De brandweerman 547 2015

52
Nr. 547 januari-februari 2015 91e jaargang Tijdschrift toelating gesloten verpakking verschijnt 5 x per jaar ISSN 1374-5867 2300 Turnhout Masspost Erkenningsnr. P 106052 V.U. Lt.-kol. Christian Addiers, Noorderlaan 69, 2030 Antwerpen / Afzender BVV, Heide 230, 3920 Lommel Te weinig aandacht voor de brandweer is spelen met vuur #10 Hygiëne bij brand #14 #42 Lichtfront

description

Tijdschrift voor brandweer - vakinformatie - Veiligheid - beroepsbrandweer - vrijwillige brandweer - brandweerman - brandweervrouw - brand

Transcript of De brandweerman 547 2015

Page 1: De brandweerman 547 2015

Nr. 547 januari-februari 2015

91e jaargang

Tijdschrift toelating gesloten verpakking

verschijnt 5 x per jaar ISSN 1374-5867

2300 Turnhout MasspostErkenningsnr. P 106052

V.U. Lt.-kol. Christian Addiers, Noorderlaan 69, 2030 Antwerpen / Afzender BVV, Heide 230, 3920 Lommel

Te weinig aandacht voor de brandweer is spelen met vuur #10

Hygiëne bij brand #14 #42 Lichtfront

Page 2: De brandweerman 547 2015

II

nr. 547 - 91e jaargang · ISSN 1374-5867

COLOFONAlle correspondentie en adreswijzigingenBVV Centraal secretariaatHeide 230, 3920 [email protected]

Website BVVwww.brandweervlaanderen.be

RedactieBart Vandenbussche en Cathy De [email protected]

Verantwoordelijke uitgeverVZ BVV Kol. Christian AddiersNoorderlaan 69, 2030 Antwerpen

FacturatieKol. Jan JorissenNorbert Neeckxlaan 21, 3920 [email protected]

Technische realisatieEVM Print De Koninckstraat 40 b17, 1080 Brussel02 240 44 11, [email protected]

Contactpersoon advertentiesBVV Centraal [email protected] 819158

AbonnementenJaarabonnement: € 30,00 + verzendingskosten

Oplage13.800 ex.

Teksten voor volgende nummers moeten ons bereiken:Nr. 548 voor 06/03/2015Nr. 549 voor 07/05/2015Nr. 550 voor 27/08/2015

CoverfotoPieter Maes (BW Brussel) - pietermaes.zenfolio.com

VormgevingArti·Tude - 0495 47 05 58

INHOUD#01 Column

#02 Algemeen Welkom in de zones - interview met

kol. Chris Addiers

Le nouveau BVV est arrivé

De BVV - Wat gebeurt er met jouw lidgeld?

De Brandweerman - versie 2015

#10 Te weinig aandacht voor brandweer is spelen met vuur

Interview met gouverneur Cathy Berx

#14 Hygiëne bij Brand

#20 Fire drag rescue pak voor de brandweer

#22 ICS (deel 3) Een gestructureerde aanpak van

grootschalige incidenten

#28 Tunnelbranden Brandproeven in de Craeybeckxtunnel

Brandveiligheid in ondergrondse infrastructuur

#42 Lichtfront

#44 Brandweer challenge HVZ Fluvia-post Waregem 2014

#47 Nieuwe brandweer-voertuigen in Vlaanderen

Page 3: De brandweerman 547 2015

1

#8

#10

#14

#22

#42

BRANDPUNTNeen, de wereld is niet stilgevallen op 1 januari 2015. Al leek

het in de weken daarvoor soms wel een millenniumbug

die op ontploffen stond, we hebben allemaal de overstap

gemaakt. Om nu te zeggen dat dit vlekkeloos verlopen is, dat

is misschien wel een brug te ver. Hoe dan ook zijn we nu in

‘hulpverleningszone’-modus.

Het zijn nog steeds dezelfde collega’s met wie we dagelijks

werken. We reageren nog altijd zo snel mogelijk op een oproep.

We geven nog steeds vertrouwen aan de burger.

Onze hulpverlenersmentaliteit is dezelfde gebleven.

Onze focus is echter wel aan het evolueren. De zones zijn een

feit en we richten ons nu meer naar samen werken, krachten

bundelen, informatie delen. Het staren naar het verleden brengt

ons immers geen stap vooruit. Onze sterkte, als hulpverlener, is

nu net dat we krachtig zijn in het oplossen van problemen in

moeilijke tijden. Wat de burger van ons verwacht, mogen en

moeten we ook van elkaar verwachten. Laten we ons daarin niet

vastrijden en met open vizier en met een open geest, resoluut

kiezen voor de nieuwe kansen.

Om dit proces te laten slagen dragen we een collectieve

verantwoordelijkheid. Noch de beroepsbrandweer, noch de

vrijwillige brandweer, noch de brandweer tout court kan een

krachtige hulpverlening alleen organiseren. Daarom is het

noodzakelijk dat we correcte en toekomstgerichte keuzes

maken en die als zodanig overbrengen en verdedigen naar het

beleid. Onze aspiraties mogen gerust wat hoger liggen. Inzake

vorming en realistisch trainen, inzake begeleidende maatregelen

voor een gepaste fysieke conditie, inzake het uitrukken met de

meest adequate middelen (SAH), inzake kennisdeling en inzake

innovatieve ontwikkelingen.

De startende hulpverleningszones hebben daarbij recht op een

eerlijke kans en een ambitieus meerjarenbeleid.

Kol. Christian Addiers

Voorzitter BVV

Page 4: De brandweerman 547 2015

2

WELKOM IN DE ZONESinterview met kol. Chris Addiers

1 januari 2015 was een historisch keerpunt voor de Belgische brandweer. Hulpverleningszones nemen nu

de plaats in van de dikwijls meer dan 100-jarige gemeentelijke brandweerdiensten. Welkom in de zones,

zo startte de nieuwjaarsboodschap van BVV voorzitter Chris Addiers. Want of je er nu gelukkig mee bent

of niet, de zones zijn een feit. Tijd om even terug en vooruit te blikken.

De brandweerman: 2014 was voor de brandweer een bewo-

gen jaar. Hoe kijkt u daarop terug?

Chris Addiers: 2014 was voor de brandweer inderdaad een

rollercoaster van begin tot einde. In de eerste helft van het

jaar raakten, na een zeer chaotische periode, de finale tek-

sten van de nieuwe KB’s bekend. De gevolgen op financieel,

organisatorisch en menselijk vlak werden pas in de tweede

helft helemaal duidelijk. Op dat moment moest nog alles in

gereedheid gebracht worden om de zones op 1 januari 2015

te laten starten. De pre-zones moesten met beperkte midde-

len en bevoegdheden een hele organisatie uittekenen, zon-

ecommandanten selecteren, budgetteringen maken voor de

komende jaren, de overdracht van materieel en contracten

regelen én het allerbelangrijkste, hun medewerkers informe-

ren. Door de vele mogelijke interpretaties en complexiteit

van de nieuwe wetgeving, was dat een bijzonder moeilijke

klus, zodat het bezorgen van de juiste informatie pas op het

allerlaatste moment mogelijk was. Dit leidde dan weer op be-

grijpelijk onbegrip bij de basis.

De grote verdienste van de vorige minister was dat ze het

eindelijk aandurfde de brandweerhervorming er door te

drukken. Maar de snelheid waarmee dit allemaal moest ge-

realiseerd worden, heeft de hervorming op zich geen goed

gedaan.

De brandweerman: Hoe heeft de BVV dit allemaal verteerd?

Chris Addiers: Ook voor de BVV was dit een hectisch jaar. We

werden geconfronteerd met wetteksten die onvoldoende tot

geen rekening hadden gehouden met onze eigen voorstellen.

Er was heel weinig tijd om de teksten te lezen en opmerkin-

gen te formuleren. BVV werd enkel in november 2013 twee

keer aan de onderhandelingstafel uitgenodigd. Daarna wer-

den er geen plenaire vergaderingen meer georganiseerd en

verliep alles opgesplitst: vakbonden, federaties (2 keer) en in-

dividuele personen werden apart op het kabinet uitgenodigd.

Toch stonden we en staan we als BVV nog altijd achter het

idee van de hervorming. Via het maandelijks overleg met de

zonecoördinatoren, hebben we geprobeerd om als Vlaamse

brandweer om met één stem te spreken. Meteen was dit ook

een gelegenheid best practices uit te wisselen en had het een

“therapeutisch” effect voor de coördinatoren, die met een be-

perkt mandaat een heel ondankbare taak moesten uitvoeren.

Ondertussen hebben we ook de BVV zelf kunnen verande-

ren. We zetten nu meer in op communicatie en interactie

met de alle gelederen van de brandweer.

We hebben ook onze eigen statuten veranderd Onze orga-

nisatie beantwoordt nu aan de nieuwe zonestructuur en we

zijn beter vertegenwoordigd vanuit alle kaders, zowel be-

roeps als vrijwilligers.

De brandweerman: Wie zijn de grote winnaars en verliezers

in deze hervorming?

Chris Addiers: Bekijken we het even los van onze mensen,

dan denk ik dat de grote winnaar op termijn wel de burger

is. Het werken in grotere gehelen en het loskoppelen van de

plaatselijke belangen, zullen de zones in staat stellen stevig

in te zetten op hun nieuwe taken. Meer aandacht voor pre-

ventie, preparatie en nazorg en een meer adequate organisa-

tie van de interventies, zullen de veiligheid van eenieder ten

goede komen.

Wat betreft het personeel, is het hervormingsverhaal heel ver-

scheiden. Sommigen gaan er qua verloning substantieel op

Page 5: De brandweerman 547 2015

3

vooruit, anderen amper. Vooral de rekruten en mensen die

dagdiensten draaien, maken een hele grote sprong, aangezien

ze meegenieten van de operationaliteitspremie. Al hadden

we als BVV hier liever gezien dat er ook een meer realistische

spanning zou zitten op deze operationaliteitspremie en premie

voor onvoorziene prestaties. Er is nu eenmaal een verschil tus-

sen iemand die wacht op de kazerne moet doen en diegene

die beschikbaar is voor interventies. Het werd nog moeilijker

uit te leggen toen bleek dat er helemaal geen operationaliteit

of onregelmatige prestaties aan gekoppeld werden.

“ De grote verliezers zijn de mensen die vrijwilliger en beroeps zijn in eenzelfde zone.”

De grote verliezers zijn de mensen die vrijwilliger en beroeps

zijn in eenzelfde zone. En dit enkel om administratieve rede-

nen. Er zijn immers alleen maar zinvolle argumenten om de

bestaande cumul aan te houden. Bijzonder tragisch is het ook

voor de vrijwilligers die een graad van onderofficier of officier

nu moeten opgeven omdat ze kiezen voor hun professio-

nele carrière in een lagere graad. Dit is voor de brandweer

een enorm verlies aan kennis en ervaring. Als BVV blijven

we lobbyen om daar op zijn minst een uitdovend scenario

voor uit te werken waardoor de combinatie mogelijk blijft.

Daarnaast zijn er tussen de 12 000 Vlaamse brandweerlieden

altijd nog een aantal mensen die ergens uit de boot vallen,

zowel naar verloning als naar mogelijke bevordering. Hier

zijn we geconfronteerd geweest met een andere visie op

personeelsbeheer. In Vlaanderen geldt al lang competentie

als uitgangspunt. In Wallonië, maar ook federaal, is alles nog

dogmatisch georganiseerd op basis van diploma’s, brevetten

en jaren anciënniteit. Met als pervers effect dat verdienstelij-

ke en competente medewerkers niet opgewaardeerd wer-

den en anderen een hogere graad/verloning kregen waar je

je grote vragen bij kon stellen.

BVV richt hier haar hoop op de nieuwe minister van Binnen-

landse Zaken om snel werk te maken van een aantal repara-

tiebesluiten.

De brandweerman: Bij de manschappen leeft het idee van ‘de

officieren die vooral voor zichzelf gezorgd hebben’ …

Chris Addiers: Dat is een gevolg van het grote aantal majoors

en kolonels die plotseling op de proppen komen. De reduc-

tie van 6 naar 4 officiersgraden is op zich verdedigbaar en

past binnen de nieuwe organisatiecultuur. Maar men had er

nooit de graden aan mogen koppelen die er nu zijn. Dat was

trouwens ook nooit door BVV gevraagd geweest. Had men

ze verder onderluitenant, luitenant, kapitein en majoor ge-

noemd, dan was de commotie nooit zo groot geweest.

Nu denken veel mensen dat de lonen evenredig geste-

gen zijn met die nieuwe graden, hoewel dat niet klopt. Net

als elke brandweerman stappen de officieren in de eerst-

volgende weddeschaal die hoger ligt dan hun huidige.

Op termijn zal het ontstane onevenwicht zichzelf wel op-

lossen. Nieuwe opleidingen en bevorderingsexamens zul-

len er voor zorgen dat alleen de meest geschikte personen

nog zullen doorstromen. De eisen die gesteld worden op

beheers- en bestuurlijk vlak liggen dan ook merkelijk hoger

dan in het verleden. Naast het hebben van operationele vaar-

digheid, om complexe crisissituaties te kunnen beheren en

coördineren, moeten het ook bekwame bestuurders zijn.

De brandweerman: Wat zijn de uitdagingen voor 2015?

Chris Addiers: Elke zone moet zijn plaats vinden en maximaal

inzetten op het veranderingstraject: Samenwerken met ver-

schillende posten, aanpassen aan een nieuwe bevelstructuur

en politieke voogdij, de overdracht van middelen en overeen-

komsten verder afhandelen. Dit zal al een grote brok energie

vergen, zodat we drastische organisatorische initiatieven dit

jaar dan ook niet mogen verwachten.

Daarnaast verwachten we ook nog veel van de federale over-

heid. Het KB opleidingen is dringend nodig. Dit is het eigen-

lijke sluitstuk van de hervorming en is nodig om de oplei-

dingen, bevorderingen, enz. die in het administratief statuut

beschreven staan ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren.

We verwachten ook een oplossing voor het prangende

DGH-vraagstuk. De brandweer blijft bereid om mee de DGH

te helpen verzorgen, maar dan moeten er duidelijke afspra-

ken komen rond de financiering van deze dienstverlening.

Verder verwachten we van de overheid een intense begelei-

ding bij het implementeren van de hervorming en aandacht

voor de tekortkomingen van de nieuwe statuten.

Wat de BVV betreft, blijven we constructief meewerken en

proberen we oplossingen aan te reiken. Als één van de part-

ners in de begeleidingscommissie, zullen we steeds inzetten

op zaken in het statuut die onrechtvaardig zijn of het ons or-

ganisatorisch moeilijk maken.

Daarnaast zetten we uiteraard het streven naar een goede

brandweerzorg, onze hoofdtaak, voort. Dit gaat veel verder

dan de statutaire discussie. Het heeft betrekking op alle as-

pecten van de brandweer: materieel, procedures, organisa-

tie, opleiding, welzijn … De rode draad blijft daarbij altijd de

veiligheid van onze mensen.

Interview: Bart Vandenbussche

Foto

: St

efa

n D

ew

icke

re

Page 6: De brandweerman 547 2015

Emergency vehicles, special vehicles and equipment for fire fighting, police and medical intervention.

Somati Vehicles NV • Industrielaan 17a (Zuid III) • 9320 Erembodegem

T +32 53 83 16 16 • F +32 53 84 06 86 • [email protected] • www.somativehicles.com

Somati VEHiCLES heeft meer dan 40 jaar ervaring in binnen- en buitenland in het leveren en onderhoud van brandweermaterialen, brand-weervoertuigen, politievoertuigen en utilitaire voertuigen, evenals ziekenwagens en MUG voertuigen zowel voor brandweer als de meest gerenommeerde ziekenhuizen.

Het ontwerpen van de wagen gebeurt in nauwe samenwerking met de eindklant. Hierbij heeft deze steeds inspraak in de gebruikte materialen, indeling en montagemogelijkheden.Alvorens de productie te starten, kan men de wagen in een 3D tekening bekijken.

Somati VEHiCLES is ISO 9001:2008 gecerti-ficeerd waardoor wij een perfecte afhandeling en after-service kunnen garanderen.

www.somativehicles.comIndustrielaan 17A (Zuid III) I B-9320 Erembodegem

tel +32 (0)53 83 16 16 I fax +32 (0)53 84 06 86 [email protected]

vehicles

Emergency vehicles, special vehicles and equipment for � re � ghting, police and medical intervention.

Somati Vehicles NV • Industrielaan 17a (Zuid III) • 9320 Erembodegem

T +32 53 83 16 16 • F +32 53 84 06 86 • [email protected] • www.somativehicles.com1231_300X160_Somati_Vehicles.indd 1 20/11/14 14:27

Page 7: De brandweerman 547 2015

5

LE NOUVEAU BVV EST ARRIVÉ

De BVV 3.0 is een feit. Eind 2014 werden de statuten van onze eerbiedwaardige vzw gewijzigd.

Sinds jaren bestond de BVV uit vertegenwoordigers vanuit de provinciale bonden. Dit ging dan meestal om de plaatselijke

dienstchefs. Expertise genoeg, maar het draagvlak was te smal.

BVV staat voor een goede brandweerzorg in Vlaanderen. Hiervoor zijn we met 12 000 mensen, die zich dag en nacht inzet-

ten. Tussen die 12 000 man/vrouw zit er genoeg volk met expertise en de wil om verantwoordelijkheid op te nemen. Daarom

wilden we ons draagvlak verbreden.

Vanuit elke zone worden mensen afgevaardigd naar de nieuw op te richten provinciale afdelingen. Dit zijn zowel basis-, mid-

den- als hogere kaders, en zowel beroeps als vrijwilligers. De provinciale afdelingen vaardigen dan mensen af naar de algeme-

ne vergadering en de raad van bestuur van onze vzw.

