Post on 13-Aug-2020
BESTUURSVERSLAG 2012
Bestuursverslag 2012
2
Inhoud
1. Inleiding .................................................................................................. 4
2. Organisatie en personeel .............................................................................. 8
3. Onderwijs .............................................................................................. 12
4. Kwaliteitszorg ......................................................................................... 14
5. Huisvesting en beheer ............................................................................... 20
6. Financiën ............................................................................................... 22
7. Public relations en marketing ....................................................................... 26
8. Bijlagen ................................................................................................. 27
Bestuursverslag 2012
3
Vooraf
Met dit jaarverslag legt de directeur bestuurder verantwoording af aan de Raad van toezicht,
de medewerkers, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en andere
belanghebbenden in de gemeente Beuningen. In dit jaarverslag vindt u de gebruikelijke
onderdelen volgens de voorschriften voor verslaglegging van het ministerie van OCW.
Terugziend op 2012 heeft de stichting een ingewikkelde periode meegemaakt. In alle volheid
is de organisatie geconfronteerd met de ontgroening van de gemeente en daarmee gepaard
gaande forse krimp van het leerlingaantal. Dat heeft geleid tot het opstellen van een Sociaal
Plan en overleg met de vakcentrales. De uitkomsten van het Sociaal Plan waren onvoldoende
om in 2012 tot afsluiting over te kunnen gaan. De tweede helft van het jaar is het bestuur
gestart met het opstellen van het ‘Reorganisatieplan, tevens meerjaren formatieplan 2013-
2017’. De ontwikkelingen rond de krimp en volgende acties heeft tot begrijpelijke
ongerustheid geleid bij alle medewerkers. Het bestuur is er alles aan gelegen om zo
transparant mogelijk de medewerkers te informeren over de reorganisatie.
Oeverwal is gestart met het meer systematisch monitoren van behaalde opbrengsten.
Daartoe worden tweemaal per jaar bestuursgesprekken gevoerd met directies waarin het
dubbelperspectief van het bestuur; monitoren en ontwikkelen zijn beslag kan krijgen. Het
valt op dat voor vrijwel alle scholen er nog ruimte is om te verbeteren. Een deel van de
scholen behaalt opbrengsten bij tussen- en eindmetingen van het Cito die bij de
verwachtingen achterblijven.
In het projectplan ‘Weten en verbeteren2’ zijn de ambities van Oeverwal beschreven:
scholen werken opbrengstgericht en richten zich op professionalisering en handelingsgericht
werken. Het bestuur heeft reële streefopbrengsten en doelen m.b.t. de evaluatieve cyclus en
handelingsgericht werken geformuleerd. Het plan biedt voldoende ruimte aan scholen om
hun keuzes te maken.
Het stemt tot oprechte trots om te zien hoe onze medewerkers zich dag- in- dag- uit
inspannen om goed onderwijs te verzorgen en zich steeds weer af durven te vragen wat en
hoe het nog beter kan. Onderwijs is nooit af, het is een gesprek zonder eind, met elkaar.
Bestuursverslag 2012
4
1.Inleiding Dit bestuursverslag 2012 vormt samen met het financiële jaarverslag 2012 het
verantwoordingsdocument van het bestuur van Stichting Oeverwal.
Dit verslag is opgezet door de financial controller in samenwerking met de directeur
bestuurder.
Ingeval aanvullende informatie noodzakelijk is, zal dat op aangeven vanuit CFI in een later
stadium wellicht alsnog kunnen worden toegevoegd.
1.1. Algemene instellingsgegevens
Naam Stichting Oeverwal (stichting voor katholiek, openbaar en protestants-
christelijk primair onderwijs)
Verkorte naam Stichting Oeverwal
Bestuursnummer 43487
Vestigingsadres: Notaris Stephanus Roesstraat 2b, 6645 AH Winssen
Telefoon 0487524240
Postadres Postbus 111, 6640AC Beuningen
KvK 41055681
website www.oeverwal.nl;
e-mail info@oeverwal.nl
1.2. Jaarrekening
Dit bestuursverslag hoort bij de jaarrekening over 2012 van Stichting Oeverwal.
De jaarrekening is opgesteld door de financial controller.
De jaarrekening is gecontroleerd door DVE Accountants te Oosterbeek.
1.3. Kernactiviteiten
De kernactiviteit van de Stichting is het verzorgen van primair basisonderwijs in de
kerkdorpen Weurt, Beuningen, Ewijk en Winssen van de gemeente Beuningen.
BRINnr Naam school Plaats 1-1-2012
31-7-2012
1-8-2012
31-12-2012
03VT De Ruijter Weurt
06OK De Wegwijzer Winssen
06TY De Fontein Beuningen
06ZC De Reuzepas Ewijk
09LR De Beundert Beuningen
10GS t Schrijverke Beuningen
De kameleon Beuningen
10XO De Hoeven Beuningen
21NO De Peppel Beuningen
23XT Klavervier Beuningen
24DR De Dromedaris Beuningen
Bestuursverslag 2012
5
1.4. Samenstelling bestuur
De wet ‘Goed onderwijs-goed bestuur’ noodzaakt tot een functieonderscheid tussen bestuur
en intern toezicht. Om invulling te geven aan dat onderscheid heeft Stichting Oeverwal
gekozen voor een bestuursmodel met een Raad van Toezicht en een directeur bestuurder.
Deze wijziging met betrekking tot het bestuursmodel heeft -29 december 2011- geleid tot de
aanpassing van de statuten. Per 1 januari 2012 is er sprake van een Raad van Toezicht en een
directeur bestuurder. Taken en verantwoordelijke van zowel leden van de Raad van Toezicht
als van de directeur bestuurder zijn vastgelegd.
De Raad van Toezicht bestond in 2012 uit vijf leden:
Dhr. A.G.M. van der Mark (vz)
Dhr. H.C.J.G. van den Boogaard
Dhr. G.J. Gasseling
Mevr. E.H. Lamers
Dhr. W.H.G. van Schaijck
1.5. Jaarverslag Raad van Toezicht Stichting Oeverwal
Per 1 januari 2012 is in het kader van de wet ‚Goed onderwijs, goed bestuur ‚ bij de Stichting
Oeverwal de bestuurlijke structuur aangepast aan deze wet. Dit houdt in dat de Stichting
vanaf 1 januari 2012 wordt bestuurd door een College van Bestuur en er een Raad van
Toezicht is benoemd.
De Raad van Toezicht oefent toezicht uit op het College van Bestuur in het belang van alle
stakeholders van de Stichting.
De Raad van Toezicht heeft conform de statuten o.a. de volgende taken:
Het uitoefenen van toezicht
Werkgeverschap van de bestuurder
Besturing van de rechtspersoon, o.a. het opstellen van de statuten, benoemen van het
College van Bestuur
Goedkeuren van de jaarrekening/jaarverslag en de begroting
De Raad van Toezicht hanteert de principes van het Policy Governance model, hierbij gelden
de volgende uitgangspunten:
goed onderwijs vereist goed bestuur
goed bestuur verdient goed toezicht
goede statuten en afspraken topstructuur
De Raad van Toezicht is voortdurend lerend en groeit nog steeds naar een volwassen
toezichthoudende rol. Bevragen en klankborden met het College van Bestuur vormen hierbij
een belangrijke schakel.
De Raad van Toezicht is lid van de VTOI, door het bijwonen van bijeenkomsten van het
VTOI kan de Raad van toezicht zich verder professionaliseren.
Bestuursverslag 2012
6
De Raad van Toezicht bestaat uit 5 personen en kent een remuneratiecommissie en een
auditcommissie:
Lowi van der Mark Voorzitter en lid remuneratiecommissie
Ger Gasseling Vice voorzitter en lid auditcommissie
Wil van Schayk lid en tevens lid auditcommissie
Esther Lamers lid en tevens lid remuneratiecommissie
Henri van den Boogaard lid
De Raad van Toezicht is evenwichtig samengesteld, waarbij zoveel mogelijk gekeken is naar
professionele achtergronden van de leden.
De Raad van Toezicht is in het jaar 2012 zeven keer in vergadering bijeen geweest. Tijdens
deze vergaderingen zijn zowel operationele als strategische zaken met het College van
Bestuur besproken. Vooral de reorganisatie van de Stichting als gevolg van de
leerlingenkrimp heeft de agenda gedomineerd. De Raad van Toezicht heeft 1 school bezocht
in 2012, te weten ‚de Dromedaris ‚.
De auditcommissie is drie keer bijeen geweest. Daarbij zijn de jaarrekening, de begroting en
de kwartaalrapportage besproken met het College van Bestuur en de controller van de
stichting. De jaarrekening is besproken in aanwezigheid van de accountant van de stichting.
