Financiering - Earningsstripping - Apertas · HR: 14 oktober 2016, BNB 2017/6 • Een bijzondere...

Post on 13-Aug-2020

1 views 0 download

Transcript of Financiering - Earningsstripping - Apertas · HR: 14 oktober 2016, BNB 2017/6 • Een bijzondere...

Financiering - Earningsstripping

11 juni 2019

Dr. F.J. (Frank) Elsweier

Programma19.00 – 20.00: Breaking news, kwalificatie geldverstrekking, onzakelijke lening

20.00 – 20.10: Pauze

20.10 – 21.00: Renteaftrekbeperkingen art. 8c, 10a, 10b, 15b Wet VPB en fraus legis

21.00 – 21.10: Pauze

21.10 – 21.45: Verdieping art. 15b Wet VPB (earningsstripping)

Hunkemöller - Fraus legis – HofApril 2019

Hunkemöller – Fraus legis - HofInspecteur stelt zich op standpunt dat:

• Er geen sprake is van een lening, maar van een kapitaalverstrekking;

• De rentelast onzakelijk is (Cessna-criterium);

• De voorwaarden waaronder de converteerbare lening is verstrekt onzakelijk zijn;

• De renteaftrekbeperking art. 10a Wet VPB (winstdrainage) van toepassing is;

• De renteaftrekbeperking art. 10d Wet VPB oud (thincapregeling) van toepassing is;

• De renteaftrek op basis van fraus legis moet worden ontzegd.

Paraplukredietarresten – Hoge Raad10 mei 2019

Verlies voortvloeiend uit paraplukrediet (kredietarrangement) niet aftrekbaar indien:

• een vennootschap deelneemt aan een kredietarrangement waarin tevens wordt deelgenomen door andere vennootschappen van het concern waartoe die vennootschap behoort, en

• die vennootschap zich hoofdelijk aansprakelijk stelt voor alle vorderingen die de bij het arrangement betrokken schuldeiser of schuldeisers uit hoofde van dat arrangement heeft of hebben op die andere vennootschappen, en voorts

• een regresvordering die uit die aansprakelijkheid ontstaat niet zal worden opgeëist zolang de gehele uit het arrangement voortvloeiende schuld niet is voldaan.

1. Kwalificatie geldverstrekking & hybride lening

• Hoofdregel

• Herkwalificatie VV in EV

– Deelnemerschapslening

– Aanpassing M-D richtlijn (art. 13 lid 17)

• Herkwalificatie EV in VV?

Hoofdregel: vermogensverstrekking is lening (vv)

• Winstsfeer van toepassing

– Gevolgen debiteur

• Bij kwijtschelding hoofdsom…?

• Rente in beginsel aftrekbaar

– Gevolgen crediteur

• Verlies op hoofdsom in beginsel aftrekbaar

• Rente belast

Moeder

Dochter

Hoofdregel: vermogensverstrekking is kapitaal (ev)

• Kapitaalsfeer van toepassing

– Gevolgen kapitaalnemer

• Bij kwijtschelding hoofdsom…?

• Vergoeding (dividend) niet aftrekbaar

– Gevolgen kapitaalverstrekker

• Verlies in beginsel niet aftrekbaar, maar…

• Dividend doorgaans niet belast, want…

Moeder

Dochter

Herkwalificatie VV in EV (1)

• Kwalificatie als lening?

– Civielrechtelijk vorm in beginsel beslissend (BNB 1988/217)

– Terugbetalingsverplichting staat centraal (BNB 2007/104)

• Uitzonderingen (lening fiscaal aanmerken als kapitaal)

– Schijnlening

– Deelnemerschapslening

– Bodemlozeputlening

Herkwalificatie VV in EV (2)

• Deelnemerschapslening (hybride lening)

– Winstafhankelijke vergoeding

– Achtergesteld bij alle concurrente schuldeisers

– Geen vaste looptijd doch slechts opeisbaar bij faillissement, surseance van betaling of liquidatie, of looptijd meer dan 50 jaar

• Materiële benadering?

