De Facebookmonologen 2015

Post on 12-Apr-2017

145 views 0 download

Transcript of De Facebookmonologen 2015

DeFacebook

Monologen[2015]

Ik ruim mijn laptop.

“Hier volgt een speciale mededeling. De heer Smits kan zijn hart ophalen op de afdeling elektronica. Herhaling: de heer Smits kan zijn hart ophalen op de

afdeling elektronica.”

In het programma 'Geld maakt gelukkig' zegt een mevrouw: 'Ik was de

wanhoop voorbij'. En ik geloof het.

R. noemt me een feeder omdat ik zei: 'Neem nog wat sla.'

Take it sleazy.

Het wordt met de minuut later.

De zon schrijnt.

Fijn woord wel, 'kletste'.

Woord van de dag: Schuimdetectie.

Het is gaan regenen. Over straat loopt zonder haast een man met een kaas.

'Het ontbijt is niet echt om over naar huis te schrijven', mailde ik mijn

moeder.

Aha, die lauwwarme bekertjes water die je na het prikken en polijsten bij de

tandarts krijgt, zijn bedoeld om te spoelen. Niet om in één flinke teug

achterover te slaan.

Het is hier volle bank.

Ik ontdekte zojuist dat op slechts 117 kilometer van de stad waar ik geboren ben, een plaatsje ligt dat 'Limonade'

heet!

"At your cervix!"

'Ik heb van zo veel dingen last,' zeg ik midden in de nacht tegen R, 'ik denk

dat ik hoogsensitief ben.' Daarna wacht ik in het donker tot ze iets aardigs en geruststellends terugzegt. Dat doet ze

pas na een tijdje, met een stem die rasperig is van de slaap: 'Als je dat nog

een keer zegt, maak ik het uit.'

De onderburen draaien keihard 'Suzanne' van Leonard Cohen. Als

reactie heb ik zojuist 'Suzanne' van Leonard Cohen opgezet. Keihard.

'Mag ik een zoute witte wijn?' snikte het meisje aan de bar.

Mijn paraplu viel om toen de trein afremde en landde met het handvat precies in het kruis van de man die

wijdbeens tegenover me zat te slapen. Het moment dat hij wakker werd en mij de paraplu daar weg zag graaien was heel, héél ongemakkelijk. Ik heb de

drie stations die daarop volgden met enorme belangstelling uit het raam

gekeken.

De buurvrouw heeft er een handje van in mijn adempauzes vlug te zeggen: 'Nou, hele fijne paasdagen!' Of 'Heb een goede werkdag verder.' en dan

snel de hoek om of haar appartement in te verdwijnen. En daar sta ik dan, in

het donkere halletje. Met mijn ziel onder mijn arm en mijn goede

bedoelingen als een hoopje gruis aan mijn voeten.

'Ik baal als een stopcontact', zegt R.

Iemand voor het 'heaufd steauten'.

"Wat was je hier nog jong! En zo lekker nog een beetje mollig!" gil ik bij een foto die de kennis me laat zien. "Dit was vorige maand," antwoordt ze bars.

'Ik ben een open broek', zei Ria.

'Timing is my middle name', zegt R. Daarna lachen we een poosje. 'Dat was een goeie', zeg ik terwijl ik de tranen uit mijn ogen wis. 'Ja hè?' zegt R. 'Ik

kwam er zomaar op.'

'En wat moet jij hebben?' vraagt de barse medewerker van de snackbar.'Twee kaassouffleurs', antwoordt het jongetje dat voor me staat geschrokken.

Woord van de dag: Ploumvee.

'Break an egg', zegt de echtgenote tegen de deelnemer van het

kookprogramma, vlak voor hij de studio in loopt.

R. vindt het thuis niet meer gezellig sinds ik een app met 7 soorten applaus heb en alles wat ze zegt vergezeld gaat van luid joelen en klappen.

'Hoe laat denk je dat je vanavond thuis bent?''Kwart voor acht.'*Applaus 2: ingetogen*

'Hou je van me?''Ja.'*Applaus 7: daverend, met gillende meisjes*

Terwijl ik het heerlijk zou vinden als iemand zoiets voor me deed, gewoonweg heerlijk.

Het valt me op dat je via sociale media geen spatie kunt sturen. Gewoon een enkele spatie. Terwijl een spatie (een

stilte, een pauze) soms precies is wat we nodig hebben en soms ook precies wat ik

bedoel.