Daarnaast zijn ook de zonecommandanten vertegenwoordigd, om voeling te houden met en sterk te staan naar het beleid.

Nieuw is ook de integratie van de Brusselse brandweer en de bedrijfsbrandweer. Samen staan we sterk.

Emergency vehicles, special vehicles and equipment for fire fighting, police and medical intervention.

Somati Vehicles NV • Industrielaan 17a (Zuid III) • 9320 Erembodegem

T +32 53 83 16 16 • F +32 53 84 06 86 • [email protected] • www.somativehicles.com

Somati VEHiCLES heeft meer dan 40 jaar ervaring in binnen- en buitenland in het leveren en onderhoud van brandweermaterialen, brand-weervoertuigen, politievoertuigen en utilitaire voertuigen, evenals ziekenwagens en MUG voertuigen zowel voor brandweer als de meest gerenommeerde ziekenhuizen.

Het ontwerpen van de wagen gebeurt in nauwe samenwerking met de eindklant. Hierbij heeft deze steeds inspraak in de gebruikte materialen, indeling en montagemogelijkheden.Alvorens de productie te starten, kan men de wagen in een 3D tekening bekijken.

Somati VEHiCLES is ISO 9001:2008 gecerti-ficeerd waardoor wij een perfecte afhandeling en after-service kunnen garanderen.

www.somativehicles.comIndustrielaan 17A (Zuid III) I B-9320 Erembodegem

tel +32 (0)53 83 16 16 I fax +32 (0)53 84 06 86 [email protected]

vehicles

Raad van zone-

commandanten(incl. DBDMH)

21Zoco’s

+ DBDMH

51 zoco per provincie

Leden BVV

Provinciale afdelingen BVV

405 Lim - 5 VB -

10 Ant - 10 OV - 10 WV

132 Lim - 2 VB -

3 Ant - 3 OV - 3 WV

BVV Expertise

cellen

8Senioren

cellen

Afvaardiging zonder

stemrecht in functie van

de agenda

1 voorzitter2 ondervoorzitters

1 penningmeester (mag extern)directeur (extern)

BRW Brussel

NL

Lokale VZW

3BRW

Brussel

1Brussel

BedrijfsBRW

Eigen keuze

3Bedrijfs

BRW75

1Bedrijfs

BRW20

dé b

rand

weer

AVRV

BDB

Foto: Pieter Maes

Page 8: De brandweerman 547 2015

6

DE BVVWat gebeurt er met jouw lidgeld?

Extra verzekering (K.N.K.O.H.)

Ieder lid van de BVV is bijkomend verzekerd via onze Konink-

lijke Nationale Kas van Onderlinge Hulp der Brandweerlie-

den. Bij blijvende invaliditeit of overlijden in bevolen dienst,

betaalt deze kas een extra bedrag uit aan jou als brandweer-

man/vrouw of je nabestaanden.

Expertise

In verschillende cellen en werkgroepen komen vakexperten

samen van over heel Vlaanderen. Zij werken aan veiligere

procedures, beter materieel, kledij, volgen de nieuwe pre-

ventiewetgeving …

Er zijn acht vaste cellen. Daarnaast zijn er werkgroepen die

ad hoc worden samengesteld. Veiligheid staat altijd centraal.

Onze vaste cellen zijn: personeel en administratie, opleiding,

logistiek, materieel, preventie, DGH, welzijn op het werk. De

werkgroepen: duikers, redden op hoogte, wespenverdelging …

Het resultaat van deze cellen vind je terug in nieuwe oplei-

dingen, nieuwe kledij, betere procedures …

Tijdschrift, Facebook, Twitter …

Ieder lid krijgt vijf maal per jaar het vaktijdschrift ‘de brand-

weerman’, dé referentie voor brandweer en hulpverlening in

België. Zo blijf je steeds up to date met je vak en houd je de

vinger aan de pols van de snel evoluerende brandweerwe-

reld. Voor snelle informatie, volg ons op Facebook en Twitter.

Opkomen voor jouw belang

BVV is geen vakbond of belangenorganisatie van één bepaal-

de groep. We komen dus niet op voor individuele belangen.

We komen wel op voor het brandweerpersoneel als geheel,

in functie van een goede brandweerorganisatie. Elke brand-

weerman/vrouw, beroeps of vrijwilliger, staat hierbij op zelf-

de voet. BVV ijvert voor een zo’n goed mogelijk statuut.

Samen met jou

BVV is direct aanspreekbaar. Contacteer ons via Facebook of

e-mail. Vragen, suggesties of advies, we geven zo vlug mo-

gelijk een reactie.

Vanuit elke zone kun je vertegenwoordigers kiezen voor de

provinciale afdelingen van de BVV. Vandaaruit worden men-

sen afgevaardigd naar de algemene vergadering.

Graad of statuut speelt geen rol.

Congres

Het jaarlijkse brandweercongres is hét evenement voor elke

brandweerman. Honderden collega’s komen samen voor

boeiende demonstraties, lezingen over actuele brandweer-

vraagstukken, de nieuwste voertuigen en technologische

snufjes. Leden hebben steeds 50 % korting.

Ledenvoordeel

Doordat we als brandweer een grote familie vormen, bieden

bedrijven onze leden verschillende kortingen aan: mobistar,

pretparken, sportclubs, andere … Meld je aan op de website,

en ga naar ‘Diensten’ - ‘Speciale acties voor leden’.

Samenwerking en lobbywerk

Vóór alles staat BVV voor een goede samenwerking tussen

de zones. Ook werken we samen met onze Franstalige col-

lega’s en andere hulp- en veiligheidsdiensten.

BVV formuleert standpunten en verdedigt die naar andere

partners. Bij beleidsmakers lobbyt BVV om de belangen van

de brandweer te verdedigen. De BVV is ten slotte ook ver-

tegenwoordigd in verschillende internationale brandweeror-

ganisaties.

Verzekering, tijdschrift, lidkaart en diensten kosten maar 18 euro per jaar. De meeste zones maken je automatisch lid.

Doet je zone dit niet, neem dan geen risico en maak jezelf lid via [email protected].

Page 9: De brandweerman 547 2015

Vaste vluchtladders (ook bruikbaar als dienstladder). • Met of zonder beschermingskooi. • Met of zonder uitschuifbare ladderbasis met tegengewichten. • Met of zonder toegangsbalkons. • In geanodiseerd of blank aluminium, schroeven en bouten in rvs.

Diverse andere oplossingen• Balkonladder, telescopische vluchtladder voor evacuatie uit flatge-

bouwen met overhangende balkons.• Jomiro, zelfremmend afdaaltoestel voor individuele evacuatie wan-

neer er geen collectieve evacuatie beschikbaar is.• Wij produceren op maat. Contacteer ons vrijblijvend voor speciale

vragen of advies.

Noodtrappen• Maatwerk, in functie van gebouw en veiligheidseisen.• Zelfdragend of opgehangen aan de façade. • Met of zonder ophaalbare traparm.• In hoogwaardig aluminium, met rvs verbindingselementen. • Onderhoudsvrij, met zeer lange levensduur.

Uitklapbare noodladders• Zeer discreet, in de vorm van

een regenafvoer.

• Ogenblikkelijke opening vanaf elk gewenst evacu-atieniveau.

• Beveiligd tegen inbraak en ongewenst gebruik.

• Betrouwbaar met meer dan 10.000 goed functionerende installaties.

• Met valbescherming voor veilig werken op hoogte als optie.

Evacuatie bij brand, onze specialiteit

de Broquevillelaan, 274B-1200 BrusselTel 02 771 13 72Fax 02 771 78 44

Rue Bourgogne, 20B-4452 JuprelleTel 04 278 55 12Fax 04 278 26 75

[email protected]

®

JOMY_502.indd 1 20-03-2006 15:16:03

Page 10: De brandweerman 547 2015

8

DE BRANDWEERMANVERSIE 2015

De Brandweerman is hét vakblad voor elke Vlaamse pompier. Deze vernieuwde editie van

De Brandweerman ligt helemaal in de lijn van de vernieuwing die de BVV heeft ondergaan.

We staan kritisch en onafhankelijk tegenover alles wat er op brandweer- en hulpverleningsvlak gebeurt.

Alle meningen en opinies komen aan bod. Met dit tijdschrift willen we in dialoog treden met onze leden.

De verlengstukken hiervoor vind je op Facebook, twitter en www.brandweervlaanderen.be. Liken!

Hoofddoel blijft nog altijd de brandweerman te informeren

over nieuwe inzichten, procedures of materieel. Altijd met

het aspect arbeidsveiligheid dat over de schouders meekijkt.

Daarom draagt dit tijdschrift bij tot vakbekwame brandweer-

lui, zorgt het voor onderlinge verbondenheid en eenduidig-

heid in handelen. En er blijft nog ruimte voor wat folklore:

een nieuwe kazerne of geslaagde liefdadigheidsactie.

5 maal per jaar, kun je dus rekenen op jullie nieuwe lijfblad.

Voor de geavanceerde brandweermannen en –vrouwen on-

der ons: 2 weken na de papieren versie vind je ook de digitale

versie terug op onze website.

EEN BEWOGEN GESCHIEDENIS

“De Brandweerman” kent een bewogen geschiedenis.

In 1912 verscheen de eerste “Le Pompier Belge” (een twee-

talig tijdschrift, met een Franstalige titel), dat echter reeds in

1913 veranderde in “De Belgische Brandweerman”. In 1920

verscheen “De Pompier van West-Vlaanderen”.

Vanaf 1937 werd “De Pompier” gedrukt door Drukkerij Mo-

reels, waarvan de eigenaar gepassioneerd vrijwillige brand-

weerman was. De eerste artikelen richten zich van in het

begin op het delen van kennis en de veiligheid van de brand-

weerlieden. “De Pompier” won echter zo aan populariteit, dat

dit een eerste naamsverandering met zich meebracht: “De

Westvlaamse Brandweerman” zag het levenslicht in 1960.

De aanzet voor het tijdschrift in zijn huidige vorm is gegeven

in 1999, toen “De Belgische Brandweerman” en “De West-

vlaamse Brandweerman” opgingen in één tijdschrift “De

Brandweerman”, met toen nog provinciale katernen, onder

redactie van de huidige zonecommandant Donald Withouck

(Zone Midwest) en met als drukker Drukkerij Moreels, waar de

fakkel intussen was doorgegeven aan zoon Jan Moreels, ook

vrijwillig brandweerman, die met evenveel schwung samen

met Donald Withouck voor de inhoud zorgden.

Nu, in 2015, krijgt ‘De Brandweerman’ een nieuwe heden-

daagse look! De huidige ‘Brandweerman’ dankt echter zijn

bestaan en zijn reputatie aan de pioniers Hugo Willekens,

Donald Withouck en Drukkerij Moreels, en kan verder bou-

wen op hun fundamenten.

DE GROENE BRANDWEERMAN

Jawel, ook wij zijn groen. 5 maal per jaar worden zo’n 13 500

exemplaren van dit tijdschrift gedrukt. En vanaf deze editie

gebeurt dat zo groen mogelijk.

Groene stroom: De drukkerij heeft een zonnecentrale van

meer dan 23 000 m². Deze voorziet in CO2-neutrale energie.

Groene inkt: Er wordt gedrukt met 100 % plantaardige inkten.

Daarnaast wordt het waterverbruik tijdens het productiepro-

ces met meer dan 80 % gereduceerd t.o.v. de traditionele

productie.

Ten slotte wordt ook het gebruik van het gevaarlijke isopro-

pylalcohol (IPA) gereduceerd tot minder dan 2,5 %. Sorry

I- en AGS’ers: de kans dat je met dit goedje een incident te

verwerken krijgt, wordt weer een stukje kleiner.

Papier: het papier van dit tijdschrift is FSC-gecertificeerd. Je

kent het misschien van je hout-aankopen. Het hout dat af-

komstig is voor de productie van het papier wordt verkregen

uit duurzaam bosbeheer.

Page 11: De brandweerman 547 2015

9

Nr. 547 januari-februari 2015

91e jaargang

Tijdschrift van BrandweerVereniging Vlaanderen v.z.w.

Tijdschrift toelating gesloten verpakking

verschijnt 5 x per jaar ISSN 1374-5867

2300 Turnhout MasspostErkenningsnr. P 106052

V.U. Lt.-kol. Christian Addiers, Noorderlaan 69, 2030 Antwerpen / Afzender BVV, Heide 230, 3920 Lommel

Nieuwe BVV #5 Brandproeven in de Craeybeckxtunnel #28 #42 Lichtfront

Page 12: De brandweerman 547 2015

10

TE WEINIG AANDACHT VOOR

BRANDWEER IS SPELEN MET VUUR

Interview met gouverneur Cathy Berx

Antwerpse provinciegouverneurs hebben een traditie als het op civiele veiligheid aankomt.

“Te weinig aandacht voor de brandweer is spelen met vuur” vertrouwde de toenmalige gouverneur

Kinsbergen 35 jaar geleden de provincieraad al toe. We kennen allemaal zijn opvolger Paulus, die met

zijn commissie de grote lijnen van de brandweerhervorming heeft uitgetekend. En nu is er dus Cathy Berx.

Haar jaarlijkse openingsrede viel ons op, omdat ze integraal gewijd was aan brandweer en

dringende geneeskundige hulpverlening. De Brandweerman was gevleid.

Een interview met een begeesterde provinciegouverneur …

De Brandweerman: Wat is de rol van de provincie, en dan in

het bijzonder de provincie Antwerpen in hervorming van de

brandweer en de problematiek van de Dringende Genees-

kundige Hulpverlening?

Cathy Berx: De provincie Antwerpen wordt dikwijls gezien en

vaak benijd als dé pionier in België en zelfs in Europa op het

vlak van brandweerzorg en rampenbestrijding. Deze reputa-

tie dankt ze in grote mate aan een goed samenspel tussen de

Provincieraad en de deputatie, die bereid waren om door-

dacht te investeren en de gouverneur die over heel wat be-

voegdheden en verantwoordelijkheden beschikt op het vlak

van civiele veiligheid.

Het is mijn ambitie dat in de toekomst zo te houden. Precies

op het terrein van zowel de politie, justitie als de brandweer,

zijn vergelijkbare tendensen naar schaalvergroting merkbaar

zijn. Het lijkt paradoxaal, maar ik sluit niet uit dat, op termijn,

uitgerekend de provincie de meest aangewezen geografische

schaal zal blijken voor de realisatie van heuse en congruente

veiligheidsregio’s. Goed inspelen op deze maatschappelijke

evolutie is de grootste dienst en steun die we als provincie

Foto: Yoni Proost

Page 13: De brandweerman 547 2015

11

kunnen bieden, niet alleen aan de diverse hulpdiensten en

disciplines, maar ook aan de steden en gemeenten én last

but not least aan de bevolking. Maar eerst moeten de nieuwe

Hulpverleningszones uitgroeien tot een succes.

De Brandweerman: U sprak in uw rede over drie grote uitda-

gingen. Een ervan is de uitvoering van de complexe brand-

weerhervorming.

De overgang van gemeentelijke korpsen naar zogenaamde

Hulpverleningszones moet worden gerealiseerd in een con-

text van besparingen op alle beleidsniveaus.

Door een samenloop van omstandigheden zijn de kosten

voor brandweerzorg in de voorbije jaren sterk gestegen: er

is veel geïnvesteerd. Bovendien mogen de beschermende

gemeenten, door wetswijzigingen, veel meer kosten doorre-

kenen dan in het verleden. Het deel van de onkosten die de

beschermde gemeenten moeten terugbetalen ligt dus veel

hoger dan ooit gedacht. Daarbovenop komt deze afrekening

van het verleden op het slechtst mogelijke moment voor de

beschermde gemeenten.

Alle zones in de Provincie Antwerpen zijn erin geslaagd om

onderling tot een overeenkomst te komen zodat ik niet werd

verplicht om zelf en “van bovenaf” de dotaties vast te stel-

len. Deze prestatie illustreert dat er voldoende realiteitszin en

vertrouwen is om van deze hulpverleningszones te maken

wat ze moeten zijn: het niveau dat bestuurlijk moet instaan

voor de goede organisatie van adequate hulpverlening aan

burgers in nood.

De Brandweerman: Naast schaalvergroting is ook de snelste

adequate hulp een van de kernprincipes van de brandweer-

hervorming.

Cathy Berx: Elke burger in nood moet inderdaad snel en ade-

quaat worden geholpen.

Dat heeft o.m. tot gevolg dat deze hulp niet altijd de gren-

zen van de hulpverleningszones volgt. Jammer genoeg drei-

gen financiële overwegingen dit kernprincipe te ondermij-

nen. Recent nog blokletterde De Standaard: “Vlaamse rand

moet betalen voor Brusselse brandweer”. Het principe van

de “Snelste Adequate Hulp” toepassen zal dus financiële ge-

volgen hebben. De vraag rijst nu wie die interventies buiten

de zone zal betalen. Hier zijn veel realiteitszin, pragmatisme,

redelijkheid en vooral solidariteit geboden. Zonder de nodi-

ge omkadering en bijsturing kan het zonder meer betalend

maken van de toepassing van het principe van de SAH de

bereidheid van de zones om zowel operationeel als bestuur-

lijk over de grenzen heen te kijken hypothekeren of minstens

verkleinen. Het kan bovendien leiden tot perverse investe-

ringsbeslissingen met verspilling van gemeenschapsgeld tot

gevolg. Als dat gebeurt, wordt één van de meest cruciale pij-

lers van de hervorming vakkundig onderuit gehaald, nog voor

de zonale werking op kruissnelheid raakt.

Dat de Minister van Binnenlandse Zaken, Jan Jambon een

regeling uitwerkt die de facturatie bij gebrek aan akkoord, zal

vastleggen, is dan ook zeer welkom nieuws.

De Brandweerman: Hoe zit het met het nieuwe statuut van

de brandweerman?

