De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Wat is cognitieve ontwikkeling 1.3 Patronen in de menselijke geest...

Post on 04-Jun-2015

221 views 3 download

Transcript of De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Wat is cognitieve ontwikkeling 1.3 Patronen in de menselijke geest...

De inhoud van dit thema:

1-1

1.2 Wat is cognitieve ontwikkeling

1.3 Patronen in de menselijke geest

1.4 Cognitieve ontwikkelingsfasen

1.5 Verschillende soorten kennis

1.6 Taalontwikkeling heeft invloed

1.7 Omgeving heeft invloed

1.8 Zone van naaste ontwikkeling

1.9 Tips voor de praktijk

Cognitieve ontwikkelingsfasen volgens Piaget:

1-2

• sensomotorische periode

• preoperationele periode

• concreetoperationele periode

• formeeloperationele periode

De inhoud van dit thema:

2-1

2.2 Cognitieve ontwikkeling

2.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling

2.4 Seksuele ontwikkeling

2.5 Sensomotorische ontwikkeling

2.6 Creatief-expressieve ontwikkeling

2.7 Taalontwikkeling

Cognitieve ontwikkeling van 0 tot 2 jaar:

2-2

• grijpen is begrijpen

• taal versnelt de ontwikkeling

• de ontwikkeling is te beïnvloeden

Sociaal-emotionele ontwikkeling

van 0-2 jaar:

2-3

• gericht op menselijke gezichten

• gericht op de verzorger

• gericht op menselijke geur

• gericht op menselijk geluid

• een eigen persoonlijkheid

Taalontwikkeling van 0-2 jaar:

2-4

• klankontwikkeling

• woordenschatontwikkeling

• grammaticale ontwikkeling

• communicatieve ontwikkeling

• schriftelijke taalontwikkeling

De inhoud van dit thema:

3-1

3.2 Cognitieve ontwikkeling

3.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling

3.4 Seksuele ontwikkeling

3.5 Sensomotorische ontwikkeling

3.6 Creatief-expressieve ontwikkeling

3.7 Taalontwikkeling

Cognitieve ontwikkeling bij peuters:

3-2

• pre-operationele fase

• de rol van taal: benoemen is begrijpen

• de rol van de zintuigen

• fantasie en werkelijkheid verstrengeld: magisch

denken

Sociaal-emotionele ontwikkeling van 2-4 jaar:

3-3

• imiteert sociaal gedrag

• richt zijn expressie op soortgenoten

• ontdekt dat hij een eigen persoon is

• nog geen geweten als innerlijke sturing

• het spel van de peuter

Taalontwikkeling van 2-4 jaar:

3-4

• klankontwikkeling

• woordenschatontwikkeling

• grammaticale ontwikkeling

• communicatieve ontwikkeling

• metalinguïstische ontwikkeling

• schriftelijke taalontwikkeling

De inhoud van dit thema:

4-1

4.2 Cognitieve ontwikkeling

4.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling

4.4 Seksuele ontwikkeling

4.5 Sensomotorische ontwikkeling

4.6 Creatief-expressieve ontwikkeling

4.7 Taalontwikkeling

4.8 Tips voor de praktijk

Cognitieve ontwikkeling bij kleuters:

4-2

• pre-operationele fase: prelogisch denken

• egocentrisch

• eerste aanzet gewetensontwikkeling

• de rol van fantasie

• van imitatie naar identificatie

• schoolrijpheid

Sociaal-emotionele ontwikkeling van 4-6 jaar:

4-3

• kan samenwerken

• kan zich richten op behoeften van anderen

• kan een compromisvoorstel aanvaarden

Taalontwikkeling:

4-4

• klankontwikkeling

• woordenschatontwikkeling

• grammaticale ontwikkeling

• communicatieve ontwikkeling

• metalinguïstische ontwikkeling

• schriftelijke taalontwikkeling

Nieuwe inzichten over schriftelijke taal:

