maar is wel noodzakelijk voor de kwaliteit.
Pascal Plaisier is verbonden aan Sterkin en consultant HSE bij HSE-Advies. Plaisier geeft advies over kwaliteit, arbeidsomstandigheden en veiligheid van machines en explosiegevaarlijke gebieden. Hij is deskundig in veiligheid van elektrotechnische installaties, waaronder NEN 1010, NEN 3140 en ATEX 137. Ook is hij redactielid van het vakblad StroomLijn van Sterkin, een onafhankelijke beheerder van diverse erkenningsregelingen.
Verduurzamen, hét sleutelwoord van de tegenwoordige tijd. Als we de beleid-
smakers en politici mogen geloven zal het percentage duurzame energie in 2020
zo’n 14% zijn. Nu staan we op ongeveer 5%. Dus voor de komende 5 jaar staat
er nog een hoop te gebeuren. We zullen er dus met z’n allen hard aan moeten
trekken om deze doelstelling te realiseren. Natuurlijk is zonne-energie niet de
enige soort duurzame energie die we kennen. De andere belangrijkste vormen
zijn windenergie, bio-energie, aardwarmte en groene stroom. Al ontstaat groene
stroom vaak door de andere vormen van duurzame energie. Zonne-energie is
echter wel de drijvende kracht voor het kunnen behalen van de doelstellingen.
Zonne-energie is relatief snel te realiseren en doordat de prijs per Wp de afgelo-
pen tijd is gedaald door de verdere ontwikkeling van zonnepanelen, is de popu-
lariteit er ook naar. Bedrijven met voldoende dakoppervlak zien in zonnepanelen
een goede investering om een duurzame bijdrage te leveren. Denk bijvoorbeeld
aan de agrarische sector, maar ook eigenaren van vastgoed die hun daken van
bijvoorbeeld kantoorpanden volleggen. Met de vervanging door zonnepanelen
slaat men hiermee twee vliegen in één klap. Een andere drijfveer is de verplichting
om alle asbesthoudende daken te vervangen voor het jaar 2024. De meeste
asbesthoudende daken (75%) liggen bij agrarische bedrijven. Voor het vervangen
door zonnepanelen voor zowel deze bedrijven als particulieren, overige bedrijven,
non-profi t organisaties en overheden gelden momenteel subsidieregelingen.
Zolang er maar een voldoende stimulans aanwezig is, zal zonne-energie ook
een grotere rol gaan spelen in de verduurzaming van de energiemix. We moeten
wel, de resterende tijd is kort en zoals gezegd is zonne-energie snel te realiseren.
Deze sector is nog zeker niet uitontwikkeld; de energie opwekking per m2 groeit
nog steeds, de variatie in en de toepassing van zonnecellen is groot (verschil-
lende kleuren, buigbaar, lichtdoorlatend, overrijdbaar, etc.) en er kan steeds meer
worden geïntegreerd in constructies. Hier liggen dus zeker kansen voor allerlei
sectoren, maar ook voor (lokale) overheden en de energieproductiebedrijven.
Belemmeringen zijn er echter ook en die zullen zoveel mogelijk uit de weg
moeten worden geruimd. Denk bijvoorbeeld aan de langlopende vergunnings-
trajecten om een project te realiseren. Meer opwekken van zonne-energie heeft
ook nadelen. Het opwekken van de energie is stap 1, maar het goed kunnen
distribueren van de energie is stap 2. Met de toename van decentrale opwek-
kers, zijn de energiestromen ook veranderd. Op een zonnige dag kan door de
opwekking van zonne-energie het lokale distributienetwerk worden overbelast.
Een verdere integratie van energieopwekkers en het lokaal kunnen opslaan van
energie zal dan ook meer en meer noodzakelijk worden.
HELP NEDERLANDDE VERDUURZAAMHEID DOOR
70 | BIJDRAGE ISSO BIJDRAGE STERKIN | 71
14VERANTWOORDING
Woord van dank
Allereerst gebruiken wij hier de ruimte om alle betrokkenen te bedanken
voor hun bijdragen. Tientallen mensen hebben bijgedragen aan het Natio-
naal Solar Trendrapport 2016. De betrokkenen zijn de solar professionals
die de enquête hebben ingevuld, de branchegegevens aan de notaris heb-
ben aangeleverd of een inhoudelijke bijdrage hebben geleverd. Daarnaast
hebben we input ontvangen van (kennis)partners en bijdragen van bran-
che-, lobby- en kennisverenigingen.