Cathy Berx: Het nieuwe statuut stroomlijnt de aanwervings-

en bevorderingsvoorwaarden voor alle graden en dat zelfs

over de graden heen. Mobiliteit tussen posten en kaders

wordt dus eindelijk mogelijk. Opwaartse mobiliteit blijft een

zeer belangrijke motivatiefactor voor het veiligheidsperso-

neel want zorgt ervoor dat de bekwaamste mensen sneller

doorgroeien. De hele organisatie vaart daar wel bij.

Maar te strikte bepalingen rond graadanciënniteit kunnen

ook een rem inhouden voor opwaartse mobiliteit. Steengoed

of niet: iedereen die carrière wil maken bij de brandweer zal

dat stap voor stap moeten doen en soms zelfs ter plaatse

halt moeten houden zolang er geen ruimte is om de nodige

anciënniteit op te bouwen. Dit kon allicht ambitieuzer en dus

beter.

De Brandweerman: Hoe ziet u de rol van de vrijwilliger in de

toekomst?

Cathy Berx: Het belang van vrijwilligers kan niet worden

overschat. Behalve in de groot - en centrumsteden vormen

zij het kloppend hart van de brandweer. Meer dan 80 % van

de brandweerlieden zijn vrijwilligers.

Een van de belangrijkste uitdagingen blijft dan ook: hoe be-

houden én versterken we de betrokkenheid van de lokale

vrijwilligers bij “hun” post. De noodzaak aan uniforme ope-

rationele en andere procedures verzoenen met voldoende

ruimte voor een lokale inbreng en aanpak blijft één van de

meest kritische succesfactoren van de hervorming. De mate

waarin vrijwilligers zich blijven engageren binnen en voor

Page 14: De brandweerman 547 2015

12

“hun” brandweer is voor mij één van de indicatoren om het

welslagen van de hervorming te meten.

De Brandweerman: Komt er sowieso niet meer druk te liggen

bij de vrijwilliger?

Cathy Berx: “Vrijwilligheid” betekent allerminst “vrijblijvend-

heid”. Een brandweerdienst kan maar werken als ze ook echt

kan rekenen op haar vrijwilligers. En dus zijn hefbomen nodig

om een zekere “opkomst – en uitrukplicht” te waarborgen.

Bovendien maken vlammen en rook geen onderscheid tus-

sen beroeps of vrijwilligers. Beiden staan bloot aan dezelfde

gevaren. Dit heeft een grote impact op vlak van opleiding en

nascholing. De afgelopen 10 jaar lieten maar liefst 23 Belgi-

sche brandweerlieden het leven in bevolen dienst. Met die

cijfers scoort België in vergelijking met andere landen heel

slecht. Het is dan ook meer dan terecht dat het nieuwe sta-

tuut voorziet in extra verplichte opleiding en training, in het

bijzonder ook voor vrijwilligers. Ik hoop alvast dat men bij

de ambitie uit het regeerakkoord om het statuut van en de

opleidingsvereisten voor vrijwilligers beter in evenwicht te

brengen met de uitoefening van een hoofdberoep, voldoen-

de oog blijft hebben voor de arbeidsveiligheid. Levens redden

mag nooit levens kosten!

“ De mate waarin vrijwilligers zich blijven engageren binnen en voor “hun” brandweer is voor mij één van de indicatoren om het welslagen van de hervorming te meten.”

De Brandweerman: Naast de hervorming sprak u in uw rede

ook over de zorgwekkende problematiek van de Dringende

Geneeskundige Hulpverlening.

Cathy Berx: Het blijft moeilijk te vatten dat één van de meest

kritieke functies in de samenleving, de meest verwaarloosde

dreigt te worden.

De huidige organisatie van de Dringende Geneeskundi-

ge Hulpverlening staat al jaren onder druk door de struc-

turele onderfinanciering door de FOD Volksgezondheid.

Een eventuele, op zich verdedigbare, verstrenging van

de opleidingsvereisten van het personeel dat instaat voor

de Dringende Geneeskundige Hulpverlening én de over-

dracht van de verantwoordelijkheid voor de organisatie

van de DGH naar de zonale brandweer, zullen de druk op

de organisatie van de DGH alleen maar doen toenemen.

Die overdracht in tijden van schaarste leidt er immers toe dat

gemeenten zónder ambulancedienst de structurele opname

van de ambulances bij de brandweer in de zone steeds luider

in vraag stellen. Voor hen is de inbedding van de functie van

de Dringende Geneeskundige Hulpverlening binnen de zone

een extra kost waarmee ze nooit rekening hadden gehouden.

Zij percipiëren dat ook zo. Solidariteit tussen de dichtbevolk-

te en de meer landelijke gemeenten blijft ook hier cruciaal.

Binnen een adequaat beleidskader kan de Dringende Ge-

neeskundige Hulpverlening in grote steden of stedelijke ker-

nen rendabel worden georganiseerd, zeker als de DGH kan

worden gecombineerd met het zogenaamd niet-dringende

ziekenvervoer. In de landelijkere gebieden is dit niet het geval

zodat een overheid de niet-rendabele Dringende Genees-

kundige Hulpverlening moet blijven waarborgen.

Daarom lanceer ik hier de oproep om, in navolging van en

in analogie met de hervorming van de brandweer, ook een

commissie voor de hervorming van de Dringende Genees-

kundige Hulpverlening op te richten waarin alle actoren be-

trokken zijn.

De Brandweerman: een laatste aandachtspunt is volgens u

de migratie van de nummers 100 en 101 naar het Europees

Noodnummer 112.

Cathy Berx: Het nummer 112 mag al min of meer inge-

burgerd zijn, de achterliggende structuur staat nog steeds

niet op punt. Het adequaat registreren van en snel en ade-

quaat reageren op noodoproepen is het alfa en omega van

een performant systeem voor dringende en juiste hulp aan

mensen in nood. De huidige alarmering, dispatching én het

beheer van noodsituaties lopen niet steeds zoals verhoopt.

Voor de provincie Antwerpen bijvoorbeeld moet echt drin-

gend werk worden gemaakt van een systeem dat minstens

even bedrijfszeker, robuust en handzaam is. De zogenaamde

neutrale calltakers én discipline-eigen dispatchers moeten

op basis van alle relevante informatie én met de best be-

Foto: Yoni Proost

Page 15: De brandweerman 547 2015

13

schikbare technologie snel, juist en adequaat kunnen reage-

ren op noodoproepen en de juiste hulpmiddelen uitsturen.

Of het aansturen en “dispatchen” van de middelen, ook op

provinciale schaal moet worden georganiseerd, is een heel

andere vraag. Anders dan bij de politionele diensten speelt

ook de beschikbaarheid van de vrijwilligers een grote rol. Dit

is een voldoende reden om te argumenteren dat het aan-

sturen van de middelen van de brandweer, na de centrale

alarmering door niet-discipline gebonden neutrale calltakers,

best op het niveau van de zones plaatsvindt.

“ Daarom lanceer ik hier de oproep om, in navolging van en in analo-gie met de hervorming van de brandweer, ook een commissie voor de hervorming van de Drin-gende Geneeskundige Hulpverle-ning op te richten waarin alle ac-toren betrokken zijn.”

De Brandweerman: Hoe ziet u de civiele veiligheid op langere

termijn?

Cathy Berx: Een samenleving in het algemeen en burgers in

nood in het bijzonder zijn het meest gediend met échte Inte-

grale Veiligheid, binnen een samenwerkingsstructuur waarin

álle disciplines: brandweer, Dringende Geneeskundige Hulp-

verlening én politie verenigd zijn. Dit mag geen afbreuk doen

aan de specificiteit van elk van de disciplines. Pas wanneer

alle veiligheidsactoren hun expertise en inzet bundelen, boe-

ken ze samen, in een multidisciplinair teamverband, de beste

en meest efficiënte resultaten. De territoriale schaal van de

provincie, lijkt ook op dit vlak de meest aangewezen.

Als mijn opvolger over 35 jaar opnieuw een interview geeft

over Brandweer en Dringende Geneeskundige Hulpverlening

dan hoop ik dat hij of zij kan poneren dat de Hulpverlenings-

zones een interessante en succesvolle tussenstap waren op

weg naar die grotere schaal. Deze evolutie spoort bovendien

perfect met de huidige tendens waarbij bijvoorbeeld ook de

parketten op provinciale schaal worden georganiseerd.

Dit betekent zeker niet dat de rol van de gemeenten en bur-

gemeesters daarmee is uitgespeeld. Verre van! Alleen via lo-

kale besturen en bestuurders zullen we er als samenleving in

slagen om vooral ook burgers sterker te betrekken bij de re-

alisatie van integrale politionele en civiele veiligheid en zelfs

van de Dringende Geneeskundige Hulpverlening. En ook dat

is nodig. Zeker bij de DGH resp. de voorkoming en zelfs bij

de bestrijding van rampen kunnen burgers en bedrijven een

sterkere rol spelen dan vandaag. Dit blijkt bijvoorbeeld bij de

aanpak van de dreigende energieschaarste deze winter. Als

we solidair en gericht samenwerken zal een afschakeling

worden vermeden. De instrumenten die we nu ontwikkelen

en inzichten die we nu verwerven om mensen te engage-

ren en te mobiliseren in het algemeen belang, kunnen ze-

ker nuttig zijn, bijvoorbeeld om te werken aan betere kennis

en vaardigheden op het vlak van zelfredzaamheid en sociale

veerkracht.

De Brandweerman: Waar zult u als gouverneur zeker over

waken in de nieuwe, prille brandweerstructuur?

Cathy Berx: Ik zal er alles aan doen om te vermijden dat

de gemeentelijke verkokering wordt vervangen door harde

grenzen tussen de hulpverleningszones. Ik zal dat doen on-

der het motto: “Samen sterk voor beter geïntegreerde en be-

tere civiele veiligheid”.

Een brand, noodgeval of ramp is nooit “iemands” brand,

noodgeval of incident. Vóór alles is het een grote bedrei-

ging voor mensen in nood. Wie hem blust, wie het slachtof-

fer adequaat en met de juiste middelen verzorgt en/of zorgt

voor de terugkeer naar de normale situatie met een zo klein

mogelijke impact of schade, is minder belangrijk dan het re-

sultaat: zekerheid, veiligheid en gezondheid!

Interview: Bart Vandenbussche

Foto’s interventies: Yoni Proost

Page 16: De brandweerman 547 2015

14

HYGIËNE BIJ BRANDDit artikel is het 25e artikel in deze reeks over binnenbrandbestrijding. De titel van het eerste artikel

uit 2010 was “kennis over binnenbrand(brandbestrijding) evolueert”. Deze titel is meer dan ooit actueel.

In de voorbije vijf jaar is heel wat kennis opgedaan. In België evolueerde de brandweeropleidingen

beetje per beetje. In het buitenland werd heel wat onderzoek verricht.

Het bekendste voorbeeld is het onderzoek van UL, waar men jaarlijks meer dan een miljoen dollar

investeert in onderzoek naar brandgedrag en brandbestrijding.

Een item waar de laatste jaren onderzoek naar gedaan is, be-

treft hygiëne bij en na brandbestrijding. Het is steeds meer

duidelijk dat branden een groot gamma aan kankerverwek-

kende stoffen produceren. In de jaren ’80 heeft de brand-

weer een grote stap gezet om de luchtwegen te beschermen

tegen deze stoffen. De invoering van het standaard dragen

van perslucht zorgde voor een belangrijke verbetering van de

bescherming van de gezondheid van brandweerlui. Recent

is er ook meer aandacht voor het gevaar van vuile kledij. Er

worden maatregelen genomen om te vermijden dat brand-

weerlui gevaarlijke stoffen binnenkrijgen.

Stoffen worden op drie manieren opgenomen in het lichaam:

› Via de ademhaling

› Via de huid

› Via de spijsvertering

De bescherming tegen opname via de ademhaling tijdens de

binnenaanval is goed. De andere mechanismen zijn echter

minder goed afgeschermd.

1 WAT PRODUCEERT BRAND?

Laten we de producten van brand eens nader bekijken. In de

rook vinden we verschillende componenten. Brand produceert

zowel gassen, vloeistofdeeltjes als vaste stofdeeltjes (roet).

1.1 Gassen

Een perfecte verbranding in een laboratorium produceert

slechts twee gassen: waterdamp en CO2. Waterdamp is een

schadeloos gas. CO2 is het gas dat we terugvinden als we

lucht uitademen. Een teveel aan CO2

zal echter toch leiden

tot gezondheidsproblemen. Brand verbruikt immers de zuur-

stof en produceert CO2. Dit betekent dat er steeds minder

zuurstof beschikbaar is voor de mens.

Bij een echte brand is het verbrandingsproces verre van per-

fect. Een groot aantal andere gassen worden geproduceerd.

De ene al ongezonder dan de andere. De bekendste gassen

zijn CO en HCN.

Page 17: De brandweerman 547 2015

15

Op het moment dat we perslucht dragen, worden onze lucht-

wegen beschermd tegen deze gassen. Tijdens de brandbe-

strijding dringen deze gassen echter wel in onze kledij. Dit zal

er toe leiden dat de kledij “ontgast” na de inzet. De gassen die

opgeslagen zijn in de kledij zullen terug vrijkomen. Als deze

gassen opstijgen, zullen we ze dus inademen zodra we ons

perluchtmasker uit doen.

1.2 Vloeistofdeeltjes

Brand produceert naast een complex mengsel van gassen

ook vloeistofdeeltjes. Net zoals bij de gassen zal er water

aanwezig zijn. Er worden echter ook druppels gevormd van

pyrolysegassen en verbrandingsproducten.

Deze druppels zullen vermengen met bluswater. Als er tij-

dens de bluswerken op de vloer plassen worden gevormd,

dan zullen deze plassen bestaan uit bluswater en schadelijke

deeltjes. Als deze vloeistof in contact komt met brandweer-

kledij, dan zal de kledij dit water absorberen. Brandweerlui

komen dikwijls uit een pand tevoorschijn met brandweerkle-

dij die erg bevuild is. Naast de geabsorbeerde gassen zal ook

een hoeveelheid vloeistof opgenomen zijn in de kledij.

Soms is het zelfs zo dat het vocht doordringt tot op de huid.

De huid vormt dan een barrière die de opname van die vloei-

stofdeeltjes dient te verhinderen of beperken.

1.3 Vaste stofdeeltjes

Bij een brand wordt er ook heel wat roet gevormd. Roet

bestaat uit verschillende chemische componenten van ver-

brandingsproducten. Het is sterk kankerverwekkend. De stof-

deeltjes zijn erg klein. Daardoor kunnen ze in de lucht blijven

zweven. Deze deeltjes zullen zich ook vasthechten aan de

kledij van de brandweerlui. Na brandbestrijding (en vooral na

de nablussing) zal de kledij van de brandweerlui bedekt zijn

met een laagje stofdeeltjes.

Na de brandweerinzet zullen die stofdeeltjes gaan opwaaien.

Opnieuw betekent dit een risico voor de ademhaling. Daar-

enboven is het ook zo dat de stofdeeltjes zullen achterblij-

ven in de omgeving waarin de brandweerlui verblijven. Denk

hierbij aan de autopomp. Meestal gaan brandweerlui na de

brand gewoon achteraan de auto zitten met hun vuile kledij.

Het personeelscompartiment komt dan vol lichte, kankerver-

wekkende deeltjes te zitten. Deze deeltjes kunnen bij lucht-

stromen weer opwaaien en in de lucht blijven hangen.

2 HOE GAAN WE ONS BESCHERMEN?

In verschillende landen (Australië, VS, Canada, …) is er on-

derzoek uitgevoerd naar de opname van dergelijke stoffen

door brandweerlui. Hiertoe werden bloed- en urinestalen

Op de helm en de vest van de brandweerman zijn duidelijk talloze vaste stofdeeltjes zichtbaar.

Foto: Pieter Maes

Page 18: De brandweerman 547 2015

16

genomen van brandweerlui nadat ze binnenbrandbestrijding

hadden gedaan. Verschillende mogelijke oplossingen wer-

den getest en geëvalueerd.

2.1 Wat werkt niet?

Een oplossing die in de jaren 2000 in Zweden gepropageerd

werd, was het staan voor een ventilator. De idee erachter was

dat de luchtstroom alle stofdeeltjes en gassen zou wegblazen.

Eén decennium later werd echter vastgesteld dat de aanwe-

zigheid van bepaalde kankerverwekkende stoffen in de urine

van brandweerlui toenam bij het toepassen van deze metho-

de. Er werden waarden gemeten die tot zes keer hoger lagen

dan een brandweerman uit een controlegroep. Blijkbaar zorgt

de luchtstroom ervoor dat deeltjes gemakkelijker doorheen de

(interventie)kledij kunnen dringen. Op die manier komen ze tot

tegen de huid. Daar worden ze opgenomen door het lichaam.

2.2 De brandweerscholen

De brandweerscholen hebben het voortouw genomen in het

verbeteren van de bescherming van de brandweerlui bij war-

me oefeningen. Het is immers mogelijk om er in een school

voor te zorgen dat de beschermingsmaatregelen structureel

verankerd worden.

2.2.1 Zones

De analogie met het ontsmettingsveld van de IGS-procedu-

re wordt hiervoor gebruikt. Binnen brandweerscholen wordt

gewerkt met een hete, warme en koude zone. De hete zone

is het gebouw of de structuur waarin het brandt. Iedereen die

zich in de hete zone bevindt, dient uitgerust te zijn met volle-

dige interventiekledij en perslucht. De koude zone is de ruimte

waar deelnemers verpozen en waar er een debriefing gehou-

den wordt. Niemand mag deze zone betreden met vuile inter-

ventiekledij. Tussen deze twee zones bevindt zich de warme

zone. Hier wordt de ademlucht afgenomen en de interventie-

kledij uitgetrokken. Indien er meerdere oefeningen gebeuren,

wordt de beschermingskledij in deze zone terug aangedaan.

