Post on 21-Jan-2018
13026/16 GYS/cg 1 DG C 1 NL
Raad van de Europese Unie
Brussel, 17 oktober 2016 (OR. en) 13026/16 CFSP/PESC 796 PE 99 COPS 292
RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties nr. vorig doc.: 12898/16 Betreft: GBVB-verslag – onze prioriteiten in 2016
Voor de delegaties gaat hierbij het “GBVB-verslag - onze prioriteiten in 2016”, zoals dat door de
Raad op 17 oktober 2016 is goedgekeurd.
13026/16 GYS/cg 2 DG C 1 NL
BIJLAGE
GBVB-verslag – onze prioriteiten in 2016
Inleiding
De hoge vertegenwoordiger heeft in juni 2016 een mondiale strategie van de EU voor buitenlands
en veiligheidsbeleid aan de Europese Raad voorgesteld. De tweede helft van 2016 is gewijd aan
de follow-up en de uitvoering op de prioritaire terreinen van de mondiale EU-strategie, te weten
de opbouw van weerbaarheid en een geïntegreerde aanpak van conflicten en crises, veiligheid en
defensie en het versterken van de samenhang tussen intern en extern beleid, met aandacht voor
migratie en terrorismebestrijding. De uitvoering van de strategie vindt plaats op basis van een
stappenplan voor de HV/VV en de conclusies van de Raad van oktober 2016. Ook worden de
inspanningen op het gebied van communicatie en openbare diplomatie opgevoerd om EU-burgers
en ook het publiek in derde landen te bereiken, ook ter vergroting van de publieke weerbaarheid
tegen manipulatie van informatie door derden en anti-EU-berichten.
In 2016 ligt de nadruk in het GBVB bovenal op het voortzetten van de zoektocht naar oplossingen
voor de acute crises in de buurlanden van de EU, daarbij tegelijk zorgend voor de bescherming
en verdediging van de mensenrechten, en op het opbouwen en versterken van vrede en stabiliteit
in de wereld, ook via GVDB-missies en -operaties. In het oosten stellen de schending van het
internationaal recht en de destabilisering van Oekraïne door Rusland, bovenop de aanslepende
conflicten in het Zwarte-Zeegebied in ruimere zin, de Europese veiligheidsorde in haar kern op de
proef. In het zuiden zullen de inspanningen erop gericht blijven een einde te maken aan het conflict
in Syrië. Behalve dat de regionale instabiliteit en onveiligheid erger worden, heeft de crisis in Syrië
ook intern gevolgen voor de EU, als een belangrijk veiligheidsrisico en in termen van massale
migratie van mensen die naar veilige oorden vluchten.
13026/16 GYS/cg 3 DG C 1 NL
De EU zal zich tevens toeleggen op positieve ontwikkelingen, zoals in Iran, waar zij zal blijven
werken aan de uitvoering van het gezamenlijk alomvattend actieplan (JCPOA) en de vernieuwing
van de bilaterale betrekkingen. Andere prioriteiten zijn onder meer werk maken van het optreden
van de EU in Libië. Voortbouwend op een reeds actieve rol in Afrika zal de EU voortgaan met het
versterken van vrede en veerkracht, onder meer via GVDB-missies en -operaties. Ook zal de EU
samenwerkingsverbanden blijven ontwikkelen in Centraal- en Zuidoost-Azië, en de cruciale trans-
Atlantische betrekkingen blijven koesteren. De conferentie over Afghanistan in Brussel in oktober
2016 bood een belangrijke kans om vrede, stabiliteit en veiligheid te bevorderen. De EU zal blijven
samenwerken met de Verenigde Naties en erkent het belang van een internationaal bestel dat
gebaseerd is op multilateralisme.
Rekening houdend met de totaalaanpak wordt in dit verslag waar passend ook verwezen naar
beleidsmaatregelen en instrumenten die buiten het GBVB vallen.
GEOGRAFISCH
EUROPA EN CENTRAAL-AZIË
Oostelijk nabuurschap/Oostelijk Partnerschap
Een democratisch, stabiel en welvarend Oostelijk nabuurschap blijft een prioriteit voor de EU.
De EU-aanpak van het Oostelijk Partnerschap (EaP) blijft gebaseerd op de beginselen die zijn
overeengekomen tijdens de top van Riga van 2015 en zijn vastgelegd in de evaluatie van het
Europees nabuurschapsbeleid (ENB). De EU zal zich inzetten voor het behoud van de
inclusiviteit van de multilaterale samenwerking in het Oostelijk Partnerschap. Tijdens de
ministeriële bijeenkomst van het Oostelijk Partnerschap in mei 2016 is gesproken over de behoefte
aan verdere hervormingen en stabiliteit in de regio, ter voorbereiding van de volgende top in 2017.
In de betrekkingen met Georgië, de Republiek Moldavië en Oekraïne zal de EU zich blijven
inzetten voor de uitvoering van de respectieve associatieovereenkomsten (AO’s), die zullen helpen
de hervormingsprocessen in die landen te sturen. De associatieovereenkomsten zijn voor Georgië
en de Republiek Moldavië op 1 juli 2016 in werking getreden. De associatieovereenkomst met
Oekraïne wordt voorlopig toegepast.
13026/16 GYS/cg 4 DG C 1 NL
Visumliberalisering, die reeds bestaat ten aanzien van de Republiek Moldavië, zal een belangrijk
tastbaar bewijs zijn van de voordelen van de associatie met de EU. In de eerste helft van 2016
heeft de Commissie wetgevingsvoorstellen ingediend tot afschaffing van de visumplicht voor
burgers van Georgië en Oekraïne die houder zijn van een biometrisch paspoort, nadat was bevestigd
dat die landen met succes hadden voldaan aan alle ijkpunten uit hun respectievelijke actieplannen
voor visumliberalisering.
In de betrekkingen met de oostelijke partners die geen associatieovereenkomst nastreven -
Armenië, Azerbeidzjan en Belarus - zal de EU aantrekkelijke en wederzijds voordelige
alternatieven ontwikkelen die gebaseerd zijn op gemeenschappelijke waarden en grondbeginselen
van de EU, en die brede samenwerking en volgehouden hervormingsprocessen in de Oost-Europese
partnerlanden stimuleren.
De economische situatie in Oekraïne is gestabiliseerd, en wel grotendeels dankzij internationale
en EU-steun. Er is weliswaar een indrukwekkende reeks hervormingen ingeleid, maar er zijn
verdere inspanningen nodig om de uitvoering en duurzaamheid ervan te garanderen, met name
ten aanzien van de rechtsstaat, de bestrijding van corruptie en het creëren van een gunstig klimaat
voor buitenlandse investeringen. De EU zal institutionele verandering, modernisering en stabilisatie
in Oekraïne blijven stimuleren door middel van een regelmatige politieke dialoog op hoog
niveau en de vlotte uitvoering van programma’s in het kader van het ENI (Europees Nabuurschap-
sinstrument). De samenwerking op het gebied van energie zal worden voortgezet, met inbegrip
van de onderhandelingen over een memorandum van overeenstemming inzake een strategisch
energiepartnerschap. De jaarlijkse top EU-Oekraïne en de Associatieraad later dit jaar zullen een
nieuwe impuls geven aan de politieke associatie en economische integratie van Oekraïne met de
EU.
De EU zal steun blijven verlenen aan de diplomatieke inspanningen binnen het Normandië-kwartet
en de trilaterale contactgroep voor de volledige uitvoering van de akkoorden van Minsk van 2014
en 2015, en zal financiële en materiële steun blijven verlenen aan de bijzondere waarnemingsmissie
van de OVSE in Oekraïne. De EU zal vasthouden aan een beleid van niet-erkenning van de illegale
inlijving van de Krim en Sebastopol, die ook tot beperkende maatregelen tegen Rusland heeft
geleid. De EU blijft openstaan voor alle contacten die gericht zijn op een constructieve oplossing
van handelsproblemen (met inbegrip van vergeldingsmaatregelen van Rusland tegen Oekraïne),
hoewel de trilaterale EU-Oekraïne-Rusland-gesprekken over de uitvoering van een diepe en brede
vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) in december 2015 zonder succes zijn afgesloten. De trilaterale
gasonderhandelingen in het kader van het winterpakket krijgen een vervolg.
13026/16 GYS/cg 5 DG C 1 NL
De politieke instabiliteit in de Republiek Moldavië in 2015 vormde een grote hinderpaal voor
algemene vooruitgang met de hervormingsagenda. In 2016 heeft de Republiek Moldavië, hoewel
kwetsbaar, zijn stabiliteit hervonden met de benoeming van een nieuwe regering in januari.
De EU zal de situatie nauwlettend blijven volgen, zoals uiteengezet in de conclusies van de Raad
van februari 2016, waarbij de nadruk ligt op broodnodige cruciale hervormingen. De EU blijft
bereid de Republiek Moldavië te ondersteunen met onder andere technische bijstand en steun bij
projecten, bijvoorbeeld via evaluatiebezoeken van vakgenoten en het beschikbaar stellen van
ervaren adviseurs. De EU blijft zich inzetten voor het ondersteunen van de territoriale integriteit
van de Republiek Moldavië binnen haar internationaal erkende grenzen, en voor de verdere
ondersteuning van het proces voor een regeling in Transnistrië en de inspanningen van de OVSE
in dit verband.
In Georgië werden er in oktober 2016 parlementaire verkiezingen gehouden. De EU was
verheugd over de parlementaire verkiezingen in Georgië, die in het algemeen op vreedzame en
ordelijke wijze verliepen. Afgezien van een aantal gewelddadige incidenten rond en in stembureaus,
werd in de voorlopige beoordeling door de verkiezingswaarnemingsmissie van de OVSE/ODIHR
opgemerkt dat de verkiezingen competitief waren, ordelijk verliepen en de fundamentele vrijheden
in acht namen. De EU ziet uit naar samenwerking met het nieuwe, democratisch verkozen
parlement en de nieuwe regering nadat het verkiezingsproces is afgerond, en dringt erop aan dat
alle nieuwe parlementsleden samenwerken in het belang van Georgië. De EU zal steun blijven
verlenen aan de inspanningen die Georgië doet om de gevolgen van conflicten in de van Georgië
afgescheiden regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië te boven te komen, onder meer via de activiteiten
van de EU-waarnemingsmissie en de speciale vertegenwoordiger van de EU (SVEU) voor de
zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië. Zij zal blijven vasthouden aan haar beleid om de
soevereiniteit en de territoriale integriteit van Georgië binnen diens internationaal erkende
grenzen te steunen.
Centraal in de betrekkingen van de EU met Armenië staan de onderhandelingen over een nieuwe
kaderovereenkomst die een nieuwe impuls zal geven aan onze bilaterale relaties. Bovendien zullen
er gezamenlijk nieuwe prioriteiten voor partnerschap worden afgesproken, ter vervanging van het
achterhaalde ENB-actieplan. Na het constitutionele referendum van vorig jaar is het voor Armenië
belangrijk om de nieuwe kieswet en alle aanbevelingen van de OVSE en de Raad van Europa ruim
vóór de volgende parlementaire verkiezingen in 2017 uit te voeren. De EU zal, als de belangrijkste
donor, het merendeel van de financiële lasten voor de komende parlementsverkiezingen helpen
dragen.
13026/16 GYS/cg 6 DG C 1 NL
De dialoog tussen de EU en Azerbeidzjan zal gericht zijn op het openen van onderhandelingen
over een nieuwe globale overeenkomst. Hoewel er sprake is van enige vooruitgang in de mensen-
rechtensituatie in het land, blijft de situatie zorgwekkend. Azerbeidzjan speelt een sleutelrol in de
diversificatie van de energievoorziening van de EU. Wanneer de zuidelijke gascorridor af is, kan
die het aandeel van Azerbeidzjan op de energiemarkt van de EU opvoeren en van het land een
portaal maken voor de levering van gas vanuit de oostelijke en zuidelijke kusten van de Kaspische
Zee.
De EU zal de bemiddelingsinspanningen van de voorzitters van de Minsk-groep van de OVSE
blijven steunen om via onderhandelingen een oplossing te vinden voor het conflict in Nagorno-
Karabach.
De Raad heeft in februari 2016 ingestemd met de opheffing van de meeste beperkende maatregelen
ten aanzien van Belarus, en erkent dat de stappen die het land de afgelopen twee jaar heeft
genomen, de betrekkingen tussen de EU en Belarus hebben verbeterd. Wel blijft de EU zich zorgen
maken over de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat in het land. De EU veroordeelt de
toepassing van de doodstraf en dringt er bij Belarus op aan om onverwijld een formeel moratorium
op executies in te stellen als eerste stap naar afschaffing van de doodstraf. Dit is een goede
gelegenheid om voor de betrekkingen tussen de EU en Belarus een positievere agenda op te stellen,
zoals een begin maken met het afspreken van gemeenschappelijke prioriteiten van het partnerschap.
Verhoogde EU-bijstand zal worden gericht op de moderniseringsinspanningen van Belarus. Het
nemen van concrete stappen door Belarus naar de eerbiediging van universele fundamentele
vrijheden, de rechtsstaat en de mensenrechten blijft cruciaal voor de vormgeving van de toekoms-
tige betrekkingen tussen de EU en Belarus.
Rusland
De illegale annexatie van de Krim en Sebastopol door Rusland en de aanhoudende destabilisatie
van Oekraïne zullen de betrekkingen met de EU blijven beïnvloeden. In overeenstemming met
het resultaat van de besprekingen van de Raad Buitenlandse Zaken van maart 2016, waarin vijf
beginselen van inzet werden besproken, en de conclusies van de Europese Raad van maart 2015
die de duur van de beperkende maatregelen tegen Rusland koppelde aan de volledige uitvoering
van de Minsk-akkoorden, zal de Unie haar tweeledige aanpak van standvastigheid in combinatie
met diplomatieke contacten voortzetten.
13026/16 GYS/cg 7 DG C 1 NL
Hoewel de dialoog en de samenwerking tussen de EU en Rusland beperkt blijven zolang er geen oplossing voor het conflict in Oekraïne is, en deze verder worden gecompliceerd door de Russische militaire acties in Syrië sinds 2015, zal de EU de communicatiekanalen open houden en Rusland op selectieve wijze betrekken bij kwesties waarbij de EU duidelijk belang heeft, zoals Syrië, Libië, het vredesproces in het Midden-Oosten, Afghanistan, Iran en mondiale vraagstukken. Regionale en grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s zijn eveneens lopende.
Ook zal de EU Rusland ertoe blijven oproepen zich te houden aan zijn internationale verplichtingen, zoals eerbiediging van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van andere landen, de rechtsstaat en aangelegenheden inzake goed bestuur, en de WTO. In het licht van de aanhoudende druk op het maatschappelijk middenveld, de problematische situatie op het vlak van de mensenrechten en de beperking van de vrijheid van de media in Rusland, zal de Unie mensen-rechtenvraagstukken blijven aankaarten bij haar Russische gesprekspartners en haar steun aan het Russisch maatschappelijk middenveld versterken en de contacten tussen onze volkeren intensiveren. De EU heeft nota genomen van de bezwaren van de OVSE/ODHIR met betrekking tot beperkingen van de fundamentele vrijheden en politieke rechten, strak gecontroleerde media en een strengere controle op het maatschappelijk middenveld, evenals de tekortkomingen in verband met de registratie van kandidaten en het juridisch kader, die een negatieve invloed hebben gehad op het verkiezingsklimaat in de aanloop naar de verkiezingen voor de Doema in de Russische Federatie. De EU verwacht dat de Russische autoriteiten hun uiterste best zullen doen om deze bezorgdheden op basis van de aanbevelingen van het ODIHR aan de orde te stellen. De EU erkent de illegale annexatie van de Krim en Sebastopol door de Russische Federatie niet, en daarom ook niet de organisatie van verkiezingen op de Krim. De EU verwacht ook dat alle landen die in de mogelijkheid verkeren om deel te nemen aan het onderzoek en de vervolging van degenen die verantwoordelijk zijn voor de tragedie van vlucht MH17, dit zullen doen, zoals gevraagd in Resolutie 2166 van de VN-Veiligheidsraad.
