Post on 31-Jul-2020
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID
1
Instituut Fysieke Veiligheid
Postbus 7010
6801 HA Arnhem
T 026 355 24 00
F 026 351 50 51
info@ifv.nl
Casusroos 1.0 Karakteristieken van verschillende milieu-incidenten (2010)
2. Dossier Milieubescherming bij incidenten (2010)
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID
2
Deze eerste versie van de Casusroos is, bij gebrek aan voldoende goed gedocumenteerde
Nederlandse voorbeeldcases, grotendeels gebaseerd op buitenlandse gevallen. De keuze wordt verantwoord in het derde rapport uit het dossier van dit project. Het project Milieubescherming bij incidenten wordt uitgevoerd in overleg met professionals die bij incidentbestrijding zijn betrokken, met name de Landelijke vakgroep ongevallenbestrijding gevaarlijke stoffen (LV-OGS van de NVBR), de BOT-mi-Expertgroep (VROM-Inspectie) en het Landelijk informatiepunt ongevallenbestrijding gevaarlijke stoffen (LIOGS/DCMR).
Andere gremia die belang hebben bij de multidisciplinaire afstemming van te ontwikkelen instrumenten om het milieu bij incidenten te beschermen, worden dringend uitgenodigd aan het project deel te nemen en/of bij te dragen aan de dossiervorming. Ondanks de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg kan de samensteller geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout of onzorgvuldigheid die in deze handreiking zou kunnen voorkomen.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enigerlei andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Instituut Fysieke Veiligheid. Nieuwe uitgave, 2013
ISBN 978.905.643.471-7 © Instituut Fysieke Veiligheid, Arnhem Uitgave: Instituut Fysieke Veiligheid
Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 026 355 24 00
Deze uitgave is als elektronisch bestand te downloaden vanaf www.kennisdocumenten.nl.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID
3
Colofon
Opdrachtgever: Redactieraad Brandweer en Crisisbeheersing
Contactpersoon: Hans Groot Kormelink (Informatie/IFV)
Titel: Casusroos, versie 1.0
Subtitel: Karakteristieken van verschillende milieu-incidenten
Jaar: 2013
Status: Informerend
Dossier: Milieubescherming bij incidenten
Reeksnummer: 2
Versiebeheer: Scheiding Casusroos versie 1.0 (internetapplicatie) en verantwoordingsrapportage (document)
15 september 2011
Inhoudelijke vaststelling en vaststelling Implementatie-/ communicatieplan; Redactieraad B&C
9 december 2010
Juridische check; Informatie/IFV 9 december 2010
Review eindconcept 16 november 2010
Internetenquête onder betrokkenen en belanghebbenden bij milieubeschermingsmaatregelen (gelegenheid om zienswijzen kenbaar te maken); Onderzoek/IFV
23 juli 2009
Tussenrapportage verkennend onderzoek; projectleider 23 maart 2009
Programma van Eisen project Milieubescherming; Redactieraad B&C
6 november 2007
LV-OGS (NVBR), BOT-mi-Expertgroep (VROM-
Inspectie), LIOGS (DCMR)
Peer review: Hans Baksteen (Rondas-Safety Consultancy) en Vincent van Vliet
(Onderzoek/IFV)
Auteurs: Vincent van Vliet (Onderzoek/IFV)
Eindredactie: Anita Stoorvogel (IFV)
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID
4
f2Inhoud
1 Introductie 5 1.1 Samenhang publicaties Milieubescherming bij incidenten 5 1.2 Overzicht zestien karakteristieke milieu-incidenten 6
2 'olietanker' 8 3 'leidinglek' 12 4 'opslagtank' 13 5 'gifwolk' 15 6 'ammoniaklek' 17 7 'spoorvervoer-GS' 19 8 'tankwagen' 22 9 'vaten-in-magazijn' 23 10 'magazijnbrand' 24 11 'benzinetankwagen' 26 12 'explosie-chemische-fabriek' 28 13 'kunststofbrand' 30 14 'chemische-plantbrand' 32 15 'onderwijsgebouwbrand' 34 16 'stofexplosie' 38 17 'natuurbrand' 40 BIJLAGE 1 Kenmerken van de geselecteerde casussen 42 BIJLAGE 2 Overzicht van mechanismen van milieubedreiging 45 BIJLAGE 3 Beschrijving samenwerkingsverbanden voorbeeld voor uitwerking 47 BIJLAGE 4 Catalogus best practices voorbeeld voor uitwerking 48
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 5
1 Introductie
1.1 Samenhang publicaties Milieubescherming bij incidenten
De Casusroos 1.0 is een van de producties in rij van het dossier
Milieubescherming bij incidenten. Dit document is op papier uitgegeven ten
behoeve van informatie- en communicatiedoeleinden. Voor operationeel gebruik
wordt een digitale applicatie gemaakt.
De Casusroos dient in het algemeen voor de beeldvorming bij Opleidingen,
Trainingen en Oefeningen (‘OTO-proces’). Verder dient het als opstap naar het
Besluitvormingsondersteunend instrument in het bijzonder; zie voor de
samenhang onderstaand figuur.
De Casusroos geeft een beeld van de variëteit aan incidenten met
milieugevolgen. De casussen zijn, voor zover er geschikte incidentevaluaties
gevonden konden worden, geselecteerd naar aard, plaats en omvang. Zie voor
de selectiecriteria het verantwoordingsverslag (dossieruitgave nummer3) en de
overzichtstabel in bijlage 1.
1. BESLUITVORMINGSONDERSTEUNEND INSTRUMENT Het beoogde instrument is, in overeenstemming met onlangs ontwikkelde tools voor milieubeheer (bodem (RIVM); oppervlaktewater (Waterdienst)), een digitale voorziening die, gegeven plaats, aard en omvang van een incident, voorstellen genereert voor de milieuverantwoorde, multidisciplinaire incidentbestrijding. Het moet ten minste toegepast kunnen worden door het COPI én ROT. De voorstellen worden zo mogelijk doorgerekend ten behoeve van een kosten-baten-analyse. Hierbij worden de belangen van de hulpverleners (Arbo-wet), (potentieel) getroffenen (Risicobeleid) en economie (cf. Wm, art. 5.1, lid 2e) tegen elkaar afgewogen. De betrokken bevoegde gezagen kunnen vervolgens met argumenten omkleed afwijken van de voor normale situaties bedoelde voorschriften.
2. ACHTERGRONDINFORMATIE
Een digitale bibliotheek met actuele en historische documenten; een officiële referentie voor informatie en adviezen die opgenomen zijn in het Besluitvormingsondersteunend instrument. Onder te brengen bij het Infopunt Veiligheid, het wettelijk ingestelde loket voor bestuurders, beambten en bedrijven met verantwoordelijkheden en taken in het domein van fysieke veiligheid.
3. WET-EN REGELGEVING Een overzicht en analyse van de relevante regelgeving van overheid (wetten), bedrijfsleven (normen), publieke en private hulpverleningsdiensten (brancherichtlijnen), e.d. Door inzicht in de gemeenschappelijke kenmerken van beleid, uitvoering (waaronder handhaving) en kwaliteitscriteria betreffende het milieu (in brede zin), zijn operationele en bestuurlijke besluitvormers in staat om sectorale
regels in bijzondere, want ‘incidentele gevallen’, in-de-geest-van-de-wet(ten) te interpreteren.
4. CASUSROOS
Een handzaam overzicht van maatgevende en beeldbepalende incidentgevallen met van elk de specifieke kenmerken zoals plaats, aard en omvang van het incident, de gevolgen voor het milieu (in brede zin), de effectief gebleken wijze van bestrijding respectievelijk sanering en zo mogelijk de balans van maatschappelijke kosten. Naar analogie van de windroos onderscheiden de geselecteerde gevallen zich naar hun gevolgen. De Casusroos kan toegepast worden bij de training van leidinggevenden in het BOB-proces (beelvorming-oordelen-besluit formuleren). Nieuwe incidenten, mits adequaat geëvalueerd, kunnen de plaats innemen van overeenkomstige gedateerde gevallen.
Figuur 1-1: Opzet van de doorlopende ontwikkeling van het dossier 'Milieubescherming bij incidenten
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 6
1.2 Overzicht zestien karakteristieke milieu-incidenten
CASUSROOS 1.0
1: 'olietanker' 2: 'leidinglek' 3: 'opslagtank' 4: 'gifwolk'
5: 'ammoniaklek' 6: 'spoorvervoer-GS' 7: 'tankwagen' 8: 'vaten-in-magazijn'
9: 'magazijnbrand' 10: 'benzinetankwagen' 11: 'explosie-chem.-fabr.' 12: 'kunststofbrand'
13: 'chem.-plantbrand' 14: 'onderwijsgebouwbrand' 15: 'stofexplosie' 16: 'natuurbrand'
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 7
In de volgende hoofdstukken worden elk van de zestien casussen op een
gestandaardiseerde manier beschreven. Voor de leesbaarheid zijn de volgende
conventies toegepast:
(ken)(ge)tallen worden als cijfers gepresenteerd
indien er geen gegevens beschikbaar waren is dit in KAPITAAL aangegeven
operationele begrippen zoals processen, (bestrijdings)technieken,
(preventieve) barrières, en dergelijke zijn cursief geschreven.
