Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het...

48
Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende milieu-incidenten INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 1 Instituut Fysieke Veiligheid Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 026 355 24 00 F 026 351 50 51 [email protected] Casusroos 1.0 Karakteristieken van verschillende milieu-incidenten (2010) 2. Dossier Milieubescherming bij incidenten (2010)

Transcript of Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het...

Page 1: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

1

Instituut Fysieke Veiligheid

Postbus 7010

6801 HA Arnhem

T 026 355 24 00

F 026 351 50 51

[email protected]

Casusroos 1.0 Karakteristieken van verschillende milieu-incidenten (2010)

2. Dossier Milieubescherming bij incidenten (2010)

Page 2: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

2

Deze eerste versie van de Casusroos is, bij gebrek aan voldoende goed gedocumenteerde

Nederlandse voorbeeldcases, grotendeels gebaseerd op buitenlandse gevallen. De keuze wordt verantwoord in het derde rapport uit het dossier van dit project. Het project Milieubescherming bij incidenten wordt uitgevoerd in overleg met professionals die bij incidentbestrijding zijn betrokken, met name de Landelijke vakgroep ongevallenbestrijding gevaarlijke stoffen (LV-OGS van de NVBR), de BOT-mi-Expertgroep (VROM-Inspectie) en het Landelijk informatiepunt ongevallenbestrijding gevaarlijke stoffen (LIOGS/DCMR).

Andere gremia die belang hebben bij de multidisciplinaire afstemming van te ontwikkelen instrumenten om het milieu bij incidenten te beschermen, worden dringend uitgenodigd aan het project deel te nemen en/of bij te dragen aan de dossiervorming. Ondanks de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg kan de samensteller geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout of onzorgvuldigheid die in deze handreiking zou kunnen voorkomen.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enigerlei andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Instituut Fysieke Veiligheid. Nieuwe uitgave, 2013

ISBN 978.905.643.471-7 © Instituut Fysieke Veiligheid, Arnhem Uitgave: Instituut Fysieke Veiligheid

Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 026 355 24 00

Deze uitgave is als elektronisch bestand te downloaden vanaf www.kennisdocumenten.nl.

Page 3: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

3

Colofon

Opdrachtgever: Redactieraad Brandweer en Crisisbeheersing

Contactpersoon: Hans Groot Kormelink (Informatie/IFV)

Titel: Casusroos, versie 1.0

Subtitel: Karakteristieken van verschillende milieu-incidenten

Jaar: 2013

Status: Informerend

Dossier: Milieubescherming bij incidenten

Reeksnummer: 2

Versiebeheer: Scheiding Casusroos versie 1.0 (internetapplicatie) en verantwoordingsrapportage (document)

15 september 2011

Inhoudelijke vaststelling en vaststelling Implementatie-/ communicatieplan; Redactieraad B&C

9 december 2010

Juridische check; Informatie/IFV 9 december 2010

Review eindconcept 16 november 2010

Internetenquête onder betrokkenen en belanghebbenden bij milieubeschermingsmaatregelen (gelegenheid om zienswijzen kenbaar te maken); Onderzoek/IFV

23 juli 2009

Tussenrapportage verkennend onderzoek; projectleider 23 maart 2009

Programma van Eisen project Milieubescherming; Redactieraad B&C

6 november 2007

LV-OGS (NVBR), BOT-mi-Expertgroep (VROM-

Inspectie), LIOGS (DCMR)

Peer review: Hans Baksteen (Rondas-Safety Consultancy) en Vincent van Vliet

(Onderzoek/IFV)

Auteurs: Vincent van Vliet (Onderzoek/IFV)

Eindredactie: Anita Stoorvogel (IFV)

Page 4: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

4

f2Inhoud

1 Introductie 5 1.1 Samenhang publicaties Milieubescherming bij incidenten 5 1.2 Overzicht zestien karakteristieke milieu-incidenten 6

2 'olietanker' 8 3 'leidinglek' 12 4 'opslagtank' 13 5 'gifwolk' 15 6 'ammoniaklek' 17 7 'spoorvervoer-GS' 19 8 'tankwagen' 22 9 'vaten-in-magazijn' 23 10 'magazijnbrand' 24 11 'benzinetankwagen' 26 12 'explosie-chemische-fabriek' 28 13 'kunststofbrand' 30 14 'chemische-plantbrand' 32 15 'onderwijsgebouwbrand' 34 16 'stofexplosie' 38 17 'natuurbrand' 40 BIJLAGE 1 Kenmerken van de geselecteerde casussen 42 BIJLAGE 2 Overzicht van mechanismen van milieubedreiging 45 BIJLAGE 3 Beschrijving samenwerkingsverbanden voorbeeld voor uitwerking 47 BIJLAGE 4 Catalogus best practices voorbeeld voor uitwerking 48

Page 5: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 5

1 Introductie

1.1 Samenhang publicaties Milieubescherming bij incidenten

De Casusroos 1.0 is een van de producties in rij van het dossier

Milieubescherming bij incidenten. Dit document is op papier uitgegeven ten

behoeve van informatie- en communicatiedoeleinden. Voor operationeel gebruik

wordt een digitale applicatie gemaakt.

De Casusroos dient in het algemeen voor de beeldvorming bij Opleidingen,

Trainingen en Oefeningen (‘OTO-proces’). Verder dient het als opstap naar het

Besluitvormingsondersteunend instrument in het bijzonder; zie voor de

samenhang onderstaand figuur.

De Casusroos geeft een beeld van de variëteit aan incidenten met

milieugevolgen. De casussen zijn, voor zover er geschikte incidentevaluaties

gevonden konden worden, geselecteerd naar aard, plaats en omvang. Zie voor

de selectiecriteria het verantwoordingsverslag (dossieruitgave nummer3) en de

overzichtstabel in bijlage 1.

1. BESLUITVORMINGSONDERSTEUNEND INSTRUMENT Het beoogde instrument is, in overeenstemming met onlangs ontwikkelde tools voor milieubeheer (bodem (RIVM); oppervlaktewater (Waterdienst)), een digitale voorziening die, gegeven plaats, aard en omvang van een incident, voorstellen genereert voor de milieuverantwoorde, multidisciplinaire incidentbestrijding. Het moet ten minste toegepast kunnen worden door het COPI én ROT. De voorstellen worden zo mogelijk doorgerekend ten behoeve van een kosten-baten-analyse. Hierbij worden de belangen van de hulpverleners (Arbo-wet), (potentieel) getroffenen (Risicobeleid) en economie (cf. Wm, art. 5.1, lid 2e) tegen elkaar afgewogen. De betrokken bevoegde gezagen kunnen vervolgens met argumenten omkleed afwijken van de voor normale situaties bedoelde voorschriften.

2. ACHTERGRONDINFORMATIE

Een digitale bibliotheek met actuele en historische documenten; een officiële referentie voor informatie en adviezen die opgenomen zijn in het Besluitvormingsondersteunend instrument. Onder te brengen bij het Infopunt Veiligheid, het wettelijk ingestelde loket voor bestuurders, beambten en bedrijven met verantwoordelijkheden en taken in het domein van fysieke veiligheid.

3. WET-EN REGELGEVING Een overzicht en analyse van de relevante regelgeving van overheid (wetten), bedrijfsleven (normen), publieke en private hulpverleningsdiensten (brancherichtlijnen), e.d. Door inzicht in de gemeenschappelijke kenmerken van beleid, uitvoering (waaronder handhaving) en kwaliteitscriteria betreffende het milieu (in brede zin), zijn operationele en bestuurlijke besluitvormers in staat om sectorale

regels in bijzondere, want ‘incidentele gevallen’, in-de-geest-van-de-wet(ten) te interpreteren.

4. CASUSROOS

Een handzaam overzicht van maatgevende en beeldbepalende incidentgevallen met van elk de specifieke kenmerken zoals plaats, aard en omvang van het incident, de gevolgen voor het milieu (in brede zin), de effectief gebleken wijze van bestrijding respectievelijk sanering en zo mogelijk de balans van maatschappelijke kosten. Naar analogie van de windroos onderscheiden de geselecteerde gevallen zich naar hun gevolgen. De Casusroos kan toegepast worden bij de training van leidinggevenden in het BOB-proces (beelvorming-oordelen-besluit formuleren). Nieuwe incidenten, mits adequaat geëvalueerd, kunnen de plaats innemen van overeenkomstige gedateerde gevallen.

Figuur 1-1: Opzet van de doorlopende ontwikkeling van het dossier 'Milieubescherming bij incidenten

Page 6: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 6

1.2 Overzicht zestien karakteristieke milieu-incidenten

CASUSROOS 1.0

1: 'olietanker' 2: 'leidinglek' 3: 'opslagtank' 4: 'gifwolk'

5: 'ammoniaklek' 6: 'spoorvervoer-GS' 7: 'tankwagen' 8: 'vaten-in-magazijn'

9: 'magazijnbrand' 10: 'benzinetankwagen' 11: 'explosie-chem.-fabr.' 12: 'kunststofbrand'

13: 'chem.-plantbrand' 14: 'onderwijsgebouwbrand' 15: 'stofexplosie' 16: 'natuurbrand'

Page 7: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 7

In de volgende hoofdstukken worden elk van de zestien casussen op een

gestandaardiseerde manier beschreven. Voor de leesbaarheid zijn de volgende

conventies toegepast:

(ken)(ge)tallen worden als cijfers gepresenteerd

indien er geen gegevens beschikbaar waren is dit in KAPITAAL aangegeven

operationele begrippen zoals processen, (bestrijdings)technieken,

(preventieve) barrières, en dergelijke zijn cursief geschreven.