2.2.2 PBM’s

Zodra het persluchtmasker is afgezet, worden de luchtwe-

gen niet meer beschermd. Vooral de stofdeeltjes die op de

interventiekledij liggen, vormen dan een belangrijk risico. Als

zo’n stofdeeltjes ingeademd worden, komen ze diep in de

longen terecht. In heel wat scholen wordt dit risico onder-

vangen door een stofmasker op te zetten zodra er gewerkt

wordt met bevuilde kledij. Het stofmasker wordt afgenomen

om het persluchtmasker op te zetten. Het stofmasker wordt

De voorbereidingen worden getroffen voor een oefening in de T-cell. Aangezien er vuile interventiekledij gedragen wordt, draagt iedereen

een stofmasker en latex handschoenen. Dit is trouwens ook aangewezen omdat er gewerkt met “vuile” lansen en drieverdeelstukken.

Foto: PIVO - Asse

Page 19: De brandweerman 547 2015

terug opgezet zodra het persluchtmasker wordt afgenomen.

Op die manier wordt er continu een bescherming voorzien

tegen het inademen van stofdeeltjes.

Om het inademen van gassen die ontsnappen uit de kledij te

beperken wordt de vuile kledij zo snel mogelijk terug afge-

daan. Door deze kledij achter te laten in de warme zone, ko-

men deze gassen vrij zonder dat er brandweerlui in de buurt

zijn.

“ Brand produceert een groot aantal kanker-verwekkende stoffen”

Bij het hanteren van vuile kledij en gebruikte persluchtappa-

ratuur worden de handen vaak bevuild. Typisch komen stof-

deeltjes en vloeistofdeeltjes vast te zitten op de huid of onder

de nagels van de handen. Soms zijn deze deeltjes moeilijk

te verwijderen. Getuige hiervan zijn de nagelborsteltjes die

sommigen gebruiken om het vuil van onder de nagels te ver-

wijderen tijdens het douchen.

Hier heeft men gekozen voor het gebruiken van ambulan-

ciershandschoenen. Zodra men vuile interventiekledij wil

hanteren, worden eerst ambulanciershandschoenen aange-

trokken. Al het vuil dat normaal op de handen terechtkomt,

blijft nu op de handschoenen zitten. Dit betekent een be-

langrijke bescherming voor de opname door de huid.

Als laatste wordt er aangeraden om binnen het uur na de

blootstelling te douchen. De douche zal het grootste deel

van de stoffen die tegen de huid plakken wegspoelen. Het is

pas dan dat de blootstelling van de huid stopt.

2.3 De brandweerkorpsen

In brandweerkorpsen is voorlopig nog niet veel te merken

van de maatregelen die op de scholen genomen worden om

de hygiëne te verbeteren. Nochtans komen bij brandbestrij-

ding meestal meer en gevaarlijker stoffen vrij dan bij oefenin-

gen in de brandweerscholen. Asbest is daar een voorbeeld

van. Asbest is een kankerverwekkende stof die veelvuldig ge-

bruikt is in de bouwsector. Bedrijven die asbest verwijderen

zijn onderworpen aan hele strenge reglementering om hun

werknemers en de omgeving te beschermen. In sommige

gevallen wordt het volledige gebouw in onderdruk geplaatst

om te vermijden dat asbestvezels zouden ontsnappen en de

omgeving zouden gaan contamineren. In december ’14 werd

de Nederlandse Stad Roermond volledig afgesloten na een

brand waarbij asbest was betrokken. Vooraleer de stad weer

werd vrijgegeven diende eerst overal de vezels te worden

opgeruimd. Dit geeft een goed beeld over de schadelijkheid

van deze stof.

In sommige korpsen in Nederland wordt interventiekledij verpakt en naar een wasserij gebracht na de interventie.

Foto: DigiDamco

Page 20: De brandweerman 547 2015

18

Indien het brandt in een gebouw waar asbest aanwezig is,

dan kunnen deze vezels vrijkomen. Ze worden dan meege-

voerd door de rook. Vervolgens kunnen ze op de kledij van

brandweerlui terechtkomen. Bij de brandweer van Brussel

worden persluchttoestellen afgespoeld met water op de in-

terventieplaats bij interventies waar asbest is vrijgekomen.

Vervolgens zal het technisch personeel uit de werkplaats

‘Adembescherming’ zich uitrusten met gepaste PBM’s om

deze toestellen grondig schoon te maken en het nodige on-

derhoud te geven.

Een goede manier om een beeld te krijgen over de aanwe-

zigheid van vaste stofdeeltjes in de lucht kan men krijgen

door te kijken naar een lichtbundel tijdens de nablussing. Het

aantal stofdeeltjes dat dan zichtbaar wordt in de lucht is gi-

gantisch. En dikwijls zijn brandweerlui bezig met de nablus-

sing zonder enige vorm van adembescherming.

Het consequent dragen van adembescherming of van stof-

maskers kan hier de veiligheid verhogen. Bij het dragen van

adembescherming wordt er een bescherming geboden tegen

gassen en stofdeeltjes. Een stofmasker zal enkel bescherming

bieden tegen de laatste categorie. Als er dus overgeschakeld

wordt van een persluchtmasker naar een stofmasker mag dit

pas gebeuren als er voldoende geventileerd is.

Ook het dragen van latex handschoenen zou door de brand-

weerkorpsen kunnen ingevoerd worden. Hierdoor zal de

blootstelling van de handen beperkt worden. Nu wordt dik-

wijls vuil materieel gehanteerd met blote handen. Denk maar

aan het uitladen van gebruikte slangen en vuile persluchttoe-

stellen in de kazerne. Hierdoor komen kankerverwekkende

stoffen op de handen te zitten. Een consequent gebruik van

latex handschoenen kan hier een antwoord bieden. Indien dit

niet mogelijk is, dienen de handen onmiddellijk na het karwei

gewassen te worden om de opname door de huid te stoppen.

De brandweer kan ook werken met een vorm van zonering

om contaminatie van voertuigen en kazernes te vermijden.

In een aantal buitenlandse brandweerkorpsen wordt (bevuil-

de) brandweerkledij op de interventieplaats in zakken gesto-

ken. De kledij wordt afgevoerd naar een industriële wasserij.

Brandweerlui nemen vervolgens in hun werkkledij plaats in

de autopomp. In de kazerne halen ze dan reservekledij uit

de kast. Het spreekt voor zich dat deze laatste maatregel het

meest impact heeft op de werking. De kost van regelmatig

wassen en het voorzien van reservekledij is veel hoger dan

het aanschaffen van latex handschoenen en stofmaskers.

Toch dient de brandweer hierin als werkgever actie te on-

dernemen. Net zoals de asbestverwerkende bedrijven in de

jaren ’70 bewust werden van de gevaren van asbest, wordt de

brandweer zich wereldwijd bewust van de gevaren van rook

en stoffen die vrijkomen bij brandbestrijding. De asbestver-

werkende sector heeft het gevaar destijds geminimaliseerd

en ontkend. Dit heeft decennia later geleid tot vele processen

van (ex-) werknemers en gebruikers. Zal de brandweer de-

zelfde richting uitgaan?

3 BRONNEN

[1] Lambert Karel, Health & hygiene in CFBT, 2014

[2] McDonough John & Lambert Karel, CFBT-instructors

course: level 2 – T-cell, 2012

[3] Raffel Shan, Realistic Training – Why bother? IFIW 2013,

Kroatië

[4] McDonough John, Raffel Shan & McBride Peter, 3D

firefighting course, 2009, Duitsland

[5] Smith Denise, Cardiac events in the fire service, FDIC

2011, VS

Karel Lambert

Page 21: De brandweerman 547 2015

K55_FSX_adv_proposal_NL 2.indd 1 16/01/15 12:33

[email protected] | www.eyroflam.be

Page 22: De brandweerman 547 2015

20

FIRE DRAG RESCUE PAK VOOR DE BRANDWEER

Op de vooravond van de zonevorming stelde de Commissie Uniformisering van de FOD

Binnenlandse Zaken met enige trots de nieuwe interventiekledij voor.

Na een uitgebreide evaluatie door de FOD Binnenlandse Zaken in samen-

werking met verschillende textiel- en brandlabo’s, de brandweerscholen

en brandweerfederaties werd het pak afkomstig van firma TEXPORT als

duidelijke winnaar van deze wedstrijd gekozen. Firma TEXPORT is een we-

reldspeler en een absolute specialist in het gebied van brandinterventie-

kledij.

Het TEXPORT pak biedt door zijn unieke lagenopbouw een extreme be-

scherming en terzelfdertijd een uitstekende ergonomie en comfort. Het

pak is goudkleurig, wat voordelig is voor het detecteren van contaminatie.

De schouderstukken (goud, zwart of rood) bieden de mogelijkheid om on-

derofficieren en officieren aan te duiden. Bovendien bevat het een systeem

voor hoge zichtbaarheid, nl. EN469, annex B in combinatie met het ‘body

language’-systeem.

Er zijn heel wat innovaties verwerkt in het pak. Zo is er het ‘drag and res-

cue’-systeem dat toelaat de gewonde hulpverlener op adequate wijze te

verplaatsen. Door unieke QR- en streepjescodes kun je de toestand van het

pak (aantal brandinterventies, aantal wasbeurten …) nauwkeurig opvolgen.

BVV was betrokken bij de keuze van het pak. In de commissie waren enkele

van onze specialisten vertegenwoordigd. Ook de zogenaamde fieldtesten

werden mede door een BVV-vertegenwoordiger uitgevoerd.

Tommy Verminck, textielingenieur en verbonden aan de Directie Materi-

eel en Nieuwe Technologieën van de FOD Binnenlandse Zaken leidde de

commissie.

De brandweerman: Welke factoren speelden allemaal mee bij de

keuze van het pak?

Tommy Verminck: Zowel prijs, zichtbaarheid, innovatie als bescherming

tegen hitte, vuur, water en het doorgeven van kankerverwekkende stoffen

speelden mee. Er werd ook veel belang gehecht aan de fieldtesten. Brand-

weermannen uit het veld hebben in realistische situaties alle pakken getest

op comfort, het vlot aan en uit doen en beweeglijkheid.

De brandweerman: De uiteindelijke winnaar van de wedstrijd is

ook de duurste. Daar komt nogal wat kritiek op in deze schaarse

tijden. Heb je daar begrip voor?

Page 23: De brandweerman 547 2015

21

Tommy Verminck: Behalve de prijs, scoorde TEXPORT op

alle vlakken het beste. Op vraag van de federaties wogen de

fieldtesten zwaarder door dan vroeger. De prijs moet je ook

relativeren. Na 100 wasbeurten behoudt dit pak nog altijd

zijn eigenschappen. Misschien betaal je voor andere pakken

minder, maar verliezen ze na 25 wasbeurten al hun kwaliteit.

Je moet dus rekening houden met de hele levenscyclus van

een pak, en niet alleen met de investeringkost.

De brandweeman: Welke referenties heeft TEXPORT?

Tommy Verminck: Brandweerkorpsen van grote steden zoals

Berlijn, Rotterdam en Madrid gebruiken dit pak nu al. Ook de

volledige Zweedse brandweer is overgeschakeld op dit pak.

De brandweerman: Vanaf wanneer zullen we het pak

bij ons zien?

Tommy Verminck: De fabrikant kan na bestelling dit jaar

al de maten komen opmeten en leveren. Er zijn maar

liefst 13 maten voor mannen beschikbaar. Er zijn daar-

naast ook speciale versies voor brandweervrouwen.

Alles hangt af van hoe de zones zullen investeren. Het is na-

tuurlijk niet de bedoeling dat de bestaande pakken plots alle-

maal afgeschreven worden.

Interview: Bart Vandenbussche

Foto’s: FOD IBZ

VANASSCHE FFE NV | Brugsesteenweg 2 | B-8531 HARELBEKE | Tel. +32 (0) 56 710 130 | [email protected] | www.vanassche-fire.be

€19,95*Nieuw boek

Reddingstechnieken bij voertuigongevallen

• Trainingsboek met links naar instructievideo’sAlle bevrijdingstechnieken in het boek worden geïllustreerd door foto’s en QR-codes die verwijzen naar video’s op You-Tube die laten zien hoe je de technieken uitvoert.

• InhoudVeiligheidHet VoertuigGereedschap en UitrustingDe Team Approach bij VerkeersongevallenOp de OngevalslocatieAndere onderwerpen zijn: Technische hulpverlening ‘s nachts, Technische hulpverlening in of bij water, Training, Samenwerking met diverse instanties en meer.

• DetailsBoek met harde kaft, 256-pagina’s, formaat: 170 x 240 mmInclusief QR-codes naar meer dan 60 video’sTaal: Nederlands

Bestel het boek via [email protected]*prijs per boek, incl. 21% BTW en incl. verzendingskosten

Page 24: De brandweerman 547 2015

22

Page 25: De brandweerman 547 2015

23

ICS, EEN GESTRUCTUREERDE

AANPAK VAN GROOTSCHALIGE

INCIDENTEN(deel 3)

In een eerste artikel werd de noodzaak van een werkbaar Incident Command System of ICS

uitgeschreven in functie van de brandweerhervorming. Het is duidelijk dat de schaalvergroting van

de brandweer vraagt om duidelijke afspraken en structuren om een kwaliteitsvolle hulpverlening aan

de burger te kunnen garanderen. Om een ICS compleet te maken moet het dynamisch en modulair

kunnen gebruikt worden. Het is van groot belang dat de structuur kan aangepast worden aan de noden

van een incident. Een mooi voorbeeld hiervan is BIN (Brandweerman in Nood) waarin operationele

brandweermannen worden opgeleid om correct te handelen als het fout gaat tijdens een incident.

In een tweede artikel zijn verschillende buitenlandse commandosystemen toegelicht.

Uit deze systemen zijn enkele belangrijke lessen weerhouden om een gefundeerd Belgisch Incident

Commandosysteem uit te werken. De nadruk bij de verschillende commandosystemen ligt steeds bij

het standaardiseren (incidenten indelen, eenheden definiëren …) en de ondersteuning van

leidinggevenden in functie van de noden van het incident.

UNIFORM VOOR HET HELE LAND

Een ICS moet duidelijk zijn en structuur kunnen bieden voor

iedereen die ermee zal werken. Het moet dus geïntegreerd

worden op alle niveaus. Het merendeel van de routinetaken

die de brandweer moet uitvoeren zijn vrij beperkt van om-

vang en bijgevolg overzichtelijk. Momenteel worden deze

opdrachten (meestal) zonder versterkingen van andere korp-

sen uitgevoerd. Vandaag wordt de interventie afgehandeld

met het eigen personeel die, de op postniveau aangeleerde

procedures, kunnen uitvoeren.

Bij grootschalig optreden krijgt het operationeel brandweer-

personeel te maken met complexe en vaak onoverzichtelijke

incidenten. Deze tussenkomsten kunnen niet meer aange-

pakt worden met eigen middelen. Bij deze incidenten zal op-

geschaald worden en zullen versterkingen van andere posten

of zelfs van andere brandweerzones komen. Elk personeels-

lid krijgt te maken met een situatie die afwijkt van de aange-

leerde routines.

Ook tijdens de routineopdrachten kan men geconfronteerd

worden met middelen en personeel van andere kazernes. Bij

het samenstellen van een basisuitruk aan de hand van een

netwerkmodel moet men rekening houden met de restdek-

king in een bepaald gebied. De wereld draait door en er moet

aandacht besteed worden aan de continuïteit van de hulp-

verlening tijdens grootschalige incidenten. De posten zullen

veel meer samenwerken dan in het vroegere systeem van au-

tonome brandweerkorpsen. Dit bevestigt de noodzaak aan

een globaal en uniform commandosysteem.

Page 26: De brandweerman 547 2015

24

COMMANDOSTRUCTUUR

De commandostructuur zal je steeds in verschillende ni-

veaus moeten indelen. De niveaus kunnen naar analogie met

het drielagig Angelsaksisch model (FRS UK) en de gebruik-

te commandostructuur bij de politie benoemd worden met

de volgende benamingen: Gold (strategisch), Silver (tactisch)

en Bronze (operationeel). Een verduidelijking van de niveaus

vind je terug in ‘ICS, gestructureerde aanpak van incidenten

– deel 1’.

©Dimi Vercammen

De commandostructuur kan ingevuld worden aan de hand

van 2 bepalende factoren: de situatie en de competenties

van beschikbaar personeel. Hier maken we een eerste verwij-

zing naar een gericht opleidingsprogramma op alle niveaus

met als doelstelling dat zowel leidinggevenden als uitvoeren-

den de commandostructuur moeten kennen, begrijpen maar

vooral kunnen toepassen.

INCIDENTEN STRUCTUREREN

Incidenten zijn steeds afwijkende situaties die gepaard gaan

met chaos en onduidelijkheden. Bij aankomst op een inci-

dent moeten er beslissingen genomen worden en beschik-

ken we niet steeds over een volledig en correct beeld van het

incident. De wanorde waarmee de brandweer geconfron-

teerd wordt moet zo snel mogelijk opgehelderd worden. Het

toepassen van gestandaardiseerde basisvertrekken en inci-

denttypes zorgt ervoor dat de brandweerorganisatie zijn LVO

(leider van de operatie) optimaal kan ondersteunen vanaf de

oproep. Door op voorhand na te denken en te bepalen welke

middelen je tegenover een bepaald incidenttype plaatst, kan

je ook snel een oordeel vormen over het aantal leidinggeven

die je voor dit incident nodig hebt. Het opschalen in perso-

neel en middelen moet rechtstreeks gekoppeld zijn aan de

opschaling van leidinggevenden.

Interventiegebied

Het gestructureerd indelen van het interventieterrein biedt

eveneens duidelijkheid aan elk personeelslid. Op het inter-

ventieterrein moeten enkel noodzakelijk ‘objecten’ voorzien

worden. Een correcte bepaling ervan draagt bij tot het struc-

tureren van het inzetgebied.