Enkele leden van de Raad van Toezicht hebben een studiedag van de stichting bijgewoond.
De volgende onderwerpen zijn o.a. besproken:
Reorganisatie plan
kwartaalrapportages
jaarrekening 2011
Themaplanning
DGO verslagen
vergaderschema
vaststellen rooster van aftreden
bestuursformatieplan
project weten en verbeteren
leeropbrengsten
De Raad van Toezicht heeft een honorering ontvangen conform de richtlijnen van de VTOI
en bedraagt voor 2012 totaal:
Lowi van der Mark, voorzitter € 5.164,-- vergoeding middels salaris
Ger Gasseling, vice voorzitter € 1.500,-- vrijwilligersvergoeding
Henri van den Boogaard, lid € 1.500,-- vrijwilligersvergoeding
Wil van Schayk, lid € 1.500,-- vrijwilligersvergoeding
Esther Lamers, lid € 1.500,-- vrijwilligersvergoeding
Bestuursverslag 2012
7
1.6 Visie
Vanuit de maatschappij worden voor het leren van leerlingen uiteenlopende doelen
geformuleerd:
onderwijs vormt een omgeving voor de persoonlijke groei van individuele
leerlingen tot unieke volwassenen,
levert een bijdrage aan opbrengsten in de basisvakken die van het grootste belang
zijn voor hun (latere) functioneren in de samenleving én
biedt een breed vormingsaanbod aan.
Ons basisonderwijs heeft die brede vormende functie. Kinderen brengen een belangrijk deel
van hun jeugd door met de andere kinderen in hun klas en op school. Ze leren met elkaar
samenwerken, ze ontdekken wie ze zijn en wat de waarde is van kennis. Allemaal
fundamentele elementen binnen de brede maatschappelijke opdracht van het basisonderwijs.
Oeverwal kiest er voor om voor de komende periode het accent te leggen op de basisvakken
taal en rekenen, want een goede beheersing van de basisvaardigheden bepaalt voor een
belangrijk deel het succes in de schoolloopbaan.
Maar ook omdat een goede beheersing van de basisvaardigheden onlosmakelijk is
verbonden met de brede vormende functie en hier deels de basis voor vormt. Een kind dat
niet goed heeft leren lezen en rekenen heeft een grote belemmering bij het opdoen van brede
kennis. Ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling vormt taalbeheersing, een cruciale
voorwaarde.
Het is onze kunst en kunde om in die brede opdracht een goede balans te vinden teneinde
verschraling, een te eenzijdige gerichtheid op basisvaardigheden te voorkomen en
tegelijkertijd het grote belang van rekenen en taal als de ‘zuurstof van het leren’ te zien.
De scholen binnen Stichting Oeverwal bieden een onderwijsaanbod waar naast de
katholieke, protestants christelijke en openbare denominatie ook verschillende
onderwijsprofielen aangeboden worden. De speciale school voor basisonderwijs neemt een
bijzondere positie in. Dit betekent dat in de uitwerking van beleid en actiepunten waar nodig
aandacht zal worden besteed aan een specifieke invulling.
Een rijke verscheidenheid in het onderwijs en geloofs- en
levensopvattingen is uitgangspunt.
De scholen streven ernaar de talenten en mogelijkheden van
kinderen te benutten en daarmee in alle opzichten het maximale
uit kinderen te halen. Competente medewerkers zorgen voor
ontwikkelingskansen en zo goed mogelijke resultaten.
Op de scholen kunnen kinderen, ouders en leraren zichzelf
zijn, zich veilig voelen, elkaar respecteren, ongeacht de
verschillen die zij met zich meedragen.
Stichting Oeverwal wil zich blijven ontwikkelen en
verbeteren.
Bestuursverslag 2012
8
2. Organisatie en personeel
2.1. Organisatiestructuur
Per 1 januari 2012 is er op bestuurskantoor naast de directeurbestuurder (netto-omvang 0.9
wtf), een ‚staf‛ met de volgende functionarissen: financial controller(0,7 wtf),
stafmedewerker P & O (0.5 wtf), stafmedewerker Onderwijs en Kwaliteitszorg (0,4fte,
gemandateerd vanuit bestuurder wegens bapo-vervanging). Zij worden bijgestaan door 1e
medewerkers personele en financiële zaken (0,6 wtf en 1,0 wtf) en administratief
medewerkers(2 x 0,35 wtf). Maandelijks is sprake van stafoverleg en wekelijks is sprake van
voortgangsoverleg tussen directeur-bestuurder en staffunctionarissen.
2.2 Werkwijze
De directeurbestuurder heeft de dagelijkse leiding over de organisatie van ruim 250
werknemers verdeeld over tien scholen. Hij is tevens verantwoordelijk voor de aansturing
van het bestuursbureau. Hij voert als bestuurder de besprekingen met externen. Hij voert
voortgangsgesprekken met de mensen op het bestuurskantoor en de directeuren op de
scholen.
De schooldirecteuren hebben zitting in het Directie-Beraad-Oeverwal (Dibo) en vergaderen
in de regel maandelijks o.l.v.de stafmedewerker onderwijs en kwaliteit en in het bijzijn van
de directeur bestuurder.
Op iedere school is een ouderraad en een medezeggenschapsraad aanwezig.
Op bestuursniveau is sprake van een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. In deze
raden zijn ook de ouders vertegenwoordigd.
2.3. Personeel
2.3.1. Personele bezetting
Het jaar 2012 is het zesde volledige jaar met een zogenaamde ‚lumpsum-bekostiging‛.
Op advies van de besturenbond VOS-ABB wordt binnen Stichting Oeverwal, evenals in
voorgaande jaren, in de toekenning van personeelsformatie op schoolniveau niet met geld
gerekend maar in FPE.
2.3.2 Reorganisatie
Oeverwal voert vanaf 2012 een reorganisatie door. Deze reorganisatie is noodzakelijk omdat
er sprake is van een structureel negatief financieel resultaat. De belangrijkste uitwerking op
de resultaten van Oeverwal is de substantiële daling van het aantal leerlingen en daarmee de
inkomstenafname, de kosten van de vergrijzing van het personeelsbestand, de bezuinigingen
op de reguliere lumpsum-bekostiging en de afschaffing van (structurele) subsidies. Met
name de jaren 2010 en 2012 tonen een ´cascadische` afname van leerlingen in Beuningen
waarop de stichting verhoudingsgewijs onvoldoende robuust heeft kunnen ingrijpen.
De ook de komende jaren voortschrijdende ´ontgroening`in de gemeente Beuningen betekent
dat het einde van de krimp nog niet in zicht is.
Bestuursverslag 2012
9
Per 1 november 2011 is de werkgelegenheidsgarantie opgeheven. Op 29 maart 2012 is een
Sociaal Plan met de vakcentrales overeengekomen met een looptijd tot 1 augustus 2012.
Partijen hebben dit Sociaal Plan door middel van addenda met het oog op de financiële
taakstelling inhoudelijk aangepast en de werkingsduur verlengd tot en met 1 augustus 2013.
De reorganisatie heeft als doel de exploitatietekorten van de stichting in het kalenderjaar
2015 ten minste tot nul te reduceren. Dat vraagt om zowel een personele als materiële
reductie. Tegelijkertijd beoogt de stichting om het plan ten uitvoer te brengen met zoveel
mogelijk behoud van kwaliteit in de hele organisatie.
In 2012 is een start gemaakt met het ‘Reorganisatieplan tevens meerjarenformatieplan 2013-
2017.
2.3.3. ID-banen
Op alle scholen zijn medewerkers werkzaam die voorheen in de regeling ‚In- en
Doorstroombanen (ID-banen)‛ zaten. Met de betreffende uitvoerende instanties zijn in het
verleden overeenkomsten gesloten voor een loonkostensubsidie. Helaas zijn de
gemeentelijke subsidies sterk verminderd. Er resteert alleen nog een klein deel
overheidssubsidie. Om deze reden worden de detacheringen betreffende de functie van
conciërge per 1 januari 2014 stop gezet. Conciërges met een vast dienstverband bij Oeverwal
blijven in dienst bij onze organisatie.
2.3.4. Leerlingaantallen, personeelsverloop in 2012 en sociaal plan1
In de periode 2008-2012 is sprake van een substantiële daling van het aantal leerlingen. Ook
de prognoses van gemeente en PvG laten onveranderd een dalend aantal leerlingen zien in
de gemeente Beuningen. De belangrijkste verklaring voor de afname van het aantal kinderen
in de basisschoolleeftijd is gelegen in het dalende geboortecijfer. Landelijk daalt het aantal
basisschoolleerlingen in de periode tot 2015 met gemiddeld zeven procent. Ook de gemeente
Beuningen en stichting Oeverwal hebben volop met deze ontgroening te maken(-13% in de
periode 2013-2018). Bijkomend is er sprake van niet gerealiseerde woningbouw-projecten.