N.B.:

De aan de TNO-databank Facts ontleende schadebedragen zijn op het moment

van deze publicatie inmiddels gedateerd. In toekomstige evaluaties zou het

schadebedrag genormaliseerd moeten worden, bijvoorbeeld als percentage van

het bruto nationaal product. Het bpm is een internationale standaard voor de

welvaart van een land.

Page 8: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 8

2 'olietanker'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie A (>1000 ton)

Modaliteit Bulkschip

Locatie Zee/kustgebied

Incident Grote lekkage

Overheersend effect Waterverontreiniging

Bronnen TNO-FACTS 16217

Website [1]: http://ec.europa.eu/environment/

civil/marin/reports_publications/baltic_carrier_

report.pdf

Land Denemarken

Jaar 2001

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 16217

Op 29 maart 2001 [1] kwam een bulkschip met 33.000 ton zware stookolie in

aanvaring met een ander vaartuig. In het schip ontstond een opening van 20

meter waardoor 2.700 ton olie in zee voor de kust van Denemarken vrijkwam.

De olie vormde een drijflaag van 12 km lang en ongeveer 800 km2 werd

verontreinigd. Door ruw weer was het - de eerste 2 dagen - moeilijk om de olie

te verwijderen. Daarna werd het weer kalm en verzamelden

‘schoonmaakschepen’ de gemorste olie teneinde te voorkomen dat de olie een

vogelreservaat zou bereiken en aantasten. De kustlijn van Denemarken werd

over een afstand van 19 km met olie verontreinigd en doodde ongeveer 5000

vogels. Vogels die niet meer te redden waren, werden door jagers afgemaakt.

Zogenaamde ‘milieubeschermingsschepen’ werden ingezet om de olie - die de

kust nog niet had bereikt - op te zuigen. Veel mosselen, slakken en vissen

werden vergiftigd. Ongeveer 4000 ton olie werd verwijderd.

C. LOCATIE ONGEVAL [1]

Page 9: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 9

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT [1]

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Tijdsperiode voor verwijdering olie: 2 weken.

2. Europese taskforce werd ingezet om Deense autoriteiten te helpen [1].

3. Helikopter is ingezet om snel overzicht te krijgen van de verontreiniging en

de verspreiding daarvan.

4. Gebruikte middelen om olie te verwijderen: schoonmaakschepen,

oliezuigers.

5. Jagers werden ingezet om reddeloze vogels af te maken.

6. Verankering van schip, stoppen lekkage en verpomping van olie naar een

ander schip.

7. Inzet van het leger en vrijwilligers heeft bijgedragen aan het succes.

8. Betonmengers werden gebruikt voor de reiniging van leisteen en kiezels.

9. Door de weersomstandigheden was de eerste dagen opruimen van de olie

niet mogelijk vanwege de hoge golven en de harde wind; er kon uitsluitend

worden gemonitord waar de olielaag naartoe dreef.

10. Door de hoge viscositeit van de olie kon de olie niet worden verwijderd door

vegen. Grijpmanden (‘grab buckets’) moesten worden gebruikt om de olie te

verwijderen.

11. De milieubeschermingsschepen hadden een te grote diepgang waardoor

inzet nabij de kust onmogelijk was.

12. Olieverwarmingscapaciteit was niet aan boord aanwezig, waardoor de olie

niet kon worden verpompt.

13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het

raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te

roepen teneinde onomkeerbare schade aan flora en/of fauna te voorkomen.

Page 10: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 10

14. Bij dergelijke gevoelige ecosystemen is het tevens raadzaam om een

meetprogramma op te stellen om de feitelijke schade aan het milieu te

monitoren.

Page 11: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 11

E2. TIJDPAD HULPVERLENING

Vrijk

om

en

ruw

weer

Rein

igin

g

die

p z

ee

Reiniging ondiepe wateren en kustgebieden

Geen o

lie

verw

ijderd

965 to

n o

lie

verw

ijderd

250 t

on o

lie

verw

ijderd

350 to

n o

lie

verw

ijderd

130 t

on

olie

verw

ijderd

190

ton o

lie

verw

ijderd

Ca. 2000 ton olie verwijderd

1*

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

*) dag

F. KOSTEN

14. Totale reinigingskosten bedroegen 6,4 miljoen euro.

G. SCHADE

15. 5000 dode vogels en vele vergiftigde mosselen, slakken en vissen. Naar

verwachting is er geen irreversibele schade toegebracht aan de natuur en de

vogelstand.

Page 12: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 12

3 'leidinglek'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie A (>1000 ton)

Modaliteit Pijpleiding

Locatie Pijpleidingstraat/weiland/sloten

Incident Grote lekkage

Overheersend effect Bodem-/waterverontreiniging

Bronnen TNO-FACTS: 15377

Internet: GEEN GEGEVENS

Land Nederland

Jaar 1995

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 15377

De vorige dag om 9.00 uur werd een nafta-transport gestart. Tussen 01.00 en

02.00 uur vond er een extreme drukval plaats, daarna werd het transport

stopgezet. In 1 uur tijd kwam ongeveer 200 m3 olie vrij uit een bajonetverbinding.

De nafta stroomde uit in een weidegebied en in sloten. Met oliekeringen werd de

naftastroom gestopt en het nafta-/watermengsel werd met vacuüm trucks

weggezogen. Ongeveer 2000 m3 grond werd verwijderd. Een oppervlakte van

7500 m2 werd afgegraven tot een diepte tussen 20 en 60 cm. De grond onder het

punt van vrijkomen werd tot een diepte van 2 meter verwijderd.

C. LOCATIE ONGEVAL

ONBEKEND

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT

NIET BESCHIKBAAR

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Gebruikte middelen om olie te verwijderen van het oppervlaktewater en van

het weilandoppervlakte: vacuümwagens.

2. 20 cm grond werd afgegraven en op en onder folie verzameld.

3. Een geul werd gegraven naast het verontreinigde stuk land zodat deze zou

kunnen functioneren als drain om de verontreiniging op te vangen.

4. Meetpunten werden geplaatst om de verontreinigingen te meten. Er werd

afgegraven tot er geen verontreiniging meer werd gemeten.

5. Verontreinigde grond werd getransporteerd naar een biologische

reinigingsfaciliteit.

6. Een waterbehandelingssysteem werd aangelegd om het verontreinigde

drainagewater ter plekke te zuiveren.

E2. Problemen bij hulpverlening

7. Er is GEEN EVALUATIE aanwezig van de wijze waarop de hulpverlening heeft

plaatsgevonden.

F. KOSTEN

8. Totale reinigingskosten bedroegen 2-3 miljoen NLG.

G. SCHADE

9. 2000 m3 verontreinigde grond, afgegraven van een oppervlakte van

7500 m2.

Page 13: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 13

4 'opslagtank'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie A/B (>100 ton)

Modaliteit Opslagtank

Locatie Bedrijfsterrein Texaco

Incident Instantaan falen/grote lekkage

Overheersend effect Bodem-/waterverontreiniging

Bronnen TNO-FACTS: 9219

Website [1] http://www.traveljournals.net/explore/

panama/map/m254504/las_minas_bay.html

Land Panama

Jaar 1986

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 9219

Een opslagtank met 35.000.000 ton licht ruwe olie faalde instantaan en de

complete inhoud kwam vrij. De tankdijk rond de tank bezweek en 8.000.000 ton

olie kwam vrij in het gebied rond de raffinaderij. Tenminste 4.000.000 ton kwam

terecht in de baai, die uitloopt naar de Caribische Zee.

C. LOCATIE ONGEVAL [1]

Page 14: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 14

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT

NIET BESCHIKBAAR

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Direct: afschakeling procesunits om te voorkomen dat oliedampen zouden

ontsteken.

2. In de eerste 3,5 uur: gat in de tankputdijk werd gedicht.

3. In de week erna werden 450 mensen ingezet om de

schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren. Hieronder waren: locale aannemers,

militairen, mensen van de havenautoriteit, e.a.

4. In totaal werd ingezet:

- 6100 meter aan oliekeringen (oilbooms)

- negen skimmers

- drie Transvac pompen

- vier vacuümpompen om de olie terug te winnen

- 20 tank trucks en verschillende boten om de olie te verzamelen.

5. Dispersiemiddel werd met behulp van vliegtuigen gesproeid om de olielaag

in de baai op te breken.

E2. Problemen bij hulpverlening

6. Er is GEEN EVALUATIE aanwezig van de wijze waarop de hulpverlening heeft

plaatsgevonden.

F. Kosten

7. GEEN GEGEVENS voorhanden.

G. Schade

8. Verontreiniging van 40 km2 land (waarvan 16 km2 mangrove bos) en water

(waarvan 8 km2 koraal rif). Dit gebied bevatte 0,8 km2 marine biologische

reservaat.