N.B.:
De aan de TNO-databank Facts ontleende schadebedragen zijn op het moment
van deze publicatie inmiddels gedateerd. In toekomstige evaluaties zou het
schadebedrag genormaliseerd moeten worden, bijvoorbeeld als percentage van
het bruto nationaal product. Het bpm is een internationale standaard voor de
welvaart van een land.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 8
2 'olietanker'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie A (>1000 ton)
Modaliteit Bulkschip
Locatie Zee/kustgebied
Incident Grote lekkage
Overheersend effect Waterverontreiniging
Bronnen TNO-FACTS 16217
Website [1]: http://ec.europa.eu/environment/
civil/marin/reports_publications/baltic_carrier_
report.pdf
Land Denemarken
Jaar 2001
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 16217
Op 29 maart 2001 [1] kwam een bulkschip met 33.000 ton zware stookolie in
aanvaring met een ander vaartuig. In het schip ontstond een opening van 20
meter waardoor 2.700 ton olie in zee voor de kust van Denemarken vrijkwam.
De olie vormde een drijflaag van 12 km lang en ongeveer 800 km2 werd
verontreinigd. Door ruw weer was het - de eerste 2 dagen - moeilijk om de olie
te verwijderen. Daarna werd het weer kalm en verzamelden
‘schoonmaakschepen’ de gemorste olie teneinde te voorkomen dat de olie een
vogelreservaat zou bereiken en aantasten. De kustlijn van Denemarken werd
over een afstand van 19 km met olie verontreinigd en doodde ongeveer 5000
vogels. Vogels die niet meer te redden waren, werden door jagers afgemaakt.
Zogenaamde ‘milieubeschermingsschepen’ werden ingezet om de olie - die de
kust nog niet had bereikt - op te zuigen. Veel mosselen, slakken en vissen
werden vergiftigd. Ongeveer 4000 ton olie werd verwijderd.
C. LOCATIE ONGEVAL [1]
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 9
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT [1]
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Tijdsperiode voor verwijdering olie: 2 weken.
2. Europese taskforce werd ingezet om Deense autoriteiten te helpen [1].
3. Helikopter is ingezet om snel overzicht te krijgen van de verontreiniging en
de verspreiding daarvan.
4. Gebruikte middelen om olie te verwijderen: schoonmaakschepen,
oliezuigers.
5. Jagers werden ingezet om reddeloze vogels af te maken.
6. Verankering van schip, stoppen lekkage en verpomping van olie naar een
ander schip.
7. Inzet van het leger en vrijwilligers heeft bijgedragen aan het succes.
8. Betonmengers werden gebruikt voor de reiniging van leisteen en kiezels.
9. Door de weersomstandigheden was de eerste dagen opruimen van de olie
niet mogelijk vanwege de hoge golven en de harde wind; er kon uitsluitend
worden gemonitord waar de olielaag naartoe dreef.
10. Door de hoge viscositeit van de olie kon de olie niet worden verwijderd door
vegen. Grijpmanden (‘grab buckets’) moesten worden gebruikt om de olie te
verwijderen.
11. De milieubeschermingsschepen hadden een te grote diepgang waardoor
inzet nabij de kust onmogelijk was.
12. Olieverwarmingscapaciteit was niet aan boord aanwezig, waardoor de olie
niet kon worden verpompt.
13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het
raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te
roepen teneinde onomkeerbare schade aan flora en/of fauna te voorkomen.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 10
14. Bij dergelijke gevoelige ecosystemen is het tevens raadzaam om een
meetprogramma op te stellen om de feitelijke schade aan het milieu te
monitoren.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 11
E2. TIJDPAD HULPVERLENING
Vrijk
om
en
ruw
weer
Rein
igin
g
die
p z
ee
Reiniging ondiepe wateren en kustgebieden
Geen o
lie
verw
ijderd
965 to
n o
lie
verw
ijderd
250 t
on o
lie
verw
ijderd
350 to
n o
lie
verw
ijderd
130 t
on
olie
verw
ijderd
190
ton o
lie
verw
ijderd
Ca. 2000 ton olie verwijderd
1*
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
*) dag
F. KOSTEN
14. Totale reinigingskosten bedroegen 6,4 miljoen euro.
G. SCHADE
15. 5000 dode vogels en vele vergiftigde mosselen, slakken en vissen. Naar
verwachting is er geen irreversibele schade toegebracht aan de natuur en de
vogelstand.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 12
3 'leidinglek'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie A (>1000 ton)
Modaliteit Pijpleiding
Locatie Pijpleidingstraat/weiland/sloten
Incident Grote lekkage
Overheersend effect Bodem-/waterverontreiniging
Bronnen TNO-FACTS: 15377
Internet: GEEN GEGEVENS
Land Nederland
Jaar 1995
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 15377
De vorige dag om 9.00 uur werd een nafta-transport gestart. Tussen 01.00 en
02.00 uur vond er een extreme drukval plaats, daarna werd het transport
stopgezet. In 1 uur tijd kwam ongeveer 200 m3 olie vrij uit een bajonetverbinding.
De nafta stroomde uit in een weidegebied en in sloten. Met oliekeringen werd de
naftastroom gestopt en het nafta-/watermengsel werd met vacuüm trucks
weggezogen. Ongeveer 2000 m3 grond werd verwijderd. Een oppervlakte van
7500 m2 werd afgegraven tot een diepte tussen 20 en 60 cm. De grond onder het
punt van vrijkomen werd tot een diepte van 2 meter verwijderd.
C. LOCATIE ONGEVAL
ONBEKEND
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT
NIET BESCHIKBAAR
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Gebruikte middelen om olie te verwijderen van het oppervlaktewater en van
het weilandoppervlakte: vacuümwagens.
2. 20 cm grond werd afgegraven en op en onder folie verzameld.
3. Een geul werd gegraven naast het verontreinigde stuk land zodat deze zou
kunnen functioneren als drain om de verontreiniging op te vangen.
4. Meetpunten werden geplaatst om de verontreinigingen te meten. Er werd
afgegraven tot er geen verontreiniging meer werd gemeten.
5. Verontreinigde grond werd getransporteerd naar een biologische
reinigingsfaciliteit.
6. Een waterbehandelingssysteem werd aangelegd om het verontreinigde
drainagewater ter plekke te zuiveren.
E2. Problemen bij hulpverlening
7. Er is GEEN EVALUATIE aanwezig van de wijze waarop de hulpverlening heeft
plaatsgevonden.
F. KOSTEN
8. Totale reinigingskosten bedroegen 2-3 miljoen NLG.
G. SCHADE
9. 2000 m3 verontreinigde grond, afgegraven van een oppervlakte van
7500 m2.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 13
4 'opslagtank'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie A/B (>100 ton)
Modaliteit Opslagtank
Locatie Bedrijfsterrein Texaco
Incident Instantaan falen/grote lekkage
Overheersend effect Bodem-/waterverontreiniging
Bronnen TNO-FACTS: 9219
Website [1] http://www.traveljournals.net/explore/
panama/map/m254504/las_minas_bay.html
Land Panama
Jaar 1986
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 9219
Een opslagtank met 35.000.000 ton licht ruwe olie faalde instantaan en de
complete inhoud kwam vrij. De tankdijk rond de tank bezweek en 8.000.000 ton
olie kwam vrij in het gebied rond de raffinaderij. Tenminste 4.000.000 ton kwam
terecht in de baai, die uitloopt naar de Caribische Zee.
C. LOCATIE ONGEVAL [1]
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 14
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT
NIET BESCHIKBAAR
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Direct: afschakeling procesunits om te voorkomen dat oliedampen zouden
ontsteken.
2. In de eerste 3,5 uur: gat in de tankputdijk werd gedicht.
3. In de week erna werden 450 mensen ingezet om de
schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren. Hieronder waren: locale aannemers,
militairen, mensen van de havenautoriteit, e.a.
4. In totaal werd ingezet:
- 6100 meter aan oliekeringen (oilbooms)
- negen skimmers
- drie Transvac pompen
- vier vacuümpompen om de olie terug te winnen
- 20 tank trucks en verschillende boten om de olie te verzamelen.
5. Dispersiemiddel werd met behulp van vliegtuigen gesproeid om de olielaag
in de baai op te breken.
E2. Problemen bij hulpverlening
6. Er is GEEN EVALUATIE aanwezig van de wijze waarop de hulpverlening heeft
plaatsgevonden.
F. Kosten
7. GEEN GEGEVENS voorhanden.
G. Schade
8. Verontreiniging van 40 km2 land (waarvan 16 km2 mangrove bos) en water
(waarvan 8 km2 koraal rif). Dit gebied bevatte 0,8 km2 marine biologische
reservaat.