Perimeters

Bepalen van uitsluitings-, isolatie- en ontradingsperimeter

(resp. rode, oranje en gele zone) is noodzakelijk. Ondersteu-

nend moet deze indeling weergegeven worden aan de hand

van een duidelijke beeldvorming om de communicatie hier-

rond te verduidelijken. Op deze manier heeft elke betrokken

brandweerman een duidelijk beeld van de opbouw van het

interventiegebied en de bijbehorende restricties per perime-

ter of zone.

Opvang versterkingen

Bij het organiseren van de beschikbare middelen moet men

enkel de noodzakelijke middelen op het terrein inzetten. Om

voertuigen correct te positioneren heb je slechts één kans.

Het is moeilijk om de voertuigen binnen de interventiezones

te verplaatsen eens ze zijn opgesteld. Het bepalen van een

opvangpunt (Punt Eerste Bestemming – PEB) voor de ver-

sterkingen of ‘staging area’ (USA) op voldoende grote afstand

van het incident zal dit probleem vermijden. Op deze plaats

verzamelen alle middelen en personeel die als versterking

opgeroepen zijn.

De versterkingen die effectief ingezet moeten worden, wor-

den afgeroepen en door een verantwoordelijke op de op-

vangplaats toegewezen aan een flank- of sectorcomman-

dant. De bevelvoerder van de eenheid die ter versterking

opgeroepen werd, neemt contact op met de verantwoor-

delijke flankcommandant, via de vooraf bepaalde gespreks-

groep, om de inhoud van zijn opdracht te ontvangen.

Way in / way out

Om de problematiek van het vastrijden van brandweervoer-

tuigen te vermijden, is het noodzakelijk om een aanrijroute

te bepalen en door te geven. Er zal een circulatieweg ont-

staan voor voertuigen die zich begeven van het opvangpunt

voor versterkingen naar de locatie van hun opdracht, deze

toegang zal way-in genoemd worden. De voertuigen die de

interventieplaats verlaten, doen die via de way-out.

Commandopost of CP-Ops

Het aanduiden en kenbaar maken van een commandopost

(de CP-OPS) is zeer belangrijk om structuur in je interven-

tiegebied te krijgen. In de praktijk zien we de opstelling van

een commandopost in de isolatieperimeter. Op deze manier

kunnen de leidinggevenden zich op een vlotte manier ver-

plaatsen tussen de ‘werkvergaderingen’ en het aansturen op

het terrein. Vanuit de commandopost zal men de acties van

Page 27: De brandweerman 547 2015

25

ingezette eenheden coördineren om het incident aan te pak-

ken. Houd er rekening mee dat een ICS vereist dat er tijdens

een grootschalige interventie zowel een CP-OPS als een CP-

BW zal nodig zijn. Deze laatste is dan de commandopost om

het ICS aan te sturen, waar de CP-OPS de multidisciplinaire

commandopost uitmaakt.

Indelen van personeel - eenheden

Enkel het terrein structureren is niet voldoende. De ingezet-

te eenheden moeten ook ingedeeld worden om een plaats

in de commandostructuur te krijgen. Men kan de eenheden

indelen op basis van hun taak (basiseenheid brandbestrij-

ding, eenheid Tankwagentransport, eenheid signalisatie ...),

we spreken van een functionele indeling. Elke eenheid zal

aangestuurd moeten worden door een verantwoordelijke

bevelvoerder.

Sectorisatie

Als het incident zich over een uitgestrekt gebied verspreid

heeft (vb. kettingbotsing over enkele honderden meter), kan

het nuttig zijn om het terrein te verdelen in sectoren.

Voorbeeld:

Stel dat men de interventiezone van een kettingbotsing

verdeelt in vier sectoren. Je kan dan een eenheid

technische hulpverlening (Eenheid THV) in sector

3 hebben, maar ook een eenheid brandbestrijding

(Eenheid Brand) in diezelfde sector. De leidinggevende

op het niveau Silver van sector 3 zal beide eenheden

aansturen. De leidinggevende van een eenheid is

dan de bevelvoerder op het niveau bronze in de

commandostructuur.

De sectorisatie of indeling van de ploegen en het aandui-

den van de respectievelijke sector- of flankcommandanten

kan best zo snel mogelijk gebeuren. Het incident kan stel-

selmatig en structureel opgebouwd worden. Voor bepaalde

incidenten, zoals een woningbrand, is het mogelijk om te

sectoriseren volgens een vast patroon. Door regelmatig te

sectoriseren bij tussenkomsten, leert iedereen werken met

deze manier vaneen interventie overzichtelijk te maken. Het

werken en aansturen in sectoren heeft slechts een kans op

slagen als per sector één bevelvoerder als aanspreekpunt

aangeduid wordt. De bevelvoerder kan de functie van sec-

torcommandant opnemen en is verantwoordelijk voor de

operationele aansturing in de aangeduide sector.

Het routinematig benoemen van gevels bij incidenten in ge-

bouwen draagt bij tot duidelijkheid bij alle brandweermannen.

Voorbeeld sectoriseren bij vrijstaande woning

Bij een gebouw is het nuttig om een indeling toe te

passen die gebaseerd is op de gevels. De voorste ge-

vel duiden we aan met de letter A, de linkergevel zal

de B-gevel worden. De achtergevel noemen we C-ge-

vel om uiteindelijk te eindigen met de rechtergevel als

D-gevel. De naamgeving start bij de voorste gevel en

zal in wijzerzin opgebouwd worden. De LVO die als

eerste ter plaatse komt, bepaalt de A-gevel.

COMMAND SUPPORT

De bovenstaande maatregelen dragen bij tot een overzich-

telijk en structureel opgebouwd interventieterrein. De in-

gezette eenheden kunnen op een zelfregulerende manier

(deel)opdrachten uitvoeren in de toegewezen sectoren. Een

belangrijk aandachtspunt tijdens grootschalige en complexe

incidenten is het principe dat je bij operationele opschaling

evenredig moet opschalen met leidinggevenden. Een prin-

cipe dat bij ons nog niet gekend is, is command support. In

de Angelsaksische landen wordt de commandostructuur, in

functie van het incident en de ingezette operationele midde-

len, evenredig opgeschaald.

Een incident command system moet de mogelijkheid bie-

den om ook op te schalen met een eenheid command sup-

port. De functie van deze eenheid is er op gericht om de

leidinggevenden te ondersteunen. Het spreekt voor zich dat

de command support georganiseerd moet worden op ver-

schillende deelgebieden. De werkgebieden van de eenheid

command support zal afgestemd moeten worden in functie

van het incident. De samenstelling op vlak van personeel zal

gebeuren op vlak van competenties.

Informatiemanagement

Bij (grotere) incidenten komt er op korte tijd enorm veel in-

formatie op de leidinggevende af. Het is onmogelijk om alle

informatie te filteren, te interpreteren en vervolgens te im-

plementeren in de bevelvoering door één persoon. De infor-

matie(toe)stroom wordt uit verschillende kanalen gevoed. Je

krijgt specifieke informatie van bedrijven, situatierapporten van

het eigen personeel, gegevens en beeldmaterieel door de bur-

gerjournalistiek via sociale media. Als de inkomende informa-

tiestroom gereduceerd kan worden naar essentiële informatie,

zal dit meegenomen worden in het beslissingsproces.

Operationele ondersteuning

Als leidinggevende of sectorverantwoordelijke is het niet al-

tijd mogelijk om binnen een aanvaardbare span of control te

werken. Sommige opdrachten moeten simultaan uitgevoerd

Page 28: De brandweerman 547 2015

26

worden, soms ben je even niet beschikbaar als leidinggeven-

de wegens een overleg in de CP-Ops. Om continuïteit te ga-

randeren en alle opdrachten tot een goed einde te brengen,

is het nuttig om een liaison- of verbindingspersoon in te zet-

ten. Deze persoon zal je communicatiekanalen uitluisteren

als je in overleg bent en bij dringende berichten op de hoogte

brengen. Op deze manier kan je ongestoord overleg voeren

en toch beschikbaar blijven voor dringende meldingen, zon-

der dat je concentratievermogen hier onder te lijden heeft.

Logistieke ondersteuning

Grootschalige incidenten kenmerken zich door een lange

interventietijd. Het ingezette personeel moet tijdig afgelost

kunnen worden en moet tijdens de interventie kunnen reke-

nen op catering en een sanitaire voorziening. Bij langdurige

interventies moet er ook nagedacht worden over aflossing

van personeel. Deze aspecten zijn zeer belangrijke voor het

operationele personeel. Als leidinggevende moet je deze be-

kommernis uitbesteden zodat je je op de inzet kan concen-

treren. De eenheid command support kan deze opdracht op

zich nemen.

Omdat de eenheid command support actief kan zijn op ver-

schillende deelgebieden van het brandweerwerk kan de lei-

dinggevende vele opdrachten delegeren en uitbesteden aan

deze eenheid. De leidinggevende kan zich gericht blijven be-

zighouden met de kerntaken die nodig zijn om het incident

af te handelen.

BESLUIT

Met deze reeks van drie artikels over de gestructureerde aan-

pak van interventies is er een draagvlak geboden om een

Belgisch Incident Command System uit te werken. Het aan-

bieden van structuur tijdens interventies draagt bij tot een

veiligere werking van de brandweer. Door het systeem op

een dynamische en modulaire manier op te vatten kan je de

structuur aanvullen met de modules die je nodig hebt. De

invulling van deze modules moet doordacht gebeuren zodat

we voldoende slagkracht kunnen genereren. Een ICS moet

als toolbox opgevat worden. De leidinggevende beschikt

over verschillende modules die noodzakelijk zijn voor de

aanpak van het incident. Afhankelijk hoe het incident evolu-

eert, kunnen modules ingevoegd of afgebouwd worden.

Dimi Vercammen en Bert Brugghemans

(Twitter: @dimivercammen - @BertBrugghemans)

Fotograaf Jasper Leonard - © brandweer Antwerpen

www.infopol.be | www.xpo112.be

21 - 22 -23 | 04 | 20159:30 -17:00 9:30 -17:00 9:30 -16:00

Vakbeurs voor de uitrusting van politie-, bewakings- en veiligheidsdiensten, urgentie diensten en rampen bestrijding

Salon professionnel de l’équipement des services de police, de surveillance, de sécurité & d’urgence et de la lutte contre les calamités

GRATIS BEZOEK:registratie via

de websiteVISITE GRATUITE:enregistrez-vous

sur le site met/avec code

501

Een initiatief van de vzw INFOPOL / Une initiative de l’asbl INFOPOL

SPONSORS PARTNERS / PARTENAIRES

Adv_Infopol-XPO112->Brandweerman_180x257NL-FR.indd 1 19/12/14 16:41

Page 29: De brandweerman 547 2015

www.infopol.be | www.xpo112.be

21 - 22 -23 | 04 | 20159:30 -17:00 9:30 -17:00 9:30 -16:00

Vakbeurs voor de uitrusting van politie-, bewakings- en veiligheidsdiensten, urgentie diensten en rampen bestrijding

Salon professionnel de l’équipement des services de police, de surveillance, de sécurité & d’urgence et de la lutte contre les calamités

GRATIS BEZOEK:registratie via

de websiteVISITE GRATUITE:enregistrez-vous

sur le site met/avec code

501

Een initiatief van de vzw INFOPOL / Une initiative de l’asbl INFOPOL

SPONSORS PARTNERS / PARTENAIRES

Adv_Infopol-XPO112->Brandweerman_180x257NL-FR.indd 1 19/12/14 16:41

Page 30: De brandweerman 547 2015

28

BRANDPROEVEN IN DE CRAEYBECKXTUNNEL

Of hoe wetenschappelijk onderzoek van nut is voor de brandweer

INLEIDING

Begin 2013 werd prof. Merci telefonisch gecontacteerd van-

uit Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse Overheid

met de vraag of er vanuit zijn onderzoeksgroep aan de Uni-

versiteit Gent ondersteuning kon worden gegeven bij het op-

zetten en uitvoeren van brandproeven in de Craeybeckxtun-

nel. De brandproeven zouden een wagenbrand simuleren en

het effect van de ventilatie op de rookbeweging zou worden

bestudeerd. Hieruit zouden dan nuttige lessen kunnen wor-

den getrokken in het kader van een brandweerinterventie in

geval van een werkelijke brand in de Craeybeckxtunnel.

Er werd geen seconde geaarzeld om op de vraag in te gaan.

Brandproeven op ware grootte zijn immers een schaars en

kostbaar goed. Ze zijn om evidente redenen duur. Ander-

zijds zijn ze erg nuttig vanuit wetenschappelijk oogpunt. Ze

verschaffen rechtstreeks bruikbare praktische en realistische

informatie. Enkele recente voorbeelden van dergelijke stu-

dies, gecoördineerd vanuit de onderzoeksgroep van prof.

Merci, zijn een project rond de brand- en explosieveiligheid

van parkeergarages [1] en een serie van appartementsbran-

den (project ‘Rabot 2012’) [2].Typerend voor beide projecten

was het samenspel tussen de academische wereld (de on-

derzoeksgroepen van prof. Taerwe, Verstockt en Merci aan

Universiteit Gent), de brandweer (Brandweer Gent in [1] en

[2]) en de industrie (o.m. WarringtonFireGent en Promat), zo-

dat de expertise optimaal benut wordt.

Ook voor de brandproeven in de Craeybeckxtunnel, beheerd

door het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse

Overheid, zijn al deze partijen aanwezig: Universiteit Gent,

brandweer (Campus Vesta en Brandweer Antwerpen) en in-

dustrie. In dit artikel worden de brandproeven kort beschre-

ven en wordt geïllustreerd dat computersimulaties (CFD

– Computational Fluid Dynamics), wanneer ze correct uit-

Foto: Jean-Paul Heyens

Page 31: De brandweerman 547 2015

29

gevoerd worden, in staat zijn om de waargenomen rookver-

spreiding op een betrouwbare manier weer te geven. Ten-

slotte wordt ook toegelicht hoe geautomatiseerde analyse

van videobeelden dienstig kan zijn om in real-time informatie

te geven aan brandweer tijdens een interventie en zelfs het

brandgedrag en de rookverspreiding te voorspellen, zodat

hierop kan worden geanticipeerd tijdens de interventie.

ONDERZOEK EN ONDERWIJS IN FIRE SAFETY ENGINEERING AAN UNIVERSITEIT GENT

Aan Universiteit Gent is er een decennialange traditie in het

domein van brandveiligheid. In het brandlabo, het huidige

WarringtonFireGent, worden gestandaardiseerde brandproe-

ven uitgevoerd om de reactie bij brand of de brandweerstand

van materialen en bouwelementen te bepalen. De appara-

tuur kan echter ook gebruikt worden voor de ondersteuning

van wetenschappelijk onderzoek. Hiervan maakt prof. Mer-

ci dankbaar gebruik. In zijn onderzoeksgroep wordt immers

voornamelijk onderzoek verricht naar het correct uitvoeren

van computerberekeningen en de ontwikkeling van com-

putermodellen om de dynamica van rook en brand op be-

trouwbare wijze in kaart te brengen. Aan het multidisciplinaire

karakter van brand wordt het hoofd geboden door samen-

werking: met de onderzoeksgroep van prof. Luc Taerwe voor

bouwkundige aspecten in relatie tot brand, en met de onder-

zoeksgroep van prof. Steven Verstockt om gebruik te maken

van geautomatiseerde analyse van meetgegevens tijdens een

brand om de computerberekeningen nauwkeuriger te maken

en zelfs de ontwikkeling van een brand te voorspellen. In dit

verhaal zijn experimenten een absolute noodzaak om de be-

rekeningen op hun waarde te testen. Brandproeven op ware

grootte zijn een uiterst nuttige aanvulling op brandproeven in

een laboratorium.

BESCHRIJVING VAN DE PROEVEN

De brandproeven werden uitgevoerd in de nacht van 15 op

16 november 2014, tijdens een gepland onderhoud van de

Craeybeckxtunnel. De hoofbedoeling was om de rookver-

spreiding te analyseren in het scenario van een wagenbrand.

Hierbij moeten echter enkele zaken in acht worden geno-

men. Enerzijds moest schade aan de tunnel vermeden wor-

den. Dit werd gegarandeerd door afdoende bescherming van

de structuur en door het controleren van het brandvermo-

gen. Anderzijds moest het brandvermogen voldoende groot

zijn om een gelijkaardige dynamica in de rookbeweging te

hebben zoals bij een echte wagenbrand.

Aan Universiteit Gent worden verschillende opleidingen Fire Safety Engineering (FSE) georganiseerd.

Er is de International Master of Science in Fire Safety Engineering (IMFSE) [3], een tweejarige voltijd-

se opleiding op masterniveau, onder de koepel van de Europese Commissie in het Erasmus Mundus

programma. De gerenommeerde universiteiten van Lund en Edinburgh zijn hierin de partners van

coördinator Universiteit Gent, en ook ETH Zürich en de University of Queensland (Brisbane, Austra-

lië) hebben zich inmiddels met het consortium geassocieerd. Voor wie het dichter bij huis zoekt en

al professioneel actief is in de wereld van brandveiligheid, is er ook de ‘Postgraduate Studies in Fire

Safety Engineering’ [4], een opleiding die enkel aan de Universiteit Gent wordt gedoceerd en in totaal

het equivalent van één academiejaar beslaat, maar die gespreid wordt over meerdere jaren, om de combinatie met

het werk mogelijk te maken. Tot slot worden ook geregeld kortere FSE-opleidingen aangeboden onder de vorm van

avondonderwijs in het Instituut Voor Permanente Vorming (IVPV). Zo wordt in de lente van 2015 een opleiding geor-

ganiseerd over ‘Introduction to the use of CFD in Fire Safety Engineering’ [5]. Resultaten van experimenten, zoals de

brandproeven in de Craeybeckxtunnel, worden dan verwerkt in deze programma’s.