9. Schade aan vissen en vogels door acute sterfte, maar ook door chronische

blootstelling.

Page 15: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 15

5 'gifwolk'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie A/B (>100 ton)

Modaliteit Opslagtank

Locatie Bedrijfsterrein

Incident Grote langdurige lekkage

Overheersend effect Inhalatie toxische gassen

Bronnen TN-FACTS: 5710

Internet: GEEN GEGEVENS

Land USA

Jaar 1974

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 5710

Een 75 mm aansluiting aan een opslagtank met 3.300 m3 vloeibaar silicon

tetrachloride faalde door overdruk. Bij vrijkomen werd een toxische gaswolk

gevormd die HCl bevatte. Gewacht werd op de eigenaars van deze stof om actie

te nemen, hierdoor kon er zich in 2,5 uur tijd een grote gaswolk ontwikkelen van

400 m breed, 300-400 m hoog en 1,6 km lang. Pas na vele uren werd een

vergeefse poging gedaan om met schuim de vloeistofverdamping uit de tankput

tegen te gaan. Pas nadat er brandstofolie en ‘calciumhydroxide’ was toegevoegd

werd de verdamping sterk gereduceerd en werd er overgegaan tot transport van

de vloeistof uit de beschadigde tank. Corrosie van elektrische leidingen en

pompen ontstond door de combinatie van regen met HCl-dampen. Vanwege de

toegevoegde middelen werd de bundcapaciteit ontoereikend, waardoor er een

extra opvangput gegraven moest worden om de overstroom bij volledig

tankfalen op te kunnen vangen. Na drie dagen werd het lek pas afgesloten met

behulp van sneldrogende cement. Pa na 5 dagen was de tank geleegd en het

duurde tot 17 dagen na de aanvang totdat de emissies aanvaardbare

concentraties bereikten.

C. LOCATIE ONGEVAL

ONBEKEND

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT

NIET BESCHIKBAAR

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Aanbrengen van middelen om verdamping uit tankput tegen te gaan.

2. Graven van een extra opvangput om het teveel aan vloeistof in de tankput

te kunnen opvangen.

3. Afdichten van het gat met sneldrogende cement en transport van de

vloeistof naar andere tanks.

E2. Problemen bij hulpverlening

4. Er werd gewacht met ingrijpen totdat de eigenaars van de stof aanwezig

waren.

5. Er ontbrak een noodplan zodat niet duidelijk was wie verantwoordelijk was

om actie te ondernemen.

6. De tankput capaciteit was ontoereikend omdat er geen rekening is gehouden

dat bij een grote lekkage volume moet worden gereserveerd voor materialen

die een deken moeten vormen tegen verdamping.

Page 16: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 16

F. KOSTEN

7. GEEN GEGEVENS voorhanden.

G. SCHADE

8. Een dodelijk slachtoffer. In ziekenhuis opgenomen: 160 mensen.

Geëvacueerd: 16.000 mensen.

Page 17: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 17

6 'ammoniaklek'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie 100 ton <B < 1000 ton

Modaliteit Gasleiding

Locatie Bedrijfsterrein nabij woongebied

Incident Leidingbreuk door grondverzakking door regenval

Overheersend effect Inhalatie toxische gassen

Bronnen TNO-FACTS 8376

Internet: GEEN GEGEVENS

Land Brazilië

Jaar 1985

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 8376

Hevige regenval zorgde voor grondverzakking onder een 6,5 km lange

ammoniakleiding die naar een kunstmestfabriek leidde. Hierdoor faalde de

leiding compleet (guillotinebreuk) en kwam er circa 16 ton ammoniak vrij

(continue bron) die voor een gaswolk zorgde van circa 1 km2. Dit vrijkomen

gebeurde om 24.00 uur en werd door een brandweerman ontdekt om 01.00

uur.

Wind en regen hielpen bij het dispergeren van de ammoniakwolk.

Circa 5000 mensen moesten hun huizen verlaten. 67 mensen kregen in het

ziekenhuis zuurstof toegediend en 300 mensen kwamen in het ziekenhuis i.v.m.

oogirritaties.

Het lek werd gestopt en de brandweer, uitgerust met gasmaskers, gebruikten

water om de ammoniak te verdunnen.

C. LOCATIE ONGEVAL

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT

NIET BESCHIKBAAR

Page 18: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 18

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Brandweer verdunde wolk met water.

2. GEEN GEGEVENS bekend over de wijze waarop de evacuatie heeft

plaatsgevonden.

E2. Problemen bij hulpverlening

3. GEEN GEGEVENS bekend.

F. KOSTEN

4. GEEN GEGEVENS bekend.

G. SCHADE

5. Naar ziekenhuis: 367 mensen (67 voor ademhalingsproblemen en 300 i.v.m.

oogirritaties). Aantal geëvacueerd: 5.000 mensen.

Page 19: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 19

7 'spoorvervoer-GS'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie 100 ton < B < 1000 ton

Modaliteit Spoor

Locatie Nabij rivier/meer

Incident Ontsporing en lekkages meerdere wagons

Overheersende effecten Bodem/water verontreiniging

Bronnen TNO-FACTS: 19110

Internet [1]: http://www.tsb.gc.ca/ENG/rapports-

reports/rail/2000/r00t0067/r00t0067.asp#N_2_

Land Canada

Jaar 1995

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 19110

Een 823 m lange trein met een gewicht van 6.600 ton bestond uit met 2

locomotieven, 38 wagons met zwavelzuur en 13 andere wagons (zonder

gevaarlijke stoffen).

Op weg van Ontario naar North Bay ontspoorden om 16.10 uur 29 wagons,

waarvan 25 met zwavelzuur. Twaalf van de 25 wagons liepen schade op en

lekten zwavelzuur. Sommige wagons weinig en andere grote hoeveelheden. In

totaal kwam er circa 386 m3 zwavelzuur vrij, waarvan 242 m3 in de grond zakte

en de rest (242 m3) in een nabijgelegen riviertje terecht kwam. Ongeveer 35 m3

van de 242 m3 is in het meer terecht gekomen waarop het riviertje uitkwam.

C. LOCATIE ONGEVAL

Page 20: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 20

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENTS

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. De bemanning waarschuwde onmiddellijk het treinverkeercontrolecentrum.

Dit centrum stelde onmiddellijk de procedures en het noodplan in werking.

Hulpverleners en provinciale en rijksoverheden werden gewaarschuwd.

2. Een veiligheidszone werd afgezet rond de plaats van de ontsporing en de

van de gelekte vloeistof.

3. Pas de volgende ochtend vroeg (vanwege de beperkte toegang tot de site)

werd begonnen met werkzaamheden om de lekkage in te perken/op te

vangen.

4. Een uitgebreid lekkage monitoring programma werd opgetuigd op de site en

benedenstrooms de plek waar de lekkage in de rivier terechtkwam.

Page 21: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 21

5. Voor assistentie werd de hulp ingeroepen van diverse externe bedrijven,

waaronder consultants, coördinatoren, milieureinigingsspecialisten en

civiele ingenieurs.

6. Het water werd over een afstand van 1,6 km evenwijdig aan het spoor

ingedamd en een overhevelingssysteem werd geïnstalleerd om te

voorkomen dat de verontreiniging het nabijgelegen meer zou bereiken.

7. Provinciale overheden instrueerden lokale inwoners om geen gebruik te

maken van meerwater of bronwater totdat de verontreiniging

geneutraliseerd was.

8. Om te neutraliseren werd ‘fijngemaakt kalksteen’ gebruikt.

9. De restanten van het product achtergebleven in de beschadigde

spoorketelwagons werden in de dagen daarna overgebracht naar andere

wagons.

10. Neutralisatie van de zwavelzuur in het water werd beëindigd 4,5 maand na

het ongeval. Hiervoor werd gebruikt ‘kalksteen, natriumcarbonaat en

natronloog’.

11. Een maand na het ongeval had naar schatting 230.000 m3 water op de

bodem van het meer een pH-waarde van 2,5.

12. Besloten werd om dit water op te pompen en een slurry van CaOH (calcium

hydroxide) toe te voegen en het water weer terug te voeren. Dit proces was

gereed na 40 dagen van 24 uur verpompen.

E2. PROBLEMEN BIJ HULPVERLENING

13. Er is GEEN EVALUATIE aanwezig van de wijze waarop de hulpverlening heeft

plaatsgevonden. Volgens de beschrijving heeft de respons plaatsgevonden

conform het noodplan.

F. KOSTEN

14. Er zijn GEEN GEGEVENS van de totale reinigingskosten.

G. SCHADE

15. In de directe omgeving van de ontsporing was gedeeltelijke vissterfte en

benthos-sterfte. In mindere mate was dit ook het geval in het meer, maar er

waren GEEN GEGEVENS dat dit verderop in het meer ook het geval was.

