BESTUURSVERSLAG STICHTING CHRISTELIJK VOORTGEZET … · 2016-06-27 · Bestuursverslag Stichting...

BESTUURSVERSLAG STICHTING CHRISTELIJK VOORTGEZET ONDERWIJS ZWIJNDRECHTSE WAARD

2015

Bestuursverslag Stichting CVOZW 2015

2

INHOUDSOPGAVE BESTUURSVERSLAG SCVOZW 2015 I. Inleiding .................................................................................................. 3

Bestuursverslag 2015 .................................................................................................................. 3 II. Uitgangspunten van ons onderwijs ......................................................... 5

2.1 Grondslag en doelstelling .................................................................................................... 5 2.2 Missie en visie .................................................................................................................... 5 2.3 Onderwijsontwikkelingen ..................................................................................................... 6 2.4 Resultaten .......................................................................................................................... 9 2.5.1 Samenstelling bestuur ....................................................................................................... 10 2.5.2 Onderwerpen bestuursvergaderingen ................................................................................. 10 2.5.3 Verslag van het algemeen bestuur ..................................................................................... 11 2.6 Exploitatiesaldo 2015 ........................................................................................................ 13 2.7 Leerlingenaantal ............................................................................................................... 14 2.8 Leerlingenaantal en huisvesting ......................................................................................... 16

III. Contacten met derden ........................................................................... 18 3.1 Loket ............................................................................................................................... 18 3.2 Gemeente Zwijndrecht en Drechtsteden ............................................................................. 18 3.3 Samenwerkingsverband Noordelijke Drechtsteden (28.13) ................................................... 18 3.4 Basisonderwijs (Obade) ..................................................................................................... 19 3.5 Rectorenoverleg ............................................................................................................... 19 3.6 Samenwerking met VAVO-instellingen ................................................................................ 19 3.7 Samenwerking met hogescholen in Rotterdam .................................................................... 19 3.8 Relevante maatschappelijk en politieke ontwikkelingen ........................................................ 20 3.9 Klachtenafhandeling .......................................................................................................... 21 3.10 Horizontale dialoog ........................................................................................................... 21

IV. Personeelsbeleid ................................................................................... 22 4.1 Omvang personele formatie ............................................................................................... 22 4.2 Ziekteverzuim en ziekmeldingsfrequentie ............................................................................ 23 4.3 Beleid inzake de beheersing van uitkeringen na ontslag ....................................................... 24 4.4 Overige personeelsaangelegenheden .................................................................................. 24

V. Financiën ............................................................................................... 25 5.1 Verdeling van de leerlingen over de vestigingen .................................................................. 25 5.2 Bekostiging 2015 t.o.v. 2014 ............................................................................................. 25 5.3 Treasury management ...................................................................................................... 27 5.4 Eigen Vermogen ............................................................................................................... 28 5.5 Voorzieningen .................................................................................................................. 28 5.6 Exploitatie ........................................................................................................................ 28 5.7 Toelichting verschillen van 2015 ten opzichte van 2014 en de begroting 2015 ........................ 29 5.8 Kengetallen ...................................................................................................................... 30 5.9 Toelichting op een aantal kengetallen ................................................................................. 31

VI. Continuïteitsparagraaf .......................................................................... 33 6.1 Leerlingenaantallen en personeelsomvang .......................................................................... 33 6.2 Verlies- en winstrekening .................................................................................................. 33 6.3 Balans ............................................................................................................................. 34 6.4 Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem .. 35 6.5 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden. .................................................. 35


3

I. Inleiding

Bestuursverslag 2015 Voor u ligt het bestuursverslag van de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Zwijndrechtse Waard over het jaar 2015. Deze Stichting bestuurt het DevelsteinCollege, een brede scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs (gymnasium, atheneum, havo, vmbo t, vmbo k, vmbo b en lwoo) met twee vestigingen in Zwijndrecht. De jaarrekening is, behoudens de goedkeurende accountantsverklaring, in de bestuursvergadering van woensdag 11 april 2016 vastgesteld. Het schooljaar 2014-2015 stond in het teken van het vijftigjarig bestaan van het DevelsteinCollege. Op 1 september 1963 werd vanuit het Christelijk Lyceum te Dordrecht een vierklassige dependance geopend in Zwijndrecht. Deze dependance ging op 1 januari 1965 over in een zelfstandige Christelijke H.B.S. Op 1 augustus 1968 werd de naam van de school: DevelsteinCollege, christelijke scholengemeenschap atheneum en H.A.V.O. In maart 2015 werd een zeer geslaagde reünie gehouden, opgezet door Buro Ruw, een organisatiebureau dat eigendom is van twee oud-leerlingen. Ruim 1.600 aanwezigen (medewerkers, oud-medewerkers, oud-leerlingen) beleefden een onvergetelijke middag en avond.

In mei 2015 werd in het kader van de reünie een actie voor het goede doel (Fonds Gehandicaptensport) gehouden, afgesloten met een geslaagd leerlingenfeest. De actie bracht maar liefst € 15.000,- op en alsof dit niet voldoende was, kwamen de leerlingen in november 2015 nogmaals in actie voor de Stichting Cystic Fibrosis, waarvoor het prachtige bedrag van € 24.800,- werd opgehaald.


4

Gedurende het jaar 2015 is hard gewerkt aan de realisatie van het kasteeleiland. Een lang gekoesterde wens van de Stichting Kasteel Develstein is in vervulling gegaan en het resultaat wordt alom bewonderd.

Aan de Laurensvliet wordt de voorbereiding voor de inhuizing van de praktijkschool De Sprong onverminderd voortgezet. Op 23 juni 2015 stelde de raad van de gemeente Zwijndrecht een bouwkrediet van € 1.600.000,- en een inrichtingskrediet van € 428.000,- beschikbaar aan de bouwheer van het project, de Stichting Beheer LOC gebouw Zwijndrechtse Waard. De vierde verdieping van het gebouw zal worden uitgebreid. De ‘neus‘ van het gebouw zal worden voorzien van een tussenvloer en elders (met name op de begane grond) zal aan diverse ruimtes, zoals die in de ‘plint’, een nieuwe bestemming worden gegeven.


5

-

II. Uitgangspunten van ons onderwijs

2.1 Grondslag en doelstelling De stichting CVOZW heeft als grondslag de Bijbel, verstaan volgens het belijden van de Christelijke kerken, en laat zich in haar arbeid leiden door de verzoenende en vernieuwende kracht van het Evangelie, met respect en begrip voor levens- en maatschappijbeschouwing van anderen. Onderwijs en opvoeding in de van deze stichting uitgaande scholen worden in deze geest en vanuit deze inspiratie gegeven (artikel 3 statuten). De stichting heeft ten doel het oprichten en in stand houden van een of meer scholen voor voortgezet onderwijs. Zij tracht dit doel te bereiken door het bieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs, rekening houdend met de belangen van de verschillende betrokkenen, daarbij communicerend met de samenleving en actief inspelend op ontwikkelingen die voor de maatschappij van groot belang zijn (artikel 4 statuten).

2.2 Missie en visie Het DevelsteinCollege biedt gedegen en uitdagend onderwijs vanuit een pedagogisch optimistische gedachte en erkent en waardeert verschillen. Het DevelsteinCollege haalt zijn inspiratie uit het woord van God en wil een school zijn die zijn leerlingen in een veilige en gezonde omgeving goed onderwijs en passende ondersteuning biedt, helpt hun talenten zo veel mogelijk te ontwikkelen, ondersteunt om op te groeien tot volwassenen die de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen

handelen en hun plaats in de maatschappij, leert in toenemende mate verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces en stimuleert een open houding t.o.v. andere culturen en denkwerelden te ontwikkelen.

Daarnaast wil het DevelsteinCollege een betrouwbare school zijn met zichtbare en herkenbare waarden en normen, die gelooft in het aanleren van een bepaalde discipline, omdat die noodzakelijk is voor een verantwoorde en verantwoordelijke studie- en levenshouding.


