visie op zakelijke dienstverlening Interviews ... - ABN AMRO · Lid Raad van Bestuur ABN AMRO visie...
Embed Size (px)
Transcript of visie op zakelijke dienstverlening Interviews ... - ABN AMRO · Lid Raad van Bestuur ABN AMRO visie...

sectorupdate 2013 ▶ Interviews ▶ Trends & ontwikkelingen ▶ Sectorvisie
visie opzakelijke dienstverlening


Geachte relatie,
Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het
Nederlandse bedrijfsleven. Om uw bedrijf en business model echt te kunnen
begrijpen, verdiept ABN AMRO zich in uw sector. Het rapport geeft een schets
van de stand van zaken en de vooruitzichten van een groot aantal branches.
Zo kunt u een kijkje nemen achter de veelomvattende en daardoor soms
verhullende macro-economische cijfers. Bovendien biedt het de mogelijkheid
om na te gaan hoe uw onderneming het doet in vergelijking met
branchegenoten.
Die macro-economische cijfers laten zien dat Nederland te maken heeft met een periode van
conjuncturele zwakte. De eurozone heeft de afgelopen jaren onder vuur gelegen. En de Nederlandse
economie is in 2012 gekrompen. Het lijkt er niet op dat die krimp dit jaar zal plaatsmaken voor groei.
De sombere consument houdt zijn hand op de knip. Daarmee doet de Nederlandse economie het
slechter dan die van de ons omringende landen.
Gelukkig is dit niet het hele verhaal over de conjunctuur. De mondiale economische vooruitzichten
zijn beter dan een jaar geleden. Binnen de eurozone tekent zich een keer ten goede af. Dat is vooral
te danken aan ingrepen van de Europese Centrale Bank. De periode van hoge nood lijkt voorbij, al
blijft er reden voor bezorgdheid. Deze verbetering is goed nieuws, want vrijwel geen land is zo sterk
op het buitenland gericht als Nederland.
Bovendien zijn er meer lichtpunten in de Nederlandse economie. Onze economie wordt gevormd
door een bonte verzameling van marktpartijen: bedrijven, consumenten, overheden, et cetera. In veel
branches binnen de bedrijvensector zal de stemming onder ondernemers volgens dit rapport
verbeteren. Exporterende ondernemingen profiteren van de aantrekkende wereldhandel. In het
kielzog daarvan zullen bedrijfstakken als de transportsector en de groothandel herstel laten zien.
Andere sectoren, vooral de bouwsector, hebben in 2013 echter te maken met tegenwind.
De sector zakelijke dienstverlening is bijzonder divers, maar blijft gevoelig voor conjuncturele
tegenwind. De cyclische gevoeligheid is het hoogst bij de uitzenders. Professionele dienstverlening
is over het algemeen minder gevoelig voor een lage macro-economische groei. De meeste bedrijven
hebben al hard ingegrepen in hun kostenstructuur. Bij aanhoudende krimp of lage economische groei
is het van belang dat ondernemers nadenken of hun businessplan en verdienmodel nog aanpassing
behoeven. Deze periode is dan ook bij uitstek geschikt om goed na te denken over de positionering
voor de toekomst.
Deze publicatie is geschreven voor u, ondernemers. Hoe Nederland presteert, hangt nauw samen
met hoe u presteert. Ondernemers staan vaak wat optimistischer in het leven dan de gemiddelde
Nederlander. Dat optimisme heeft Nederland nodig om op een bestendiger groeipad te komen. Met
kennis van uw sector helpen wij u graag uw plannen te realiseren.
Goede zaken gewenst!
Joop Wijn Lid Raad van Bestuur ABN AMRO
1visie op zakelijke dienstverlening

visie op zakelijke dienstverleningsectorupdate 2013
2

4 6
10 12 14 16 18 20 22 24
26 28 30
Nederlandse economie
interviews
accountantskantoren
advocatenkantoren
beveiliging en opsporing
deurwaarders en incassobureaus
economische adviesbureaus
makelaars onroerend goed
notariskantoren
schoonmaakbedrijven
uitzendbureaus
leeswijzer
colofon
3visie op zakelijke dienstverlening

Nederlandse economie: licht herstel in loop van 2013
De Nederlandse economie is vorig jaar 1% procent gekrompen. Dat kan geheel worden toegeschreven aan lagere binnenlandse bestedingen. De uitvoer is verder toegenomen en heeft een sterkere terugval van de economie voorkomen. Ook voor 2013 wordt een krimp van de economie voorzien – met 0,5 tot 1%. En naar verwachting zijn wéér de binnenlandse bestedingen daar debet aan, terwijl de uitvoer verder groeit. We denken dat de economie in de loop van dit jaar weer voorzichtig wat groei zal laten zien. Dat herstel zet vermoedelijk door in 2014, waardoor de economische groei richting 1% kan gaan.
De economie is afgelopen jaar gekrompen. Het bruto binnenlands
product (bbp) nam af met gemiddeld 1,0%. In de eerste twee
kwartalen van het jaar liet de economie een heel lichte groei zien
ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Daarmee leek een eind
gekomen aan de recessie die was begonnen in het voorjaar van
2011. Maar in het tweede halfjaar kromp de economie opnieuw - en
sterk.
Economie in tweede helft 2012 weer gekrompen
-6
-3
0
3
6
1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 201160
75
90
105
120
bbp (% j-o-j; l.as)Economisch-sentimentindicator (r.as)
%
Bron: Thomson Reuters Datastream
Binnenlandse bestedingen nog onder drukDe binnenlandse bestedingen hebben de bbp-groei in de rode cij-
fers geduwd. De investeringen zijn (eind 2012) al zeven kwartalen
op rij gedaald en de particuliere consumptie zelfs al acht kwartalen.
Nadat de particuliere consumptieve bestedingen 1% waren ge-
daald in 2011, namen ze vorig jaar nog eens 1,4% af. De ‘hoofd-
schuldige’ aan deze daling is het reëel beschikbaar gezinsinkomen,
dat vorig jaar fors afnam - nog aanzienlijk méér dan de consumptie-
ve bestedingen. Deze stevige daling werd veroorzaakt door diverse
factoren. Zo stegen de lonen vorig jaar fors minder dan de prijzen:
reëel gingen de lonen omlaag. Verder drukten de bezuinigingen van
de overheid en hogere pensioenpremies de koopkracht. En ten
slotte daalde de werkgelegenheid. De consumptie werd bovendien
ontmoedigd door het lage consumentenvertrouwen en de zwakke
huizenmarkt.
Voor 2013 is het beeld nog niet veel beter. Het reëel beschikbaar
inkomen daalt opnieuw, door dezelfde factoren als in 2012. Wel lijkt
de daling van het reële loon wat lager uit te vallen. We verwachten
dat in de nog af te sluiten cao’s zal worden geprobeerd de btw-
verhoging deels te compenseren. Als gevolg van de (verdere)
inkomensdaling zal de consument opnieuw minder uitgeven. Maar
als het vertrouwen van de consument later in het jaar wat zou
herstellen, dankzij de voorzichtige verbetering van het internationale
economisch klimaat, kan de daling van de consumptie iets lager
uitvallen dan vorig jaar.
Ook de investeringen daalden vorig jaar. Dat is niet verrassend als
de productie van het bedrijfsleven krimpt. Die krimp zien we terug
in de mate waarin het machinepark in de industrie wordt benut: de
bezettingsgraad lag in het tweede halfjaar zo’n 2% lager dan in de
tweede helft van 2011. Dat is geen impuls om te investeren, zeker
niet bij de nog altijd onzekere vooruitzichten. Met het voorzichtige
herstel dat wij voorzien, zijn er aanvankelijk nog weinig prikkels om
te gaan investeren, al worden de perspectieven voor de export-
sector wel beter. Bovendien kan de verbetering van het internatio-
nale economisch beeld ook het vertrouwen van ‘binnenlandse’
ondernemers schragen. Aan de krimp van de bedrijfsinvesteringen
kan dan ook dit jaar een einde komen.
Uitvoer is en blijft groeimotor voor de economieDe uitvoer van goederen en diensten is vorig jaar gestegen met
3,3%. Na twee sterke kwartalen kwam de uitvoer in de zomer
weliswaar in een dip, maar daarna tekende zich weer herstel af. Dat
er een terugval optrad mag geen verrassing heten, wanneer wordt
bedacht dat maar liefst driekwart van de goederenuitvoer binnen de
4

EU blijft - een regio die vorig jaar een economische krimp kende van
0,3%. Tegen die achtergrond valt de Nederlandse exportprestatie
mee.
Wel merken we op dat de stijging van de uitvoer wordt geflatteerd
door de wederuitvoer (producten die worden ingevoerd door een
Nederlandse partij en weer worden uitgevoerd zonder dat ze een
noemenswaardige bewerking hebben ondergaan). De uitvoer van
binnenslands gefabriceerde goederen deed het vorig jaar minder
goed. Deze nam toe met een schamele 0,5%, terwijl de weder-
uitvoer met 7% steeg.
Dit jaar kan dat beeld dankzij de aantrekkende wereldhandel ver-
beteren: de binnenslands geproduceerde uitvoer kan weer wat
meer toenemen. Enkele indicatoren wezen in de eerste maanden
van 2013 op een aanhoudende groei van de uitvoer. Bovendien blijkt
uit diverse internationale ranglijsten dat de Nederlandse concurren-
tiepositie goed is. Dat betekent dat ons land goed in staat zou
moeten zijn om te profiteren van de aantrekkende wereldhandel.
We voorzien daarom een oplopende exportgroei.
Huizenmarkt beweegt nog nietDe woningmarkt heeft opnieuw een mager jaar achter de rug. Het
aantal transacties daalde in 2012 voor het zesde jaar op rij. Aanvan-
kelijk zal het transactievolume nog verder afnemen, onder invloed
van de minder gunstige fiscale behandeling van de eigen woning.
Ook de krappere hypotheeknormen van het Nibud spelen een rol.
Bovendien zijn de banken terughoudend bij de kredietverlening.
Een belangrijke factor voor een herstel van de woningmarkt vormt
de betaalbaarheid. Die verbetert door de lage rente en vooral door
de daling van de huizenprijzen. De betaalbaarheid beweegt door de
gedaalde prijzen geleidelijk weer richting het historisch gemiddelde.
De voorzichtige kredietverlening, de nog fragiele economie en de
minder gunstige fiscale voorwaarden voor eigen woningbezit
houden voorlopig een rem op de markt voor koopwoningen. Maar
de bodem komt in zicht door de verbeterde betaalbaarheid. Een
andere reden dat de markt kan stabiliseren, is de ontwikkeling van
de woningvoorraad. Die wordt door de achterblijvende woningbouw
steeds krapper. In 2014 verwachten wij daarom een lichte stijging
van het aantal transacties.
Gemiddelde groei in 2013 nog negatief - volgend jaar weer positiefAl met al krimpt de economie dit jaar gemiddeld opnieuw - met
naar schatting 0,5 tot 1%. Dit negatieve cijfer is overigens groten-
deels toe te schrijven aan de negatieve doorwerking van de forse
krimp in de tweede helft van 2012. In de loop van 2013 kan dankzij
de uitvoer herstel optreden. Dat wordt echter afgeremd door de
omvangrijke ombuigingen van de overheid. De economie heeft dus
twee gezichten: de binnenlandse bestedingen krimpen, de uitvoer
groeit. Sectoren die meer op het buitenland georiënteerd zijn,
zullen beter presteren dan sectoren die (vooral) op de binnenlandse
markt actief zijn.
Dankzij de voorzichtige conjuncturele opleving kan de economie
met wat meer vaart 2014 binnengaan. In dat jaar kan de groei rich-
ting 1% gaan. De werkloosheid, die doorgaans naijlt bij de ontwik-
keling van de productie, zal echter nog enige tijd blijven oplopen.
Uitvoer groeit verder
-20
-10
0
10
20
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 201230
40
50
60
70
Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as)PMI exportorders (index; r.as)
%
Bron: CBS, Markit NEVI
Inflatie kan licht dalenDe inflatie liep eind 2012 snel op richting 3%, door de verhoging
van de btw in oktober. Begin 2013 liep de inflatie nog iets verder
op, door onder meer de verhoging van enkele andere belasting-
tarieven. Zonder het effect van die belastingverhogingen was het
inflatiecijfer in de eerste maanden slechts 1,6%. In de loop van
het jaar kan de inflatie wat afnemen, doordat het opwaartse effect
van de eerdere energieprijsstijgingen afneemt en door de zwakke
conjunctuur. Bovendien valt in het najaar het effect van de
btw-stijging weg uit het inflatiecijfer.
Risico’sWat zijn nu de risico’s bij ons scenario? De kans op tegenvallers lijkt
wat groter dan die op meevallers. Wij gaan ervan uit dat de
(systeem-)risico’s rond de staatsschuldencrisis, dankzij diverse
maatregelen, zoveel zijn verminderd dat nieuwe, serieuze onrust op
de financiële markten kan uitblijven en het vertrouwen in de
economie geleidelijk kan verbeteren. Maar echt beteugeld is de
crisis niet. Dat bleek in maart met Cyprus. De gevolgen van het
‘geval Cyprus’ lijken mee te vallen. Maar dat betrof slechts een klein
land. Verder moet het economisch herstel in de eurozone, dat wij in
de loop van dit jaar voorzien, op gang komen door de aantrekkende
wereldeconomie. Als die opleving echter stagneert, blijft ook het
herstel hier dit jaar uit. Ook is denkbaar dat het drukkend effect dat
de ombuigingen van de overheid hebben op de groei, forser uitvalt.
Aan de andere kant moet ook worden gezegd dat als het mondiale
herstel daad-werkelijk doorzet, dit (tijdelijk) wat sneller kan gaan dan
verwacht. Op- en neergaande bewegingen na omslagen van de
conjunctuur worden nogal eens onderschat.
5Nederlandse economie