Figuur 1: Foto van de opstelling met plasbrand

met kookpuntbenzine en diesel (boven) en

van het autowrak met houten paletten (onder)

Page 32: De brandweerman 547 2015

30

Daarom werden twee verschillende brandhaarden gebruikt,

met name een plasbrand (met kookpuntbenzine en diesel)

en een autowrak, gevuld met houten paletten. De hoeveel-

heid brandstof werd uitgerekend, zodat een vermogen van

ongeveer 3 MW werd bereikt gedurende een periode van

ongeveer 20 minuten per brandproef. Ter vergelijking: het

brandvermogen van een moderne wagen bereikt een piek

tussen de 4 en de 6 MW [1]. Figuur 1 toont een foto van de

topstellingen.

Er werden verschillende metingen uitgevoerd. In de buurt

van de brandhaard werden de temperaturen opgemeten op

verschillende hoogtes. De inkomende luchtstroom in de tun-

nelkoker werd continu gemonitord. Camera’s werden opge-

steld om de brandhaard en de rookverspreiding te bestude-

ren en mobiele warmtebeeldcamera’s gaven een bijkomend

idee van oppervlaktetemperaturen.

Verschillende ventilatiescenario’s gaven aanleiding tot aan-

zienlijke verschillen in rookverspreiding. De resultaten wor-

den momenteel geanalyseerd, zodat het nog te vroeg is om

hieraan bindende conclusies te koppelen. Er kan wel nu al

gesteld worden dat de ruime kokers van de Craeybeckxtun-

nel een troef zijn om te fungeren als rookreservoir in geval

van goede stratificatie. Stratificatie is het fenomeen waarbij

warme rook onder het plafond hangt, duidelijk afgescheiden

van de relatief koude lucht eronder

CFD-BEREKENINGEN

Vooraleer de proeven werden uitgevoerd, waren al CFD-be-

rekeningen uitgevoerd door Fire Engineered Solutions Ghent

(FESG)[6], een spin-off studiebureau uit de onderzoeksgroep

van prof. Merci. Dergelijke ‘blinde’ simulaties, i.e. simulaties

waarbij men geen parameters kan aanpassen om een zo

goed mogelijke overeenkomst te hebben met een realiteit

die al gekend is, zijn heel waardevol om de mogelijkheden en

beperkingen van CFD-berekeningen te toetsen.

CFD-berekeningen worden bij grote tunnelprojecten vaak

ingezet om bijkomend inzicht te verkrijgen omtrent de ver-

wachte rookverspreiding in en rond de tunnel, rekening hou-

dende met windinvloeden, hellingen, drukverliezen gerela-

teerd aan de brand en andere invloedsfactoren

De Craeybeckxtunnel is een 1600m lange 2-koker tunnel

tussen Antwerpen en Brussel en werd gebouwd in 1970. Waar

de meeste ventilatiesystemen in wegtunnels longitudinaal

(de rook in 1 richting in de tunnel blazen om een rookvrije

aanvalsweg te creëren) of transversaal (een rookvrije hoogte

creëren door bovenaan rook af te voeren en onderaan lucht

toe te voegen), is het ventilatiesysteem in de Craeybeckx-

tunnel atypisch. Hier wordt de rook immers op het laagste

punt afgevoerd en wordt de ventilatielucht op het hoogste

punt toegevoerd, hetgeen niet optimaal is voor de stratifica-

tie. Het ventilatiesysteem werd toen niet voor brandsituaties

ontworpen. In totaal zijn er 128 ventilatoren, verdeeld over

elke tunnelkoker. Figuur 2 toont een dwarse doorsnede van

de tunnel.

Zoals vermeld werden de CFD-berekeningen uitgevoerd

vooraleer de resultaten van de brandproeven bekend waren.

Hierdoor is dit een goede maatstaf voor de voorspellende

mogelijkheden van deze techniek. In de simulaties werd geen

rekening gehouden met windinvloeden en werd de brand-

haard aangestoken op het moment dat de ventilatie reeds

Figuur 2: Dwarse doorsnede van de Craeybeckxtunnel

Page 33: De brandweerman 547 2015

31

in regime draaide. Bijgevolg lagen de randvoorwaarden vrij

goed vast, zodat de onzekerheid omtrent brandhaard en

windcondities op 10% na nauwkeurig konden worden inge-

geven. Het feit dat er tijdens de brandproeven weinig wind

was, was een gelukkige omstandigheid om de vergelijking

met de CFD-berekeningen te kunnen maken. De CFD-be-

rekeningen worden momenteel geanalyseerd, maar Figuur 3

geeft een beeld van de temperaturen uit de CFD (links) en

de werkelijkheid (rechts). Als gevolg van de turbulentie zijn

de ogenblikkelijke beelden niet identiek, maar de gemiddel-

de beelden en de rookverspreiding, zoals voorspeld door de

CFD-berekening, komen heel goed overeen met de visuele

waarnemingen en de temperatuurmetingen, dankzij de goe-

de keuze van sub-modellen, een voldoende fijn rekenrooster

en de goede kennis van de randvoorwaarden.

De goede overeenkomst tussen de CFD resultaten en de

waarnemingen sterken het vertrouwen dat een correct uit-

gevoerde CFD-simulatie als voldoende betrouwbaar wor-

den beschouwd om een bestaand ventilatiesysteem te op-

timaliseren. Indien een ventilatiesysteem niet voldoet aan de

vooropgestelde prestatiecriteria, kunnen verschillende con-

figuraties of bijkomende maatregelen geanalyseerd worden.

Een extra voordeel is dat nuttige gevoeligheidsstudies inzake

windinvloed, blokkeringsfactoren, falen van componenten

(vb. 1 ventilator), toelaten om de impact ervan op het ventila-

tiesysteem weer te geven.

GEBRUIK VAN VIDEOBEELDEN

Voor verdere analyse van de proeven in de Craeybeckxtunnel

werden vanuit verschillende standpunten video-opnames

gemaakt voor het volgen van de rook- en vlamverspreiding

in de tunnel (Figuur 4). Universiteit Gent werd hiervoor bij-

gestaan door FLIR en Araani, beiden actief in het domein

van videoanalyse. In combinatie met de beelden die het

Vlaams Tunnel- en Controlecentrum (VTC) kan aanleveren

van de permanente camera’s in de tunnel zullen verschil-

lende karakteristieke waarden met betrekking tot de globale

zichtbaarheid en opbouw/verloop van de rooklaag worden

bepaald. Voor elk van de proeven zullen deze resultaten wor-

den aangewend voor objectieve en subjectieve evaluatie van

de ventilatie op de rookbeweging. Bovendien zullen de re-

sultaten ook worden vergeleken met de uit de CFD-studie

bekomen berekeningen, om de overeenkomst tussen beide

technieken te verifiëren.

“ Brandproeven op ware grootte zijn immers een schaars en kostbaar goed”

Het UGent-onderzoek naar videogebaseerde branddetectie

bundelt verscheidene videoanalyse-technieken die waarde-

vol zijn in de zoektocht naar snelle en accurate detectie en

lokalisatie van vlammen en rook. Deze videoanalysetech-

nieken vullen de bestaande branddetectietechnieken aan en

lossen problemen op die eigen zijn aan traditionele sensoren.

De overtuiging is dat beeldanalyse kan worden ingezet daar

waar de andere detectoren tekortschieten. Videogebaseer-

de detectie kan detecteren van op afstand (zowel binnen als

buiten), nuttige brandinfo genereren en ook worden ingezet

om andere nuttige informatie uit de omgeving te onttrekken.

Een voorbeeld hiervan is het bepalen van de aanwezigheid

van personen in de ruimte (bv. tunnel) waar de brand is ge-

detecteerd.

Detectie is meestal de eerste stap in een intelligent video-

bewakingssysteem en is ook vaak de moeilijkste. Door ruis,

schaduwen, lichtveranderingen en andere artefacten in de

opgenomen videosequenties is het ontwikkelen van een be-

Figuur 3: Ogenblikkelijk temperatuursveld uit CFD (links) en foto van de brandproeven (rechts).

Page 34: De brandweerman 547 2015

32

trouwbaar detectiesysteem een enorme uitdaging. Ook de

kwaliteit/bruikbaarheid van tunnelbeelden, zoals deze ge-

maakt tijdens de proeven in de Craeybeckxtunnel, blijkt af-

hankelijk te zijn van verscheidene omgevingsparameters. In

tegenstelling tot wat gebeurt in het werk van vele andere

onderzoekers wordt de door UGent voorgestelde optimali-

satie voor de detectie van vlammen en rook niet uitgevoerd

in de diepte, maar wordt onderzoek gevoerd in de breedte.

De focus ligt met andere woorden niet zo zeer op het krach-

tiger maken van bestaande visuele detectiealgoritmes, maar

op het gebruiken en samenvoegen van verschillende types

van informatie en de meerwaarde die hiermee gecreëerd kan

worden. Door het samenvoegen van de verschillende typen

informatie, afkomstig van verschillende typen sensoren, kan

vaak een grotere detectiewinst worden geboekt. Elk type

sensor heeft zijn eigen specifieke problemen, die gecom-

penseerd kunnen worden door een ander type sensor. In de

Craeybeckxtunnel werd om deze reden door FLIR ook ther-

mische camerabeelden van de testen opgenomen. Toekom-

stig onderzoek zal ook nagaan in welke mate ook de mobie-

le thermische camera’s van de brandweer hiervoor zouden

kunnen worden gebruikt.

SLOTBEMERKING

Brandproeven zoals uitgevoerd in de Craeybeckxtunnel ver-

schaffen een schat aan informatie. Er zijn niet alleen de visue-

le waarnemingen, van rechtstreeks nut voor de beheerder en

de brandweer, maar ook de metingen, voor wetenschappelijk

onderzoek. Door de expertise en competentie te bundelen

van overheid, brandweer, academische wereld en industrie

in Vlaanderen, allen van heel hoog niveau op wereldschaal,

worden de resultaten optimaal benut. De auteurs hopen dan

ook dat dergelijke samenwerking op regelmatige basis kan

herhaald worden in de toekomst.

DANKWOORD

De auteurs wensen de heren Kristof Goris en Maarten Van

Eekert (Agentschap Wegen en Verkeer) te bedanken voor de

uitnodiging en uitstekende organisatie van de brandproeven.

De auteurs bedanken ook de heren Steven Verhoeven (Cam-

pus Vesta) en Dirk Verschueren (Brandweer Antwerpen) voor

de opleiding en begeleiding, zodat de brandproeven in alle

veiligheid konden worden bijgewoond.

REFERENTIES

[1] B. Merci and M. Shipp, ‘Smoke and heat control for fires

in large car parks: Lessons learnt from research?’,

Fire Safety Journal, Vol. 57, pp. 3-10 (2013).

[2] http://multimedialab.elis.ugent.be/rabot2012/

[3] http://www.imfse.ugent.be

[4] http://studiegids.ugent.be/2014/NL/FACULTY/E/PGOP/

EYFIRE/EYFIRE.html

[5] http://www.ivpv.ugent.be/opleidingen/aanbod/

CFD2015/index.htm

[6] http://www.fesg.be

Bart Merci1, Xavier Deckers1,2 en Steven Verstockt3

1 Universiteit Gent, Vakgroep Mechanica van Stroming, Warmte

en Verbranding, [email protected]

2 Fire Engineered Solutions Gent, [email protected]

3 Universiteit Gent - iMinds, Vakgroep voor Elektronica en

Informatiesystemen – Multimedia Lab, [email protected]

Figuur 4. Foto van de opnames van de videobeelden door FLIR en Araani.

Page 35: De brandweerman 547 2015

WWW.RESQTEC.COM

14 TON CAPACITEIT

KOPPELBARE HEFKUSSENSVOOR MEER KRACHT EN HOOGTE

ARC CAPABILITY

VOLLEDIGE INTEGRATIE VAN VERSCHILLENDE PRODUKTEN

OP AFSTAND BEDIENBAAR

BRABO Brandbeveiliging NVToekomstlaan 1A, B-2170 MerksemT +32 (0)3/645.48.05 F + 32 (0)3/645.39.62 E [email protected] E www.brabo.be

VOOR ELK PROBLEEM DE BESTE OPLOSSING

H E A V Y R E S C U E S Y S T E M

PA R T O FTM

Op basis van de resultaten van een reeks theoretische en praktijktesten gaf de Federale overheidsdienst Binnenlandse zaken de voorkeur aan het pak SC4, aangeboden door Vandeputte, voor het beschermen tegen vloeibare chemische sto� en bij eerste interventies.

Naast de basisvereisten, waren volgende punten van doorslaggevend belang in de keuze:

Extra verstevigde naden bieden een goede treksterkte en garanderen een extra bescherming tegen het indringen van sto� en

De grondstof is inherent antistatisch

Het ruime vizier geeft de drager een breder gezichtsveld, waardoor hij de situatie makkelijker correct kan inschatten.

Het design van het pak werd aangepast aan de bewegingen van de drager en biedt ook voldoende ruimte om het aan- en uitkleden sneller te laten verlopen, zelfs in combinatie met een persluchttoestel en brandweerkleding.

EXTRA STEVIGE NADEN

Contacteer ons en ontdek zelf alle voordelen van het SC4-pak! | 03 460 04 60 | [email protected] | www.vdp.com

Op basis van de resultaten van een reeks theoretische en praktijktesten gaf de Federale overheidsdienst Binnenlandse zaken de voorkeur aan het pak SC4, aangeboden door

Naast de basisvereisten, waren volgende punten van

bieden een goede treksterkte en garanderen een extra bescherming tegen het indringen van

breder gezichtsveld,waardoor hij de situatie makkelijker correct kan inschatten.

Het design van het pak werd aangepast aan de bewegingen om het aan-

, zelfs in combinatie

EN 14605:2005TYPE 3

EN 14126:2003

EN 1073-2:2002

EN 1149-5:2008

Art: 1019254SC4 SPLASH BLEU LAMINATEBLEU LAMINATE

CHEMPROTEX SC4 DÉ VOORKEUR VAN DE FOD BINNENLANDSE ZAKENDÉ VOORKEUR VAN DE FOD BINNENLANDSE ZAKEN

CHEMPROTEX SC4DÉ VOORKEUR VAN DE FOD BINNENLANDSE ZAKEN DÉ VOORKEUR VAN DE FOD BINNENLANDSE ZAKEN

ANTISTATISCH

BREDER GEZICHTSVELD

PRAKTISCH DESIGN

Page 36: De brandweerman 547 2015

34

BRANDVEILIGHEID IN ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR

Nut van analysetools (3/4)

In deze reeks artikels bespreekt Fire Engineered Solutions Ghent een aantal concrete onderwerpen die

een beter inzicht kunnen geven bij het controleren van een ontwerp/analyse. Er wordt in dit artikel dieper

ingegaan op het evacuatieaspect van personen in massatransport. Meer bepaald evacuatieanalyse,

strategieën, experimenten en modellering zijn belangrijke onderwerpen. Aan de hand van een

voorbeeld, een brand in een ondergrondse treinlink, wordt dit geïllustreerd.

BRAND EN EVACUATIE

Eén van de voornaamste oorzaken

waarbij slachtoffers vallen in geval van

brand is door het niet tijdig kunnen

evacueren naar een plaats van relatie-

ve veiligheid.

Dit kan komen door te lange evacuatie-

afstanden (vb tunnels, metrosystemen,

etc.), een te groot aantal personen

voor te weinig/smalle evacuatiewegen

en deuren, het niet vertrouwd zijn met

de ondergronds geometrie, onduidelij-

ke/donkere omgeving, te beperkte sig-

nalisatie, inefficiënte RWA-systemen,

etc.

Goed werkende veiligheidssystemen

en duidelijke begeleiding en procedu-

res zijn essentieel om een vlotte eva-

cuatie te verwezenlijken.

Figuur 1: Mont Blanc tunnel, ravage na de

hevige brand.

Foto: Jean-Paul Heyens

Page 37: De brandweerman 547 2015

35

EVACUATIESTRATEGIE

Een evacuatiestrategie is een onder-

deel van de brandstrategie en houdt

hier rekening mee.

In vele gevallen kan men dus het ont-

werp van een RWA-concept niet los-

koppelen van evacuatie waardoor het

als één geheel dient bekeken te wor-

den. Louter een evacuatiestudie uit-

voeren zonder het risico van brand-

haard en verspreiding van rookgassen

te bekijken is dus niet aangewezen.

Figuur 2: Evacuatie richting nooduitgang.

Zo bestaat er een reële kans dat per-

sonen in tunnelomgeving door de rook

heen dienen te evacueren. Het creëren

van logische evacuatieroutes en antici-

peren op verschillende mogelijke situ-

aties is een belangrijk onderdeel van de

evacuatiestrategie.

Zo is het in tunnelomstandigheden bij-

voorbeeld belangrijk dat personen niet

voorbij de nooduitgang lopen. Hier-

door zouden deze personen veel lan-

ger aan onhoudbare condities bloot-

gesteld kunnen worden.

MENSELIJK GEDRAG EN EVACUATIE EXPERIMENTEN

Een belangrijk onderdeel om meer

inzicht te krijgen in evacuaties uit on-

dergrondse infrastructuren, is het uit-

voeren en analyseren van reële evacu-

atiecondities.

Dit kan door experimenten uit te voe-

ren waarmee meer kennis verworven

wordt over het gedrag van mensen in

stresserende en onduidelijke omstan-

digheden. Hieruit kan duidelijk worden

welke aspecten of zelfs details een po-

sitieve of negatieve invloed hebben op

de evacuatie.

Zo kan bijvoorbeeld signalisatie met

verschillende kleuren een andere im-

pact hebben op het interpreteren van

het veiligheidsobject [1]. Uit experi-

menten (zie onderstaande figuur) bleek

dat de signalisatie met groene kleur

aantrekkelijker was om te evacueren

dan signalisatie met een rode kleur.