4-5

• van basisvaardigheden naar goed zijn in klanken,

naar nadenken over taal

• van prestatiegebied naar iets wat plezier geeft

• gesproken taal los van geschreven taal, nu

hangen ze samen

• van niet mogen schrijven als kleuter, nu

‘schriftelijk’ bezig zijn

De inhoud van dit thema:

5-1

5.2 Cognitieve ontwikkeling

5.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling

5.4 Seksuele ontwikkeling

5.5 Sensomotorische ontwikkeling

5.6 Creatief-expressieve ontwikkeling

5.7 Taalontwikkeling

5.8 Tips voor de praktijk

Cognitieve ontwikkeling van 6 tot 9 jaar:

5-2

• concreet-operationele fase: logisch denken als

de dingen aanschouwelijk zijn

• interesse in feiten

• vragen naar oorzaken: waarom?

Sociaal-emotionele ontwikkeling van 6-9 jaar:

5-3

• groepsvorming en vriendschappen

• houdt van prestaties

• heeft een groeiend empathisch vermogen

• agressie, belonen en straffen

Sensomotorische ontwikkeling van 6 tot 9

jaar:

5-4

• snelle groei

• lichaam meer in proportie

• betere coördinatie, sierlijkheid

• grove motoriek: sterker

• fijne motoriek: schrijven

Creatief-expressieve ontwikkeling van 6 tot 9

jaar:

5-5

• visueel realisme: tekenen wat je ziet

• het moet lijken

• tekeningen vertellen veel over het kind

Taalontwikkeling:

5-6

• klankontwikkeling

• woordenschatontwikkeling

• grammaticale ontwikkeling

• communicatieve ontwikkeling

• metalinguïstische ontwikkeling

• schriftelijke taalontwikkeling

De inhoud van dit thema:

6-1

6.2 Cognitieve ontwikkeling

6.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling

6.4 Seksuele ontwikkeling

6.5 Sensomotorische ontwikkeling

6.6 Creatief-expressieve ontwikkeling

6.7 Taalontwikkeling

6.8 Tips voor de praktijk

Kennisontwikkeling van 9 tot 12 jaar:

6-2

• voltooiing van de concreet-operationele fase

• sterker prestatiegericht

• analyseren en reflecteren

Sociaal-emotionele ontwikkeling

van 9-12 jaar:

6-3

• sociale verbanden nemen een grotere plaats in

• sterk in samenwerking

• normen en waarden

• sportieve competitie

• idolen

• uitsluiten en pesten

Seksuele ontwikkeling van 9 tot 12 jaar:

6-4

• op zoek naar lichamelijk contact

• verschillende ontwikkeling jongens en meisjes

• ontluikende seksualiteit

Sensomotorische ontwikkeling

van 9 tot 12 jaar:

6-5

• grove motoriek: kracht en soepelheid

• fijne motoriek: schrijven en tekenen

• verschillen in ontwikkeling jongens en meisjes

Creatief-expressieve ontwikkeling

van 9 tot 12 jaar:

6-6

• groeiende tekenvaardigheid

• het moet lijken

• ontstaan artisticiteit

Taalontwikkeling van 9 tot 12 jaar:

6-7

• klankontwikkeling

• woordenschatontwikkeling

• grammaticale ontwikkeling

• communicatieve ontwikkeling

• metalinguïstische ontwikkeling

• schriftelijke taalontwikkeling

In dit thema komen aan de orde:

7-1

7.2 Cognitieve ontwikkeling

7.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling

7.4 Seksuele ontwikkeling

7.5 Lichamelijke ontwikkeling

7.6 Creatief-expressieve ontwikkeling

7.7 Taalontwikkeling

7.8 Tips voor de praktijk

Cognitieve ontwikkeling pubers:

7-2

• denken in formeel-operationele fase

• van basisschool naar voortgezet onderwijs

• eigen denkwereld centraal

Sociaal-emotionele ontwikkeling

van 12 tot 16 jaar:

7-3

• streven naar zelfstandigheid en eigen

verantwoordelijkheid

• behoefte erbij te horen, peergroup

• zoeken naar een eigen identiteit

• normovertredend gedrag

Normovertredend gedrag:

7-4

• vandalisme en crimineel gedrag

• misbruik van alcohol en drugs

• digitaal pesten

Lichamelijke ontwikkeling pubers:

7-5

• lichaamsbouw en lichaamssamenstelling

• lichaamsbeleving

Taalontwikkeling pubers:

7-6

• klankontwikkeling

• woordenschatontwikkeling

• grammaticale ontwikkeling

• communicatieve ontwikkeling

• metalinguïstische ontwikkeling

• schriftelijke taalontwikkeling

De inhoud van dit thema:

8-1

8.2 Cognitieve ontwikkeling

8.3 Sociaal-emotionele ontwikkeling

8.4 Seksuele ontwikkeling

8.5 Lichamelijke ontwikkeling

8.6 tips voor de praktijk

Cognitieve ontwikkeling bij adolescenten:

8-2

• geheugen

• abstract en kritische denken

• interesse in politiek en religie

• keuzes maken

Sociaal-emotionele aspecten adolescentie:

8-3

• losmaking van thuissituatie

• intiemere contacten

• radicalisering

• combinatie studie en werk

• experimenteren en identificeren

De inhoud van dit thema:

9-1

9.2 Wat is volwassenheid?

9.3 De jonge volwassenheid (21 - 40 jaar)

9.4 De middelbare leeftijd (40 - 55 jaar)

9.5 De vroege ouderdom (55 - 65 jaar)

9.6 De ouderdom (65 jaar en ouder)

Volwassenheid:

9-2

• zelfstandig zijn

• verantwoordelijkheid kunnen dragen

• handelen overeenkomstig (eigen) normen en

waarden

• cultureel en maatschappelijk betrokken zijn

• duurzame relaties kunnen aangaan en

onderhouden

• inhoud aan eigen leven kunnen geven

Cognitieve ontwikkeling jongvolwassene:

9-3

• vervolmaking formeel-operationele fase

• intellectuele topprestaties

• interesse in nieuwe kennis en vaardigheden

Aspecten sociaal-emotionele ontwikkeling

jongvolwassenen:

9-4

• aangaan vaste relatie

• ouderschap

• huiselijk geweld

• scheiding

• vaste werkkring

Lichamelijke ontwikkeling jongvolwassene:

9-5

• krachtig en energiek

• begin van lichamelijk verval

• gewichtstoename

De middelbare leeftijd:

9-6

• sociaal-emotionele ontwikkeling

• lichamelijke ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling middelbare

leeftijd:

9-7

• eerste levensevaluatie

• midlifecrisis

• periode van relatieve rust

Lichamelijke ontwikkeling middelbare leeftijd:

9-8

• lichamelijke achteruitgang

• eerste gezondheidsproblemen

• vrouw: overgang en menopauze

• man: penopauze

De vroege ouderdom:

9-9

• sociaal-emotionele ontwikkling

• lichamelijke ontwikkeling

Sociaal-emotionele ontwikkeling vroege

ouderdom:

9-10

• lege-nestsyndroom

• tweede levensevaluatie

• pensionering

• toename probleemdrinkers

• komst kleinkinderen

De ouderdom:

9-11

• cognitieve ontwikkeling

• sociaal-emotionele ontwikkeling

• lichamelijke ontwikkeling

Cognitieve ontwikkeling ouderdom:

9-12

• cognitieve achteruitgang

• snelheid denken neemt af

• leren nieuwe inzichten en vaardigheden moeilijker

• achteruitgang van de waarneming

• geheugen gaat achteruit

Sociaal-emotionele ontwikkeling ouderdom:

9-13

• sociale netwerk wordt kleiner

• actief blijven belangrijk

• nieuwe rollen

• zelfstandig wonen

• psychische problemen

Lichamelijke ontwikkeling ouderdom:

9-14

• verdere lichamelijke aftakeling

• gehoor en gezichtsvermogen nemen af

• moeite met uitvoeren complexe handelingen

Taalontwikkeling:

11-1

11.2 Klankontwikkeling

11.3 Woordenschatontwikkeling

11.4 Grammaticale ontwikkeling

11.4 Ontwikkeling communicatieve vaardigheden

11.5 Ontwikkeling metalinguïstisch bewustzijn

11.6 Ontwikkeling van schriftelijk taalgebruik

De inhoud van dit thema:

12-1

12.2 Socialisatie

12.3 Gezin

12.4 De invloed van school

12.5 De invloed van buurt, clubs, maatschappij

12.6 Milieuspecifieke socialisatie

12.7 Geslachtsspecifieke socialisatie

12.8 De invloed van computers en massamedia

12.9 Samengaan van invloedssferen

12.10 Tips voor de praktijk

Gebieden waarop gezinnen kunnen

verschillen:

12-2

• de opvatting over discipline

• de plaats van de vader in het gezin

• de mate waarin het kind als eigen individu

wordt gezien

Socialisatie onder invloed van

milieukenmerken:

12-3

lagere opleiding/inkomens:

• aanpassing

• sterke nadruk op man-vrouw patroon

• studie minder belangrijk

hogere opleiding/inkomens:

• individuele ontplooiing

• minder nadruk op man-vrouw patroon

• studie belangrijker

Invloed van televisie en computer op de

socialisatie:

12-4

• effect van veel tv kijken

• effect van selectief tv kijken

• effect van computer op sociale vaardigheden,

gevaren van internet

De inhoud van dit thema:

13-1

13.2 Besef dat je de leerling deelt

13.3 Cyclus van afscheid nemen en opnieuw beginnen

13.4 Hechting en de inrichting van het klaslokaal

13.5 Gezonde hechting versus ongezonde hechting

13.6 Tips voor de praktijk

De inhoud van dit thema:

14-1

14.2 Wat is vertrouwen

14.3 Gelijkwaardig in vertrouwen

14.4 Ongelijkwaardig in afhankelijkheid

14.5 Het belang van een vertrouwensrelatie

14.6 Tips voor de praktijk

Kenmerken van vertrouwen beantwoorden:

14-2

• transparantie

• betrouwbaarheid

• belangstelling

Belang van een vertrouwensrelatie:

14-3

• behoort bij de basisbehoeften van ieder mens

• leert je zien wat goed voor je is en wat niet

• leert je verantwoordelijk te zijn voor het eigen leven

De inhoud van dit thema:

15-1

15.2 Manieren van leren

15.3 Intensiteit van leren

15.4 Leerstijlen van Kolb

15.5 Tips voor de praktijk

Manieren van leren:

15-2

• door de woorden te horen

• door de woorden te lezen

• door de dingen te zien

• horen, zien en lezen combineren

Vier leerstijlen volgens Kolb:

15-3

• de doener, doen en voelen

• de observeerder, kijken en voelen

• de theoreticus, kijken en denken

• de pragmaticus, doen en denken

De inhoud van dit thema:

16-1

16.2 Aandachtspunten spreken

16.3 Aandachtspunten luisteren

16.3 Tips voor de praktijk

Kenmerken van doelbewust spreken:

16-2

lichaamshouding

• gezicht: richting en uitdrukking

• taalgebruik en inhoud afstemmen

• alert zijn op reacties of signalen van misverstand

• ruimte bieden voor reacties

enkele gespreksdoelen:

• informatie verstrekken

• mening geven

Actief luisteren:

16-3

• een actieve lichaamshouding

• de juiste gezichtsuitdrukking

• echte belangstelling

• de woorden horen, selecteren en interpreteren

• samenvatten

• valkuilen

De inhoud van dit thema:

17-1

17.2 Grondhouding

17.3 Motiverende methodieken

17.4 Tips voor de praktijk

Jouw grondhouding bij motiveren:

17-2

• gebruik je eigen motivatie als model

• toon belangstelling

• stimuleer de leerling in dat wat hij goed kan

• zorg voor wederkerigheid

Aspecten die een rol spelen bij motiveren,

zijn:

17-3

• zelfstandigheid stimuleren

• positief leerklimaat

• afstand nemen van het probleem

• een notatievorm gebruiken uit een eerdere

leerfase

• hulpsommen gebruiken

Methodieken die een positief leerklimaat

bevorderen:

17-4

• wijzen op wat er wel gelukt is

• scoren wat er goed is

• neutraal zijn bij een fout antwoord, positief zijn

bij een goed antwoord

De inhoud van dit thema:

18-1

18.2 Open en gesloten vragen

18.3 Reproductieve en productieve vragen

18.4 Convergente en divergente vragen

18.5 Evaluatieve vragen

18.6 Tips voor de praktijk

De inhoud van dit thema:

19-1

19.2 Wat is een goed groepsklimaat

19.3 Activiteiten en sfeer

19.4 Ingrijpen in de groep

19.5 Tips voor de praktijk

Activiteiten die gezelligheid bevorderen:

19-2

• liedjes

• spelletjes

• verhaaltjes

• positief gedrag stimuleren tussen de leerlingen

Verschillende soorten interventies:

19-3

• preventieve en curatieve interventies

• expliciet zijn

• waar nodig een confrontatie

Interventietechnieken:

19-4

• preventieve, directief of non-directief

• curatieve, directief of non-directief

De inhoud van dit thema:

20-1

20.2 Wat is orde?

20.3 Ordeverstoringen verhelpen

20.4 Orde op schoolniveau

20.5 Orde en onderwijsstijl

20.6 Ernstige ordeverstoringen

20.7 Tips voor de praktijk

Orde en verstoring van de orde:

20-2

• orde hangt samen met de leeractiviteit

• orde hangt samen met het lesdoel

Orde krijgen door:

20-3

• non-verbale ingrepen

• verbale ingrepen

Hulp op schoolniveau:

20-4

• informeel overleg met overige teamleden

• formeel overleg in de leerlingbespreking

Orde en onderwijsstijl:

20-5

• de leerstofgerichte onderwijsstijl

• de pedagogisch gerichte onderwijsstijl

De inhoud van dit thema:

21-1

21.2 Wat is persoonlijke verzorging?

21.3 Terughoudendheid in de ondersteuning

21.4 Zelfzorg

21.5 Lichamelijk contact

21.6 Hulpmiddelen

21.7 Het zorgplan

Kenmerken terughoudende persoonlijke

verzorging:

21-2

• vertel wat je gaat doen

• sluit aan bij wat de leerling zelf kan

• wat de leerling niet zelf kan, doe je samen

• laat de leerling meedenken en meebeslissen

Zelfzorg stimuleren:

21-3

• nut aangeven

• algemeen geldende normen laten zien

• wijzen op consequenties van afwijkend gedrag

• instructies geven

• goede voorbeeld geven

Lichamelijk contact:

21-4

• geaccepteerde aanraking

• rituele aanraking

• ongewenste aanraking

Rekening houden met voorkeur:

21-5

• begrip

• betrek de leerling bij de handeling

• bespreek de grenzen

• houd je aan de voorschriften

Hulpmiddelen bij persoonlijke verzorging:

21-6

• bij eten en drinken

• bij toiletgang

• bij zich verplaatsen

• prothesen

Zorgplan:

21-7

• op basis van observaties en informatie van de

leerling zelf

• drie niveaus van zorg

De inhoud van dit thema:

22-1

22.2 Observeren, wat is het?

22.3 Redenen om te observeren

Observeren:

22-2

• waarnemen

• interpreteren

• objectiviteit

• methodisch via observatieplan

Factoren die invloed hebben op je

interpretatie:

22-3

• de situatie

• je eigen gekleurde bril

Referentiekader:

22-4

• waarden en normen

• humeur

• oordelen

• aandacht

• (on)bekendheid

• hoe je in je vel steekt

Observatieplan:

23-1

23.2 Bepaal de beginsituatie23.3 Verzamel achtergrondgegevens23.4 Bepaal het doel en de doelgroep23.5 Kies observatiehulpmiddelen23.6 Bepaal de observatiemethode23.7 Bepaal te observeren gedrag23.8 Bepaal de observatiesituaties23.9 Bepaal de observatiedata en tijdstippen23.10 Kies een manier van rapporteren23.11 Alles in samenhang23.12 Een uitgewerkt praktijkvoorbeeld

Observatiemethoden:

23-2

• kwalitatief: wat?