Patrick van der Leelie,directeur NVD Beveiligingsgroep:
‘Betere beveiliging tegen lagere kosten’
Patrick van der Leelie: ‘Ook al is het crisis, winstgroei blijft voor ons
een belangrijke doelstelling. Ons rendement is sneller gegroeid dan
onze omzet én inzet. Dat is gelukt door technologie én personeel
optimaal in te zetten. Tegen lagere kosten leveren we nu betere
beveiliging. Een rondje door een gebouw lopen doen we steeds
vaker virtueel, op afstand met camera’s.’
Van der Leelie is algemeen directeur van het middelgrote NVD
Beveiligingsgroep BV (550 vaste medewerkers). Het bedrijf doet
beveiliging en levert daar de modernste technologie voor. Zoals de
beveiligings-app waarmee klanten op hun smartphone zelf de
meldingen van hun alarmsysteem op de alarmcentrale kunnen
beheren, denk aan de bewaking van schakeltijden.
‘Investeren, juist in crisistijden, is essentieel om straks bij een
aantrekkende economie voorop te blijven lopen in de markt. Onze
focus ligt op winstgevendheid, gecombineerd met uitstekende
dienstverlening. Zonder winst kun je in mindere tijden niet
investeren. Het allerbelangrijkste is klanttevredenheid. Mocht het
van onze kant niet lukken hen tevreden te stellen, of mogen we
geen marktconforme tarieven rekenen, dan is het goed de vraag te
stellen: passen we bij elkaar? Je moet de moed kunnen opbrengen
te besluiten om afscheid van elkaar te nemen.
We zijn van een traditionele unit-structuur overgestapt op een
matrixorganisatie. Met dit model kunnen we beter onze doelen
realiseren. We leggen verantwoordelijkheden lager in de
organisatie, waardoor mensen veel meer betrokken raken. Dat
werpt vruchten af. In onze sector heb je elkaar nodig, er doen zich
vaak ad hoc-situaties voor die adequate reacties en feilloze
samenwerking vergen. De tevredenheid is gestegen, zowel bij
klanten (plus 1,3%) als bij medewerkers (plus 1,5%). Het
ziekteverzuim is van 4,5% naar 4% gedaald.
Méér verantwoordelijkheid dragen, motiveert mensen, geeft ze
meer zin in het werk en doet ze beter presteren. Verbeterde
dienstverlening levert langere klantrelaties op. En dat is op de
langere termijn gunstig voor de winstontwikkeling en continuïteit
van de organisatie.’
winst zonder groei
6
Vier korte interviews over winst zonder groei. Dat is een mooi streven om zware tijden door te komen. Is het ook de beste policy als de economische groeicijfers weer als vanouds zijn? Rick Kruiswijk, directeur HeadFirst: ‘Vaak hebben bedrijven in onze sector te veel de nadruk gelegd op hoge marges en omzetgroei, onder druk van aandeelhouders, en luisterden ze te weinig naar hun klanten.’ Marco Bastian, directeur NBBU: ‘Winst zonder groei kan een goede focus zijn.’ Patrick van der Leelie, directeur NVD Beveiligingsgroep: ‘Ook al is het crisis, winstgroei blijft voor ons een belangrijke doelstelling.’ Han Mesters, Sector Banker Zakelijke Dienstverlening bij ABN AMRO: ‘De les van deze crisis zou kunnen zijn: ook in hoogconjunctuur blijft het uiterst belangrijk om reserves voor mindere tijden te kweken. Juist in die mindere tijden is innovatie cruciaal. Er moet dan wel geld genoeg zijn om te kunnen investeren.’

Rick Kruiswijk, directeur HeadFirst:
‘Winstmarge steeg, omzet bleef gelijk’
Rick Kruiswijk: ’Never waste a good crisis. We stevenen echt af
op andere tijden, met andere arbeidsrelaties. Veel flexibeler. Dat is
bedreigend, maar ook waanzinnig uitdagend. Bij HeadFirst,
waarvan ik algemeen directeur en eigenaar ben, berekenen we
bewust geen hoge marges. Onze tarieven zijn zeer scherp, altijd al
geweest. Value for money. Denk aan facturen (sneller) betalen,
contract afwikkeling op maat, verzekeringen afsluiten voor
leveranciers (beroepsaansprakelijkheid) en pensioenen regelen.
Door onze hoge kwaliteit en extra toegevoegde waarde hebben
we altijd lange relaties met klanten, en dat is een voordeel in
crisistijden. Nogal wat bedrijven in onze sector zijn de laatste jaren
kopje onder gegaan. Vaak hebben ze te veel de nadruk gelegd op
hoge marges en omzetgroei, onder druk van aandeelhouders, en
luisterden ze te weinig naar hun klanten. Laat staan dat ze
anticipeerden op klantenwensen.’
HeadFirst, gestart in 1995, zet als kennisbemiddelaar per werkdag
gemiddeld 1.500 professionals aan het werk, vooral in de ICT: bij
banken, verzekeraars, overheidsinstellingen en nutsbedrijven. Het
bedrijf selecteert juiste kandidaten, regelt voor alle inzetten de
contractering (ook voor kandidaten die door klanten aangereikt
worden) en legt financiële en arbeidsrechtelijke verantwoordelijk-
heden vast.
Kruiswijk: ‘Winst zonder groei van de omzet is denk ik nood-
zakelijk om de crisis door te komen. Onze omzet was in 2012
hetzelfde als in 2011: ruim 200 miljoen euro. Toch is het ons gelukt
de winstmarge te verhogen door onze kosten laag te houden en
efficiënter te werken met schaalbare online modellen en effectief
ketenmanagement. Je redt het in onze sector anno 2013 alleen
met maximale inzet van ICT. Onze online tool HeadFirst Select
draait sinds maart 2011 en wordt door enige klanten actief
gebruikt. Sinds februari 2012 doen we alles digitaal. Vorig jaar
lanceerden we de HeadFirst-app, waarmee zzp’ers geattendeerd
kunnen worden op nieuwe projecten, zodra die online staan. Het
zijn allemaal anticyclische investeringen geweest, die we konden
betalen, omdat we ook vóór de crisis geen gigantische schulden
zijn aangaan. We hielden voldoende reserves aan. Komt nu mooi
uit. Als straks de economie aantrekt, zijn wij er klaar voor.’
7interviews

Marco Bastian, directeur NBBU:
‘Crisis biedt sectorwaardevolle lessen’
Marco Bastian: ‘Vóór de crisis is het in onze sector veel
ondernemers voor de wind gegaan. Door de battle for talent
konden uitzendorganisaties gemakkelijker geld verdienen. Die
tijden liggen al lang achter ons. Er zijn bedrijven die hun
activiteiten hebben moeten staken. En onder de bedrijven die
positieve resultaten blijven boeken, zijn er niet veel te vinden die
dat voor elkaar krijgen met business as usual. Daarvoor verandert
er te veel en te snel. Door de crisis, maar ook door de digitale
revolutie. Ondernemers moeten razend alert op trends reageren.
Vroeger veranderde het speelveld in zeven jaar tijd totaal, nu
gebeurt dat in drie jaar.
De Nederlandse Bond van Bemiddelings- en
Uitzendondernemingen, NBBU, is de branchevereniging van MKB-
uitzenders. Onder onze achterban van 900 leden zitten zat
kleinere bedrijven die heel snel kunnen schakelen, hun strategie
opnieuw inrichten, accenten verschuiven. Wendbaar als een
speedboot, maken ze van hun kleine schaal een voordeel. De
cursus Ondernemerschap & Innovatie, die we samen met
Nyenrode hebben opgezet, trekt steeds meer deelnemers onder
onze leden. Ze worden er gedwongen te onderzoeken of ze de
juiste dingen op de juiste manier doen.
Ik ben het met Han Mesters eens, dat winst zonder groei een
goede focus kan zijn. Wat belangrijk is: creëer nieuwe
meerwaarde, bijvoorbeeld door over grenzen heen te kijken. Door
een ander type gesprek met je afnemer te voeren.
Jaknikkers rondom het management kun je niet meer gebruiken,
mobiliseer de kritische massa die je intern in het bedrijf hebt, om
waarde te creëren. Werk slimmer, bespaar kosten, haal het
uiterste uit de proceskosten. Zorg dat de moeilijke tijden je
inventiever maken. Zo wordt het kaf van het koren gescheiden.
Wat zou het mooi zijn als deze lessen ook na de crisis effect
hebben. Maar het is waarschijnlijker dat de pijnen van deze dagen
dan weer rap vergeten worden, en dat partijen deze lijn niet gaan
vasthouden. En weer koersen op winstmaximalisatie, zonder
langetermijnblik. Al hoop ik van ganser harte dat ik daarin ongelijk
zal krijgen.’
8

Han Mesters,Sector Banker Zakelijke Dienstverlening:
‘Het werkt soms erg goed om je af te vragen: waarom begonnen we dit bedrijf ooit?’
Winst zonder groei. Het is een mooi streven om zware tijden door te
komen. Maar is het ook de beste policy als de economische
groeicijfers weer als vanouds zijn?
Han Mesters: ‘Bedrijven worden de laatste jaren zó lean and mean,
dat als de omzet weer gaat groeien, de winsten pijlsnel zullen
stijgen. En dan is de vraag: wat doe je daarmee? Zeg je dan: we gaan
flink investeren en nemen veel nieuwe mensen aan, we kopen
bedrijven op en gaan op een A-locatie werken? Of denk je: de
s-curve, waarmee de houdbaarheid van businessmodellen wordt
weergegeven, wordt steeds korter. Dus als we drie jaar goed
draaien, kunnen we eigenlijk alweer snel slechte jaren verwachten.
Ergo: ook in hoogconjunctuur handhaven we een strenge
kostendiscipline, en investeren we winst niet onmiddellijk in groei.
Dat blijft uiterst belangrijk, om reserves voor mindere tijden te
kweken. Dat zou de les van deze crisis kunnen zijn.’
Als een ondernemer daarvoor zou kiezen, winst zonder groei, welke
eisen stelt dat aan business- en organisatiemodellen?
Han Mesters: ‘De crisis zet de bruto marge van bedrijven onder druk,
vergroot de noodzaak om je te onderscheiden van andere bedrijven
en maakt de vraag urgenter om je prijs uit te leggen, - om je
toegevoegde waarde aan te tonen. Om die kwesties het hoofd te
bieden, draait de ondernemer aan drie knoppen.
Een. Kostenbesparing en automatisering. Twee. Productinnovatie,
nieuwe product-marktcombinaties. Drie. De omzet verbeteren met
warme klantrelaties. Mijn stelling is heel simpel: als die drie
instrumenten te weinig opleveren, dan moet je terug naar de
basisvraag: waarom zijn we deze onderneming ooit begonnen? De
vraag die business consultant Simon Sinek behandelt in zijn boek
Start with Why. Op die vraag een antwoord zoeken, is innovatie op
een diep niveau. Het dwingt je vanaf een afstand naar je
onderneming te kijken. Misschien is het antwoord wel: we moeten
iets anders gaan doen dan we altijd gedaan hebben.’
9interviews