Krimp is een structureel en onomkeerbaar gegeven!
1 Zie ook bijlage 5
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
werkelijk aantal 2505 2428 2398 2257 2131
tot gem 2081 2020 1970 1915 1889 1856
tot pvg 2065 2017 1949 1895 1846 1787
llnaanta
l
ontwikkeling leerlingaantallen Oeverwal
Bestuursverslag 2012
10
Sinds 1 januari 2011 geldt er een vacaturestop voor Oeverwal en de formatietoedeling is in
het verleden reeds gewijzigd van T-1 naar T=0.
De noodzakelijke personele reductie maakte een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2 lid 5
sub a van de CAO PO 2009 onontkoombaar.
Op 29 maart 2012 is met de vakcentrales een Sociaal Plan overeen gekomen. Omdat dit niet
de benodigde reductie in het personeelsbestand tot gevolg had, is de looptijd van het Sociaal
Plan op 28 juni 2012 verlengd.
In september 2012 is op basis van een ‘plan van aanpak reorganisatie en DGO’ een doorstart
gemaakt om de krimpende omstandigheden van Oeverwal in relatie tot de
meerjarenbegroting het hoofd te bieden. Het resultaat was in de eerste plaats een 2e
Addendum op het nog lopende Sociaal Plan waarbij de personele reductie op basis van de
meerjarenbegroting werd opgehoogd tot 26 fte. Deze reductie was gebaseerd op een
financiële taakstelling om de exploitatie op jaarbasis weer op nul dan wel boven de nullijn te
krijgen. De normatieve en kwalitatieve keuzes die aan de uiteindelijke benodigde uitstroom
ten grondslag moeten liggen, worden vastgelegd in het ‘Reorganisatieplan, tevens
meerjarenformatiebeleidsplan 2013-2017’.
2.3.5. Ziekteverzuim
In 2011 was het gemiddelde verzuimcijfer voor stichting Oeverwal 7%, hiermee zat
Oeverwal boven het landelijke (en regionale) verzuimcijfer (2011: 6,5%). In 2011 en 2012 zijn
diverse interventies ingezet en casemanagers getraind. Per 1 januari 2012 is Stichting
Oeverwal overgestapt naar een andere arbodienst, Human Capital Care. Directies hebben
deelgenomen aan de cursus ‘verzuimgesprekken’. Er is verzuimbeleid en een
verzuimprotocol opgesteld. In het voorjaar van 2013 zal nieuw verzuimbeleid ingevoerd
worden. In 2012 zien we in het verzuimcijfer, in tegenstelling tot de landelijke trend, een
lichte daling optreden. Het gemiddeld Oeverwal-verzuimcijfer voor het jaar 2012 was 6,5%.
Leeftijdscategorie Man Vrouw Totaal %
0 t/m 24 jaar 0,05
25 t/m 34 jaar 3,27
35 t/m 44 jaar 5,94
45 t/m 54 jaar 8,42
55 t/m 64 jaar 7,54
Vanaf =65 jaar 1,10
Totaal 5,73 7,14* 6,51
Ziekteverzuim per leeftijdscategorie * inclusief zwangerschap
2.3.6. Personeelsbeleid
Oeverwal heeft, in vervolg op het Strategisch beleidsplan het integraal personeelsbeleid
beschreven. Jaarlijks wordt een planning gemaakt van de onderwerpen die (her)beschreven
dienen te worden. Bestaande regelingen worden periodiek onderhouden en waar nodig
aangepast aan nieuwe ontwikkelingen. Dat betrof in 2012 met name IPB-delen in het kader
van de reorganisatie. Oeverwal kent in het kader van IPB het beleid ‘Mobiliteit en
Bestuursverslag 2012
11
overplaatsing’ met bijhorende regelingen. In mei 2012 is met een aanvulling op dit beleid
ingestemd door de GMR. Deze aanvulling heeft specifiek betrekking op mobiliteit en
overplaatsing tijdens krimp.
2.3.7. Klachten
In 2012 is er geen klacht binnengekomen.
2.4. GMR
De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) heeft in 2012 zeven vergaderingen
gehouden. De volgende onderwerpen zijn ondermeer aan bod geweest:
Algemeen Jaarplan
Financiën Begroting 2012
Reorganisatie DGO
Sociaal plan
Formatie
Reorganisatieplan tevens meerjaren formatieplan
Onderwijs Samenwerkingsverband
Beleid Mobiliteit en overplaatsing
Mobiliteit in tijden van krimp
Functiemix
IPB en gesprekscyclus, regeling beoordelingsgesprekken
Bestuursverslag 2012
12
3. Onderwijs
3.1. Identiteit, pluriformiteit en transparantie
Stichting Oeverwal bestaat uit negen scholen die tot 1 januari 2006 bestuurd werden door
besturen van verschillende denominaties: katholiek, protestants-christelijk en openbaar.
Het is in Nederland redelijk uniek dat scholen met een dergelijke verschillende geschiedenis,
de handen ineen slaan en onder één nieuw bestuur verder gaan.
Uiteraard is het niet zo dat scholen hun levensbeschouwelijke overtuiging opgegeven
hebben. Door respect te hebben voor elkaars overtuiging is Stichting Oeverwal met recht een
stichting voor álle kinderen.
Er is sprake van solidariteit tussen de scholen ter vergroting van het gezamenlijk
beleidsvoerend vermogen en ter voorkoming en spreiding van risico’s. De onderliggende
waarde van het solidariteitsprincipe is dat elk kind, dat onderwijs geniet op een school van
Stichting Oeverwal, gelijkwaardige rechten heeft op goed onderwijs. Wanneer door
situationele factoren tekorten op enige school ontstaan, biedt het solidariteitsprincipe ruimte
en armslag totdat er een structurele oplossing is gevonden.
Een actieve pluriformiteit openbaart zich in de wijze waarop de scholen vormgeven aan het
onderwijsleerproces. Ouderparticipatie varieert van meer beleidsmatige activiteiten in de
medezeggenschapsorganen tot zeer praktische activiteiten op de school. Beide vormen zijn
voor ons even belangrijk. Ze zijn in de schoolgids van elke school als informatie opgenomen
met het doel de wederzijdse verwachtingen helder te houden.
De school is een samenleving op microniveau. Oeverwal acht elke school groot genoeg om
de democratische principes in de praktijk te brengen.
Belangrijke onderdelen in die praktijk zijn de vertegenwoordiging in de besluitvorming van
verschillende geledingen, transparantie van die besluitvorming en het afleggen van
verantwoording. Derhalve functioneren de medezeggenschapsraden van de scholen en ook
de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van de Stichting Oeverwal in een sfeer van
openheid en respect.
Alle vergaderingen evenals de vergaderstukken van deze inspraakorganen zijn openbaar.
Er worden geen beperkende voorwaarden gesteld aan het lidmaatschap van deze organen
anders dan in de wet genoemd.
3.2. Onderwijsconcepten binnen Stichting Oeverwal
Binnen de Stichting onderscheiden we de volgende onderwijsconcepten:
niveaugroepsgewijs onderwijs
groepsonderwijs met accent op het Jenaplanconcept (vakniveaugroepen)
bredeschool in ontwikkeling (De Fontein)
speciaal basisonderwijs (sbao-school Klavervier)
Bestuursverslag 2012
13
3.3. Buitenschoolse opvang
Met de commerciële professionele opvangorganisatie Go fo Kids, die al voor een groot aantal
van onze scholen de tussenschoolse opvang verzorgde, is in 2007 een convenant gesloten dat
in 2009 is voortgezet. Hierin is afgesproken dat Go for Kids de buitenschoolse opvang voor
de kinderen van onze scholen verzorgt. Voor de scholen in Ewijk wordt dit in het MFA
gebouw verzorgd door Kion. Gelet op het aantal ruimtes die Go for Kids gevraagd heeft ter
beschikking te stellen op de diverse lokaties, kon eerder worden geconcludeerd dat in een
behoefte werd voorzien.
3.4. Cultuureducatie
In 2011 is er in samenwerking met de cultuurcoördinator Gemeente Wijchen, onze
cultuurcoördinator en Gemeente Beuningen en Gemeente Wijchen een bovenschools
cultuurplan ontwikkeld. In 2012 is dit plan daadwerkelijk uitgevoerd.
3.5. Levensbeschouwelijk onderwijs
In onze stichting zijn drie openbare scholen, vier katholieke scholen en één protestants-
christelijke/openbare school en een katholieke/openbare school vertegenwoordigd.