– BNB 2018/60

Moeder

BuitenlandseDochter

Herkwalificatie VV in EV (3)

• Aanpassing M-D richtlijn – art. 13 lid 17 Wet VPB– Vanaf 1 januari 2016 geen deelnemingsvrijstelling voor zover

vergoedingen in buitenland fiscaal in aftrek kunnen worden gebracht

– Aandachtspunten

• Ook indien feitelijk geen aftrek in het buitenland

• Niet alleen EU/EER gevallen (mondiaal)

• Niet van toepassing op buitenlandse fictieve vergoeding (NID)

• Implementatie ATAD2 (wetsvoorstel vóór zomerreces 2019)

Moeder

BuitenlandseDochter

Herkwalificatie EV in VV?

• BNB 2014/79 (RPS-arrest)– RPS is fiscaal EV (geen fiscale herkwalificatie) ondanks dat:

• is overeengekomen dat RPS na tien jaar worden ingetrokken;

• de RPS een jaarlijkse, cumulatieve vergoeding dragen;

• de RPS in bedrijfseconomische zin op één lijn kunnen worden gesteld met een (achtergestelde) lening; en

• de RPS naar Australisch en Nederlands jaarrekeningenrecht als vreemd vermogen wordt aangemerkt.

2. Onzakelijke lening

• Het begin…

• Kenmerken

• Gevolgen

• Renteperikelen

• Bijzondere omstandigheden

• Paraplukredietarresten

Het begin (1)

• Lening van dochter naar moeder: – Hoofdregel: Afwaardering mogelijk

• HR BNB 2008/191:– ‘Indien geldverstrekking onder zodanige voorwaarden en

omstandigheden, dat debiteurenrisico wordt gelopen dat onafhankelijke derde niet zou hebben genomen dan (behoudens bijzondere omstandigheden) debiteurenrisico aanvaard met bedoeling belang van aandeelhouder te dienen

– afwaarderingsverlies in zoverre niet aftrekbaar’

• Een derde zou desbetreffende lening niet onder dezelfde voorwaarden en/of omstandigheden hebben verstrekt

Moeder

Dochter

Het begin (2)

Sinds BNB 2008/191:

• Veel (lagere) jurisprudentie – Alleen al 27 Hoge Raad arresten

• Ontzettend veel en uitgebreide artikelen (literatuur)

• Hoge Raad uitspraken op 25 november 2011, BNB 2012/37, BNB 2012/38, BNB 2012/78

Kenmerken (1)

Stappen

1. In gelieerde verhoudingen rente zakelijk (‘at arm’s length’) vaststellen

2. Kan door aanpassing van de rente de leningsvoorwaarden at arm’s length worden gemaakt?

a. Indien ja, dan geen onzakelijke lening

b. Indien nee, dan onzakelijke lening.

• Omslagpunt: op het moment dat een rente winstdelend wordt…

Herkwalificatie? Een onzakelijke lening is en blijft fiscaal gezien een lening.

Toetsmoment? Uitgangspunt is moment van verstrekken, maar…

Kenmerken (2)

• Gelieerdheid

– Aandeelhouderschap

• Geen onzakelijke lening indien aandeelhoudersrelatie tegelijk ontstaat met de geldverstrekking (BNB 2013/170, BNB 2013/171, BNB 2014/98)

– Persoonlijke betrekkingen tussen natuurlijke personen (BNB 2015/12)

– Belang van aandeelhouder (BNB 2015/141 en 2016/38)

DGA

BV

Lening

Kenmerken (3)

• Alle feiten en omstandigheden zijn relevant; indicaties zijn

– het wel of niet aanwezig zijn van een leningovereenkomst,

– het betalen versus het bijschrijven van de rente

– de voorwaarden waaronder een lening is verstrekt (zekerheden, aflossingsschema)

• BNB 2012/79: Geen formele zekerheden, geen aflossingsschema, bijschrijven van rente. Hoge Raad concludeert echter geen onzakelijke lening.

Gevolgen onzakelijke lening?