Turkije
De EU is in 2015 en 2016 bezig geweest met het consolideren en ontwikkelen van een hoog niveau van dialoog en samenwerking met Turkije als kandidaat-lidstaat en kernpartner buiten de migratie- en vluchtelingencrisis, zoals is gebleken uit de intensivering van de contacten op hoog niveau tussen de EU en Turkije sinds de herfst van 2015 en naar aanleiding van de conclusies van de Europese Raad van oktober 2015. Die contacten waren in de eerste plaats gericht op het aanpakken van de vluchtelingen- en migratiecrisis, en resulteerden in een top op 29 november 2015, waar werd erkend dat de EU en Turkije nauw moeten samenwerken met betrekking tot kwesties die voor beide partijen van vitaal belang zijn.
13026/16 GYS/cg 8 DG C 1 NL
De EU heeft de poging tot staatsgreep in Turkije op 15 juli 2016 krachtig veroordeeld. Op 21 juli
is de noodtoestand afgekondigd. In de conclusies van de Raad van 18 juli 2016 spreekt de EU een
krachtige veroordeling uit van de staatsgreep, haar volledige steun aan de legitieme instellingen van
het land herhalend, roept zij op tot volledige eerbiediging van het constitutionele bestel van Turkije
en benadrukt zij daarbij dat het van belang is dat de rechtsstaat prevaleert. De EU onderstreepte dat
de democratie, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsmede het recht van eenieder
op een eerlijk proces moeten worden geëerbiedigd, met volledige inachtneming van het Europees
Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en Protocol
nr. 13 daarbij inzake de afschaffing van de doodstraf. In het licht van deze gebeurtenissen zal
de EU deze vraagstukken met de hoogste mate van nauwgezetheid blijven beschouwen, en zal zij
zich blijven inzetten voor samenwerking met een democratisch, inclusief en stabiel Turkije bij het
aangaan van gemeenschappelijke uitdagingen.
De top EU-Turkije van november 2015 heeft ook de vernieuwde samenwerking met Turkije in
gang gezet (een nieuwe impuls voor de toetredingsonderhandelingen, versnelling van de visum-
liberalisering, hogere financiering van 3 miljard EUR via de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije
en de activering van het gezamenlijk actieplan voor migratie- en vluchtelingenbeheer). Ook is
overeengekomen dat een gestructureerde en frequentere dialoog op hoog niveau van essentieel
belang is om het potentieel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije tot zijn recht te doen
komen: twee keer per jaar een topbijeenkomst; uitgebreide periodieke politieke dialoogbijeen-
komsten op het niveau van ministers/hoge vertegenwoordiger/commissaris, bovenop de reguliere
Associatieraden; geregelde besprekingen en samenwerking op het gebied van het buitenlands en
veiligheidsbeleid, waaronder terrorismebestrijding en dialogen op hoog niveau over belangrijke
thematische kwesties, zoals economie en energie.
Na de top was er op 25 januari 2016 een politieke dialoog op hoog niveau tussen de EU en
Turkije in Ankara. Bij die gelegenheid is een gezamenlijk werkprogramma voor zes maanden
overeengekomen. Bovendien bood deze dialoog de gelegenheid om op alomvattende en coherente
wijze alle belangrijke vraagstukken op de agenda’s van beide partijen te bespreken, als voor-
bereiding op toekomstige topbijeenkomsten tussen de EU en Turkije. Op 28 januari 2016 was er
in Istanbul een energiedialoog op hoog niveau. Op 25 en 26 april 2016 vond in Ankara en Istanbul
een economische dialoog op hoog niveau plaats. De EU en Turkije hebben voorbereidende stappen
gezet om de douane-unie te verbeteren en te moderniseren, en de Commissie legt momenteel de
laatste hand aan een effectbeoordeling met het oog op de indiening van ontwerpen van onder-
handelingsrichtsnoeren in het vierde kwartaal van 2016.
13026/16 GYS/cg 9 DG C 1 NL
De niet aflatende urgentie van de vluchtelingen- en migratiecrisis heeft voorzitter Tusk ertoe
gebracht een buitengewone bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders met Turkije
bijeen te roepen. Na een eerste vergadering op 7 maart 2016 is op 18 maart 2016 overeenstemming
bereikt over een gezamenlijke verklaring met Turkije op basis van het actieplan EU-Turkije, dat
onder andere is gericht op het ontwrichten van het bedrijfsmodel van mensensmokkelaars en het
wegnemen van de stimulans om irreguliere routes naar de EU te zoeken, in overeenstemming
met het internationaal recht en het EU-recht. Volgens de meest recente beoordelingen over de
vorderingen bij de uitvoering van de gezamenlijke verklaring1, bewijst de aanzienlijke daling van
het aantal grensoverschrijdingen en sterfgevallen sinds de inwerkingtreding van de verklaring dat de
aanpak vruchten afwerpt en in het bijzonder dat het bedrijfsmodel van smokkelaars die migranten
en vluchtelingen uitbuiten, kan worden ontwricht. Hoewel de algemene toestroom naar Griekenland
veel lager ligt dan vóór de verklaring, dient de ontwikkeling te worden gemonitord. Het is daarom
belangrijk om de situatie continu in het oog te houden en preventieve maatregelen te nemen. Het
versterken van de communicatie en de informatieuitwisseling tussen de Turkse autoriteiten en hun
tegenhangers in de EU, zal belangrijk zijn bij de aanpak van nieuwe risico’s. Binnen de EU zijn al
maatregelen genomen om kwetsbare grenzen te beschermen. Naar aanleiding van het verzoek van
de Bulgaarse autoriteiten om extra steun, heeft Frontex haar aanwezigheid aan de Bulgaarse grens
met Turkije (en met Servië) geleidelijk opgevoerd. Turkije moet zich op effectieve en duurzame
wijze blijven inspannen voor de uitvoering van de gezamenlijke verklaring. De EU prijst Turkije
voor zijn generositeit bij de opvang en het lenigen van de noden van meer dan twee miljoen
Syrische vluchtelingen.
De Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije is opgericht vanwege de noodzaak aan aanzienlijke
aanvullende financiering ter ondersteuning van de Syrische vluchtelingen in het land. De Faciliteit
richt zich op humanitaire hulp, onderwijs, migratiebeheer, gezondheid, gemeentelijke infrastructuur
en sociaal-economische ondersteuning. De Faciliteit is nu volledig operationeel en veel van de
in totaal 3 miljard EUR voor de periode 2016-2017 is toegekend. Met betrekking tot de opheffing
van de visumplicht voor Turkse burgers moet Turkije nog voldoen aan zeven van de 72 ijkpunten
van de routekaart voor visumliberalisering. De EU betreurt de unilaterale verklaringen hierover
van Turkije, die geen rechtsgevolgen hebben, en benadrukt hoe belangrijk het is dat zowel de
overnameovereenkomst als de visumroutekaart volledig en doeltreffend worden uitgevoerd ten
aanzien van alle lidstaten, wat onder meer betekent dat er op JBZ-gebied wordt samengewerkt
en dat de burgers van alle EU-lidstaten niet-discriminerende visumvrije toegang tot het Turkse
grondgebied krijgen.
1 COM(2016) 634 final, 28 september 2016.
13026/16 GYS/cg 10 DG C 1 NL
Op 9 september 2016 was er in Ankara een politieke dialoog op hoog niveau over de ontwikke-
lingen inzake de verschillende onderdelen van de samenwerking, waaronder belangrijke
ontwikkelingen op het gebied van buitenlands beleid, terrorismebestrijding, migratie, energie
en economische betrekkingen. De EU sprak opnieuw haar steun uit voor het Turkse volk en de
democratische instellingen en gaf een duidelijk signaal af dat Turkije de rechtsstaat moet
eerbiedigen, de vrijheid van de media moet beschermen en eenieders recht op een eerlijk proces
en een behoorlijke rechtsgang moet garanderen. De situatie van de Koerden en de Koerdische
kwestie werden ook besproken. De EU verklaarde dat alle geweld en terroristische aanslagen
moeten worden stopgezet, dat de wapens moeten worden neergelegd en dat dit vergezeld moet
gaan van een politiek proces.
In december 2015 heeft de EU nota genomen van het voornemen van de Commissie om in
het eerste kwartaal van 2016 de voorbereidende documenten voor een aantal hoofdstukken te
presenteren, zonder vooruit te lopen op de standpunten van de lidstaten. De EU verklaarde ook dat
Turkije het tempo van de toetredingsonderhandelingen kan versnellen door ervoor te zorgen dat het
voldoet aan de ijkpunten, door te beantwoorden aan de vereisten van het onderhandelingskader en
door zijn contractuele verplichtingen ten aanzien van de EU na te komen. De EU blijft Turkije ertoe
oproepen zich geleidelijk aan te sluiten bij het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
van de EU, conform het onderhandelingskader.
Turkije moet zich ondubbelzinnig inzetten voor betrekkingen van goed nabuurschap en voor
de vreedzame regeling van geschillen overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties
en, indien nodig, met een beroep op het Internationaal Gerechtshof. In deze context verklaart
de Unie nogmaals ernstig bezorgd te zijn en dringt zij er bij Turkije op aan af te zien van elke
soort bedreiging of maatregel tegen een lidstaat en elke bron van onenigheid of elke actie die
de betrekkingen van goed nabuurschap of de vreedzame regeling van geschillen in de weg staan.
Voorts wijst de EU opnieuw nadrukkelijk op alle soevereine rechten van de EU-lidstaten. Die
rechten omvatten onder meer het recht om bilaterale overeenkomsten te sluiten, het recht op
exploratie en exploitatie van hun natuurlijke rijkdommen overeenkomstig het EU-acquis en het
internationaal recht, met inbegrip van het VN-Verdrag inzake het recht van de zee; voorts wordt
onderstreept dat de soevereiniteit van de lidstaten over hun territoriale zee en luchtruim moet
worden geëerbiedigd. Turkije wordt met klem verzocht blijk te geven van terughoudendheid en
de soevereiniteit van Cyprus over diens territoriale wateren, alsmede de soevereine rechten van
Cyprus in diens exclusieve economische zone, te eerbiedigen.
13026/16 GYS/cg 11 DG C 1 NL
Ondanks herhaalde verzoeken blijft Turkije weigeren zijn verplichting na te komen tot volledige
en niet-discriminatoire uitvoering ten aanzien van alle lidstaten van het aanvullend protocol
bij de associatieovereenkomst, welke nakoming een belangrijke stimulans kan zijn voor het
onderhandelingsproces. Indien op dit vlak geen vooruitgang wordt geboekt, zal de EU de
maatregelen van 2006 handhaven, wat een voortdurend effect op de algemene vooruitgang van
de onderhandelingen zal hebben. Verder heeft Turkije helaas nog steeds geen vorderingen gemaakt
met de noodzakelijke normalisering van zijn betrekkingen met de Republiek Cyprus. De EU
herinnert aan haar standpunt over de toetreding van lidstaten van de EU tot internationale
organisaties.
De EU neemt nota van bemoedigende ontwikkelingen in het afgelopen jaar en zij verwacht, zoals in
het onderhandelingskader staat vermeld, dat Turkije actieve steun biedt voor de onderhandelingen,
die moeten leiden tot een rechtvaardige, alomvattende en duurzame oplossing voor het Cypriotische
probleem binnen het kader van de Verenigde Naties, conform de desbetreffende resoluties van de
VN-Veiligheidsraad en in overeenstemming met de beginselen waarop de Unie is gegrondvest. De
concrete inzet en medewerking van Turkije bij een dergelijke alomvattende regeling blijft
essentieel.
Westelijke Balkan
In 2016 heeft de aandacht van de EU zich toegespitst op het aanpakken van de hierna volgende
factoren op het gebied van politieke stabiliteit en veiligheid: verder werken aan de normalisering
van de betrekkingen tussen Kosovo * en Servië, beperken van de risico’s voor de stabiliteit
vanwege de politieke polarisatie in Kosovo en in de voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië, het functioneren van Bosnië en Herzegovina als staat en het stimuleren van de sociaal-
economische ontwikkeling ervan, het consolideren van Serviës gerichtheid op de EU en het verder
versterken van hervormingen en de rechtsstaat in Albanië en Montenegro. De EU blijft gehecht aan
het Europese perspectief van de Westelijke Balkan. De EU blijft in de dialoog met de betrokken
Westelijke Balkanlanden benadrukken dat zij verwacht dat de samenwerking inzake kwesties van
buitenlands beleid verder wordt verdiept en dat de standpunten geleidelijk worden afgestemd op
de EU-standpunten inzake buitenlands beleid, met name betreffende kwesties waar belangrijke
gemeenschappelijke belangen zoals beperkende maatregelen, op het spel staan.
* Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in
overeenstemming met Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
13026/16 GYS/cg 12 DG C 1 NL
De normalisering van de betrekkingen tussen Belgrado en Pristina (door de EU gefaciliteerde
dialoog) moet te goeder trouw worden voortgezet in 2016 en later, en alle dialoogovereenkomsten
moeten door beide partijen worden uitgevoerd. Bijeenkomsten van de dialoog op hoog niveau
tussen Pristina en Belgrado, gefaciliteerd door de HV/VV, zullen naar verwachting blijven
plaatsvinden. Na de verkiezingen in Servië en Kosovo heeft het proces een nieuw elan gekregen.
Verdere vooruitgang in de uitvoering van alle dialoogovereenkomsten blijft essentieel voor de
bevordering van het Europese perspectief.
In Kosovo blijft aanzienlijke polarisatie, hoewel de oppositie niet meer verenigd is als voorheen,
ook in 2016 een risico, dat kan leiden tot een herhaling van incidenteel geweld vanuit de oppositie.
Het mandaat van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie (EULEX) is verlengd tot in juni 2018.
De stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de EU en Kosovo is op 1 april 2016 in werking
getreden en de eerste zitting van de Stabilisatie- en Associatieraad zal vóór het einde van 2016
plaatsvinden.
Kosovo heeft aanzienlijke vorderingen gemaakt met de vervulling van de voorwaarden van het
stappenplan voor visumliberalisering, hetgeen in mei 2016 heeft geleid tot een formeel voorstel
van de Commissie om Kosovo over te hevelen naar de Schengenlijst van visumvrije landen, met
dien verstande dat Kosovo op de dag van goedkeuring van dit voorstel door het Europees Parlement
en de Raad de overeenkomst inzake grenzen en grensafbakening met Montenegro moet hebben
bekrachtigd en een betere staat van dienst in de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie
moet voorleggen. De EU herinnert eraan dat aan de twee resterende ijkpunten moet worden
voldaan. De EU herinnert er tevens aan dat, zoals voor andere begunstigden van visumliberali-
sering, een vrijwaringsclausule kan worden toegepast in geval van niet-naleving van de
desbetreffende voorwaarden.
13026/16 GYS/cg 13 DG C 1 NL
Na de opening van de eerste twee onderhandelingshoofdstukken met Servië in december 2015 zal in de toetredingsonderhandelingen aandacht moeten worden besteed aan de problematiek van de rechtsstaat. De twee betrokken hoofdstukken (23 - rechterlijke macht en grondrechten en 24 - justitie, vrijheid en veiligheid) zijn geopend in juli 2016, en moeten onder andere een aansporing zijn voor het opbouwen van een staat van dienst op deze gebieden. De EU moedigt Servië aan deze positieve dynamiek vast te houden en vaart te zetten achter wetgevingshervormingen en de effectieve uitvoering daarvan op de volgende essentiële gebieden: hervorming van de rechterlijke macht, bestrijding van corruptie en georganiseerde criminaliteit, vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid. Bijzondere aandacht moet gaan naar volledige eerbiediging van de grondrechten, inclusief de bescherming van de meest kwetsbare groepen en meer bepaald van de Roma, alsmede naar de effectieve uitvoering van wetgeving inzake bescherming van minderheden, niet-discriminerende behandeling van nationale minderheden in heel Servië, onder meer op gebieden als het onderwijs, het gebruik van minderheidstalen, toegang tot de media en erediensten in minderheidstalen, en de bestrijding van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid of genderidentiteit.