Nationaal Solar Trendrapport 2016
Het Nationaal Solar Trendrapport 2016 (NST) wordt uitgebracht door Solar
Solutions Int., Solar Magazine, TKI Urban Energy en wordt geproduceerd
in samenwerking met Holland Solar, UNETO-VNI, Bouwend Nederland,
KvINL, Sterkin en de DHPA. Het belang van het NST wordt steeds gro-
ter. Dagelijks worden besluiten genomen over onze sector rond salderen,
subsidies, belastingen en ontwikkeling van wetgeving. Alleen met keiharde
cijfers over werkgelegenheid, omzet en trends kan onze sector goed verte-
genwoordigd worden in Den Haag.
Opzet Enquête
Hoofdstukken 10, 11 en 12 zijn gebaseerd op gegevens die door de sector
middels een enquête zijn aangeleverd. De enquête is dit jaar opgebouwd
uit twee delen, namelijk een deel voor zonnestroom en een deel voor
zonnewarmte. In totaal is de enquête 306 keer volledig ingevuld. Van de
respondenten werkt 90% volledig of grotendeels met zonnestroom en 10%
volledig of grotendeels met zonnewarmte.
Opzet brancheonderzoek
Via de partners TKI Solar Energy, Holland Solar en Solar Magazine is aan
de zonne-energiebedrijven gevraagd naar cijfers over omzet, winst en
voltijdsbanen (fte’s) aan te leveren bij notaris Feikema in Castricum. De
notaris anonimiseerde de gegevens en retourneerde deze aan ons. Als
controlemechanisme is voor de vier categorieën in de zonnestroomsector
een ‘top-prospectlijst’ toegevoegd waarvan een inschatting is gemaakt dat
zij ruim tachtig procent van de omzet zouden vertegenwoordigen.
Van deze ‘top-prospectlijst’ hebben in totaal tien bedrijven gereageerd.
Door deze respons uit de ‘top-prospectlijst’ is het statistisch aannemelijk
dat de respondenten meer representatief zijn voor de gehele branche, dan
voor alleen de bedrijven met de hoogste omzet. Een statistische represen-
tatieve groep van 'leveranciers/importeurs' (categorie C) en
niet-technische dienstverleners (E) en heeft gereageerd.
Uw input
Van deze ‘top-prospectlijst’ hebben in totaal elf bedrijven gereageerd.
Door de lage respons uit deze ‘top-prospectlijst’ is het aannemelijker dat
de respondenten meer representatief zijn voor de gehele branche, dan
voor alleen de bedrijven met de hoogste omzet. Vijftig van de ruim twee-
entwintighonderd van de zonne-energiesector hebben gereageerd op het
onderzoek. Ten opzichte van vorig jaar heeft een relatief kleine groep op
leveranciers/producenten (categorie A&B) gereageerd. Vandaar dat deze
cijfers gebaseerd zijn op afgelopen jaar.
Respons
De respons op de enquête voor de branchegegevens was als volgt:
72 | VERANTWOORDING VERANTWOORDING | 73
A. Leverancier van apparatuur voor de productie van PV systeemcomponenten
B. Leverancier van PV-systeem-componenten (w.o. materialen, grondstoffen, cellen en panelen)
C. Leverancier van complete PV systemen (w.o. groothandel)
D. Installateur, aannemer en system integrator**
E. (Niet-)Technisch dienstverlener (w.o. R&D organisaties, advies-bureaus en fi nanciers)
Statische
foutm
arge*
36 33 30 42 3 7,5 0,684
2012
2013
2014
2015
Resp
ons
ond
erzoek
Resp
ons (%)
144 132 120 110 2 1,8 0,483
175 175 175 185 11 5,9% 0,202
1.500 1.500 1.500 1.600 19 1,2% 0,187
200 225 250 250 7 2,8% 0,366
2.055 2.065 2.075 2.185 40
ZONNESTROOM
ZONNEWARMTE30 8 23% 0,330
2012
Resp
ons
ond
erzoek
Resp
ons (%)
Statische
foutm
arge*
Leverancier
74 | VERANTWOORDING VERANTWOORDING | 75
Fotogebruik
Pagina 4-5 | IKEA Zwolle, copyright Esdec
Pagina 6-7 | Amsterdam, copyright Amsterdam
Pagina 10 | Exasun, copyright Edwin Wiekens
Pagina 14-15 | ThyssenKrypp, copyright KiesZon
Pagina 20 | Netbeheerder Stedin, copyright Stedin
Pagina 24 | Zonnefi etspad Krommenie, copyright SolaRoad
Pagina 32 | Ladende elektrische auto, copyright ElaadNL
Pagina 48 | Productiemachine zonnecellen, copyright Tempress Systems
Pagina 49 | Powermatcher, copyright TNO
Pagina 53 | Zoneiland Almere, copyright Nuon
Pagina 67 | Zoneiland Almere, copyright Nuon
Pagina 67 | Zonnepanelen Karpack, copyright Loyalty Solar
Pagina 67 | Zonnecarport Apenheul, copyright KiesZon
Disclaimer
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou-
digd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch mechanisch,
door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Solar Solutions. De uitgever kan op generlei wijze
aansprakelijk worden gesteld voor enige eventueel geleden schade door fou-
tieve vermelding in dit rapport. De organisatie van het Solar Trendrapport 2016
is niet verantwoordelijk voor de inhoud van externe bijdragen.