Page 22: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 22

8 'tankwagen'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie 10 ton < C < 100 ton

Modaliteit Tankauto

Locatie Snelweg nabij woongebied

Incident Reactie lading verschillende afvalzuren met als

gevolg vrijkomen van dampen via drukventiel

Overheersend effect Inhalatie toxische gassen

Bronnen TN-FACTS: 17562

Internet: GEEN GEGEVENS

Land USA

Jaar 1999

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 17562

Een tank truck met een mengsel zuren met een volume van 14,7 m3 begon te

lekken via het drukventiel, vermoedelijk door reactie van de zuren. Het mengsel

bevatte niet goed gemengde salpeterzuur, zoutzuur, zwavelzuur en fosforzuur.

De uitstroming was tussen de 38 en 380 liter salpeterzuur. Na het passeren van

een stad werden daar 6-12 mensen in ziekenhuis behandeld tegen de effecten

van de inhalatie van dampen.

Een aantal kilometer snelweg werd gesloten voor een periode van 24 tot 36 uur

en het Gevaarlijke Stoffen Team (HazMat Crew) werd opgeroepen. Meer dan

1000 inwoners werden geëvacueerd waaronder de inwoners van een

verpleeghuis.

C. LOCATIE ONGEVAL

ONBEKEND

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT

NIET BESCHIKBAAR

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Sluiten van kilometers snelweg door politie.

2. Evacuatie 1000 inwoners.

3. Behandeling 6-12 mensen i.v.m. inademing dampen.

4. Reinigingswerkzaamheden (verwijdering gemorste chemicaliën) door de

Hazardous Material Crew.

E2. Problemen bij hulpverlening

5. GEEN GEGEVENS bekend.

F. KOSTEN

6. Het bedrijf moest 250.000 dollar aan boete betalen.

7. Het bedrijf moest 378.000 dollar betalen aan verschillende partijen

(Departement Milieu Bescherming, verpleeghuis, opgetreden

brandweerkorpsen).

G. SCHADE

8. 6-12 mensen werden medisch behandeld en 1000 geëvacueerd.

Page 23: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 23

9 'vaten-in-magazijn'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie D: 1 ton < Q < 10 ton

Modaliteit Magazijn

Locatie Bedrijfsterrein

Incident Kleine lekkage

Overheersend effect Inhalatie toxische gassen

Bronnen TN-FACTS: 17184

Internet: GEEN GEGEVENS

Land Australië

Jaar 2000

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 17184

Een lekkage van vaten mierenzuur vond plaats in een magazijn als gevolg van

het - met een vorkheftruck - kapot stoten van vaten tijdens het stelen van

vaten door inbrekers. Hierbij kwamen circa 210 liter schadelijke dampen vrij.

Door een alarm werd de beveiligingsdienst gewaarschuwd. De staf kon het

magazijn niet betreden door de schadelijke dampen. De hulpdiensten moesten

met behulp van beschermende kleding en ademhalingsapparatuur het zuur

neutraliseren met natriumcarbonaat. Het neutralisatiemiddel werd vervolgens

in vaten gedaan voor afvoer.

C. LOCATIE ONGEVAL

ONBEKEND

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT

NIET BESCHIKBAAR

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Hulpverleningsdiensten neutraliseerden het zuur met behulp van natrium

bicarbonaat.

2. Hierbij droegen zij volledig beschermende kleding en

ademhalingsapparatuur.

3. Het geneutraliseerde zuur werd in vaten gedaan en afgevoerd als afval.

E2. Problemen bij hulpverlening

4. GEEN GEGEVENS bekend.

F. KOSTEN

5. GEEN GEGEVENS bekend.

G. SCHADE

6. Geen slachtoffers.

Page 24: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 24

10 'magazijnbrand'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie B/C: 10 ton < Q < 1000 ton

Modaliteit Inrichting, chemicaliën opslag chemisch bedrijf

Locatie Nabij rivier

Incident Uitbrekende brand in een magazijn met

gestapelde chemicaliën zonder sprinkler

Overheersende effecten Verontreiniging oppervlaktewater

Overlast door rook

Bronnen TNO-FACTS 9996

Incidents that define process safety, pag. 300-

301 (Sandoz)

Land, plaats Zwitserland, Bazel

Jaar, datum 1 november 1986

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 9996

Een catastrofale brand brak uit bij een chemische fabriek in Zwitserland, waarbij

tonnen toxische chemicaliën in een nabijgelegen rivier terechtkwamen en de

rivier rood kleurden. De brand brak vroeg in de morgen uit in een opslaggebouw

voor pesticiden, kwik en andere zeer giftige landbouwchemicaliën. De

plaatselijke bevolking werd door sirenes gewekt om hen te waarschuwen voor de

ramp. Mensen in de stad en de omgeving op de grens tussen Duitsland en

Frankrijk werden verteld om binnenshuis te blijven. Veertien mensen, waaronder

een brandweerman die de brand bestreed, werden in het ziekenhuis behandeld

vanwege inademing van dampen. De chemicaliën werden de rivier in gespoeld

door het bluswater dat door de brandweer werd gebruikt. Ongeveer 30 ton

pesticiden kwam West Europa’s belangrijkste waterweg terecht. De rivier

stroomt door 4 landen - Zwitserland, Duitsland, Frankrijk en Nederland - voordat

deze in de Noordzee uitmondt. Ongeveer een half miljoen vissen gingen dood en

sommige soorten stierven volledig uit. Voor lange tijd was het gevaarlijk om in

de rivier te zwemmen.

C. LOCATIE ONGEVAL

Bazel, Zwitserland.

D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT

Het brandende object was een magazijn van 90 m lang x 50 m breed x 8 m

hoog. Het was niet voorzien van een sprinklerinstallatie. Ongeveer 1350 ton van

90 verschillende soorten chemicaliën waren hoog opgestapeld in emballages.

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Ongeveer 400 brandweermensen gebruikten grote hoeveelheden water om

de brand te blussen.

2. De hoeveelheid bluswater die gebruikt is, wordt geschat op 10.000 m3 tot

15.000 m3.

3. De hoeveelheid water werd in een tijdsbestek van 24 uur op het vuur

gebracht.

E2. Problemen bij de hulpverlening

GEEN GEGEVENS bekend.

Page 25: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 25

F. KOSTEN

4. Totale geschatte schade: 300 miljoen NLG.

G. SCHADE

5. Meer dan 1500 mensen ondervonden hinder door de rook.

6. Bijna al het verontreinigde bluswater was via drainage direct in de Rijn

terecht gekomen. Dit resulteerde in een wijdverspreide vernietiging van het

aquatisch leven in de Rijn. Pas na een jaar tijd begon dit leven zich weer

langzaam te herstellen. Sterfte van meer dan een half miljoen vissen. Alen

en bentische organismen werden over een afstand van meer dan 400 km

volledig uitgeroeid. Circa 220 ton aal werd gedood.

7. Benedenstrooms vissen werd voor 6 maanden verboden.

8. Ter plaatse moest meer dan 10.000 m3 aarde worden afgegraven en

verbrand.

Page 26: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 26

11 'benzinetankwagen'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie C: 10 ton < Q < 100 ton

Modaliteit Tankauto

Locatie Woongebied

Incident Impact met instantaan vrijkomen/grote lekkage

Overheersend effect Brand en explosie

Bij-effect Verontreiniging oppervlaktewater

Bronnen TNO-FACTS 9667

Website [1]: http://www.feuerwehr-herborn.de/

index.php?option=com_content&task=view&id=52&

Itemid=71

Land, plaats Duitsland, Herborn

Jaar, datum 7 juli 1987

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 9667

Een tankauto met drie compartimenten sloeg om op een hellende (8 km lange)

weg. Oorzaak: impact door hoge snelheid door oververhitting en falen van

remmen. In een bocht naar rechts kapseisde de tankauto en kwam op zijn

linkerzijde terecht. Na 20 meter te zijn doorgeschoven kwam de tankauto tot

stilstand tegen een ijzeren vangrail en scheurde open. De inhoud van alledrie de

compartimenten, benzines en diesel, kwam vrij op straat en stroomde daar het

riool, een ijszaak en woningen binnen. Enkele minuten later ontstaken de

brandstoffen met als gevolg een explosie/brand met vlammen tussen 50 en 80

m meter hoog. Door de drukgolf stortten gebouwen in en werden mensen door

de lucht geworpen. Sommige gewonden wisten zich uit de voeten te maken,

maar anderen bleven liggen op de weg. Benzine in het riool zorgde voor diverse

ontploffingen waarbij putdeksels werden gelanceerd. Ook stroomde er benzine

via drainagesystemen naar de rivier alwaar het ontstak.

C. LOCATIE ONGEVAL [1]

Scherpe bocht naar rechts bij binnenkomst in Herborn, Duitsland.

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT

Page 27: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 27

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Na 7 minuten was de brandweer ter plaatse (3 minuten na de explosie).

2. Bij aankomst werd alarm geslagen en werden vijf brandweerploegen van

naburige plaatsen opgeroepen.

3. Brandweer, technische nood teams en hulpverleningsdiensten deden

uitstekend werk.

E2. Problemen bij de hulpverlening

4. Inspanningen van de verschillende brandweerkorpsen was ongecoördineerd.

5. Radiocommunicatie functioneerde een tijd lang niet. Dit werd opgevangen

door heen en weer rijden van gemotoriseerde politie.