9. Schade aan vissen en vogels door acute sterfte, maar ook door chronische
blootstelling.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 15
5 'gifwolk'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie A/B (>100 ton)
Modaliteit Opslagtank
Locatie Bedrijfsterrein
Incident Grote langdurige lekkage
Overheersend effect Inhalatie toxische gassen
Bronnen TN-FACTS: 5710
Internet: GEEN GEGEVENS
Land USA
Jaar 1974
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 5710
Een 75 mm aansluiting aan een opslagtank met 3.300 m3 vloeibaar silicon
tetrachloride faalde door overdruk. Bij vrijkomen werd een toxische gaswolk
gevormd die HCl bevatte. Gewacht werd op de eigenaars van deze stof om actie
te nemen, hierdoor kon er zich in 2,5 uur tijd een grote gaswolk ontwikkelen van
400 m breed, 300-400 m hoog en 1,6 km lang. Pas na vele uren werd een
vergeefse poging gedaan om met schuim de vloeistofverdamping uit de tankput
tegen te gaan. Pas nadat er brandstofolie en ‘calciumhydroxide’ was toegevoegd
werd de verdamping sterk gereduceerd en werd er overgegaan tot transport van
de vloeistof uit de beschadigde tank. Corrosie van elektrische leidingen en
pompen ontstond door de combinatie van regen met HCl-dampen. Vanwege de
toegevoegde middelen werd de bundcapaciteit ontoereikend, waardoor er een
extra opvangput gegraven moest worden om de overstroom bij volledig
tankfalen op te kunnen vangen. Na drie dagen werd het lek pas afgesloten met
behulp van sneldrogende cement. Pa na 5 dagen was de tank geleegd en het
duurde tot 17 dagen na de aanvang totdat de emissies aanvaardbare
concentraties bereikten.
C. LOCATIE ONGEVAL
ONBEKEND
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT
NIET BESCHIKBAAR
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Aanbrengen van middelen om verdamping uit tankput tegen te gaan.
2. Graven van een extra opvangput om het teveel aan vloeistof in de tankput
te kunnen opvangen.
3. Afdichten van het gat met sneldrogende cement en transport van de
vloeistof naar andere tanks.
E2. Problemen bij hulpverlening
4. Er werd gewacht met ingrijpen totdat de eigenaars van de stof aanwezig
waren.
5. Er ontbrak een noodplan zodat niet duidelijk was wie verantwoordelijk was
om actie te ondernemen.
6. De tankput capaciteit was ontoereikend omdat er geen rekening is gehouden
dat bij een grote lekkage volume moet worden gereserveerd voor materialen
die een deken moeten vormen tegen verdamping.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 16
F. KOSTEN
7. GEEN GEGEVENS voorhanden.
G. SCHADE
8. Een dodelijk slachtoffer. In ziekenhuis opgenomen: 160 mensen.
Geëvacueerd: 16.000 mensen.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 17
6 'ammoniaklek'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie 100 ton <B < 1000 ton
Modaliteit Gasleiding
Locatie Bedrijfsterrein nabij woongebied
Incident Leidingbreuk door grondverzakking door regenval
Overheersend effect Inhalatie toxische gassen
Bronnen TNO-FACTS 8376
Internet: GEEN GEGEVENS
Land Brazilië
Jaar 1985
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 8376
Hevige regenval zorgde voor grondverzakking onder een 6,5 km lange
ammoniakleiding die naar een kunstmestfabriek leidde. Hierdoor faalde de
leiding compleet (guillotinebreuk) en kwam er circa 16 ton ammoniak vrij
(continue bron) die voor een gaswolk zorgde van circa 1 km2. Dit vrijkomen
gebeurde om 24.00 uur en werd door een brandweerman ontdekt om 01.00
uur.
Wind en regen hielpen bij het dispergeren van de ammoniakwolk.
Circa 5000 mensen moesten hun huizen verlaten. 67 mensen kregen in het
ziekenhuis zuurstof toegediend en 300 mensen kwamen in het ziekenhuis i.v.m.
oogirritaties.
Het lek werd gestopt en de brandweer, uitgerust met gasmaskers, gebruikten
water om de ammoniak te verdunnen.
C. LOCATIE ONGEVAL
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT
NIET BESCHIKBAAR
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 18
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Brandweer verdunde wolk met water.
2. GEEN GEGEVENS bekend over de wijze waarop de evacuatie heeft
plaatsgevonden.
E2. Problemen bij hulpverlening
3. GEEN GEGEVENS bekend.
F. KOSTEN
4. GEEN GEGEVENS bekend.
G. SCHADE
5. Naar ziekenhuis: 367 mensen (67 voor ademhalingsproblemen en 300 i.v.m.
oogirritaties). Aantal geëvacueerd: 5.000 mensen.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 19
7 'spoorvervoer-GS'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie 100 ton < B < 1000 ton
Modaliteit Spoor
Locatie Nabij rivier/meer
Incident Ontsporing en lekkages meerdere wagons
Overheersende effecten Bodem/water verontreiniging
Bronnen TNO-FACTS: 19110
Internet [1]: http://www.tsb.gc.ca/ENG/rapports-
reports/rail/2000/r00t0067/r00t0067.asp#N_2_
Land Canada
Jaar 1995
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 19110
Een 823 m lange trein met een gewicht van 6.600 ton bestond uit met 2
locomotieven, 38 wagons met zwavelzuur en 13 andere wagons (zonder
gevaarlijke stoffen).
Op weg van Ontario naar North Bay ontspoorden om 16.10 uur 29 wagons,
waarvan 25 met zwavelzuur. Twaalf van de 25 wagons liepen schade op en
lekten zwavelzuur. Sommige wagons weinig en andere grote hoeveelheden. In
totaal kwam er circa 386 m3 zwavelzuur vrij, waarvan 242 m3 in de grond zakte
en de rest (242 m3) in een nabijgelegen riviertje terecht kwam. Ongeveer 35 m3
van de 242 m3 is in het meer terecht gekomen waarop het riviertje uitkwam.
C. LOCATIE ONGEVAL
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 20
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENTS
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. De bemanning waarschuwde onmiddellijk het treinverkeercontrolecentrum.
Dit centrum stelde onmiddellijk de procedures en het noodplan in werking.
Hulpverleners en provinciale en rijksoverheden werden gewaarschuwd.
2. Een veiligheidszone werd afgezet rond de plaats van de ontsporing en de
van de gelekte vloeistof.
3. Pas de volgende ochtend vroeg (vanwege de beperkte toegang tot de site)
werd begonnen met werkzaamheden om de lekkage in te perken/op te
vangen.
4. Een uitgebreid lekkage monitoring programma werd opgetuigd op de site en
benedenstrooms de plek waar de lekkage in de rivier terechtkwam.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 21
5. Voor assistentie werd de hulp ingeroepen van diverse externe bedrijven,
waaronder consultants, coördinatoren, milieureinigingsspecialisten en
civiele ingenieurs.
6. Het water werd over een afstand van 1,6 km evenwijdig aan het spoor
ingedamd en een overhevelingssysteem werd geïnstalleerd om te
voorkomen dat de verontreiniging het nabijgelegen meer zou bereiken.
7. Provinciale overheden instrueerden lokale inwoners om geen gebruik te
maken van meerwater of bronwater totdat de verontreiniging
geneutraliseerd was.
8. Om te neutraliseren werd ‘fijngemaakt kalksteen’ gebruikt.
9. De restanten van het product achtergebleven in de beschadigde
spoorketelwagons werden in de dagen daarna overgebracht naar andere
wagons.
10. Neutralisatie van de zwavelzuur in het water werd beëindigd 4,5 maand na
het ongeval. Hiervoor werd gebruikt ‘kalksteen, natriumcarbonaat en
natronloog’.
11. Een maand na het ongeval had naar schatting 230.000 m3 water op de
bodem van het meer een pH-waarde van 2,5.
12. Besloten werd om dit water op te pompen en een slurry van CaOH (calcium
hydroxide) toe te voegen en het water weer terug te voeren. Dit proces was
gereed na 40 dagen van 24 uur verpompen.
E2. PROBLEMEN BIJ HULPVERLENING
13. Er is GEEN EVALUATIE aanwezig van de wijze waarop de hulpverlening heeft
plaatsgevonden. Volgens de beschrijving heeft de respons plaatsgevonden
conform het noodplan.
F. KOSTEN
14. Er zijn GEEN GEGEVENS van de totale reinigingskosten.
G. SCHADE
15. In de directe omgeving van de ontsporing was gedeeltelijke vissterfte en
benthos-sterfte. In mindere mate was dit ook het geval in het meer, maar er
waren GEEN GEGEVENS dat dit verderop in het meer ook het geval was.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 22
8 'tankwagen'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie 10 ton < C < 100 ton
Modaliteit Tankauto
Locatie Snelweg nabij woongebied
Incident Reactie lading verschillende afvalzuren met als
gevolg vrijkomen van dampen via drukventiel
Overheersend effect Inhalatie toxische gassen
Bronnen TN-FACTS: 17562
Internet: GEEN GEGEVENS
Land USA
Jaar 1999
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 17562
Een tank truck met een mengsel zuren met een volume van 14,7 m3 begon te
lekken via het drukventiel, vermoedelijk door reactie van de zuren. Het mengsel
bevatte niet goed gemengde salpeterzuur, zoutzuur, zwavelzuur en fosforzuur.