Ik wil op mijn site een rubriekje 'De gevolgen van Dien' starten, waarin ik Dien allerlei dingen laat doen waarvan

de uitwerking precies het tegenovergestelde is van wat ze voor ogen had. Als ik een heleboel stukjes heb, bundel ik ze in een boekje en dat krijgt dan als titel: 'Alle gevolgen van

Dien'.

Woord van de dag: Alcoholslotrijder.

Sms 'koester ON'.

Als ik ooit een zoon krijg (bijvoorbeeld een vondeling), dan noem ik hem Justin-

Kees.

Toen ik wakker werd zette ik koffie die ik opdronk in bed. De hele ochtend deed ik over het lezen van een kort verhaal dat een heel

lang verhaal bleek. Om half 12 stond ik op, nog wankel van alle woorden en keek naar de zware

witte lucht. 'Het is geen mooi weer', zei ik. 'Maar het past precies bij hoe ik me voel', zei R. 'Nee, ons gemoed heeft zich juist aan het weer aangepast', zei ik. Daarna stak ik een vuistje in de lucht en riep: 'Ik wil helder zijn'. 'Zeg dat nog maar een paar keer', zei R., die aan een afwasje begonnen was. 'Ik wil helder zijn!' riep ik. 'Ik wil helder zijn! Ik wil helder zijn! Ik wil helder zijn!' 'En hoe voel je je nu?' vroeg ze. 'Moe', zei ik. 'Ik

ga weer naar bed.'

Geen woorden maar dadels.

Hit: eerst een oester, dan een watermeloen. Ik noem het de

watermeloester.

Het valt me plotseling op: er zitten bijna alleen maar mannen in de

stiltecoupé.

De conducteur benadrukt bij elk station dat we nog geheel volgens de

dienstregeling rijden.

'Het gaat spoorvoedig', zei R over de treinreis.

'Hebben we genoeg broccoli?' vraag ik R bezorgd.'Zit je met de broccoli in je maag?' vraagt ze terug.

Op het technofeest in de oude loods was iederéén aan het speeddaten.

'Hoe was het?' vraagt R, als ik thuiskom van het literaire programma.'Heel leuk!' zeg ik.Ze kijkt beteuterd. 'Je moet zeggen dat ik niks gemist heb', zegt ze.'Het was heel leuk, maar je hebt niks gemist', zeg ik.'Dat dacht ik wel', bromt ze tevreden.

'Van uitstel, komt aanstel', zei mijn moeder toen ik als meisje stond te

janken naast de pot met het verpieterde vetplantje.

'Your stats are booming!' lokt mijn website me naar de pagina met

statistieken. Daar blijkt inderdaad dat ik vijf bezoekers heb gehad.

Toen ik over de brug liep werd ik op de fiets ingehaald door een slungelige jongen van een jaar of 17. Hij droeg

een driekwart broek en had een tasje van Scapino aan zijn stuur dat

luidruchtig klapperde in de wind. Onder zijn snelbinders zat in een kartonnen doos een diepvriescheesecake en zijn T-shirt had - dat trof me het meest -

precies de kleur van de bijna wolkenloze hemel.

Ik wilde ‘fraude’ schrijven, maar typte ‘vrouwde’. Was het een vrouwdiaanse vergissing? Het zegt wel iets over mijn

voorkeuren in het leven.

'Ik trek het niet,' zei de thee.

Plotseling knipogen er onbekende mensen naar me. Mannen en vrouwen.

Op straat, in de supermarkt en in de trein. Ik was er blij verrast over en

stiekem ook wel gevleid tot ik terugdacht aan tien jaar geleden. Toen dook

onaangekondigd een oude tic uit mijn kindertijd weer op, van hevig met de ogen knipperen. Meestal kneep ik ze allebei langer dan nodig dicht, soms alleen het linker- of rechteroog. De

mensen knipogen niet zomaar naar me, ze knipogen gewoon terug.

Een pinguin-guin-situatie.

Ik zing 'I am a man of constant sorrow' en R. staat erop in haar eentje de partij

van het achtergrondkoor te zingen, terwijl ik op die momenten in principe

ook mijn stem vrij heb. Dit levert verhitte maar in de kern onschuldige

discussies op.

'Benen zijn het, hoor je me? Hele gewone benen!' roep ik nadat R. voor de derde keer die ochtend begint over

mijn 'grappige stokjes'.

Een goede stap in de richting.

Op de bodylotion met perzikgeur komen fruitvliegjes af.