6

2.3 Onderwijsontwikkelingen Dat Develstein voortdurend in beweging is en dat onderwijs in die beweging centraal staat, wordt geïllustreerd aan de hand van de onderstaande opsomming. Voor de Develsingel in tabelvorm, voor de Laurensvliet in tekst. De ontwikkelingen aan de Develsingel zijn gegroepeerd rond de doelstellingen: gedegen en uitdagend onderwijs; uitgaan van pedagogisch optimisme; erkennen en waarderen van verschillen. Steeds wordt aangegeven welke teams betrokken zijn bij de ontwikkelingen (schoolbreed, onderbouw, onderbouw vmbo-t, middenbouw havo, middenbouw vwo, bovenbouw vmbo-t, bovenbouw havo en bovenbouw vwo. Gedegen onderwijs SB OB OBT MBH MBV BBT BBH BBV versterking van het onderbouwrendement X X X X versterken examenresultaten X X voortdurende aandacht voor het rekenonderwijs &

rekentoets X

ontwikkelen van doeltaal = voertaal X borgen huiswerkbeleid X X toetsbeleid, incl. ook vier toetsweken X X X X start begeleidingslessen X nadenken over lentescholen X Uitdagend onderwijs SB OB OBT MBH MBV BBT BBH BBV implementeren en door ontwikkelen van het keuzevak

Art & Performance X X X X

invoeren en uitbouwen van het ß-combinatievak Engineering

X X X X

werkgroep aantrekkelijkheid bètaonderwijs X X implementeren en ontwikkelen verrijkings-programma

Obelisk (voortzetting uit PO) X

verder uitbouwen van de Cambridge Certificate- en DELF junior-opleidingen

X X X X

uitbouwen opleiding voor het Goethe Zertifikat X invoeren van Goethe X X onderzoeksproject “Onderwijs in de 21e eeuw” X havo-project “Op weg naar een excellente havo” X stimuleren van gebruik van de iPadkar; tweede

iPadkar aanschaffen X

projectonderwijs: Robocup, Math-Art, kasteelproject en de krant X

dag van de Franse taal en introductielesjes op het basisonderwijs X

experimenteren met het werken met minicomputers (Arduino’s) X


7

Pedagogisch optimisme SB OB OBT MBH MBV BBT BBH BBV het volgen van de Rots- en Watertraining X X peerleaders (peersupport) X X teambijeenkomsten groepsdynamica X DOC-cursussen zoals pedagogisch tact X belonen en ‘straffen’ X Erkennen en waarderen van verschillen SB OB OBT MBH MBV BBT BBH BBV plusdocument X maatwerkdiploma X ontwikkelen pregymnasium X intern opleiden docenten voor het geven van

cursussen voor het hanteren van verschillende werkvormen en het omgaan met verschillen

X

structuurklasjes Passend Onderwijs X Interact X Socrates X X


8

De kenmerken van het onderwijskundig concept van Loket zijn: Persoonlijke groei je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen leerproces; je krijgt hulp en begeleiding bij dit leerproces; je krijgt kansen om je talenten te ontplooien. Presteren op niveau je start op jouw beginniveau en krijgt de kans om je verder te ontwikkelen; het aanbod wordt afgestemd op jouw tempo en niveau; het leren-leren staat centraal zodat jij je competenties kan ontwikkelen. Betekenisvolle leeromgeving je werkt aan opdrachten die je helpen je persoonlijk te ontwikkelen; je werkt aan opdrachten met een maatschappelijke en beroepsrelevante inhoud; je oefent en voert deze opdrachten uit in de praktijk, zowel binnen als buiten de school. Op onderwijskundig gebied zijn de volgende ontwikkelingen ingezet: Verdere digitalisering door gebruik van digitale lesmethodes en het gebruik van laptops voor iedere

leerling tot en met leerjaar 3. Opleiden en inzetten van junior-ict’ers om de ict-kennis te vergroten en de eerste technische

problemen te verhelpen. Er zijn nu junior-ict’ers opgeleid in leerjaar 1, 2 en 3. Indaling van het LOB-proces in leerjaar 1 en 2 door meer uren per week te oriënteren op loopbaan

en beroep binnen de praktijkafdelingen, het oriënteren op het bedrijfsleven door deel te nemen aan de onderwijsroute en meer reflectiemomenten onder begeleiding van de coach.

Er zijn specifieke digitale rekenen taalprogramma’s ingezet die zowel de leerlingen op maat bedienen als de individuele vorderingen kunnen volgen.

De technische opleidingen worden meer onder de aandacht van jongeren gebracht als “kansrijke toekomstige opleidingen”. Daarbij zijn de volgende activiteiten ontplooid:

o Technieklessen in het basisonderwijs waarbij leerlingen met leskisten naar de basisscholen gaan.

o Voorbereidingen om de “traditionele” afdelingen naar toekomstbestendige bredere opleidingen om te vormen. Van zes afdelingsprogramma’s naar drie uitstroomprofielen. Docenten zijn geschoold en bij pilotscholen op bezoek geweest.

o Verbouwing van een gedeelte van het leshuis waardoor er een modern techniekplein met innovatieve ruimte (3D printing, robotica en programmeren) is ontstaan waar twee onderbouwlesgroepen tegelijkertijd technisch onderwijs genieten. Via het vak Natuur en Techniek worden de leerlingen voorbereid op een vervolg in één van de technische uitstroomprofielen.

o Bijgedragen aan regionale bijeenkomsten waar ontmoeting en kennisdeling voorop stonden. In 2015 heeft dit geresulteerd in een “vlootschouw” waarbij middelbare scholen, het ROC Da Vinci College en diverse technische bedrijven en brancheorganisaties zich aan elkaar gepresenteerd hebben.

o Wij nodigen jaarlijks basisscholen uit voor een fietscontrole voorafgaand aan het verkeersexamen.

o Aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een licentie voor het uitstroomprofiel Media Vormgeving en ICT. De reden is dat onze schilder- en signafdeling opgaat in het nieuwe uitstroomprofiel Bouwen, Wonen en Interieur (BWI), waardoor er voor leerlingen die meer grafisch georiënteerd zijn geen uitstroomprofiel meer voorhanden is.


9

2.4 Resultaten Vergelijking van de Opbrengstenkaarten 2014, 2015 en 2016 (volgens de nieuwe systematiek van de onderwijsinspectie)geeft het volgende beeld:

Opbrengsten 2014

(2012-2013)

Opbrengsten 2015

(2013-2014)

Opbrengsten 2016

(2014-2015)

Driejaars-gemiddelde

Norm

Rendement onderbouw Develsingel -3,80% -5,49% -6,62% -5,29% -0,55%

Rendement onderbouw Loket -14,52% 22,37% -17,65% -1,94% -12,10%

Rendement bovenbouw vmbo b 91,00% 84,03% 90,43% 88,32% 85,17%

Rendement bovenbouw vmbo k 93,07% 88,57% 95,00% 92,16% 85,19%

Rendement bovenbouw vmbo t 90,61% 94,14% 93,62% 92,79% 85,85%

Rendement bovenbouw havo 82,16% 87,02% 83,70% 84,28% 79,00%

Rendement bovenbouw vwo 89,32% 89,19% 90,11% 89,54% 81,31%

Op basis van het driejaarsgemiddelde liggen de bovenbouwrendementen en het onderbouwrendement van het Loket boven de norm, het onderbouwrendement van de Develsingel ligt onder de norm. In de havo-bovenbouw is sprake van een achteruitgang. Het team is volop bezig deze achteruitgang om te zetten in een vooruitgang. Het School-aan-Zet project ”Op weg naar een excellente havo” en het beloningsbeleid voor leerlingen die er goed voor staan hebben aan het einde van de tweede periode van het schooljaar 2015-2016 geleid tot aanzienlijke verbeteringen in het rendement, hetgeen blijkt uit onderstaand schema:

Periode 1 Periode 2

15-16 gem

14-15

13-14

12-13

15-16 gem

14-15

13-14

12-13

DH4 56 69 58 72 77 78 68 62 68 73 DH5 67 65 63 70 63 79 68 65 61 79

De inspectie heeft, op basis van de resultaten, aan alle afdelingen het basistoezicht toegekend:


10

2.5.1 Samenstelling bestuur De Stichting heeft het bestuur ingericht op basis van het one-tier-model: één bestuursorgaan bestaande uit dagelijks bestuurders en toezichthoudende bestuurders. De verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen beide groepen bestuurders is statutair vastgelegd. De samenstelling van het bestuur per 31 december 2015 is als volgt:

mw. drs. A.M. van den Berg, lid toezichthoudend bestuur mw. drs. M.A. de Bruin, lid toezichthoudend bestuur dhr. H.A. van Drimmelen, lid toezichthoudend bestuur, voorzitter dhr. A. Grandia, lid toezichthoudend bestuur dhr. P. Meijer, lid toezichthoudend bestuur dhr. P.H den Otter, rector, lid dagelijks bestuur dhr. M. L. van Riet, conrector, lid dagelijks bestuur dhr. R. L. Vlak, conrector, lid dagelijks bestuur

2.5.2 Onderwerpen bestuursvergaderingen Tijdens de bestuursvergaderingen zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest: Onderwijs: opbrengstenkaarten 2015 en rendementen per rapportperiode; inspectiebezoek in het kader van de kwaliteitsverbetering van de havo-afdeling; onderwijs in projectvorm; beleidsvoornemens 2015-2016; schoolbeleidsplan 2016-2020; Personeel: aanpassing van de formatie aan de dalende leerlingenaantallen; beëindiging van een tweetal dienstverbanden middel beëindigingsovereenkomsten; Financieel: jaarrekening 29014; managementletter accountant; driemaandelijkse financiële rapportages; formatieplan 2015-2016; actualisatie van de risicoanalyse; actualisatie van de meerjarenbegroting; heroverweging van het beleggingsbeleid; Bestuurlijk: strategische keuzes en meerjarenbeleid; inhoudelijke samenwerking tussen SCVOZW en PIT; vernieuwde Code Goed Bestuur; evaluatie van het vergaderjaar 2014-2015; managementrapportage o.b.v. de prestatie-indicatoren uit het schoolbeleidsplan; benoeming nieuw bestuurslid; benoeming leden compliance-commissie.