F. KOSTEN

6. Totale geschatte schade aan gebouwen: 40-50 miljoen DM.

G. SCHADE

7. Vijf mensen stierven als gevolg van het ongeval; twee ter plaatse; twee op

weg naar het ziekenhuis en één als gevolg van een hartaanval. 24 mensen

liepen letsel op. Drie gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt en

negen gebouwen liepen zware schade op.

Page 28: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 28

12 'explosie-chemische-fabriek'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie D: 1 ton < Q < 10 ton

Modaliteit Inrichting, fabriek waar pesticiden worden

verpakt

Locatie Nabij woongebied en rivier

Incident Brand en explosie

Overheersende effecten Instorting, bedolven worden onder puin

Inhalatie van toxische gassen

Bronnen TNO FACTS 13008

Land, plaats USA, Arkansas, Helena

Jaar, datum 1997, 8-11 mei

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 13008

Bij een chemische fabriek waar pesticiden en fungiciden worden verpakt voor

gebruik in de landbouw werden drie brandweerlieden gedood door brand en

explosie en 20 brandweermensen werden - niet levensbedreigend - verwond.

Een deel van de rivier werd 8-12 uur afgesloten en naburige inwoners en

bewoners (inclusief twee ziekenhuizen) werden geëvacueerd. Andere bewoners

werden geadviseerd binnen te blijven en deuren en ramen te sluiten. De drie

brandweerlieden kwamen om het leven nadat zij door een explosie werden

geraakt door rondvliegend materiaal van een muur en werden bedolven onder de

materialen van het instortende dak. Dertig mensen zochten bij ziekenhuizen hulp

i.v.m. hoofdpijn, misselijkheid en brandende ogen. De twintig brandweermensen

werden in ziekenhuizen behandeld i.v.m. uitputtingsverschijnselen.

C. LOCATIE ONGEVAL

Helena, Arkansas, USA.

D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT/SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN

Het gebouw waar de brand uitbrak was twee jaar oud, gemaakt van een

onbeschermde, niet/brandbare constructie. Volgens rapportage was het gebouw

volledig gesprinklerd . Het grootste deel van het gebouw werd voor opslag van

product. Een klein gedeelte werd gebruikt om pesticiden te om te pakken. Op die

plek bevonden zich eveneens kantoortjes.

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Om 13.02 uur werd de brandweer opgeroepen i.v.m. een smeulende zak

chemicaliën die het personeel van het bedrijf tevergeefs had proberen te

doven.

2. De brandweer rukte uit met twee wagens, en verschillende brandweerlieden

gingen met eigen voertuigen.

3. Bij aankomst werd rook gesignaleerd en onmiddellijk werd de brandweer

van een ander district om assistentie gevraagd.

4. Er werd begonnen om de brand van buitenaf te blussen.

5. Op basis van de MSDS’en werd besloten om terug te trekken en een plan

van aanval op te stellen. Op dat moment vond een explosie plaats waarbij

drie brandweerlieden door brokstukken dodelijk werden getroffen en

bedolven werden onder puin. Door de felle brand waren de andere

brandweerlieden slechts in staat één collega onder het puin vandaan te

halen.

Page 29: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 29

6. Door het grote risico van de brand werd besloten om zich op afstand terug

te trekken en te wachten op de aankomst van het ‘gevaarlijke stoffen

team’.

7. Omdat de brandweer niet kon aanvallen en vanwege het vrijkomen van de

naar schatting extreem toxische gassen richtte de brandweer zich op het

beschermen van de bevolking. Er werden in een straal van 4,8 km mensen

geëvacueerd en gewaarschuwd om te schuilen.

8. Diverse bevoegde gezagen werden geïnformeerd tezamen met ‘emergency

management agencies’.

9. Het lokale ziekenhuis bevond zich in de evacuatiezone.

10. Het ‘gevaarlijke stoffen team’ deed - met een beschermende uitrusting - een

snelle aanval met veel water (150 m3) om in een keer het vuur te doven. Dit

mislukte echter. Voor de opvang van dit bluswater waren van tevoren

aarden wallen aangebracht. Deze dienden tevens als blokkade om te

voorkomen dat verontreinigd regenwater naar de rivier zou afstromen.

11. Omdat het vuur niet geblust werd, werd de aandacht gericht op het bergen

van de drie slachtoffers, hetgeen met succes werd uitgevoerd.

12. Het EPA vaardigde een team af naar het plaats van ongeval om het

commando over te nemen.

13. De volgende dagen werd er langzaam een incident commandostructuur

gevormd, bestaande uit de diverse agentschappen die betrokken zijn bij de

repressie- en herstelwerkzaamheden.

14. Enkele dagen na het ongeval arriveerde er een particulier

gevaarlijkestoffenteam dat de situatie begon te evalueren.

15. Op basis daarvan en op basis van luchtmetingen werd er een ruimere

gevarenzone ingesteld.

16. De brand werd langzaam kleiner vanwege het opraken van brandstoffen.

17. Op zondag 11 mei waren er uitsluitend nog wat nasmeulende hete

brandhaardjes.

E2. Problemen bij de hulpverlening

18. De hulpverlening kwam laat op gang vanwege de late melding.

19. De korte afstand van de brandweer tot het brandende gebouw.

20. Onbekendheid met het gevaar van de opgeslagen materialen.

21. Gebrek aan gevaarlijke stoffen kennis bij de lokale brandweer.

22. Tegengestelde en incomplete informatie werd aan de brandweer verschaft.

F. KOSTEN

23. GEEN GEGEVENS bekend.

G. SCHADE

24. Er werd voor 8 tot 12 uur na het uitbreken van de brand geen verkeer

toegestaan in de directe nabijheid van de fabriek.

25. Drie dodelijke ongevallen onder de brandweer als gevolg van de explosie.

26. Twintig brandweerlieden die in het ziekenhuis werden behandeld (o.a.)

tegen uitputtingsverschijnselen.

27. Dertig mensen werden met atropine en twee mensen werden met Pam-

chloride behandeld tegen de blootstellingseffecten van toxische gassen.

Page 30: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 30

13 'kunststofbrand'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie B/C: 10 ton < Q < 1000 ton

Modaliteit Inrichting, fabriek met opslag synthetische

materialen

Locatie Nabij woongebied

Incident Brand in opslag

Overheersende effecten Gevaarlijke concentraties zoutzuurgas en

dioxines

Bronnen TNO-FACTS 11264

[1] http://books.google.nl/books?id=24T87-iaFCYC&pg=PA161&lpg=PA161&dq=fire+plastics+factory+1992+germany&source=bl&ots=5zgiGh7S5l&sig=MHofGeQR1khrVx8faP4R8FgMlgU&hl=nl&ei=z7i4SrygOYPd-QaivZTLBQ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2#v=onepage&q=fire%20plastics%20factory%201992%20germany&f=false. [2] http://books.google.nl/books?id= 7GB94VbbIm4C&pg=PA100&lpg=PA100&dq= lengerich+fire+october+4th+1992&source=bl&ots=vq9DJ0TlOt&sig=25x6sZYs7lj_hE7zqLtk89C5Lyk&hl=nl&ei=Yrq4SqqADtKD-Qb7kb2-BQ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=1#v=onepage&q=lengerich%20fire%20october%204th%201992&f=false

Land, plaats Duitsland, Noord Rijn Westfalen, Lengerich [1]

Jaar, datum 4 oktober [1] 1992

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 11264

Een brand in een kunststofproducerende fabriek veroorzaakte rook, stof en

stank. Gevaarlijke concentraties dioxines en zoutzuur werden in de directe

omgeving van de opslag gedetecteerd. Negenhonderd mensen werden kort

geëvacueerd. De autoriteiten waarschuwden de mensen i.v.m. het eten van

plaatselijk fruit en gebruik van weidegebieden. Zevenenvijftig personen

inhaleerden toxische dampen en werden naar het ziekenhuis gebracht voor

behandeling. Er werden dioxineconcentraties van 13,7 ppb TEQ gemeten en

witte kool op een afstand van 600 meter van de brand vertoonde een 88-

voudige toename van dioxine concentratie.

C. LOCATIE ONGEVAL

Lengerich, Noord Rijn Westfalen, Duitsland.

D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT/SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN

Opslag van 450 ton synthetische materialen: polyethyleen vezels, polypropyleen,

(poly)styreen en polyethyleentereftalaat (PET).

Tijdens de brand stond er een harde wind [2] die voor een horizontale

verspreiding zorgde tot op grote afstanden (meer dan 2 km).

Page 31: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 31

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. Elf (11) brandweerkorpsen werden ingezet.

2. Enkele wijken werden geëvacueerd (totaal circa 900 mensen).

3. Een onbekend aantal mensen moest schuilen met ramen en deuren

gesloten.

E2. Problemen bij de hulpverlening

GEEN GEGEVENS bekend.

F. KOSTEN

4. GEEN GEGEVENS bekend.

G. SCHADE

5. 57 mensen waaronder acht brandweerlieden werden met

ademhalingsklachten in het ziekenhuis behandeld.