De uitstroming was tussen de 38 en 380 liter salpeterzuur. Na het passeren van
een stad werden daar 6-12 mensen in ziekenhuis behandeld tegen de effecten
van de inhalatie van dampen.
Een aantal kilometer snelweg werd gesloten voor een periode van 24 tot 36 uur
en het Gevaarlijke Stoffen Team (HazMat Crew) werd opgeroepen. Meer dan
1000 inwoners werden geëvacueerd waaronder de inwoners van een
verpleeghuis.
C. LOCATIE ONGEVAL
ONBEKEND
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT
NIET BESCHIKBAAR
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Sluiten van kilometers snelweg door politie.
2. Evacuatie 1000 inwoners.
3. Behandeling 6-12 mensen i.v.m. inademing dampen.
4. Reinigingswerkzaamheden (verwijdering gemorste chemicaliën) door de
Hazardous Material Crew.
E2. Problemen bij hulpverlening
5. GEEN GEGEVENS bekend.
F. KOSTEN
6. Het bedrijf moest 250.000 dollar aan boete betalen.
7. Het bedrijf moest 378.000 dollar betalen aan verschillende partijen
(Departement Milieu Bescherming, verpleeghuis, opgetreden
brandweerkorpsen).
G. SCHADE
8. 6-12 mensen werden medisch behandeld en 1000 geëvacueerd.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 23
9 'vaten-in-magazijn'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie D: 1 ton < Q < 10 ton
Modaliteit Magazijn
Locatie Bedrijfsterrein
Incident Kleine lekkage
Overheersend effect Inhalatie toxische gassen
Bronnen TN-FACTS: 17184
Internet: GEEN GEGEVENS
Land Australië
Jaar 2000
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 17184
Een lekkage van vaten mierenzuur vond plaats in een magazijn als gevolg van
het - met een vorkheftruck - kapot stoten van vaten tijdens het stelen van
vaten door inbrekers. Hierbij kwamen circa 210 liter schadelijke dampen vrij.
Door een alarm werd de beveiligingsdienst gewaarschuwd. De staf kon het
magazijn niet betreden door de schadelijke dampen. De hulpdiensten moesten
met behulp van beschermende kleding en ademhalingsapparatuur het zuur
neutraliseren met natriumcarbonaat. Het neutralisatiemiddel werd vervolgens
in vaten gedaan voor afvoer.
C. LOCATIE ONGEVAL
ONBEKEND
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT
NIET BESCHIKBAAR
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Hulpverleningsdiensten neutraliseerden het zuur met behulp van natrium
bicarbonaat.
2. Hierbij droegen zij volledig beschermende kleding en
ademhalingsapparatuur.
3. Het geneutraliseerde zuur werd in vaten gedaan en afgevoerd als afval.
E2. Problemen bij hulpverlening
4. GEEN GEGEVENS bekend.
F. KOSTEN
5. GEEN GEGEVENS bekend.
G. SCHADE
6. Geen slachtoffers.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 24
10 'magazijnbrand'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie B/C: 10 ton < Q < 1000 ton
Modaliteit Inrichting, chemicaliën opslag chemisch bedrijf
Locatie Nabij rivier
Incident Uitbrekende brand in een magazijn met
gestapelde chemicaliën zonder sprinkler
Overheersende effecten Verontreiniging oppervlaktewater
Overlast door rook
Bronnen TNO-FACTS 9996
Incidents that define process safety, pag. 300-
301 (Sandoz)
Land, plaats Zwitserland, Bazel
Jaar, datum 1 november 1986
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 9996
Een catastrofale brand brak uit bij een chemische fabriek in Zwitserland, waarbij
tonnen toxische chemicaliën in een nabijgelegen rivier terechtkwamen en de
rivier rood kleurden. De brand brak vroeg in de morgen uit in een opslaggebouw
voor pesticiden, kwik en andere zeer giftige landbouwchemicaliën. De
plaatselijke bevolking werd door sirenes gewekt om hen te waarschuwen voor de
ramp. Mensen in de stad en de omgeving op de grens tussen Duitsland en
Frankrijk werden verteld om binnenshuis te blijven. Veertien mensen, waaronder
een brandweerman die de brand bestreed, werden in het ziekenhuis behandeld
vanwege inademing van dampen. De chemicaliën werden de rivier in gespoeld
door het bluswater dat door de brandweer werd gebruikt. Ongeveer 30 ton
pesticiden kwam West Europa’s belangrijkste waterweg terecht. De rivier
stroomt door 4 landen - Zwitserland, Duitsland, Frankrijk en Nederland - voordat
deze in de Noordzee uitmondt. Ongeveer een half miljoen vissen gingen dood en
sommige soorten stierven volledig uit. Voor lange tijd was het gevaarlijk om in
de rivier te zwemmen.
C. LOCATIE ONGEVAL
Bazel, Zwitserland.
D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT
Het brandende object was een magazijn van 90 m lang x 50 m breed x 8 m
hoog. Het was niet voorzien van een sprinklerinstallatie. Ongeveer 1350 ton van
90 verschillende soorten chemicaliën waren hoog opgestapeld in emballages.
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Ongeveer 400 brandweermensen gebruikten grote hoeveelheden water om
de brand te blussen.
2. De hoeveelheid bluswater die gebruikt is, wordt geschat op 10.000 m3 tot
15.000 m3.
3. De hoeveelheid water werd in een tijdsbestek van 24 uur op het vuur
gebracht.
E2. Problemen bij de hulpverlening
GEEN GEGEVENS bekend.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 25
F. KOSTEN
4. Totale geschatte schade: 300 miljoen NLG.
G. SCHADE
5. Meer dan 1500 mensen ondervonden hinder door de rook.
6. Bijna al het verontreinigde bluswater was via drainage direct in de Rijn
terecht gekomen. Dit resulteerde in een wijdverspreide vernietiging van het
aquatisch leven in de Rijn. Pas na een jaar tijd begon dit leven zich weer
langzaam te herstellen. Sterfte van meer dan een half miljoen vissen. Alen
en bentische organismen werden over een afstand van meer dan 400 km
volledig uitgeroeid. Circa 220 ton aal werd gedood.
7. Benedenstrooms vissen werd voor 6 maanden verboden.
8. Ter plaatse moest meer dan 10.000 m3 aarde worden afgegraven en
verbrand.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 26
11 'benzinetankwagen'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie C: 10 ton < Q < 100 ton
Modaliteit Tankauto
Locatie Woongebied
Incident Impact met instantaan vrijkomen/grote lekkage
Overheersend effect Brand en explosie
Bij-effect Verontreiniging oppervlaktewater
Bronnen TNO-FACTS 9667
Website [1]: http://www.feuerwehr-herborn.de/
index.php?option=com_content&task=view&id=52&
Itemid=71
Land, plaats Duitsland, Herborn
Jaar, datum 7 juli 1987
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 9667
Een tankauto met drie compartimenten sloeg om op een hellende (8 km lange)
weg. Oorzaak: impact door hoge snelheid door oververhitting en falen van
remmen. In een bocht naar rechts kapseisde de tankauto en kwam op zijn
linkerzijde terecht. Na 20 meter te zijn doorgeschoven kwam de tankauto tot
stilstand tegen een ijzeren vangrail en scheurde open. De inhoud van alledrie de
compartimenten, benzines en diesel, kwam vrij op straat en stroomde daar het
riool, een ijszaak en woningen binnen. Enkele minuten later ontstaken de
brandstoffen met als gevolg een explosie/brand met vlammen tussen 50 en 80
m meter hoog. Door de drukgolf stortten gebouwen in en werden mensen door
de lucht geworpen. Sommige gewonden wisten zich uit de voeten te maken,
maar anderen bleven liggen op de weg. Benzine in het riool zorgde voor diverse
ontploffingen waarbij putdeksels werden gelanceerd. Ook stroomde er benzine
via drainagesystemen naar de rivier alwaar het ontstak.
C. LOCATIE ONGEVAL [1]
Scherpe bocht naar rechts bij binnenkomst in Herborn, Duitsland.
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 27
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Na 7 minuten was de brandweer ter plaatse (3 minuten na de explosie).
2. Bij aankomst werd alarm geslagen en werden vijf brandweerploegen van
naburige plaatsen opgeroepen.
3. Brandweer, technische nood teams en hulpverleningsdiensten deden
uitstekend werk.
E2. Problemen bij de hulpverlening
4. Inspanningen van de verschillende brandweerkorpsen was ongecoördineerd.
5. Radiocommunicatie functioneerde een tijd lang niet. Dit werd opgevangen
door heen en weer rijden van gemotoriseerde politie.
