College 4 kant2010pp2003

Post on 17-Dec-2014

377 views 0 download

description

 

Transcript of College 4 kant2010pp2003

Barnett Newman, Vir Heroicus Sublimis 1950

• De mens, heroïsch en subliem

college 4 2

College 4kunstfilosofie 2.0

I.KantSchoonheid

Sublieme/verhevene

Enkele opmerkingen vooraf:

• Dagboek– Boeken Pessoa?

• museum• De ander colleges• opdracht• Vandaag

– Kant

college 4 4

De andere colleges

• College 5• College 6

– Kennis schepping begrip– Digitalisering verspreiding

college 4 5

Schema

CKV1-a 2009 6

KUNSTWERK

Kunste-naar

beschouwer

context

Kunstwerk zoals het

is

Referenties naar andere

kunstwerken

ThemaSymbolenMythenrituelen

IdeologieWereldbeeld kunstenaarBedoeling

kunstwerk

techniekVorm/inhoud

ontstaan

Interpretatieethiek

receptie

Internali-satieArt of living

Spiri-tualiteit

Economischepolitiekeculturele waarde(n)

Historische context

Schema

CKV1-a 2009 7

KUNSTWERK

Kunste-naar

beschouwer

context

Kunstwerk zoals het

is

Referenties naar andere

kunstwerken

ThemaSymbolenMythenrituelen

IdeologieWereldbeeld kunstenaarBedoeling

kunstwerk

techniekVorm/inhoud

ontstaan

Interpretatieethiek

receptie

Internali-satieArt of living

Spiri-tualiteit

Economischepolitiekeculturele waarde(n)

Historische context

Barnett Newman, Vir Heroicus Sublimis 1950

college 4 8

"The Sublime is Now," in which he asks, "If we are living in a time without a legend that can be called sublime, how can we be creating sublime art?"

college 4 9

I.Kant 1724-1804

Filosoof van de Verlichting

• Cogito ergo sum, ik denk, dus ik ben.– Descartes

college 4 10

Kant

• Hoe moet de moderne mens omgaan met het gegeven dat hij weliswaar een eindig wezen is wiens ervaring niet buiten het concreet gegevene reikt, maar desondanks niet anders kan dan verder denken en hopen dan zijn zintuigen kunnen waarnemen en zijn verstand kan bevatten.

college 4 11

college 4 12

Bewustzijn• Bewust ………….zijn• Bewust = denken over bewustzijn• Ik denk, dus ik ben• ----voorstellingen maken• Maar wat is eigenlijk denken?• Denken is jezelf in een groter geheel plaatsen• Wat is er voorheen gebeurd, wat is er nu en hoe kan

ik die twee met elkaar verbinden zodat ik iets over de toekomst kan zeggen.

.

Kants hypothese:Copernicaanse wende

• Het verstand richt zich niet naar de werkelijkheid, maar de werkelijkheid richt zich naar de principes van ons denken.

• De wereld is er al miljarden jaren, de mens is een relatief nieuw gegeven. De wereld zal er ook nog miljarden jaren zijn ook zonder de mens.

college 4 13

Hersenen

college 4 14

college 4 15

Waarneming

college 4 16

Waarneming

bekertje

college 4 17

bekertje

college 4 18

Voelen bekertje

Vastpakken bekertje

drinken

Vullen bekertje

college 4 19

college 4 20

Tijd/ruimte

7 oktober 201020.00uur lokaal 6.19Kruisplein Codarts

college 4 21

J. Kosuth

college 4 22

college 4 23

college 4 24

Geheugen• De hersenen bevatten ongeveer 100 miljard neuronen (meer

dan het aantal sterren van de Melkweg).• De gemiddelde opslagcapaciteit van de hersenen wordt

geschat op enkele miljoenen Cd-rom’s . Op 1 Cd-rom kan

overigens een 12-delige encyclopedie worden opgeslagen.

waarneming

• De hersenen maken gebruik van filters

college 4 25

waarneming

• A priori kennis

• De roze bril– Tijd en ruimte

college 4 26

verstand

• Verstand zet de waarnemingen om in begrippen

• Begrippen worden verbonden tot oordelen

college 4 27

Denkprincipescategorieen

• Eenheid en Totaliteit• Subject en predicaat• Causaliteit• Mogelijkheid• Werkelijkheid• Noodzakelijkheid• Kwaliteit• Enz.

college 4 28

kennis

• Kennis is mogelijk door een proces waarbij passief ontvangen empirische indrukken door verstandsbegrippen actief worden bewerkt.

college 4 29

Conclusie!!!!!