Op de scholen zijn in de lesroosters tijden ingeruimd om aan hun identiteit vorm te geven.
3.6. ICT
ICT is een belangrijk item op onze scholen. In de meeste klaslokalen hangen digitale
schoolborden. Computers en andere ict-hulpmiddelen worden steeds belangrijker in het
onderwijs. Een werkgroep ICT is in 2011 druk bezig geweest met het opzetten van een
nieuw beleidsstuk ICT. In 2012 is dit vastgesteld en gezien de financiële omstandigheden
waar mogelijk in uitvoering genomen.
3.7 Weer Samen Naar School (WSNS)
Stichting Oeverwal participeert in het Samenwerkingsverband Beuningen (SWB).
De directeuren en Interne Begeleiders nemen op diverse niveaus deel aan besprekingen over
beleidsontwikkelingen en uitvoeringsactiviteiten.
Daarnaast organiseert het verband een diversiteit aan scholing- en trainingsbijeenkomsten
om de kwaliteit van de zorg op de scholen te vergroten.
Het bestuur van SWB heeft ook in 2012 constructief overleg gevoerd.
De directeurbestuurder heeft als adviseur deelgenomen aan deze bestuursvergaderingen.
Er is in 2012 bijna volledige overeenstemming over de bestuurlijke inrichting van het
nieuwe SWV 25-07 waarvan swv Beuningen deel gaat uitmaken. Aan de inrichting van het
nieuwe verband heeft het bestuur en de coördinator meegewerkt.
Er is een kerngroep geformeerd die uitwerking geeft aan de hoofdlijnennotitie die in 2012
aan de besturen beschikbaar is gesteld en die in 2013-2014 zijn beslag gaat krijgen
Bestuursverslag 2012
14
4. Kwaliteitszorg
4.1. Strategisch beleidsplan en kwaliteitszorg
In 2011 is een tweede bestuurlijk Strategisch Beleids Plan (SBP) opgesteld voor de periode
2011-2015. In dat SBP zijn de kaders vastgelegd van de beleidsontwikkeling voor de komend
jaren. De schooldirecteuren zijn bij de opzet ervan direct betrokken geweest via daartoe
opgezette studiedagen.
‘Leerlingen en ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun school onderwijs van (meer
dan) voldoende kwaliteit aanbiedt.
Het bestuur van Stichting Oeverwal is primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van het
onderwijs. Deze verantwoordelijkheid heeft nog een extra accent gekregen met de invoering
van de Wet ‚Goed Onderwijs – Goed Bestuur‛. Dit betekent dat alle geledingen de kwaliteit
van ons onderwijs benoemen en in resultaten duidelijk maken, zodat het bestuur zijn
toezichtverantwoordelijkheid ook kan waarmaken.
Daarnaast is het schoolbestuur, in een context van toezicht en verantwoording, nu primair
verantwoordelijk voor de kwaliteitsontwikkeling van scholen.`
De bestuurder is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs, ondermeer
gedefinieerd als cognitieve leerprestaties van leerlingen op basisvakken taal en rekenen,
sociale ´opbrengsten` en voor de effectiviteit van onderwijsprocessen. Het bestuur voert
daartoe bestuursgesprekken2, tweemaal per jaar en verzamelt data op grond waarvan de
kwaliteit van het onderwijs wordt beoordeeld en mogelijk interventies worden uitgezet.
Het bestuur van Stichting Oeverwal zorgt op systematische wijze voor het verbeteren en/of
borgen van haar kwaliteit. Het maakt gebruik van WMK-PO/BM. Op basis van de missie en
visie is een aantal beleidsterreinen vastgesteld dat het bestuur in de planperiode tot 2016 het
meest relevant vindt voor de kwaliteitszorg.
Beleidsterreinen
Taalleesonderwijs Pedagogisch handelen Didactisch handelen Afstemming
Actieve en
zelfstandige rol
leerlingen
Schoolklimaat Zorg en begeleiding
(toetsinstrumenten)
Opbrengsten
IPB Contacten met ouders Interne communicatie Externe contacten
Schoolleiding Beroepshouding ICT Rekenen en wiskunde
Wetenschap en
techniek
Kwaliteitszorg Aanbod Tijd
Opbrengstgericht
werken-de leraar
Handelingsgericht
werken school
Handelingsgericht
werken groep
2 Zie: ‘Weten en verbeteren
Bestuursverslag 2012
15
4.2. CITO-eindresultaten
In 2012 hebben alle reguliere basisscholen deelgenomen aan de Cito-Eindtoets
Basisonderwijs. De resultaten waren als volgt:
Goed Als de gemiddelde eindtoetsscore op of boven de bovengrens ligt
Voldoende Als de gemiddelde eindtoetsscore op of boven de ondergrens en onder de bovengrens ligt
Onvoldoende Als de gemiddelde eindtoetsscore onder de ondergrens ligt
2012
Cito-eindtoets % gewichten-
leerlingen
Ongecorrigeerde st. score
Wegwijzer 06OK 8 532,5
Ruyter 03VT 8 533,4
Dromedaris 24DR 1 540,9
Peppel 21NO 4 539,3
Schrijverke 10GS 20 534,1
Beundert 09LR 7 536,0
Reuzepas 06ZC 8 531,9
Hoeven 10XO 4 536,7
Fontein 06TY 29 533,0
Frequentie van de waardering eindopbrengsten
Frequentie verdeling landelijk Oeverwal 2012
Onvoldoende 30 % 33 %
Voldoende 40 %
70%
44 %
66% goed 30 % 22 %
De opbrengsten van de tussen- en eindtoetsen zijn overwegend van een voldoende niveau.
Het zijn opbrengsten die passen bij de leerlingpopulatie. In de tussenopbrengsten die hier
niet zijn weergegeven zijn vakgebieden aan te wijzen die achterblijven bij de landelijke
gemiddelde opbrengsten. Het gaat om technisch en begrijpend lezen. Met name technisch
lezen is voor de meeste scholen in 2012 en volgend jaar een speerpunt van ontwikkeling. Het
bestuur heeft voor de kernvakken waartoe ook lezen behoort, streefdoelen in percentages
geformuleerd. De verwachting is dat in 2013 de resultaten van technisch lezen verbeterd
zullen zijn.
In 2012 is een start gemaakt met de monitoring van de opbrengsten. Monitoren betreft het
over langere tijd verzamelen van schoolgegevens en het weergeven van deze gegevens ten
opzichte van een norm. Hierbij wordt de normering van de onderwijsinspectie en de
bestuursnormering uit ‘Weten en verbeteren 2’ als maat gebruikt.
Door steeds dezelfde gegevens te verzamelen kunnen deze weergegeven worden in
analyses, waarmee op overzichtelijke en systematische wijze de opbrengstontwikkelingen in
kaart gebracht kunnen worden. In 2013 zal de eerste monitor worden gepresenteerd.
Bestuursverslag 2012
16
Project
In 2012 is het project ‘Weten en verbeteren 2’ gestart waarbij de focus van scholen zich richt
op opbrengst- en handelingsgericht werken3. De procesdoelen zijn in het betreffende stuk
beschreven en de opbrengstdoelen die het bestuur voor vakgebieden als streven hanteert.
In het schooljaar 2012-2013 hebben de meeste scholen zich gericht op het vakgebied
‘technisch lezen’. Het curriculum is waar nodig aangepast, scholing heeft plaatsgevonden of
vindt plaats en met name de evaluatieve cyclus is voor het vakgebied doorlopen. Een aantal
scholen heeft voor het eerst een diepteanalyse van de opbrengsten verzorgd en besproken.
Alle scholen werken voor het vakgebied technisch lezen met groepsplannen waarmee ze
groepen leerlingen in een bij hen passend onderwijsaanbod kunnen voorzien.
4.3. Resultaten inspectiebezoeken
Aan alle scholen, inclusief Klavervier is het basisarrangement toegekend (2012). Aan de
Wegwijzer, de Reuzepas en de Ruyter is op grond van voorgaande onderzoeken (tot 2012) of
eindscores Cito (tot 2012) een attendering gegeven.