Na de vervroegde algemene verkiezingen in april 2016, die premier Vucic een duidelijke bekrachtiging opleverden voor zijn beleid van verdere integratie in de EU, moet de nieuwe regering zich toeleggen op kernhervormingen. Ook is het van belang dat Servië zich constructief blijft opstellen jegens al zijn buurlanden en positief betrokken blijft bij regionale samenwerkings-initiatieven. De EU zal Servië ertoe blijven oproepen zich geleidelijk aan te sluiten bij het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, conform het onderhandelingskader.
In september 2016 heeft de Raad het advies van de Commissie ingewonnen over de aanvraag voor EU-lidmaatschap van Bosnië en Herzegovina. Verdere doeltreffende uitvoering van de hervormingsagenda en van het bijbehorende actieplan, dat gericht is op sociaal-economische vraagstukken, de rechtsstaat en de hervorming van het openbaar bestuur, is van vitaal belang. De EU zal bijzondere aandacht besteden aan de tenuitvoerlegging van de uitspraak in de zaak Sejdic-Finci.
Het protocol tot aanpassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst die nodig is om rekening te houden met de toetreding van Kroatië tot de EU, is in juli 2016 geparafeerd. Het coördinatie-mechanisme voor EU-aangelegenheden, dat in augustus 2016 is opgericht, zal doeltreffend moeten functioneren zodat tijdens de geplande bijeenkomsten van het stabilisatie- en associatiecomité en de stabilisatie- en associatieraad het werk kan worden verricht, ook met het oog op het advies van de Commissie over de aanvraag voor EU-lidmaatschap. In september 2016 is een nieuwe overeenkomst met het IMF ondertekend. Een stemming in de VN-Veiligheidsraad over de verlenging van het mandaat van de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (EUFOR Althea) wordt in november 2016 verwacht. Bosnië en Herzegovina wil ook vooruitgang boeken met zijn aanvraag voor lidmaatschap van de NAVO.
13026/16 GYS/cg 14 DG C 1 NL
De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is nog steeds kwetsbaar omdat de
vervroegde algemene verkiezingen (in juni/juli 2015 overeengekomen in het kader van het door
de EU gefaciliteerde politiek akkoord tussen de vier belangrijkste partijen), na tweemaal te zijn
uitgesteld, nu op 11 december 2016 moeten worden gehouden. De regering zal echter het hoofd
moeten bieden aan de structurele rechtsstatelijke kwesties die aan het licht zijn gekomen toen werd
onthuld dat prominenten illegaal zijn geschaduwd. Het niet aanpakken van deze problemen kan
leiden tot verdere politieke instabiliteit en publieke onrust. Het proces van de verdachten van
Kumanovo, die worden beschuldigd van terrorisme, zal worden voortgezet. De EU verwacht dat
het land zich zal inzetten voor goede nabuurschapsbetrekkingen met Griekenland en Bulgarije, in
overeenstemming met de conclusies van de Raad van december 2015, en dat het uitvoering zal
geven aan de desbetreffende toezeggingen van de leiders van de belangrijkste politieke partijen in
hun akkoord van 2 juni. De EU zal de situatie van nabij blijven volgen en zal zich blijven inzetten
voor de toetreding van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië tot de Europese Unie.
In Montenegro zijn de regering en de oppositiepartijen het in het voorjaar van 2016 eens
geworden over een machtsdeling met het oog op het houden van geloofwaardige algemene
verkiezingen in oktober 2016, waaruit moet blijken dat het land politiek volwassen is. Na de
opening van nog twee hoofdstukken in juni heeft Montenegro verdere vooruitgang op het gebied
van de rechtsstaat gemaakt, onder meer door te zorgen voor degelijke resultaten in de strijd tegen
corruptie en georganiseerde misdaad; dit is essentieel voor het openen en afsluiten van de resterende
hoofdstukken van de toetredingsonderhandelingen. De leden van de NAVO hebben in mei 2016 het
toetredingsprotocol voor Montenegro ondertekend en het ratificatieproces is lopende. De Europees-
Atlantische integratie van het land zal een positieve invloed op de stabiliteit in de ruimere regio
hebben.
Albanië heeft veel vooruitgang geboekt met de vijf centrale prioriteiten voor het openen van
toetredingsonderhandelingen (hervorming van het overheidsbestuur, rechterlijke macht, corruptie-
bestrijding, bestrijding van georganiseerde criminaliteit, mensenrechten, met inbegrip van de
bescherming van minderheden en de tenuitvoerlegging van eigendomsrechten). Hun
ononderbroken, alomvattende en inclusieve uitvoering moet worden gewaarborgd. Het Albanese
parlement heeft in de zomer van 2016 kaderwetgeving aangenomen voor een alomvattende
hervorming ter versterking van de onafhankelijkheid en de verantwoordingsplicht van het
gerechtelijke apparaat, en het land zou in de loop van dit jaar een serieus begin moeten kunnen
maken met de uitvoering ervan. Met betrekking tot deze kernprioriteiten zijn verdere inspanningen
nodig.
13026/16 GYS/cg 15 DG C 1 NL
Resterende migratiekwesties langs de Westelijke Balkanroute kunnen alleen worden aangepakt
als er gedurende het hele jaar 2016 sprake is van nauw overleg en samenwerking met de landen in
de regio, met inbegrip van de follow-up van de bijstand aan het grensbeheer, de verbetering van
de opvangcapaciteit en de bestrijding van mensensmokkel. Noodplannen met betrekking tot
alternatieve migratieroutes moeten worden ingevoerd in de rest van de Westelijke Balkanlanden,
en voortdurend toezicht, in het bijzonder door middel van de agentschappen van de EU, is een
prioriteit om een halt toe te roepen aan verdere ontwikkelingen van de smokkelactiviteiten in de
regio.
Inclusieve regionale samenwerking en betrekkingen van goed nabuurschap blijven essentieel
voor de stabiliteit en het Europees perspectief van de Westelijke Balkan. Verdere inspanningen
blijven in 2016 noodzakelijk ter bevordering van inclusiviteit, met name met betrekking tot
regionale initiatieven/fora inzake de rechtsstaat. Tijdens de top over de Zuidoost-Europese
samenwerking van 1 juni in Sofia en tijdens de conferentie van Parijs van 4 juli 2016 in het kader
van het proces van Berlijn (top over de Westelijke Balkan) zijn dringende politieke problemen en
vooruitstrevende vervoers- en energieverbindingen binnen de regio en met de EU besproken. De
conferentie van Parijs was ook gericht op initiatieven voor jongeren, zoals de Positieve agenda
voor jongeren in de Westelijke Balkan, die in 2015 in het kader van het proces van Brdo-Brijuni
is gestart. Het programma van de Raad voor regionale samenwerking (RCC) voor 2017-2019, dat
in juni 2016 is goedgekeurd, zal nog meer de nadruk leggen op basisbeginselen als de rechtsstaat,
economisch bestuur en hervorming van het openbaar bestuur om te zorgen voor een betere
integratie in de Westelijke Balkan en andere leden van de RCC. De EU zal steun blijven verlenen
aan initiatieven en structuren die de inclusieve regionale samenwerking in Zuidoost-Europa en de
Westelijke Balkan versterken.
De EU heeft van de Westelijke Balkan een prioritair gebied gemaakt voor extern optreden in de
strijd tegen het terrorisme. De EDEO en de diensten van de Commissie zullen de samenwerking
tussen de EU-agentschappen en betrokken autoriteiten van de Westelijke Balkan op het gebied van
terrorismebestrijding en bestrijding van gewelddadig extremisme opvoeren, waarbij de nadruk zal
worden gelegd op de coördinatie-inspanningen via het initiatief terrorismebestrijding Westelijke
Balkan dat door Slovenië is opgestart. De EDEO, de diensten van de Commissie en andere
belanghebbenden zullen voor 2017-19 een project voor regionale bijstand opstellen op het gebied
van terrorismebestrijding, georganiseerde criminaliteit en grensbeveiliging, in het kader van het
instrument voor pretoetredingssteun.
13026/16 GYS/cg 16 DG C 1 NL
West-Europa
Voor de betrekkingen tussen de EU en Zwitserland is het jaar 2016 een cruciaal jaar. Volgens
de Zwitserse Grondwet moet de Bondsraad tot februari 2017 de resultaten van het referendum
van 9 februari 2014 omzetten in uitvoeringswetgeving. Die wetgeving dreigt onverenigbaar te
zijn met de Overeenkomst tussen de EU en Zwitserland over het vrije verkeer van personen.
Zowel Zwitserland als de EU zullen strategische keuzes moeten maken. De aard van onze
algemene betrekkingen zal vanzelfsprekend afhangen van het resultaat van dat proces.
Nauwe samenwerking en uitwisseling met Zwitserland werd voortgezet op gebieden als de
zuidelijke Kaukasus (Zwitserse speciale OVSE-gezant), het democratiseringsproces in Noord-
Afrika, het vredesproces in het Midden-Oosten en Iran. Verwacht wordt dat Zwitserland zich
vanuit zijn autonome positie zal blijven aansluiten bij standpunten en maatregelen van de EU, ook
al bestaat er tussen de EU en Zwitserland geen akkoord over de onderlinge afstemming daarvan.
Tussen de EU en Noorwegen wordt nauw en zeer goed samengewerkt op het gebied van
buitenlands beleid, en met name wat betreft het Midden-Oosten (Noorwegen is voorzitter van
het ad hoc Verbindingscomité), Syrië, Oekraïne en Arctische aangelegenheden. Noorwegen is
ook betrokken bij de vredesgesprekken in Colombia (cofacilitator met Cuba). Noorwegen zal
een belangrijke partner blijven op het gebied van energiezekerheid, veiligheid, migratie, de strijd
tegen klimaatverandering, het oplossen van crisissen, ontwikkelingshulp en het bevorderen van
de mensenrechten.
De betrekkingen met de kleine landen Andorra, Monaco en San Marino zijn in een
stroomversnelling gekomen met de opening, in het voorjaar van 2015, van onderhandelingen over
één of meer associatieovereenkomsten. Het onderhandelingsproces zal het hele jaar 2016 voortgaan,
met een uitvoerige screening van het relevante EU-acquis op het gebied van de vier vrijheden,
alsook met de besprekingen over de toekomstige institutionele structuur van onze betrekkingen.
13026/16 GYS/cg 17 DG C 1 NL
Centraal-Azië
In Centraal-Azië is de activiteit van de EU met het oog op het versterken van de stabiliteit in
de regio gericht op het bevorderen van economische ontwikkeling en goed bestuur, zulks in
overeenstemming met de EU-strategie voor Centraal-Azië, die in juni 2015 is aangenomen. De
EU streeft er ook naar om, in samenwerking met andere landen en organisaties die in de regio
actief zijn, synergieën tot stand te brengen, in het bijzonder met Afghanistan. Naast economische
ontwikkeling en goed bestuur streeft de EU ook naar verdere samenwerking inzake onderwijs,
water en milieu, en de rechtsstaat, en naar een betere bescherming van de mensenrechten. Dat er
inmiddels een sterke institutionele relatie tot stand is gekomen, moge blijken uit de politieke en
veiligheidsdialoog op hoog niveau van mei 2016 en de ministeriële bijeenkomst EU/Centraal-Azië
op 4 oktober.
Het is van belang te zorgen voor een succesvolle voorlopige toepassing en ratificatie van de
uitgebreide partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Kazachstan. Kirgizië bevindt
zich in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in 2017, en een succesvolle democratische
machtsoverdracht zal de gehele regio tot voorbeeld strekken. In Oezbekistan breekt het post-
Karimov-tijdperk stilaan aan, en voor de EU zal het zaak zijn te zorgen voor goede betrekkingen
met het nieuwe leiderschap van het dichtstbevolkte land van Centraal-Azië. Tadzjikistan kijkt
aan tegen talrijke uitdagingen, van economische achteruitgang tot steeds repressiever wordende
maatregelen tegen de oppositie, die met bijzondere aandacht moeten worden gevolgd. Het is
belangrijk de banden met Turkmenistan te versterken, met name in het licht van het potentieel
van dat land als belangrijke leverancier van gas aan de zuidelijke gascorridor.
Noordpoolgebied
De wereldwijde aandacht voor het Noordpoolgebied is aanzienlijk toegenomen, gezien de
uitdagingen en kansen die de klimaatverandering met zich meebrengt, met name toegang tot
nieuwe energiebronnen en delfstofvoorraden en opening van nieuwe scheepvaartroutes. In april
2016 hebben de HV en de Commissie een gezamenlijke mededeling gepresenteerd over een
geïntegreerd EU-beleid voor het noordpoolgebied, dat door de Raad in zijn conclusies van 20 juni
2016 goed werd onthaald. In dat beleid wordt rekening gehouden met deze recente ontwikkelingen,
alsook met de sociaal-economische ambities van de lokale bevolking en het belang van het
noordpoolgebied als regio van constructieve internationale samenwerking.
13026/16 GYS/cg 18 DG C 1 NL
MIDDEN-OOSTEN EN NOORD-AFRIKA
Zuidelijk Nabuurschap
Stabilisering van de regio op politiek, economisch en veiligheidsgebied vormt de kern van het EU-
beleid. De EU zal een nieuwe fase in de betrekkingen met landen van het Zuidelijk Nabuurschap
openen om in het kader van het herziene Europese nabuurschapsbeleid een doeltreffender
partnerschap op te bouwen, gebaseerd op meer differentiatie en gedeelde verantwoordelijkheid.
De EU zal ook verdere regionale integratie blijven bevorderen, met name via initiatieven in het
kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), en de dialoog met de Arabische
wereld intensiveren, waarbij het potentieel van samenwerking met organisaties als de Liga van
Arabische Staten en de OIS beter wordt benut.
De EU versterkt haar engagement ten aanzien van landen die politieke en economische
hervormingen doorvoeren, zoals Tunesië, Jordanië en Marokko. Dat zal zich vertalen in een
intensieve politieke dialoog, aanzienlijke financiële bijstand van de EU (zowel subsidies als
leningen), overeenstemming over de prioriteiten van het partnerschap, alsmede vorderingen op
cruciale beleidsterreinen. Specifiek wat veiligheid betreft, en in het verlengde van de conclusies van
de Raad en de verklaring van de leden van de Europese Raad van februari 2015, heeft de EU met de
partners een dialoog over terrorismebestrijding op gang gebracht, en in het kader van de herziening
van het Europees nabuurschapsbeleid worden maatregelen voorgesteld ter verbetering van de
weerbaarheid van de partners tegen bedreigingen, zoals maatregelen tegen de terrorismedreiging en
ter voorkoming van radicalisering, alsmede ondersteuning van de veiligheidssector en grensbeheer.
Het voortzetten van de dialoog blijft ook op het gebied van migratiebeheer een prioriteit. Jordanië
en Libanon zullen alomvattende steun krijgen in de vorm van EU Compacts, omdat zij een cruciale
rol hebben gespeeld in het opvangen van bijna 2 miljoen Syrische vluchtelingen 2.
De EU zet zich in voor de democratische transitie van Tunesië, zal de inspanningen van het
land om de cruciale uitdagingen waarmee het wordt geconfronteerd, aan te gaan, intensiever
ondersteunen en zal zorgen voor het bevorderen van duurzame stabiliteit, veerkracht, goed bestuur,
sociaal-economische ontwikkeling en veiligheid, op basis van de gezamenlijke mededeling van de
Commissie en de HV van september 2016.
2 Zie de mededeling over een nieuw partnerschapskader.
13026/16 GYS/cg 19 DG C 1 NL
In Libië steunt de EU de presidentiële raad en de regering van nationale consensus (GNA),
die tot stand is gekomen in het verlengde van de ondertekening van het door de VN gesteunde
politiek akkoord over Libië en de goedkeuring van Resolutie 2259 van de VN-Veiligheidsraad
van december 2015, teneinde Libië te helpen een einde te maken aan de huidige politieke en
veiligheidscrisis. De EU heeft een samenwerkingspakket van 100 miljoen EUR vrijgemaakt ter
ondersteuning van de GNA en het Libische volk, waarvan al een gedeelte ter beschikking wordt
gesteld.
