Examenprogramma NiNa

Post on 15-Jan-2016

46 views 0 download

description

Examenprogramma NiNa. Henk Pol, Universiteit Twente / SLO Maarten Pieters, SLO. Oud versus Nieuw (I). √. √. √. ?. Er is nog niet een definitieve syllabus. Daarom vandaag een overzicht van de stand van zaken. En nog veel belangrijker: Waar draait het met de vernieuwing NiNa om?. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Examenprogramma NiNa

Henk Pol, Universiteit Twente / SLOMaarten Pieters, SLO

Examenprogramma NiNa

Oud versus Nieuw (I)

hx p

228n

hE n

mL

bron24π

PI

r

4I Twmax kT h h

p mv

√√√

Tt? Er is nog niet een definitieve

syllabus. Daarom vandaag een overzicht van de stand van zaken. En nog veel belangrijker:Waar draait het met de vernieuwing NiNa om?

Even rondjeNaam en schoolMet welke doelstelling zit u hier?

maatschappelijke ontwikkelingenmeer instroom in bèta-techniek opleiding nodig: kwaliteit en kwantiteitsnelle ontwikkelingen in wetenschap en technologie

ambities, mede na knelpuntenanalysemeer relevantie en actualiteit, verbind concepten met contextenmeer succes van leerlingen in vervolgonderwijsmeer samenhang tussen de bètavakkenbetere uitvoerbaarheid van de programma'sblijvende vernieuwing bèta-onderwijsblijvende professionalisering docenten

Aanleiding en ambities

Oud versus NiNa IIWaarom een nieuw programma?Drie doelstellingen die een rol spelen

Inhoudelijke voorbereiding op vervolgopleidingVroeger: enige argument, nu 1 op 10 vervolgopleiding

Scientific Literacy (wetenschappelijke geletterdheid)Burger heeft kennis nodig voor het maken van keuzes,

democratieVoorbereiding op het beroep/studie

Instroom in technische beroepen/studies verhogen

Welke gevolgen voor NiNa?Enkele voorbeelden voor havo

Bron: Eindrapportage NiNa

(sub-)domein Vergelijking met huidig examenprogramma

E1. Zonnestelsel en heelal

deels ANW-inhoud; toepassing mechanica van voorwerpen onderworpen aan zwaartekracht; toepassing eigenschappen elektromagnetische straling voor waarnemingen en onderzoek zonnestelsel en heelal

F. Menselijk lichaam Keuzedomein (SE); werking van lenzen kan hierin behandeld worden

I. Onderzoek en ontwerp

praktisch werk; experiment, modelstudie, ontwerp (SE); benoemd in relatie tot de CD-subdomeinen

Welke gevolgen voor NiNa?Enkele voorbeelden voor vwo

Bron: Eindrapportage NiNa

(sub-)domein Vergelijking met huidig examenprogramma

B2. Medische Beeldvorming

inclusief eigenschappen van radioactieve straling en veiligheid (in plaats van huidige subdomein Radioactiviteit); nucleaire reacties en toepassing kernsplijting en kernfusie in keuzesubdomein E3 Kern- en deeltjesprocessen

F1. Quantumwereld praktische context van toepassingen als digitale camera’s, lasers, elektronenmicroscopen, etc; daarnaast quantummechanica als fundamentele beschrijving van licht en materie met aspecten als golf-deeltje-dualiteit, onbepaaldheidsrelatie van Heisenberg

F2. Relativiteitstheorie Keuzesubdomein (SE)

Oud versus NiNa IIIDe manier waarop

Geen staatsdidactiek (sinds Dijsselbloem)Het hoe is open.Wel een vraag met het aanleren van contexten.Maar niet nieuw

want examens zijn al veel langer in contextdus hoe daar op voor te bereiden?

Door eerst te bedenken waarom bepaalde onderdelen in het programma zitten weten waarom je iets behandelt geeft inzicht in het hoe

Verschillende instekenProcedureelMathematisch / Probleem oplossenConceptueel

Procedurele opgave

Eerste idee: opgaven oplossen In principe: vragen op een pw die ‘lln kunnen oplossen’

2010-I: Opgave 1 Kingda Ka

4p 1 Bepaal met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage de maximale versnelling die de passagiers ondervinden, uitgedrukt in de valversnelling g.

Uitwerking

Op de uitwerkbijlage staat figuur 2 afgebeeld. Het voorste karretje (het dichtst bij punt A) heeft een lengte van 2,4 m.

5p 5 Bereken hoe groot de snelheid op de top van de baan minimaal moet zijn zodat de passagier loskomt van zijn stoel. Bepaal daarvoor eerst in de figuur op de uitwerkbijlage de straal van de cirkelbaan.

Mathematisch / Probleem oplossen : 2010-I: Opgave 1 Kingda Ka

Uitwerking Kingda Ka, vraag 5

Conceptuele vraag: FCI (17)

Een lift wordt met een constante snelheid door een liftschacht omhoog getrokken met behulp van een stalen kabel, zoals te zien is in de figuur. Alle wrijvingskrachten zijn te verwaarlozen. Voor de krachten die op de lift werken geldt:

A. dat de opwaartse kracht van de kabel groter is dan de neerwaartse zwaartekracht.

B. dat de opwaartse kracht van de kabel gelijk is aan de neerwaartse zwaartekracht.

C. dat de opwaartse kracht van de kabel kleiner is dan de neerwaartse zwaartekracht.

D. dat de opwaartse kracht van de kabel groter is dan de som van de neerwaartse zwaartekracht en de neerwaartse kracht veroorzaakt door de lucht.