Voor X BV?

- Op grond van gkg, voorzichtigheidsbeginsel lening afwaarderen

- Afwaarderingsverlies op grond van jurisprudentie niet aftrekbaar

- Bij evt. liquidatie Y BV?

Voor Y BV?

- Lening blijft op nominale waarde op balans (Fokker II arrest, BNB 2003/44)

Rente in aanmerking nemen?

X BV

Y BV

Renteperikelen (1)

Bank

Borg

Moeder

Dochter

• HR: Vergelijking met de rente op een lening die de leningnemer van een derde verkrijgt, waarbij een concernvennootschap van de leningnemer borg staat (BNB 2012/37)

• Wat is de waarde van een dergelijke rentevordering?(BNB 2013/149)?

Renteperikelen (2)• NL moeder verstrekt een lening aan een buitenlandse dochter tegen

een afgesproken rente van 8%.

• Er is (vanuit NL perspectief) sprake van een onzakelijke lening.

• Op grond van de borgstellingsanalogie wordt de zakelijke rente op de onzakelijke lening vastgesteld op 3%.

• Fiscaal gezien is er in Nederland dan sprake van

– 3% rente

– 5% verkapt dividend

• Fiscale gevolgen in Nederland?

– Renteopbrengst is belast

– Dividend? Deelnemingsvrijstelling?

• Toepassing art. 13 lid 17 Wet VPB 1969?

NL Moeder

BuitenlandseDochter

Onzakelijke lening

lening

Afgesproken rente 8%

Borgstellingsanalogie-rente 3%

Bijzondere omstandigheden: HR 14 oktober 2016; BNB 2017/6

Bijzondere omstandigheden

HR: 14 oktober 2016, BNB 2017/6

• Een bijzondere omstandigheid doet zich voor […] indien er sprake is van een zakelijke relatiedie ook bij afwezigheid van een concernrelatie voor die schuldeiser van voldoende gewichtzou zijn geweest om een lening onder dezelfde voorwaarden en omstandigheden te verstrekken en het daardoor belopen debiteurenrisico te aanvaarden.

1. Wordt op basis van (lenings)voorwaarden en omstandigheden risico gelopen dat een derde niet zou hebben gelopen? (bewijslast bij inspecteur).

2. Indien ja: Is er sprake van bijzondere omstandigheden, waardoor er toch sprake is van een zakelijke lening? (bewijslast belastingplichtige)

Paraplukredietarresten – (HR 10 mei 2019)

Verlies voortvloeiend uit paraplukrediet niet aftrekbaar indien:

• een vennootschap deelneemt aan een kredietarrangement waarin tevens wordt deelgenomen door andere vennootschappen van het concern waartoe die vennootschap behoort, én

• die vennootschap zich hoofdelijk aansprakelijk stelt voor alle vorderingen die de bij het arrangement betrokken schuldeiser of schuldeisers uit hoofde van dat arrangement heeft of hebben op die andere vennootschappen, én voorts

• een regresvordering die uit die aansprakelijkheid ontstaat niet zal worden opgeëist zolang de gehele uit het arrangement voortvloeiende schuld niet is voldaan.

Paraplukredietarresten (HR 10 mei 2019)

Niet voldaan aan voorwaarden uit paraplukredietarrest.

Wel voldaan aan voorwaarden uit paraplukredietarrest.

X BV

Dochter

GarantBank

Holding

Dochter

Rentecompensatie en saldo verrekening

arrangement

Bank

DochterDochter

DochterDochter

Dochter

B X2

3. Renteaftrekbeperkingen

• Afbakening

• Stand van zaken renteaftrekbeperkingen

• Art. 8c Wet VPB (doorstroomvennootschappen)

• Art. 10a Wet VPB (winstdrainage)

• Art. 10b Wet VPB (internationale mismatch)

• Art. 15b Wet VPB (earningsstripping)

• Fraus legis

Afbakening (1)

‘’De vergoeding over vreemd vermogen, de rentebetaling, is in de vpb in beginsel aftrekbaar bij de bepaling van de winst’’ (belastingplan 2017)

• Kwalificatie geldverstrekking; Is fiscaal wel sprake van een lening (VV)?