• Wat wij waarnemen is niet de werkelijkheid (het Ding an sich), maar een geconstrueerde werkelijkheid. Geconstrueerd door de categorieen.

college 4 30

Conclusie!!!

• Het ‘Ding an sich’ kunnen wij niet kennen.

• Het is een constructie.• Een constructie of een illusie ingegeven door

een individueel cultureel historische context.• Pessoa noemt het veinzen, om niet niets te

hoeven zijn.

college 4 31

college 4 32

I. Kant en

kunst

• Wat is het wezen van de kunst?

• Wat is het kenmerk van een oordeel over kunst?

• Vraag voor Kant was: waarin onderscheiden esthetische oordelen zich van andere oordelen?

De uitspraak ; ‘dit is schoonheid’:

• Daarmee schijnen we iets te bedoelen als; ‘aangedaan door de vorm van dit object ondervind ik een belangeloos welbehagen waarbij mijn voorstellingsvermogens, zonder begrip, op een zodanig doelmatige wijze overeenstemmen, dat ik bij elk ander redelijk wezen bijval mag verwachten’.

college 4 33

college 4 34

4 fundamentele stellingen

• 1. Het mooie is voorwerp van een belangeloos welbehagen.– Geen lichamelijk genot– Geen verderreikend doel– Geen kennis

• De beoordelaar van het schone is vrij• Is niet afhankelijk van het bestaan van het object

• 2. Het smaakoordeel is geen zaak van het verstand, maar van het gevoel.

• 3. In de schoonheidservaring wordt geen doel nagestreefd, toch wordt het mooie als iets doelmatigs ervaren (m.n. met betrekking tot de vorm), doelmatigheid zonder doel.

• 4. Het Mooie is het object van een noodzakelijk welbehagen.

college 4 35

Schoonheid

• Zonder belang• Zonder begrip• Zonder doel• Geen zinnelijk genot• Niet nuttig• We leren er niets door• Het verplicht tot niets • Wijst ons niet de weg naar het goede

college 4 36

Schoonheid

• Wat geeft ons de schoonheid dan?– De loutere vorm waarin iets aan ons

verschijnt.

college 4 37

Readymade Marcel Duchamp

college 4 38

Ursonate Kurt Schwitters

college 4 39

Het sublieme

• Verschil met het schone is: het schone onmiddellijk stimulerend werkt, terwijl het sublieme op een eerste niveau een remmend effect heeft, een vormloos iets, dat de werking van het kennisapparaat ontregelt.

college 4 40

college 4 41

college 4 42

college 4 43

Het sublieme

• In de ontregeling wordt van de verbeelding geëist een onaanschouwelijk idee aanschouwelijk te maken. En het is nu juist door de onvermijdelijke mislukking die hierop volgt dat de rede haar superioriteit voelt.

college 4 44

Het sublieme

• Dit is de paradox van het sublieme; geconfronteerd met de eindigheid, de begrensdheid van zijn verbeelding, ontwaakt in het subject een vermogen het on-eindige te denken.

college 4 45

Barnett Newman, Vir Heroicus Sublimis

college 4 46

Barnett Newman

• Kunst moet zoeken naar het mysterie van het leven en uitdrukking geven aan het gevoel van tragedie dat volgens Newman de meest elementaire waarheid van het leven was.

college 4 47

Barnett Newman

• In het schilderij is het mij erom te doen dat het schilderij de mens een gevoel van plaats geeft: dat hij weet dat hij er is, zodat hij zich van zichzelf bewust is.

college 4 48

Barnett Newman

• In titels probeer ik het complex van emoties op te roepen waaronder ik verkeerde: bv. met vir heroicus sublimis, dat de mens subliem kan zijn of is in zijn besef van zijn bewustzijn.

college 4 49