11

2.5.3 Verslag van het algemeen bestuur Het algemeen bestuur heeft zijn toezichthoudende rol vormgegeven door: het bevragen van de dagelijks bestuurders op de volgende onderwerpen:

belangrijke interne en externe ontwikkelingen; belangrijke wijzigingen op het terrein van wet- en regelgeving;

ernstige problemen of conflicten binnen de stichting en de door haar in stand gehouden school;

calamiteiten die gemeld zijn bij de gerechtelijke autoriteiten; onderwerpen waarover naar verwachting (negatieve) publiciteit in de media te verwachten is;

het bevragen van het dagelijks bestuur op de realisatie van de doelstellingen over het schooljaar 2014-2015 en de monitoring van de tussenevaluaties van de voortgang in het bereiken van de doelstellingen gedurende de schooljaren 2014-2015 en 2015-2016; het algemeen bestuur heeft deze evaluaties goedgekeurd;

het bevragen van het dagelijks bestuur op de financiële managementrapportages en de jaarprognoses per 1 april, 1 juni, 1 oktober en 31 december; ook hieraan heeft het algemeen bestuur goedkeuring verleend;

het bevragen van de dagelijks bestuurders op de realisatie van de kaders van het schoolbeleidsplan 2011-2015 op de gebieden opbrengsten van het onderwijs, financiën, personeel, onderwijstijd, tevredenheid ouders/leerlingen, marktaandelen, β-deelname en veiligheid; ook op dit onderdeel is sprake geweest van goedkeuring.

In het Schoolbeleidsplan 2016-2020 is een gegevensset opgenomen met kengetallen en streefwaarden van die kengetallen. Tweemaal per jaar legt het dagelijks bestuur verantwoording af over de stand van zaken met betrekking tot die kengetallen. Niet ingevulde cellen hebben betrekking op het nog niet afgesloten schooljaar 2015-2016, dan wel op nog niet of niet meer beschikbare gegevens in Scholen op de Kaart.


12

2015 2016 2017 2018

14/15 15/16 16/17 17/18

Onderwijs

rendement onderbouw boven de norm -5% vs -0,6% rendement vwo bovenbouw boven de norm 90% vs 81% rendement havo bovenbouw boven de norm 84% vs 79% rendement vmbo t bovenbouw boven de norm 93% vs 86% slagingspercentage vwo op of boven landelijk gemiddelde 89% vs 92% slagingspercentage havo op of boven landelijk gemiddelde 86% vs 88% slagingspercentage vmbo-t op of boven landelijk gemiddelde 96% vs 94% verschil vwo se-ce ≤ 0,5 + 0,08 verschil havo se-ce ≤ 0,5 - 0,01 verschil vmbo-t se-ce ≤ 0,5 - 0,32

percentielscore alle alfavakken vwo ce ≥ 50 en 22, du 23, gr 2, la 24

percentielscore alle bètavakken vwo ce ≥ 50 sk 32, wb 32 percentielscore alle gammavakken vwo ce ≥ 50 gs 32, mo 29 percentielscore alle alfavakken havo ce ≥ 50 en 20

percentielscore alle bètavakken havo ce ≥ 50 wb 24, na 48, sk 44

percentielscore alle gammavakken havo ce ≥ 50 gs 10, ec 17, mo 32

percentielscore alle alfavakken vmbo-t ce ≥ 50 percentielscore alle bètavakken vmbo-t ce ≥ 50 percentielscore alle gammavakken vmbo-t ce ≥ 50 aandeel β-profielen in vwo ≥ 50% 49% 47% aandeel β-profielen in havo ≥ 35% 31% 35% aandeel nask in vakkenpakket vmbo ≥ 35% 36% 31% Financiën rendement tussen -0,5 en + 0,5 (res/baten) -1,8% kapitalisatiefactor ≤ 0,35 0,30 weerstandsvermogen 22% 17% verhouding lessen/leerlingen DS ≤ 1,26 1,28 1,26 current ratio per 31-12 ≥ 0,5 2,00 reserve personele kosten ≥ 15% personele bekostiging 15% Personeel functiemix 23% LB/46% LC/31% LD 26/42/32 aandeel on- en onderbevoegd gegeven lessen ≤ 15% 20% 12% aandeel eerstegraads gegeven lessen in tweede fase ≥80% 75% 80% aandeel schoolleiding in pers. kosten o.b.v. form. pers.≤ 10% 9% 9% aandeel oop in personele kosten o.b.v. form. pers. ≤ 15% 13% 12% aandeel op in personele kosten o.b.v. form. pers. ≥ 75% 78% 79% ziekteverzuimpercentage ≤ 5,5% 3,74% ziekmeldingsfrequentie ≤ 1,5 1,44 100% formele gesprekken Bekwaamheidsdossiers voor alle collega’s compleet ≥10 stageplaatsen/ in ≥ 6 secties 12/8 80% beginnende docenten tevreden over begeleiding nvt 50% van de leraren geregistreerd in het lerarenregister

15% tov 8% land


13

Onderwijstijd onderwijstijd vwo ≥ 5.700 klokuren onderwijstijd havo ≥ 4.700 klokuren onderwijstijd vmbo-t ≥ 3.700 klokuren geen enkele klas lesuitval ≥ 7% Tevredenheidsonderzoeken oudertevredenheid ≥ landelijk gemiddelde niet bekend leerlingtevredenheid ≥ landelijk gemiddelde niet bekend Medewerkerstevredenheid op/oop ≥ landelijk gemiddelde niet bekend Marktaandeel marktaandeel DS in Zwijndrecht ≥ 35% 37,2% marktaandeel DS in Hendrik-Ido-Ambacht ≥ 35% 28,9% marktaandeel LV in Zwijndrecht ≥ 10% 09,2% marktaandeel LV in Hendrik-Ido-Ambacht ≥ 7% 05,8% Veiligheid aantal BHV-ers ≥ 40 (Develsingel 5 + sporthal) 43+6 aantal EHBO-ers ≥ 7 10 aantal incidenten in praktijklokalen en β-lab ≤ 1 0

2.6 Exploitatiesaldo 2015 Over 2015 is sprake van een negatief exploitatieresultaat. Werd in de begroting uitgegaan van een negatief saldo van ruim € 130.000, het uiteindelijke resultaat bedroeg € 270.013. Belangrijkste oorzaken voor dit verschil zijn: een grote overschrijding op de aanschaf van gebruikersexemplaren van schoolboeken (ca. € 60.000), voor € 10.000 gecompenseerd door een daling van de afschrijvingslasten van

schoolboeken die eigendom zijn van het DevelsteinCollege; een niet begroot negatief saldo van € 23.000 op de reünie (voornamelijk de kosten van de

personeelsactiviteiten tijdens de reünie en een tegenvallende verkoop van het boek dat is samengesteld bij het vijftigjarig bestaan van de school); het betreft een incidentele tegenvaller;

een niet begrote dotatie aan de voorziening voor gespaard persoonlijk budget van bijna € 60.000,- (de noodzaak voor deze voorziening bleek pas na het opstellen van de begroting; in de meerjarenbegroting is een verdere toename van de voorziening inmiddels voorzien);

het niet dalen van de opslag voor werkgeverslasten t.o.v. 2014, waardoor de eerste salarisverhoging van 2015 (0,8% per 1 januari 2015) niet uit de voorspelde daling van de werkgeverslasten kon worden gefinancierd (effect circa € 90.000) welk effect echter vanaf augustus 2015 voor € 40.000 is gecompenseerd door een gunstiger verhouding tussen het aantal gegeven lessen en het aantal leerlingen; dit effect zal in ieder geval in de eerste zeven maanden van 2016 doorlopen;

een grotere bijdrage vanuit het Samenwerkingsverband Noordelijke Drechtsteden (€ 20.000); voor de komende jaren zal deze bijdrage nog verder stijgen;

lager dan begrote lasten op het gebied van administratie en beheer (€ 10.000); De resterende € 30.000 van het verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt door uiteenlopende mee- en tegenvallers van relatief kleine omvang. Met name de overschrijding op de schoolboeken baart zorgen. Daarom zijn de volgende maatregelen genomen: het keuzeproces binnen de secties is eerder opgestart; met alle sectievoorzitters wordt de concept boekenlijst doorgenomen door de directieleden; met name aan de aanschaf licenties voor digitaal materiaal zal in deze gesprekken onderwerp van

aandacht zijn; met Van Dijk Educatie worden gesprekken gevoerd over de overstap van een intern naar een extern

boekenfonds.


14

2.7 Leerlingenaantal Het aantal leerlingen per 1 oktober is in 2015 licht gedaald t.o.v. 2014: 1.890 t.o.v. 1.918 Op de Develsingel is sprake van een daling van 1.536 naar 1.504. Op de Laurensvliet van een stijging van 382 naar 386.