• Zakelijke vastgestelde rente is aftrekbaar (art. 8b Wet VPB 1969)

• Kan de zakelijke rente op een onzakelijke lening in aftrek worden beperkt?

Afbakening (2)

• Is de verschuldigde rente zakelijk vastgesteld?

– Alleen ‘at arm’s length’ (zakelijk) vastgestelde rente is aftrekbaar

– Stel BV M verstrekt een lening aan BV D met een rentepercentage van 12%; een zakelijke rente zou 8% zijn.

– Hoeveel mag BV D aan rente in aftrek brengen?

M BV

D BV

12%

Stand van zaken• Art. 8c: Rente niet aftrekbaar (valt buiten de NL grondslag) als sprake is van een

‘’doorstroomvennootschap’’ met onvoldoende substance

• Art. 10a: Rente niet aftrekbaar als sprake is van een lening van een verbonden lichaam (belang 33,3%,

of ‘’samenwerkende groep’’) die verband houdt met een besmette rechtshandeling, tenzij tegenbewijs

• Art. 10b: Rente niet aftrekbaar als sprake is van een renteloze of laagrentende lening zonder vaste

looptijd of looptijd langer dan 10 jaar (bestrijden internationale mismatch)

• Art. 13l: Rente niet aftrekbaar als deelnemingen zijn gefinancierd met teveel VV en er geen sprake was

van een uitbreiding van operationele activiteiten. MKB grens € 750.000 vrij aftrekbare rente

• Art. 15ad: Rente niet aftrekbaar als de lening verband houdt met een verwerving of uitbreiding en

vervolgens wordt een fiscale eenheid aangegaan. MKB grens € 1.000.000 vrij aftrekbare rente

• Art. 15b: Earningsstrippingmaatregel, generieke renteaftrekbeperking

• Art. 20 lid 4-6: Verkapte renteaftrekbeperking - beperking verliesverrekening houdsters

• Fraus legis

Art. 8c – ‘’Doorstromers’’

• Van toepassing indien de (doorstroom) BV geen reëel risico loopt.

• Kenmerken

• Ontvangen en doorbetalen van rente en royalty's

• BV moet reële risico’s lopen (substance-eisen; art. 8c lid 2): Minimaal een EV van € 2.000.000 of 1% van de uitstaande leningen

• Fiscale gevolgen

• O.a. renten en royalty’s vallen buiten de NL belastinggrondslag, d.w.z. dat renten (en royalty’s) niet aftrekbaar zijn.

• Toekomst?

Buitenland

Buitenland

BV

Art. 10a (winstdrainage)Ratio

– Voorkoming uitholling NL belastinggrondslag

– Voorkoming van het op kunstmatige wijze creëren van renteaftrek binnen het concern

Kenmerken

– Schuld aan verbonden persoon (art. 10a lid 4,5,6)

– Samenhang (zie ook art. 10a lid 2)

– Besmette rechtshandelingen

• Winstuitdeling of teruggaaf gestort kapitaal (art. 10a lid 1a)

• Kapitaalstorting (art. 10a lid 1b)

• Verwerving / uitbreiding van een belang; ook externe overname (art. 10a lid 1c)

– Tegenbewijsregeling (art. 10a lid 3)

• Zakelijkheid rechtshandeling en schuld

• Voldoende compenserende heffing

Casus 1: Piet BV• Piet heeft middels een persoonlijke houdstervennootschap

(PH Piet BV) alle aandelen in Piet BV.

• De dochter van Piet is voornemens het bedrijf over te nemen. Zij richt ook een persoonlijke houdstervennootschap op.

• Om de aandelen in Piet BV licht te maken wordt besloten dat Piet BV een dividend schuldig blijft aan PH Piet BV.

• Art. 10a Wet VPB van toepassing?

PH Piet BV

Piet BV

PH dochter

Dividend Lening

Art. 10a lid 1, onderdeel a Wet VPB 1969

Tegenbewijsregeling?