6. Sterk verhoogde dioxine concentraties op gewassen tot op 600 meter van de

bron.

Page 32: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 32

14 'chemische plantbrand'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie B/C: 10 ton < Q < 1000 ton

Modaliteit Procesinstallatie

Locatie Chemische fabriek

Incident Impact met instantaan vrijkomen/grote lekkage

Overheersend effect Brand en explosies

Bij-effect Verontreiniging oppervlaktewater

Bronnen TNO-FACTS 19360

[1]: http://cms.firehouse.com/web/online/

Photo-Stories/Belgian-Firefighters-Battle-

Factory-Blaze-/45$23378

Land, plaats Belgie, Marly

Jaar, datum 11-18 december 2003

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 19360

Op 11 december 2003 brak er brand uit bij een oude cokesfabriek in Marly,

België. Dit gebeurde tijdens de voorbereidingen op de sloopwerkzaamheden van

een van de vijf torens. Toen de brandweer arriveerde zagen ze dat een van de

torens volledig in de vlammen stond. Vanwege het grote risico op explosies en

op instorting gebruikte de brandweer grote schuimmonitoren waarmee op

afstand de torens werden gekoeld. Een dag later werd de brand minder.

Instorting van de eerste toren veroorzaakte brand in de tweede. De brandweer

bleef blussen tot zaterdag 15 december toen het ergste voorbij scheen. De

maandag daarop begon de brand opnieuw en zette de tweede toren volledig in

brand. De rookontwikkeling was zo groot dat in de wijde omtrek mensen hinder

hadden van de geur. De rook kwam zelf terecht in buurlanden. Grote

hoeveelheden schuim werden gebruikt om de brand in de tweede toren te

blussen, maar desondanks vatte ook een derde toren vlam.

C. LOCATIE ONGEVAL [1]

Cokesfabriek, Marly, Belgie

Page 33: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 33

D. FOTOMATERIAAL BRAND [1]

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. De brandweer gebruikte grote schuimkanonnen om de brand vanaf een

afstand te kunnen blussen en de naastgelegen torens te koelen.

E2. Problemen bij de hulpverlening

2. Door instortingsgevaar en explosiegevaar kon de brandweer niet het vuur

van dichtbij bestrijden.

3. Nadat de brand van de eerste toren onder controle was, stortte deze toren in

waardoor de naastgelegen toren in vlammen gezet.

4. Het leek dat de brand geblust was, maar enkele dagen later begon deze

opnieuw in de tweede toren.

5. Toen de tweede toren werd gesloopt vatte de derde toren vlam.

F. KOSTEN

6. GEEN GEGEVENS bekend.

G. SCHADE

7. Er zijn GEEN GEGEVENS over menselijke slachtoffers.

8. Grote rookwolken trokken over de wijde omgeving, zodanig dat de rook zelfs

naburige landen bereikte. In de wijde omgeving hadden mensen hinder van

de geur van de rook.

9. Er zijn GEEN GEGEVENS bekend over verontreinigingen die zijn opgetreden

naar de bodem, het grondwater of naar oppervlaktewater.

Page 34: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 34

15 'onderwijsgebouwbrand'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie NVT

Modaliteit Onderwijsgebouw

Locatie Universiteitsterrein

Incident Uitslaande brand

Overheersende effecten Rookoverlast en eventueel asbestdeeltjes

Bronnen [1] http://www.brandpreventieforum.nl/

nieuws/het-onderzoek- van-cot-over-brand-tu-

delft-afgerond.html

[2] Evaluatierapport, evaluatie

crisismanagement tijdens brand 13 mei 2008,

Ernst & Young

Land, plaats Nederland, Delft

Jaar, datum 13 mei 2008

B. BESCHRIJVING BRAND [2]

Op 13 mei is een waterleiding op de zevende verdieping van het gebouw van

Bouwkunde (TU Delft) losgeraakt. Dit heeft aanzienlijke waterschade

veroorzaakt. Waarschijnlijk is dit de oorzaak van het ontstaan van kortsluiting

in een koffiemachine op de zesde etage van het gebouw bouwkunde. De

beginnende brand is rond 9 uur ontdekt door een aantal aanwezige studenten

en medewerkers. Er is een bluspoging ondernomen door een aantal aanwezige

bedrijfshulpverleners. De vuurverschijnselen namen echter toe, waarop is

besloten het blussen te stoppen en de ontruiming lokaal te starten. Het hoofd

BHV is hierover geïnformeerd en hij heeft de totale ontruiming gestart vanuit

het servicepunt. De brandweer was toen al ter plaatse en heeft een

zogenaamde binnenaanval uitgevoerd. Door de snelle uitbreiding van de brand

en mogelijk instortingsgevaar heeft de brandweer twee uur na het ontstaan van

de brand uit het gebouw moeten terugtrekken. De Officier van Dienst van de

brandweer heeft opgeschaald naar GRIP3. Hiermee is ook het Gemeentelijk

Beleidsteam (GBT) geactiveerd.

C. LOCATIE ONGEVAL

TU-wijk, Delft, Nederland.

Page 35: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 35

D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT/SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN

GEEN DETAILS

Page 36: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 36

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (GEEN GEGEVENS van techniek/hulpmiddelen)

13 mei

07.00 Waterschade ontdekt bij Bouwkunde

08.15 Vreemde geur geroken door een student op deze zesde etage van

Bouwkunde

09.00 Witte rook gezien door meerdere mensen op de zesde etage van

Bouwkunde

09.10 BHV probeert ‘vuurballen’ uit het koffieapparaat te blussen

09.16 Handmelder ingeslagen door BHV’er; ontruiming wordt geïnitieerd

09.16 Mondelinge waterschade melding bij de brandweer, met een

tussentijdse automatische brandmelding (9.18(:08) uur)

09.22 Mondeling melding van brand bij het koffiezetapparaat

09.26 Eerste bevelvoerder voor open brug

09.27 Tweede bevelvoerder ter plaatse

09.30 Eerste bevelvoerder ter plaatse

09.32 Middelbrand

09.33 Grote brand

09.50 Zeer grote brand; opschaling naar GRIP1

10.03 Opschaling naar GRIP2

11.43 Eerste persbericht

11.45-12.15 Besluit tot terugtrekken brandweer uit het pand tot en met het

voltooien van de terugtrekking

13.00 Opschaling naar GRIP3

14.00 Eerste persconferentie

15.30 Eerste vergadering Gemeentelijk Beleidsteam (GBT)

16.00 Eerste vergadering Gemeentelijk Management Team (GMT)

23.50 Zone 1 ontruimd.

14 mei

06.00 Sein brand meester

09.00 Bijeenkomst in de aula voor personeel en studenten

10.00 Het Regionaal Operationeel Team wordt ontbonden

15.00 Bezoek minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) aan

het incidentterrein

17.00 Studentenwoningen worden vrijgegeven

19.00 Overdracht gebouw aan TU.

Nafase

15 mei Burgemeester informeert de gemeenteraad per brief over de

gebeurtenissen rond de brand en de wijze waarop is getracht de

gevolgen van de brand zo veel mogelijk te beperken

16 mei De gemeente Delft stuurt een brief aan de voorzitter van het College

van Bestuur van de TU Delft

19 mei Tijdelijk onderkomen van colleges wordt geopend

20 mei Start van de sloop

21 mei Ongeplande instorting bij sloop

17 juni Tijdelijke Bouwkundebibliotheek wordt geopend

07 juli Multidisciplinaire evaluatiebijeenkomst

17 juli Gemeente Delft laat weten dat de Onderzoeksraad voor de Veiligheid

(OVV) geen nader onderzoek doet naar de brand bij de TU Delft

23 juli Medewerker sloopbedrijf raakt bekneld.

Page 37: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 37

E2. Problemen bij de hulpverlening

Tijdens de brandbestrijding hebben zich organisatorische en operationele

knelpunten voorgedaan die de bestrijding negatief hebben beïnvloed

(vertraging in de bijstand, communicatieknelpunten bij de brandweer, logistieke

besprekingen).

Er was geen eenstemmigheid en een slechte communicatie tussen de

milieupolitie en de adviseur gevaarlijke stoffen ten aanzien van het

gebruikmaken van sirenes om de bevolking te waarschuwen tegen de

mogelijkheden van asbest in de rook.

F. KOSTEN

De kosten van de schade bedraagt 130 miljoen euro.

G. SCHADE

Het volledige gebouw van de faculteit Bouwkunde is verloren gegaan.

Page 38: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 38

16 'stofexplosie'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie A: Q > 1000 ton

Modaliteit Inrichting. Opslag silo’s met graan

Locatie Havengebied, nabij rivier

Incident Ontsteking door mechanisch impact of door

frictie

Overheersend effect Overdruk effecten, effecten van een grote

fakkelbrand

Bronnen TNO-FACTS 9667

[1] INERIS, summary report, juli 1998.