De EU streeft naar versterking van haar strategische dialoog met Marokko, met name op het gebied
van veiligheid, democratische hervormingen en migratie, om een einde te maken aan de recente
ontwikkelingen en het volledige potentieel van ons partnerschap te benutten.
Algerije is een betrouwbare partner gebleken op het vlak van veiligheid en energie.
Onderhandelingen over nieuwe partnerschapsprioriteiten zijn gaande.
De EU onderhandelt ook over partnerschapsprioriteiten met Egypte; democratische hervormingen,
sociaal-economische ontwikkeling en mensenrechten zullen een centrale plaats blijven innemen in
onze betrekkingen met het land, gezien zijn spilfunctie voor de regionale veiligheid, ook uit het
oogpunt van terrorismebestrijding.
In overeenstemming met de herziening van het ENB, wordt ook met Jordanië en Libanon
onderhandeld over partnerschapsprioriteiten.
13026/16 GYS/cg 20 DG C 1 NL
Vredesproces in het Midden-Oosten
Aangezien het vredesproces in het Midden-Oosten tot stilstand is gekomen, zal de EU, mede via
haar SVEU, haar betrekkingen met de partijen en de internationale partners intensiveren om een
nieuwe dynamische stimulans te geven aan de onderhandelingen. De EU bevestigt dat zij duidelijk
vasthoudt aan de tweestatenoplossing en aan haar bestaande beleidslijnen, zoals vervat in de
opeenvolgende conclusies van de Raad. Zij herhaalt tevens bezorgd te zijn over de elementen welke
die oplossing steeds meer in gevaar brengen. De EU herinnert eraan dat volgens het internationaal
recht nederzettingen illegaal zijn, vrede in de weg staan en een bedreiging vormen voor een
tweestatenoplossing. Zij herhaalt dat zij sterk gekant is tegen het nederzettingenbeleid van Israël
en de ondernomen acties in dit verband, zoals het vernietigen van en het beslag leggen op
eigendommen, onder meer in verband met door de EU gefinancierde projecten. De EU is ernstig
bezorgd over het feit dat de voortdurende spiraal van geweld heeft geleid tot een groot verlies van
mensenlevens in Israël en in de Palestijnse Gebieden. De EU veroordeelt met klem de terroristische
aanslagen en het geweld, inclusief de dood van kinderen, door alle partijen en in alle
omstandigheden.
In de komende maanden zal nauwe samenwerking binnen het kwartet en met andere betrokkenen
in de regio en daarbuiten, van cruciaal belang zijn voor de totstandbrenging van een sterker
multilateraal kader. De EU zal beide partijen eraan blijven herinneren de aanbevelingen van het
recente verslag van het kwartet ernstig te nemen. De EU is vastbesloten om samen met andere
internationale en regionale partners een concrete en substantiële bijdrage te leveren aan een brede
reeks stimulerende maatregelen die de partijen ertoe moet aanzetten vrede te sluiten, met het oog
op een internationale conferentie die in principe vóór het einde van het jaar zal worden gehouden.
Voorts bevestigt de EU haar voorstel voor een ongezien pakket van steun op politiek, economisch
en veiligheidsgebied, dat voor en met beide partijen moet worden ontwikkeld in de context van een
akkoord over de definitieve status.
Golf/Levant
De EU streeft naar nauwere samenwerking met de Golfstaten bij het aanpakken van uitdagingen in
de regio (in het bijzonder in Jemen, Syrië/Irak, de Hoorn van Afrika), alsmede bij het ontwikkelen
van een meer gestructureerd kader voor het engagement van de EU voor een reeks gezamenlijke
uitdagingen, waaronder veiligheid, terrorismebestrijding, bestrijding van radicalisering en migratie.
Een regelmatige dialoog over mensenrechten in de regio zal ook op de gezamenlijke agenda blijven
staan. Daarom zal de EU haar belangrijke betrekkingen met de Raad voor Samenwerking van de
Arabische Golfstaten (GCC) blijven versterken.
13026/16 GYS/cg 21 DG C 1 NL
De EU zal haar strategie voor Syrië, Irak en de dreiging van Da’esh blijven toepassen,
overeenkomstig de conclusies van de Raad van 23 mei 2016. Syrië blijft een kernprioriteit voor
de EU, die zich volledig inzet voor de uitvoering van Resolutie 2254 van de VN-Veiligheidsraad,
met name wat betreft toegang tot humanitaire hulp en het staken van de vijandelijkheden, hetgeen
tot een staakt-het-vuren moet leiden en de politieke transitie moet bevorderen. De EU zal deze
inspanningen gaande houden en haar rol spelen in het ondersteunen van de intra-Syrische
gesprekken en het de-escaleren van de regionale spanningen.
Wat Irak betreft, zal de EU meer steun verlenen aan de Iraakse regering in haar streven
hervormingen door te voeren die cruciaal zijn voor het bereiken van nationale verzoening en
het consolideren van een democratisch systeem dat is gebaseerd op inclusief bestuur en de rechts-
staat. De EU zal blijven zoeken naar middelen om de Iraakse regering en de regionale regering van
Koerdistan te helpen bij het herstel uit economisch en financieel oogpunt. De EU zal zich ook
toeleggen op de stabilisering en de wederopbouw van de van Da’esh bevrijde gebieden, in nauwe
samenwerking met internationale partners.
De verdere volledige en doeltreffende uitvoering van het gezamenlijk alomvattend
actieplan (JCPOA) betreffende het Iraanse nucleaire programma en Resolutie 2231 van de VN-
Veiligheidsraad zal een prioriteit blijven. De hernieuwing van de bilaterale betrekkingen op basis
van de volledige uitvoering van dat actieplan zal van cruciaal belang zijn om een lacune die al
10 jaar bestaat, te verhelpen; onze strategie van geleidelijke toenadering zal onder meer gericht
zijn op samenwerking inzake economische en handelsvraagstukken, met aandacht voor regionale
aangelegenheden en mensenrechten. Het bezoek van de HV/VV aan Teheran op 16 april 2016 heeft
de basis gelegd voor een verdere versnelling van deze intensieve werkzaamheden.
13026/16 GYS/cg 22 DG C 1 NL
De migratiecrisis in Europa heeft het belang van een nog sterker engagement van de EU in de regio
duidelijk onderstreept. In het verlengde van de top van Valletta over migratie in november 2015
wordt bijkomende steun inzake migratie verleend aan Noord-Afrikaanse landen, in het bijzonder
via het Trustfonds voor Afrika, en die steun kan nog worden opgevoerd. Voorts zal de aanzienlijke
humanitaire hulp die reeds aan de landen in de regio wordt verleend, verder worden opgevoerd op
basis van de resultaten van de conferentie van Londen "Supporting Syria and the Region" (steun
voor Syrië en de regio) die in februari 2016 is gehouden; daar heeft de EU voor 2016-2017,
bovenop de bijdragen van de lidstaten, meer dan 2,4 miljard EUR toegezegd voor het milderen
van de gevolgen van de door het Syrische conflict veroorzaakte crisis voor de buurlanden. De
toezeggingen van de EU zijn in hun geheel goed voor meer dan twee derde van de internationale
hulp. Dit houdt onder meer in dat de laatste hand wordt gelegd aan de EU Compacts met
Libanon en Jordanië, waarbij deze landen ruimere toegang wordt verleend tot het volledige EU-
instrumentarium om hun economie een impuls te geven en tegelijkertijd bescherming, alsmede
toegang tot sociale diensten en werk voor vluchtelingen te waarborgen. Voorts zijn er twee
regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's actief in het Midden-Oosten en Noord-
Afrika, waarbij partnerlanden ondersteuning krijgen voor het beheer van de vluchtelingenstromen.
Veiligheidsvraagstukken zullen bovenaan op de politieke agenda’s blijven staan en het werk
en de prioriteiten van regionale regeringen in vele landen blijven bepalen, veelal ten nadele van
democratische governance, hoewel er nog altijd weinig verbetering is gebracht in de sociale en
politieke omstandigheden die vijf jaar geleden tot de Arabische lente hebben geleid. Politiek
pluralisme blijft onder druk staan en is in sommige landen zelfs afgenomen. Het onderwijs blijft
grote tekortkomingen vertonen, die nog groter zijn geworden door de vluchtelingencrisis. De
economische groei werd zwaar getroffen door het ineenstorten van de olieprijs.
Het jaar 2016 zal een cruciaal jaar zijn voor de regio, waarin belangrijke nieuwe variabelen
bepalend zullen zijn voor de reeds moeilijke en gepolariseerde betrekkingen tussen verscheidene
landen. De impact van een mogelijke voortzetting van de recente trend van sterk dalende
olieprijzen, de door sectaire ideologieën teweeggebrachte kloof en de nieuwe dynamiek die kan
voortkomen uit de intrekking van de internationale sancties tegen Iran, zullen zorgvuldig
geëvalueerd moeten worden.
13026/16 GYS/cg 23 DG C 1 NL
DE AMERIKA'S
Het strategisch partnerschap EU-VS blijft van cruciaal belang voor de vraagstukken inzake
mondiaal en buitenlands beleid, zoals het conflict in Oekraïne, de strijd tegen Da'esh en de
inspanningen om vrede te bewerkstelligen in Syrië en Libië, de aanpak van het migratieprobleem
en de uitvoering van het gezamenlijk alomvattend actieplan met Iran. De EU blijft zich ten volle
inzetten om een ambitieus, alomvattend en evenwichtig trans-Atlantisch partnerschap voor handel
en investeringen (TTIP) met de VS te voltooien. De EU-VS-samenwerking op energiegebied
en het privacyschild EU-VS verdienen daarbij bijzondere aandacht. Volledige wederkerigheid
van visumvrijstelling voor alle EU-burgers die naar de VS reizen, blijft een belangrijke prioriteit.
Op het gebied van veiligheid en defensie moeten de EU en de VS zo spoedig mogelijk de
onderhandelingen over de overeenkomst inzake aankopen en wederzijdse logistiek-technische
ondersteuning (Acquisition and Cross-Servicing Agreement - ACSA) tot een goed einde brengen.
Op het gebied van veiligheid in de ruimte zal de Raad dit jaar nog starten met de onderhandelingen
over de toegang van de VS tot de publiek gereguleerde dienst van Galileo (PRS).
De nieuwe regering in Canada heeft erop gewezen dat zij bereid is de reeds zeer goede
samenwerking met de EU nog verder te intensiveren. De mogelijkheid daartoe is namelijk
voorhanden, met name door de ondertekening en uitvoering van de strategische partnerschaps-
overeenkomst (SPA) en de uitgebreide economische en handelsovereenkomst EU-Canada (CETA).
Volledige wederkerigheid van visumvrijstelling voor alle EU-burgers die naar de VS reizen, blijft
een belangrijke prioritaire doelstelling voor 2016. De EU ziet ook uit naar het engagement van
Canada voor samenwerking op het gebied van het GVDB. Een officieel bezoek van de HV/VV
vond plaats in juni en de volgende top EU-Canada is gepland op 27 oktober 2016.
13026/16 GYS/cg 24 DG C 1 NL
In 2016 zal de EU blijven voortwerken aan de opwaardering van de mondiale overeenkomst met
Mexico met het oog op de actualisering van het onderdeel Handel van de overeenkomst en de
versteviging van het kader van onze bilaterale dialoog over mondiale vraagstukken (met name
over klimaatverandering en energie, voedselveiligheid, mondiale economie en veiligheid). De
formele onderhandelingen over de opwaardering van de overeenkomst zijn gestart in juni 2016.
Wat Centraal-Amerika betreft, zal de EU de situatie in Guatemala nauwlettend blijven volgen.
De EU was waarnemer tijdens de laatste verkiezingen in 2015. In Honduras heeft de EU een
verkiezingswaarnemingsmissie opdracht gegeven de vorderingen op het gebied van electorale
hervormingen inzake governance te evalueren. In beide landen zal de EU de nationale inspanningen
om deze hervormingen uit te voeren en de rechtsstaat en de rechten van de mens te verbeteren,
blijven ondersteunen. In Nicaragua zal de politieke situatie, en met name het aanstaande
verkiezingsproces, worden gevolgd; De betrekkingen van Costa Rica met het Centraal-Amerikaans
Integratiesysteem (SICA) en de ontwikkeling van de Cubaanse migratiecrisis zijn van belang voor
de EU. De reacties van de betrokken landen op de onlangs uitgerolde externe EU-strategie voor
effectieve belastingheffing zullen de aandacht van de EU wegdragen.
De EU zal de regionale strategieën voor het verbeteren van de veiligheidssituatie in Centraal-
Amerika en het Caribisch gebied blijven ondersteunen. In het Caribisch gebied hebben de EU
en Cuba hun formele politieke dialoog nieuw leven ingeblazen, overeenstemming bereikt over het
aanknopen van een mensenrechtendialoog en de onderhandelingen over de Overeenkomst inzake
politieke dialoog en samenwerking voltooid; zij zijn zich aan het voorbereiden op de ondertekening
ervan. Haïti moet nauwlettend worden gevolgd in de aanloop naar de voorlopige regering tijdens
een ingewikkeld verkiezingsproces. In de Dominicaanse Republiek zal de regularisatie van
personen van Haïtiaanse afkomst nauwlettend worden gevolgd. Tot slot steunt de EU de OAS-
missie die bemiddelt in het grensgeschil tussen Belize en Guatemala; tegelijkertijd moedigt
zij beide zijden aan tot het nemen van politieke initiatieven. Met betrekking tot de regionale
Caribische aanpak en voortbouwend op de gezamenlijke verklaring van de EU en het Cariforum,
hebben de cruciale vraagstukken in 2016 betrekking op onder meer het versterken van de politieke
dialoog tussen de EU en het Cariforum en het opvoeren van de inspanningen ter uitvoering van het
gezamenlijk strategisch partnerschap van de EU en het Caribisch gebied van 2012.
13026/16 GYS/cg 25 DG C 1 NL
Wat Zuid-Amerika betreft, zal de EU de onderhandelingen met MERCOSUR over een associatie-
overeenkomst nieuw leven inblazen; het strategisch partnerschap met Brazilië handhaven en
initiatieven ontplooien om het partnerschap en de samenwerking met Argentinië te verdiepen. De
EU zal waakzaam blijven toezien op de onstabiele situatie in Venezuela. Bijzondere aandacht zal
blijven uitgaan naar het vredesproces in Colombia. Bijzondere aandacht zal blijven uitgaan naar
de ondersteuning van het vredesproces in Colombia, met speciaal gezant van de HV/VV Eamon
Gilmore, en naar het perspectief van een EU-Trustfonds. Wat Ecuador betreft, zal de EU toezien
op de uitvoering door dat land van de handelsovereenkomst, die volgens de EU naar verwachting
van kracht zal worden op 1 januari 2017. In Chili zal de EU doorgaan met haar samenwerking in
het kader van de crisisbeheersing van de EU (”kaderovereenkomst inzake deelname”). De EU
herhaalt dat zij vastberaden blijft werken aan een ambitieuze gemoderniseerde associatie-
overeenkomst. De onderhandelingen over de modernisering van de Associatieovereenkomst
tussen de EU en Chili zouden in de nabije toekomst van start kunnen gaan. In de betrekkingen
met Paraguay en Uruguay zal de klemtoon liggen op economische integratie en economische
governance. Wat Peru betreft, moeten de visumvrijstellingsovereenkomst en de verkiezings-
waarnemingsmissie opgevolgd worden. Met betrekking tot Bolivia is verdere samenwerking in de
strijd tegen de illegale drugsproductie en het regeringsbeleid voor de hervorming van het justitieel
apparaat belangrijk.