– Besluit, 25 maart 2013, BNB 2013/136

✓Bedrijfsopvolging (punt 4.2.1)

✓ ‘’Als ten tijde van de rechtshandeling sprake is van een concrete en reële bedrijfsopvolging’’

PH Piet BV

Piet BV

PH dochter

Dividend Lening

Casus 1: Piet BV

Casus 2: Oranje BV

• Oranje BV maakt deel uit van een internationaal concern.

• Het moederbedrijf is beursgenoteerd op de beurs in London.

• De BV heeft alle aandelen in een tweetal Ierse deelnemingen gekocht van een derde partij.

• De financiering hiervoor is afkomstig van de financieringsmaatschappij van het concern.

• De financieringsmaatschappij, een zustermaatschappij van Oranje BV, is gevestigd op de Bahama’s.

• Art. 10a Wet VPB van toepassing?

Ltd

Oranje BV

Ltd

Bahama’s

Lening

Moederbedrijf

Ltd

Casus 2: Oranje BVArt. 10a lid 1, onderdeel c Wet VPB

Tegenbewijsregeling?

• Zakelijkheid rechtshandeling?

– Als de rechtshandeling zakelijk is, is dan de zakelijkheid van de schuld een gegeven?

✓ BNB 2005/169: ‘’ja’’

✓ BNB 2013/137 en BNB 2015/165: ‘’nee’’

• Zakelijkheid schuld?

– HR 5 juni 2015, BNB 2015/165 (Mauritius-arrest):

✓ In beginsel keuzevrijheid bij de vorm van financiering

✓ Schuld is zakelijk indien er geen onzakelijke omleiding plaatsvindt.

▪ Wanneer is sprake van een onzakelijke omleiding?

Oranje BV

Ltd

Bahama’s

Lening

Moederbedrijf

Casus 3: Gijp BV

• Gijp BV heeft een drietal aandeelhouders, namelijk A. BV (40%), B. BV (30%) en C. BV (30%).

• Gijp BV keert ieder jaar in totaal € 1.000.000 dividend uit (conform de gegeven verhoudingen).

• Gijp BV beschikt in 2019 niet over voldoende liquiditeiten beschikt, leent Gijp BV het bedrag van een Ierse zustervennootschap.

• Art. 10a Wet VPB van toepassing?

C.BV

Gijp BV

Ierland

Lening

A. BV B. BV

Dividend

40% 30% 30%

Casus 3: Gijp BVArt. 10a lid 1, onderdeel a Wet VPB

• Op alle dividenduitkeringen?

• Sprake van samenwerkende groep (art. 10a lid 6)?

Tegenbewijsregeling?

• Vaste dividendpolitiek (Kamerstukken II 1995/96, 24 696, nr. 3, blz. 20.)

C.BV

Gijp BV

Ierland

Lening

A. BV B. BV

Dividend

40% 30% 30%

Casus 4: Dochter• Een derde partij (een bankconsortium) leent aan

een buitenlandse groepsentiteit.• Deze groepsentiteit leent dat bedrag door aan een

Nederlandse dochtervennootschap. • De dochtervennootschap gebruikt de financiering

voor een kapitaalstorting in enkele deelnemingen.• Art. 10a Wet VPB van toepassing?

Dochter-vennootschap

Groeps-entiteit

Lening

Deelnemingen

Investering

Derde

Casus 4: Dochter

Art. 10a, lid 1, onderdeel b Wet VPB

• Bij uiteindelijk externe financiering wel toepassing van art. 10a lid 1 (Credit Suisse)

Tegenbewijsregeling?

• Uiteindelijk externe financiering

• Zakelijkheid schuld?

▪ Sprake van parallelliteit? Indien ja, dan zakelijk.

▪ Als de schuld zakelijk is, is dan de zakelijkheid van de rechtshandeling een gegeven?