'Sweervol', zei de vrouw. 'Heel sweervol.'

'Mag ik ook chips?' vraagt mijn zusje als ik met een bakje naast haar op de bank plof.'Nee', antwoordt mijn moeder bars vanuit de keuken. 'Jij krijgt ijs.'

Woord van de dag: Neparts.

'Het was een geslaagde avond', zei M. Dat vond ik - gezien het om een

afstudeerfeestje ging - de perfect woordkeuze.

Wie wat koopt, die heeft wat.

'Waar ben je?' roept R.'Hier', zeg ik.'Daar geloof ik niks van.'

Het is echt zo'n dag om de diepvriesmaaltijd niet eerst op te

warmen.

Esmeralda stootte zich lelijk aan het telefoonbordje.

'Nog één handstand', zegt het meisje in de zandbak als haar moeder haar komt ophalen. Wanneer die niet protesteert,

verbetert ze zich snel en zegt: 'Nog drie handstanden.'

De onderburen maken de hele dag luidruchtig ruzie. 'Ze zijn pro-bleem',

zeg ik. R doet er nog een schepje bovenop en zegt: 'Ze zijn pro-blame.' Terwijl ergens onder ons een deur uit een sponning vliegt, moeten we daar

allebei om gniffelen.

Ik tref haar aan op de bank, onder een dekentje. 'Wat zie je witjes', zeg ik. 'Ik heb heel veel bechamelsaus gegeten', zegt ze met een klein stemmetje. 'En ik

wil er niet over praten.'

'Beter nooit dan laat', zei mijn moeder toen ik haar het beschimmelde stukje

taart uit de koelkast aanbood.

Het is een kleine twee uur, van deur tot Deurne.

Nootweer.

Van het cache naar de muur.

Een Mexicaanse soep met veel tomaat en tomatenpuree koken. Een witte bloes

dragen. Een vooruitziende blik hebben en bij hoge uitzondering een keukenschort

omdoen. Lekker tekeer gaan in de keuken. Als de soep klaar is tevreden constateren

dat het een goede zet was, van dat schort. Het schort afdoen en overwegen het te wassen. Een beetje lui zijn en besluiten

'dat het nog wel een keertje mee kan'. Bij het opvouwen de buitenkant van het schort stevig aandrukken tegen het

smetteloze wit.

'I want my pack back', roept een verontwaardigde reizigster bij de lost &

found van de luchthaven.

Steeds als R. een pluisje van haar schouder haalt of even aan haar elleboog krabt, roep ik heel hard

'uitslag'! Hoewel ze helemaal geen uitslag heeft, wordt ze daar toch

zenuwachtig van. (Voor wie zich afvraagt wat de schrijver

doet wanneer ze niet schrijft.)

'Je hebt een datte deus', zeg ik tegen R.

'Kutherfst', antwoordt ze bars.

Ik ben moe. Dat merk ik aan de slordigheid waarmee ik schrijf: 'gegegeven', 'medededogen',

'geeftdrist'. Alsof mijn verstand een plaat is die af en toe blijft hangen.

'Ik moet hierbij altijd aan jou denken', zegt R. bij een liedje dat ik verschrikkelijk stom vind. 'Ik moet hierbij ook altijd aan mezelf denken', antwoord ik somber.

Nadat R. twee uur onafgebroken tegen me heeft gekletst, zegt ze plotseling: 'Nu mag je me niet meer storen, ik

moet me even concentreren.'

'Jij stottert met je ogen', zegt R., nu ik - net als vroeger - te pas en te onpas

lang en hevig knipper.

'Het ging wel lekker, het hardlopen', zegt R. terwijl ze in de keuken een mandarijntje staat te pellen. 'Je bent nog helemaal niet weggeweest,' zeg ik.'Ik kon het proberen', zegt ze en sjokt met hangende schouders naar de slaapkamer om zich om te kleden.

Veel van de mensen die wilden demonstreren tegen de vluchtelingen die hun huizen en banen inpikken, zijn niet op komen dagen omdat ze gewoon

naar hun werk moesten...

Ik ben vandaag soms een staand (|) maar net iets vaker een liggend (_)

streepje.

'Ik neem jou mee uit lunchen, hè? Dat is wat er nu gebeurt', zegt R. nadat we

een broodje hebben besteld bij het tentje om de hoek.