Klantloyaliteit staat onder druk, klanten switchen eerder
Voor autonome groei worden nieuwe markten verkend
Sommige kantoren specialiseren zich in nichediensten en sectoren
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Openbare accountants voeren controles uit en stellen jaarrekeningen
op. Een openbare accountant stelt vast of de jaarrekening een
getrouw beeld geeft van de werkelijkheid en geeft zijn oordeel
daarover weer in een accountantsverklaring. Daarnaast geven
accountants advies op onder andere administratief gebied en bij
overname en opvolging. Er zijn twee typen accountants: de Register-
accountant (RA) en de Accountant-administratieconsulent (AA). Beide
staan ingeschreven bij de NBA. De RA richt zich op grote
ondernemingen; de AA meer op het MKB.
Dwingende wetgeving, strenger toezicht en slechte resultaten: de
druk op de branche is opgelopen. Voor een branche waarvan de werk-
zaamheden van groot maatschappelijk belang zijn, is het niet vreemd
dat de overheid duidelijke regels opstelt. Van alle onderdelen binnen
de branche stonden de auditwerkzaamheden het meest onder druk.
Dit varieerde van druk op vergoedingen, verhoogd regelgevend toe-
zicht tot intern toezicht en compliance (regels rondom integriteithand-
having). De klantloyaliteit staat ook onder druk, deels een gevolg van
de opgelopen reputatieschade in de afgelopen jaren. Uit onderzoek
van de AFM blijkt dat de zorgplicht van middelgrote kantoren in 2012
sterk tekortschoot; kantoren (onderhavig aan het onderzoek) hadden
onvoldoende informatie om een gedegen financieel oordeel te kunnen
vellen. Een constatering die erg hard aankomt voor een branche waar-
van het imago al grote deuken had opgelopen. De financiële weerbaar-
heid van kantoren is verslechterd; sommige kantoren kampen met
solvabiliteits- of liquiditeitsproblemen en dalende arbeidsproductiviteit.
Voor autonome groei worden nieuwe markten verkend. Zo houdt een
aantal kantoren zich bezig met bedrijfsfinancieringen (vooral gericht
op het MKB). Het gaat hierbij niet alleen om het geven van advies,
maar ook om het faciliteren van de financiering. Het aanbieden van de
financiering loopt via een partnerschap die is aangegaan met financiële
instellingen. Ook nieuwe bedieningsconcepten hebben hun intrede
gedaan, zoals professioneel relatiebeheer en inhuur van specialisten
(zzp’ers).
De kleine kantoren zijn flexibeler, en kunnen snel reageren op
veranderende klantbehoeften. De kleine kantoren staan - vooral door de
groei van het aantal zzp’ers - juist onder druk. Deze ontwikkeling
vergroot de druk op prijzen en winstmarges; de concurrentie neemt in
dit segment eveneens toe. De top-4 (‘Big Four’) blijft aan efficiency
werken. ABN AMRO Economisch Bureau verwacht echter dat de
dynamiek het grootst zal zijn bij de middelgrote kantoren. Om
continuïteitsredenen en de zoektocht naar schaalgrootte zal het aantal
fusies en overnames hier het sterkst groeien. De overnameprijzen
liggen nu relatief laag, maar het vinden van de financiering zal lastig
blijven. Ook zullen de overnametrajecten langer duren, aangezien
partijen graag alle risico’s willen doorgronden. Autonome groei laat
komend jaar te wensen over; bedrijven zullen op zoek gaan naar nieuwe
markten. Het verdienmodel zal ook komend jaar aan verandering
onderhevig zijn. Een manier om de toenemende druk op de resultaten
te verminderen is specialisatie in nichediensten en sectoren. In veel
gevallen is de druk daar relatief minder intens. Veel middelgrote
kantoren zoeken tevens hun heil in advisering, en creëren zo een stuk
meerwaarde voor klanten. Maar dit segment zal snel verzadigen.
Bedrijven die niet in staat zijn om te investeren in de toekomst zullen
zich richten op kostenefficiency, met personeelsreducties als gevolg.
Omzetgroei 2012: -0,8%
Aantal bedrijven: 23.375
Aantal vestigingen: 29.525
Vestigingen per bedrijf: 1,3
Bedrijven met 1 persoon: 21.295
Aandeel bedrijven tot 10 personen: 97%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.nba.nlwww.accountantsonline.nlwww.accountancynieuws.nl www.accountant.nl
accountantskantoren
10

-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
2007 2008 2009 2010 2011 2012
groe
i in
% j-
o-j
Volume mutatie accountancy Prijsindexmutatie accountancy Omzetgroei
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
10
2007 2008 2009 2010 2011 2012
groe
i in
% j-
o-j
Accountants (totaal) Financiële audits en advisering Belastingconsulenten Boekhoudkundige diensten
72%
78%
11%
10%
7%
5%
7%
6%
2%
1%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
2007
2012
1 werkzame persoon 2 werkzame personen 3-5 werkzame personen 5-20 werkzame personen 20 werkzame personen of meer
PwC (1)
Ernst & Young (3) KPMG (2)
Deloitte (4)
BDO (5)
Accon AVM (7)
Mazars (9)
Baker Tilly Berk (8)
Flynth (6) Alfa (10)
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
180.000
200.000
0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 5.000
omze
t per
fte
werknemers (fte)
(grootte bol = omzet 2011)
= omzet/fte > EUR 140.000 = omzet/fte EUR 100.000-140.000 = omzet/fte EUR < 100.000
Omzet accountancy daalt door volumeverlies
Prijzen voor eenvoudig werk onder druk
Branche versnippert verder
Omzetkrimp 2011 vooral bij MKB
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: Accountancynieuws
▶ De omzetgroei is een resultante van prijs- en volumegroei.
Stijgende prijzen konden de sinds juni 2009 dalende omzet nog
enigszins dempen. Vanaf dat moment daalt de vraag sterker en
zien we de volumes krimpen. De branche heeft het tij niet kunnen
keren, en heeft alle schijn van een krimpmarkt.
▶ De dalende vraag naar accountancydiensten (volume) is mede
ingegeven door een toename van de automatisering (zoals het
uitwisselen van bedrijfsinformatie via internet). De inzet van een
accountant werd minder vanzelfsprekend.
▶ De tarieven voor standaard werkzaamheden (zoals accountants-
controles) dalen structureel. Op deze diensten kunnen kantoren
zich moeilijk van concurrenten onderscheiden. ABN AMRO Econo-
misch Bureau verwacht dat door de inzet van IT(-innovaties) de rol
van de accountant verandert.
▶ Bij maatwerk (zoals belasting- en bedrijfseconomisch advies) zijn
de kansen voor de accountancy nog volop aanwezig; prijsdruk
speelt hier geen rol, omdat de meerwaarde voor klanten flink
groter is. Klanten worden wel mondiger; zij eisen transparantie in
tarieven en bestede tijd.
▶ Het aantal bedrijven is tussen 2007 en 2012 met ruim 26%
toegenomen (totaal: 27.375). Ongeveer de helft van deze bedrijven
bevindt zich in de Randstad. Opvallend: de sterkste groei van het
aantal vestigingen vindt vooral buiten de Randstad plaats, vooral in
Zeeland en Drenthe.
▶ Het aantal bedrijven met 1 werkzame persoon is tussen 2007 en
2012 met 47% toegenomen; dit soort bedrijven vormt 78% van het
totale aantal bedrijven. Bij de grotere bedrijven daalde het aandeel.
De branche is dus verder versnipperd, de concurrentie is toege-
nomen.
▶ In 2011 nam de omzet per fte bij de ‘Big Four’ gemiddeld met 8%
toe. Maar deze groei is vooral het resultaat van een afname van
het aantal werknemers (gemiddeld 5%). De omzetgroei was
gemiddeld namelijk 2% j-o-j. Bij de overige bedrijven binnen de
top-10 daalde de omzet gemiddeld met 5%, terwijl het aantal
medewerkers gemiddeld met 1% toenam.
▶ ABN AMRO Economisch Bureau verwacht voor 2013 dat het
voor veel bedrijven binnen het MKB moeilijker wordt om IT-
investeringen financieel op te brengen. Gevolg: schaalvergroting
door fusies of verregaande samenwerking.
11accountantskantoren

Crisis heeft meer effect op het type werkzaamheden dan op de resultaten
De overheadkosten zijn relatief hoog, kostenefficiency wordt belangrijker
Nieuwe kostenbesparende technologieën zullen een vlucht nemen
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Een advocaat geeft juridisch advies en/of verleent juridische bijstand in
rechtsgedingen. De advocaat moet zijn ingeschreven bij de rechtbank
van het arrondissement én bij De Nederlandse Orde van Advocaten
(NOvA). De NOvA is de publiekrechtelijke beroepsorganisatie van alle
advocaten in Nederland. Deze organisatie is bevoegd regels te stellen,
zoals de inrichting van de financiële administratie en de beroeps-
verzekering. Advocaten zijn werkzaam voor instellingen, organisaties
en particulieren. Specialismen zijn onder meer arbeidsrecht, erfrecht,
strafrecht, mediarecht en auteursrecht.
De advocatuur is weliswaar minder gevoelig voor de economische
conjunctuur dan andere branches in de dienstensector, maar ook hier
heeft de crisis zijn sporen nagelaten. De sterke groei is uit de markt.
Opdrachten komen voor 75% vanuit het bedrijfsleven en de overheid;
de overige 25% komt van particulieren. Als het met het bedrijfsleven
minder goed gaat, merkt de advocatuur direct de gevolgen daarvan.
Maar dit heeft meer effect op het type werkzaamheden dan op de re-
sultaten. In tijden van crisis neemt het aantal herstructureringstrajec-
ten toe. Saneringen van bedrijven en personeelsreducties vinden
vaker plaats. Arbeidsrechtspecialisten profiteren hiervan. Ook neemt
het financiële onvermogen van ondernemingen en particulieren toe.
Hierdoor zien kantoren met een insolventiepraktijk het aantal opdrach-
ten toenemen. Aan de andere kant daalt de activiteit in de fusie- en
overnamemarkt; dit raakt kantoren met de nadruk op de transactie-
praktijk. Desondanks staan de resultaten en marges binnen de advo-
catuur onder druk. De advocatuur is competitiever geworden. Boven-
dien zijn opdrachtgevers steeds kritischer. Zij willen (meer) inzicht in de
gemaakte uren en de tarieven. Hiermee is de onderhandelingsruimte
voor opdrachtgevers met veel juridische procedures toegenomen,
met prijsconcurrentie als gevolg. De partnerbetrokkenheid neemt
vervolgens toe. Hij/zij moet niet alleen de relatie met bestaande op-
drachtgevers onderhouden (en de toegevoegde waarde waarborgen),
maar ook meer moeite doen om nieuwe opdrachten te verwerven.
De advocatuur verandert. De partnerstructuur werkt te stroperig, de
inzet van ICT vereenvoudigt werkprocessen en het kostenbewustzijn
neemt bij veel kantoren - vaak met een dure infrastructuur - toe. Ook
gaat geëxperimenteerd worden met het ‘no-cure-no-pay’ principe.
Partners hechten aan de democratische cultuur, maar dit maakt de
organisatie ook minder flexibel. En op het moment dat de groei
tegenvalt moeten alle zeilen worden bijgezet; een kantoor moet snel en
effectief op marktveranderingen kunnen reageren. Om de continuïteit te
waarborgen moeten kantoren kostenefficiënter werken; de overhead-
kosten zijn immers nog steeds relatief hoog. Het aantal ondersteunende
personeelsleden per advocaat gaat verder dalen; de introductie van
nieuwe kostenbesparende technologieën zorgt voor veel verandering.
Inmiddels zijn er nieuwe organisatievormen die hun succes vooral
danken aan slim gebruikmaken van ICT-innovaties. Zij werken met een
nieuw verdienmodel en andere onderliggende werkprocessen.
ABN AMRO Economisch Bureau verwacht dat deze trend doorzet.
Standaardwerk en doorsnee activiteiten (zoals administratie) worden
steeds meer uitbesteed; de organisatie wordt ‘lean and mean’. De
allroundspelers krijgen geleidelijk meer concurrentie van gespeciali-
seerde kleine kantoren, die lagere prijzen kunnen bedingen. Maar prijs is
niet het enige criterium. De kwaliteit van de juridische dienstverlening is
en blijft het belangrijkst.
Aantal advocatenkantoren (CBS): 7.430
▶ groei (t.o.v. 2011): +7,2%
Aantal vestigingen (CBS): 7.790
▶ groei (t.o.v. 2011): +6,9%
Aantal advocaten: 17.068
▶ groei (t.o.v. 2011): +2,2%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.advocatenorde.nlwww.juridisch.comwww.bureauft.nlwww.rechtensite.nl
advocatenkantoren
12