De onderstaande tabel geeft een gedetailleerder inzicht in de verdeling van het aantal leerlingen over de verschillende onderwijsteams:

Vestiging Team Teamleider

Aantal lln 01-10-2015

Aantal lln01-10-2014

Laurensvliet vmbo bk onderbouw Peter Amperse 183 166 vmbo bk bovenbouw Albert de Zwart 203 216 386 382 Develsingel DG1, DA1, HA1 en TH1 Albert Kroezemann 213 192 DT1 en DT2 Veronique de Visser 182 196 DV2 en DV3 Corry Meijers 162 169 DH2 en DH3 Christiaan Blijleven 194 229 DV 4, 5 en 6 Anneke van Santen 191 184 DH4 en DH5 Gert Vonk 285 284 DT3 en DT4 Sidney Franken 277 282 1.504 1.536 Totaal 1.890 1.918

jaar aantal lln aantal lwoo aantal vavo2007 1.861 102 42008 1.932 115 52009 1.980 125 52010 1.937 128 132011 1.960 122 82012 2.051 124 102013 2.029 138 112014 1.918 129 62015 1.890 120 14

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

2006 2008 2010 2012 2014 2016

Aantal lee

rlingen

Leerlingenaantallen

aantal lln

aantal lwoo


15

Opmerkelijk is dat de verdeling van het aantal leerlingen over de verschillende afdelingen een ontwikkeling laat zien waarbij de atheneumafdeling steeds kleiner en vmbo-t steeds groter wordt.

2010-2011 2011-2102 2012-2103 2013-2014 2014-2015 2015-2016gymnasium 05% 05% 05% 05% 05% 04% atheneum 25% 24% 18% 17% 18% 18%

havo 31% 31% 31% 30% 30% 31% vmbo-t 19% 21% 28% 28% 27% 27%

vmbo-bk 20% 19% 18% 20% 20% 20%

Landelijk zijn gegevens bekend over de procentuele verdeling van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs vanaf het derde leerjaar (CBS StatLine: Voortgezet onderwijs, deelname leerlingen naar onderwijssoort). Vergelijking van deze gegevens (over 2014-2015) met die van het DevelsteinCollege over hetzelfde schooljaar geven het volgende beeld, waarbij moet worden opgemerkt dat in de landelijke gegevens ook de categorale gymnasia zijn opgenomen:

landelijkaantal

landelijk procentueel

Develsteinaantal

Develstein procentueel

vwo 163.651 30% 273 24% havo 159.847 30% 290 34% vmbo-gt 114.834 21% 277 24% vmbo-bk 103.329 19% 203 18%

Duidelijk is sprake van een relatief kleine vwo-bovenbouw en een relatief iets grotere havo- en vmbo-t-bovenbouw, waarbij de cijfers van het DevelsteinCollege in 2014-2015 iets dichter bij het landelijk gemiddelde liggen. Overigens geeft het zogenaamde hinkelpad van de Onderwijsinspectie over de afgelopen schooljaren aan dat er sprake is van een overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 die aanmerkelijk dichter bij de landelijke gegevens ligt dan een aantal jaren geleden (tussen haken staan de landelijke percentages). In dit hinkelpad worden de gegevens van het DevelsteinCollege vergeleken met die van andere scholen voor voortgezet onderwijs waar eveneens sprake is van een onderwijsaanbod van vmbo-b/k tot en met vwo.

2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 uit tweede leerjaar naar: vmbo-bk 28% (29%) 27% (29%) 28% (29%) n.n.b. vmbo-t 28% (25%) 30% (26%) 30% (27%) n.n.b. havo 22% (22%) 27% (22%) 24% (22%) n.n.b. vwo 18% (19%) 13% (18%) 17% (18%) n.n.b.


16

2.8 Leerlingenaantal en huisvesting De leerlingenaantallen zijn nu en in de toekomst zodanig dat sprake is van adequate huisvesting. De gemeente Zwijndrecht heeft een krediet beschikbaar gesteld van € 1.600.000 (plus € 428.000 voor eerste inrichting) voor het uitbreiden van het gebouw van Loket ten behoeve van een nevenvestiging voor het praktijkonderwijs van De Sprong, onderdeel van Spon. De Stichting Beheer LOC-gebouw Zwijndrechtse Waard zal optreden als bouwheer. In de zomer van 2015 heeft al een aantal interne verbouwingen plaatsgevonden (keuken begane grond, techniekplein). De bouw zal in het voorjaar van 2016 starten. In verband met de nieuwe uitstroomprofielen van het beroepsonderwijs en de mogelijke komst van maritiem onderwijs binnen de muren van Loket, zullen in de nabije toekomst wellicht aanpassingen aan het gebouw van Loket moeten plaatsvinden. De Zwijndrechtse schoolbesturen hebben een gezamenlijk meerjarenhuisvestingsprogramma 2017-2024 ontwikkeld dat eind 2015 is aangeboden aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zwijndrecht. De presentatie van dit programma aan de gemeenteraad zal eind maart 2016 plaatsvinden. “Samen bouwen in het belang van het kind” is het motto van het programma. Voor het voortgezet onderwijs is het onderstaande in het programma opgenomen: Walburg College (OZHW) en DevelsteinCollege (SCVOZW). Het Walburg College is in de wijk Walburg gevestigd. Het gebouw dateert uit 1989. Het Walburg College heeft op de teldatum 1-10-2015 1.132 leerlingen (met een instroom van circa 240 leerlingen), een licht ruimteoverschot. DevelsteinCollege is in de wijk Kort Ambacht gehuisvest. Het gebouw dateert uit 1977 en is in 2006 en 2008 uitgebreid De school heeft op de teldatum 1- 10-2015 1.503 leerlingen (met een instroom van circa 290 leerlingen). Voor de periode 2030 is de inschatting dat de prognoses van Postmus voor SCVOZW te optimistisch zijn en voor OZHW te pessimistisch. Zeker voor beide vestigingen vmbo-t/havo/vwo. Realistischer lijkt dat beide schoolinstellingen op een gelijk niveau aan leerlingen uit zullen komen (SCVOZW Develsingel 1.334 leerlingen en OZHW Norderstedtplein 1.333 leerlingen). Beide zonder Loket. In 2017 en 2018 ontstaat voor Walburg College een capaciteitsgebrek door groei van het aantal leerlingen en zal dan moeten uitwijken naar andere gebouwen, zoals het theater en de bibliotheek. Voor verdere groei zijn geen uitwijkmogelijkheden. Voor DevelsteinCollege daarentegen ontstaat een capaciteitsoverschot oplopend tot circa 2.000 m2 in 2030. Ambitie: Voor beide scholen geldt, dat op dit moment nog niet duidelijk is hoe de lichte stijging van het leerlingenaantal op het voortgezet onderwijs zich gaat verdelen over de locaties voor voortgezet onderwijs en of de behoefte aan uitbreiding enerzijds en het overschot aan vierkante meters anderzijds zich ook daadwerkelijk gaat manifesteren. Beide scholen hebben een brede aantrekkingskracht en bieden dezelfde opleidingen (beide hebben een gymnasiumafdeling). Naar de toekomst toe zien beide scholen mogelijkheden in een vorm van samenwerking en een nadere afstemming over profilering. Personalisering van het onderwijs leidt uiteindelijk tot aanpassingen in de beide vestigingen (Develsingel en Norderstedtplein) zoals mogelijk minder klassikale lesruimten, zelfs kleinere lesruimten, leerpleinen, collegeruimte etc. Zinvolle afspraken zijn hierover nog niet te maken, maar flexibilisering zal het trefwoord vormen. Maatregelen: De ontwikkelingen kunnen gecombineerd worden met de noodzakelijke renovatietrajecten. Los van de leeftijdsgebonden renovatie kan hierbij worden gedacht aan kwaliteitsverbeteringen zoals klimaatbeheersing, energieverbruik en duurzaamheidsmaatregelen, etc. Gelet op de leeftijd en de aard van de gebouwen, geldt voor beide een renovatie in een termijn van 6-10 jaar. Mogelijke vervangende nieuwbouw in een periode over 25 – 30 jaar.


17

DevelsteinCollege Renovatie oudbouw

(circa 8.000 m2 ) 2021-2024 (2024) € 5.400.000

Walburg College Uitbreiding gebruik m2 door het huren van m2 bij derden (circa 500 m2)

2017-2018 e.v. p.m.

Loket Huidige situatie: In de wijk (Noord) is Loket gehuisvest, een school voor beroepsonderwijs (VMBO/BK) met 757 leerlingen (DC met 386 leerlingen en WC met 372 leerlingen). SCVOZW/DevelsteinCollege heeft binnen Loket (voor de bovenbouw) licenties voor techniek. OZHW/Walburg College heeft binnen Loket licenties voor handel & administratie en zorg &welzijn. Het leerlingenaantal is op termijn licht stijgend en stabiel. Op termijn in 2030 tellen beide vo-vestigingen totaal circa 866 leerlingen. Ambitie: De gemeente Zwijndrecht heeft de ambitie om een maritiem onderwijsarrangement in te richten om te komen tot een vloeiende leerlijn vanaf de basisschool naar goed opgeleid technisch personeel. Met een opleidings- en instroomprogramma zet de gemeenteraad, samen met Het Loket en het MBO, optimaal in op de vestiging van nautisch technisch onderwijs in Zwijndrecht. De realisatie van deze ambitie zal geen invloed hebben op Develsingel en Norderstedtplein, maar wel leiden tot een herschikking binnen Loket omdat daar een afdeling wordt toegevoegd met mogelijkheden tot extra externe instroom. Hierover is op dit moment nog niets met zekerheid te zeggen, maar het is een ontwikkeling die grote aandacht verdient. Vernieuwingen vmbo-bb/kb (nieuwe uitstroomprofielen: produceren-installeren-energie (PIE)/ Mobiliteit en transport (MT) / bouw-wonen-interieur (BWI en een lopende aanvraag voor vraag media-vormgeving-ict (MVI) zullen leiden tot bouwkundige aanpassingen die op dit moment nog niet te kwantificeren zijn. Verder is er op de langere termijn renovatie nodig.