• kwantitatief: hoe vaak?

• wanneer kwalitatief, wanneer kwantitatief?

• de tijdsteekproef

Rapporteren:

23-3

• mondeling

• schriftelijk

• voorgedrukt formulier

• vrije rapportage

De inhoud van dit thema:

24-1

24.2 Groepsorde

24.3 Dynamische groepsprocessen

24.4 Observatieplan bij groepsprocessen

24.5 Schriftelijk groepsinterview

24.6 Tips voor de praktijk

Groepsinterview:

24-2

• het is nogal privé

• wat stel je voor vragen?

• wat voor soort informatie biedt een

groepsinterview?

De inhoud van dit thema:

25-1

25.2 Observatiedoel terughalen

25.3 Te observeren gedrag terughalen

25.4 Bij observatiedoel ‘aansluiten bij leerling’

25.5 Bij observatiedoel ‘juiste aanpak zoeken’

25.6 Bij observatiedoel ‘overdracht’

25.7 Groepsinterviews

25.8 Uitgewerkte casus

25.9 Soorten observatiesystemen

25.10 Tips voor de praktijk

Observatiesystemen:

25-2

• Licorlijst

• Osvo

• Kijk!

De inhoud van dit thema:

26-1

26.2 Schoolplan

26.3 Leerlijnen

26.4 Groepsplan

26.5 Individueel handelingsplan

26.6 PHP in het speciaal onderwijs

26.7 Samenhang tussen plannen

26.8 Tips voor de praktijk

De inhoud van dit thema:

27-1

27.2 Wat is een leerlingvolgsysteem?

27.3 De toetsen van een leerlingvolgsysteem

27.4 Observatiesysteem voor het jonge

schoolkind

27.5 Tips voor de praktijk

Het LVS heeft:

27-2

• genormeerde toetsen

• toetsen per niveau

• toetsen op tempo

• analyserende tests

• als doel: opheffen van stagnatie

• een toetskalender

De inhoud van dit thema:

28-1

28.2 Een handelingsplan opstellen

28.3 Individueel of samen?

28.4 Handelingsplan regulier en speciaal

onderwijs

28.5 Werken met handelingsplannen

28.6 Schoolplan en individueel handelingsplan

28.7 Tips voor de praktijk

Het opstellen van een handelingsplan:

28-2

• het probleem

• resultaat van het onderzoek

• overleg en besluitvorming

• uitleg aan de betrokkenen

• de maatregelen op het gebied van lezen

• de maatregelen op het gebied van spelling

• de maatregelen op sociaal-emotioneel gebied

• het formulier invullen

• materiaal vanuit educatieve uitgevers

Groepsremediëring of individuele remediëring

hangt af van:

28-3

• je doel

• de aard van het probleem

• organisatorische redenen

Handelingsplannen voor:

28-4

• leerlingen met een SO-indicatie

• leerlingen in het reguliere onderwijs

De inhoud van dit thema:

29-1

29.2 Aanpak problematisch gedrag

29.3 Taakspel: een methode om problematisch

gedrag om te buigen

29.4 Tips voor de praktijk

Aanpak van problematisch gedrag:

29-2

• accepteer het gedrag als een feit

• bouw een vertrouwensrelatie op

• negeer negatief gedrag

• beloon positief gedrag

• geef inspraak en medeverantwoordelijkheid

• geef korte overzichtelijke opdrachten

• pas opdrachten aan spanningsboog aan

• reduceer vrije situaties

• stimuleer het spel

Taakspel:

29-3

• positieve regels

• de hele groep doet mee

• het is geen aparte activiteit

• de regels worden aangepast aan de

probleemleerling

• hoe werkt het?