-3% -2% -1% 0% 1% 2% 3% 4% 5% 6% 7% 8%
2007 2008 2009 2010 2011 2012
groe
i in
% j-
o-j
Volumemutatie rechtskundige diensten Prijsindexmutatie rechtskundige diensten Omzetontwikkeling rechtskundige diensten
1.048
2.286 929
1.624
563
596
23
23
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
4.500
5.000
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
aant
al
> 60 advocaten 6-60 advocaten 2-5 advocaten 1 advocaat
0
100
200
300
400
500
600
700
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
aant
al (x
1.00
0)
aant
al (x
1.00
0)
Bestuursrecht (uitspraken) Strafrecht - Kantonstrafzaken (afdoeningen) Strafrecht - Rechtbankstrafzaken (afdoeningen) Burgerlijk recht - dagvaardingsprocedures (uitspraken), r.as
Loyens & Loeff
NautaDutilh
De Brauw Blackstone Westbroek
Houthoff Buruma
Stibbe
Baker & McKenzie
CMS Derks Star Busmann
Van Doorne Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn
-10%
-8%
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
-15% -10% -5% 0% 5% 10% 15%
Groe
i FTE
201
1 (j-
o-j)
Omzetgroei 2011 (j-o-j)
grootte bol = omzet 2011
en AKD
Het aantal opdrachten en prijsdruk neemt toe
Branche versnippert verder
Dagvaardingsprocedures in burgerlijk recht sterk toegenomen
Slechts 3 partijen uit top-10 met omzetgroei
Bron: CBS
Bron: Stand vd Advocatuur (Sdu Uitgevers)
Bron: CBS
Bron: Stand vd Advocatuur (Sdu Uitgevers)
▶ De omzet in de rechtskundige diensten - advocaten, notarissen en
deurwaarders - groeide in 2012 met 2,5%. Advocaten hebben
hierin een aandeel van circa 70%. De prijzen stonden onder druk;
de omzetgroei kwam vooral door een stijgende vraag.
▶ De hoogte van de uurtarieven blijft een heikel punt. Klanten zijn
kritischer en mondiger geworden en eisen transparantie in bestede
tijd of maken ‘fixed pricing’ afspraken. Ook de druk op marges is
toegenomen; advocaten moeten hun toegevoegde waarde voor de
klant blijvend bewaken.
▶ Het totale aantal kantoren groeide sinds 2003 met 77% tot 4.529.
Hierbij is het aantal kantoren met 1 advocaat in dezelfde periode
meer dan verdubbeld tot 50% van de gehele advocatuur.
▶ De keuze voor zelfstandig ondernemerschap komt steeds vaker
voor. Ook partners van grote kantoren kiezen voor dit model. Het is
een manier om flexibel te blijven, unieke dienstverlening te bieden
en bovendien controle te houden over de balans tussen werk en
privé. De verwachting is dat deze trend aanhoudt; het aantal kleine
kantoren gaat verder groeien.
▶ In de 3 typen rechtspraak (civiel-, bestuurs- en strafrecht) is alleen
het aantal rechtszaken bij conflicten tussen burgers onderling en
organisaties (civiel recht) de afgelopen 16 jaar sterk toegenomen.
Dit segment groeide met 114%. Burgers en organisaties maakten
steeds vaker de gang naar de rechter.
▶ Het aantal bestuursrechtszaken (conflicten tussen overheid en
burgers) bleef nagenoeg gelijk. Het aantal strafrechtszaken nam
juist af, zowel in lichte overtredingen bij het kanton als zware
misdrijven voor de rechtbank.
▶ Loyens & Loeff blijft het grootste advocatenkantoor van Nederland,
gevolgd door NautaDutilh. Beide kantoren zagen het aantal fte in
2011 afnemen; de omzet bleef gelijk of groeide licht. Uit de top-10
was De Brauw Blackstone Westbroek het enige kantoor waar het
aantal fte steeg. Desondanks nam de omzet af.
▶ De crisis raakt de resultaten. Kostenefficiency is een belangrijk
thema geworden; veel partijen zijn overgegaan tot personeels-
reductie. ABN AMRO Economisch Bureau verwacht dat het aantal
secretaresses - en overige ondersteuning - per advocaat afneemt.
13advocatenkantoren

Margedruk is een harde realiteit door toegenomen concurrentie
Ongekende kansen door de innovatie en inzet van ICT
Klanten vragen om geïntegreerde oplossingen voor beveiligingsvraagstukken
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De branche bestaat uit twee onderdelen: technische beveiliging
(installaties en techniek) en manbeveiliging. Manbeveiliging bestaat uit
bedrijfsbeveiliging (bedrijven met eigen beveiligingsorganisatie) en
particuliere beveiliging. Een particuliere beveiligingsdienst levert
medewerkers en diensten voor bijvoorbeeld evenementen-,
informatie-, persoons- en objectbeveiliging, maar ook voor beveiliging
van waardetransport. De Vereniging van Particuliere Beveiligings-
organisaties (VPB) is de brancheorganisatie. De VPB heeft keurmerken
om de branche te professionaliseren.
De omzet groeide in 2012, vooral dankzij hogere prijzen. De toename
van de vraag naar beveiligingsdiensten speelde een veel kleinere rol.
Autonome groei is steeds moeilijker realiseerbaar; de uitbreiding van
marktaandeel komt vooral door consolidatie. Consolidatie is voor veel
bedrijven een manier om efficiencyslagen te maken en schaalvoor-
delen te realiseren. Dat is nodig, omdat margedruk een harde realiteit
is; de druk van concurrentie is aanhoudend voelbaar. Beveiliging is de
laatste jaren een commodity geworden. Bedrijven kunnen zich alleen
onderscheiden door meerwaarde aan klanten te bieden. Toch zijn er
kansen genoeg om verder te groeien, met name dankzij innovatieve
technologische oplossingen in beveiligingsdiensten en -producten. Dit
past in de trend van toenemende automatisering, waarbij de inzet van
ICT en technologie de boventoon voert. Het is niet alleen een manier
om management informatie te genereren uit werkprocessen (aanstu-
ringsmodellen), maar ook om innovatieve beveiligingsoplossingen te
bieden. De markt beweegt zich namelijk in een hoog tempo richting
elektronisch beveiligen. Het breekt de markt open, want hierdoor
kunnen ook kleine innovatieve bedrijven beveiligingsoplossingen
bieden tegen een scherpe prijs. Diverse introducties van productver-
nieuwingen droegen al bij aan de differentiatie van het aanbod en de
klantwens. Goede voorbeelden hiervan zijn vernieuwingen in ‘tracking
& tracing’-systemen en ‘Live View’. Probleem is echter dat veel MKB-
bedrijven financieel niet sterk genoeg zijn om hierin te investeren.
Het ontbreekt veel bedrijven in de branche nog aan financiële slagkracht.
De noodzaak tot investeren in (technologische) innovatie doet een groot
beroep op de budgetten, vooral bij de grote spelers. Tegelijkertijd blijft de
kwaliteit van beveiligers een belangrijk verkooppunt; dit vraagt om
permanente educatie van personeel, waardoor de druk op de marges
wordt verhoogd. Veiligheidsvraagstukken blijven voor veel bedrijven en
instellingen enorm belangrijk. Marktsectoren als detailhandel, horeca en
transport & logistiek doen doorgaans een groot beroep op beveiligings-
bedrijven. Maar ook overheidsinstellingen (vooral in de zorg) blijven
grote afnemers en blijft de behoefte aan professionele beveiligers groot.
Klanten zijn mondiger (en kritischer) en vragen om geïntegreerde
oplossingen: één compleet systeem waarin alle security en safety
aspecten van een bedrijf zijn ondergebracht, van toegangscontrole en
camerabewaking tot inbraak- en brandbeveiliging. Cloutechnologie - met
webbased applicaties de ICT-infrastructuur beschikbaar stellen - speelt
hierbij een belangrijke rol. Cybersecurity krijgt zo een steeds
prominentere positie binnen de portfolio van beveiligingsbedrijven.
ICT-gerelateerde veiligheidsrisico’s - inbraak in computersystemen,
skimmen, (identiteits)diefstal, fraude en bedreiging - nemen toe.
Gewilde overnamekandidaten zullen daarom vooral hightech
beveiligingsbedrijven zijn.
Omzetgroei 2012: 2,2%
Aantal bedrijven: 2.385
▶ groei (t.o.v. 2011): 8,9%
Aantal bedrijven met 1-5 personen: 84,9%
Marktaandeel top-3 bedrijven: circa 60%
Marktaandeel top-10 bedrijven: circa 70%
www.beveiliging.nlwww.vpb.nlwww.securitymanagement.nlwww.veb.nl
beveiliging en opsporing
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
14

-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
2007 2008 2009 2010 2011 2012
groe
i in
% j-
o-j
Volume mutatie Prijsindexmutatie
Omzetgroei
10,8%
2,3%
-1,9%
2,5% 1,5%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
20%
2008 2009 2010 2011 2012
groe
i in
% j-
o-j
Omzetgroei Omzet per bedrijf Groei bedrijven
10,0%
0,5%
2,0% 2,5%
3,0%
1,4%
-1,2%
0,8%
-4,5%
-1,5%
-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
2008 2009 2010 2011 2012v
groe
i in
% j-
o-j
Arbeidsplaatsen Omzet per arbeidsplaats
2010 G4S 2011 (1)
G4S 2010
Trigion 2011 (2)
Trigion 2010
Securitas 2011 (3)
Securitas 2010
bedrijven 3-10 (2011)
48.000
50.000
52.000
54.000
56.000
58.000
60.000
62.000
64.000
66.000
0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000
omze
t per
fte
aantal fte
grootte bol = omzet
bedrijven 3-10
Omzetgroei beveiligingsbranche groeit gematigd
Omzet per bedrijf staat continu onder druk
Omzet per werknemer krimpt
Groot verschil tussen ‘Big Three’ en MKB
Bron: CBS
Bron: CBS, Heliview/VPB
Bron: CBS, Heliview/VPB, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: Security Management
▶ De omzetgroei was in 2012 gematigd: 1,5% (terwijl in 2011 de
omzetgroei op 1,4% lag). Nog steeds ligt de omzetgroei ver onder
het niveau van vóór de crisis. Volgens ABN AMRO Economisch
Bureau ligt de oorzaak hiervan in de relatief lage bedrijfs-
investeringen en de kostenefficiency programma’s bij veel
bedrijven.
▶ Omzetgroei is een resultante van prijs- en volumegroei. De prijs
voor beveiligingsdiensten nam in 2012 met 1,4% toe. De omzet-
groei in 2012 is grotendeels het gevolg van stijgende prijzen; de
volumegroei heeft zeer beperkt bijgedragen.
▶ Het aantal bedrijven steeg de afgelopen vijf jaar explosief. Tussen
2007 en 2012 nam het aantal bedrijven met 60% toe. ABN AMRO
Economisch Bureau verwacht dat deze trend voorlopig doorzet.
Vooral omdat de toetredingsdrempels tot deze branche relatief laag
liggen.
▶ Met de explosieve groei van het aantal bedrijven neemt de concur-
rentie toe. Bovendien neemt de druk op de omzet per bedrijf toe
op het moment dat de groei van de omzet beperkt blijft. Om de
marges nog enigszins op peil te houden, moeten bedrijven efficiënt
en kostenbewust blijven werken.
▶ Ondanks de toename van het gebruik van technologie blijft arbeid
de belangrijkste productiefactor. Sinds 2005 neemt het aantal
arbeidsplaatsen jaarlijks toe. Het arbeidsmarktperspectief blijft
gunstig, omdat veiligheid een belangrijk thema blijft.
▶ De groei van het aantal arbeidsplaatsen zet druk op de omzet per
arbeidsplaats, zeker als de omzetgroei achterblijft. In 2011 is de
omzet per arbeidsplaats met 4,5% gedaald. Uit de eerste ramingen
komt naar voren dat de omzet per arbeidsplaats in 2012 verder is
gedaald, terwijl het aantal arbeidsplaatsen is toegenomen.
▶ Het marktaandeel van G4S, Trigion en Securitas bleef in 2011 groot.
Samen hebben zij circa 70% omzetaandeel. In omzet is G4S in
2011 sterk gegroeid; G4S blijft ook verreweg de grootste partij. Dit
ging wel ten koste van de efficiency. Het aantal fte nam toe, de
omzet per fte daalde.
▶ De omzet van de top-3 groeide met 11% (j-o-j). Bij de overige
bedrijven binnen de top-10 was de omzetgroei slechts 5% (j-o-j),
maar de omzet per fte nam in 2011 wel toe (met ruim 12%). Het
totale aantal fte’s werd in 2011 met 8% teruggebracht.
15beveiliging en opsporing

Het risico op wanbetaling neemt toe, zowel bij bedrijven als bij particulieren
Opdrachtgevers willen de kredietwaardigheid van relaties laten toetsen
Betalingsproblemen bij particulieren en debiteurenrisico neemt toe
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Gerechtsdeurwaarders hebben een wettelijke status om bij juridische
conflicten de gerechtelijke stukken (dagvaarding of vonnis) uit te reiken
en vonnissen (ontruiming of beslaglegging) uit te voeren. Incasso-
bureaus hebben deze status niet. Zij voeren alleen niet-ambtelijke
opdrachten uit, en zijn aan minder strenge regelgeving gebonden. De
Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en
de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (NVI) werken
beide met een gedragscode. Het Bureau Financieel Toezicht (BFT)
houdt toezicht bij gerechtsdeurwaarders.
Door de crisis neemt het risico op wanbetaling toe, zowel bij bedrijven
als bij particulieren. Het aantal particulieren met betalingsproblemen is
opgelopen; de financiële weerbaarheid van bedrijven is lager. Door het
verslechteren van de betalingsmoraal voeren veel bedrijven een ver-
scherpt debiteurenbeleid. Zij schakelen in een vroeg stadium een
incassobureau of deurwaarder in. Gevolg hiervan is dat het aantal
opdrachten voor deurwaarders en incassobureaus toeneemt. In 2012
nam het aantal ambtshandelingen van gerechtsdeurwaarders
(exploten) en opdrachten voor incassobureaus toe. Dit lijkt een
gunstige uitgangspositie voor de branche, maar ondertussen nam ook
de oninbaarheid van vorderingen sterk toe. Bedrijven in de branche
moeten aanzienlijk meer werk verrichten om vorderingen te incasse-
ren. Het slagingspercentage op deze vorderingen neemt af; dit drukt
de omzet. Ook is het voor deurwaarders en incassobureaus relevant
om op individueel dossierniveau een accuraat beeld te hebben van de
marktwaarde van een uitstaande vordering. Het wordt nog erger op
het moment dat bedrijven een business model hanteren op basis van
‘no-cure-no-pay’. Het risico op omzetderving neemt hierdoor toe. Om
de kans op wanbetaling kleiner te maken, worden bedrijven in deze
branche steeds vaker door opdrachtgevers gevraagd de kredietwaar-
digheid van (potentiële) klanten en zakenrelaties te toetsen. Door de
lage financiële weerbaarheid willen bedrijven op korte termijn beschik-
ken over de vorderingen. Zij zijn bereid hiervoor een ‘fee’ te betalen.
Om betalingsachterstanden tegen te gaan krijgt het MKB - als gevolg
van nieuwe wetgeving - meer mogelijkheden. Begin 2013 werd de wet
‘Bestrijding betalingsachterstanden’ van kracht. Deze wet legt het
maximum aantal betalingstermijnen bij transacties tussen onder-
nemingen vast, en beperkt de contractuele betalingstermijn. Ook de
overheid wordt nu gedwongen binnen 30 dagen hun openstaande
facturen te voldoen. De wet zal ongetwijfeld enig dempend effect op
het aantal betalingsachterstanden van bedrijven hebben, maar groot zal
de impact niet zijn. De bedrijfseconomische situatie en de markt-
omstandigheden spelen een veel grotere rol bij het toe- of afnemen van
het debiteurenrisico. De verwachting is dat het debiteurenrisico ook in
2013 relatief hoog blijft, vooral als gevolg van de magere economische
groei. Een strak debiteuren- en werkkapitaalbeleid blijven dus van groot
belang; het uitbesteden van het debiteurenbeheer door bedrijven zal
toenemen. Daarnaast krijgt ook ‘factoring’ een flinke impuls. Hierbij
worden complete debiteurenportefeuilles door bedrijven opgekocht
(‘purchasing debt’). ABN AMRO Economisch Bureau verwacht verder
dat de totale particuliere schuldenmarkt blijft groeien. Die groei zal
echter in snelheid afnemen, omdat consumenten een stuk voorzichtiger
zijn geworden. De oplopende werkloosheid gaat wel voor een toename
van het aantal betalingsproblemen van particulieren zorgen.
Totaal aantal bedrijven: 825
▶ waarvan deurwaarderskantoren: 245
Groei aantal bedrijven sinds 2007: 26,9%
Aandeel bedrijven met ≤5 personen: 79,3%
Groei aantal deurwaarderskantoren: -9,2%
Groei aantal incassobureaus: 11,5%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.kbvg.nl www.nvio.nlwww.ggdw.nlwww.nvvk.eu
deurwaarders en incassobureaus
16