De EU zal ook betrekkingen blijven onderhouden met de Organisatie van Amerikaanse Staten en de
Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (Celac). De ministeriële bijeenkomst
van de EU en de Celac in oktober 2016 moet de aanzet vormen voor de voorbereiding van de top
EU-Celac in 2017. Die organisaties zijn belangrijke regionale gesprekspartners waarmee de EU
samenwerkt op cruciale gebieden als mensenrechten en de rechtsstaat, klimaatverandering en
duurzame ontwikkeling. Zij geven de beleidsinitiatieven van de EU ook een continentale dimensie.
De EU verwelkomt ook de verwezenlijkingen van de Pacifische Alliantie en zet zich in voor een
verdieping van de dialoog met de leden ervan.
13026/16 GYS/cg 26 DG C 1 NL
SUB-SAHARAANS AFRIKA
2016 is een belangrijk jaar voor de betrekkingen tussen de EU en Afrika. In sommige delen
van Afrika is er sprake van toenemende groei en welvaart. Tegelijkertijd blijven de politieke
uitdagingen groot en worden deze vaak nog verder aangewakkerd door andere factoren, met name
factoren die te maken hebben met economie, demografie en veiligheid. Twee punten zijn bijzonder
zorgwekkend: i) de kwetsbaarheid van vele landen voor de veiligheidsdreigingen van radicalisering,
gewelddadig extremisme en terrorisme, van de Sahel over het bekken van het Tsjaadmeer tot de
Hoorn van Afrika; ii) het feit dat de vorderingen op het gebied van governance tot stilstand zijn
gekomen, wat het meest zichtbaar is in de trage ontwikkeling van de representatieve democratie,
maar ook op veiligheidsgebied en op economisch gebied. Extreme armoede en voedselonzekerheid
blijven een probleem in verschillende delen van Sub-Saharaans Afrika.
Het voortbouwen op onze actieve rol in de inspanningen om crises en conflicten op te lossen, zal
onvermijdelijk veel werk vergen. In de Hoorn van Afrika staat Somalië voor een cruciale test,
namelijk een verkiezingsproces dat vóór het einde van het jaar moeten worden gehouden met het
oog op de invoering van een duurzaam federaal stelsel. In Sudan moet de EU de op een holistische
en inclusieve politieke oplossing gerichte inspanningen ondersteunen. De Zuid-Sudanese
overgangsregering van nationale eenheid kampt met enorme politieke, economische en humanitaire
uitdagingen in het verlengde van de burgeroorlog, met een groot risico op heropflakkering van
de gewelddadigheden; de volgehouden inzet van de EU zal van cruciaal belang zijn voor het
ondersteunen van de alomvattende uitvoering van het vredesakkoord van 2015 en voor het vinden
van een oplossing voor de door het conflict teweeggebrachte ontheemding.
De Sahel zal kwetsbaar blijven. In Mali verloopt de uitvoering van het in juni 2015 ondertekende
vredesakkoord nog steeds traag, hetgeen leidt tot een verslechterende situatie op veiligheidsgebied,
die het noorden en het midden van Mali treft. Bijgevolg blijft de situatie in Mali een punt van zorg
in de regio. De partijen in Mali moeten zich meer inzetten voor de uitvoering van het vredes-
akkoord. Ook de situatie in Libië blijft zorgen baren. De sterkere regionale samenwerking (G5)
wordt verwelkomd en door de EU gesteund via haar financiële instrumenten en politieke dialoog:
de HV organiseert op 17 juni 2016 een ministeriële bijeenkomst met de Sahel G5-landen. Het
alomvattende antwoord op de crisis in de regio van het Tsjaadmeer, waaronder de strijd tegen
Boko Haram, moet efficiënter worden en de inspanningen voor een beter gecoördineerd regionaal
optreden moeten worden voortgezet.
13026/16 GYS/cg 27 DG C 1 NL
In Centraal-Afrika kan de nieuwe regering van de Centraal-Afrikaanse Republiek, in het verlengde
van de recente presidentsverkiezingen, van start gaan met de wederopbouw van het land en zijn
instellingen, hoewel de situatie over het algemeen kwetsbaar blijft. In Burundi leidt de crisis ertoe
dat het concept "verantwoordelijkheid om te beschermen” op de proef wordt gesteld, omdat er
nog steeds een gevaar bestaat op massale wreedheden en het uit de hand lopen van een regionaal
conflict, indien geen politieke oplossing kan worden geboden. De situatie in de Democratische
Republiek Congo is kritiek; alle partijen moeten deelnemen aan een inclusief proces om te
zorgen voor de bescherming van de fundamentele vrijheden en het pad te effenen voor vreedzame,
geloofwaardige, inclusieve, transparante en tijdige verkiezingen. De EU zal de evolutie van de
situatie in Gabon op de voet blijven volgen.
In deze context zullen veiligheid, eerbiediging van de mensenrechten en weerbaarheid
nog belangrijker worden in Sub-Saharaans Afrika. In februari 2016 is de AU opgetreden als
gastheer voor de donorconferentie die tot doel had extra middelen te verzamelen voor de regionale
gewapende multinationale troepenmacht (Multinational Joint Task Force, MNJTF) die Boko Haram
bestrijdt. De inspanningen voor het bestrijden van extremisme zullen voortdurend worden
hernieuwd. De EU moet werk maken van betere strategieën ter bestrijding van radicalisering,
alsook van mogelijke EU-beleidsreacties. Meer middelen voor het GVDB en capaciteitsopbouw
zijn een onderdeel daarvan. De roep naar “sterkere” staten zal evenwel ingebed moeten worden in
een passende alomvattende governance-aanpak, waarbij de grondrechten en de rechtsstaat ten volle
geëerbiedigd worden.
De migratiecrisis heeft een nieuwe dimensie en nieuwe actoren toegevoegd aan onze betrekkingen
met Afrika. De terugkeer van duizenden irreguliere migranten plaatst de EU voor een grote
uitdaging. De EU zal de aandacht richten op de aanpak van de onderliggende oorzaken van
migratie, teneinde de irreguliere migratie van Afrika naar Europa te bedwingen. De EU kan een
verschil maken bij de uitvoering van de tijdens de top van Valletta vastgestelde agenda en de
opneming van migratie - daaronder begrepen overname - in de politieke betrekkingen in hun
geheel door optimaal gebruik te maken van het EU-noodtrustfonds als bijkomend instrument.
De landendialogen op hoog niveau, de migratiepacten, de processen van Rabat en Khartoem en
de follow-up van de conferentie van Valletta vergen allemaal dat op een krachtige en geïntegreerde
manier wordt gewerkt. Dit alles zal in een hogere versnelling terechtkomen door de uitvoering van
de nieuwe partnerschapsbenadering, voortbouwend op de mededeling van de Europese Commissie
over “een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese
migratieagenda”, overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van juni 2016.
13026/16 GYS/cg 28 DG C 1 NL
Ethiopië, Mali, Niger, Nigeria en Senegal worden aangemerkt als prioritaire landen voor de nieuwe
aanpak die de EU voorstaat3.
Degelijke en geloofwaardige verkiezingsprocessen en eerbiediging van de constitutionele
maximumtermijnen staan opnieuw ter discussie in Afrika, en met name in een aantal Centraal-
Afrikaanse landen waar in 2016 verkiezingen worden gehouden. 2016 zal daarom een keerpunt
zijn voor de geloofwaardigheid van Afrika, omdat zal blijken in hoeverre het Afrika menens
is daadwerkelijk democratische verandering te bewerkstelligen. De EU zal aanwezig zijn
met verkiezingswaarnemingsmissies (EOM’s) en verkiezingsdeskundigenmissies (EEM’s).
Betwistingsprocedures hebben gezorgd voor spanningen in onze politieke dialoog, en wij zullen
antwoorden moeten formuleren die stroken met onze fundamentele beginselen en rekening houden
met de context van elk land. Onze inspanningen hebben de meeste kans op slagen als zij worden
ingebed in bredere Afrikaanse en internationale inspanningen. Dat zal prioritair zijn, gezien het
risico op verkiezingsgerelateerd geweld.
De werkzaamheden met de Afrikaanse Unie (AU) worden voortgezet; de meest recente
vergadering van de Europese Commissie en de huidige commissie van de Afrikaanse Unie heeft in
april 2016 plaatsgevonden in Addis Abeba. Die werkzaamheden moeten worden voortgezet tijdens
de voorbereiding van de top EU-Afrika in 2017.
De EU zal blijven voortbouwen op de ministeriële bijeenkomst met de Sahel G5-landen in juni,
de ministeriële bijeenkomst met Nigeria in Brussel in maart, de tweede regionale veiligheidstop in
Abuja in mei, en de ministeriële bijeenkomst met Angola, die gepland is in het tweede semester in
Brussel.
De EU zal doorgaan met de strategische reflectie over de betrekkingen tussen de EU en de ACS na
2020, en daarbij een reeks opties bestuderen voor de toekomstige vormgeving van de post-Cotonou-
overeenkomst.
3 Ref. mededeling nieuw partnerschap inzake migratie
13026/16 GYS/cg 29 DG C 1 NL
AZIË-STILLE OCEAAN
De betrokkenheid van de EU ten aanzien van Azië en de Stille Oceaan zal blijven toenemen,
aangezien zich in het gebied vier strategische partners van de EU bevinden (China, India, Japan
en de Republiek Korea), en de regio ondanks de recente teruggang een sterke groei blijft vertonen
en geconfronteerd wordt met ernstige veiligheids- en stabiliteitsproblemen die directe en indirecte
gevolgen voor de EU hebben. De EU zal een belangrijke investeerder en donor van financiële
ontwikkelingssteun blijven en een even belangrijke ontwikkelingsrol spelen door haar handels-
betrekkingen met de regio uit te breiden en zich in te spannen om de stabiliteit en de veiligheid
in het gebied te ondersteunen.
De EU gaat verder met haar onderhandelingen over politieke, veiligheids- en handelsakkoorden
met landen in de regio, met het oog op de ondersteuning van onze doelstellingen van duurzame
ontwikkeling, bredere samenwerking en grotere markttoegang in de regio. De vrijhandels-
overeenkomst met Zuid-Korea zal worden voortgezet. Een aantal overeenkomsten werd geparafeerd
en het proces voor ondertekening en uitvoering zal worden voortgezet: de onderhandelingen over
de kaderovereenkomst met Australië en Nieuw-Zeeland; onderhandelingen over de vrijhandels-
overeenkomst met Vietnam; en de onderhandelingen over de samenwerkingsovereenkomst
inzake partnerschap en ontwikkeling met Afghanistan. De EU blijft zich volledig inzetten om de
onderhandelingen over een overeenkomst inzake een strategisch partnerschap en een vrijhandels-
akkoord met Japan af te ronden.
Na het afronden van de onderhandelingen over een bilateraal vrijhandelsakkoord met Singapore
en met Vietnam, is de EU begonnen met de werkzaamheden voor een bilateraal vrijhandelsakkoord
met de Filipijnen en met Indonesië, met als uiteindelijk doel een interregionaal vrijhandelsakkoord
met de ASEAN. Momenteel wordt een stand van zaken opgemaakt met Maleisië, ter beoordeling
van de perspectieven voor het hervatten van de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord,
en de voorbereidingen voor een vrijhandelsakkoord met Australië zijn gestart.
13026/16 GYS/cg 30 DG C 1 NL
In mei 2016 hebben de leiders van de EU en Japan de voortgang geëvalueerd met de
onderhandelingen over een overeenkomst inzake een strategisch partnerschap en een vrijhandels-
akkoord; zij kwamen overeen de onderhandelingen de richting op te sturen van de ambitieuze
overeenkomsten die beiden willen. De leiders merkten tevens op dat de EU en Japan hun
veiligheidspartnerschap versterken. Japan verleent reeds concrete steun aan de EU-crisis-
beheersingsmissies in Afrika, en beide partijen voerden een aantal gezamenlijke oefeningen
ter bestrijding van piraterij uit in het zuidwestelijke deel van de Indische Oceaan. De EU-leiders
spraken de hoop uit dat de toekomstige ontwikkelingen een volwaardige deelname van Japan aan
EU-crisisbeheersingsmissies mogelijk zullen maken.
Tijdens de top EU-Republiek Korea van 2015 hebben de leiders besloten te blijven investeren
in deze alomvattende, wederzijds voordelige en toekomstgerichte betrekkingen. De leiders zagen
met name uit naar de afronding van de bekrachtiging van de kaderovereenkomst inzake deelname
tot vaststelling van een kader voor gezamenlijke crisisbeheersingsoperaties. In dit verband toonde
de EU zich ingenomen met het voornemen van de Republiek Korea om deel te nemen aan de
inspanningen van de EU ter bestrijding van piraterij in de Golf van Aden van Somalië in het kader
van operatie ATALANTA van de EU, met dien verstande dat de Republiek Korea daartoe de
goedkeuring van haar parlement nodig heeft.
In juni hebben de hoge vertegenwoordiger en de Commissie een gezamenlijke mededeling over
China voorgelegd. De gezamenlijke mededeling en de conclusies van de Raad van juli 2016
vormen het politieke kader voor de betrokkenheid van de EU bij China in de komende jaren,
aangezien daarin de mogelijkheden voor bilaterale samenwerking worden beschreven, onder meer
inzake mondiale en regionale uitdagingen. De EU zal zich praktisch en pragmatisch opstellen in
haar betrokkenheid bij China. Zij zal vasthouden aan haar principes en trouw blijven aan haar
belangen en waarden, met name wat betreft de naleving van internationale regels en normen en
de eerbiediging van de mensenrechten. In die betrokkenheid staan drie grote prioriteitsgebieden
centraal: welvaart en hervormingen; buitenlands en veiligheidsbeleid; mondiaal bestuur. De
betrokkenheid houdt een ambitieuze benadering van een van onze belangrijkste strategische
partners in, en omvat een positieve partnerschapsagenda in combinatie met constructieve omgang
met verschillen. De top EU-China in juli in Beijing bood gelegenheid tot strategische besprekingen
over kwesties van gemeenschappelijk belang.
13026/16 GYS/cg 31 DG C 1 NL
De bilaterale top met India in maart haalde de onderlinge banden weer aan en zorgde voor een
nieuwe dynamiek in het strategisch partnerschap; prioriteiten voor de komende jaren en gezamen-
lijke belangen in nieuwe agenda’s voor banen en groei, zoals handel, investeringen, groene
energie/technologie, water, onderzoek en ontwikkeling, werden vastgelegd.
De EU zal de samenwerking met Afghanistan, Bangladesh en Pakistan opvoeren. Aangezien dit
belangrijke landen van herkomst en van doorreis zijn voor migratie, zal de EU zich blijven inzetten
voor sterkere en effectievere samenwerking met die landen, en zich toespitsen op het aanpakken
van de onderliggende oorzaken van migratie, overname en terugkeer.
De EU heeft als mondiale speler op veiligheidsgebied en als vredesbevorderaar jegens Afghanistan
en de Afghaanse bevolking een verbintenis op langere termijn. De verbintenis tot ondersteuning van
het Afghaanse vredesproces zal worden verstevigd door de conferentie over Afghanistan die in
oktober in Brussel werd gehouden en de EU de kans geeft om een leidinggevende diplomatieke,
financiële en technische rol te spelen bij de transformatie van Afghanistan. Op 2 oktober werd
een gezamenlijke actie ("Joint Way Forward" – JWF) over migratieaangelegenheden tussen
Afghanistan en de EU overeengekomen. Deze zal zorgen voor een alomvattend kader voor
samenwerking inzake terugkeer, overname en herintegratie, ten gunste van beide partijen – de EU
en haar lidstaten enerzijds en Afghanistan anderzijds. De samenwerking met Pakistan zal onder
andere gericht zijn op een kader voor het verdiepen van de relaties na het vijfjarige inzetplan EU-
Pakistan, dat in juni 2017 afloopt. De EU verwacht dat de overnameovereenkomst volledig en
effectief wordt uitgevoerd.
Als belangrijke donor in de transitie naar democratie zal de EU het vredesproces in
Myanmar/Birma blijven steunen in het postelectorale klimaat, gebruik makend van het vertrouwen
dat zij reeds in de regering en de etnische groepen stelt. Naar aanleiding van een gezamenlijke
mededeling van de hoge vertegenwoordiger en de Commissie toonde de Raad zich ingenomen met
het ontvouwen van een visie op een ambitieuze en toekomstgerichte betrokkenheid van de EU ten
aanzien van Myanmar/Birma.