F. KOSTEN
6. Totale geschatte schade aan gebouwen: 40-50 miljoen DM.
G. SCHADE
7. Vijf mensen stierven als gevolg van het ongeval; twee ter plaatse; twee op
weg naar het ziekenhuis en één als gevolg van een hartaanval. 24 mensen
liepen letsel op. Drie gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt en
negen gebouwen liepen zware schade op.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 28
12 'explosie-chemische-fabriek'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie D: 1 ton < Q < 10 ton
Modaliteit Inrichting, fabriek waar pesticiden worden
verpakt
Locatie Nabij woongebied en rivier
Incident Brand en explosie
Overheersende effecten Instorting, bedolven worden onder puin
Inhalatie van toxische gassen
Bronnen TNO FACTS 13008
Land, plaats USA, Arkansas, Helena
Jaar, datum 1997, 8-11 mei
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 13008
Bij een chemische fabriek waar pesticiden en fungiciden worden verpakt voor
gebruik in de landbouw werden drie brandweerlieden gedood door brand en
explosie en 20 brandweermensen werden - niet levensbedreigend - verwond.
Een deel van de rivier werd 8-12 uur afgesloten en naburige inwoners en
bewoners (inclusief twee ziekenhuizen) werden geëvacueerd. Andere bewoners
werden geadviseerd binnen te blijven en deuren en ramen te sluiten. De drie
brandweerlieden kwamen om het leven nadat zij door een explosie werden
geraakt door rondvliegend materiaal van een muur en werden bedolven onder de
materialen van het instortende dak. Dertig mensen zochten bij ziekenhuizen hulp
i.v.m. hoofdpijn, misselijkheid en brandende ogen. De twintig brandweermensen
werden in ziekenhuizen behandeld i.v.m. uitputtingsverschijnselen.
C. LOCATIE ONGEVAL
Helena, Arkansas, USA.
D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT/SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN
Het gebouw waar de brand uitbrak was twee jaar oud, gemaakt van een
onbeschermde, niet/brandbare constructie. Volgens rapportage was het gebouw
volledig gesprinklerd . Het grootste deel van het gebouw werd voor opslag van
product. Een klein gedeelte werd gebruikt om pesticiden te om te pakken. Op die
plek bevonden zich eveneens kantoortjes.
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Om 13.02 uur werd de brandweer opgeroepen i.v.m. een smeulende zak
chemicaliën die het personeel van het bedrijf tevergeefs had proberen te
doven.
2. De brandweer rukte uit met twee wagens, en verschillende brandweerlieden
gingen met eigen voertuigen.
3. Bij aankomst werd rook gesignaleerd en onmiddellijk werd de brandweer
van een ander district om assistentie gevraagd.
4. Er werd begonnen om de brand van buitenaf te blussen.
5. Op basis van de MSDS’en werd besloten om terug te trekken en een plan
van aanval op te stellen. Op dat moment vond een explosie plaats waarbij
drie brandweerlieden door brokstukken dodelijk werden getroffen en
bedolven werden onder puin. Door de felle brand waren de andere
brandweerlieden slechts in staat één collega onder het puin vandaan te
halen.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 29
6. Door het grote risico van de brand werd besloten om zich op afstand terug
te trekken en te wachten op de aankomst van het ‘gevaarlijke stoffen
team’.
7. Omdat de brandweer niet kon aanvallen en vanwege het vrijkomen van de
naar schatting extreem toxische gassen richtte de brandweer zich op het
beschermen van de bevolking. Er werden in een straal van 4,8 km mensen
geëvacueerd en gewaarschuwd om te schuilen.
8. Diverse bevoegde gezagen werden geïnformeerd tezamen met ‘emergency
management agencies’.
9. Het lokale ziekenhuis bevond zich in de evacuatiezone.
10. Het ‘gevaarlijke stoffen team’ deed - met een beschermende uitrusting - een
snelle aanval met veel water (150 m3) om in een keer het vuur te doven. Dit
mislukte echter. Voor de opvang van dit bluswater waren van tevoren
aarden wallen aangebracht. Deze dienden tevens als blokkade om te
voorkomen dat verontreinigd regenwater naar de rivier zou afstromen.
11. Omdat het vuur niet geblust werd, werd de aandacht gericht op het bergen
van de drie slachtoffers, hetgeen met succes werd uitgevoerd.
12. Het EPA vaardigde een team af naar het plaats van ongeval om het
commando over te nemen.
13. De volgende dagen werd er langzaam een incident commandostructuur
gevormd, bestaande uit de diverse agentschappen die betrokken zijn bij de
repressie- en herstelwerkzaamheden.
14. Enkele dagen na het ongeval arriveerde er een particulier
gevaarlijkestoffenteam dat de situatie begon te evalueren.
15. Op basis daarvan en op basis van luchtmetingen werd er een ruimere
gevarenzone ingesteld.
16. De brand werd langzaam kleiner vanwege het opraken van brandstoffen.
17. Op zondag 11 mei waren er uitsluitend nog wat nasmeulende hete
brandhaardjes.
E2. Problemen bij de hulpverlening
18. De hulpverlening kwam laat op gang vanwege de late melding.
19. De korte afstand van de brandweer tot het brandende gebouw.
20. Onbekendheid met het gevaar van de opgeslagen materialen.
21. Gebrek aan gevaarlijke stoffen kennis bij de lokale brandweer.
22. Tegengestelde en incomplete informatie werd aan de brandweer verschaft.
F. KOSTEN
23. GEEN GEGEVENS bekend.
G. SCHADE
24. Er werd voor 8 tot 12 uur na het uitbreken van de brand geen verkeer
toegestaan in de directe nabijheid van de fabriek.
25. Drie dodelijke ongevallen onder de brandweer als gevolg van de explosie.
26. Twintig brandweerlieden die in het ziekenhuis werden behandeld (o.a.)
tegen uitputtingsverschijnselen.
27. Dertig mensen werden met atropine en twee mensen werden met Pam-
chloride behandeld tegen de blootstellingseffecten van toxische gassen.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 30
13 'kunststofbrand'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie B/C: 10 ton < Q < 1000 ton
Modaliteit Inrichting, fabriek met opslag synthetische
materialen
Locatie Nabij woongebied
Incident Brand in opslag
Overheersende effecten Gevaarlijke concentraties zoutzuurgas en
dioxines
Bronnen TNO-FACTS 11264
[1] http://books.google.nl/books?id=24T87-iaFCYC&pg=PA161&lpg=PA161&dq=fire+plastics+factory+1992+germany&source=bl&ots=5zgiGh7S5l&sig=MHofGeQR1khrVx8faP4R8FgMlgU&hl=nl&ei=z7i4SrygOYPd-QaivZTLBQ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2#v=onepage&q=fire%20plastics%20factory%201992%20germany&f=false. [2] http://books.google.nl/books?id= 7GB94VbbIm4C&pg=PA100&lpg=PA100&dq= lengerich+fire+october+4th+1992&source=bl&ots=vq9DJ0TlOt&sig=25x6sZYs7lj_hE7zqLtk89C5Lyk&hl=nl&ei=Yrq4SqqADtKD-Qb7kb2-BQ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=1#v=onepage&q=lengerich%20fire%20october%204th%201992&f=false
Land, plaats Duitsland, Noord Rijn Westfalen, Lengerich [1]
Jaar, datum 4 oktober [1] 1992
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 11264
Een brand in een kunststofproducerende fabriek veroorzaakte rook, stof en
stank. Gevaarlijke concentraties dioxines en zoutzuur werden in de directe
omgeving van de opslag gedetecteerd. Negenhonderd mensen werden kort
geëvacueerd. De autoriteiten waarschuwden de mensen i.v.m. het eten van
plaatselijk fruit en gebruik van weidegebieden. Zevenenvijftig personen
inhaleerden toxische dampen en werden naar het ziekenhuis gebracht voor
behandeling. Er werden dioxineconcentraties van 13,7 ppb TEQ gemeten en
witte kool op een afstand van 600 meter van de brand vertoonde een 88-
voudige toename van dioxine concentratie.
C. LOCATIE ONGEVAL
Lengerich, Noord Rijn Westfalen, Duitsland.
D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT/SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN
Opslag van 450 ton synthetische materialen: polyethyleen vezels, polypropyleen,
(poly)styreen en polyethyleentereftalaat (PET).
Tijdens de brand stond er een harde wind [2] die voor een horizontale
verspreiding zorgde tot op grote afstanden (meer dan 2 km).
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 31
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. Elf (11) brandweerkorpsen werden ingezet.
2. Enkele wijken werden geëvacueerd (totaal circa 900 mensen).
3. Een onbekend aantal mensen moest schuilen met ramen en deuren
gesloten.
E2. Problemen bij de hulpverlening
GEEN GEGEVENS bekend.