-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
-60%
-40%
-20%
0%
20%
40%
60%
80%
1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013
groe
i in
% j-
o-j
groe
i in
% j-
o-j
Groei totaal uitgesproken faillissementen (l.as) BBP-groei (r.as)
6,0%
6,4%
6,8%
7,2%
7,6%
8,0%
120
130
140
150
160
170
180
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
groe
i in
% j-
o-j
inde
x (2
003-
1=10
0)
Uitstaand debiteurensaldo particulieren ('rood staan') Zakelijk kredietverlening Aantal particuliere kredietnemers met betalingsproblemen (r.as)
val Lehman Brothers
30%
45%
60%
70%
23%
16%
22%
17%
30%
29%
12%
8%
17%
10%
6%
5%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
2007 deurwaarders
2012 deurwaarders
2007 incassobureaus
2012 incassobureaus
1 werkzame persoon 2-5 werkzame personen 5-20 werkzame personen 20 werkzame personen of meer
54
21
23
15
11
94
40
26
33
14
0 20 40 60 80 100 120 140 160
GGN
Flanderijn
Groenewegen & Partners
LAVG
AGC
Aantal
Aantal gerechtsdeurwaarders Aantal kandidaat gerechtsdeurwaarders
Aantal faillissementen blijft op hoog niveau
Aantal particulieren met betalingsproblemen neemt toe
Branche versnippert verder
GGN blijft de grootste speler
Bron: CBS
Bron: BKR, DNB, CBS
Bron: CBS
Bron: Stand vd Advocatuur (Sdu Uitgevers)
▶ Het aantal faillissementen neemt toe. Bedrijven die de eerste
klappen van de crisis wisten te doorstaan krijgen het nu ook
moeilijk; zij zien hun financiële reserves slinken. ABN AMRO
Economisch Bureau verwacht dat als de economie aantrekt, het
aantal faillissementen weer afneemt.
▶ Voor bedrijven is inzicht in het werkkapitaal van belang; openstaande
debiteurenposten moeten binnen de gestelde termijn worden geïnd.
Maar door de crisis raken ook voorheen gezonde bedrijven
langzamerhand financieel verzwakt. De oninbaarheid van facturen
neemt flink toe.
▶ Het aantal particuliere kredietnemers met betalingsproblemen nam
in 2012 verder toe. De werkloosheid is toegenomen, waardoor het
besteedbare inkomen afnam. Steeds meer particulieren hebben
moeite om aan hun financiële verplichtingen te voldoen.
ABN AMRO Economisch Bureau verwacht dat het aantal betalings-
achterstanden in 2013 verder toeneemt.
▶ De zakelijke kredietverlening groeide in 2012 verder door, maar het
tempo van de groei ligt lager dan voor de crisis. Door de crisis is de
financiële weerbaarheid van bedrijven afgenomen.
▶ De afgelopen 5 jaar is het aantal deurwaarderskantoren met 8%
gedaald, terwijl het aantal incassobureaus met 51% toenam. In
beide segmenten is het aandeel van bedrijven met 1 werkzame
persoon het sterkst toegenomen.
▶ De branche is dus verder versnipperd; er zijn relatief veel kleine
bedrijven actief. Vooral bij incassobureaus gaat de concurrentie -
doordat er meer kleine bureaus bij komen - toenemen. Het gevolg
hiervan is meer margedruk, waardoor bureaus efficiënter moeten
gaan werken. En op zoek moeten gaan naar diensten die meer-
waarde bieden.
▶ Al enkele jaren is de samenstelling van de top 5 van deurwaarders-
kantoren ongewijzigd. In 2010 veranderde de top-5 door de
oprichting van het fusiekantoor GGN. Op basis van het aantal
(kandidaat-)deurwaarders was GGN in 2012 veruit het grootste
kantoor in Nederland, gevolgd door Flanderijn.
▶ Bedrijven in de branche werken steeds vaker op basis van resultaat-
verplichting (‘no-cure-no-pay’). Dit is een manier om de dienst-
verlening van incassobureaus voor potentiële opdrachtgevers
laagdrempelig te houden.
17deurwaarders en incassobureaus

Meer vraag door een toename van het aantal herstructureringsvraagstukken
Dalende vraag naar adviesdiensten binnen de fusie- en overnamemarkt
Klanttevredenheid en –gerichtheid zijn van levensbelang
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De hoofdactiviteiten van adviesbureaus liggen op het terrein van
ondernemingsstrategie, organisatieontwikkeling en project-
management. Vaak verstrekken zij ook adviezen op andere gebieden,
zoals financieel beleid. De branche is zeer kleinschalig; bijna 88% van
de aan bedrijven werkt zonder personeel. De branche kent een grote
bedrijfsdynamiek, met jaarlijks vele starters. Vaak betreft het een
professional die voor een eigen bureau kiest. De Raad van Organisatie-
Adviesbureaus (ROA) is de branchevereniging voor adviesbureaus.
Deze organisatie heeft een gedragscode en maakt afspraken over de
kwaliteit.
De vraag naar advies nam in 2012 sterk toe; crisisgerelateerde op-
drachten zorgden voor herstel. Het aantrekken van de vraag naar ad-
viesdiensten is vooral het gevolg van een toename van het aantal her-
structureringsvraagstukken. Kostenbesparing en efficiency staan in
crisistijd hoog op de agenda. Dit zijn vaak complexe projecten, en
(extern) specialistische kennis heeft dan echt een toegevoegde
waarde. Projecten als financiële herstructurering en herfinanciering
van schulden, maar ook de afwikkeling van faillissementen en het op-
knippen of afstoten van bedrijfsonderdelen namen een vlucht. De
crisis is voor veel bedrijven ook een moment voor strategische herpo-
sitionering en saneringsrondes. Het is een manier om te investeren in
de organisatie, zodat bij een aantrekkende economie weer kan worden
gegroeid. Omdat dergelijke trajecten vaak zeer complex zijn, wordt
ook hier vaak een beroep op adviesbureaus gedaan. De vraag naar
diensten van adviesbureaus die gespecialiseerd zijn in de fusie- en
overnamemarkt, daalde. In 2012 nam het aantal fusiemeldingen met
5,5% af. De daling kwam vooral tot stand door een afname van het
aantal fusies in de eerste drie kwartalen van 2012, maar stabiliseerde
in het vierde kwartaal. Ook de adviesbureaus met corporate finance
activiteiten - de tak die bedrijven adviseert over financieringscapaciteit
en –mogelijkheden - zagen de vraag afnemen. De grotere bureaus
bieden veelal een breed pakket aan dienstverlening aan; de kleinere
bureaus en eenmanszaken zijn vaak specialisten.
Het tempo van de economische groei blijft relatief beperkt; voor een
conjunctureel gevoelige branche is dat een ongunstige uitgangspositie.
Het aantal spelers in deze branche neemt verder toe. De barrières tot
kennis, adviesmethoden en -technieken blijven laag. Het is relatief
eenvoudig om als onafhankelijk adviseur (als zzp’er) te starten.
Traditionele adviesbureaus moeten meer gaan concurreren met ‘losse’
projectorganisaties (een aantal samenwerkende zzp’ers). In het lagere
segment met kleine bureaus is de dynamiek het grootst; hier nemen de
concurrentie en prijsdruk toe. Maar de adviesbranche staat ook onder
druk door de toetreding van branchevreemde partijen. Zo zijn andere
branches binnen de dienstensector (accountants, administrateurs) op
zoek naar toegevoegde waarde voor hun klanten. Zij willen hun aanbod
verder verbreden; advisering past in deze strategie. ABN AMRO
Economisch Bureau verwacht dat vanuit de overheid het aantal
opdrachten significant gaat toenemen. Vrijwel alle publieke instellingen
moeten ook komend jaar bezuinigen; hierdoor is er minder geld voor
extern advies. Adviseurs worden steeds vaker afgerekend op hun
prestatie; klanten willen inzicht in bestede tijd en gehanteerde tarieven.
Adviseurs moeten meerwaarde bieden, en de klant duidelijk maken wat
die meerwaarde exact is. Klanttevredenheid en –gerichtheid zijn hierbij
van levensbelang.
Omzetgroei 2012: 4,4%
Aantal organisatieadviesbureaus: 66.945
▶ groei aantal bureaus (t.o.v. 2011): 11,5%
▶ aandeel aantal eenmansbedrijven: 88,4%
Aantal vestigingen: 69.130
▶ groei aantal vestigingen (t.o.v. 2011): 11,3%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.roa-advies.nlwww.ooa.nlwww.consultancy.nlwww.theconsultancygroup.nl
economische adviesbureaus
18

-20%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
20%
2007 2008 2009 2010 2011 2012
groe
i in
% j-
o-j
Volumemutatie Prijsindexmutatie Omzetontwikkeling
0%
1%
2%
3%
4%
5%
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
2010 2011 2012 2013v 2014v
% g
roei
(j-o
-j)
EUR
mld
IT consulting Financieel analytisch advies
Human resources advisering Advies tbv �nance afdeling
Operationeel advies Strategisch advies % groei (j-o-j),
r.as
4%
3%
2% 2%
3%
%
39.
860
66.
945
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
80.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012
aant
al
Organisatieadviesbureaus (bedrijven)
+68%
81%
88%
9%
7%
8%
4%
2%
1%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
2007
2012
1 werkzame persoon 2 werkzame personen 3 tot 10 werkzame personen 10 werkzame personen of meer
Omzet managementadviesbureaus trekt weer aan
Consultancy markt groeit wereldwijd gematigd verder
Ook in crisistijd blijft aantal bedrijven groeien
Branche versnippert verder
Bron: CBS
Bron: Consultancy.nl
Bron: CBS
Bron: CBS
▶ Na drie jaar van omzetkrimp sloot de branche het jaar 2012 positief
af met een omzetgroei van 4,5%. De groei was vooral te danken
aan een stijgende vraag. De branche kon profiteren van crisis-
gerelateerde opdrachten uit de private sector. De bezuinigingen bij
de overheid zorgden daarentegen voor veel vraaguitval. In 2013 en
2014 zal de omzet verder groeien.
▶ Maar omzetgroei is niet alleen een resultante volumegroei.
Prijsontwikkelingen dragen ook bij aan de omzet. Sinds juni 2009
staan de prijzen voor advies sterk onder druk; de prijzen daalden
met gemiddeld 2,5%.
▶ Internationaal gezien heeft de adviesmarkt relatief weinig last van
de grote recessie ondervonden. In 2010 en 2011 kon groei worden
gerealiseerd, terwijl in Nederland de cijfers in het rood stonden.
▶ Het traditionele aandachtsgebied (strategie) wordt steeds minder
belangrijk, terwijl het aantal opdrachten in IT-advies stabiel blijft.
Adviesbureaus vullen hun tijd vooral met bedrijfseconomische en
operationele vraagstukken. Ook de adviezen gericht op het verbe-
teren van financiële processen/systemen (bedrijfsbreed) vormen
een groeimarkt.
▶ De adviesbranche is een kweekvijver voor startende bedrijven en
zzp’ers. Het aantal bedrijven groeide sinds 2007 explosief, namelijk
met 68% tot bijna 67.000 bedrijven. De dynamiek is groot, en de
crisis heeft weinig effect op de aanwas. Het is relatief eenvoudig
om een adviesbureau op te richten.
▶ De gemiddelde groei van het aantal bedrijven per jaar is 11%. Dit
staat in schril contrast met de jaarlijkse omzetontwikkeling. Het
aantal bedrijven groeit de laatste jaren sneller dan de omzet.
Hierdoor nemen concurrentie en margedruk toe. ABN AMRO
Economisch Bureau verwacht dat deze trend aanhoudt.
▶ Het aantal bedrijven met 1 werkzame persoon (zzp’er) is sterk
gegroeid. Tussen 2007 en 2012 nam dit aantal met 81% toe. Dit
segment heeft nu een aandeel van 88%. In alle overige segmenten
nam het marktaandeel af.
▶ Bij een snelle groei van het aantal bedrijven en een minder hard
groeiende vraag naar adviesdiensten nemen de spanningen toe. Er
moeten aanzienlijk meer inspanningen worden verricht door de
kleinere bedrijven om opdrachten binnen te halen. Dit leidt tot
prijsdruk, en verzwakt bovendien de positie van zelfstandige
ondernemers.
19economische adviesbureaus