'Alsof we de kroeg uitkomen', zegt de man die in Undateables zijn date, een

vrouw die moeite heeft met het aansturen van haar spieren,

ondersteunt.

'So is she then also well again.'

We kijken naar The Voice.'Voor wie zou jij kiezen, als je kon zingen?' vraag ik R.'Voor Sanne', zegt ze, en neemt nog een pepernootje.'Vind je het niet erg dat ik zeg dat je niet kunt zingen?' vraag ik na een tijdje.'Zei je dat?''Ja.''Ik dacht dat je zei "als je mocht kiezen"?''Ik zei "als je kon zingen".''Wat gemeen.''Ja', zeg ik en ik lach er een beetje bij, maar het plezier dat ik had verwacht te voelen, blijft uit.

'Die dekselse pannen!' riep de chefkok verhit uit.

'I love you, joh!'

'Ik heb kleine billen', zegt het neefje. Dat klopt, hij is eerder op de avond bijna in de wc gevallen.Ik weet dat ik het niet moet vragen, maar ik doe het toch. 'En ik, wat heb ik?''Jij hebt grote billen.'

'Ik ben tegen haast, maar voor spoed.'

Kort voor het avondeten nog even heel veel chips naar binnen werken. Als kind droomde ik ervan en hé, nu doe ik het

gewoon!

Na een tijdlang wekelijks te hebben hardgelopen, stapte Herma alsnog over

op wandelen.

Er is een verhaal waar ik al duizenden woorden aan geschreven heb, maar het is het steeds nét niet. Het enige

stukje dat me nog wel bevalt is: "Boven gaan de lichten aan. De buurvrouw

gooit het badkamerraam open. ‘Live a little, Marga’, roept ze. ‘Live a little.’"Ik ben wel van plan het ooit nog af te

maken. Dat ben ik mezelf verschuldigd, en Marga trouwens ook.

Take it easy, Jet.

Vijf jaar geleden bezochten R. en ik mijn oom en tante in Spanje. We

huurden het goedkoopste autootje dat ze op de luchthaven van Alicante

hadden, het was een Smart. We deden er uiteraard samen mee, dat maakte

het tot een gedeelde Smart.

Ik vraag me af waarom Australiërs hun dochters 'Anna' noemen, om

vervolgens structureel 'Anner' te zeggen.

'Hm, zou hier dan een spoiler op zitten?' peins ik hardop als ik in de straat een agressief uitziende zwarte auto zie staan. 'Jazeker,' zegt R. en ze strekt haar arm al om hem aan te wijzen.'Nee,' roep ik net op tijd, 'niet verklappen!'

Ik heb nu in korte tijd twee mensen gezien met iets tussen een tablet en

een laptop in. Ik noem het de 'tablop'.

'Jij haalt het warme dekbed uit de kelder, hè?' zegt R. 'Nee, jij hebt het koud dus jij haalt het warme dekbed uit de kelder.'Ze is even stil.'Maar misschien haal jij het, hè? Want jij bent heel lief.''Nee nee, jij haalt het want jíj bent heel lief.''Jij bent liever.''Maar jij bent het liefst.''Nu doe je jezelf echt tekort,' zegt ze, 'jij bent echt het aller-, aller- maar dan ook allerliefst. Ik ken niemand die liever is dan jij. Echt. Zo lief als ik maar altijd plus 1.'Ik haal het dekbed.

'Even mijn oor tegen een deur drukken en kijken hoe dat voelt', zeg ik.

R. tikt onverstoorbaar door. Ze kijkt allang niet meer op van mijn

personages.

'Als je maar niet denkt dat het makkelijk ging', zegt R. als ze terugkomt van het hardlopen.'Nee,' zeg ik sussend, 'dat zou ik nooit denken.'Maar dat vindt ze dan ook weer niet leuk om te horen.

'Zo. Één pot nat', zegt R. als ze met een klap de pan soep op tafel zet.

'Zo heb ik altijd al oud willen worden', zegt R. als we onze jassen dichtritsen

voor een fietstochtje en een wandeling in het bos.

'Wacht, ik stuur je wel een mail', zegt de kamergenoot.Ik krijg een mail van de kamergenoot. De kamergenoot zegt: 'Ik heb je gemaild.'Zo'n dag.

Op de boekpresentatie kwamen maar weinig mensen af. Wat treurig voor de schrijver, dacht ik, al die lege stoelen

en dat wij hier in het publiek ook al die lege stoelen zien. Aan de andere kant, omdat we met zo weinig zijn, zijn er uiteindelijk ook maar weinig mensen

die zien dat we met zo weinig zijn. Dat is dan ergens toch een voordeel. Ja,

ergens is dat een voordeel.