✓ BNB 2017/156 (Credit Suisse)

➢ Bij externe financiering wordt voldaan aan dubbele zakelijkheidstoets van art. 10a lid 3 onderdeel a: Rechtshandeling hoeft niet meer getoetst te worden (rechtsoverweging 2.4.5.3)

• Zakelijkheid rechtshandling?

– Zakelijkheid rechtshandeling nog toetsen?

– Reactie wetgever op Credit Suisse arrest: Belastingplan 2018, aanpassing van art. 10a lid 3.a vanaf 1 januari 2018.

Dochter-vennootschap

Groeps-entiteit

Lening

Deelnemingen

Investering

Derde

Art. 10b (internationale mismatch)

• Ratio:

– In binnenlandse situaties totaalwinstbegrip (Zweeds Grootmoederarrest)

– In situatie met buitenlandse moedermaatschappij?

• Lening met de volgende kenmerken:

– Lening van een gelieerd lichaam (art. 8b Wet Vpb 1969)

– Geen aflossingsdatum of looptijd langer dan 10 jaar

– Onzakelijke vergoeding (geen vergoeding of vergoeding ligt in belangrijke mate lager dan die tussen onafhankelijke derden)

• Toekomst?

Houdster

Werk BV

Ltd

Werk BV

Moet ik art. 10b Wet VPB 1969 afschaffen?

Renteloze lening

Renteloze lening

3.3 Art. 10b Wet VPB 1969

M

D

Lening

• Stel moeder verstrekt een lening aan de NL dochter. De looptijd is > 10 jaar.

• De overeengekomen rente is 3%.

• Gezien het debiteurenrisico zou een zakelijke rente 15% zijn.

• Fiscale gevolgen voor de debiteur?

• Art. 10b Wet VPB 1969 van toepassing (vergoeding wijkt in belangrijke mate af)

• Stel de debiteur neemt het standpunt in dat er sprake is van onzakelijke lening. Gevolgen?

– Rente wordt opnieuw bepaald via de borgstellingsanalogie; bijv. op 4%

– Geen toepassing meer van art. 10b Wet VPB 1969 en alle rente aftrekbaar.

Casus

Art. 15b (Earningsstrippingmaatregel, Achtergrond)

• Onderdeel van de Anti-Tax Avoidance Richtlijn (ATAD1)

• Generieke renteaftrekbeperking: Ruim toepassingsbereik;

– Het is niet relevant

• Onder welke voorwaarden schuld is aangegaan

• Of lening van verbonden lichaam komt of niet

• Of rentelasten samenhangen met bepaalde transacties

• Doelstelling

– Optreden tegen grondslaguitholling

– Meer gelijke behandeling EV en VV

Art. 15b (Achtergrond)

Robuuste implementatie

• Vrij aftrekbare rente tot € 1 miljoen

• Geen groepsescape (vanwege onderscheid verkleinen EV en VV)

• Geen voortwenteling niet-benutte ebitda

• Geen eerbiedigende werking bestaande leningen

• Geen uitzondering banken, nieuwe openbare infrastructuur projecten en woningcorporaties

• Geen uitzondering voor stand alone entiteiten

Art. 15b (Kenmerken)

• Saldo aan renten in jaar niet aftrekbaar voor zover meer dan hoogste van volgende bedragen

– 30% gecorrigeerde winst (ebitda)

– € 1.000.000

• Indien er sprake is van een fiscale eenheid?

• Saldo aan renten (geldleningen)

• Gecorrigeerde winst

• Geactiveerde voortbrengskosten

• Voort te wentelen rente

Fraus legis

• Belastingbesparing doorslaggevende motief

• In strijd met doel en strekking van de wet

• Naast alle renteaftrekbeperkingen kan rente mogelijk beperkt worden op grond van fraus legis

Hunkemöller - Fraus legis – HofApril 2019

FGR FGR FGR FGR

Coöperatie

BV Y

BV Z

A Fonds

Ledenkapitaal en

Converteerbare lening

Lingerieketen

Hunkemöller – Fraus legis - HofInspecteur stelt zich op standpunt dat:

• Op grond van materiële toetsing geen sprake is van een lening maar van kapitaal;

• De rentelast onzakelijk is (Cessna-criterium);

• De voorwaarden waaronder de converteerbare lening is verstrekt onzakelijk zijn;

• De renteaftrekbeperking art. 10a Wet VPB (winstdrainage) van toepassing is;

• De renteaftrekbeperking art. 10d Wet VPB oud (thincapregeling) van toepassing is;

• De renteaftrek op basis van fraus legis moet worden ontzegd.

