Post on 26-Feb-2019
Over pijn en moeheidOver pijn en moeheiden de dingen die maar niet voorbij gaan
Rinie Geenen, Universiteit Utrecht
NBMF, 7 december 2012
Over pijn en moeheid…
1. Pijn bij artrose
2. Effect interventies fibromyalgie
Inhoud
3. Moeheid bij reuma
NBMF
Definitie
Pijn
Pijn is een
onaangename
zintuiglijke en
emotionele ervaring emotionele ervaring
(IASP).
Fysiologie
Pijn
4. Beleving
5. Controle
6. Connecties
1. Gewaarwording
2. Overbrenging
3. Waarneming
Geenen & Bijlsma Ann NY Acad Sci 2010; 1193:98-110
Pijn en het brein
Pijn
ZONDERBREIN GEEN
PIJN
Zes argumenten
om in geval van
pijn bij artrose niet
alleen perifeer PIJNalleen perifeer
maar ook centraal
te kijken.
Argument 1
Pijn
“Individuele verschillen in pijn zijn nauwelijks te verklaren uit
6
7
Pijn
8
9
10
verklaren uit individuele verschillen in schade”
1 2 3 4 5 6 7
1
2
3
4
5
6
Schade
Pijn
8 9 10
Argument 2
Pijn Hoeveelheid
grijze stof (mm3)
700.000
650.000
600.000Gezond
Pijn is zelfs te zien in de hardware van het
30 40 50 60
Leeftijd
600.000
550.000
Pijn
van het brein.
Argument 2
Pijn
Dierstudies
Boyke 2008
Draganski 2004
Colombe 2006
(ouderen)
De Lange 2008
(CGT bij CVS)
Rodriguez-Raecke 2009
Argument 3
Pijn
Er is bij artrose
sprake van
verhoogde
pijngevoeligheid
60
50
40
Sensitisatie
pijngevoeligheid
(sensitisering):
prikkels op niet
beschadigde
plekken: drukpijn,
hitte etc.
30
20
10
02 4 6 8 10 12 14
GezondNMDA geblokkeerd
Argument 4
Pijn
“In prospectief
onderzoek lijken
psychologische
variabelen een
toename van pijn te toename van pijn te
kunnen opwekken”
Wise et al. Osteoarthrtis Cartilage 2010;18:883-7
Argument 5
Pijn
Artrosepijn heeft
relatief veel invloed
op het mediale
(emotionele) (emotionele)
pijnsysteem.
Kulkarni et al. Arthritis Rheum 2007;56:1345
“The Strain in Pain Lies Mainly in the Brain”
(Sean Mackey, 2004)
Argument 6
Pijn
Pijn (en het brein) zijn te beïnvloeden met
psychologische manipulaties: beweging, emoties,
sociale afwijzing, breinbiofeedback…
Naomi Eisenberger
Argument 6
Pijn
Pijn en het brein zijn
te beïnvloeden met
psychologische
manipulaties: CCA CCA
manipulaties:
beweging, emoties,
sociale afwijzing,
breinbiofeedback…
CCA = Cingularis Cortex Anterior
CCA
Pijn
CCA
Pijn
Conclusies
Pijn
Inzicht in perifere processen bij (artrose) pijn is belangrijk.
Pijn is een ervaring met veel dimensies.
Het brein registreert, beleeft en controleert pijn. Het brein registreert, beleeft en controleert pijn.
Het brein wordt beïnvloed door psychologische processen.
Een subgroep van patiënten is gesensitiseerd.
Bij een multidimensionele visie op pijn past een
multidimensionele therapeutische visie.
Over pijn en moeheid en de dingen die maar niet voorbij gaan
Take home message
Pijn
WAAR VOELT U DE PIJN?
IN MIJN BREIN
Over pijn en moeheid en dingen …
IN MIJN BREIN
.8
1.0
1.2Effect-size
Large
Gabapentine en pregabaline
Fibromyalgie
.4
.6
Quality
of life
Pain
.2
Depression Fatigue
Small
Moderate
BewegingsinterventiesFibromyalgie
.8
1.0
1.2
Groot
Grootte van verbetering
.4
.6
.2Klein
Matig
Lichamelijk
functioneren
Wel-
bevinden
Pijn Druk-
punten
Busch et al. Cochrane Database Syst Rev. 2007
Cognitieve gedragstherapie en beweging
Fibromyalgie
1.2
1.0
.8
Grootte van
verbetering
Groot
0
.8
.6
.4
.2
Pijn Moeheid Activiteiten Negatieve
stemming
Angst Invloed
van ziekteFiets-
Test
Loop-
test
Klein
Matig
Groot
behandeling
controle
Van Koulil et al. Arthritis Care Res2010; 62:1377-85; Ann Rheum Dis 2011;70:2131-3
KenmerkenMoe
Moeheid is een symptoom (meerdere oorzaken).