Overzicht scholen Oeverwal
Inspectie waarderingskader
19/11/12
Weg
Wijzer
20-09-2010
De R
uy
ter
25-8-2011
Sch
rijverk
e
6-01-2011
De F
on
tein
1-06-2010
De H
oev
en
10-5-2011*
Re
uzen
pas
21-02-2011
De P
epp
el
7-02-2011
Dro
med
aris
18-11-2010*
Klav
ervier
Kwaliteitsaspect 1 opbrengsten
1.1 de resultaten van de leerlingen aan het
eind van de basisschool liggen ten minste op
het niveau dat op grond van de kenmerken
van de leerlingpopulatie verwacht mag
worden
1.2 de resultaten vn de leerlingen voor
Nederlandse taal en rekenen en wiskunde
tijdens de schoolperiode liggen ten minste
op het niveau dat op grond van de
kenmerken van de leerlingpopulatie
verwacht mag worden
1.4 leerlingen met specifieke
onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar
hun mogelijkheden
1.5 de sociale competenties van de leerlingen
liggen op een niveau dat mag worden
verwacht.
Kwaliteitsaspect 7a Begeleiding
7.1 de school gebruikt een samenhangend
systeem van genormeerde instrumenten en
procedures voor het volgen van de
prestaties en ontwikkeling van de leerlingen
Kwaliteitsaspect 8 zorg
8.1 de school signaleert vroegtijdig welke
leerlingen zorg nodig hebben
8.2 op basis van de analyse van de
verzamelde gegevens bepaalt de school de
aard van de zorg voor de zorgleerlingen
8.3 de school voert de zorg planmatig uit
8.4 de school evalueert regelmatig de
effecten van de zorg
3 Zie verslag prestatieboxgelden
Bestuursverslag 2012
17
Kwaliteitsaspect 9 kwaliteitszorg
9.1 de school heeft inzicht in de
onderwijsbehoeften van haar
leerlingpopulatie
9.2 de school evalueert jaarlijks de resultaten
van de leerlingen
9.3 de school evalueert regelmatig het
onderwijsleerproces
9.4 de school werkt planmatig aan
verbeteractiviteiten
9.5 de school borgt de kwaliteit van het
onderwijsleerproces
9.6 de school verantwoordt zich aan
belanghebbenden over de geanalyseerde
onderwijskwaliteit
Naleving wet en regelgeving
NT1A de inspectie is in het bezit van de
schoolgids
j J J J j/n J J J
NT2A de inspectie is in het bezit van het
geldende schoolplan
j J J J j/n J J J
NT3A de inspectie is in het bezit van het
geldende zorgplan
j J J J j/n J J J
NT4A er is voldoende onderwijstijd
geprogrammeerd om te voldoen aan de
gelden de criteria
j J J J j J J J
NT4B er is maximaal zevenmaal een
onvolledige schoolweek geprogrammeerd
van de groepen 3-8
j j J J J J j
slecht onvoldoende voldoende goed NTB Geen deel
onderzoek
Reuzenpas: het betreft de weergave van het ‘oriënterend onderzoek’.
Klavervier: deel resultaten ikv onderzoek naar kwaliteitsverbetering
De Beundert: laatste inspectiebezoek dateert van 11-5-2009.
Bestuursverslag 2012
18
4.4. Management
De kwaliteit van de leidinggevenden is de komende jaren een speerpunt. Goed leiderschap
op bovenschools en schoolniveau brengt verandering teweeg in wat er gebeurt in de klas
(alignment). Stichting Oeverwal onderkent dit en ziet de directiefunctie als een ‚spilfunctie‛
bij de diverse verbetertrajecten op schoolniveau. In de uitvoering van het strategisch beleid
heeft dit onderdeel specifieke aandacht in de vorm van competentieontwikkeling op
directieniveau en de ontwikkeling van een ‚kweekvijver‛ voor aspirant directeuren.
4.5. Ambulante tijd directies
Oeverwal beschouwt de schooldirectievoering als integraal schoolleiderschap met de nadruk
op onderwijs. De besturing van de school zal vooral moeten blijken uit de voortgaande
onderwijskundige ontwikkelingen. Het bestuur van de stichting Oeverwal is derhalve van
mening dat directeuren hun tijd en energie vooral moeten besteden aan de school- c.q.
onderwijsontwikkeling, de ondersteuning, het coachen van de personeel en het verbeteren
van de interne en externe communicatie. Daarnaast dienen ze uitvoering te geven aan de
administratieve taken . Dit betekent dat ze zo mogelijk niet belast moeten worden met
lesgevende taken en geen eindverantwoordelijkheid moeten dragen voor een groep.
Gestreefd wordt naar maximale ambulante tijd, na afwegingen tussen schooldirectie en
algemeen directeur, door laatstgenoemde vastgesteld.
In 2012 is dit ook gerealiseerd, in de wetenschap dat de formatiebudgetten eerder tijd te
weinig dan teveel mogelijk maken.
4.6. Management Informatie Systeem
In 2012 zijn de schooldirecteuren per kwartaal geïnformeerd over de financiële stand van
zaken van hun school. Er is informatie verstrekt over de prognose en de gerealiseerde cijfers.
Er is een start gemaakt met het monitoren van opbrengsten van het onderwijs. De bestuurder
heeft digitaal toegang tot de opbrengst- database van de scholen. De gegevens worden
besproken in de twee bestuursgesprekken met de directie van de school en verwerkt in de
opbrengstmonitor. Het beleid m.b.t. monitoren is beschreven in ‘Weten en verbeteren’.
4.7. Interne begeleiding
Elke school heeft een Interne Begeleider (IB-er) die de leerlingenzorg coördineert en
schoolbeleid bewaakt. De taken en werkzaamheden zijn in 2012 vastgelegd in het document
‘Taken van de intern begeleider’. Om taken te verduidelijken en werkbaar te maken is er
voor gekozen om ze in samenhang met handelingsgericht werken en de 1-zorgroute te
benoemen. De 1-zorgroute biedt structuur aan de leerlingondersteuning.
De IB-taak stelt hoge eisen aan de medewerker omdat zij/hij niet alleen het systeem van
leerlingenzorg bewaakt, maar tevens de collega’s moet kunnen coachen. De IB-ers zijn op
alle scholen één of meerdere dagdelen uitgeroosterd om uitvoering te kunnen geven aan hun
taken. De interne begeleiders van de scholen participeren intensief in de WAL-groep van het
samenwerkingsverband.
Bestuursverslag 2012
19
4.8. Nascholing
De nascholing stond in 2012 in het licht van OGW/ HGW. In het projectplan ‘Weten en
verbeteren2’ zijn activiteiten m.b.t. scholing geformuleerd:
startbijeenkomst augustus 2012 voor directies en intern begeleiders;
teamscholing in benutten van lovs-esis: data lezen, begrijpen, en interpreteren
teamscholing in doorwerken van stappenplan OGW op teamniveau.
teamscholing in versterken van didactiek en gebruik van de methodiek van het
betreffende basisvak (ook leerlijnen, referentieniveaus)
teamscholing -zo nodig- instructiemodel, groepsorganisatie en
klassenmanagement
op teamniveau bespreken van data (jan-juni); evaluatieve cyclus
leerkrachtobservaties past in de gedachte dat versterking van de vaardigheden
van leerkrachten een grote invloed heeft op de leerresultaten van kinderen (zie
o.a. studie van Marzano)
scholing WMK voor directies met thema’s OGW/HGW
scholing voor directies in het kader van de gesprekscyclus:
beoordelingsgesprekken.
Aanvullende scholingsactiviteiten
de mogelijkheid om flitscursussen bij te wonen. De bijeenkomsten zijn
facultatief en duren in de regel niet langer dan een uur. Directeuren worden in
kort bestek bijgepraat over een OGW/HGW relevant onderwerp.
drie keer per jaar vinden intervisiesessies plaats volgens het begeleid
intervisiemodel (BIM) waarin werkvragen m.b.t. de invoering van HGW/OGW
in klein verband aan de orde komen.
Scholingsactiviteiten worden bekostigd uit het reguliere budget (voor schoolbegeleiding) en
de gelden uit de prestatiebox die daarvoor bestemd zijn.
Bestuursverslag 2012
20
5. Huisvesting en beheer
5.1. Overdracht huisvesting
Per 1 augustus 2012 zijn de gebouwen van de scholen Klavervier en ’t Schrijverke
overgedragen aan de gemeente. Basisschool ’t Schrijverke is samengegaan met basisschool
de Beundert en de fusieschool heeft zich gevestigd in het gebouw van de Beundert.
Basisschool Klavervier is per augustus 2012 in het gebouw van ’t Schrijverke gevestigd.
Hierbij wordt een deel van dit gebouw gehuurd van de gemeente.
5.2. Huisvesting
Winssen Basisschool de Wegwijzer is per 2011 in een nieuwe accommodatie
gehuisvest.
Ewijk Basisschool De Duivendonck en de Kei zijn met ingang van het schooljaar
2010-2011 gefuseerd. De fusieschool de Reuzepas is gehuisvest in het MFA
nieuwbouw ’t Hart in Ewijk.