Daling prijs en aantal transacties zorgt voor druk op omzet makelaars
Rol makelaar komt steeds meer in gedrang
Nieuwe verdienmodellen worden aangeboord om maatwerk te kunnen leveren
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Makelaars in onroerend goed zijn voornamelijk actief op de
woningmarkt, waarbij (kleinschalig) commercieel onroerend goed een
deelmarkt is. In dit rapport staat de woningmarkt centraal.
Kernactiviteit in deze branche is aan- en verkoopbemiddeling bij
bestaand en nieuw onroerend goed. Makelaarskantoren bieden ook
deeldiensten aan, zoals taxaties, hypotheekbemiddeling, assurantiën,
(ver)huur en beheer. De titelbescherming is in 2001 afgeschaft en
certificering moet garanderen dat makelaars deskundig en
onafhankelijk zijn. Ook hun integriteit is hiermee gewaarborgd.
In 2012 stond de woningmarkt in de schijnwerpers. Grootste oorzaak
hiervan was de politieke discussie over de hypotheekrenteaftrek. In
2012 is een aantal maatregelen bekend gemaakt. Allereerst werd de
onduidelijkheid omtrent de overdrachtsbelasting opgeheven. Deze be-
lasting blijft permanent 2%. Het mogelijke afschaffen van dit belasting-
voordeel zorgde medio 2012 voor groei in het aantal transacties. Daar-
naast zijn er eind 2012 plannen op tafel gekomen om de fiscale
voordelen met betrekking tot, onder andere, de spaarhypotheek, in te
perken. Verder is het vanaf 2013 verplicht om een hypotheek annuïtair
af te lossen. De overheid beoogt met de ‘Blok-hypotheek’ lucht te
bieden, maar de vraag blijft of dat lukt. Consumenten die al van plan
waren een woning te kopen, hebben zo veel mogelijk geprobeerd hun
aankoopmoment in 2012 plaats te laten vinden, om zodoende optimaal
te kunnen profiteren van de huidige regelingen. In december 2012
nam het aantal transacties dan ook met circa 30% toe ten opzichte
van december 2011. Toch is 2012 geen goed jaar geweest. Het aantal
transacties nam af met 3%. Ook de gemiddelde huizenprijs daalde
met 6%, naar circa EUR 226.000. Vooral de daling van het aantal trans-
acties is terug te zien in de omzet van de makelaarskantoren. Al een
aantal jaar kampt de sector met teruglopende volumes en afwachten-
de kopers. Daarnaast staan de marges onder druk. Dit zorgt voor een
stijging van het aantal faillissementen in de sector. In 2012 gingen
40% meer bedrijven failliet in de verhuur en handel van onroerend
goed dan in 2011.
2013 blijft een lastig jaar voor de woningmarkt. Onzekerheid bij consu-
menten over de economische vooruitzichten zorgt voor een afwachten-
de houding als het gaat om de aankoop van een huis. Naast het econo-
mische tij, hebben de makelaars te maken met een aantal structurele
trends die invloed hebben op de marges. Zo zorgde de opkomst van in-
ternetsites als funda.nl en jaap.nl al een aantal jaar geleden voor een
veranderende dienstverlening. Het koppelen van verkoper en koper
wordt steeds makkelijker, en de rol van de makelaar in dit proces steeds
kleiner. Een ander aspect is het gebruik van social media bij de verkoop
van een woning. Via sociale netwerken wordt informatie over een
woning toegankelijker en betrouwbaarder. Hiermee wordt de adviseren-
de rol van de makelaar kleiner. Niet alleen zal de makelaar zijn rol
moeten herdefiniëren, ook het verdienmodel staat onder druk. Het tradi-
tionele verdienmodel, waarbij de makelaar een courtage ontvangt,
wordt steeds meer vervangen door andere manieren van tarifering.
Voorbeelden hiervan zijn een vast bedrag per transactie of een tarief op
uurbasis. Door deze nieuwe vormen van tarifering is maatwerk mogelijk.
Consumenten kunnen kiezen om voor een lager tarief slechts een deel
van de dienstverlening af te nemen. Transparantie en flexibiliteit zijn hier-
bij belangrijk. Via internet zal het steeds makkelijker worden om tarieven
en makelaars met elkaar te vergelijken. De traditionele makelaar die
werkt op basis van courtage, komt zo steeds meer onder druk te staan.
Aantal leden NVM: 3.914
Aantal leden VBO: 1.000
Aantal leden Vastgoed PRO: 800
Verkoopprijs: -6%
Aantal verkochte woningen: 117.261 (-3%)
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.biedenenwonen.nlwww.nvm.nlwww.vbo.nlwww.vastgoedpro.nl
makelaars onroerend goed
20

-10,0%
-7,5%
-5,0%
-2,5%
0,0%
2,5%
5,0%
7,5%
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
4%
5%
6%
7%
8%
2008 2009 2010 2011 2012 Kantoren Bedrijfsruimten Winkels
0
1
2
3
4
2007 2008 2009 2010 2011 2012
x m
ln m
2
Kantoren Bedrijfsruimten
Huizenprijzen verder gedaald
Aantal verkochte koopwoningen gedaald
Rendementen gedaald
Opname commercieel vastgoed gedaald
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: IPD
Bron: Dynamis, DTZ Zadelhoff, NVM
▶ In 2012 namen de huizenprijzen fors af, met circa 6%. Dit is het
vierde jaar op rij dat de huizenprijzen te maken hadden met een
daling. De woningprijs is sinds het begin van de crisis met
ongeveer 13% gedaald.
▶ De totale verkoopprijs is in 2012 met circa 8% gedaald, naar
EUR 26 miljard. In 2005 was dit bedrag nog EUR 46 miljard. Niet
alleen een prijsdaling, maar ook een daling van het aantal
transacties droeg bij aan deze ontwikkeling.
▶ Het aantal verkochte woningen is sinds de crisis toesloeg met
circa 40% afgenomen.
▶ Het aantal transacties daalde vooral flink in Groningen en Friesland.
Maar ook in Utrecht en Noord- en Zuid-Holland namen de trans-
acties af. Een stijging van het aantal transacties was te zien in
Overijssel, Zeeland en Limburg.
▶ De omzet van woningmakelaars is voor een belangrijk deel
afhankelijk van het aantal transacties. Een daling van de transacties
zet de omzet dan ook onder druk.
▶ De directe rendementen op kantoren, bedrijfsruimten en winkels
daalden in 2012, maar zijn nog wel positief. De indirecte rendemen-
ten over 2012 zijn negatief. Hierdoor komt het totale rendement op
vastgoed uit op 1,2%. Dat is een daling ten opzichte van vorig jaar,
toen het totale rendement 3,9% was.
▶ De sombere economische omstandigheden zijn terug te zien in de
cijfers. Bij kantoren is dit indirecte rendement het laagst. Overcapa-
citeit en leegstand zijn hiervan de oorzaak.
▶ De opname van kantoor- en bedrijfsruimte is in 2012 gedaald ten
opzichte van 2011. Voor kantoren is de opname onder de 1 miljoen
vierkante meter uitgekomen. Het dalende aantal kantoorbanen en
Het Nieuwe Werken droegen bij aan de daling. Wel neemt de vraag
naar kleinere kantoorruimtes toe.
▶ Het aanbod van bedrijfsruimte nam in 2012 verder toe. Volgens de
NVM stond er in 2012 circa 12,1 miljoen vierkante meter te huur of
te koop. Dat is een stijging van 4% ten opzichte van 2011.
▶ Ook de structurele leegstand is volgens de NVM toegenomen. Dat
betreft bedrijfsruimten die drie jaar of langer te koop of te huur
staan. In 2012 stond 13,6% van het vastgoed structureel te koop.
21makelaars onroerend goed

Aantal ondersteunende personeelsleden ongekend hard (13%) gedaald
Kantoren zijn op zoek naar meerwaarde in hun dienstverlening
Inzet van IT is een manier om onderscheidend vermogen aan te brengen
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De notaris wordt benoemd bij Koninklijk Besluit. Hij/zij is een openbare
ambtenaar met een onafhankelijke vertrouwensfunctie, bevoegd om
authentieke akten te verlijden. Een notariële akte geeft rechts-
zekerheid. De notarispraktijk bestaat uit drie segmenten: de familie-,
de onroerendgoed- en de ondernemingspraktijk. Voor alle drie geldt
een fullserviceconcept. Notarissen zijn verplicht aangesloten bij de
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). De KNB staat onder
toezicht van de Kamer van Toezicht, en onder financieel toezicht van
het Bureau Financieel Toezicht.
De resultaten van het notariaat staan onder druk. De omzet is gedaald,
een gevolg van dalende prijzen én een lager volume. Naast de demo-
grafische ontwikkelingen, beïnvloedt ook de conjunctuur de omzet van
notariskantoren. Vooral de kwakkelende vastgoedmarkt is hier debet
aan; het merendeel van de kantoren is voor een groot deel afhankelijk
van het aantal onroerend goed transacties. Het aantal verkochte
koopwoningen daalde in 2012 met 2,9%; de notarissen kenden
hiermee al 6 opeenvolgende jaren van krimp. Een bijna onhoudbare
situatie voor een branche die zo stevig leunt op de onroerend goed
markt. Maatregelen konden niet uitblijven. Om zich te wapenen tegen
de aanhoudende druk op de resultaten, zijn notariskantoren waar
mogelijk kosten-efficienter gaan werken. Ontslagen konden niet
uitblijven; vooral bij het ondersteunende personeel zijn contracten
opgezegd of niet verlengd. Notariskantoren maken relatief veel
gebruik van ondersteunend personeel, zoals notarisklerken en
administratieve krachten. Tijdens het afgelopen jaar daalde het aantal
ondersteunende personeelsleden in het notariaat ongekend hard:
13%. Begin 2012 lag het gemiddelde aantal ondersteunende
personeelsleden op 4,6 personen per onderneming; dit daalde naar
3,9 personen begin 2013. De traditionele dienstverlening (passeren
van akten) is in de ogen van veel klanten niet onderscheidend genoeg.
Sommige kantoren kiezen voor een proactieve benadering van klanten.
De hoogte van de tarieven is voor veel - vooral particuliere - klanten
vaak het enige criterium.
Begin 2013 wijzigde de Wet op het notarisambt. Het toezicht is
versterkt, er is een Commissie Toegang Notariaat geïnstalleerd en de
weigeringsplicht is aangescherpt. Verder zijn kandidaat-notarissen niet
meer verplicht een praktijk over te nemen (of te starten). Dit maakt de
keuze voor het beroep aantrekkelijker voor studenten. De markt-
omstandigheden blijven komend jaar uitdagend; veel kantoren kunnen
nog enige tegenwind tegemoet zien. De woningmarkt blijft in mineur;
een spoedig herstel is niet waarschijnlijk. Kantoren die het water aan de
lippen hebben staan, moeten verder snijden in de kosten om de
continuïteit te kunnen waarborgen. Een andere manier om het voort-
bestaan te garanderen is nauw samenwerken met andere kantoren. Het
is een manier om het dienstenpakket te verbreden, het aanbod te
differentiëren en (investerings)kosten te delen. Hoewel de financiële
weerbaarheid van veel kantoren nu laag is, blijft het belangrijk te
investeren in IT. Kantoren schieten namelijk tekort in product-
vernieuwing. Dat is dé manier om onderscheidend vermogen aan te
brengen in het aanbod van diensten én het contact met klanten te
intensiveren. Als gevolg van ICT-ontwikkelingen neemt ook het aantal
prijsvechters verder toe. ABN AMRO Economisch Bureau verwacht dat
het (stijgend) aantal online initiatieven waar notarisdiensten goedkoper
worden aangeboden de markt(situatie) verder gaat verharden.
Aantal notarissen KNB: 1.377
▶ vergeleken met 2012: -2,3%
Aantal kandidaat-notarissen: 1.695
Aantal kantoren KNB: 518
Aantal vestigingen KNB: 976
▶ vergeleken met 2012: -0,5%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.knb.nlwww.notaris.nlwww.notarielestichting.nlwww.njb.nl
notariskantoren
22