Na de verwoestende aardbevingen in Nepal in april en mei 2015 blijft de EU zich actief inzetten
voor de heropbouw via een overeenkomst voor staatsopbouw van 105 miljoen EUR. Tegelijkertijd
blijft de EU de consolidatie van het vredesproces en de democratische transitie van het land
ondersteunen.
13026/16 GYS/cg 32 DG C 1 NL
Er zal in het bijzonder worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van strategische betrekkingen
met de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten (ASEAN). De door de Raad op 22 juni 2015
goedgekeurde gezamenlijke mededeling over de betrekkingen met de ASEAN formuleert hiertoe
programma’s en beleidsmaatregelen, waaronder uitgebreide samenwerkingsprogramma’s en
de aanstelling van een EU-ambassadeur bij de ASEAN om de banden met deze belangrijke
strategische partner op een hoger niveau te brengen. In de ministeriële bijeenkomst EU-ASEAN
van oktober 2016 werden de richtsnoeren goedgekeurd voor een toekomstig actieplan, en een
routekaart om het niveau van het strategisch partnerschap op te voeren.
De 11e Ontmoeting Azië-Europa (ASEM) vond in juli 2016 in Mongolië plaats. De top vierde
het twintigjarig bestaan van de ASEM en bood een goede gelegenheid om de nadruk te leggen
op de belangstelling van de EU voor nauwere samenwerking met Azië inzake kwesties van
gemeenschappelijk belang.
De regio heeft nog steeds te kampen met een aantal uitdagingen. De EU zal zich blijven inzetten
voor het bevorderen van vreedzame oplossingen en mechanismen voor het oplossen van geschillen
die gebaseerd zijn op het internationaal recht wat betreft de territoriale en maritieme geschillen in
de Zuid-Chinese Zee. Er kunnen zich verhoogde spanningen voordoen om tal van redenen,
waaronder de vijfde kernproef van de Democratische Volksrepubliek Korea en daarmee verband
houdende ontwikkelingen, de dreiging van militaire acties en aanhoudende geschillen in verband
met territoriale en historische kwesties. De EU wil in een vroeg stadium betrekkingen aanknopen
met de betrokken landen, met name door middel van nauwe en regelmatige contacten met hen, om
zo te kunnen bijdragen tot het temperen van spanningen in de regio.
Inspanningen om het profiel en de aanwezigheid van de EU in het Stille Oceaangebied te
versterken, zullen worden voortgezet. De contacten met het Pacific Islands Forum zullen worden
versterkt en de samenwerking inzake zorgpunten als rampenrisicovermindering, adaptatie aan
klimaatverandering, hernieuwbare energie en visserijbeheer zal worden voortgezet.
13026/16 GYS/cg 33 DG C 1 NL
GVDB EN CRISISBEHEERSING
MISSIES EN OPERATIES
Het GVDB blijft een waardevolle strategische invloed hebben binnen de bredere context van
de alomvattende aanpak van de EU in Europa. In de Westelijke Balkan blijft de in 2004 gestarte
militaire operatie EUFOR Althea in Bosnië en Herzegovina (BiH) de inspanningen van het land bij
het handhaven van een veilige en zekere omgeving steunen, en zorgt zij voor de capaciteitsopbouw
en opleiding van de strijdkrachten van Bosnië en Herzegovina om aldus bij te dragen tot de
stabiliteit. EULEX Kosovo, die in 2008 van start ging, is vooral gericht op het verlenen van bijstand
en steun aan de Kosovaarse autoriteiten met betrekking tot de rechtsstaat, en biedt de nationale
autoriteiten monitoring, begeleiding en advies op het gebied van politie, justitie en douane, met
behoud van uitvoeringsbevoegdheden op specifieke bevoegdheidsterreinen. In het kader van het
Oostelijk Nabuurschap staat de tevens in 2008 van start gegane waarnemingsmissie van de
Europese Unie in Georgië (EUMM), in voor de civiele waarneming van het optreden van de
partijen en de analyse van de situatie van het stabilisatieproces, toegespitst op de volledige naleving
van het zespuntenplan en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsmaatregelen in Georgië, inclusief
Zuid-Ossetië en Abchazië. De adviesmissie van de Europese Unie (EUAM) in Oekraïne is een
niet-uitvoerende missie die in 2014 met haar werkzaamheden is begonnen en tot doel heeft de
Oekraïense autoriteiten te helpen bij de ontwikkeling van een duurzame hervorming van de civiele
veiligheidssector door het verlenen van strategisch advies en praktische steun. Al deze maatregelen
en activiteiten zijn gebaseerd op EU-normen en de internationale beginselen van goed bestuur en
mensenrechten. Na een strategische evaluatie werden de activiteiten van de missie versterkt voor
meer effect.
In de Maghreb en het Middellandse Zeegebied zijn de inspanningen opgevoerd om voort te
bouwen op het resultaat van de militaire operatie van de Europese Unie in het zuidelijke deel
van het centrale Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED operation SOPHIA). Het mandaat
is aangescherpt, gaat verder dan het ontwrichten van het bedrijfsmodel van mensensmokkelaars
in het zuidelijke deel van het centrale Middellandse Zeegebied, en omvat thans ondersteunende
taken: - het opleiden van de Libische kustwacht en marine; - bijdragen tot de handhaving van
het wapenembargo in volle zee voor de kust van Libië (op basis van Resolutie 2240 van de VN-
Veiligheidsraad). Voorts is, wat betreft de missie van de Europese Unie voor bijstandsverlening
inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië (EUBAM Libya) voor versterkte steun en bijstand aan
de Libische instellingen, de operationele planning volop bezig om weer vaste voet aan de grond
te krijgen in Tripoli zodra de politieke en veiligheidsomstandigheden dat toelaten.
13026/16 GYS/cg 34 DG C 1 NL
In het Midden-Oosten blijft de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden
(EUPOL COPPS) de Palestijnse autoriteiten steunen bij de institutionele opbouw van een
toekomstige Palestijnse staat op het gebied van politie en strafrecht; de missie heeft vanaf 1 juli
2016 een uitbreiding van haar huidige mandaat met één jaar gekregen, net zoals de missie van de
Europese Unie voor bijstandsverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU
BAM Rafah), die zich momenteel in Tel Aviv bevindt, met een praktische operationele capaciteit
om te kunnen zorgen voor de aanwezigheid van een derde partij bij de grensovergang bij Rafah als
onderdeel van de Overeenkomst betreffende verkeer en toegang van 2005. De missie maakt deel uit
van de vertrouwenwekkende maatregelen tussen de regering van Israël en de Palestijnse Autoriteit.
13026/16 GYS/cg 35 DG C 1 NL
In Afrika wordt vooruitgang geboekt in het beoordelen van de impact van de verschillende GVDB-
missies en -operaties ter plaatse, en de planning van het regionaliseringsconcept is aan de gang.
GVDB-operaties en -missies bestrijken een breed scala aan activiteiten en bevoegdheden; er zijn
militaire operaties op zee voor de kust van de Hoorn van Afrika (operatie ATALANTA) die met
succes piraterij bestrijden, en aan land zorgt de opleidingsmissie in Somalië (EUTM Somalia),
gevestigd in Mogadishu, voor de ontwikkeling van de capaciteit van het Somalische nationale leger.
De missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn
van Afrika (EUCAP NESTOR) (die binnenkort, in december 2016, opnieuw wordt gelanceerd
onder de naam EUCAP Somalia) is een civiele missie die er vooral op is gericht een bijdrage te
leveren tot de Somalische maritieme civiele rechtshandhavingscapaciteit om piraterij te bestrijden
en de ‘normale’ kustwachttaken, zoals controle en instandhouding van de visserij, opsporing en
redding, en de bestrijding van smokkel aan land en op zee, aan te pakken. Het GVDB neemt een
plaats in bij de inspanningen van de EU om illegale migratie bij de bron en in transitlanden in de
Sahel aan te pakken. De stabiliteit in de Sahel wordt vergroot door GVDB-missies in Mali en
Niger (EUCAP Sahel Mali, EUTM Mali, EUCAP Sahel Niger), in nauwe samenwerking met
de regeringen van de betrokken gastlanden. Het versterken van de samenwerking in de regio,
waaronder het voortbouwen op de inspanningen in het kader van het GVDB, bijvoorbeeld op het
gebied van opleiding en capaciteitsopbouw, gaat gepaard met het verstevigen van de coördinatie
tussen de GVDB-missies in de Sahel en andere EU-instrumenten, evenals projecten van lidstaten
in de regio, met name in de context van het initiatief voor capaciteitsopbouw ter ondersteuning
van veiligheid en ontwikkeling. In Centraal-Afrika eindigde in juni, na ruim tien jaar, de
adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van
de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RDC), die praktische bijstand
verleent bij de hervorming van de veiligheidssector door middel van advies en bijstand aan de
betrokken Congolese autoriteiten. In de Centraal-Afrikaanse Republiek werd de militaire GVDB-
adviesmissie van de Europese Unie in de Centraal-Afrikaanse Republiek (EUMAM RCA), een
adviserende missie die in de lente van 2015 van start ging, op 16 juli 2016 vervangen door de
militaire GVDB-opleidingsmissie van de Europese Unie in de Centraal-Afrikaanse Republiek
(EUTM RCA), waaruit blijkt dat de EU zich volop blijft inzetten voor het herstel van vrede en
stabiliteit in het land.
In Afghanistan loopt de civiele missie EUPOL Afghanistan op 31 december 2016 af. Toch zal de
EU zich blijven inzetten om de civiele veiligheidssector te helpen met financiële steun (320 miljoen
EUR per jaar, voornamelijk aan het Trustfonds voor de openbare orde in Afghanistan (Law and
Order Trust Fund Afghanistan (LOFTA), tot 2020) en met politieke en diplomatieke bijstand.
13026/16 GYS/cg 36 DG C 1 NL
HYBRIDE BEDREIGINGEN
In opdracht van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van mei 2015, is op 6 april 2016 de
gezamenlijke mededeling “Gemeenschappelijk kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen”
door de Commissie en de HV aangenomen. De gezamenlijke mededeling bevat 22 uitvoerbare
voorstellen. Ze hebben betrekking op vier hoofdgebieden:
1) de verbetering van het situationeel bewustzijn (een EU-Fusiecel voor analyse van hybride
bedreigingen is de kern van dit initiatief);
2) de opbouw van weerbaarheid en de bescherming van kritieke infrastructuur om de EU en haar
partners tegen hybride aanvallen te beschermen;
3) het reageren op en herstellen van crisissituaties;
4) een grotere samenwerking met de NAVO.
De Raad heeft de gezamenlijke mededeling goed onthaald. De voorgestelde acties zullen in de
komende maanden op gezamenlijke wijze ten uitvoer worden gebracht, met inachtneming van
de respectieve procedures en de bevoegdheden van de lidstaten, de Commissie en de hoge
vertegenwoordiger: a) de EU-Fusiecel voor analyse van hybride bedreigingen is opgericht en
heeft al een initieel operationeel vermogen; b) een lidstaat heeft een verkennende enquête
uitgevoerd en overweegt ernstig een multinationaal Europees kenniscentrum voor de bestrijding
van hybride bedreigingen op te richten, met het oog op onderzoek, opleiding en oefening;
c) overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van de leiders van de instellingen van de EU en de
NAVO, en met eerbiediging van de beginselen inclusiviteit en autonome besluitvorming van elke
organisatie, hebben de diensten de samenwerking en coördinatie met de NAVO op sleutelgebieden
als situationeel bewustzijn, cyberbeveiliging, crisispreventie en -respons, evenals strategische
communicatie opgevoerd; d) de EDEO en de Commissiediensten hebben een gemeenschappelijk
operationeel EU-protocol gepubliceerd voor de bestrijding van hybride bedreigingen om passende
waarschuwingen te richten aan de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons (IPCR) en
mechanismen voor crisisrespons; e) de EDEO en de Commissiediensten dienen in juli 2017 een
verslag voor te leggen ter beoordeling van de vooruitgang.
13026/16 GYS/cg 37 DG C 1 NL
GVDB-PARTNERSCHAPPEN
EU-partnerschappen met derde landen en regionale en internationale organisaties op het
gebied van veiligheid, defensie en crisisbeheersing worden in 2016 consequent ontwikkeld, ter
ondersteuning van de steeds groter wordende rol van de EU in de wereld op het gebied van
veiligheid en defensie, en haar operationele activiteiten op het vlak van het GVDB. Wat betreft de
samenwerking EU-NAVO, onderzoekt de EU na de Europese Raad van juni en de NAVO-top in
Warschau van juli, met inbegrip van de gezamenlijke verklaring van de leiders van de instellingen
van de EU en de NAVO, manieren om aan te tonen dat er wel degelijk een brede samenwerking
is; zij zal duidelijk maken dat het de wens van de EU-lidstaten en de landen van de NAVO is om
met het partnerschap verder te gaan (op het terrein, cyber-, maritieme en vermogensontwikkeling)
en het pad te effenen voor het verder versterken van ons partnerschap, met name op het gebied
van hybride bedreigingen en steunverlening aan onze partners in het Oosten en het Zuiden bij het
ontwikkelen van hun vermogens, in een geest van volledige openheid en met volledige eerbiediging
van de besluitvormingsautonomie en de procedures van beide organisaties, op basis van het
inclusiviteitsbeginsel en zonder afbreuk te doen aan het specifieke karakter van het veiligheids-
en defensiebeleid van een lidstaat.
De EU zal streven naar verdere versterking van de samenwerking met de VN op het gebied van
crisisbeheersing en vredeshandhaving, mede door het GVDB te gebruiken om de vredeshandhaving
door de VN aan te vullen. De EU-VN-stuurgroep zal concrete actiepunten opvolgen, met name op
het gebied van de samenwerking in de Sahel, de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Hoorn van
Afrika en Libië.
Partners uit derde landen blijven op actieve wijze de operationele activiteiten van het GVDB
steunen en houden tegelijkertijd regelmatig overleg over het GVDB en de opleidingen. Sinds
januari 2016 hebben 11 partnerlanden in totaal 350 personeelsleden en troepen bij acht GVDB-
missies en -operaties ingezet, en zijn een aantal nieuwe kaderovereenkomsten inzake deelname
gesloten.
13026/16 GYS/cg 38 DG C 1 NL
De herziening van het ENB (gezamenlijke mededeling over de herziening van het ENB,
18 november 2015, Raadsconclusies 14 december 2015) benadrukte het belang van de beveiligings-
aspecten van het werken met EU-partners. Met de implementatie van de veiligheidsdimensie van
het ENB blijft partners ondersteunen het doel, door ervoor te zorgen dat zij beter bestand zijn
tegen veiligheidsdreigingen en beter voorbereid zijn om conflicten en crises te voorkomen en aan
te pakken, en aldus voor stabiliteit te zorgen in de buurlanden van de EU. Dit stemt overeen met
de aanpak die is uiteengezet in de mondiale EU-strategie. Verscheidene andere EU-werkgebieden
(capaciteitsopbouw ter ondersteuning van veiligheid en ontwikkeling, hervorming van de
veiligheidssector, samenwerking bij de bestrijding van hybride bedreigingen en op het gebied van
maritieme veiligheid) hebben het potentieel om verdere EU-partnerschappen inzake het GVDB
te bevorderen, in het kader van een alomvattende benadering samen met andere middelen en
instrumenten.
Wat betreft mensenrechten en gendergelijkheid in het GVDB, een van onze prioriteiten, blijft
de nadruk liggen op de ontwikkeling en uitvoering van de basisstudie over de integratie van
mensenrechten en gendergelijkheid in het GVDB (conclusies van de Raad, 18 mei 2015). De
studie is een voortgangsverslag over onze inspanningen om mensenrechten en gendergelijkheid een
integrerend deel van het GVDB te laten uitmaken. Voorts zal er in lijn met het nieuwe EU-actieplan
inzake mensenrechten en democratie het nodige gedaan worden ter uitvoering van de gedrags- en
tuchtcode voor personeel bij GVDB-missies en -operaties.