Hunkemöller – Fraus legis - HofVolgens Hof is voldaan aan motiefvereiste en normvereiste.

- Bijna verbondenheid

- Omleiding van gelden

- Nutteloze lening

4. Art. 15b (Earningsstripping) - verdieping

• Stappenplan

• Kenmerken– Saldo aan renten

– Gecorrigeerde winst

– Geactiveerde voortbrengingskosten

– Voortwenteling

Art. 15b (Stappenplan)

1. Bepaal het saldo aan renten;

2. Bepaal de ebitda (gecorrigeerde winst);

3. Bepaal de aftrekruimte in het desbetreffende jaar, zijnde het hoogste van 30% van de gecorrigeerde winst of € 1 miljoen;

4. Bepaal de niet aftrekbare rente, zijnde het deel van de rente dat 30% van de ebitda of € 1 miljoen overschrijdt. Bij zowel reguliere rente als geactiveerde rente wordt eerstgenoemde bij voorrang beperkt;

5. Bepaal de nog voort te wentelen rente;

6. Bepaal de in totaal aftrekbare rente;

7. Indien alle rente in aftrek komt, bepaal de mogelijke aftrekruimte voor nog te verrekenen rente uit voorgaande jaren.

Art. 15b (Saldo aan renten, lid 2)

• Rentelasten ter zake van geldleningen, minus rentebaten ter zake van geldleningen

– Begrip rentelasten, rentebaten en geldleningen

• Ruime definities

• Geldlening

– niet alleen civielrechtelijk maar ook vergelijkbare overeenkomsten

– Financial lease, huurkoop

• Rentelasten:

– Geactiveerde rente

– Kosten van leningen (afsluitprovisie, advieskosten)

– Valutaresultaten

– Tenminste nihil

Voorbeeld (1)

• Een DGA en de bank lenen aan BV M.

• BV M heeft een deel doorgeleend aan BV D.

Saldo aan renten 0,7 mln

Gecorrigeerde winst (ebitda) 1,8 mln

Drempel 1 30% ebitda 0,6 mln

Drempel 2 1,0 mln

Alle rente is aftrekbaar (0,7 + 0,3)

Bank

Lening

BV M

BV D

Rentelast 1

Renteopbrengst 0,3

Gecorrigeerde winst 1,8

Voorbeeld (2)

• Een DGA en de bank lenen aan BV M.

• BV M heeft een deel doorgeleend aan BV D.

Saldo aan renten 1,7 mln

Gecorrigeerde winst (ebitda) 1,8 mln

Drempel 1 30% ebitda 0,6 mln

Drempel 2 1,0 mln

Niet aftrekbaar 0,7 mln

In totaal wel aftrekbaar is 1,0 + 0,3 = 1,3 mln

Bank

Lening

BV M

BV D

Rentelast 2

Renteopbrengst 0,3

Gecorrigeerde winst 1,8

Voorbeeld (3)

• Een DGA en de bank lenen aan BV M.

• BV M heeft een deel doorgeleend aan BV D.

Saldo aan renten 1,7 mln

Gecorrigeerde winst (ebitda) 5,0 mln

Drempel 1 30% ebitda 1,5 mln

Drempel 2 1,0 mln

Niet aftrekbaar 0,2 mln

In totaal wel aftrekbaar is 1,5 + 0,3 = 1,8 mln.