Weurt De Ruyter heeft een oud gebouw. In 2010 is door de gemeente een nieuw
schoolgebouw toegezegd. Het zal mogelijk deel uitmaken van een
multifunctionele accommodatie. In 2012 hebben voortgangsgesprekken
plaatsgevonden m.b.t. de aard van het gebouw en het PvA.
Beuningen Hoeven-Peppel-Dromedaris zijn adequaat gehuisvest.
Brede school de Fontein is aan een herijking van opzet en accommodatie
toe.
Leegstand
Op basis van de leerlingenprognoses is de te verwachten leegstand voor de komende jaren in
kaart gebracht. In overleg met de gemeente kunnen bij leegstand schoolwoningen worden
teruggegeven aan de gemeente. Bij leegstand in een schoolgebouw wordt gezocht naar
invulling. Zo is er een school in overleg met de kinderopvang en peuterspeelzaal om hen
mogelijk per ingang van het nieuwe schooljaar in betreffend schoolgebouw te gaan
huisvesten.
65
70
75
80
85
90
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
ruimtebehoefte permanent klassiek nav prognose PvG in aantallen lokalen
ruimtebehoefte
Bestuursverslag 2012
21
5.3. Onderhoud en beheer
Stichting Oeverwal heeft het onderhoud en beheer in eigen hand. De financial controller stelt
het meerjarenonderhoudsplan op en heeft zich hierin laten bijstaan door een deskundige.
Oeverwal heeft voor het meerjaarlijkse onderhoud een voorziening getroffen om voor de
komende jaren het onderhoud, waarvoor de stichting verantwoordelijk is, te waarborgen.
Deze voorziening is echter niet volledig toereikend om voor alle gebouwen alle
noodzakelijke onderhoudszaken tijdig uit te voeren. Er wordt jaarlijks kritisch gekeken naar
de zaken die uitgesteld kunnen worden, zonder dat het gebouw er schade van ondervindt.
Met behulp van het programma OCS wordt jaarlijks de onderhoudsbegroting opgesteld en
vindt er eveneens jaarlijks een dotatie plaats voor deze voorziening.
De hoogte van deze dotatie wordt bepaald door de aanschafwaarde van desbetreffende
zaken te koppelen aan de levensduur en hiervoor jaarlijks een deel te reserveren. Er is geen
plafond vastgesteld voor de hoogte van deze voorziening. De hoogte van de voorziening
‘groot onderhoud’ is momenteel lager dan volgens de methodiek nodig zou zijn. Onderzoek
vindt plaats naar het –tijdelijk- verlagen van de jaarlijkse dotatie.
5.4. Inspectie en onderhoud speeltoestellen
De firma Speeltopveilig heeft in 2012 de speeltoestellen van onze scholen gecontroleerd en
voorzien van aanbevelingen.
Bestuursverslag 2012
22
6. Financiën
6.1. Financiën op balansdatum
Financiële kengetallen en (minimum)
streefwaarden
Streef waarde 2012 2011
Solvabiliteit EV / balanstotaal 0,5 0.51 0,59
Liquiditeit Vlottende activa /
kortlopende schulden
1 2,46 3,14
Rentabiliteit Resultaat / totale baten Neg 3.8% Neg
5,49%
Neg
0,06%
Weerstandsvermogen EV / totale baten 24% 19,9% 24,5%
Niet alle ratio’s, waarvoor een (minimum) streefwaarde is benoemd, voldoen aan de gestelde
waarden. We hopen na reorganisatie aan de minimum streefwaarden te kunnen voldoen.
6.2. Gang van zaken gedurende het verslagjaar
Analyse van het exploitatiesaldo x € 1.000
Het resultaat over 2012 bedraagt 608-
Het resultaat over 2011 bedraagt 7-
Een negatieve afwijking van 601-
Deze afwijking wordt met name veroorzaakt door:
Baten
B1) Rijksbijdrage OCW 363-
B2) Overige overheidsbijdragen 22-
B3) Overige baten 21-
B4) Financiele baten 10-
Per saldo lagere baten 416-
Lasten
L1) Personele lasten 22-
L2) Afschrijvingen 3-
L3) Huisvestingslasten 98-
L4) Overige instellingslasten 62-
Per saldo hogere lasten 185-
601-
Bestuursverslag 2012
23
De verschillen worden met name verklaart door:
B1+B2) Door leerlingendalingen en bezuinigingen wordt er minder subsidie
ontvangen
B3) Minder personeel gedetacheerd
B4) Lage rente vergoeding en lagere liquide middelen
L1) Minder personeel i.v.m. lagere leerlingenaantallen en bezuinigingen, echter
uitbetaling vertrekpremies voor vertrekkende werknemers middels sociaal plan
L2) Afschrijving minimaal hoger door investeringen
L3) In 2011 eenmalige vrijval uit onderhoudsvoorziening
L4)Extra adviseurkosten i.v.m. sociaal plan
6.3. Bestemming van het resultaat
In 2012 is er een negatief exploitatiesaldo ad € 607.773 (2011: € -7.003) gerealiseerd. Het
behaalde resultaat is als volgt verdeeld:
Algemene reserve -618611
Reserve schoolbudget/P&A
Personeelsreserve verzilvering
Reserve nascholing
Bestemmingsreserve Bapo 10838
Reserve opleiden in de school
Reserve niet-overheidsmiddelen
-607.773
6.4. Treasury verslag
Algemeen
Conform de regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek
(regeling OC&W van 16 september 2009, nr. FEZ/CC-20009/150185 heeft stichting Oeverwal
een treasurybeleid gevolgd. Het betreft het treasury beleid dat is vastgelegd in een
treasurystatuut dat is vastgesteld door het bestuur van stichting Oeverwal. Hierin wordt een
beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de
treasuryfunctie.
Stichting Oeverwal beschikt over een rekening-courant, waarop geen rentetoekenning plaats
vindt. Daarnaast is onder advisering van de thuisbankier een aantal spaarrekeningen
geopend waarop de overschotten aan liquide middelen staan
Bestuursverslag 2012
24
Het jaar 2012
Het renteresultaat opgenomen in de jaarrekening van 2012 bedraagt € 60.675 (2011: € 70.290).
Door de lage rentestanden zijn de baten laag. Door het negatieve resultaat van de stichting
zijn de saldi van de spaarrekeningen verlaagd.
6.5 Financieel beleid en Planning & Control
Binnen het door het stichtingsbestuur vastgestelde algemeen beleidskader is met betrekking
tot de financiën opgenomen dat stichting Oeverwal een verantwoord financieel beleid voert,
waarbij middelen optimaal worden ingezet voor het verhogen van de onderwijskwaliteit en
tegelijkertijd de risico’s in de organisatie voldoende worden afgedekt.
Door forse leerlingendalingen en bezuinigingen van de overheid zit stichting Oeverwal
momenteel in een reorganisatie. Deze reorganisatie heeft als gevolg dat er eenmalig veel geld
uit de organisatie stroomt, maar dat de jaren daarna weer financieel gezond gaan verlopen.
Als budgethouder zijn de schooldirecties verantwoordelijk voor een aantal schoolgebonden
uitgaven, te weten onderhoud en vervanging onderwijsleerpakket, gedeelten van ICT en
scholing, alsmede een aantal overige ‘schoolse’ uitgaven (culturele vorming, abonnementen,
telefoon- en portokosten, en dergelijke).
Bestuursverslag 2012
25
6.6 Begroting 2013
In 2013 vindt een reorganisatie plaats bij stichting Oeverwal. Middels sociaal plan
verdwijnen ca. 26 FTE aan arbeidsplaatsen. De vertrekpremies welke uitgekeerd worden aan
de vertrekkende medewerkers zijn in de begroting van 2013 verwerkt. Dit heeft als gevolg
dat de begroting 2013 een fors negatief resultaat laat zien.
X €1000
Baten
Rijksbijdragen OCW 9.553
Overige baten 514
10.067
Lasten
Salarissen en sociale lasten 9.463
Lasten personeelsbeleid 460
Afschrijvingen 213
Huisvestingslasten 745
Overige lasten 816
11.697
Saldo baten en lasten -1.630
Financiële baten 35
Financiële lasten -1
Saldo financiële baten en
lasten
34
Resultaat -1.596
Bestuursverslag 2012
26
7. Public relations en marketing
7.1. Ontwikkeling leerlingenaantal
Het leerlingenaantal stichting Oeverwal loopt terug mede in verband met een algemene
daling van het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd in onze gemeente en door de niet
uitgevoerde woningbouw.
De Fontein zit net als voorgaande jaren ook in 2011 onder de respectieve opheffingsnorm
van het kerkdorp Beuningen. Door het feit dat deze school onderdeel vormt van stichting
Oeverwal, is ontheffing van de opheffing bij het CFI aangevraagd en verkregen.