De inhoud van dit thema:

30-1

30.2 Teruggetrokken gedrag

30.3 Angstig gedrag

30.4 Faalangstig gedrag

30.5 Regressief gedrag

30.6 Onverschillig gedrag

30.7 Oneerlijk gedrag

30.8 Tips voor de praktijk

Voor je teruggetrokken gedrag problematisch

noemt, onderzoek je of het:

30-2

• structureel optreedt

• algemeen is of situatiegebonden

• een bedreiging vormt voor de ontwikkeling

Angst:

30-3

• hangt samen met leeftijd

• is vaak gericht op bepaalde dingen of situaties

• heeft soms wel en soms niet een duidelijke oorzaak

Faalangst:

30-4

• attributie

• wie ontwikkelen er faalangst?

• is het aangeboren of aangepraat?

• welke uitingsvormen heeft faalangst?

• hoe kun je met faalangstige leerlingen omgaan

Onverschillig gedrag:

30-5

• onverschilligheid is meestal een houding

• kan reëel of irreëel zijn

• kan verzet zijn

Oneerlijk gedrag:

30-6

• fantasie als werkelijkheid

• onbetrouwbaar gedrag met als doel een ander

schaden

• hoe kun je omgaan met leerlingen die oneerlijk

gedrag vertonen

De inhoud van dit thema:

31-1

31.2 Wanneer spreken we van verwaarlozing of

mishandeling?

31.3 Waarom is kindermishandeling of verwaarlozing zo

schadelijk?

31.4 Hoe signaleer je mogelijke mishandeling of

verwaarlozing

31.5 Hoe ga je met de ouders om

31.6 Tips voor de praktijk

Gevolgen kindermishandeling of

verwaarlozing:

31-2

• psychologische schade

• neurobiologische schade

Signaleren kindermishandeling of

verwaarlozing:

31-3

• signalen oppikken

• je eigen gevoelens erkennen

• de signalen melden

Aspecten in het contact met de ouders:

31-4

• wees terughoudend

• oordeel niet

• toon betrokkenheid op positieve punten

• verwijs door naar de leraar

• laat een alternatief gedragspatroon zien

De inhoud van dit thema:

32-1

32.2 Bedreiging voor de ontwikkeling

32.3 Protocollaire stappen

32.4 Lespakketten

32.5 Tips voor de praktijk

De inhoud van dit thema:

33-1

33.2 Wat is pesten

33.3 Oorzaken, vormen en symptomen van pesten

33.4 Betrokkenen bij pesten

33.5 Het ontbreken van een schoolbrede aanpak

33.6 Tips voor de praktijk

Pesten:

33-2

• oorzaken van pesten

• vormen van pesten

• symptomen van pesten

Vormen van pesten:

33-3

• treiteren

• negeren

• uitsluiten

• mishandelen

• digitaal pesten

Partijen bij pesten:

33-4

• de pester

• het slachtoffer

• de meelopers

• de volwassenen

• de leraren

• de ouders

Aanpak pesten:

33-5

• aandachtspunten

• aanpak vanuit neutraliteit

• stapsgewijs werken

• de no-blame methode

Stapsgewijs werken bij pesten:

33-6

• voer dagelijks een gesprekje

• zoek kwaliteit

• toon respect

• vraag naar de feiten

• betrek de groep erbij

• stel een confronterende slotvraag

De inhoud van dit thema:

34-1

34.2 Algemene kenmerken pestprotocol

34.3 Benadering van de pester

34.4 Benadering van het slachtoffer

34.5 Benadering van de meelopers

34.6 Benadering van de ouders

34.7 Benadering van de leraren

34.8 Regels tegen pesten

34.9 Jouw bijdrage

34.10 Tips voor de praktijk

Brieven naar:

34-2

• de ouders van de pester

• de ouders van de gepeste

• de ouders van de meelopers

Regels tegen pesten:

34-3

• voor de ouders en de school

• voor de leerlingen onderling

De inhoud van dit thema:

35-1

35.2 Mediation

35.3 Time Out Voorziening

Aspecten bij mediation:

35-2

• kiezen van een mediator

• eisen aan de persoonlijkheid

• training als ondersteuning

• aanmelding voor mediation

• aanpak

Time Out Voorzieningen:

35-3

• vooral leerlingen uit het VMBO

• doel is terugkeer

• benadering

• effect van een Time Out

• werken met leerlingen die terugkomen uit een

TOV

VMBO levert de meeste verwijzingen op naar

de TOV:

35-4

• integratie zorgleerlingen

• samenhang met de zorgstructuur

• strenge criteria: sommigen vallen buiten de

boot

De inhoud van dit thema:

36-1

36.2 Achterstand in spraakontwikkeling

36.3 Stotteren

36.4 Broddelen

36.5 Afasie

36.6 Tips voor de praktijk

De inhoud van dit thema:

37-1

37.2 Verschillende verschijningsvormen

37.3 Verwarring met een ontwikkelingsachterstand

37.4 Verstoring sociaal gedrag

37.5 Tijdige signalering

37.6 Tips voor de praktijk

De inhoud van dit thema:

38-1

38.2 Achterblijvende cognitieve ontwikkeling

38.3 Achterblijvende taalontwikkeling

38.4 Hyperlexie

38.5 Dyslexie

38.6 Tips voor de praktijk

Dyslexie:

38-2

• wat is dyslexie en wat is het niet

• hoe komt de diagnose tot stand

• uitgangspunten bij de aanpak

• alternatieve theorieën

Buitenschoolse aanpak van leesproblemen:

38-3

• als het helpt is het goed

• onterechte geldstromen

• commercie neemt taken over van het onderwijs

• er ontstaat een overdaad aan diagnoses

De inhoud van dit thema:

39-1

39.2 Schrijven als leergebied

39.3 Samenhang met gehele motoriek

39.4 Zwakke lettervormen

39.5 Samenhang met communicatie

39.6 Samenhang met schrijfmateriaal

39.7 Samenhang met andere leerproblemen of

leergebieden

39.8 Tips voor de praktijk

De inhoud van dit thema:

40-1

40.2 Problemen met getalinzicht

40.3 Procedureproblemen

40.4 Het geheugen

40.5 Rekenproblemen in groep 3 en hoger

40.6 Dyscalculie

40.7 Tips voor de praktijk

De inhoud van dit thema:

41-1

41.2 Developmental Coordination Disorder

41.3 Nonverbal Learning Disorder

41.4 Tips voor de praktijk

De inhoud van dit thema:

42-1

42.2 Wat is coaching?

42.3 Groepscoaching en individuele coaching

42.4 Coachingsvaardigheden en -technieken

42.5 Omgaan met verschillen

42.6 Valkuilen bij coachen

42.7 Tips voor de praktijk

Coaching is begeleiding die:

42-2

• zich richt op het eigen proces van de coachee

• een gelijkwaardige relatie inhoudt

• aandacht heeft voor de taak en voor de

persoonlijke ontwikkeling

Coaching:

42-3

• in groepen

• individueel

Groepscoaching:

42-4

• gezamenlijk doel

• ideeën uitwisselen

• praktische problemen

• gevoelens delen

Coachen:

42-5

• vaardigheden

• technieken

Vaardigheden in coachingsgesprekken:

42-6

• exploreren

• confronteren

• inspireren

Technieken om vaardigheden aan te leren:

42-7

• demonstreren

• instrueren

• een combinatie van beide

Geleide instructie:

42-8

• procesverloop laten vertellen

• lacunes signaleren

- direct vragen stellen

- bij de uitvoering vragen stellen

- bij de uitvoering de ander zelf de lacune laten

ontdekken

Omgaan met verschillen:

42-9

• andere motivatie

• andere cultuur

• respect en waardering

Motiverend werken:

42-10

• hoe wordt een leerling ongemotiveerd?

• omgaan met een ongemotiveerde leerling

Belemmeringen voor gelijkwaardige

communicatie:

42-11

• niveauverschillen

• denkluiheid

• groepsdruk

• polarisatie

• dramadriehoek