[2] AIRA, no. 11657, Explosion of a cereal silo,

augustus 1997

Land, plaats Frankrijk, Blaye

Jaar, datum 20 augustus 1997

B. SAMENVATTING TNO-FACTS ONGEVAL NR 9667

Na een stofexplosie in een 35 meter hoge graansilo brak er een zeer grote brand

uit. Door de kracht van de explosie werden nabijgelegen silo’s opengereten. De

explosie ging gepaard met een schokgolf en een fakkelbrand die volgens

omwonenden honderden meters hoog was. De kantoren onder de silo’s werden

overdekt met betonnen en stalen brokstukken en met 30.000 ton graan. Elf

mensen vonden de dood, waaronder acht secretaresses, een

vrachtwagenchauffeur en een burger (een visserman). Er was tevens een ernstig

gewonde. Schade trad op aan woningen tot een afstand van 500 meter van de

silo’s. Het ging daarbij voornamelijk om ruitschade. Na zeven minuten was de

brandweer aanwezig. Deze richtte zich voornamelijk op het weghalen van graan,

op zoek naar slachtoffers. Grote aantallen zuigmachines en vrachtwagens waren

nodig om de tonnen graan af te voeren. Er is geen informatie beschikbaar over

de technische aspecten van de brandbestrijdingsactiviteiten. Inspecteurs

monitorden de overgebleven silo’s met het oog op instortingsgevaar.

C. LOCATIE ONGEVAL [2]

Page 39: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 39

D. FOTOMATERIAAL CONTAINMENT [2]

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. De brandweer was binnen zeven minuten ter plaatse.

2. De brandweer richtte zich voornamelijk op het verwijderen van graan om

mogelijke slachtoffers te redden of te bergen.

3. Voor het verwijderen van graan werd gebruikgemaakt van tientallen

zuigmachines en vrachtwagens.

E2. Problemen bij de hulpverlening

GEEN GEGEVENS bekend.

F. KOSTEN

GEEN GEGEVENS bekend.

G. SCHADE

4. 11 dodelijke slachtoffers en 1 gewonde.

5. 28 van de 44 silo’s hadden schade opgelopen of waren volledig verwoest.

6. 160 miljoen FF.

Page 40: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 40

17 'natuurbrand'

A. TYPERING INCIDENT

Potentie-categorie n.v.t.

Modaliteit Natuur

Locatie Duingebied (Wildland-Urban Interface)

Incident Bosbrand

Overheersende effecten Rookoverlast en vernietiging natuurgebied door

brand

Bronnen [1] Natuurbrand beoordeeld – nationaal risico;

Magazine Nationale Veiligheid en

Crisisbeheersing; juni/juli 2009

[2] www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/

244626

Land, plaats Nederland, Schoorl

Jaar, datum 28 augustus 2009

B. BESCHRIJVING BRAND [2]

Op 28 augustus 2009 heeft de brandweer van Schoorl ruim 200 huizen in

Schoorl uit voorzorg ontruimd wegens een zeer grote bosbrand. Ook waren er 59

bewoners van verzorgingstehuis Hooge Duinen geëvacueerd. De geëvacueerde

bewoners werden ondergebracht in een zwembad, waar ze op de hoogte

gehouden werden van de laatste ontwikkelingen. De inwoners van het

verzorgingstehuis kregen onderdak in een verzorgingstehuis in Bergen. De brand

ontstond op een vrijdagmiddag en is overgeslagen van een heideveld naar het

bos. Het blussen van de brand was moeilijk, vanwege de harde zuidwestenwind

(kracht 7). Er waren volgens de brandweer drie brandhaarden.

C. LOCATIE ONGEVAL

Duingebied, Schoorl, Nederland.

D. GEGEVENS BRANDEND OBJECT/SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN

Over het ontstaan van de brand is niets bekend. Er waren meerdere

brandhaarden die wellicht uit elkaar zijn ontstaan door de sterke wind.

Page 41: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 41

E. GEGEVENS HULPVERLENING

E1. Hulpverleningsinzet (cursief: techniek/hulpmiddelen)

1. 18 brandweereenheden

2. 2 helikopters

3. Transporthelikopter met budget van Defensie om te blussen

4. Hulpdiensten adviseren bewoners ramen en deuren te sluiten

5. Tussen het dorp en het bos houdt de brandweer een straat nat om

brandoverslag te voorkomen.

E2. Problemen bij de hulpverlening

6. GEEN GEGEVENS bekend.

F. KOSTEN

7. GEEN GEGEVENS bekend.

G. SCHADE

8. 150 hectare natuurgebied is in vlammen opgegaan.

9. 550 omwonenden zijn geëvacueerd.

Page 42: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 42

BIJLAGE 1 Kenmerken van de geselecteerde casussen

nr. cat. 1- 8: Modaliteit

9-16: Type brand/

explosie

Typerende effecten Kosten

(miljoen)

Opeenvolgende

responsactiviteiten

Tijdsduur

activiteiten/

afsluiting/

evacuatie

1 A Bulkschip (L) Oppervlaktewaterverontreiniging 6,4 euro Verwijdering

milieuverontreinigingen

2 weken

2 A Leiding (L) Bodem-

/oppervlaktewaterverontreiniging

2-3 NLG Verwijdering

milieuverontreinigingen

2 weken

3 A/B Opslagtank (L) Bodem-

/oppervlaktewaterverontreiniging

niet bekend Verwijdering

milieuverontreinigingen

≥ 1 week

4 A/B Opslagtank (G) Inhalatie toxische dampen/gassen n.b. Beperking van de emissie

tot aanvaardbare niveaus

2,5 week

5 B Leiding (G) Inhalatie toxische dampen/gassen n.b. Evacuatie 36 uur

6 B Spoorketelwagon (L) Bodem-

/oppervlaktewaterverontreiniging

n.b. Reiniging verontreinigd

water meer

4,5 maand

7 C Tankauto (G) Inhalatie toxische dampen/gassen n.b. Afsluiting snelweg 24-36 uur

8 D Magazijn (L) Inhalatie toxische dampen/gassen n.b. Neutraliseren vrijgekomen

toxische stof

n.b. (schatting

< 24 uur)

9 B/C Magazijnbrand met

o.a. pesticiden

Oppervlaktewaterverontreiniging

Inhalatie toxisch rookgassen/

dampen

300 NLG Blusactiviteiten brandweer

Verwijdering

milieuverontreinigingen

24 uur

Onbekend

Page 43: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 43

nr. cat. 1- 8: Modaliteit

9-16: Type brand/

explosie

Typerende effecten Kosten

(miljoen)

Opeenvolgende

responsactiviteiten

Tijdsduur

activiteiten/

afsluiting/

evacuatie

10 C Brand/explosie

vrijgekomen

benzines uit tankauto

Explosie-effecten

Brandeffecten

Oppervlaktewaterverontreiniging

40-50 DM Blusactiviteiten brandweer

n.b. (schatting

< 24 uur)

11 D Brand en explosie in

fabriek met

pesticiden

Explosie-effecten

Inhalatie toxische

rookgassen/dampen

Oppervlaktewaterverontreiniging

n.b. Totale tijdsduur incident

Eerste bluspoging locale

brandweer en stilleggen

verkeer

Evacuatie bevolking

Inzet en bluspoging door

Gevaarlijke Stoffen Team

(GST)

Redding van 3 slachtoffers

Vorming van een incident-

commando structuur

Aankomst particulier GST,

verrichten van metingen en

instellen ruimere

gevarenzones

4 dagen

1-4 uur

n.b.

n.b.

n.b.

dagen

dagen

12 B/C PVC-brand Inhalatie toxische rookgassen n.b. Blusactiviteiten brandweer

Waarschuwing en evacuatie

bevolking

Depositie metingen

48 uur

100 uur na

brand

13 B/C Extreem grote brand Wijde verspreiding van

rookgassen

n.b. Totale tijdsduur incident

Blusactiviteiten brandweer

diverse opvolgende branden

in diverse torens

8 dagen

Page 44: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 44

nr. cat. 1- 8: Modaliteit

9-16: Type brand/

explosie

Typerende effecten Kosten

(miljoen)

Opeenvolgende

responsactiviteiten

Tijdsduur

activiteiten/

afsluiting/

evacuatie

14 n.v.t. Gewone brand (groot

kantoorgebouw)

Hinder door/inhalatie van

rookgassen

Mogelijke vrijkomen asbest

130 euro Sein brandmeester 22 uur na

ontdekking

brand

15 A Stofexplosie

graansilo’s

Explosie-effecten 160 FF Brandweer richtte zich in

eerste instantie op

verwijdering van graan om

slachtoffers te

redden/bergen

n.b.