F. KOSTEN
4. GEEN GEGEVENS bekend.
G. SCHADE
5. 57 mensen waaronder acht brandweerlieden werden met
ademhalingsklachten in het ziekenhuis behandeld.
6. Sterk verhoogde dioxine concentraties op gewassen tot op 600 meter van de
bron.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 32
14 'chemische plantbrand'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie B/C: 10 ton < Q < 1000 ton
Modaliteit Procesinstallatie
Locatie Chemische fabriek
Incident Impact met instantaan vrijkomen/grote lekkage
Overheersend effect Brand en explosies
Bij-effect Verontreiniging oppervlaktewater
Bronnen TNO-FACTS 19360
[1]: http://cms.firehouse.com/web/online/
Photo-Stories/Belgian-Firefighters-Battle-
Factory-Blaze-/45$23378
Land, plaats Belgie, Marly
Jaar, datum 11-18 december 2003
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 19360
Op 11 december 2003 brak er brand uit bij een oude cokesfabriek in Marly,
België. Dit gebeurde tijdens de voorbereidingen op de sloopwerkzaamheden van
een van de vijf torens. Toen de brandweer arriveerde zagen ze dat een van de
torens volledig in de vlammen stond. Vanwege het grote risico op explosies en
op instorting gebruikte de brandweer grote schuimmonitoren waarmee op
afstand de torens werden gekoeld. Een dag later werd de brand minder.
Instorting van de eerste toren veroorzaakte brand in de tweede. De brandweer
bleef blussen tot zaterdag 15 december toen het ergste voorbij scheen. De
maandag daarop begon de brand opnieuw en zette de tweede toren volledig in
brand. De rookontwikkeling was zo groot dat in de wijde omtrek mensen hinder
hadden van de geur. De rook kwam zelf terecht in buurlanden. Grote
hoeveelheden schuim werden gebruikt om de brand in de tweede toren te
blussen, maar desondanks vatte ook een derde toren vlam.
C. LOCATIE ONGEVAL [1]
Cokesfabriek, Marly, Belgie
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 33
D. FOTOMATERIAAL BRAND [1]
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. De brandweer gebruikte grote schuimkanonnen om de brand vanaf een
afstand te kunnen blussen en de naastgelegen torens te koelen.
E2. Problemen bij de hulpverlening
2. Door instortingsgevaar en explosiegevaar kon de brandweer niet het vuur
van dichtbij bestrijden.
3. Nadat de brand van de eerste toren onder controle was, stortte deze toren in
waardoor de naastgelegen toren in vlammen gezet.
4. Het leek dat de brand geblust was, maar enkele dagen later begon deze
opnieuw in de tweede toren.
5. Toen de tweede toren werd gesloopt vatte de derde toren vlam.
F. KOSTEN
6. GEEN GEGEVENS bekend.
G. SCHADE
7. Er zijn GEEN GEGEVENS over menselijke slachtoffers.
8. Grote rookwolken trokken over de wijde omgeving, zodanig dat de rook zelfs
naburige landen bereikte. In de wijde omgeving hadden mensen hinder van
de geur van de rook.
9. Er zijn GEEN GEGEVENS bekend over verontreinigingen die zijn opgetreden
naar de bodem, het grondwater of naar oppervlaktewater.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 34
15 'onderwijsgebouwbrand'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie NVT
Modaliteit Onderwijsgebouw
Locatie Universiteitsterrein
Incident Uitslaande brand
Overheersende effecten Rookoverlast en eventueel asbestdeeltjes
Bronnen [1] http://www.brandpreventieforum.nl/
nieuws/het-onderzoek- van-cot-over-brand-tu-
delft-afgerond.html
[2] Evaluatierapport, evaluatie
crisismanagement tijdens brand 13 mei 2008,
Ernst & Young
Land, plaats Nederland, Delft
Jaar, datum 13 mei 2008
B. BESCHRIJVING BRAND [2]
Op 13 mei is een waterleiding op de zevende verdieping van het gebouw van
Bouwkunde (TU Delft) losgeraakt. Dit heeft aanzienlijke waterschade
veroorzaakt. Waarschijnlijk is dit de oorzaak van het ontstaan van kortsluiting
in een koffiemachine op de zesde etage van het gebouw bouwkunde. De
beginnende brand is rond 9 uur ontdekt door een aantal aanwezige studenten
en medewerkers. Er is een bluspoging ondernomen door een aantal aanwezige
bedrijfshulpverleners. De vuurverschijnselen namen echter toe, waarop is
besloten het blussen te stoppen en de ontruiming lokaal te starten. Het hoofd
BHV is hierover geïnformeerd en hij heeft de totale ontruiming gestart vanuit
het servicepunt. De brandweer was toen al ter plaatse en heeft een
zogenaamde binnenaanval uitgevoerd. Door de snelle uitbreiding van de brand
en mogelijk instortingsgevaar heeft de brandweer twee uur na het ontstaan van
de brand uit het gebouw moeten terugtrekken. De Officier van Dienst van de
brandweer heeft opgeschaald naar GRIP3. Hiermee is ook het Gemeentelijk
Beleidsteam (GBT) geactiveerd.
C. LOCATIE ONGEVAL
TU-wijk, Delft, Nederland.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 35
D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT/SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN
GEEN DETAILS
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 36
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (GEEN GEGEVENS van techniek/hulpmiddelen)
13 mei
07.00 Waterschade ontdekt bij Bouwkunde
08.15 Vreemde geur geroken door een student op deze zesde etage van
Bouwkunde
09.00 Witte rook gezien door meerdere mensen op de zesde etage van
Bouwkunde
09.10 BHV probeert ‘vuurballen’ uit het koffieapparaat te blussen
09.16 Handmelder ingeslagen door BHV’er; ontruiming wordt geïnitieerd
09.16 Mondelinge waterschade melding bij de brandweer, met een
tussentijdse automatische brandmelding (9.18(:08) uur)
09.22 Mondeling melding van brand bij het koffiezetapparaat
09.26 Eerste bevelvoerder voor open brug
09.27 Tweede bevelvoerder ter plaatse
09.30 Eerste bevelvoerder ter plaatse
09.32 Middelbrand
09.33 Grote brand
09.50 Zeer grote brand; opschaling naar GRIP1
10.03 Opschaling naar GRIP2
11.43 Eerste persbericht
11.45-12.15 Besluit tot terugtrekken brandweer uit het pand tot en met het
voltooien van de terugtrekking
13.00 Opschaling naar GRIP3
14.00 Eerste persconferentie
15.30 Eerste vergadering Gemeentelijk Beleidsteam (GBT)
16.00 Eerste vergadering Gemeentelijk Management Team (GMT)
23.50 Zone 1 ontruimd.
14 mei
06.00 Sein brand meester
09.00 Bijeenkomst in de aula voor personeel en studenten
10.00 Het Regionaal Operationeel Team wordt ontbonden
15.00 Bezoek minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) aan
het incidentterrein
17.00 Studentenwoningen worden vrijgegeven
19.00 Overdracht gebouw aan TU.
Nafase
15 mei Burgemeester informeert de gemeenteraad per brief over de
gebeurtenissen rond de brand en de wijze waarop is getracht de
gevolgen van de brand zo veel mogelijk te beperken
16 mei De gemeente Delft stuurt een brief aan de voorzitter van het College
van Bestuur van de TU Delft
19 mei Tijdelijk onderkomen van colleges wordt geopend
20 mei Start van de sloop
21 mei Ongeplande instorting bij sloop
17 juni Tijdelijke Bouwkundebibliotheek wordt geopend
07 juli Multidisciplinaire evaluatiebijeenkomst
17 juli Gemeente Delft laat weten dat de Onderzoeksraad voor de Veiligheid
(OVV) geen nader onderzoek doet naar de brand bij de TU Delft
23 juli Medewerker sloopbedrijf raakt bekneld.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 37
E2. Problemen bij de hulpverlening
Tijdens de brandbestrijding hebben zich organisatorische en operationele
knelpunten voorgedaan die de bestrijding negatief hebben beïnvloed
(vertraging in de bijstand, communicatieknelpunten bij de brandweer, logistieke
besprekingen).
Er was geen eenstemmigheid en een slechte communicatie tussen de
milieupolitie en de adviseur gevaarlijke stoffen ten aanzien van het
gebruikmaken van sirenes om de bevolking te waarschuwen tegen de
mogelijkheden van asbest in de rook.
F. KOSTEN
De kosten van de schade bedraagt 130 miljoen euro.
G. SCHADE
Het volledige gebouw van de faculteit Bouwkunde is verloren gegaan.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 38
16 'stofexplosie'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie A: Q > 1000 ton
Modaliteit Inrichting. Opslag silo’s met graan
Locatie Havengebied, nabij rivier
Incident Ontsteking door mechanisch impact of door
frictie
Overheersend effect Overdruk effecten, effecten van een grote
fakkelbrand
Bronnen TNO-FACTS 9667
[1] INERIS, summary report, juli 1998.