18

III. Contacten met derden 3.1 Loket Binnen het Loket wordt nauw samengewerkt met het Walburg College, het Da Vinci College en de nieuwe gebruiker van het gebouw, praktijkschool De Sprong. Steeds meer zaken worden op elkaar afgestemd, waardoor de school zich steeds meer met één gezicht naar buiten presenteert. Het DevelsteinCollege levert een bijdrage aan de dekking van de kosten van de Stichting Beheer LOC-gebouw Zwijndrechtse Waard die vrijwel gelijk is aan de materiële bekostiging van de leerlingen van het DevelsteinCollege in het Loket. Onderling brengen de drie moederinstellingen elkaar de kosten van het gemeenschappelijk ondersteunend personeel in rekening op basis van overeenkomsten van kosten voor gemene rekening. 3.2 Gemeente Zwijndrecht en Drechtsteden Er is met de gemeente Zwijndrecht intensief contact op de volgende terreinen: het opstellen van een meerjaren huisvestingsplan 2017-2024; besturenoverleg en OOGO; de huisvesting van de nevenvestiging van De Sprong in de Zwijndrechtse Waard; de relatie tussen de ontwikkelingen op het gebied van de invoering van het passend onderwijs en de

invoering van de Wet op de Jeugdzorg (tot uiting komend in de ambtelijke notitie van het Drechtstedenbestuur ‘Passend Verbinden’.

Op het niveau van de Drechtsteden is overlegd over: het voortijdig schoolverlaten; het passend verbinden van onderwijs en jeugdzorg in regionaal verband; de mogelijke komst van vluchtelingen die als leerling worden ingeschreven, de huisvesting van deze

leerlingen (afgestemd binnen de samenwerkingsverbanden Noordelijke Drechtsteden – vo en Drechtsteden – po) en de financiering daarvan door gemeenten, scholen en samenwerkingsverbanden.

3.3 Samenwerkingsverband Noordelijke Drechtsteden (28.13) Ten behoeve van de versterking van de zorg voor met name de vmbo-leerlingen wordt actief deelgenomen aan de activiteiten van het Samenwerkingsverband 28.13 (Noordelijke Drechtsteden). Belangrijkste agendapunt van de vergaderingen van het dagelijks en het algemeen bestuur van dit samenwerkingsverband is de implementatie van het passend onderwijs. Door de invoering van de Wet Passend Onderwijs ontstonden vanaf 1 augustus 2014 nieuwe geldstromen vanuit het Samenwerkingsverband naar SCVOZW. Het gaat dan met name om arrangementsgelden, naast de al bestaande (en inmiddels uitgebreide) vergoedingen voor deskundigheidsbevordering en schoolmaatschappelijk werk. Vanaf augustus 2016 zullen ook de lwoo-gelden via het Samenwerkingsverband gaan lopen. De afdrachten aan het Samenwerkingsverband zullen afnemen omdat het Samenwerkingsverband de kosten van de advies- en toewijzingscommissie en de reboundkosten voor eigen rekening gaat nemen.


19

3.4 Basisonderwijs (Obade) Het Overleg Basisonderwijs DevelsteinCollege voorziet in contacten tussen het christelijk basisonderwijs van Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht en het DevelsteinCollege. In 2015 zijn er opnieuw vier bijeenkomsten geweest om de samenwerking te bespreken en twee ontmoetingen met de directeuren en de leerkrachten van groep 8. Tevens is er regelmatig overleg tussen de dagelijks bestuurders van SCVOZW, PIT (protestants-christelijk basisonderwijs in Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Alblasserdam) en SKOBA (katholiek onderwijs in Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht). Het overleg met PIT is geïntensiveerd. Maandelijks zijn er besprekingen tussen de dagelijks bestuurders van SCVOZW en PIT om te kijken op welke gebieden inhoudelijk kan worden samengewerkt in het belang van de leerlingen. 3.5 Rectorenoverleg Vijf maal per jaar vindt er collegiale consultatie plaats tussen de rectoren/bestuurders van CVO Alblasserwaard-Vijfherenlanden (csg De Hoven en Heerenlanden College), Altenacollege, CSG Willem van Oranje, CSG De Lage Waard, H3O (Insulacollege) en het DevelsteinCollege. 3.6 Samenwerking met VAVO-instellingen Met het Rijnmond College (Rotterdam), het Da Vinci College (Dordrecht) en het Albeda College (Rotterdam) zijn samenwerkingsovereenkomsten VO-VAVO gesloten. Via deze overeenkomsten worden VO-leerlingen ‘uitbesteed’ aan een instelling voor volwassenenonderwijs met het doel te voorkomen dat deze leerlingen (meestal gezakte eindexamenkandidaten) als voortijdig schoolverlater het DevelsteinCollege verlaten. In het schooljaar 2014-2015 waren er zes VAVO-leerlingen ingeschreven bij de diverse ROC’s, in 2015-2016 veertien. De VAVO-scholen innen de rijksbekostiging (personeel, materieel en boekengeld) voor 50% of 100% bij het DevelsteinCollege. 3.7 Samenwerking met hogescholen in Rotterdam Tijdens de zesde Studiebeurs Rotterdam op woensdag 15 oktober 2014, ondertekenden 52 scholen uit het voortgezet onderwijs samen met Codarts, Hogeschool InHolland, Hogeschool Rotterdam en Thomas More Hogeschool de intentieverklaring ‘Samen werken aan een betere aansluiting’. De onderwijsinstellingen gaan de komende jaren gezamenlijk werken aan de verbetering van de overgang van leerlingen naar het hbo met als doel het studiesucces te verhogen en de uitval te minderen. Afgesproken werd dat intensivering en uitbreiding van samenwerking gewenst is op de thema’s die zorgen voor een goede aansluiting en de monitoring van deze aansluiting. Deze thema’s zijn: loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB); vakinhoudelijke aansluiting; hbo-vaardigheden; analyse doorstroomcijfers.


20

3.8 Relevante maatschappelijk en politieke ontwikkelingen Op basis van het sectorakkoord staan voor de komende jaren de volgende aandachtsgebieden centraal: uitdagend onderwijs voor elke leerling; eigentijdse voorzieningen; brede vorming voor alle leerlingen; partnerschap in de regio; scholen als lerende organisatie; toekomstbestendigheid organiseren: koppeling van onderwijs- en personeelsontwikkeling; nieuwe verhoudingen in verantwoording en toezicht. Daartoe heeft het DevelsteinCollege strategische doelen ontwikkeld op de onderstaande onderwerpen (uitgewerkt in het Schoolbeleidsplan 2016/2020): gedegen en uitdagend onderwijs; doorstroom verbeteren, minder zittenblijvers en afstromende leerlingen; meer maatwerk, gepersonaliseerd onderwijs; versterken van de digitalisering van het onderwijs; plusdocument voor alle leerlingen; versterken kwaliteit personeel; uitwisselingsprogramma met bedrijfsleven; systematisch werken aan bekwaamheid schoolleiders; jaarlijks tevredenheidsonderzoek personeel; enquête onder oud-leerlingen; belang basisvaardigheden rekenen/taal; stimuleren ß- profielen en uitstroomrichtingen; loopbaanoriëntatie en -begeleiding versterking horizontale verantwoording.


21

3.9 Klachtenafhandeling Het DevelsteinCollege kent een klachtenregeling. De klachtenregeling stelt leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en personeel in staat om klachten over de gang van zaken en gebeurtenissen in een school aan de orde te stellen. Klachten kunnen betrekking hebben op gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag van het DevelsteinCollege en personeel of het nalaten daarvan en ook op gedragingen van anderen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Om een paar terreinen te noemen: het begeleiden van leerlingen, het toepassen van strafmaatregelen, het beoordelen van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Vanzelfsprekend doet het DevelsteinCollege er alles aan om klachten te voorkomen of, indien er toch een klacht is, deze zo adequaat en snel mogelijk op te lossen in onderling overleg tussen ouder(s)/ verzorger(s), leerlingen, personeel en schoolleiding. Wordt een klacht door de school niet naar tevredenheid opgelost of bestaat er geen andere mogelijkheid om de klacht te behandelen, dan kan iedereen die bij het DevelsteinCollege betrokken is, gebruik maken van deze regeling. Klachten waarvoor een aparte regeling bestaat en/of een proceduremogelijkheid bij een commissie, worden volgens die procedure afgehandeld. Voorbeelden hiervan: de beroepsmogelijkheid inzake de examenregeling of een klacht over medezeggenschap die bij een geschillencommissie kan worden ingediend. In 2015 zijn alle door ouder(s)/verzorger(s) aangedragen zaken door de school naar tevredenheid afgehandeld en hoefde geen beroep gedaan te worden op de klachtenregeling. 3.10 Horizontale dialoog De horizontale dialoog vindt vooral plaats in de contacten met medezeggenschapsraad, ouderraad en oudercontactgroepen en leerlingenparlementen (ieder onderwijsteam kent een oudercontactgroep en een leerlingenparlement). Verder zijn het ouderportaal, het leerlingenportaal en de contactbulletins belangrijke bronnen van informatie en verantwoording. Er wordt gewerkt aan een Strategisch Communicatieplan waarin alle aspecten van het communicatiebeleid van het DevelsteinCollege worden vastgelegd.