3 pt3 pt
-60%
-30%
0%
30%
2011 2012 2013
groe
i in
% j-
o-j
Groei aantal hypotheekakten Groei aantal testament registraties
-10
-5
0
5
10
15
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
groe
i in
% j-
o-j
aant
al tr
ansa
ctie
s (1
2-m
aand
s to
tal)
Aantal woningtransacties (l.as) Stijgende huizenprijs (r.as)
Dalende huizenprijs (r.as) Aanwas hypotheken (r.as)
eerste daling: februari 2009
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
2007 2008 2009 2010 2011 2012
jaar
mut
atie
s pr
ijsin
dex
in %
Familiepraktijk
Onroerendgoedpraktijk Ondernemingspraktijk
3,0
3,2
3,4
3,6
3,8
4,0
4,2
4,4
4,6
4,8
5,0
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
8.000
2011 2012 2013
ratio
aant
al
Notarissen in functie
Kandidaat-notarissen Overige medewerkers
Overige medewerkers per kantoor
Aantal OG akten blijft beperkt
Conditie huizenmarkt blijft beneden peil
Tarieven in alle segmenten ondervinden druk
Efficiencyslagen door personeelsreducties
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: KNB
▶ In 2012 kenden notariskantoren twee piekmomenten, mede
dankzij wijzigingen in de successiewet en veranderingen van
belastingregels voor woningbezit.
▶ In juni 2012 werd (aanvankelijk tijdelijk) de overdrachtsbelasting
verlaagd; veel huizenkopers wilden hiervan profiteren. Eind 2012
kwam er meer duidelijkheid over de hypotheekregels. Veel
huizenkopers wilden nog vóór 31 december 2012 een huis kopen
om nog onder de oude hypotheekregels te vallen; dit verlaagde
hun maandlasten aanzienlijk. Maar begin 2013 nam het aantal
hypotheken weer snel af.
▶ De combinatie van een zwakke economie, een gewijzigd belasting-
regime voor eigen woningen en beperkingen van de hypothecaire
kredietverlening is niet gunstig voor de huizenmarkt. Ook dit jaar
neemt het aantal transacties af.
▶ ABN AMRO Economisch Bureau verwacht dat de huizenmarkt
in de loop van 2014 weer iets herstelt. Hoewel veel indicatoren
nu nog weinig goeds voorspellen, is de bodem van het aantal
transacties en de prijzen in zicht. Ná 2014 is het beeld gunstiger.
De toename van de woningvoorraad is tegen die tijd niet toerei-
kend genoeg.
▶ De tarieven in het onroerendgoed segment stonden - door de
invoering van vrije tarieven - al eerder onder druk. Maar dit segment
werd ook geraakt door de daling in het aantal woningtransacties en
de toegenomen concurrentie. Bovendien volgen de tarieven binnen
dit segment vertraagd de ontwikkeling in het aantal woning-
transacties.
▶ De druk op de tarieven in de familie- en ondernemingspraktijk is
relatief minder. Maar ook deze segmenten werden in 2012 geraakt.
Dat blijkt uit het tegenvallende aantal akten dat bij notarissen is
gepasseerd.
▶ Efficiënte dienstverlening levert concurrentievoordeel op; dit is ook
in het notariaat doorgedrongen. Sinds de invoering van markt-
werking zijn kostenbeheersing, kantoormanagement en efficiency
niet meer weg te denken.
▶ Door de slechte marktomstandigheden sneden veel kantoren in
hun kosten, vooral door personeelsreductie. Het aantal notarissen
(en kandidaten) neemt jaarlijks af, maar het tempo van deze daling
is laag vergeleken met de daling in ondersteunend personeel. Het
aantal ondersteunende personeelsleden daalde in 2012 (per
kantoor) namelijk sterk.
23notariskantoren

Prijs-kwaliteitverhouding is belangrijk, maar selectie op prijs neemt toe
Toegevoegde waarde creëren met een totaalconcept van facilitaire diensten
Schoonmaak is een commodity; dit werkt switchgedrag in de hand
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De schoonmaakbranche kan worden opgesplitst in 2 verschillende
segmenten: reiniging van gebouwen (zoals kantoorpanden en
onderwijsgebouwen, inclusief glazenwassen, gevelreiniging en
schoorsteenvegen) en overige reiniging (waaronder schoonmaak van
transportmiddelen en industriële installaties). Overkoepelende
organisaties zijn de OSB (werkgevers) en de RAS (arbeids-
verhoudingen), de Vereniging Schoonmaak Research (VSR) en het
opleidingsinstituut SVS. De OSB is de werkgeversorganisatie van de
branche. De OSB heeft met een ledenaantal van 500, een aandeel van
circa 80% van de totale omzet.
Na 3 zeer magere jaren van omzetgroei, liet 2012 toch nog een groei in
omzet zien. De omzet nam op jaarbasis met 1,1% toe. Hierbij valt op
dat vooral de vraag naar schoonmaakdiensten het liet afweten. Die
vraag daalde met 1%; dit werd onder meer veroorzaakt door
versobering van (bestaande) contracten en een toenemende
leegstand van kantoorruimtes. Maar er waren meer oorzaken. Ook de
sterke efficiency in (kantoor)ruimtegebruik - door de toegenomen
automatisering, flexwerkplekken, innovatieve kantoorconcepten en
thuiswerken - zorgde voor een afnemende vraag naar schoonmaak-
diensten. Ondertussen is het verkrijgen van nieuwe opdrachten niet
eenvoudiger geworden. De prijs-kwaliteitverhouding is een belangrijk
criterium voor opdrachtgevers bij het kiezen van hun schoonmaak-
bedrijf. Maar de uiteindelijke prijs blijkt steeds vaker de doorslag-
gevende factor te zijn. Dit tot ongenoegen van veel (vooral kleinere)
partijen, die zo de druk op de marges verder zien toenemen. De
financiële positie van bedrijven verzwakt hierdoor. Het aantal
faillissementen was in 2012 relatief hoog, maar is desondanks met
16% afgenomen. Multiserviceconcepten - waarbij schoonmaak,
beveiliging en/of catering worden gebundeld - blijven belangrijk. Het is
een manier om toegevoegde waarde te bieden met een totaalconcept
van facilitaire diensten. Maar er zijn ook spelers die goede resultaten
behalen met een primaire focus op schoonmaken. Kleinere bedrijven
blijven de regionale specialisten. Zij zoeken soms ook samenwerking
met al dan niet branchevreemde partijen.
De schoonmaakmarkt is verzadigd. Hoewel de uitbestedingsgraad van
bedrijven circa 65% is (en jaarlijks toeneemt), krimpt de markt voor
schoonmaakbedrijven. Bedrijven die gespecialiseerd zijn in schoonmaak-
bemiddeling - zonder eigen diensten in beheer en alles extern ingekocht
- zijn in opkomst. Schoonmaakdiensten blijven een onmisbare
component in de bedrijfsvoering. In crisistijd zijn het echter vaak de
ondersteunende diensten die het moeten afleggen; bedrijven kijken of
er een efficiencyslag is te maken. Bedrijven die schoonmaakdiensten
afnemen zijn relatief minder loyaal aan hun toeleverancier. De dienst
wordt gezien als een commodity; dit werkt switchgedrag in de hand.
Schoonmaakbedrijven hebben geen tot weinig marktmacht. Hierdoor
gebeurt het regelmatig dat bestaande contracten worden open-
gebroken, en onderhevig zijn aan verdere versobering en prijsdruk.
Gevolg is dat bedrijven meer vierkante meters moeten schoonmaken, in
aanzienlijk minder tijd. De druk op medewerkers neemt toe. Dit gaat
uiteindelijk ten koste van de kwaliteit; het opleidings- en trainingstraject
komt namelijk ook in het gedrang. De rol van schoonmaakbedrijven
verandert doordat opdrachtgevers efficienter omgaan met hun (kantoor)
ruimte. ABN AMRO Economisch Bureau verwacht dat de vraag naar
multiserviceconcepten verder toeneemt. Dit betekent concreet dat er
meer synergie te realiseren valt.
Omzetgroei 2012: 1,1%
Aantal schoonmaakbedrijven: 11.020
▶ groei vergeleken met 2011: 7,4%
Aandeel bedrijven <5 werknemers: 84,9%
Aantal vestigingen: 11.530
Aantal vestigingen per bedrijf: 1,05
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.osb.nlwww.servicemanagement.nlwww.vsr-org.nlwww.alleschoonmaakbedrijven.nl
schoonmaakbedrijven
24

-6%
-4%
-2%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
2007 2008 2009 2010 2011 2012
groe
i in
% j-
o-j
Volumemutatie schoonmaakdiensten Prijsindexmutatie schoonmaakdiensten Omzet schoonmaakbedrijven
4,9% 5,3%
-4% 0% 4% 8% 12% 16% 20%
Amsterdam e.o.
Rotterdam e.o.
Den Haag e.o.
Utrecht e.o.
Eindhoven e.o.
Nederland
% groei (j-o-j)
Groei van de leegstand Groei van het aanbod kantoren
58%
62%
63%
64%
64%
66%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
2007
2008
2009
2010
2011
2012
1 werkzame persoon 2 werkzame personen 3 tot 5 werkzame personen 5 tot 10 werkzame personen 10 tot 20 werkzame personen 20 werknemers of meer
CSU Cleaning Services
ISS
Hago Nederland (Vebego)
Gom Schoonhouden (Facilicom)
Dolmans Groep EW Facility Services
Hectas Facility Services
Schoongroep Nederland
Succes (DieDrie)
-30%
-25%
-20%
-15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
15%
-15% -10% -5% 0% 5% 10% 15%
% g
roei
mdw
(j-o
-j)
% groei omzet (j-o-j)
grootte bol = omzet 2012
Prijs stijgt, maar volume blijft achter
Aanbod en leegstand van kantoren neemt toe
Branche versnippert verder
Autonome groei van schoonmaakbedrijven blijft moeilijk
Bron: CBS
Bron: DTZ Zadelhoff
Bron: CBS
Bron: Service Management
▶ In 2012 nam de omzet voor schoonmaakbedrijven met 1,1% toe.
Hoewel dit een gematigde groei is, blijkt het toch een aanzienlijke
verbetering in vergelijking met de voorgaande 3 jaren. Tijdens die
periode groeide de omzet met gemiddeld 0,1% jaar-op-jaar.
▶ Omzetgroei is een resultante van prijs- en volumeontwikkelingen.
De toename van de prijs kon de omzet sinds het tweede kwartaal
van 2009 op peil houden. De vraag naar schoonmaakdiensten nam
- onder invloed van een versobering van contracten voor schoon-
maak en andere facilitaire diensten - af.
▶ Een van de oorzaken van de teruglopende vraag naar schoonmaak
is de oplopende leegstand van kantoren. Dit is een structureel pro-
bleem; veel schoonmaakbedrijven hebben hier last van.
▶ In 2012 nam zowel het aanbod van Nederlandse kantoorpanden als
de leegstand toe. Van de 5 grootste steden verslechterde de situa-
tie in Rotterdam het sterkst; de leegstand in de Maasstad nam met
20% toe. Door het grote aanbod worden steeds meer kantoren
verbouwd tot appartementen, hotel, studentenkamers of winkels.
▶ Ondanks de slechte marktomstandigheden neemt het aantal be-
drijven jaarlijks toe. Tussen 2007 en 2012 groeide het aantal bedrij-
ven met meer dan 40% (tot 19.665). Dit kwam vooral door de
sterke groei van het aantal bedrijven met 1 werkzame persoon.
▶ De branche is kleinschalig en versnippert jaarlijks verder. De markt-
omstandigheden worden uitdagender op het moment dat het
aantal bedrijven verder groeit, terwijl de vraag naar schoonmaak-
diensten juist daalt. Dit zorgt voor een toenemende druk op
marges en omzet per bedrijf.
▶ In 2012 werd schoonmaakbedrijf Hago Nederland het miljoenen-
contract van NedTrain gegund; hierdoor zag Hago Nederland zijn
omzet sterk groeien. Ook Schoongroep Nederland had een goed
jaar achter de rug. Deze samenwerking van 20 bedrijven op
regionaal niveau plukte de vruchten van zijn succesvolle formule.
▶ ISS zag omzet en personeelsbestand dalen, onder meer een
gevolg van het afstoten van activiteiten. Desondanks nam de
arbeidsproductiviteit van ISS met 18% toe. Bij Hago Nederland
daalde de arbeidsproductiviteit juist (met 2%).
25schoonmaakbedrijven