[2] AIRA, no. 11657, Explosion of a cereal silo,
augustus 1997
Land, plaats Frankrijk, Blaye
Jaar, datum 20 augustus 1997
B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 9667
Na een stofexplosie in een 35 meter hoge graansilo brak er een zeer grote brand
uit. Door de kracht van de explosie werden nabijgelegen silo’s opengereten. De
explosie ging gepaard met een schokgolf en een fakkelbrand die volgens
omwonenden honderden meters hoog was. De kantoren onder de silo’s werden
overdekt met betonnen en stalen brokstukken en met 30.000 ton graan. Elf
mensen vonden de dood, waaronder acht secretaresses, een
vrachtwagenchauffeur en een burger (een visserman). Er was tevens een ernstig
gewonde. Schade trad op aan woningen tot een afstand van 500 meter van de
silo’s. Het ging daarbij voornamelijk om ruitschade. Na zeven minuten was de
brandweer aanwezig. Deze richtte zich voornamelijk op het weghalen van graan,
op zoek naar slachtoffers. Grote aantallen zuigmachines en vrachtwagens waren
nodig om de tonnen graan af te voeren. Er is geen informatie beschikbaar over
de technische aspecten van de brandbestrijdingsactiviteiten. Inspecteurs
monitorden de overgebleven silo’s met het oog op instortingsgevaar.
C. LOCATIE ONGEVAL [2]
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 39
D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT [2]
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. De brandweer was binnen zeven minuten ter plaatse.
2. De brandweer richtte zich voornamelijk op het verwijderen van graan om
mogelijke slachtoffers te redden of te bergen.
3. Voor het verwijderen van graan werd gebruikgemaakt van tientallen
zuigmachines en vrachtwagens.
E2. Problemen bij de hulpverlening
GEEN GEGEVENS bekend.
F. KOSTEN
GEEN GEGEVENS bekend.
G. SCHADE
4. 11 dodelijke slachtoffers en 1 gewonde.
5. 28 van de 44 silo’s hadden schade opgelopen of waren volledig verwoest.
6. 160 miljoen FF.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 40
17 'natuurbrand'
A. TYPERING INCIDENT
Potentie-categorie n.v.t.
Modaliteit Natuur
Locatie Duingebied (Wildland-Urban Interface)
Incident Bosbrand
Overheersende effecten Rookoverlast en vernietiging natuurgebied door
brand
Bronnen [1] Natuurbrand beoordeeld – nationaal risico;
Magazine Nationale Veiligheid en
Crisisbeheersing; juni/juli 2009
[2] www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/
244626
Land, plaats Nederland, Schoorl
Jaar, datum 28 augustus 2009
B. BESCHRIJVING BRAND [2]
Op 28 augustus 2009 heeft de brandweer van Schoorl ruim 200 huizen in
Schoorl uit voorzorg ontruimd wegens een zeer grote bosbrand. Ook waren er 59
bewoners van verzorgingstehuis Hooge Duinen geëvacueerd. De geëvacueerde
bewoners werden ondergebracht in een zwembad, waar ze op de hoogte
gehouden werden van de laatste ontwikkelingen. De inwoners van het
verzorgingstehuis kregen onderdak in een verzorgingstehuis in Bergen. De brand
ontstond op een vrijdagmiddag en is overgeslagen van een heideveld naar het
bos. Het blussen van de brand was moeilijk, vanwege de harde zuidwestenwind
(kracht 7). Er waren volgens de brandweer drie brandhaarden.
C. LOCATIE ONGEVAL
Duingebied, Schoorl, Nederland.
D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT/SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN
Over het ontstaan van de brand is niets bekend. Er waren meerdere
brandhaarden die wellicht uit elkaar zijn ontstaan door de sterke wind.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 41
E. GEGEVENS HULPVERLENING
E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)
1. 18 brandweereenheden
2. 2 helikopters
3. Transporthelikopter met budget van Defensie om te blussen
4. Hulpdiensten adviseren bewoners ramen en deuren te sluiten
5. Tussen het dorp en het bos houdt de brandweer een straat nat om
brandoverslag te voorkomen.
E2. Problemen bij de hulpverlening
6. GEEN GEGEVENS bekend.
F. KOSTEN
7. GEEN GEGEVENS bekend.
G. SCHADE
8. 150 hectare natuurgebied is in vlammen opgegaan.
9. 550 omwonenden zijn geëvacueerd.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 42
BIJLAGE 1 Kenmerken van de geselecteerde casussen
nr. cat. 1- 8: Modaliteit
9-16: Type brand/
explosie
Typerende effecten Kosten
(miljoen)
Opeenvolgende
responsactiviteiten
Tijdsduur
activiteiten/
afsluiting/
evacuatie
1 A Bulkschip (L) Oppervlaktewaterverontreiniging 6,4 euro Verwijdering
milieuverontreinigingen
2 weken
2 A Leiding (L) Bodem-
/oppervlaktewaterverontreiniging
2-3 NLG Verwijdering
milieuverontreinigingen
2 weken
3 A/B Opslagtank (L) Bodem-
/oppervlaktewaterverontreiniging
niet bekend Verwijdering
milieuverontreinigingen
≥ 1 week
4 A/B Opslagtank (G) Inhalatie toxische dampen/gassen n.b. Beperking van de emissie
tot aanvaardbare niveaus
2,5 week
5 B Leiding (G) Inhalatie toxische dampen/gassen n.b. Evacuatie 36 uur
6 B Spoorketelwagon (L) Bodem-
/oppervlaktewaterverontreiniging
n.b. Reiniging verontreinigd
water meer
4,5 maand
7 C Tankauto (G) Inhalatie toxische dampen/gassen n.b. Afsluiting snelweg 24-36 uur
8 D Magazijn (L) Inhalatie toxische dampen/gassen n.b. Neutraliseren vrijgekomen
toxische stof
n.b. (schatting
< 24 uur)
9 B/C Magazijnbrand met
o.a. pesticiden
Oppervlaktewaterverontreiniging
Inhalatie toxisch rookgassen/
dampen
300 NLG Blusactiviteiten brandweer
Verwijdering
milieuverontreinigingen
24 uur
Onbekend
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 43
nr. cat. 1- 8: Modaliteit
9-16: Type brand/
explosie
Typerende effecten Kosten
(miljoen)
Opeenvolgende
responsactiviteiten
Tijdsduur
activiteiten/
afsluiting/
evacuatie
10 C Brand/explosie
vrijgekomen
benzines uit tankauto
Explosie-effecten
Brandeffecten
Oppervlaktewaterverontreiniging
40-50 DM Blusactiviteiten brandweer
n.b. (schatting
< 24 uur)
11 D Brand en explosie in
fabriek met
pesticiden
Explosie-effecten
Inhalatie toxische
rookgassen/dampen
Oppervlaktewaterverontreiniging
n.b. Totale tijdsduur incident
Eerste bluspoging locale
brandweer en stilleggen
verkeer
Evacuatie bevolking
Inzet en bluspoging door
Gevaarlijke Stoffen Team
(GST)
Redding van 3 slachtoffers
Vorming van een incident-
commando structuur
Aankomst particulier GST,
verrichten van metingen en
instellen ruimere
gevarenzones
4 dagen
1-4 uur
n.b.
n.b.
n.b.
dagen
dagen
12 B/C PVC-brand Inhalatie toxische rookgassen n.b. Blusactiviteiten brandweer
Waarschuwing en evacuatie
bevolking
Depositie metingen
48 uur
100 uur na
brand
13 B/C Extreem grote brand Wijde verspreiding van
rookgassen
n.b. Totale tijdsduur incident
Blusactiviteiten brandweer
diverse opvolgende branden
in diverse torens
8 dagen
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 44
nr. cat. 1- 8: Modaliteit
9-16: Type brand/
explosie
Typerende effecten Kosten
(miljoen)
Opeenvolgende
responsactiviteiten
Tijdsduur
activiteiten/
afsluiting/
evacuatie
14 n.v.t. Gewone brand (groot
kantoorgebouw)
Hinder door/inhalatie van
rookgassen
Mogelijke vrijkomen asbest
130 euro Sein brandmeester 22 uur na
ontdekking
brand
15 A Stofexplosie
graansilo’s
Explosie-effecten 160 FF Brandweer richtte zich in
eerste instantie op
verwijdering van graan om
slachtoffers te
redden/bergen
n.b.