16 n.v.t. Bosbrand Hinder door/inhalatie van

rookgassen

Verbranding bos en overige

vegetatie

n.b. Ontdekking brand

BHV-actie (bluspoging +

ontruiming)

Eerste brandploeg arriveert

Terugtrekking na

binnenaanval

Sein brand meester

na ca. 1 uur

na 1 uur + 10

min.

na 1,5 uur

na 4 uur

na 20 uur

Page 45: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 45

BIJLAGE 2 Overzicht van mechanismen van milieubedreiging

1. Belangrijkste eigenschappen van een vrijkomende stof per compartiment voor verspreiding

compartiment/ vrijkomende stof

gas vloeistof vast

Lucht Dichtheid Dampspanning

Druppelgrootte Dichtheid Deeltjesgrootte

Water

Dichtheid Reactiviteit Oplosbaarheid

Viscositeit Polariteit (oplosbaarheid, mengbaarheid)

Dichtheid Oplosbaarheid Deeltjesgrootte

Bodem Dichtheid Reactiviteit

Viscositeit Polariteit (Type bodem)

Herkenbaarheid Vorm en vooral afmeting deeltjes

2. Belangrijkste eerste verspreidingsmechanismen van een vrijkomende stof per compartiment

compartiment/

vrijkomende stof

gas vloeistof vast

Lucht Initieel incident verwaaien

Initieel incident Verwaaien Verdamping

Initieel incident Verwaaien

Water Initieel incident Contacttijd Doorstroming

Initieel incident Opmenging Stroming

Initieel incident Stroming

Bodem

Initieel incident Opmenging Verwaaien Accidenteel transport na absorptie

Initieel incident Uitlopen Bereiken grondwater Accidenteel transport

Initieel incident Verwaaien Accidenteel transport

3. Belangrijkste aanvullende verspreidingsmechanismen van een vrijkomende stof per

compartiment

compartiment/ vrijkomende stof

gas vloeistof vast

Lucht

Brand Verdamping Accidenteel transport door aanhangen Brand

Accidenteel transport door aanhangen Brand

Water

Absorptie Reactie Oplossing

Turbulentie Diffusie

Turbulentie Drijven Absorberen aan randen/begroeiing

Bodem

Absorptie Reactie Thermiek

Verdamping Afstroming Oplossing Accidenteel transport, afhankelijk van

herkenbaarheid depositie

Accidenteel transport, afhankelijk herkenbaarheid en van stofkenmerken zoals kleur, reuk en

deeltjesgrootte, plakkerigheid

4. Stabiliteit van depositie van stoffen per compartiment

compartiment/ vrijkomende stof

gas vloeistof vast

Lucht Komt niet voor Gering

Afhankelijk van stofeigenschappen

Gering, afhankelijk van deeltjesgrootte

Water Gering Afhankelijk van stofeigenschappen

Afhankelijk van stofeigenschappen en stroming

Afhankelijk van stofeigenschappen en stroming

Bodem Komt niet voor Afhankelijk van stof- en

bodemeigenschappen Retentietijd

Stabiele depositie

Page 46: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 46

5. Verspreiding naar andere compartimenten

compartiment/ vrijkomende stof

gas vloeistof vast

Lucht

Uitregenen Oplossen

Uitregenen Oplossing Aanhechten aan stofdeeltjes Uitzakken Verwaaiing

Accidenteel transport door aanhangen Verwaaiing Verdamping Oplossing Uitzakken Uitregenen Aanhechten aan stof- of vochtdeeltjes

Water Per definitie naar lucht, behoudens reactie en oplossing

Verdamping Absorberen aan randen/begroeiing

Verdamping Absorberen aan randen/begroeiing

Bodem

Per definitie naar lucht mogelijk naar water via uitregenen en oplossen

Uitspoeling Bereiken bodemwater Verdamping Afstroming

Verdamping Vervloeiing Oplossing

6. Maatregelen tegen verdere verspreiding

compartiment/ vrijkomende stof

gas vloeistof vast

Lucht

Voorkomen verwaaien Neerslaan Afscherming

Afdekken Voorkomen verwaaien Neerslaan Afscherming

Afdekking Voorkomen verwaaien Neerslaan Afscherming

Water

Beperken uitstoot en

uitgassing Primair snel opmengen door turbulente menging

Afdamming

Barrières Afscherming Sturen stroming

Afdamming

Barrières Afscherming Sturen stroming

Bodem

Beperken uitstoot, uitstroming of verdamping Snelle verdunning door turbulente menging Uitregenen met vloeistofschermen Beide met energetische sproeistralen

Afdekken Indammen Barrières Gestuurd afstromen Gestuurd wegspoelen opvangbekkens, permanent of tijdelijk

Afdekken Indammen Barrières

7. Opruimingsmaatregelen

compartiment/ vrijkomende stof

gas vloeistof vast

Lucht Geen Uitregenen

Oplossen Neerslaan

Uitregenen Oplossen Neerslaan

Water

Geen Ruiming Afzuiging Verdunning en wegspoelen Absorberende middelen Chemische omzetting

Ruiming Afzuiging Verdunning en wegspoelen Absorberende middelen Chemische omzetting

Bodem

Afgraven Neutraliseren absorptie

Opzuigen Absorberen Verzamelen Afgraven top- en diepere lagen

Opscheppen Opzuigen Afgraven toplaag Verzamelen

Page 47: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos, v1.0, karakteristieken van verschillende milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 47

BIJLAGE 3 Beschrijving samenwerkingsverbanden voorbeeld voor uitwerking

(ontleend aan onderzoek bij veiligheidsregio's naar samenwerkingspartners IM

GS,2009)

Defensie

Kenmerken 1 deelnemers

Defensie heeft voor rampenbestrijding vanuit haar drie regionale militaire commando's contact met alle veiligheidsregio's. Voor bijstandverlening bij IM GS zoals explosievenopruiming, RNBC-incidenten en OGS worden ad hoc verbanden gevormd.

2 afspraken op hoofdlijnen

Defensie heeft een catalogus opgesteld van diensten waar de civiele overheid een beroep op kan doen met kwaliteitscriteria zoals beschikbare capaciteit en opkomsttijd. De samenwerkingsverbanden worden in het kader van de 'derde hoofdtaak van Defensie' verder ontwikkeld met hulp van kennisinstituut TNO; het accent ligt hierbij op ICT voor netcentrische informatievoorziening.

3 geoefendheid

Defensie oefent met haar staven en eenheden op alle niveaus.

4 status samenwerking

De samenwerking is vastgelegd in civiel militaire bestuursafspraken. De bijstandverlening is overigens ook in de Politiewet 1993 en de Wet rampen en zware ongevallen geregeld.

5 ervaring samenwerking

Veiligheidsregio's zijn in het algemeen erg tevreden over de samenwerking met Defensie. Deels betreffen de goede ervaringen overigens niet-IM GS-gevallen, zoals bosbrandbestrijding.

6 veiligheidsketen

Er wordt vooral samengewerkt op de gebieden preparatie en repressie. Samenwerking op het gebied van preventie IM GS speelt zich vooral af tussen de Defensie vervoersorganisatie, politie en de V&W-inspecties.

Page 48: Casusroos 1 - IFV · 13. Bij specifieke ecosystemen (flora en fauna) die gevoelig zijn, is het raadzaam om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke expertise in te roepen teneinde

Milieubescherming bij incidenten 2 Casusroos,v1.0, karakteristieken van verschillende

milieu-incidenten

INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 48

BIJLAGE 4 Catalogus best practices voorbeeld voor uitwerking

(Ontleend aan de Catalogus Civiel-Militaire Samenwerking, min. BZK en min. Defensie,

editie 2007)

NBC detectie- en ontsmettingscapaciteit en een NBC response team

In de strijd tegen terrorisme vormt de bescherming tegen NBC wapens een

belangrijk aandachtsgebied. Defensiemiddelen kunnen in het geval van een

NBC incident in Nederland nodig zijn.

Defensie beschikt over een gespecialiseerde operationele NBC eenheid, de 101 NBC

verdedigingscompagnie. De compagnie bestaat uit drie ontsmettingspelotons en een

verkenningspeloton.

Ieder ontsmettingspeloton bestaat uit twee groepen. Iedere groep kan een

ontsmettingsstraat inrichten. De max. zes ontsmettingsstraten worden zo dicht

mogelijk bij een besmet gebied ingericht. De opbouwtijd is ongeveer 20-30 minuten.

Het verkenningspeloton beschikt over zes N/C Fuchsvoertuigen. Het voertuig heeft

een overdruk met filters. Personeel kan dus zonder persoonlijke beschermende

middelen in het voertuig werken. De gegevens kunnen digitaal verstuurd worden naar

NBC specialisten die deze gegevens kunnen evalueren en commandanten kunnen

adviseren. De Fuchsvoertuigen kunnen zowel lucht- als grondmonsters nemen.

Daarnaast beschikt Defensie over het krijgsmachtbrede NBC kenniscentrum, waarin

de schaarse kennis over NBC strijdmiddelen is gebundeld. Dit kenniscentrum vormt een

herkenbaar aanspreekpunt voor zowel militaire en civiele instanties. Verder kan gerichte

chemisch-toxicologische expertise van Defensie in het BeleidsOndersteunend Team

Milieu-incidenten (BOT-mi) bijdragen aan een betere voorbereiding op NBC gerelateerde

incidenten. Defensie breidt haar detectie- en ontsmettingscapaciteit de komende jaren

uit zodat vanaf 1 januari 2012 de beschikbaarheid ervan gegarandeerd is.

Beschikbaarheidgarantie:

Defensie garandeert vanaf 1 januari 2012 de beschikbaarheid van een:

NBC responseteam met een reactietijd van maximaal 2 uur en;

NBC detectie- en ontsmettingscapaciteit met een reactietijd van maximaal 24

uur.

Tot die tijd is er geen sprake van gegarandeerde beschikbaarheid.