Bank

Lening

BV M

BV D

Rentelast 2

Renteopbrengst 0,3

Gecorrigeerde winst 5

Art. 15b (Gecorrigeerde winst lid 3)

Fiscale winst (niet commerciële winst) voor aftrek giften en verliesverrekening

+ Afschrijvingen op bedrijfsmiddelen

+ Afwaardering naar lagere bedrijfswaarde van bedrijfsmiddelen

+ Saldo aan renten (m.u.v. daarin begrepen voortbrengingsrente)

= Gecorrigeerde winst (ebitda)

Voorbeeld

Aftrekbare rentelasten 150 mln

- Belastbare rentebaten 70 mln

Saldo aan renten 80 mln

Winst 50 mln

+ Afschrijvingen 50 mln

+ Saldo aan renten 80 mln

Gecorrigeerde winst (ebitda) 180 mln

Drempel 30% x 180 mln = 54 mln (> 1 mln)

Niet aftrekbaar 80 mln - 54 mln = 26 mln

Winst 50 mln + 26 mln = 76 mln

Art. 15b (geactiveerde voortbrengingskosten)

• Rentelasten bij voortbrenging activa normaliter activeren

• Voor toepassing earningsstrippingmaatregel?

– Als rentelast in aanmerking nemen bij bepalen saldo aan renten

• Daardoor (deel) ‘voortbrengingsrente’ mogelijk niet aftrekbaar

• Dat deel ook niet activeren

– Dan ook niet via afschrijving alsnog via het resultaat

– Indien saldo aan renten in jaar naast ‘voortbrengingsrente’ bestaat uit overige rentelasten, komen die overige rentelasten bij voorrang niet in aftrek

• Wel aftrekbare ‘voortbrengingsrente’ kan dan worden geactiveerd

Voorbeeld

Voortbrengingskosten activa 150 mln

Rente in voortbrengingskosten 50 mln

Overige rentelasten 20 mln

Totaal rentelasten (saldo aan renten) 70 mln

Gecorrigeerde winst 100 mln

Drempel 30% x 100 = 30 mln (> 1 mln)

Niet aftrekbare rente 70 mln - 30 mln = 40 mln (voortwentelen)

Overige rente 20 mln bij voorrang niet aftrek

Voortbrengingsrente 20 mln niet activeren (niet aftrekbaar)

30 mln wel activeren

Boekwaarde activa 150 mln - 20 mln = 130 mln

Art. 15b (voortwenteling, lid 5 )

• In jaar niet aftrekbare saldo aan renten kan onbeperkt worden voortgewenteld

– In volgorde waarin saldi zijn ontstaan.

– Inspecteur stelt vast bij voor bezwaar vatbare beschikking.

– Verplicht om de aftrekruimte voor nog te verrekenen rente te benutten.

– Handel in rentelichamen.

Voorbeeld

Jaar 1

Saldo aan renten 50 mln

Gecorrigeerde winst 100 mln

Drempel 30% x 100 mln = 30 mln (> 1 mln)

Niet aftrekbare rente 50 mln - 30 mln = 20 mln

Jaar 2

Saldo aan renten 100 mln

Gecorrigeerde winst 200 mln

Drempel 30% x 200 mln = 60 mln (> 1 mln)

Niet aftrekbare rente 100 mln - 60 mln = 40 mln

Saldo niet aftrekbare rente: 20 mln + 40 mln = 60 mln

Voorbeeld (vervolg)Jaar 3

Saldo aan renten 50 mln

Gecorrigeerde winst 250 mln

Drempel 30% x 250 mln = 75 mln (> 1 mln)

Aftrekbaar?

Saldo aan renten jaar 3 50 mln

Voortwenteling oude jaren:

Saldo aan renten jaar 1 20 mln (oudste jaar)

Saldo aan renten jaar 2 5 mln

75 mln

Resteert saldo niet aftrekbare rente: 35 mln

Afsluiting – discussie - vragen

• Kwalificatie geldverstrekking

• Onzakelijke lening

• Renteaftrekbeperkingen– Art. 8c (doorstromers)

– Art. 10a (winstdrainage)

– Art. 10b (internationale mismatch)

– Art. 15b (earningsstripping)

• Fraus legis

Dank voor uw aandacht!