* De foutmarge bij een betrouwbaarheidsniveau van vijfennegentig procent. Als voorbeeld, bij
een foutmarge van 22,6 procent geldt dat wanneer de vraag was beantwoord aan álle zonne-
energiebedrijven en de gemiddelde omzet uit 2014 van een producent is twintig miljoen euro, dat
tussen de twintig miljoen euro - 22,6 procent en twintig miljoen euro + 22,6 procent (dus tussen
de 15,5 en 24,5 miljoen euro) datzelfde antwoord gekozen zou hebben. Om deze foutenmarge
te verlagen is een grotere steekproef nodig, dus een hogere respons op dit onderzoek. Ondanks
herhaalde oproepen, nabellen en een laatste noodoproep via de verschillende partners is dit
helaas niet gelukt.
** De respons van de eerste twee categorieën A en B is na een herhaalde oproep niet hoger
gekomen dan een totale respons van 5 bedrijven. De cijfers zijn daardoor niet representatief,
waardoor gebruik gemaakt is van de cijfers van vorig jaar, welke een relatief hoge representativi-
teit hadden. Gezien de groei van deze markt afgelopen jaar is de inschatting dat de totaalomzet
eerder conservatief benaderd is, dan optimistisch.
*** De respons van installateurs op het marktonderzoek is buiten beschouwing gelaten, aange-
zien de cijfers dusdanig afweken, dat deze onbruikbaar bleken. Om de werkgelegenheid in fte’s
toch te kunnen berekenen is op basis van het geschatte geïnstalleerd vermogen een inschatting
gemaakt van de arbeidstijd per Wattpiek. Daarbij is gebruik gemaakt van een gemiddelde instal-
latie van 9 panelen (2.250Wattpiek), 16 uren per systeem, 1.600 werkuren per jaar per fte en een
gemiddeld zonnepaneel vermogen van 250Wattpiek.
Bronnen
Amerongen, Gerard, Geïnstalleerd vermogen Zonnewarmte,
Holland Solar, april 2015
Belastingdienst, http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcon-
tentnl/belastingdienst/zakelijk/ondernemen/bedrijfskosten_en_investeren/
investeringsregelingen/.
CBS StatLine, http://statline.cbs.nl/StatWeb/?LA=nl.
Dutch Heat Pump Association & CBS StatLine, Warmtepompen; aantallen,
thermisch vermogen en energiestromen, 17 december 2015.
Eurostat, Energy from renewable sources, http://ec.europa.eu/eurostat/
statistics-explained/index.php/Energy_from_renewable_sources
Nationale Energieverkenning 2015,
Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), Petten 2015.
Nederlandse Douane, importcijfers, januari 2016
Planbureau voor de Leefomgeving & DNV GL, PV Potentieelstudie,
Het potentieel van zonnestroom in de gebouwde omgeving van Nederland,
augustus 2014.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO),
Senternovem databank Jive
Segaar, Peter, Geïnstalleerd vermogen Zonnestroom, Polder PV, april 2015.
Segaar, Peter, Grootste zonnestroom projecten Nederland, Polder PV,
april 2015.
Stichting Monitoring Zonnestroom, Inventarisatie PV markt Nederland,
februari 2016.