7.2. PR-activiteiten
Ook in het jaar 2012 is voortgegaan op de ingeslagen weg om directies en werknemers het
gezamenlijke Oeverwal gevoel te geven.
De website van de stichting wordt blijvend geactualiseerd. Ook in 2012 is er veel aandacht
besteed aan PR. Een voorbeeld hiervan is een poster waarop alle open dagen van de
Oeverwal scholen staan.
7.3. Communicatieplan Stichting Oeverwal
Wij erkennen goede communicatie als zeer belangrijk voor betrokkenheid en transparantie in
onze organisatie. Echter door tijdsdruk hebben wij nog geen communicatieplan opgesteld.
8. Europese aanbesteding
Door het bestuur van stichting Oeverwal is besloten om af te zien van de regels van
Europees aanbesteden. De nadelen voor Europees aanbesteden worden door het bestuur als
zwaarder gezien dan de voordelen.
Bestuursverslag 2012
27
8. Bijlagen
8.1. Kengetallen personeel op 31-12-2012
De gegevens in deze paragraaf representeren de samenstelling van het personeel van
Stichting Oeverwal. De informatie is afkomstig uit het personeelsinformatiesysteem.
Per 31-12-2012 zijn er 216 medewerkers structureel in dienst. Hiervan zijn 171 medewerkers
vrouw en 49 medewerkers man. Stichting Oeverwal kent veel parttimers, van de
medewerkers zijn er 46 met de wtf 1,0000.
25-34 35-44 45-54 55-64 65+
vip 7 3 1 2
dir 0 1 2 10
OOP 1 5 5 10 1
OP 28 49 45 46
0
10
20
30
40
50
60
70
80
aan
tal
leeftijdspreiding o.b.v. persoonsaantallen
17%
27%
24%
32%
percentage per leeftijdscategorie o.b.v. persoonsaantallen
25-34
35-44
45-54
55-64
Bestuursverslag 2012
28
8.2 Verantwoording middelen prestatiebox 2013
Het convenant, bestuursakkoord van de PO-raad (januari 2012) benoemt dertien ambities in vijf
thema´s. Besturen krijgen de ruimte om in te spelen op hun eigen situatie en keuzes te maken. Niet
alles wat beter kan, moet tegelijk worden aangepakt.
Met de mogelijkheid om leerresultaten van alle leerlingen te verbeteren (OGW), de verbinding met
handelingsgericht werken (afstemming, HGW) en de relatie personeelsbeleid en kwaliteitsverbetering
ligt voor Oeverwal het accent gedurende de projectperiode 2012-2016 op onderstaande thema´s en
ambities:
Ambities gericht op opbrengstgericht werken
scholen werken opbrengstgericht
schoolbesturen hebben meetbare doelstellingen geformuleerd voor opbrengsten taal en
rekenen
Ambities gericht op professionalisering en HGW:
bekwaamheid in afstemmen van leraren op verschillen binnen de klas is op orde
bekwaamheid van leraren m.b.t. OGW en HGW is op orde
scholen voeren effectief HRM-beleid
De middelen uit de prestatiebox, gericht op genoemde ambities zijn in het jaar 2012-2013 aangewend
t.b.v.:
teamscholing;
scholing intern begeleiders;
scholing directies
ondersteuning leerkrachten;
kwaliteitsbeleid;
gezamenlijke scholing;
uitgaven t.b.v. een vakgebied.
1. Oeverwal-Ambities gericht op OGW 1.Leraren, directeuren en bestuur werken opbrengstgericht op basis
van de cyclus voor Opbrengstgericht Werken
2012-13
2013-14
2014-15
2015-16
uiterlijk afgerond en dan lopend
De evaluatieve cyclus
Alle scholen, leerkrachten laten zich in hun taakuitoefening sturen door uitkomsten van gegevens (data). Zij organiseren
systematisch feedback over de kwaliteit van het onderwijs.
Alle scholen kennen een vaste OGW-cyclus:
Stellen streefdoelen voor leerprestaties bij de basisvaardigheden
2012-2013: ten minste een vakgebied
2013-2014: tweede vakgebied
2014-2015: derde vakgebied
2015-2016: vierde vakgebied
2016- : scholen hebben voldoende capaciteit opgebouwd om zich zonder ondersteuning
verder te ontwikkelen
Richten hun onderwijsprogramma en proces daar op in;
Meten hun opbrengsten ;
Analyseren hun gegevens;
Trekken conclusies en stellen zo nodig instructie, curriculum, programma, tijd en soms doelen bij.
Alle scholen hebben goed zicht op hun startsituatie per september 2012.
Bestuursverslag 2012
29
Het bestuur :
stelt normgerichte doelen voor leerprestaties bij de basisvaardigheden technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en
spellen vast
Minimaal 85% van de leerlingen behaalt bij technisch lezen en spelling een ABC-niveau
Minimaal 65% van de leerlingen behaalt bij technisch lezen en spelling een I-II-III-niveau
Minimaal 85% van de leerlingen behaalt bij rekenen een ABC-niveau
Minimaal 65% van de leerlingen behaalt bij rekenen een I-II-III-niveau
Minimaal 80% van de leerlingen met >15% leerlinggewicht behaalt bij rekenen een ABC-score of wijkt beredeneerd
af.
Minimaal 60% van de leerlingen met >15% leerlinggewicht behaalt bij rekenen een I-II-III-niveau of wijkt
beredeneerd af.
Minimaal 80% van de leerlingen behaalt bij begrijpend lezen een ABC-niveau
Minimaal 75 % van de leerlingen met >15% leerlinggewicht behaalt bij begrijpend lezen een ABC-niveau of wijkt
beredeneerd af.
Minimaal 65% van de leerlingen behaalt bij begrijpend lezen een I-II-III-niveau
Minimaal 60 % van de leerlingen met >15% leerlinggewicht behaalt bij begrijpend lezen een I-II-III-niveau of wijkt
beredeneerd af.
De niveau-bepaling wordt elk jaar geëvalueerd.
organiseert systematisch monitoring en feedback;
Analyseert met de directeur de opbrengsten
Zorgt zo nodig voor ondersteuning 2.Leraren, directeuren en bestuur benutten het lvs (en andere data)
volledig voor het grondig analyseren van de onderwijs-resultaten op
leerling-, groeps-, school- en bestuursniveau.
2012-13
2013-14
2014-15
2015-16
uiterlijk afgerond en dan lopend
Alle scholen benutten esis-b en lovs volledig:
Brengen hun opbrengsten in beeld;
Analyseren twee keer per jaar trends;
Analyseren twee keer per jaar dwarsdoorsneden;
Analyseren twee keer per jaar de vaardigheidsgroei.
Bestuur handelt volgens Weten en verbeteren 1
3.Elk halfjaar stellen leraren en directeuren expliciet evalueerbare en
uitdagende doelen, die passen bij de vastgestelde onderwijs-behoeften
(met behulp van het LVS en andere bronnen).
2012-13
2013-14
2014-15
2015-16
uiterlijk afgerond en dan lopend
Alle scholen: vergelijken hun doelen halfjaarlijks met de opbrengsten van elke groep leerlingen. Deze vergelijking is de input voor
onderwijskundige maatregelen die aan de orde komen in de groepsbespreking en worden vastgelegd in het groepsplan.
Activiteiten m.b.t. ambities OGW
startbijeenkomst augustus 2012 voor directies en intern begeleiders;
scholing directies en intern begeleiders in het benutten van lovs-esis: data lezen,
begrijpen, en interpreteren (december 2012)
op teamniveau bespreken van data (jan-juni).
Resultaten m.b.t. ambities OGW eind 2012-2013
alle scholen hebben voor ten minste één vakgebied een nulmeting gehouden;
Bestuursverslag 2012
30
alle scholen hebben voor ten minste één vakgebied streefdoelen vastgesteld;
alle scholen hebben de hele evaluatieve cyclus voor ten minste één vakgebied
doorlopen;
alle directies en intern begeleiders lezen en interpreteren hun data;
de helft van alle scholen presenteert na de middentoetsing de ‘rapportage diepte-
analyse lvs-toetsen’;
alle directies bespreken de bevindingen van de –diepte- analyse met het team;
alle teams verbinden concrete stappen aan de analyse voor ten minste één vakgebied;
het bestuur voert twee maal per jaar bestuursgesprekken met directies over ten minste
de opbrengsten (en de diepte-analyse);
het bestuur heeft in zijn projectplan OGW-HGW streefdoelen geformuleerd;
het bestuur presenteert 2x per jaar ‘Opbrengsten Oeverwal’ t.b.v. de scholen en de RvT.