Jaaa! Wat een goede ideeën heb ik soms toch! Bijvoorbeeld om een scherp

mes af te likken. Guker goek igee!

Woord van de dag: Koemelkallergietest.

Backstage vroeg één van de gevestigde schrijvers: 'Hoeveel mensen zijn er vanavond, schat je?'Ik kon het niet laten gaan. Ik zei: 'Ik ben je schatje niet.'Zijn vrouw moest daar hartelijk om lachen.

R. drukt haar neus tegen het raam. Het is net gaan regenen. 'Hè wat jammer,' glimlacht ze, 'nu kan ik niet hardlopen.'

"So be it dan maar."

'Ik ben aangeschoten en M. ook', zei ze.

Dat vond ik, gezien we op het punt stonden aan een voetbalwedstrijd te beginnen, een schitterend gegeven.

Term van de dag: Krasvaste lak.

Omdat elke gans precies even ver achter zijn voorganger vloog, leek het

vanmorgen of er een stippellijntje langs de hemel schoof.

Soms verstop ik zomaar dingen om heel hard 'warm' en 'koud' te kunnen

roepen terwijl R. ze zoekt. Zojuist bijvoorbeeld het varken van marsepein (in een ovenwant met boerderijprint).

R zegt: 'Ik geef er de Claudia de Brui aan.'

Na heel veel chocoladepepernootjes te hebben gegeten, schuift R. het blik

schuldbewust achter haar geopende laptop en zegt met volle mond: 'Uit het

oog, uit het zicht.'

Ik hou van strandvakanties: van vakanties waarin je zomaar ergens

kunt stranden.

Woord van de dag: Schepsnoep.

'Dan blazen we het af', zei de fanfareleider.

Ik heb voor het eerst in 8 jaar tijd een strakke broek aan.'Stokjes!' roept R. als ik uit de slaapkamer kom en klapt verheugd in haar handen.'Je krijgt een mandarijn en een halve sinaasappel door je yoghurt', zegt ze later.'We hebben ook peren', zeg ik.'Dat vind ik zo smerig.''Ja?''Net als kiwi. Ik wil mijn yoghurt alleen met rood of oranje fruit', zegt ze stellig.Wij zijn nog lang niet op elkaar uitgekeken.

'Ik moeder ook maar wat aan', zei mijn modder.

R. vindt dat ik veel klaag. Echt heel vervelend.

Ik heb een leuk idee voor een dik en wat treurig kinderboek over een

jongetje dat Alain heet. Ik noem het "Alain op de wereld".

'Alsjeblieb', zei de robot.

Om het alledaagse leven wat cachet te geven, hebben we het in huize Bouwer-

van L. niet meer over weekend maar over ‘mini-vakantie’. Ook over lange

autoritten zuchten we niet meer sinds we ze 'mini-roadtrips' noemen en in de

auto koffie drinken uit een dure thermoskan die mee zal gaan tot ver

na het pensioen.

Carlos was een redelijk bescheiden beroemdheid, hij had slechts één

sterallure.

Ik zet de koffie voor R. op tafel. Ze kijkt naast en achter het kopje, laat dan haar schouders hangen en zegt met

een piepstemmetje: 'Ben ik op dieet?'

Er was eens een vogel die me niet zo mocht. Toen ik zijn kooitje opende zei

ik: "De trut shall set you free."

'Dat scheelt toch een bol op een sokkel', zeiden de bouwers van het

Atomium, nadat ze het laatste onderdeel hadden geplaatst.

'En ze zette het op een hoesten.'

'Als ik eerlijk ben', zei Janet, 'vind ik het maar niks', waarop ze uitvoerig begon uit te leggen waarom ze het niks vond. Maar daarvan drong niets tot Ron door

want hij had verstaan 'als ik heerlijk ben' en moest zich nu bedwingen om

te niet uit te roepen: 'Je bent ook heerlijk, Janet! Je bent de heerlijkste

die ik ken.'

R. brengt toastjes. Nog voor het schaaltje op tafel staat, pak ik er één.'Zoooo,' zegt ze, 'alsof je uitgestorven bent.'

M. maakt een selfie met opa. Hij kijkt naar het schermpje in haar gestrekte arm. 'Wie is dat nou? Wanneer was

dat?'