E. geen van bovenstaande. (De lift gaat omhoog omdat de kabel wordt ingekort en niet omdat er een opwaartse kracht wordt uitgeoefend op de lift door de kabel.)

stalenkabel

Lift die met een constantesnelheid omhoog gaat

Co-co: what's in a name?Berenice Michels en Lucia Bruning

ConceptenDefinitie:

Mentale beelden die verwijzen naar belangrijke ideeën uit het vakgebied

Kernconcepten → 'gewone' concepten → vakbegrippen

ContextenDefinitie:

Omgeving waarin leren plaatsvindt

Voor leerlingen betekenisvolle situatie of probleem

Onderverdelingen

Context in een vak kan voor ander vak concept zijn en v.v.

Waarom CoCo?

Waartoe?

Non scholae sed vitae↓ ► Transfer

Wat? Wendbaar toepassen van (voorgeschreven) concepten in

(wisselende, al dan niet voorgeschreven) contexten

► Eindtermen

Hoe? Wisselwerking concepten - contexten

concepten

contexten

…wordenwendbaartoegepastin…

…gevenbetekenisaan…

Betekenisvol onderwijs

C

C

C

C

C

C

C

C

KCC

C

C

KC

C

C

C

KCContext

Context

Context

Coco-model (Bruning & Michels)Doel:

laten zien dat er vele mogelijkheden zijn om te komen tot context-concept onderwijs

Gebruik als handvat vooreen discussie over CoCo in de (les)praktijkontwikkelaars bij het vormgeven van lesmateriaaldocenten bij de keuze van lesmateriaal

Model: vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid!

Model-ontwikkeling

C

C

C

C

C

C

C

C

KCC

C

C

KC

C

C

C

KCContext

Context

Model: twee vragen, vier kwadranten

Twee vragen:Wat bepaalt de inhoudselectie van het materiaal?

context of conceptuele vakstructuur / conceptenlijst

Wat bepaalt de vormgeving van de inhoud en het materiaal (oa. leerlingactiviteiten)?context of conceptuele vakstructuur / conceptenlijst

Vier antwoorden, vier kwadranten, een vensterInhoudselectie: boven – onderVormgeving inhoud: links- rechts

Illustratieve context

Context op afstand

Verbindende context

Centrale context

selectie

vormgeving

conceptuele structuur

inhoud context

selectie

vormgeving

inhoud context

selectie

vormgeving

inhoud context inhoud context

selectie

vormgeving con

text

bep

aalt

sele

ctie

con

cep

t be

paal

t sel

ecti

e

concept bepaalt vormgeving context bepaalt vormgeving

voorbeelden / toepassingen

Gereedschap

A B

CD

conceptuele structuur

conceptuele structuur

conceptuele structuur

Illustratieve context

Context op afstand

Verbindende context

Centrale context

A B

D C

CoCo Venster

Context volgt uit concepten

Eén context, maar ook concepten buiten context

Vakstructuur herkenbaar in selectie

Context centraal Concepten volgen uit context

Eén context, concepten binnen context

concept bepaalt vormgeving context bepaalt vormgeving

con

text

bep

aalt

sele

ctie

con

cep

t be

paal

t sel

ecti

e

Conceptuele vakstructuur centraalVoorbeelden bij concepten, meerdere contexten

Concepten volgen uit contextEén context, concepten binnen contextVakstructuur herkenbaar in vormgeving

Vier kwadranten, aan u de keusOverwegingen:

VakCE/SEDocentvoorkeurLeerlingvoorkeurFase in het leerproces…

Contact:Lucia Bruning l.bruning@slo.nlBerenice Michels b.michels@slo.nl

29

De kandidaat kan…(voorgeschreven) concepten gebruiken / toepassen /

etc. in contexten (niet gedefinieerd)

fysische verschijnselen / begrippen / etc (niet gedefinieerd) gebruiken / toepassen in de (voorgeschreven) context

(voorgeschreven) concepten gebruiken / toepassen / etc. in de (voorgeschreven) context

Eindtermen natuurkunde

Concept-context, of toch andersom?

Context Concept

Werken vanuit de theorie

Werken vanuit praktijkvoorbeelden

SituatieBeschrijven van situatie

Bewust worden van situatieAlternatieven

Nogmaals: formulesKies een concept / onderwerp / formuleBedenk waarom leerlingen dit item moeten kennen

en kunnen gebruiken

En als het argument is, dat deze nodig is voor het leren van een andere formule of begrip, dan daarvoor een argument bedenken

Bedenk daarnaast of je deze formule / concept vanuit de context zou willen aanpakken, of vanuit de context

Overzicht regionale steunpunten Regio Univer siteit Hogeschool

Nijmegen RU HAN

Noord RUG NHL, van Hall Larenstein, Hanze Hogeschool

Den Haag – Delft TUD HHS, Betaknooppunt

Eindhoven TU/e Fontys Hogescholen

Leiden UL Hogeschool Leiden

Oost UT Saxion, Windesheim

Limburg UM Technocentrum Zuid Limburg, HS Zuyd

Utrecht UU Hogeschool Utrecht

Amsterdam UvA / VU HvA en InHolland-Alkmaar

Wageningen WUR Van Hall Larenstein

Zeeland Hogeschool Zeeland

Meer informatieMaarten PietersM.Pieters@slo.nl 053 4840 364

Henk Polh.j.pol@utwente.nl053 489 3130

Informatie op www.betanova.nl