Moeheid is een subjectief (lichaams)gevoel.
Moeheid is een toestand tussen moe en uitgeput.
Moeheid is af te leiden uit communicatie
Moeheid is een toestand tussen moe en uitgeput.
Moeheid is grotendeels onzichtbaar.
Dit zijn allemaal redenen waarom
moeheid moeilijk is begrijpen.
1033
Vitaal
Moe
ZiekteprocesMoe
���� moeheid
Algemene bevolking (n=179) Reumatoïde artritis (n=171)
Ziekte van Bechterew (n=152) Lupus, Sjögren, Sclerodermie (n=113)
4739
Kool et al. Psychorheumatology research unit Utrecht
Fatigue during the dayPrevalence
1.5
2.0
2.5
3.0
Reumatoïde artritis
SLE
Syndroom van Sjögren
Moeheid (0 –4)
n.s.
p < .001
Van Oers et al. Clin Exp Rheumatol 2010; 28:715-21.
0.0
0.5
1.0
10:00 12:00 14:30 17:00 19:30
Tijdstip van de dag
Algemene bevolking
Moeheid (0
p < .001
Vitaliteit (SF-36)
80
85
90
Etanercept
Moe
Cytokine-infusies
Kanker
Hepatitis
Cytokine-blokkade
Syndroom van Sjögren’s
Cytokines
0 14 90 180
Vitaliteit (SF
placebo
Moreland et al. Ann Intern Med 1999;
130: 478-486
65
70
75
Dagen
Reumatoïde artritis
Syndroom van Sjögren’s
Echter MTX vs. biologicals: e.g.,
Chauffier. Rheumatology 2012;51:60-8
Steun voor biomedische modelMoe
1. Hoge prevalentie bij reumatische ziekten.
2. Diermodellen: inductie van moeheid.
3. Mensen: cytokine infusies.
2. Diermodellen: inductie van moeheid.
4. Mensen: cytokine blokkade.
Conclusies ten aanzien van fysiologisch substraat
2. Echter, de precieze fysiologische oorzaak
kennen we niet.
1. Moeheid is zonder twijfel een fysiologisch
opgewekt gevoel.
Moe
kennen we niet.
3. Waarschijnlijk kunnen meerdere fysiologische
signalen het brein aanzetten om met moeheid
te reageren.
DeterminantenMoeheid
reumatisch
ziekteproces
moeheid
ϕϕϕϕ ψψψψ σσσσ
Geenen & Finset, Eular Textbook, pp. 139-62.
Moe
Medisch (on)verklaarde moeheid
Medisch verklaard Medisch onverklaard
Reumatoïde
artritis
Chronisch
vermoeidheidssyndroom
Welk deel van de moeheid is medisch verklaard in
geval van reumatoïde artritis: 25%, 50%, 75% ?
Moeheid wordt als medisch onverklaard beschouwd in
geval van het chronisch vermoeidheidssyndroom
DeterminantenMoe
Bergman et al. J Rheumatol 2009;36:2788-94; see also: Van Hoogmoed et al. Rheumatology 2010;49:1294-301
Medisch verklaard (bloedbezinking etc.): 5%
Verklaard uit persoonlijke factoren: 39%
Onverklaard: 56%
Sjögren
Moeheid
DHEA
placebo
Moe
15
16
17
Duur (maanden)
medicijn
Hartkamp et al. Ann Rheum Dis 2008; 67: 91-97
0 3 6 12 18
13
14DHEA
1. Lage niveaus
2. Vitalizerend
3. Fysiologie klieren
Psychologische determinanten
2. Cognitieve factoren beïnvloeden moeheid:
verwachting, motivatie (prioriteiten),
1. Tot op zekere hoogte kunnen we moeheid
weerstaan.
Moe
verwachting, motivatie (prioriteiten),
hulpeloosheid.
3. Gedrag beïnvloedt moeheid:
patronen van rust en inspanning, slaap,
altijd maar doorgaan, vermijding.
Slaapstoornis
Slechte conditie
Moeheid
Afweer-
systeem
Structurele
en
Erfelijk
Vrouwelijk
geslacht
Leefstijl
voorlichting
Cognitieve
gedragstherapie
Fitness
oefeningen
Factoren bij
ontstaanPathofysiologie Symptomen
Behandel-
mogelijkheden
Moeheid
Pijn
Stress & verdriet
en
functionele
verande-
ringen in het
brein
geslacht
Ziekte
oefeningen
Behandeling
met medicatie
(biologicals)
Slaap hygiëne
training
Slotdia: model moeheid