22

IV. Personeelsbeleid 4.1 Omvang personele formatie De noodzaak om een solide financieel beleid te voeren, dwingt met name om zorgvuldig om te gaan met de personele formatie. De begrote loonkosten bedroegen € 11.550.000. De gerealiseerde kosten waren € 11.750.000. Als de begrote loonkosten worden gecorrigeerd voor de niet begrote salarisverhogingen (2,22% op jaarbasis) stijgt het begrote bedrag aan loonkosten tot € 11.800.000. Tegen de verwachting in gestegen werkgeverslasten (1%-punt) doen dit bedrag verder stijgen tot € 11.900.000. Dat de realisatie dan toch uitkomt op € 11.750.000 wordt veroorzaakt door de daling van de ratio lessen/leerlingen. Op de Develsingel daalde deze ratio van 1,2856 naar 1,2545, op de Laurensvliet was sprake van een lichte stijging van 1,5608 naar 1,5849. Voor de gehele scholengemeenschap daalde ratio van 1,3402 naar 1,3218. Dit betekende een besparing van 39 lessen ofwel, op basis van een geheel schooljaar, een besparing van € 120.000,- De omvang van de personele formatie ontwikkelde zich in 2014 als volgt:

personen f.t.e.’s personeel per 01-01-2015 212 172,4 personeel per 31-12-2015 206 167,7


23

4.2 Ziekteverzuim en ziekmeldingsfrequentie Uit het overzicht blijkt dat de ziekmeldingsfrequentie in 2015 nog verder is gedaald, maar dat het ziekteverzuim voor het eerst sinds jaren een stijging te zien geeft. De landelijke cijfers van 2015 zijn nog niet bekend, die van 2011 en 2012 zijn herzien op basis van de door VOION gehanteerde nieuwe berekeningssystematiek.

Kalenderjaaro.p. directie+o.o.p.

2007 5,0 5,0 5,82008 6,0 5,1 5,82009 4,8 5,1 5,82010 4,3 4,9 5,42011 4,3 5,0 5,22012 2,9 5,2 5,52013 2,7 5,0 5,42014 2,6 4,9 5,12015 3,4

landelijkZiekteverzuim (%)

school

1,0

2,0

3,0

4,0

5,0

6,0

7,0

2006 2008 2010 2012 2014 2016

Percentage

Ziekteverzuim

school

o.p. landelijk

directie+o.o.p. landelijk


24

kalenderjaaro.p directie+o.o.p.

2007 1,68 1,7 1,42008 1,66 1,7 1,42009 1,63 1,7 1,42010 1,52 1,5 1,32011 1,75 1,7 1,32012 1,59 1,7 1,32013 1,36 1,7 1,42014 1,28 1,6 1,32015 1,23

ziekmeldingsfrequentie

schoollandelijk

1,10

1,20

1,30

1,40

1,50

1,60

1,70

1,80

2006 2008 2010 2012 2014 2016

Ziekmeldingsfrequentie

school

o.p. landelijk

directie+o.o.p.

landelijk

4.3 Beleid inzake de beheersing van uitkeringen na ontslag Per 31 december 2015 kregen drie oud-medewerkers een ww-uitkering. Over heel 2015 bedroeg het eigen aandeel in die uitkeringen ca. € 35.000 (en was dus sprake van een totale uitkeringslast van bijna € 140.000). Met de oud-medewerkers is iedere acht weken contact vanuit HRM en wordt ondersteuning geboden in het vinden van een nieuwe betrekking. 4.4 Overige personeelsaangelegenheden In het verslagjaar is via een drietal vaststellingsovereenkomsten en de opzegging van een tijdelijke aanstelling in verband met onbevoegdheid afscheid genomen van vier medewerkers.


25

V. Financiën 5.1 Verdeling van de leerlingen over de vestigingen Over de afgelopen jaren zag de verdeling van de leerlingen (exclusief VAVO-leerlingen) over de twee vestigingen er als volgt uit:

5.2 Bekostiging 2015 t.o.v. 2014 De rijksbekostiging was in 2015 circa € 370.000 lager dan in 2014. Voornaamste oorzaken waren: een lagere personele bekostiging in verband met de daling van het leerlingenaantal (effect circa

€ 330.000); een lagere materiële bekostiging, eveneens in verband met de daling van het leerlingenaantal (effect

circa € 50.000); een hoger bedrag, in verband met de stijging van het bedrag per leerling, voor de prestatiebox vo

(effect circa € 40.000 positief); een hogere subsidie voor studieverloven (effect circa € 40.000 positief). Het restant van het verschil wordt veroorzaakt door kleinere posten (minder inkomsten voor bekostiging lesmateriaal en functiemix Randstadregio en bovendien een hogere inhouding wegens de verrekening van uitkeringskosten).

2007-2008 1.481 380 1.861 1002008-2009 1.522 410 1.932 1042009-2010 1.566 414 1.980 1062010-2011 1.551 386 1.937 1042011-2012 1.591 369 1.960 1052012-2013 1.682 369 2.051 1102013-2014 1.616 413 2.029 1092014-2015 1.536 382 1.918 1032015-2016 1.504 386 1.890 102

Index totaal2007-2008 = 100Kalenderjaar Develsingel Laurensvliet Totaal

0

500

1000

1500

2000

2500

Aantal le

erlingen

Aantal leerlingen per vestiging

Develsingel

Laurensvliet

Totaal


26

Soort subsidie 2015 2014 VerschilPersonele bekostiging € 11.471.000 € 11.803.000 -€ 332.000Verrekening collectieve uitkeringskosten -€ 137.000 -€ 124.000 -€ 13.000Verrekening individuele uitkeringskosten -€ 10.000 € 0 -€ 10.000Bekostiging nieuwkomers € 0 € 0 € 0Bekostiging functiemix Rijnmond € 292.000 € 314.000 -€ 22.000Prestatiebox € 355.000 € 318.000 € 37.000Studieverlof in kader van lerarenbeurs € 80.000 € 46.000 € 34.000Subtotaal vnl personele bekostiging € 12.051.000 € 12.357.000 -€ 306.000

Bekostiging exploitatiekosten € 1.699.000 € 1.749.000 -€ 50.000Lesmateriaal (gratis schoolboeken) € 593.000 € 609.000 -€ 16.000Subtotaal vnl materiële bekostiging € 2.292.000 € 2.358.000 -€ 66.000Prestatiesubsidie VSV € 47.000 € 43.000 € 4.000Subtotaal algemene bekostiging € 47.000 € 43.000 € 4.000

Totaal € 14.390.000 € 14.758.000 -€ 368.000 De gelden Prestatiebox VO zijn als volgt besteed:

lessenklokuren per eenheid

totaal aantal klokuren

kosten per uur totale kosten

Extra lessen rekenen DS 11 48 528+500 € 46 € 47.288

Cambridge DS 10,25 48 492 € 46 € 22.632

Delf DS 4,5 48 216 € 46 € 9.936

Goethe Zertifikat 4,25 48 204 € 46 € 9.384

Obelisk/hoogbegaafdheid DS 100 € 46 € 4.600

Elementair Boekhouden DS 4 48 192 € 46 € 8.832

Cito VAS DS en LV € 20.000

DOC DS en LV 1105 € 46 € 50.830

LOC-niveau LV 16 43 688 € 46 € 31.648

LOC rekenen LV 18 43 774 € 46 € 35.604

Studiekosten personeel DS/LV € 30.000

Train-de Trainer-traject DS € 17.000

SAZ Excellente Havo DS 340 € 46 € 15.640

E-coach LV 40 € 46 € 1.840

Kwaliteitsmedewerkers LV 30 € 46 € 1.380

Ped.-did. Coördinator LV 500 € 46 € 23.000

Projectleider rekenen LV 75 € 46 € 3.450

Contextrijk beroepsonderwijs LV 130 € 46 € 5.980

Totaal € 339.044


27

Aan de prestatiesubsidie VSV (vaste deel) ad € 35.000 kunnen de volgende kosten worden toegerekend: klokuren kosten per uur totale kostenLidmaatmaatschap rector bestuur RMC-regio 12 € 73 € 876Inzet teamleiders in terugdringen VSV 9*50 € 51 € 22.950Inzet decanaat vmbo bij warme overdracht naar mbo 2*100 € 46 € 9.200Inzet dienstkamer/opvanglokaal ter voorkoming uitval 2*200 € 26 €10.400Inzet relatiebeheerder DUO inzake VSV 25 € 26 € 650Totaal € 44.076 5.3 Treasury management De belangrijkste elementen van het statuut:

- het bestuur laat zich in treasuryaangelegenheden adviseren door de treasurycommissie die bestaat uit twee toezichthoudende bestuursleden en een lid van het dagelijks bestuur van de stichting,

- de doelstellingen van de treasuryfunctie hebben betrekking op het voorzien in de liquiditeit op korte en lange termijn, op de hoogte van de financieringskosten, op het beleggen in liquideerbare en risicomijdende beleggingen, op kosteneffectief resultaatbeheer en op de adequate inzet van rente-instrumenten,

- ten aanzien van de benodigde liquiditeit beschikt SCVOZW enerzijds over tijdelijk overtollige kasmiddelen (rentedragend uitgezet) en anderzijds over een rekening-courantfaciliteit van maximaal € 250.000 (jaarlijks van 1 december tot en met 31 januari van het daaropvolgende jaar i.v.m. het ontvangsten- en betalingsritme van de personele bekostiging),

- jaarlijks wordt een treasuryplan opgesteld dat onderdeel uitmaakt van de begrotingsstukken, - beleggingen voldoen aan de criteria van de regeling ‘beleggen en belenen door instellingen voor

onderwijs en onderzoek 2010’ en worden in eerste instantie gedaan op basis van een openbare kredietwaardigheidsbeoordeling door twee ratingbureaus waarbij, bij beleggingen met een looptijd van langer dan drie maanden niet lager dan in AA worden belegd en bij een looptijd van maximaal drie maanden niet lager dan in A worden belegd,

- tevens zal worden gestreefd naar een evenwichtige duration binnen de beleggingen, - de naleving van het treasuryplan wordt gecontroleerd door de accountant.