Figuur 3: Verschillende kleuren voor

signalisatie

Experimenten worden ook uitgevoerd

om meer inzicht te krijgen in evacua-

tiestroming en bewegingspatronen om

zo evacuatiecondities te kunnen opti-

maliseren.

Zo is o.a. belangrijk wat het effect is

van wandelsnelheden, type voertui-

gen, etc. op het samenkomen van ver-

schillende rijen personen [2], [3]. Ook

de keuze van statische of dynamische

signalisatie zal het zal een andere im-

pact hebben op het verloop van de

evacuatie.

Figuur 4: Dynamische evacuatiesignalisatie

geeft aanduiding naar nooduitgang.

Figuur 5: Statische evacuatiesignalisatie

geeft aanduiding van nooduitgang

MODELLERING EN ANALYSE VAN EVACUATIE

Afhankelijk van de complexiteit van het

concept dient het voorgesteld evacua-

tieconcept gevalideerd te worden door

experimenten of simulatiemodellen. In

het merendeel van de gevallen worden

modellen gebruikt omwille van de lage

kostprijs, snelle uitvoering en heruit-

voerbaarheid.

Het uiteindelijke doel van de evacu-

atieanalyse is om inzicht te krijgen in

de maximale tijd die nodig is om het

beschouwde gebouw of tunnel te

evacueren. Deze evacuatie-tijd wordt

dan vergeleken met de tijd die nodig is

voor de brand om onhoudbare condi-

ties te veroorzaken.

Deze onhoudbare condities worden

bepaald op basis van performantiecri-

teria : dit zijn op voorhand vastgelegde

criteria waaraan voldaan moet worden

opdat het ontwerp aanvaard zou kun-

nen worden.

Deze criteria worden bepaald op ba-

sis van regelgeving (wet), normen en

regels van goed vakmanschap. Voor-

beelden hiervan zijn minimale zicht-

baarheid, maximale omgevingstempe-

ratuur, toxische stoffen, radiatie, etc.

Als de evacuatietijd lager is dan de tijd

nodig om tot deze onhoudbare con-

dities te komen in de tunnel dan is

het beoogde doel bereikt nl alle aan-

wezigen veilig evacueren in geval van

Page 38: De brandweerman 547 2015

36

brand. Is dit niet het geval, dan moe-

ten maatregelen genomen worden om

deze voorwaarde te voldoen.

TYPE EVACUATIE MODELLEN

Het voornaamste verschil tussen de

verschillende modellen, zit hem in de

complexiteit van de berekeningswijze.

De keuze van het type evacuatiemodel

hangt af van de complexiteit van het

ontwerp. Afhankelijk van de software

worden de volgende modellen

gebruikt:

› Analytische berekeningen voor

eenvoudige geometrieën.

› Simulatiemodellen die al dan niet

bewegingsdynamica en menselijk

gedrag in rekening nemen.

WELKE PARAMATERS ZIJN BELANGRIJK?

Voor het gebruik van bovengenoemde

simulatiemodellen worden een groot

aantal variërende paramaters gebruikt.

Hoe belangrijk elke paramater is, hangt

af van concept tot concept. Een aantal

factoren komen regelmatig terug:

1. Pre-evacuatietijd: is de tijd die ver-

strijkt tussen de start van het alarm

en het moment waarop de perso-

nen zullen beginnen te evacueren.

Dit zal verschillend zijn voor elke

persoon en hangt van vooral de

volgende factoren [4]:

› Is het nacht of dag, slaapt men of

is men wakker

› De vertrouwdheid met het

gebouw of tunnel

› Is men in groep

› Type van alarm en

evacuatiesysteem

› Training van het personeel op

evacuatie

› Kan men het incident zien of niet.

2. Aantal personen: het aantal

personen heeft een directe impact

of de nodige tijd om de evacuatie

af te ronden.

Het aantal mensen dat gebruikt

moet worden voor de analyse

kan berekenend worden op twee

manieren:

› Berekening door zich te baseren

op de beschikbare nuttige

oppervlakte (gebouwen).

› Het aantal wordt voorgeschreven

door de cliënt.

Belangrijk hierbij is dat men focust

op regels van goed vakmanschap

en dat men rekening houdt met

mogelijke overcapaciteit t.g.v.

bepaalde evenementen. Daarom

moet men bij het berekenen van

het aantal personen conservatief

omspringen met aannames.

Figuur 6: Aantal geëvacueerde personen in

functie van de tijd.

3. Geometrie infrastructuur: De

geometrie heeft een belangrijk

effect. Meer bepaald hebben de

breedte van evacuatiewegen,

deuren, hellingen, trappen etc. een

bepalende impact.

De voornaamste kenmerken van

de structuur zijn:

› De niveaus waar de personen op

lopen;

› Blokkades d.m.v. muren en

objecten;

› Doorgangen d.m.v. deuren, trap-

pen en poorten.

4. Wandelsnelheid van personen is

een volgende cruciale factor. Het

is belangrijk dat snelheden worden

gebaseerd op internationale aan-

vaarde waarden. Uit onderzoek is

gebleken dat de gemiddelde snel-

heid van personen rond 1.2-1.4 m/s

ligt. Deze waarde wijzigt i.f.v. het

geslacht, de leeftijd, de helling en

de interactie met rook. Ook zal de

snelheid verlagen door hoge dicht-

heden omdat de personen door

elkaar worden gehinderd en zullen

personen een afstand van elkaar

willen blijven om hun privacy te be-

houden.

5. Bij een evacuatie in ondergrondse

infrastructuur zullen de aanwezi-

gen meestal door een deur, trap

of opening moeten evacueren. Dit

betekent dat de evacuatie wordt

beperkt door:

› De specifieke stroom van de deur,

trap of opening. Dit uitgedrukt in

[personen/m/s].

› De stroom door de deur, trap of

opening afhankelijk van de breed-

te van deze doorgang. Dit uitge-

drukt in [personen/s].

Figuur 7: Evacuatiestroom van personen.

Bij de nieuwe evacuatiemodellen is

de doorgang voor specifieke deuren,

trappen en openingen opgenomen in

de bibliotheek van de software.

TOEPASSING IN TUNNEL GEOMETRIE

In het vorig artikel werd het prin-

cipe uitgelegd van het gebruik van

RWA-systemen met validatie in CFD

op een tunnel project. Om tot een vol-

Page 39: De brandweerman 547 2015

37

waardig besluit te kunnen komen over

de goede werking van de verschillen-

de veiligheidssystemen systeem moet

daaraan een evacuatieanalyse gekop-

peld worden die rekening houd met de

gevolgen van de brandhaard en rook-

verspreiding.

Gezien het hier gaat om een treintun-

nel, dient iedereen te evacueren uit

de treinstellen op de evacuatieweg

richting de nooduitgangen (zie onder-

staande figuur).

STEPS-MODEL

De modellering werd uitgevoerd met

behulp van het evacuatieprogramma

STEPS Hierbij werd een 2D grid struc-

tuur gebruikt waarbij één cel overeen-

komt met de grootte van één persoon.

Cellen waar objecten opstaan zoals

muren en deuren worden geblokkeerd

en kan men dan ook niet op bewegen.

Cellen waar rails opstaan zullen perso-

nen vertragen.

Voor dit ontwerp werd er rekening

gehouden met 1 evacuatieweg rich-

ting de nooduitgang. Omwille van de

slechte zichtbaarheid en hoogte ver-

schil tussen evacuatie pad en railniveau

werd geen rekening gehouden met

eventueel oversteken via cross passa-

ges naar de andere kant van de tunnel.

Bij het ingeven van de voornaamste

parameters werd er rekening gehou-

den met het beoogde publiek volgens

een distributie. Deze personen kunnen

gedesoriënteerd zijn door de vreemde

en mogelijks donkere omgeving. Daar-

om werd een verlaagde voortbewe-

gingsnelheid in rekening gebracht.

Een ander punt waarmee rekening

gehouden is het gebruikte evacuatie

management systeem. Afhankelijk van

de complexiteit van de infrastructuur,

regelmatige training van personeel,

type alarm, gebruikte maatregelen

(zoals ingesproken boodschappen) en

procedure werd een distributie voor

de pre-evacuatietijd opgesteld. Voor-

namelijk in het gebouw (e.g. station)

is deze distributie van belang omdat

niet iedereen op eenzelfde moment

zal starten met evacueren. Echter, in

bijvoorbeeld een treinstel wordt ver-

wacht dat de groep personen groten-

deels samen zullen evacueren. Dit op

bevel van personeel aanwezig in de

trein of via een gesprokenboodschap.

UITWERKING CONCEPT

De evacuatieanalyse werd uitgevoerd

voor verschillende scenario’s die elk

apart gemodelleerd werden (e.g. ver-

schillende type rookverspreiding, wind,

brandhaarden, aantal personen, af-

stand tussen evacuatiedeuren, type

verlichting, etc.). Op basis van deze

verschillende scenario’s kan een in-

terval voor evacuatietijden gegeven

worden en kunnen kosten-baten ana-

lyses uitgevoerd worden om het meest

optimale systeem te bepalen. Op dit

onderwerp wordt daarom in volgend

artikel dieper ingegaan.

BEOORDELING EN CONTROLE VAN DE RESULTATEN?

Een analyse m.b.v. een simulatie-

model is altijd slechts zo goed als de

gebruiker weet hoe hij/zij met het pak-

ket dient om te springen. Dit is een

groot verschil met handberekenin-

gen: men kan bij handberekeningen

erg vlug zien of iemand op de hoog-

te is hoe de berekeningen dienen te

gebeuren. Evacuatie modellen aan de

andere kant zien er altijd wel “mogelijk”

uit. Het nadeel is dat de gekozen pa-

rameters volledig fout kunnen zijn, en

dienen dus met grote zorg te worden

nagekeken.

5 KRITISCHE VRAGEN?

FESG stelt voor volgende 5 kritische

vragen steeds te stellen bij een beoor-

deling van een dergelijk rapport.

1. Heeft men de potentiële risico’s

voldoende bekeken vooraleer over

te gaan naar de evacuatieanalyse?

2. Wat is de doelstelling van de si-

mulatie? Op welke vraag dient een

antwoord gevonden te worden?

Louter en alleen evacuatietijd of

ook potentieel gevaar van perso-

nen die door de rook moeten eva-

cueren?

Figuur 8: Evacuatie treinstel in tunnel.

“Het creëren van logische evacuatie-routes een belangrijk onderdeel

van de evacuatiestrategie”

Page 40: De brandweerman 547 2015

38

3. Welke scenario’s zijn belangrijk en

welke kunnen een grote impact

hebben op personenveiligheid?

4. Hoe gaat men om met de invloed

van verschillende type verlichting,

signalisatie, richtlijnen? Zijn er cor-

recte procedures uitgeschreven

voor alle beoogde scenario’s?

5. Heeft men de sensitiviteit van de

meest gevoelige input parameters

voldoende bekeken en onder-

bouwd?

Er zijn nog andere elementen die een

rol spelen bij de correctheid van een

evacuatieanalyse, maar als deze vragen

niet bevredigend beantwoord kunnen

worden, kan dit als een teken zijn dat

de rapportage grondig dient te worden

herbekeken of dat het nuttig kan zijn

dat een 2de partij een onafhankelijke

controle zou uitvoeren.

CONCLUSIE

In dit artikel werd aangegeven hoe een

evacuatie analyse en modellering kan

worden gebruikt als hulpmiddel om op

een objectieve wijze een goede uit-

spraak te doen over het veiligheidsni-

veau van de personen aanwezig in de

tunnel.

Hierbij is het de taak van de brand-in-

genieur om de resultaten op een vol-

doende duidelijke wijze te rapporteren

en te integreren in een brandveilig-

heidsconcept.

Daarnaast werden er 5 kritische vragen

meegegeven die door de brandweer

kunnen worden gesteld bij het beoor-

delen van dergelijke berekeningen en

analyse.

In het volgende artikel wordt dieper

ingegaan op het geïntegreerd en over-

koepelend concept van risicoanalyse

en kosten baten analyses. Een goede

combinatie aan maatregelen kan voor

een optimalisatie dewelke een kosten-

besparing en veiligheidsverhogen kan

teweeg brengen.

BRONNEN

[1] D. Nilsson, A framework – The

Theory of Affordances, Lund

University, 2009.

[2] M. O. e. al., „Carriage Evacuations

in local, public tail transportation

systems in case of fire –

Experiments, Findings and Human

behaviour,” Austria, 2011.

[3] K. Jong-Hoon, „Experiments of

egress behaviour when subway car

stops on track,” Korea, 2012.

[4] P. G., Evacuation Time, The SFPE

Handbook of Fire Protection

Engineering, 4th Edition, Section 3,

Chapter 12, page 355-373, United

States: SFPE, 2008.

B. Van Weyenberge & X. Deckers

www.FESG.be

WIE IS FIRE ENGINEERED SOLUTIONS GHENT?

FESG is een onafhankelijk studiebureau brandveiligheid, gespecialiseerd in

performantie-gerichte oplossingen.

Als spin-off van de Universiteit Gent, is er een rechtstreekse implementatie

van de laatste onderzoeksresultaten.

Naast een tak brandveiligheid in gebouwen, industrie, parkings en tunnels,

zorgt de tak opleiding voor de verspreiding van kennis door aanwezigheid

op seminaries, verzorgen van cursussen en artikels.

Foto: Pieter Maes

Page 41: De brandweerman 547 2015

AUTOVERZEKERING BRANDWEERLIEDEN GOEDKOPER!

Protectas heeft voor u als brandweerman of –vrouw extra gunstige voorwaarden voor uw autoverzekeringen (en dit zowel voor uzelf als voor uw gezinsleden). Aan goede bestuurders kunnen we een tarief aanbieden dat tot de beste van de markt behoort en bovendien geniet u van de service van een professionele makelaar. Zo betaalt u niet te veel maar staat u ook niet alleen in geval van schade.

BRANDVERZEKERING BRANDWEERLIEDEN GOEDKOPER! U, brandweerman of –vrouw, bent expert op het gebied van brandbestrijding én brandpreventie. Tegenover een kleiner risico staat een lagere premie. Daarom biedt Protectas brandweerlieden aangesloten bij een beroeps- of een vrijwilligerskorps, een bedrijfskorps of een federatie, een brandverzekering aan tegen unieke voorwaarden. Wij nemen als voorbeeld iemand die in Aalst (postcode 9300) woont.Het gaat om een aanpalende woning of een appartement, met beveiligingsinstallatie of gepantserde deur. .

Formule 1 Formule 2 Formule 3 Formule 4 Formule 5 Formule 6

Gebouw 150.000 EUR

180.000 EUR

240.000 EUR

300.000 EUR

360.000 EUR

420.000 EUR

Inhoud 50.000 EUR

60.000 EUR

80.000 EUR

100.000 EUR

120.000 EUR

140.000 EUR

Diefstal 25.000 EUR

30.000 EUR

40.000 EUR

50.000 EUR

60.000 EUR

70.000 EUR

Als eigenaar 214,14 EUR

256,42 EUR

337,71 EUR

421,45 EUR

475,81 EUR

554,65 EUR

Als huurder 173,74 EUR

207,94 EUR

273,07 EUR

340,65 EUR

408,23 EUR

475,81 EUR

De premies zijn inclusief waarborg natuurrampen en taksen - Risicogebieden natuurrampen = aangepaste voorwaarden.Verzekerde waarden > formule 6 zijn eveneens mogelijk.

Familiale- en autoverzekering voor brandweerlieden ook goedkoper. ANTWOORDSTROOK

Ja, ik ben geïnteresseerd in uw uniek aanbod. Ik ben nog geen klant bij Protectas.

Gelieve mij informatie voor mijn private verzekeringen te bezorgen op volgend adres: Ik ben reeds klant bij Protectas.

Gelieve mij informatie voor mijn autoverzekeringen te bezorgen op volgend adres: Naam: ………………………………. Voornaam: ………………………………… Adres: ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. Tel : ………………………………. Korps: ……………………………………... Stuur deze antwoordstrook naar Protectas, Zelliksesteenweg 12 te 1082 Brussel of bel voor meer informatie op het nummer 02/465.91.01 of fax: 02/468.02.34 of e – mail : [email protected] Registratienummer CDV 16896

Page 42: De brandweerman 547 2015

TO START please click on button (location browser pannel) to add NEW floorplan or

select floorplan in the list of the LOCATION BROWSER pannel.

Floor 2

Save Print Reset Map view List viewsearch by Make/Mode Type to search asset …

100%Floor 1

Location Browser

DepartmentsLayers

Current Situation(156)

Demo site 1 (11)

Demo building (11)

Demo floor 1 (7)

Demo floor 2 (4)

Marketing (11)

Logistic (11)

Sales (7)

workspace

Assets

Maps Overlays

Other

Assets

collapse

Home Printing Maps

PrintingHome

Welcome …

Admin Reports Customers

Log in FeedbackMain Company Customer…

Type to search asset …

100%

Log in Feedback

De In-Map software, werd ontwikkeld vanuit het perspectief dat werklast moet kunnen verminderd worden

door activa en activiteiten te groeperen rond “interactieve” grondplannen.

Ook voor de brandweer is een vermindering van de werklast mogelijk. Hierbij kan ook zeer fl exibel gewerkt worden met een vereenvoudiging van de werkverdeling

tussen de brandweer en externe partners.

In-Map werd ontwikkeld met het doel om een algemeen “platform”

te bekomen voor bedrijven, waarop verschillende activiteiten kunnen

aangemaakt en opgevolgd worden.

De eerste “laag” die werd ontwik-keld is gespecialiseerd om in de

printer-omgeving en binnen grotere bedrijven, de kosten en workfl ows

onder controle te krijgen.

Grotere klanten zoals Konica, OKI etc werken met de In-Map software om automatisch printerparken op te

volgen, kosten te berekenen, tijdig toners te leveren, optimaliseringen

door te voeren etc.