uitzendbureaus Sinds het voorjaar van 2012 staat de omzet in vrijwel alle sectoren onder druk
Profileren op specialistisch uitzenden heeft betere groeipotenties
Uitzendbureaus hebben veel belang bij onderscheidend vermogen
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Uitzendbureaus zijn dienstverleners die op commerciële basis
arbeidskrachten verhuren en detacheren aan bedrijven en instellingen.
Daarnaast doen uitzendbureaus aan arbeidsbemiddeling. Er zijn twee
koepelorganisaties: de NBBU (MKB-gericht) en de ABU (meer
algemeen). Met ruim 480 leden vertegenwoordigt de ABU ongeveer
65% van de markt. Leden van beide koepels moeten voldoen aan
hoge kwaliteitseisen. In de uitzendmarkt opereren naast veel kleine
organisaties - met hooguit enkele vestigingen - ook grote partijen als
Randstad en USG People, die internationaal actief zijn.
Het gevecht tegen de economische tegenwind zet zich voort. In 2012
hield de druk op omzet voor uitzendbureaus aan. Het volume nam
sterk af; de omzet daalde met een half procent. De economische
fundamenten en indicatoren bleken erg zwak en daardoor was de
onzekerheid onder ondernemers groot. Sinds het voorjaar van 2012 is
de omzet in de uitzendbranche in vrijwel alle sectoren onder druk
komen te staan, vooral binnen de industrie en de technische sector.
De enige positieve uitzondering was de administratieve sector, die zo
nu en dan nog een klein plusje liet zien. De medische sector vormde
echter weer een punt van zorg: sinds het voorjaar van 2008 alleen
maar omzetdalingen. Uitzendorganisaties die zich (te) sterk op deze
sector richten hebben een zwaar jaar achter de rug. Om de continuïteit
te waarborgen was een nadrukkelijke focus op kosten noodzakelijk;
prijsconcurrentie werd ook als middel ingezet. Daarnaast zijn er allerlei
andere krachten actief die de druk op de branche opvoeren, zoals de
sterke groei van het aantal uitzendbureaus en de opkomst van de
zzp’ers, de toenemende samenwerking in zowel binnen- als buiten-
land, de vergrijzing, de druk op de bruto marge en de noodzaak tot
meer onderscheidend vermogen. Om de marges op peil te houden
wordt de kantoreninfrastructuur aangepakt. De inzet van ICT verhoogt
de productiviteit en de meerwaarde van de dienstverlening. Het is een
manier om de organisatie efficiënter te maken, zodat iedereen goed is
voorbereid zodra de economie weer verbetert.
De marktomstandigheden blijven uitdagend. Volgens ABN AMRO
Economisch Bureau blijft het tempo van de economische groei de
komende jaren relatief beperkt. Dit is slecht nieuws voor een branche
die normaal gesproken keurig met de conjuncturele golven meedeint.
De stijgende werkloosheid én een dalend aantal vacatures helpen de
branche natuurlijk ook niet. Uitzendorganisaties kunnen zich in dit
stadium beter profileren op specialistisch uitzenden. Dat heeft betere
groeipotenties dan het algemene uitzenden. De zorgsector vormt hier
echter een uitzondering, aangezien deze sector veel last van markt-
werking en bezuinigingen blijft houden. Zorginstellingen worden
gedwongen om kostenbewuste keuzes te maken. In dit scenario wordt
een beroep gedaan op het zittende personeel (om langer door te
werken); bij externe inhuur van personeel valt veelal de keuze op de
goedkope oplossing (inhuur van zzp’ers). Andere sectoren bieden juist
volop kansen, zoals de olie en gasindustrie (offshoring), infrastructuur en
de technische sector. Probleem is echter dat geschikt personeel voor de
openstaande vacatures in deze specifieke sectoren moeilijk is te vinden.
Klanten zijn kritischer geworden. Voor uitzendbureaus is het van groot
belang om onderscheidend vermogen te hebben. Uitzendbureaus
moeten hun waardepropositie duidelijker communiceren. Anders
dreigen zij marktaandeel te verliezen aan payrollers.
Omzetgroei 2012: 0,0%
Aantal bedrijven: 11.135
▶ groei t.o.v. 2011: 4,5%
▶ groei sinds 2007: 44,9%
Bedrijven tot 10 werknemers: 8.525
▶ aandeel: 76,5%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.abu.nlwww.nbbu.nlwww.flexmarkt.nlwww.rwi.nl
26

-30
-20
-10
0
10
20
30
2007 2008 2009 2010 2011 2012
groe
i in
% j-
o-j
Prijsindexmutatie Volumeontwikkeling Omzetontwikkeling
26%
27%
28%
32%
30%
30%
14%
13%
12%
13%
11%
12%
15%
14%
15%
14%
15%
15%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
2007
2008
2009
2010
2011
2012
1 werkzaam persoon 2 werkzame personen 3 tot 5 werkzame personen 5 tot 10 werkzame personen 10 tot 20 werkzame personen 20 tot 50 werkzame personen 50 werkzame personen of meer
0,0%
0,5%
1,0%
1,5%
2,0%
2,5%
3,0%
3,5%
4,0%
4,5%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012
aand
eel N
L al
s om
zetg
ebie
d in
%
aand
eel N
L al
s om
zetg
ebie
d in
%
Randstad
USG Brunel International Adecco (r.as)
Manpower (r.as)
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
aant
al v
acat
ures
op
aant
al w
erkz
oeke
nde
arbeidsmarkt zeer ruim
ruim
gemiddeld
krap
arbeidsmarkt zeer krap
Omzet uitzendbranche blijft onder druk staan
Branche versnippert verder
Grote uitzenders meer focus op buitenland
Arbeidsmarkt is ‘zeer ruim’
Bron: ABU, CBS
Bron: CBS
Bron: Thomson Reuters Datastream, jaarverslagen
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
▶ In 2012 daalde de omzet van uitzendbureaus licht (0,5% j-o-j). De
neerwaartse trend zette dus door, gelijk aan de economische
ontwikkeling. De prijs nam mondjesmaat toe, terwijl de vraag naar
uitzendkrachten per kwartaal daalde.
▶ Voor 2013 zijn de verwachtingen niet hooggespannen. Voor
vroegcyclische eindafnemers van uitzendkrachten (industrie,
transport en groothandel) zijn de omzet- en volumeverwachtingen
wel positief. De vraag naar uitzendkrachten zal hier weer
aantrekken, maar voor de sector als geheel blijft het groeitempo
relatief laag.
▶ Het aantal bedrijven is tussen 2007 en 2012 met 32% toegenomen.
Alleen in 2010 en 2011 nam het aantal door de slechte marktomstan-
digheden iets af. De sterkste groei (+53%) vond plaats bij bedrijven
met 1 werkzame persoon. Het aandeel van bedrijven met 5-10 werk-
zame personen neemt langzaam af.
▶ De eenmansbedrijven hebben een aandeel van 30%; de verwach-
ting is dat dit aandeel verder toeneemt. Daarmee zal de branche
nog verder versnipperen. ABN AMRO Economisch Bureau
verwacht dat de druk op de omzet per bedrijf verder toeneemt,
net als de druk op marges.
▶ Het belang van Nederland als omzetgebied neemt voor de grote
uitzendorganisaties af. Bij Randstad is het aandeel Nederland al
jarenlang dalende; slechts 18% van de totale omzet is nationaal.
Bij USG zien we dit ook, maar daar is de nationale omzet nog wel
substantieel (32%).
▶ De internationale spreiding van grote uitzenders wordt steeds
groter. Landen als Duitsland, Engeland, Frankrijk en de Verenigde
Staten worden steeds belangrijker. Vooral de vooruitzichten in de
VS zijn gunstig. Daar trekt de vraag naar uitzendkrachten aan door
de economische onzekerheid.
▶ Sinds het 2de kwartaal van 2009 is de arbeidsmarkt ruim. Dit komt
doordat het aantal werkzoekenden sneller stijgt dan het aantal
banen. Eind 2012 is dit proces versneld; de arbeidsmarkt is nu zeer
ruim.
▶ De vooruitzichten voor 2013 zijn ongunstig. Private investeringen
blijven uit en de overheid blijft bezuinigen. Door de economische
onzekerheid blijft de behoefte aan flexibiliteit bij werkgevers
voorlopig hoog. ABN AMRO Economisch Bureau verwacht dat
de arbeidsmarkt in 2013 ruim blijft. De aanwas van het aantal
vacatures blijft achter en de werkloosheid loopt op.
27uitzendbureaus

leeswijzer
Deze leeswijzer geeft u inzicht in de opbouw van de branche-
analyses en geeft bovendien een verklaring van enkele veel
gebruikte termen.
De brancheanalyses bestaan uit twee volledige pagina’s. Op de
eerste pagina staan achtereenvolgens de volgende onderdelen:
De eerste pagina van de brancheanalyse
▶ Drie bullets
De drie bullets bovenaan de pagina geven de kern van de analyse
weer. In drie korte zinnen wordt een kernachtige samenvatting
van de brancheanalyse weergegeven.
▶ Het blok ‘Branchebeschrijving’
Het blok ‘Branchebeschrijving’ geeft een beknopte omschrijving
en definitie van de branche. De belangrijkste karakteristieken van
de branche worden hierin beschreven.
▶ Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’
Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’ gaat in op de huidige
ontwikkelingen in de branche. De tijdspanne van dit blok ligt in
veel gevallen tussen maart 2012 en maart 2013. In dit blok wordt
in sommige gevallen ook enkele jaren teruggekeken om de
huidige ontwikkelingen en trends beter te kunnen begrijpen.
▶ Het blok ‘Onze visie’
Het blok ‘Onze visie’ geeft de visie over de branche weer van de
sector economen van ABN AMRO Economisch Bureau. De
analyse heeft betrekking op het huidige jaar (2013) en in sommige
gevallen het komende jaar (2014).
▶ Het blok ‘Kerngegevens’
Het blok ‘Kerngegevens’ geeft een overzicht van de meest
relevante (economische) indicatoren die kenmerkend zijn voor de
branche. De gegevens hebben betrekking op 2012, tenzij anders
vermeld. Bij het zoeken naar de gegevens voor dit blok is gebruik
gemaakt van een veelheid van bronnen. Er is vooral gebruik
gemaakt van de gegevens van het CBS, maar tevens zijn andere
bronnen geraadpleegd, zoals brancheorganisaties, onderzoek- en
adviesbureaus, kranten, tijdschriften, internet en overheids-
instanties (waaronder product- en bedrijfschappen, ministeries).
De tweede pagina van de brancheanalyseOp de tweede pagina van de brancheanalyse staan vier
verschillende figuren. In de balk boven de figuren staat de titel van
de figuur in het betreffende blok, inclusief een bronvermelding. In
veel gevallen heeft ABN AMRO Economisch Bureau eigen
bewerkingen en ramingen gemaakt met behulp van de gegevens
van de genoemde dataleverancier. Indien een dergelijke
bewerking heeft plaatsgevonden, dan staat dit vermeld in de balk.
De figuren op pagina 2 hebben betrekking op economische
ontwikkelingen. Onderwerpen die hier onder andere kunnen
worden behandeld zijn: omzetontwikkeling, kostenontwikkeling,
exploitatiebeeld, exportontwikkeling, aantal bedrijven,
werkgelegenheid, marktaandelen, en dergelijke.
Waar staan de letters ‘r’ en ‘v’ voor in de figuren?In de figuren treft u in sommige gevallen een letter ‘r’ of ‘v’ achter
het jaartal aan. In deze gevallen staat de ‘r’ voor een raming (op
basis van beschikbare gegevens t/m bijvoorbeeld november 2011
is een inschatting gemaakt voor de rest van het jaar). De ‘v’ staat
voor voorspelling en betreft de verwachting van de betreffende
sector econoom van ABN AMRO Economisch Bureau.
28

Veel gebruikte termen, inclusief definitiesTot slot van deze leeswijzer een opsomming van enkele veel
gebruikte termen in deze publicatie, inclusief de definitie volgens
ABN AMRO.
▶ Definitie ZZP
ZZP staat voor ‘Zelfstandigen Zonder Personeel’. Ondernemers
die geen personeel in dienst hebben. Het begrip verwijst ook naar
de term ‘freelancer’.
▶ Definitie MKB
MKB staat voor Midden- en KleinBedrijf. In deze publicatie
hanteren we als definitie voor MKB de volgende veel gebruikte
tabel:
Categorie onderneming Werknemers Jaaromzet of jaarlijks
balanstotaal
middelgroot < 250 ≤ € 50 mln. ≤ € 43 mln.
klein < 50 ≤ € 10 mln. ≤ € 10 mln.
micro < 10 ≤ € 2 mln. ≤ € 2 mln.
▶ Definitie FTE
FTE staat voor ‘full-time-equivalent’. Eén fte staat voor een
volledige werkweek van 38 uur.
▶ Definitie BBP
Bruto Binnenlands Product is de totale waarde van alle in een land
geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode.
29leeswijzer

colofon
De Visie Op Zakelijke Dienstverlening is een uitgave van
ABN AMRO. Het rapport is geschreven door ABN AMRO
Economisch Bureau op verzoek van ABN AMRO Sector Advisory.
Sectoranalyse Casper Burgering ([email protected])
Senior Sector Econoom
ABN AMRO Economisch Bureau
Macro economische analyseNico Klene ([email protected])
Senior Econoom
ABN AMRO Economisch Bureau
InterviewsJoep Auwerda
Journalist/tekstschrijver
Fotografie interviewsHannie Verhoeven
Commercieel contactHan Mesters ([email protected], 020-3433219)
Sector Banker Zakelijke Dienstverlening
ABN AMRO Sector Advisory
DistributieWebsite: www.abnamro.nl/zakelijkedienstverlening
Telefoon: 0900-0024 (e 0,10 per minuut)
Disclaimer
De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door
ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op zorg-
vuldige wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch
ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk
worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuist-
heden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in
dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden
gewijzigd.
© ABN AMRO, mei 2013
Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Het gebruik van
tekstdelen en/of cijfers is toegestaan mits de bron duidelijk wordt ver-
meld. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet
toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen
van ABN AMRO. Teksten zijn afgesloten op 15 april 2013.
30