In haar vergadering van november 2015 heeft de commissie vastgesteld dat de beleggingen een negatieve opbrengst genereren en is met de adviseurs van de Rabobank gesproken over wel renderende beleggingen. De bank was het met de commissie eens dat, binnen de regels van Belenen en Beleggen op dit moment geen goede beleggingsalternatieven voorhanden zijn. In overleg met de bank is besloten de resterende beleggingen te verkopen, de beleggersrekening op te heffen en liquide middelen uitsluitend aan te houden op de rekening-courant van de stichting en de doelspaarrekening.


28

5.4 Eigen Vermogen Het eigen vermogen van de Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Zwijndrechtse Waard bedroeg per 31 december 2015 € 2.502.002 (31-12-2014: € 2.772.015) en is voor € 2.359.196 ( € 2.608.451) verkregen uit publieke middelen en voor € 142.806 (€ 163.564) uit private middelen (reserve materiaal- en ouderfonds). Aan de debetzijde van de balans is dit deel van het eigen vermogen terug te vinden onder de liquide middelen. De omvang van de personele reserve bedraagt € 1.604.000 (€ 1.648.000). Inclusief de voorziening voor ambtsjubilea (€ 92.400) is er sprake van een personele reserve ter grootte van 15% (15%) van de personele rijksbijdrage. Tegenover de reserves staan voldoende financiële vaste activa in de vorm van vorderingen op korte termijn en liquide middelen. 5.5 Voorzieningen De voorzieningen betreffen:

- De voorziening spaarverlof waaraan wordt gedoteerd door personeelsleden die voor een periode van maximaal twaalf jaar sparen om daarna verlof op te nemen. In 2015 is € 31.055 meer onttrokken aan de voorziening dan gedoteerd. De komende jaren zal vaker meer worden onttrokken aan de voorziening dan gedoteerd. Voor 2016 houden dotaties en onttrekkingen elkaar naar verwachting vrijwel in evenwicht.

- De voorziening voor gespaard persoonlijk budget die is opgebouwd vanaf augustus 2014 en bedroeg per 31 december 2014 € 23.614. In 2015 is de voorziening met € 58.856 gegroeid tot € 82.470. Ook in 2016 zal sprake zijn van een dotatie van circa € 60.000.

- De voorziening nog op te nemen verlof door het O.O.P. die gedurende 2015 met € 5.669 is afgenomen van € 66.530 naar € 60.861. In 2016 zal deze voorziening naar verwachting verder afnemen.

- De voorziening ambtsjubilea die op 31 december 2015 168 * € 550 = € 92.400 bedraagt. Door een verdere daling van het personeelsbestand in 2016 zal deze voorziening verder afnemen.

- De voorziening inzake de verplichting uit hoofde van individuele ww-rechten van oud-medewerkers. Op 31 december 2014 bedroeg deze voorziening € 48.577 op basis van de resterende ww-rechten van vijf medewerkers. Op 31 december 2015 is de voorziening met € 37.726 afgenomen tot € 10.831 op basis van de resterende ww-rechten van drie oud-medewerkers. Naar verwachting zal de hoogte van de voorziening ultimo 2016 niet afwijken van de stand per 31 december 2015.

- De voorziening voor groot onderhoud, gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan 2014-2023. De voorziening groeide in 2015 van € 603.409 naar € 616.984 door een dotatie van € 180.000 en een iets kleinere onttrekking van € 166.425.

5.6 Exploitatie Het exploitatieresultaat over 2015 is € 270.013 negatief. Dit was over 2014 € 241.599 positief. De resultaatbestemming maakt onderdeel uit van de jaarrekening.


29

5.7 Toelichting verschillen van 2015 ten opzichte van 2014 en de begroting 2015 De verschillen ten opzichte van 2014 zijn: Lagere rijksbijdragen OC en W € 489.807 - Lagere gemeentelijke bijdragen € 66.055 - Lagere overige baten € 23.719 - Lagere personele lasten € 129.339 + Hogere afschrijvingslasten € 28.557 - Hogere huisvestingslasten € 16.946 - Lagere overige instellingslasten € 8.359 + Lager saldo financiële baten en lasten € 24.226 - Rijksbijdragen OC en W De lagere rijksbijdragen worden veroorzaakt door het dalen van het aantal

leerlingen van 1.918 naar 1.890. Gemeentelijke bijdragen Zijn gedaald, omdat in 2014 meerdere jaren van de subsidie voor de Brede

School werden afgerekend. Personele lasten Daling door het lagere aantal leerlingen en bezuinigingen. De verschillen ten opzichte van de begroting 2015 zijn: Hogere rijksbijdragen OC en W € 223.550 + Hogere gemeentelijke bijdragen € 27.320 + Hogere overige baten € 25.438 + Lagere personele lasten € 250.367 + Lagere afschrijvingslasten € 13.720 + Hogere huisvestingslasten € 6.273 - Hogere overige instellingslasten € 163.825 - Lager saldo financiële baten en lasten € 18.010 - De personele lasten, huisvestingslasten en het saldo van de financiële baten en lasten laten hetzelfde beeld zien als bij de vergelijking met 2014. Rijksbijdragen Vallen hoger uit door compensatie van de salarismaatregelen door het Rijk, de

hogere bijdrage voor de Prestatiebox en meer doorbetalingen van het Samenwerkingsverband.

Personele lasten Vallen hoger uit door de maatregelen van het Rijk Overige instellingslasten De hogere uitgaven voor de overige instellingslasten worden veroorzaakt door

fors meer uitgaven voor leermiddelen, onvoorziene uitgaven voor het 50-jarig jubileum, hogere uitgaven door de ouderraad en de niet begrote kosten t.g.v. een calamiteit tijdens de excursie van de examenkandidaten naar Disneyland Parijs.


30

5.8 Kengetallen In onderstaande tabel zijn instellingsgegevens en instellingskengetallen weergegeven over een periode van vijf kalenderjaren. Doordat met ingang van 2012 niet meer geconsolideerd is, is een aantal kengetallen vanaf 2012 niet goed vergelijkbaar met die van eerdere jaren.

2011 2012 2013 2014 2015

leerlingenaantal op 1 okt. t-1 1937 (+13 VAVO)1960(+8 VAVO) 2051(+11 VAVO) 1918 (+6 vavo) 1890(+14 vavo)

Rijksbijdrage OC&W € 13.894.330 € 14.261.396 € 15.409.101 € 14.985.776 € 14.495.969Overige overheidsbijdragen € 39.250 € 173.091 € 140.297 € 153.375 € 87.320Overige baten € 299.674 € 293.707 € 532.884 € 584.582 € 560.863Totaal baten € 14.233.254 € 14.728.195 € 16.082.282 € 15.723.733 € 15.144.152Personele lasten € 12.315.501 € 12.234.659 € 12.229.563 € 12.289.506 € 12.160.167Afschrijvingen € 494.239 € 514.418 € 514.677 € 550.569 € 579.126Huisvestingslasten € 751.716 € 673.178 € 812.162 € 826.827 € 843.773Overige instellingslasten € 1.346.897 € 1.201.280 € 1.819.521 € 1.863.242 € 1.854.883Totaal lasten € 14.908.353 € 14.623.535 € 15.375.923 € 15.530.144 € 15.437.949Saldo baten en lasten -€ 675.099 € 104.660 € 706.359 € 193.589 -€ 293.797Saldo fin. baten en lasten € 94.917 € 54.807 € 30.562 € 48.010 € 23.784Buitengewoon resultaat € 0 € 0 € 0 € 0 € 0Exploitatieresultaat -€ 580.182 € 159.467 € 736.921 € 241.599 -€ 270.013

Rentabiliteit (res/totale baten) -4,07% 1,08% 4,58% 1,54% -1,80%Solvabiliteit (ev/tv per 31-12) 0,71 0,65 0,70 0,72 0,71Current ratio (vl act/vl pass) 0,53 0,81 1,65 1,89 1,99