Graag zijn wij bereid om eenen ander toe te lichten via

een gesprek of bezoek.

Aarzel dus niet om contactmet ons op te nemen op

Tel. 09-381 33 13Gsm 0478-280 233

[email protected]

Wat mag U zich hierbij voorstellen bij de activiteit brandweer ?Digitalisering van de interventieplannen.

Werklastvermindering door deze deels te verschuiven naar de bedrijven toe.

Flexibiliteit in de samenwerking met Uw externe partners.

Een cloud platform waardoor het mogelijk is om logins en paswoorden aan de deelnemende bedrijven te sturen - hierdoor is het zeer eenvoudig om met de software te starten en is er geen installatie nodig. Alle data ingave en opvragingen gebeuren in een browser.

Het systeem is platform-onafhankelijk : Mac - PCGrondplannen zijn gemakkelijk importeerbaar via upload van jpeg’s of het nemen van foto’s via een iPad.

Het systeem kan voor andere taken gebruikt worden, zoals nu reeds het geval is. De software is een “platform” waarbij “lagen” toegevoegd worden. Brandweer is een aparte laag en hierbinnen kan data opgeslagen worden, zoals : • gevaren-zones • bibliotheken met bepaalde activa, brandblussers, sprinklers etc. bestaan of zijn altijd later aan te maken.

Gebruiksviendelijk. Activa kunnen eenvoudig “gesleept” en verplaatst worden : van 1 gebouw op een bepaalde verdieping, naar een gebouw op een andere site en andere verdieping.

Automatische rapportering ivm activa etc.

Opvolging van versies

Opvolging van deadlines

import van bestaande data

Page 43: De brandweerman 547 2015

www.clavisbooks.com

Geniet nu van 15% korting op deze leuke boeken over de brandweer. Ideaal om jouw (klein)kinderen te laten zien wat een brandweerman precies doet!Meer weten? Ga naar www.brandweervlaanderen.be, log in met je gebruikersnaam en wachtwoord, ga naar ‘diensten’ en klik dan op ‘speciale acties voor leden’.

Een brandweerkazerne om open te vouwenIn dit boekje kun je van alles zoeken en goed naar de prenten kijken. Maar je kunt het boekje ook helemaal openvouwen. Zo krijg je een echte minibrandweerkazerne! Een origineel boekje én een brandweerkazerne voor kinderen vanaf 2 jaar.ISBN 9789044823400 - Vanaf 2 jaar - Prijs: € 7,60 i.p.v. € 8,95

De brandweermanEen brand kan heel gevaarlijk zijn. Gelukkig bestaan er brandweermannen! Ze springen in hun speciale pakken en zijn met hun brandweerwagen een-twee-drie bij de brand. Maar ze helpen mensen ook op andere manieren ... Een vlot informatief boek op kleuterformaat over de brandweer.ISBN 9789044808148 - Vanaf 4 jaar - Prijs: € 12,70 i.p.v. € 14,95

Mijn papa is een heldJoost mist zijn vader, die een jaar geleden gestorven is, heel erg. Mijn papa is een held, vindt Joost, want als brandweerman heeft hij veel mensen geholpen. Een fel en sober verhaal over een jongen die het erg moeilijk heeft met de dood van zijn vader. ISBN 9789044817478 - Vanaf 10 jaar - Prijs: € 12,70 i.p.v. € 14,95

TO START please click on button (location browser pannel) to add NEW floorplan or

select floorplan in the list of the LOCATION BROWSER pannel.

Floor 2

Save Print Reset Map view List viewsearch by Make/Mode Type to search asset …

100%Floor 1

Location Browser

DepartmentsLayers

Current Situation(156)

Demo site 1 (11)

Demo building (11)

Demo floor 1 (7)

Demo floor 2 (4)

Marketing (11)

Logistic (11)

Sales (7)

workspace

Assets

Maps Overlays

Other

Assets

collapse

Home Printing Maps

PrintingHome

Welcome …

Admin Reports Customers

Log in FeedbackMain Company Customer…

Type to search asset …

100%

Log in Feedback

De In-Map software, werd ontwikkeld vanuit het perspectief dat werklast moet kunnen verminderd worden

door activa en activiteiten te groeperen rond “interactieve” grondplannen.

Ook voor de brandweer is een vermindering van de werklast mogelijk. Hierbij kan ook zeer fl exibel gewerkt worden met een vereenvoudiging van de werkverdeling

tussen de brandweer en externe partners.

In-Map werd ontwikkeld met het doel om een algemeen “platform”

te bekomen voor bedrijven, waarop verschillende activiteiten kunnen

aangemaakt en opgevolgd worden.

De eerste “laag” die werd ontwik-keld is gespecialiseerd om in de

printer-omgeving en binnen grotere bedrijven, de kosten en workfl ows

onder controle te krijgen.

Grotere klanten zoals Konica, OKI etc werken met de In-Map software om automatisch printerparken op te

volgen, kosten te berekenen, tijdig toners te leveren, optimaliseringen

door te voeren etc.

Graag zijn wij bereid om eenen ander toe te lichten via

een gesprek of bezoek.

Aarzel dus niet om contactmet ons op te nemen op

Tel. 09-381 33 13Gsm 0478-280 233

[email protected]

Wat mag U zich hierbij voorstellen bij de activiteit brandweer ?Digitalisering van de interventieplannen.

Werklastvermindering door deze deels te verschuiven naar de bedrijven toe.

Flexibiliteit in de samenwerking met Uw externe partners.

Een cloud platform waardoor het mogelijk is om logins en paswoorden aan de deelnemende bedrijven te sturen - hierdoor is het zeer eenvoudig om met de software te starten en is er geen installatie nodig. Alle data ingave en opvragingen gebeuren in een browser.

Het systeem is platform-onafhankelijk : Mac - PCGrondplannen zijn gemakkelijk importeerbaar via upload van jpeg’s of het nemen van foto’s via een iPad.

Het systeem kan voor andere taken gebruikt worden, zoals nu reeds het geval is. De software is een “platform” waarbij “lagen” toegevoegd worden. Brandweer is een aparte laag en hierbinnen kan data opgeslagen worden, zoals : • gevaren-zones • bibliotheken met bepaalde activa, brandblussers, sprinklers etc. bestaan of zijn altijd later aan te maken.

Gebruiksviendelijk. Activa kunnen eenvoudig “gesleept” en verplaatst worden : van 1 gebouw op een bepaalde verdieping, naar een gebouw op een andere site en andere verdieping.

Automatische rapportering ivm activa etc.

Opvolging van versies

Opvolging van deadlines

import van bestaande data

Bibliotheek

Universitaire campus

StationHospitaal

KantoorgebouwMuseum

Uw partner in passieve brandbescherming voor gebouwen.Promat International NVBormstraat 24, 2830 Tisselt | T 015 71 33 51F 015 71 82 29 | [email protected] | www.promat.be

521339_Alg Adv_De Brandweerman_85x124_NL.indd 1 21/01/15 11:58

Dankzij Brandweer Vlaanderen geniet u bij DATS 24 een persoonlijke korting van 1 eurocent per getankte liter.

dats24.be

Hoe tankt u met uw extra korting?1. Vraag uw tankkaart aan op

customer.dats24.be/nl/tankkaart-aanvragen.2. Vul uw kortingcode exact in. 3. Gebruik uw persoonlijke tankkaart en u geniet altijd

en overal uw maximale korting. *

* Uw maximale korting inclusief uw persoonlijke korting is begrensd op 16 cent per liter t.o.v. de officiële prijs.

[email protected]

Download de gps-coördinaten

U vindt een overzicht van al onze

tankstations op dats24.be.

En u kan de gps-coördinaten van

elk station downloaden.

Zo weet u altijd en overal waar u

tankt voor lage prijzen.

Tank met voordelen

Elke keer dat u tankt bij DATS 24,

tankt u:

• snel en efficiënt

• veilig en comfortabel

• voor lage prijzen, altijd en overal

• in een nationaal netwerk

• met aandacht voor het milieu

Pomp gratis uw banden op

In de DATS 24-tankstations kan u

gratis uw banden oppompen.

Rijden met de juiste banden-

spanning is veiliger, u verbruikt

minder én uw banden rijden

verder. Slim, toch?

slim tanken

Page 44: De brandweerman 547 2015

42

Page 45: De brandweerman 547 2015

43

LICHTFRONTVan Nieuwpoort, aan de Noordzee, tot Ploegsteert, net over

de taalgrens, is op vrijdag 17 oktober 2014 over meer dan 80

kilometer een front van vuur getrokken, langs de frontlijn van

de Eerste Wereldoorlog. 8 400 fakkeldragers stonden langs

de oude frontlijn. Het werd een indrukwekkend spektakel om

stil van te worden.

Lichtfront is het eerste grote participatief evenement van de

Provincie West-Vlaanderen in het kader van haar WOI-her-

denkingsprogramma GoneWest. Het spektakel begon aan

het sluizencomplex in Nieuwpoort, waar de IJzervlakte 100

jaar geleden onder water werd gezet.  Aanwezig waren de

vier regionale minister-presidenten: Geert Bourgeois (Vlaan-

deren), Paul Magnette (Wallonië), Olivier Paasch (Duitstalige

Gemeenschap) en Rudi Vervoort (Brussel).

Op negen symbolische plaatsen was er een vuurspektakel.

In Diksmuide stak de 100-jarige Anna Vuylsteke de projectie

van de Namenlijst op. Die Namenlijst is de lijst van 600 000

slachtoffers die op Belgisch grondgebied zijn gesneuveld.

Langs het traject stonden nog tientallen binnen- en buiten-

landse prominenten. In Ploegsteert waren ook koning Filip en

koningin Mathilde aanwezig. Verrassend: kroonprinses Elisa-

beth las een vredesboodschap voor in de drie landstalen. De

redactie was aanwezig in Ploegsteert en was er ook getuige

van dat de brandweer van Ieper een ‘Last Post’ bracht vanuit

deze locatie. Het was een zeer emotioneel moment en ook

een uniek moment dat de klaroenblazers van de brandweer

van Ieper een ‘Last Post’ brengen op een locatie buiten Ieper.

Naast de duizenden fakkeldragers daagden ook veel toe-

schouwers op. Nochtans was vooraf opgeroepen om het

evenement zoveel mogelijk van thuis uit te volgen, of op

groot scherm in een van de tien deelnemende gemeenten.

Uiteindelijk leidde de volkstoeloop niet tot noemenswaardi-

ge problemen.

Auteur en foto’s:

Jean-Paul Heyens

Page 46: De brandweerman 547 2015

44

Page 47: De brandweerman 547 2015

45

BRANDWEER CHALLENGE FLUVIA

POST WAREGEM 2014Op 6 september 2014 was het weer zover: De start van de 3e

editie van onze challenge.

‘s Morgens was er een MTB tour. De deelnemers hadden de

keuze tussen 15 km - 35 km en 55 km. Niettegenstaande

er dezelfde dag verschillende MTB-tours doorgingen in de

streek, was er een goede opkomst

Omstreeks 12.00 kwamen de verschillende ploegen toe. Na

de briefing om 12.15 stond iedereen om 12.45 klaar aan de

start. Het startsein werd rond 13.00 gegeven.

De deelnemers legden eerst een behendigheidsproef af,

daarna werd nog een ereronde gereden langs de meege-

reisde supporters. Daarna fietsten de sportievelingen richting

Harelbeke, het provinciedomein “DE GAVERS” in.

Daar aangekomen ruilden ze hun fiets om voor de kajak. Na

3 km kajakken kon er snel iets gegeten en gedronken worden

aan de bevoorradingspost om dan te starten aan de 8 km lo-

pen. Terug aangekomen aan de bevoorradingspost moesten

ze terug de op fiets om de laatste 25 km af te leggen.

Vanaf het begin zagen we dat 5 ploegen aan elkaar gewaagd

waren. Na het lopen lag brw Gent op kop gevolgd door Nij-

len, Brussel, Gent (2e plaats) en nog eens Gent (3e plaats).

Helaas is brw Brussel daarna naar de 5e plaats gezakt. Deze

ploeg verdient echter een eervolle vermelding want in deze

ploeg zat ook de oudste deelnemer: Proficiat aan Sgt majoor

De Preater (55 jaar) die samen met zijn kompaan een puike

prestatie neerzette en heel wat deelnemers het nakijken gaf.

Er waren 2 fietsen te verloten, ons aangeboden door sponsor

“Luc Sport” uit Waregem. Dit gebeurde aan de hand van de

rugnummers. Een onschuldige kinderhand trok het nummer

van brw Nijlen uit de doos en de gelukkige winnaar mocht

2 fietsen mee naar huis nemen. Proficiat en dank aan “Luc

Sport”!

Om 19.00 startten we een lekkere BBQ waarbij we zo’n 130

mensen mochten verwelkomen. Na de geleverde inspannin-

gen bleven organisatoren, deelnemers en supporters nog

gezellig napraten over deze geslaagde dag.

Dank aan iedereen die zijn steentje heeft bijgedragen aan

deze geslaagde editie! Dank zij jullie is alles vlekkeloos ver-

lopen.

Auteur: Marc De kaestecker

Foto’s: Nico Geneyn

De foto’s kan je zien op site Brandweer Waregem /challenge 2014:

https://plus.google.com/photos/110815761033361962927/albums/6056252278512258657?banner=pwa

Page 48: De brandweerman 547 2015

46

Page 49: De brandweerman 547 2015

47

NIEUWE BRANDWEERVOERTUIGENIN VLAANDEREN

Rosenbauer PantherDefensie

VOERTUIGMerk: ROSENBAUER / Type: PANTHER 6x6 CAS

Het betreft een chassis speciaal ontworpen voor crashtenders.

OPBOUW- Onderstel: Rosenbauer - 36.700 LHD ECE / 6x6

- Bestuurderscabine: Originele Rosenbauer cabine voor chauffeur

en 3 bijrijders + 2 reserveplaatsen.

- De watertank heeft een inhoud van 10 000 liter netto te verspuiten.

POMP- Schuimstoftank: De tank voor het schuimvormend middel (SVM) heeft een inhoud van netto te verspuiten 600 liter.

- Brandweerpomp: De pomp wordt aangedreven door een “POWER-DIVIDER” die zorgt voor een perfecte aandrijving

van de pomp en uitstekende “PUMP and ROLL” kenmerken heeft. Op elke rijsnelheid kan het volle debiet bereikt

worden.

- Schuiminstallatie: De pomp is voorzien van een automatisch werkende schuiminstallatie, werkend over het volledige

pompbereik.

Met dank aan de firma Fire Technics N.V. (Oostende), in het bijzonder de heer Koen Deschacht en fotografie Kpt. Jean-Paul Heyens.

De rubriek “Nieuwe brandweervoertuigen in Vlaanderen” wordt samengesteld

door Kpt. Jean-Paul Heyens (BW Sint-Gillis-Waas). Bijkomende technische informatie

kan bekomen worden bij: [email protected]

Page 50: De brandweerman 547 2015

48

Schuimautopomp Brandweer Total Raffinaderij Antwerpen

VOERTUIGMerk: DAF / Type: FAT CF85 - 6x4

- Originele cabine met 2 zitplaatsen

- Motorvermogen: 340 kW of 460 pK – Euro 5

- Wielbasis 3 850 mm

- Met Ad-Blue

- Versnellingsbak ZF AS Tronic

OPBOUW- Rosenbauer CBS modulaire structuur uit aluminium, schuimtank 12 000 liter uitgevoerd in kunststof

POMP- Merk: Rosenbauer / Type: lage druk R600 in brons

- Debiet: 6 000 liter / min bij 10 bar

- Digitaal bedieningspaneel voor bediening van de pomp en het schuimmengsysteem, voorzien van leidingschema op

- Haspels links en rechts met automatisch oprolsysteem

- Met pompdrukregelaar voor verschillende drukken instelbaar

Met dank aan de firma Fire Technics N.V. (Oostende), in het bijzonder de heer Koen Deschacht en fotografie Kpt. Jean-Paul Heyens.

SchuimwagenBedrijfsbrandweerdienst Total Antwerpen

VOERTUIGMerk: Mercedes-Benz / Type: atego 1218

OPBOUWConstructeur: Brandweervoertuigen Dias en Zn N.V. (Stekene)

Cabine: Vooraan: enkele cabine met zitplaatsen voor 2 personen

Kastopbouw: Kast met 9 rolluiken en verschillende draaiplatformen

Elektriciteit: Dak: Lichtbalk met 7 LED-lampen en Martinhoorn / Grill: 2 LED flitsers / Zijkanten: op de kast, boven de

rolluiken telkens 3 LED-lampen en 1 blauwe lamp op de hoeken / Achteraan: verkeersgeleider met 8 eenheden en 2

LED verlichtingseenheden

POMP5 uitgangen voor schuim en 5 ingangen voor water, schuimtank: 2.500 liter, schuimmenger: 4x menger Z8

Met dank aan de firma Brandweervoertuigen Dias en Zn N.V. en fotografie Kpt. Jean-Paul Heyens.

Page 51: De brandweerman 547 2015

Gallet F1 XF Brandweerhelm

MSA BELGIUM BVBATelefoon: +32 (0)3 491 91 50

e-mail: [email protected]

www.MSAsafety.com

Omdat elk leven een doel heeft...

Uw inzet redt levens.MSA beschermt uw leven.

Omdat uw veiligheid onze prioriteit is, introduceert MSA de nieuwe Gallet F1 XF Brandweerhelm: innovatieve geïntegreerde verlichting voor optimaal zicht, instelbare hoogwaardige veiligheidsbril met universele pasvorm, nieuw ontworpen binnenwerk voor optimaal comfort…Betrouwbaar. Duurzaam. Gallet F1 XF.

© C

. Zag

lia

36_Gallet-F1-XF_Advert_180x257mm_NL.indd 1 15/12/2014 08:48:10

Page 52: De brandweerman 547 2015