Gaswisseling in het water

Ademhalingsvormen

• Kieuwen, tracheeën en longen.

• Onder water geen longen en tracheeën:– Onder water minder zuurstof– Dichtheid van water is te hoog• in en uit pompen water kost teveel energie.

Kieuwen• Inwendig (1) en uitwendig (2):

• Uitwendig (2):– Uitstulpingen huid – Stroomt water langs – Stroomsnelheid water is bepalend voor de gaswisseling

• Nadeel uitwendig: – Gestroomlijndheid vis neemt af– Sneller last van beschadiging

• Komt vooral voor bij kleine dieren:– Insecten– Kikkervisjes– Salamanders

Kieuwen

• Inwendig:– Liggen geborgen in een holte: bescherming– Ventilatiesysteem is nodig

• Vanuit mondholte wordt water langs kieuwen gepompt

• Water verlaat kieuwen via kieuwdeksels: concentratie gradiënt blijft groot

Kieuwen

• Onder de kieuwdeksels liggen de kieuwen:– Opgebouwd uit aantal kieuwbogen– Daarin kieuwplaatjes met daarop kieuwlamellen.

Kieuwen

• Inwendige kieuwen komen voor bij snelle zwemmers– de makreel – tonijn

Wat zal het doel kunnen zijn voor deze ingewikkelde opbouw van de kieuwen?

Tegenstroomprincipe

• Zoek op wat het tegenstroomprincipe precies inhoudt

• Het is de bedoeling dat je volgende week de werking van het tegenstroom principe moet kunnen uit leggen aan de klas