DEFENSIEVERMOGENS/SAMENWERKING OP DEFENSIEGEBIED
Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van december 2013 en juni 2015 zal de EU
een ruimere Europese samenwerking op het gebied van defensie blijven aanmoedigen en faciliteren
om ervoor te zorgen dat Europa belangrijke militaire vermogens ter beschikking heeft. Zoals
aangestipt in de mondiale EU-strategie moeten de Europeanen in staat zijn om Europa te
beschermen, te reageren op externe crisissituaties, en onze partners te helpen bij de ontwikkeling
van capaciteit op het gebied van veiligheid en defensie, waarbij deze taken in samenwerking met
anderen moeten worden uitgevoerd.
13026/16 GYS/cg 39 DG C 1 NL
De vermogensontwikkeling van de EU moet zich vooral richten op kritische facilitators en
tekortkomingen, met de nadruk op samenwerkingsprojecten, met behulp van de steun van het
Europees Defensieagentschap. Er zal verder worden gewerkt aan de consolidering van de vier grote
Europese programma’s die in 2013 door de Europese Raad zijn goedgekeurd (bijtanken in de lucht;
systeem van op afstand bestuurde luchtvaartuigen; satellietcommunicatie voor overheidsgebruik; en
cyber), en aan nieuwe projecten. In het belang van de bruikbaarheid moet vermogensontwikkeling
worden toegespitst op de werkelijke productie, d.w.z. vermogens die lidstaten bereid zijn te
verwerven met het oog op mogelijke inzetoperaties.
Tegelijkertijd dienen de inspanningen ter bevordering van een meer systematische Europese
samenwerking op defensiegebied op langere termijn te worden voortgezet. Er wordt verdere
vooruitgang verwacht, voornamelijk door de werkzaamheden van het EDA (waaronder de
uitvoering van het specifiek beleidskader met het oog op een volledig uitvoeringsverslag in 2017
en de verbetering van het vermogensontwikkelingsproces van de EU) en het initiatief van de
Commissie inzake het ontwikkelen van een Europees defensieactieplan (EDAP). Deze initiatieven
zullen de EU helpen een antwoord te bieden op de verschillende uitdagingen in de mondiale EU-
strategie en tegemoet te komen aan de overeenkomstige behoeften en prioriteiten op het gebied
van defensievermogens.
Met name zou het EDAP dat in 2016 wordt aangenomen, moeten helpen bij het stimuleren van
defensieonderzoek en -technologie om de industriële en technologische basis van de Europese
defensie te versterken en de vermogens van morgen voor te bereiden. In dat verband zal de
voorbereidende actie inzake defensieonderzoek, waardoor het pad naar een mogelijk door de EU
gefinancierd specifiek programma wordt geëffend, hierbij een kernelement zijn; andere beoogde
gebieden zijn met name industrieel beleid/interne markt, voorzieningszekerheid en stimulerings-
maatregelen.
Tot slot zullen de werkzaamheden met de NAVO worden voortgezet, gericht op behoud van de
coherentie in de ontwikkeling van militaire vermogens als eisen elkaar overlappen, en op vergroting
van de complementariteit op dit vlak. De EU en de NAVO moeten nauw met elkaar optrekken in
samenwerkingsprojecten en werkprocessen.
13026/16 GYS/cg 40 DG C 1 NL
INTERNATIONALE VEILIGHEID
De EU zal de externe dimensie van het Europees veiligheidsbeleid verder uitbouwen en zich blijven
inspannen voor een grotere samenhang tussen enerzijds het interne en anderzijds het externe
veiligheidsbeleid van de Unie. Er is een aantal strategische documenten met gevolgen voor het
veiligheidsbeleid aangenomen, zoals de gezamenlijke mededeling over "Elementen voor een EU-
breed strategisch kader voor de hervorming van de veiligheidssector (SSR)", alsmede die over een
"Gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen". Deze zullen worden uitgevoerd
teneinde de instrumenten voor het externe optreden van de EU beter op elkaar te doen aansluiten en
doeltreffender te maken. Hiertoe zal de EU tevens de samenwerking met partnerlanden op het vlak
van capaciteitsopbouw ter ondersteuning van veiligheid en ontwikkeling, verder opvoeren. Naar
verwachting worden tegen eind 2016 het (EDAP) en de "Ruimtevaartstrategie"goedgekeurd. Met
de evaluatie van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en met de voorbereidingen voor de
tussentijdse evaluatie van het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (IcSP) ontstaan er
mogelijkheden om veiligheidsbeleid- en conflictpreventieprioriteiten verder te integreren. Er wordt
gewerkt aan vergroting van de cyberweerbaarheid van GVDB-missies en aan versterking van de
cyberdiplomatie van de EU. Er wordt ingezet op maritiem multilateralisme en uitbreiding van de
marinecapaciteiten ten behoeve van veiligheid en defensie. Het EU-systeem voor vroegtijdige
waarschuwing bij conflicten wordt in 2016 tweemaal geactiveerd en de resultaten zullen worden
aangewend bij het vaststellen van prioriteiten voor vroeg preventief optreden. Gezamenlijke
conflict- en crisisanalyse zal als onderdeel van een alomvattende aanpak behulpzaam zijn bij de
formulering en evaluatie van de strategische aanpak door de EU van conflictsituaties en kwetsbare
situaties. Door dit instrument in te richten en te bevorderen, blijven de diensten van de Commissie
en de EDEO uitvoering geven aan de beleidslijn van de EU dat nieuwe en bestaande crisissituaties
altijd in eerste instantie via bemiddeling moeten worden uitgeklaard. Wat dit betreft blijft de Unie
specifieke vredesprocessen, zoals in Libië en Syrië, en de nasleep ervan, zoals in Colombia en
Myanmar/Birma, ondersteunen.
13026/16 GYS/cg 41 DG C 1 NL
De EU handhaaft haar beleid ter versterking van de wereldwijde ontwapeningsarchitectuur en van de multilaterale regelingen inzake non-proliferatie. Hiertoe worden onder meer de diplomatieke inspanningen voor een massavernietigingswapensvrije zone in het Midden-Oosten voortgezet. De bedreiging die uitgaat van illegale handvuurwapens en lichte wapens, zal verder worden aangepakt middels internationale samenwerking en ondersteuning van concrete projecten in derde landen. Belangrijke prioriteiten voor de tweede helft van 2016 betreffen de voorbereiding van de conferentie ter evaluatie van het Verdrag inzake biologische en toxinewapens en de algehele doorlichting van Resolutie 1540(2004) van de VN-Veiligheidsraad. De EU en haar lidstaten ijveren al jaren voor het Conventionelewapensverdrag en zien uit naar de vijfde toetsingsconferentie in december 2016, die een nieuw elan moet geven aan dit belangrijke instrument. Voorts zal de EU internationale inspanningen ter verbetering van de veiligheid in de ruimte ondersteunen.
De EU zal met behulp van multilaterale samenwerking, politieke dialoog en concrete steun aan derde landen de bestrijding van het internationale terrorisme opvoeren. Bij die werkzaamheden zal zorg worden gedragen voor de noodzakelijke samenhang tussen intern en extern beleid. De EU steunt het VN-actieplan ter voorkoming van gewelddadig extremisme dat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties begin 2016 heeft uitgebracht, en steunt de inspanningen om bestrijding van gewelddadig extremisme te integreren in terrorismebestrijding en aanverwante activiteiten, onder meer qua strategische communicatie, radicalisering en buitenlandse terroristische strijders. Overeenkomstig de conclusies van de Raad en de verklaring van de leden van de Europese Raad van februari 2015, blijven de inspanningen met name gericht op de onmiddellijke omgeving van Europa, te weten de landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA), Turkije en de Westelijke Balkan, evenwel zonder daarbij de rest van de Arabische wereld, de Sahel en de Hoorn van Afrika, alsmede Centraal- en Zuidoost-Azië uit het oog te verliezen. De belangrijkste concrete acties hiertoe zijn: het in stand houden van een nauwe dialoog met prioritaire landen via bilaterale politieke dialogen inzake terrorismebestrijding; het afronden van actieplannen ter bestrijding van terrorisme met deze landen - met name met Libanon, Jordanië, Tunesië en Turkije - en op basis daarvan het intensiveren van de EU-steun via concrete projecten; het uitbreiden van het deskundigennetwerk van de EU inzake terrorismebestrijding naar de Sahel en de Westelijke Balkan; het beleggen van seminars op hoog niveau over de bestrijding van gewelddadig extremisme/jongeren; en tot slot het specifiek richten van preventief optreden op prioriteiten op het vlak van preventie van conflicten en gewelddadig extremisme, zoals die voortvloeien uit het EU-systeem voor vroegtijdige waarschuwing.
De EDEO zal de hoge vertegenwoordiger blijven ondersteunen bij het waarborgen dat de uitvoering van het gezamenlijk alomvattend actieplan (JCPOA) ervoor zal zorgen dat het nucleaire programma van Iran louter voor vreedzame doeleinden wordt aangewend.
13026/16 GYS/cg 42 DG C 1 NL
De hoge vertegenwoordiger zal nieuwe of gewijzigde beperkende maatregelen, waaronder
autonome maatregelen, blijven voorstellen naargelang de internationale ontwikkelingen op politiek
en veiligheidsgebied en als onderdeel van het GBVB van de EU. De belangrijkste speerpunten zijn
terrorismebestrijding, Rusland/Oekraïne, Syrië, de Democratische Volksrepubliek Korea en Libië.
De hoge vertegenwoordiger zal tevens de benodigde voorstellen voor GBVB-besluiten indienen en
tezamen met de Commissie de benodigde verordeningen voorstellen voor een zo spoedig mogelijke
omzetting van VN-maatregelen, dit ten behoeve van een uniforme toepassing daarvan in de
lidstaten van de EU.
MONDIALE VRAAGSTUKKEN
De uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling biedt een gelegenheid om de
samenhang tussen veiligheid en ontwikkeling te versterken. De duurzame-ontwikkelings-
doelstellingen zijn een kans om de cohesie tussen de interne en de externe dimensie van het
EU-beleid te bevorderen.
MENSENRECHTEN
Door een ongekende migratiecrisis, voortslepende conflicten in een aantal landen - waaronder in
de onmiddellijke nabijheid van de EU - alsmede door toenemende intimidatie van en aanvallen op
mensenrechtenverdedigers en het maatschappelijk middenveld, blijft 2016 voor de Europese Unie
een jaar van buitengewone mensenrechtenuitdagingen. Deze problemen vergen resolute
inspanningen van de EU om mensenrechtenstandaarden en het beginsel non-discriminatie hoog
te houden, burgers te beschermen, de rechten van vrouwen en meisjes te bevorderen en te
beschermen, en mensenrechtenverdedigers te steunen en daarbij het maatschappelijk middenveld
te versterken. Om bekendheid te geven aan de mensenrechtenproblematiek in de wereld en
desbetreffende prioriteiten aan de orde te stellen in het buitenlands beleid van de EU, heeft de
HV in maart 2016 het “ #EU4HumanRights”-initiatief gelanceerd, waarbij de EU-instellingen en
de EU-lidstaten effectief betrokken zijn. In juni 2016 werd in Raadsconclusies opnieuw uiting
gegeven aan de krachtige steun van de EU voor de leidende VN-beginselen voor het bedrijfsleven
en de mensenrechten en werd het waardevolle werk van de VN-Werkgroep bedrijfsleven en
mensenrechten volledig ondersteund.
13026/16 GYS/cg 43 DG C 1 NL
In juli 2015 keurden de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU het nieuwe EU-actieplan
inzake mensenrechten en democratie goed met daarin de prioriteiten van de EU voor de volgende
vijf jaar. Dit actieplan waarborgt verdere uitvoering van het strategisch kader voor mensenrechten
en democratie uit 2012 en vormt de leidraad voor de activiteiten van de EU op het vlak van
mensenrechten in 2016 en daarna. Het actieplan streeft naar een betere aanpak van problemen
door middel van gerichte acties en de systematische en gecoördineerde aanwending van alle EU-
instrumenten, met name richtsnoeren, instrumentaria en andere overeengekomen standpunten en de
diverse externefinancieringsinstrumenten van de EU, meer bepaald het Europees instrument voor de
democratie en de mensenrechten (EIDHR).
Op multilateraal niveau blijft de EU een krachtig pleitbezorger van de universele bevordering
en bescherming van de mensenrechten, met name via de Derde Commissie van de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties en de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. De EU
zal in 2016 haar thematische prioriteiten voor het voetlicht blijven brengen, door middel van
resoluties met betrekking tot een moratorium op de doodstraf, de rechten van het kind en de vrijheid
van godsdienst en levensovertuiging tijdens de Algemene Vergadering van de VN in de herfst van
2016, en door middel van landgerichte resoluties. De EU was een belangrijke pleitbezorger voor
een mensenrechtengerichte insteek voor de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen die in september
2015 zijn vastgesteld in de vorm van de Agenda 2030. Agenda 2030 is inmiddels operationeel en de
EU zal ook in 2016 achter de mensenrechtengerichte insteek voor de duurzame-
ontwikkelingsdoelstellingen blijven staan.
De EU zal er bij partnerregeringen consequent op blijven aandringen dat zij het beginsel van
vrijheid van vereniging eerbiedigen en dat zij mensenrechtenactivisten beschermen, onder meer
in publieke verklaringen. Diplomaten van de EU en de lidstaten zullen waar nodig toezicht blijven
houden op rechtszaken en gedetineerde activisten in tientallen landen blijven bezoeken.
Ook in 2016 zal de EU de ruimte voor het maatschappelijk middenveld alsmede mensenrechten-
activisten als kernprioriteit blijven steunen. De EU zal resoluties in de VN-Mensenrechtenraad en
de Algemene Vergadering van de VN over de ruimte voor het maatschappelijk middenveld en
over mensenrechtenactivisten blijven steunen en zal haar financiële instrumenten blijven inzetten,
waaronder het EIDHR-noodfonds voor mensenrechtenverdedigers die gevaar lopen. Het nieuwe,
uit het EIDHR gefinancierde EU-mechanisme voor mensenrechtenverdedigers met de naam
"ProtectDefenders.eu" ging in de herfst van 2015 van start en zal in 2016 naar verwachting een
belangrijke bijdrage leveren.
13026/16 GYS/cg 44 DG C 1 NL
Het in november 2015 door de Raad aangenomen EU-beleidskader inzake steun aan overgangs-
justitie zal verder worden uitgevoerd om de consistentie van het EU-optreden op dit vlak te
vergroten en het personeel van de EU en de EU-lidstaten de nodige richtsnoeren te bieden. In dit
verband bevestigt de EU haar krachtig beleid ter ondersteuning van het Internationaal Strafhof.
De bescherming, de vervulling en de uitoefening van mensenrechten voor vrouwen en meisjes en de
strijd tegen gendergerelateerd geweld bleven hoog op de agenda van de EU staan. Na de evaluatie
op hoog niveau van de mondiale agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid in 2015 zal de EU
zich in 2016 onder meer richten op verhoging van de inspanningen om de bijdrage van vrouwen aan
conflictpreventie en -oplossing te vergroten, alsmede op het voorkomen en aanpakken van seksueel
en gendergerelateerd geweld bij conflicten, en op het aanpakken van de genderdimensie bij de
bestrijding van opkomende dreigingen, zoals terrorisme en gewelddadig extremisme.