16 n.v.t. Bosbrand Hinder door/inhalatie van
rookgassen
Verbranding bos en overige
vegetatie
n.b. Ontdekking brand
BHV-actie (bluspoging +
ontruiming)
Eerste brandploeg arriveert
Terugtrekking na
binnenaanval
Sein brand meester
na ca. 1 uur
na 1 uur + 10
min.
na 1,5 uur
na 4 uur
na 20 uur
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 45
BIJLAGE 2 Overzicht van mechanismen van milieubedreiging
1. Belangrijkste eigenschappen van een vrijkomende stof per compartiment voor verspreiding
compartiment/ vrijkomende stof
gas vloeistof vast
Lucht Dichtheid Dampspanning
Druppelgrootte Dichtheid Deeltjesgrootte
Water
Dichtheid Reactiviteit Oplosbaarheid
Viscositeit Polariteit (oplosbaarheid, mengbaarheid)
Dichtheid Oplosbaarheid Deeltjesgrootte
Bodem Dichtheid Reactiviteit
Viscositeit Polariteit (Type bodem)
Herkenbaarheid Vorm en vooral afmeting deeltjes
2. Belangrijkste eerste verspreidingsmechanismen van een vrijkomende stof per compartiment
compartiment/
vrijkomende stof
gas vloeistof vast
Lucht Initieel incident verwaaien
Initieel incident Verwaaien Verdamping
Initieel incident Verwaaien
Water Initieel incident Contacttijd Doorstroming
Initieel incident Opmenging Stroming
Initieel incident Stroming
Bodem
Initieel incident Opmenging Verwaaien Accidenteel transport na absorptie
Initieel incident Uitlopen Bereiken grondwater Accidenteel transport
Initieel incident Verwaaien Accidenteel transport
3. Belangrijkste aanvullende verspreidingsmechanismen van een vrijkomende stof per
compartiment
compartiment/ vrijkomende stof
gas vloeistof vast
Lucht
Brand Verdamping Accidenteel transport door aanhangen Brand
Accidenteel transport door aanhangen Brand
Water
Absorptie Reactie Oplossing
Turbulentie Diffusie
Turbulentie Drijven Absorberen aan randen/begroeiing
Bodem
Absorptie Reactie Thermiek
Verdamping Afstroming Oplossing Accidenteel transport, afhankelijk van
herkenbaarheid depositie
Accidenteel transport, afhankelijk herkenbaarheid en van stofkenmerken zoals kleur, reuk en
deeltjesgrootte, plakkerigheid
4. Stabiliteit van depositie van stoffen per compartiment
compartiment/ vrijkomende stof
gas vloeistof vast
Lucht Komt niet voor Gering
Afhankelijk van stofeigenschappen
Gering, afhankelijk van deeltjesgrootte
Water Gering Afhankelijk van stofeigenschappen
Afhankelijk van stofeigenschappen en stroming
Afhankelijk van stofeigenschappen en stroming
Bodem Komt niet voor Afhankelijk van stof- en
bodemeigenschappen Retentietijd
Stabiele depositie
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 46
5. Verspreiding naar andere compartimenten
compartiment/ vrijkomende stof
gas vloeistof vast
Lucht
Uitregenen Oplossen
Uitregenen Oplossing Aanhechten aan stofdeeltjes Uitzakken Verwaaiing
Accidenteel transport door aanhangen Verwaaiing Verdamping Oplossing Uitzakken Uitregenen Aanhechten aan stof- of vochtdeeltjes
Water Per definitie naar lucht, behoudens reactie en oplossing
Verdamping Absorberen aan randen/begroeiing
Verdamping Absorberen aan randen/begroeiing
Bodem
Per definitie naar lucht mogelijk naar water via uitregenen en oplossen
Uitspoeling Bereiken bodemwater Verdamping Afstroming
Verdamping Vervloeiing Oplossing
6. Maatregelen tegen verdere verspreiding
compartiment/ vrijkomende stof
gas vloeistof vast
Lucht
Voorkomen verwaaien Neerslaan Afscherming
Afdekken Voorkomen verwaaien Neerslaan Afscherming
Afdekking Voorkomen verwaaien Neerslaan Afscherming
Water
Beperken uitstoot en
uitgassing Primair snel opmengen door turbulente menging
Afdamming
Barrières Afscherming Sturen stroming
Afdamming
Barrières Afscherming Sturen stroming
Bodem
Beperken uitstoot, uitstroming of verdamping Snelle verdunning door turbulente menging Uitregenen met vloeistofschermen Beide met energetische sproeistralen
Afdekken Indammen Barrières Gestuurd afstromen Gestuurd wegspoelen opvangbekkens, permanent of tijdelijk
Afdekken Indammen Barrières
7. Opruimingsmaatregelen
compartiment/ vrijkomende stof
gas vloeistof vast
Lucht Geen Uitregenen
Oplossen Neerslaan
Uitregenen Oplossen Neerslaan
Water
Geen Ruiming Afzuiging Verdunning en wegspoelen Absorberende middelen Chemische omzetting
Ruiming Afzuiging Verdunning en wegspoelen Absorberende middelen Chemische omzetting
Bodem
Afgraven Neutraliseren absorptie
Opzuigen Absorberen Verzamelen Afgraven top- en diepere lagen
Opscheppen Opzuigen Afgraven toplaag Verzamelen
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos, v1.0, karakteristieken van verschillende milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 47
BIJLAGE 3 Beschrijving samenwerkingsverbanden voorbeeld voor uitwerking
(ontleend aan onderzoek bij veiligheidsregio's naar samenwerkingspartners IM
GS,2009)
Defensie
Kenmerken 1 deelnemers
Defensie heeft voor rampenbestrijding vanuit haar drie regionale militaire commando's contact met alle veiligheidsregio's. Voor bijstandverlening bij IM GS zoals explosievenopruiming, RNBC-incidenten en OGS worden ad hoc verbanden gevormd.
2 afspraken op hoofdlijnen
Defensie heeft een catalogus opgesteld van diensten waar de civiele overheid een beroep op kan doen met kwaliteitscriteria zoals beschikbare capaciteit en opkomsttijd. De samenwerkingsverbanden worden in het kader van de 'derde hoofdtaak van Defensie' verder ontwikkeld met hulp van kennisinstituut TNO; het accent ligt hierbij op ICT voor netcentrische informatievoorziening.
3 geoefendheid
Defensie oefent met haar staven en eenheden op alle niveaus.
4 status samenwerking
De samenwerking is vastgelegd in civiel militaire bestuursafspraken. De bijstandverlening is overigens ook in de Politiewet 1993 en de Wet rampen en zware ongevallen geregeld.
5 ervaring samenwerking
Veiligheidsregio's zijn in het algemeen erg tevreden over de samenwerking met Defensie. Deels betreffen de goede ervaringen overigens niet-IM GS-gevallen, zoals bosbrandbestrijding.
6 veiligheidsketen
Er wordt vooral samengewerkt op de gebieden preparatie en repressie. Samenwerking op het gebied van preventie IM GS speelt zich vooral af tussen de Defensie vervoersorganisatie, politie en de V&W-inspecties.
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende
milieu-incidenten
INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 48
BIJLAGE 4 Catalogus best practices voorbeeld voor uitwerking
(Ontleend aan de Catalogus Civiel-Militaire Samenwerking, min. BZK en min. Defensie,
editie 2007)
NBC detectie- en ontsmettingscapaciteit en een NBC response team
In de strijd tegen terrorisme vormt de bescherming tegen NBC wapens een
belangrijk aandachtsgebied. Defensiemiddelen kunnen in het geval van een
NBC incident in Nederland nodig zijn.
Defensie beschikt over een gespecialiseerde operationele NBC eenheid, de 101 NBC
verdedigingscompagnie. De compagnie bestaat uit drie ontsmettingspelotons en een
verkenningspeloton.
Ieder ontsmettingspeloton bestaat uit twee groepen. Iedere groep kan een
ontsmettingsstraat inrichten. De max. zes ontsmettingsstraten worden zo dicht
mogelijk bij een besmet gebied ingericht. De opbouwtijd is ongeveer 20-30 minuten.
Het verkenningspeloton beschikt over zes N/C Fuchsvoertuigen. Het voertuig heeft
een overdruk met filters. Personeel kan dus zonder persoonlijke beschermende
middelen in het voertuig werken. De gegevens kunnen digitaal verstuurd worden naar
NBC specialisten die deze gegevens kunnen evalueren en commandanten kunnen
adviseren. De Fuchsvoertuigen kunnen zowel lucht- als grondmonsters nemen.
Daarnaast beschikt Defensie over het krijgsmachtbrede NBC kenniscentrum, waarin
de schaarse kennis over NBC strijdmiddelen is gebundeld. Dit kenniscentrum vormt een
herkenbaar aanspreekpunt voor zowel militaire en civiele instanties. Verder kan gerichte
chemisch-toxicologische expertise van Defensie in het BeleidsOndersteunend Team
Milieu-incidenten (BOT-mi) bijdragen aan een betere voorbereiding op NBC gerelateerde
incidenten. Defensie breidt haar detectie- en ontsmettingscapaciteit de komende jaren
uit zodat vanaf 1 januari 2012 de beschikbaarheid ervan gegarandeerd is.
Beschikbaarheidgarantie:
Defensie garandeert vanaf 1 januari 2012 de beschikbaarheid van een:
NBC responseteam met een reactietijd van maximaal 2 uur en;
NBC detectie- en ontsmettingscapaciteit met een reactietijd van maximaal 24
uur.
Tot die tijd is er geen sprake van gegarandeerde beschikbaarheid.