2. Ambities gericht op professionalisering en HGW
4.Leraren stemmen hun didactiek weloverwogen af op de
geconstateerde onderwijs- en instructiebehoeften, en op de gestelde
doelen.
2012-13
2013-14
2014-15
2015-16
uiterlijk afgerond en dan lopend
In 2015-2016 stemmen nagenoeg alle leraren in de oeverwalscholen de instructie, verwerking en onderwijstijd af op
verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen.
In 2015-2016 werken nagenoeg alle leraren met een basis-, intensieve- en verdiepte leerroute.
5.Alle leraren werken handelingsgericht op basis van het groepsplan
waarin de huidige en beoogde situatie van de leerlingen evenals de
voor hen geschikte onderwijsaanpak is aangegeven.
2012-13
2013-14
2014-15
2015-16
uiterlijk afgerond en dan lopend
Alle scholen:
vergelijken hun doelen halfjaarlijks met de opbrengsten van elke groep leerlingen. Deze vergelijking is de input voor
onderwijskundige maatregelen die aan de orde komen in de groepsbespreking en worden vastgelegd in het groepsplan.
2012-2013: ten minste een vakgebied
2013-2014: tweede vakgebied
2014-2015: derde vakgebied
2015-2016: vierde vakgebied
2016- : scholen hebben voldoende capaciteit opgebouwd om zich zonder ondersteuning
verder te ontwikkelen
6.Leraren werken (onderzoekend) samen wat leidt tot meer
onderlinge afstemming en uitwisseling tussen groepsleerkrachten
(o.a. overdracht, succesvolle werkwijzen) en zo tot leren (wat werkt
en wat niet?).
2012-13
2013-14
2014-15
2015-16
uiterlijk afgerond en dan lopend
Alle geledingen zijn gericht op:
Wat gaat goed, wat lukt ons (nog) niet, wat gaan we anders doen en hoe meten we de vooruitgang;
onderzoek (met elkaar) hoe je je onderwijspraktijk kunt verbeteren.
Directeuren houden drie keer per jaar intervisiebijeenkomsten
Teams professionaliseren gezamenlijk in OGW en HGW, inhoudelijke en didactische deskundigheid op de gekozen
vakgebieden
Intern begeleiders houden intervisiebijeenkomsten
7.Het is gewoon om op schoolniveau met vaste regelmaat tijdens het 2012-13 2013-14 2014-15 2015-16
Bestuursverslag 2012
31
schooljaar resultaten te evalueren en te bespreken, samen
evalueerbare doelen te formuleren, en via weloverwogen
onderwijsaanpakken te werken aan groeps- en schoolprestaties.
uiterlijk afgerond en dan lopend
Alle scholen evalueren twee keer per jaar in teamverband de opbrengsten
8.Het is gewoon om op school-bestuursniveau met vaste regelmaat
tijdens het schooljaar resultaten te evalueren en te bespreken
2012-13
2013-14
2014-15
2015-16
uiterlijk afgerond en dan lopend
Eén keer per jaar een gezamenlijke evaluatie op stichtingsniveau, twee keer per jaar tijdens het bestuursgesprek
9. Scholen verbinden OGW en HGW aan de gesprekscyclus en
WMK
2012-13
2013-14
2014-15
2015-16
uiterlijk afgerond en dan lopend
Alle directeuren beïnvloeden het onderwijsleerproces mede d.m.v. WMK en de planmatige ontwikkeling van:
Didactisch handelen
Pedagogisch handelen
Handelingsgericht werken
Opbrengstgericht werken
Leertijd
én de inpassing daarvan in integraal personeelsbeleid o.a.: de gesprekscyclus:
Pop/pap-gesprek
Functioneringsgesprek
Beoordelingsgesprek
Uiterlijk 2015-2016 onderhouden alle leraren hun bekwaamheidsdossier.
Uiterlijk 2015-2016 voldoen alle schoolleiders aan de dan geldende bekwaamheidseisen.
10. Bestuur, scholen en swv verkennen de raakpunten met de
ontwikkelingen rond de basis-extra ondersteuning van elke school
2012-13
2013-14
2014-15
2015-16
uiterlijk afgerond en dan lopend
In 2012-2013 formuleert het swv zijn eigen basiszorg en heeft het zicht op de uitwerking van de basis- en extra ondersteuning
d.m.v. de samengevoegde schoolondersteuningsprofielen.
Activiteiten gericht op professionalisering en HGW
teamscholing in doorwerken evaluatieve cyclus op teamniveau. De stap ‘analyse’ krijgt
veel aandacht;
teamscholing in versterken van didactiek en gebruik van de methodiek van het
betreffende basisvak (ook leerlijnen, referentieniveaus);
teamscholing -zo nodig- instructiemodel, groepsorganisatie en klassenmanagement;
schrijven van groepsoverzicht en groepsplan.
Bestuursverslag 2012
32
leerkrachtobservaties in de gedachte dat versterking van de vaardigheden van
leerkrachten een grote invloed heeft op de leerresultaten van kinderen (zie o.a. studie
van Marzano)
iedere leerkracht krijgt 2 klassenbezoeken met nagesprek per jaar. De bezoeken worden
uitgevoerd door externe adviseur (Marant) en waar mogelijk interne begeleider met
(ook) de bedoeling de interne begeleider toe te rusten (tevens deel van IB-cursus);
directiescholing in het voeren van beoordelingsgesprekken.
Resultaten m.b.t. professionalisering en HGW eind 2012-2013 alle scholen hebben (team)scholing georganiseerd voor het gekozen vakgebied;
alle scholen maken gebruik van groepsoverzichten en groepsplannen voor ten minste
één vakgebied;
alle scholen differentiëren voor ten minste één vakgebied in een basisaanbod, een
verdiept en een intensief aanbod;
alle leerkrachten hebben deelgenomen aan bijeenkomst HGW;
op alle scholen hebben klassenbezoeken plaatsgevonden conform de afspraken met
Marant;
alle scholen maken gebruik van kwaliteitskaarten OGW en HGW;
alle scholen hanteren WMK in relatie met IPB en maken gebruik van een pop/pap;
er zijn intervisiebijeenkomsten voor IB en directeuren gehouden;
3. Aanvullende activiteiten
voorafgaand aan het directeurenoverleg en opgenomen in de bestuurskalender wordt
de gelegenheid geboden om flitscursussen bij te wonen. De bijeenkomsten zijn
facultatief en duren in de regel niet langer dan een uur. De bedoeling is om directeuren
en IB in kort bestek bij te praten, te informeren over een OGW/HGW relevant
onderwerp. De cursussen worden door experts verzorgd;
drie keer per jaar vinden intervisiesessies plaats volgens het begeleid intervisiemodel
(BIM) waarin werkvragen m.b.t. de invoering van HGW/OGW in klein verband aan de
orde komen;
het bestuur neemt deel aan bijeenkomsten m.b.t. opbrengstgericht sturen op
onderwijskwaliteit;
opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken zijn onderdeel van WMK en de
bijhorende scholing in 2012-2013 (Cees Bos).
Bestuursverslag 2012
33
8.3 Kengetallen leerlingen
Tabel ontwikkeling leerlingenaantallen per school volgens prognose PVG
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Ruyter 162 160 166 167 160 157 157 153 156
145
150
155
160
165
170
aan
tal
Ruyter
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Wegwijzer 138 134 121 118 115 112 107 100 94
0
20
40
60
80
100
120
140
160
aan
tal
Wegwijzer
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Reeks 1 136 135 126 122 118 114 109 108 107
0
50
100
150
aan
tal
Fontein
Bestuursverslag 2012
34
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Reeks 1 206 195 191 186 179 173 166 165 164
0
50
100
150
200
250
aan
tal
Kameleon
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Reeks 1 448 414 405 383 373 364 350 347 344
0
100
200
300
400
500
aan
tal
Hoeven
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Reeks 1 297 295 293 279 268 260 249 247 245
050
100150200250300350
aan
tal
Peppel
Bestuursverslag 2012
35
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Reeks 1 373 377 368 355 357 340 319 308 298
0
100
200
300
400
aan
tal
Dromedaris
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Kolom1 278 265 261 255 245 248 254 261 297
0
50
100
150
200
250
300
350
aan
tal
Reuzepas
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Reeks 1 2038 1975 1931 1865 1815 1768 1711 1689 1687
0
500
1000
1500
2000
2500
aan
tal
Oeverwal
0
10
20
30
40
prognose PvG afname leerlingenaantal in percentage 2012-2020
de Ruyter de Wegwijzer de Reuzepas de Kameleon de Fontein
de Peppel de Dromedaqris de Hoeven gemiddeld