MIGRATIE
Migratie blijft een integraal onderdeel van het algehele buitenlands beleid van de EU, met
meer werk dat moet worden verricht op grond van de gehechtheid aan een alomvattende en uit
geografisch oogpunt evenwichtige aanpak op basis van de Europese migratieagenda. De uitvoering
van de gezamenlijke verklaring met Turkije zal worden voortgezet en de EU zal de Westelijke
Balkanlanden ondersteunen. De migratiestromen langs de route door het centrale Middellandse
Zeegebied moeten worden beperkt, om aldus levens te redden en het bedrijfsmodel van
mensensmokkelaars te doorbreken. De EU zal blijven samenwerken met een aantal belangrijke
partnerlanden in Afrika en Azië. Tegelijkertijd blijft de EU bijstand en steun bieden aan de EU-
lidstaten in de voorste linie om controle van de buitengrenzen te garanderen en ongecontroleerde
migratiestromen te voorkomen. De EU zal met derde partners samenwerken voor de uitvoering
van de aanpak van het partnerschapskader met het oog op een beter migratiebeheer, een afname
van de irregulieremigratiestromen en meer terugkeer. Onze aanpak is erop gericht de onderliggende
oorzaken van irreguliere migratie en gedwongen verplaatsing aan te pakken, door sterke
partnerschappen op te bouwen met landen van herkomst en van doorreis en met derde landen van
ontvangst, waarbij bestaande beleidslijnen, processen en programma’s ten volle worden benut.
13026/16 GYS/cg 45 DG C 1 NL
De EU herinnert eraan dat de controles aan de EU-buitengrenzen moeten worden versterkt om te
voldoen aan de doelstellingen inzake migratie en veiligheid, overeenkomstig de conclusies van de
Europese Raad van oktober 2015 en juni 2016.
De EU onderkent ook de bijzondere kenmerken van zeegrenzen overeenkomstig de conclusies van
de Europese Raad van februari 2016.
De dialogen op hoog niveau met landen van herkomst en doorreis zijn een belangrijk
instrument, gericht op verdere verankering in de bredere politieke dialogen van coherente en brede
samenwerking op het vlak van migratie, daaronder begrepen terugkeer/overname en veiligheids-
aspecten. De dialogen worden nu uitgebreid en verdiept met behulp van sterkere partnerschappen
met onder meer cruciale landen van oorsprong en doorreis, zoals die zijn uiteengezet in de
Commissiemededeling over een nieuw partnerschapskader van 7 juni 2016, en in overeenstemming
met de conclusies van de Europese Raad van juni 2016, naast de ontwikkeling van bredere
regionale samenwerking in het kader van instrumenten, waaronder het proces van Rabat en
van Khartoem, het proces van Praag en het proces van Boedapest/zijderoutepartnerschap. Deze
inspanningen zullen worden ondersteund door een strategischere aanwending van middelen uit het
Europees noodtrustfonds voor Afrika en de opstelling van een ambitieus extern investeringsplan
voor het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie, terwijl eveneens wordt
bijgedragen tot de verwezenlijking van andere ontwikkelingsdoelstellingen.
Op soortgelijke wijze zal de EU bij de uitvoering van het actieplan van Valletta (goedgekeurd op
de top van 11 en 12 november 2015) werken aan alle vijf pijlers - o.a. terugkeer, overname en
herintegratie - en de veiligheidsaspecten daarbij niet uit het oog verliezen. De EU zal ook zorgen
voor een passende follow-up van de kernacties als uiteengezet in de verklaring van de conferentie
op hoog niveau over het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkanroute
(8 oktober 2015).
De EU zal met haar zuidelijke partners in Noord-Afrika, de Sahel en de Hoorn van Afrika
blijven samenwerken teneinde het bedrijfsmodel van smokkelaars te ontwrichten en de
grensbeheercapaciteit onder meer via GVDB-missies en -operaties te vergroten.
13026/16 GYS/cg 46 DG C 1 NL
De AVVN-top over de aanpak van grootschalige bewegingen van vluchtelingen en migranten van
september 2016 heeft aangetoond dat dit geen Europees probleem is, maar een grote wereldwijde
uitdaging; er moeten harde toezeggingen komen van de internationale gemeenschap, zodat de idee
dat het oplossen van het huidige vraagstuk een wereldwijde verantwoordelijkheid is, dieper ingang
vindt. De follow-up van de top en de ontwikkeling van de twee compacts zal van cruciaal belang
zijn.
De EU zal uiterst alert blijven op mogelijke nieuwe routes voor irreguliere migratie, en zal
maatregelen nemen die in dat verband nodig zouden zijn. Mochten er na het de facto afsluiten van
de Westelijke Balkanroute plots alternatieve routes opkomen, dan zal dat tot snelle heroriëntatie
van het EU-optreden leiden.
De EU blijft vasthouden aan haar standpunt dat moet worden gezorgd voor de veiligheid en
mensenrechtenbescherming van alle migranten en vluchtelingen, en dan met name het groeiend
aantal vrouwelijke en minderjarige migranten. Binnen elke actiepijler van de in mei door de
Commissie aangenomen Europese migratieagenda is naleving van de mensenrechten prioriteit
nummer één. De Afrikaanse en Europese leiders onderstreepten op de top van Valletta het belang
van bescherming van de mensenrechten van migranten. Ook op de conferentie op hoog niveau
over de route via het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan werd duidelijk
uitgesproken dat de waardigheid van migranten en vluchtelingen moet worden gewaarborgd. De EU
neemt in 2016 verdere stappen om vluchtelingen en migranten in naburige landen te beschermen,
om gastgemeenschappen te steunen, alsmede om ervoor te zorgen dat haar extern optreden op het
vlak van migratie overeenstemt met het internationaal mensenrechten- en vluchtelingenrecht,
waaronder het beginsel van non-refoulement. Dit zal verder worden opgevoerd bij de uitvoering
van het nieuwe partnerschapskader onder leiding van de HV/VV.
VERKIEZINGSWAARNEMING EN BEVORDERING VAN DE DEMOCRATIE
De democratie staat wereldwijd onder druk en de ruimte voor het maatschappelijk middenveld
neemt af. De EU heeft een belangrijke rol te vervullen bij de bevordering en ondersteuning van
instellingen, organisaties en actoren die in steeds repressievere omgevingen moeten werken.
13026/16 GYS/cg 47 DG C 1 NL
De EU speelt tegenwoordig een cruciale rol bij het ondersteunen van de democratie, deels dankzij de geloofwaardigheid van haar verkiezingswaarnemingsmissies die overeenkomstig de verklaring inzake de beginselen voor internationale verkiezingswaarneming hoge normen in het vaandel voeren wat betreft integriteit en onafhankelijkheid. De EU heeft zich tegen de achtergrond van het actieplan inzake mensenrechten en democratie van 2015 opnieuw aan deze verklaring inzake de beginselen voor internationale verkiezingswaarneming gecommitteerd.
De aanbevelingen van de EU-verkiezingswaarnemingsmissies zijn essentieel om samen met alle gesprekspartners toekomstige verkiezingsprocessen te verbeteren. Voorts heeft de EU zich meer ingespannen voor een grondige follow-up van de aanbevelingen van zowel de EU-verkiezings-waarnemingsmissies als de verkiezingswaarnemingsmissies van de OVSE/ODIHR. Die aanbevelingen worden thans stelselmatig aan de orde gesteld in de politieke dialogen met de partnerlanden en zijn medebepalend voor de vorm waarin de EU verkiezingen ondersteunt. In het nieuwe actieplan van de EU voor mensenrechten en democratie wordt voorts benadrukt dat de beste praktijken geconsolideerd moeten worden om te zorgen voor een doeltreffende follow-up van de EU-verkiezingswaarnemingsmissies.
De EU heeft in februari haar proefproject democratie-ondersteuning ter verbetering van de samenhang van haar werkzaamheden op het gebied van de democratie, afgerond. Een aantal EU-delegaties heeft samen met de lidstaten ter plaatse de gezamenlijke analyse van democratische uitdagingen in hun partnerlanden op een hoger plan gebracht, waarbij zij aandachtsgebieden uiteenzetten waarop met op maat gesneden oplossingen en op doeltreffende wijze samen met het partnerland aan democratische hervormingen kan worden gewerkt. In 2016 volgen de actieplannen inzake democratie.
Uit het proefproject is gebleken dat de EU haar steun voor de democratische instellingen moet uitbreiden door zich op de interactie tussen overheidsinstellingen en burgers te richten, wetgevers te steunen, de band tussen politieke partijen en burgers te versterken en de lokale democratie te ondersteunen, alsmede door contact te zoeken met de traditionele actoren die een rol spelen bij het versterken van de democratie. Het project heeft ook stimulansen gegeven voor grotere synergie tussen democratie-analyse, landenstrategieën inzake mensenrechten en routekaarten voor samenwerking met het maatschappelijk middenveld. Het EU-actieplan inzake democratie en mensenrechten houdt voor de EU de verplichting in meer te doen qua ondersteuning van meerpartijenstelsels, politieke partijen en parlementen - met als doel meer politieke ruimte te creëren - en qua versterking van de band tussen de verkiezingswaarnemingsmissies en de bredere agenda ter ondersteuning van de democratie. Een systematischere opvolging van de aanbevelingen van de verkiezingswaarnemingsmissies, mede door steun aan verkiezingen, draagt bij tot de verwezenlijking van deze doelstelling.
13026/16 GYS/cg 48 DG C 1 NL
De rechtstreekse steun van het EFD (Europees Fonds voor Democratie) aan doelgroepen wordt
gefinancierd via aanvullende middelen uit vrijwillige bijdragen van de lidstaten en andere
belanghebbenden, zoals particuliere stichtingen en dergelijke. In juni 2015 besloot de Commissie
tot een nieuwe bijdrage van 12 miljoen EUR voor de operationele kosten van het EFD voor de
periode 2015-2018.
ANDERE AANDACHTSGEBIEDEN
Klimaatdiplomatie
De Europese klimaatdiplomatie was een cruciale wegbereider voor de ambitieuze mondiale
klimaatovereenkomst die tot stand is gekomen op de CoP 21 te Parijs. Deze positieve bereidheid
tot wereldwijde klimaatactie vindt zijn rechtstreekse weerspiegeling in het Europese actieplan voor
klimaatdiplomatie dat de Raad Buitenlandse Zaken op 15 februari 2016 heeft goedgekeurd.
De EU zal de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs blijven steunen en zal samenwerken met
andere landen om hen te steunen bij het volledig uitvoeren van de emissiereductietoezeggingen
die zij deden in het kader van hun voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen. Er zullen
inspanningen worden blijven geleverd om de samenhang tussen klimaatverandering, natuurlijke
hulpbronnen (waaronder water), welvaart, stabiliteit en migratie aan te pakken. De EU zal, samen
met sommige van de partnerlanden, verder zoeken naar een oplossing voor de destabiliserende
effecten van klimaatverandering, onder meer via klimaatrisicobeoordelingen en steun voor
capaciteitsopbouw.
13026/16 GYS/cg 49 DG C 1 NL
Energiediplomatie
Naar aanleiding van de in juli 2015 aangenomen conclusies van de Raad over energiediplomatie,
met het EU-actieplan voor energiediplomatie, werden overwegingen rond de externe dimensie van
energiediplomatie op ruimere schaal opgenomen in activiteiten van de EU. Energiepartnerschappen
en -dialogen moeten blijven stroken met de desbetreffende doelstellingen op het vlak van
buitenlands en extern beleid – waaronder klimaatdoelstellingen – en moeten bevorderlijk zijn voor
diversificatie van bronnen, leveranciers en routes, veilige en duurzame koolstofarme technologieën
en technologieën voor energie-efficiëntie, onder andere met het oog op kansen voor bedrijven in
de EU. In voorkomend geval moeten in de energiedialogen de wereldwijde en regionale
ontwikkelingen inzake energiezekerheid kunnen worden besproken, en moet er waar mogelijk
rekening worden gehouden met bijzondere kenmerken en bestaande engagementen ter zake van
de EU-lidstaten. Zij moeten er ook voor zorgen dat de soevereiniteit en de soevereine rechten van
de lidstaten inzake exploratie en ontwikkeling van hun natuurlijke bronnen worden gewaarborgd.
De EU blijft zich ten volle inzetten voor bevordering en voortdurende verbetering van de striktste
normen voor nucleaire veiligheid in derde landen.
Waardengestuurd beleid
Op 28 januari 2016 heeft de EU haar eerste verslag uitgebracht over de effecten van het “stelsel
van algemene preferenties” (SAP), met onder meer een uitzetting van de effecten van SAP+ op
kwetsbare lagere- en middeninkomenslanden. SAP+ stoelt op het integrale concept van duurzame
ontwikkeling. De betrokken landen betalen met dit systeem geen importheffingen bij de uitvoer van
een reeks producten naar de EU. In ruil daarvoor moeten zij 27 essentiële internationale verdragen
hebben geratificeerd - waaronder VN-conventies over mensenrechten en de conventies van de
Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) inzake arbeidsrechten - en moeten zij toezeggen hun
medewerking te zullen verlenen aan het toezicht op de uitvoering daarvan. Alle 14 geëvalueerde
landen die begunstigden zijn van SAP+, hebben zich aanzienlijke inspanningen getroost en ware
politieke en institutionele inzet getoond, maar toch is er meer nodig. Het op gezette tijden
monitoren van en dialogeren met de huidige begunstigde landen (Armenië, Bolivia, Kaapverdië,
Georgië, Kirgizië, Mongolië, Pakistan, Paraguay en de Filipijnen) wordt voortgezet. Het volgende
tweejaarlijkse verslag over de effecten van het SAP zal betrekking hebben op de periode 2016-
2017.
13026/16 GYS/cg 50 DG C 1 NL
Conflictmineralen
De EU is actief bezig met de voorbereidingen van de volgende - en mogelijk uitgebreidere - stappen
voor het financieren van een aantal projecten ter ondersteuning van het verantwoord betrekken van
mineralen uit conflict- en hoogrisicogebieden. Bij de verdere werkzaamheden zal rekening worden
gehouden met de ervaringen uit de lopende EU-programma’s - momenteel in het kader van het
instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede - met betrekking tot de campagne van de OESO
over “conflictmineralen” (EU-bijdrage van 1 miljoen EUR voor 2014-2015) en de internationale
conferentie over het gebied van de Grote Meren/regionaal initiatief inzake natuurlijke hulpbronnen
(EU-bijdrage van 3 miljoen EUR voor 2014-2016).
Europese economische diplomatie
Het doel van economische diplomatie is te helpen zorgen voor welvarende EU-economieën in
de wereldwijde context. De economische diplomatie creëert stimuli voor handel, samenwerking
en investeringen in de wereldwijde context door optimaal gebruik te maken van elementen van
regelgevende, politieke, commerciële, financiële of culturele aard, daarbij inzettend op Europa’s
sterke kanten en leiderschap, dit alles vergezeld van doeltreffende samenwerking tussen EU-actoren
en onder verbetering van de samenhang en de doeltreffendheid van het externe optreden van de EU
op economisch gebied.
De werkzaamheden aan een waarlijk geïntegreerde en doeltreffende EU-agenda voor economische
diplomatie zijn met navolgende bouwstenen voortgezet: 1) verbeterde coördinatie en samenhang
van EU-beleid; 2) beter gestructureerde betrekkingen met EU-lidstaten en het Europese bedrijfs-
leven; 3) een grotere rol voor de Europese Investeringsbank, zowel qua internationalisering van het
midden- en kleinbedrijf als qua verstrekking van garanties aan investeerders in riskante gebieden;
en 4) een grotere rol voor de EU-delegaties.
13026/16 GYS/cg 51 DG C 1 NL
VOORUITBLIK OP 2017
De werkzaamheden inzake de uitvoering van de mondiale EU-strategie zullen nog vele jaren
het kader vormen voor de externe betrekkingen van de EU, het GBVB incluis. Met uitvoering
van de strategie op elk beleidsvlak zal de Europese Unie uitdagingen en crises doeltreffender en
eendrachtiger het hoofd kunnen bieden. In 2016 is begonnen met de follow-up van initiatieven voor
een geloofwaardiger, responsiever en eendrachtiger extern EU-beleid, met name op het vlak van het
opbouwen van weerbaarheid en op dat van een geïntegreerde aanpak van conflicten en crisissen,
veiligheid en defensie. In 2017 en daarna zal verder worden gewerkt aan versterking van de
koppeling tussen interne en externe beleidsmaatregelen, met aandacht voor migratie en
terrorismebestrijding.