Gem EV/totale baten 23,72% 14,97% 13,44% 16,86% 17,40%Voorzieningen (gem)/baten 3,74% 3,81% 6,01% 6,40% 6,95%Personele lasten/totale lasten 82,61% 83,66% 79,54% 79,13% 78,77%Investering huisvesting/totale bat 0,00% 0,00% 0,00% 1,70% 0,71%Investering inv+app/totale baten 1,93% 1,89% 1,11% 1,54% 1,42%Beleggingen/EV (per 31/12) 50,11% 11,93% 10,77% 10,24% 0%Kapitalisatiefactor excl geb 0,24 0,24 0,29 0,30 0,30Personele lasten/rijksbijdragen 88,64% 85,79% 79,37% 82,01% 83,89%

Afschrijvingslasten/totale lasten 3,32% 3,52% 3,35% 3,55% 3,75%Huisvestingslasten/totale lasten 5,04% 4,60% 5,28% 5,32% 5,47%Overige instellingslasten/totale las 9,03% 8,21% 11,83% 12,00% 12,01%

Totale lasten per leerling € 7.697 € 7.461 € 7.497 € 8.097 € 8.168Personele lasten per leerling € 6.358 € 6.242 € 5.963 € 6.407 € 6.434Huisvestingslasten per leerling € 388 € 343 € 396 € 431 € 446

Investeringen Gebouwen en terreinen € 0 € 0 € 65.619 € 266.572 € 106.785 Inventaris en apparatuur € 295.301 € 278.154 € 178.836 € 241.732 € 215.479 Overige materiele vaste activa € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 Boeken € 187.489 € 222.901 € 136.934 € 127.967 € 198.244 Totaal € 482.790 € 501.055 € 381.389 € 636.271 € 520.507


31

5.9 Toelichting op een aantal kengetallen Deze toelichting beperkt zich tot de in het rapport van de Commissie Vermogensbeheer (commissie Don) genoemde kengetallen op het gebied van vermogensbeheer en budgetbeheer. Ten aanzien van het vermogensbeheer werkt de commissie Don met de begrippen kapitalisatiefactor en solvabiliteit. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balanstotaal exclusief gebouwen en terreinen per ultimo van een bepaald jaar te delen door de totale baten (incl. rentebaten) van dat jaar. Voor grote besturen (besturen met een subsidiestroom die groter is dan € 12.000.000) bedraagt de gewenste maximale hoogte van deze kapitalisatiefactor 0,35 en wordt gesproken van een excessieve hoogte van deze factor als deze groter is dan 0,525. Voor de afgelopen jaren bedroeg de reeks kapitalisatiefactoren (excl. gebouwen) voor het DevelsteinCollege: 2011 2012 2013 2014 2015 Balanstotaal € 3.452.000 € 3.547.000 € 4.653.000 € 4.795.000 € 4.508.000 Totale baten €14.277.000 € 14.728.000 € 16.082.000 € 15.724.000 € 15.144.000 Kap. factor 0,24 0,24 0,29 0,30 0,30 De waarde van de kapitalisatiefactor bevindt zich dus ruimschoots onder de door de commissie Don gestelde maximumgrens. De kapitalisatiefactor van 0,297 kan worden opgesplitst in: transactiefunctie 0,095 (norm: maximaal 0,115) financieringsfunctie 0,122 (norm: maximaal 0,175) financiële buffer 0,080 (norm: maximaal 0,050) De financiële buffer is gedaald door de stijging van de financieringsfunctie door het opnemen in de activamodule van het boekhoudprogramma van inmiddels afgeschreven, maar nog in gebruik zijnde materiële vaste activa. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen, vermeerderd met de voorzieningen te delen door het totale vermogen. De commissie Don beveelt een ondergrens van 20% (0,20) aan en geeft geen bovengrens aan. De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde van 30%. Deze reeks vertoont over de afgelopen jaren het volgende beeld: 2011 2012 2013 2014 2015 Eigen Vermogen € 3.086.000 € 2.285.000 € 2.530.000 € 2.772.000 € 2.502.000 Voorzieningen € 636.000 € 484.000 € 957.000 € 1.055.000 € 1.050.000 € 3.722.000 € 2.777.000 € 3.507.000 € 3.827.000 € 3.552.000 Totaal Vermogen € 5.237.000 € 4.247.000 € 4.999.000 € 5.302.000 € 4.984.000 Solvabiliteit 0,71 0,65 0,70 0,72 0,71 Ten aanzien van het budgetbeheer stelt de commissie Don dat ontvangsten in een bepaald jaar grotendeels (lees: bijna geheel) zouden moeten leiden tot uitgaven in datzelfde jaar (structureel evenwicht) en dat slechts een beperkte transactie- en risicoliquiditeit dient te worden aangehouden. In het budgetbeheer spelen twee kengetallen een rol: rentabiliteit (exploitatiesaldo als percentage van de totale baten) en current ratio (vlottende activa t.o.v. de vlottende passiva).


32

De commissie Don beveelt voor de rentabiliteit een ondergrens aan van 0% en een bovengrens van 5%. De rentabiliteit ontwikkelde zich gedurende de afgelopen jaren als volgt: 2011 2012 2013 2014 2015 Exploitatiesaldo € - 580.000 € 159.000 € 737.000 € 242.000 € - 270.000 Totale baten € 14.233.000 € 14.728.000 € 16.082.000 € 15.724.000 € 15.144.000 Rentabiliteit - 4,07% 1,08% 4,58% 1,54% - 1,80% Voor de current ratio beveelt de commissie Don een ondergrens van 0,5 en een bovengrens van 1,5 aan. De current ratio laat de volgende ontwikkeling zien: 2011 2012 2013 2014 2015 Vlottende activa € 809.000 € 1.195.000 € 2.490.000 € 2.788.000 € 2.858.000 Vlottende passiva € 1.515.000 € 1.475.000 € 1.511.000 € 1.475.000 € 1.432.000 Current ratio 0,69 0,53 1,65 1,89 2,00 Weerstandsvermogen Door een negatief exploitatieresultaat raakt het in de risicoanalyse gestelde doel (een weerstandsvermogen van 22% met een daarbij behorend eigen vermogen van € 3.100.000) uit zicht. Ten opzichte van 31 december 2014 is het weerstandsvermogen per 31 december 2015 gedaald van bijna 18% tot 16,5%. Dit noopt tot verdergaande bezuinigingen. Een lastige opgave bij dalende leerlingenaantallen en een aangekondigde herziening van het bekostigingsstelsel m.i.v. 1 januari 2018 waarbij sprake is van een oplopende vermindering van de bekostiging tot een bedrag van € 500.000 vanaf 2022. Samenvattend: de kapitalisatiefactor bevindt zich inmiddels ruimschoots binnen de door de commissie Don gestelde

grenzen en herstelt zich t.o.v. de daling van de afgelopen jaren; de solvabiliteit bevindt zich op een geruststellend hoog niveau; de rentabiliteit is negatief; de current ratio is te hoog, mede door het verkopen van de beleggingen; het weerstandsvermogen ontwikkelt zich in negatieve zin.


33

VI. Continuïteitsparagraaf

6.1 Leerlingenaantallen en personeelsomvang

Kengetal (stand per 31/12) 2015 Prognose2016

Prognose 2017

Prognose 2018

Leerlingenaantal (ex VAVO) 1.890 1.788 1.743 1.713 Formatie onderwijzend personeel 133 130 129 128 Formatie ondersteunend personeel 30 29 28 27 Formatie directie 4,5 4,5 4,5 4,5

In 2015-2016 was het aantal brugklasaanmeldingen weer op een aanvaardbaar niveau: 380. Voor 2016-2017 wordt een terugval verwacht naar 340 aanmeldingen in verband met een voor het DevelsteinCollege ongunstige verdeling van de leerlingen van de groepen acht over de aanleverende basisscholen. Dit gevoegd bij een grotere uitstroom van leerlingen zal het aantal leerlingen dalen met iets meer dan 100. Deze daling zal worden opgevangen door een reductie van het aantal klassen met drie (twee op de Develsingel, één op de Laurensvliet). De gesprekken met individuele medewerkers en secties om de formatie in overeenstemming te brengen met dit dalende leerlingenaantal zijn in volle gang.

6.2 Verlies- en winstrekening BATEN 2015 Begroting

2016 Prognose

2017 Prognose

2018 Rijksbijdrage € 14.496.000 € 14.588.000 € 13.950.000 € 13.800.000Overige overheidsbijdragen en subsidies

€ 87.000 € 62.000 € 55.000 € 55.000

Overige baten € 561.000 € 546.000 € 541.000 € 539.000Totaal baten € 15.144.000 € 15.196.000 € 14.546.000 € 14.394.000 LASTEN Personeelslasten € 12.160.000 € 12.139.000 € 11.735.000 € 11.635.000Afschrijvingen € 579.000 € 553.000 € 472.000 € 429.000Huisvestingslasten € 844.000 € 815.000 € 815.000 € 816.000Overige lasten € 1.855.000 € 1.716.000 € 1.666.000 € 1.659.000Totaal lasten € 15.438.000 € 15.223.000 € 14.688.000 € 14.539.000 Saldo baten en lasten - € 294.000 - € 27.000 - € 142.000 -€ 145.000Saldo financiële baten en lasten € 24.000 € 12.000 € 12.000 € 12.000Totaal resultaat - € 270.000 - € 15.000 - € 130.000 -€ 133.000 Voor de berekening van de Rijksbijdrage is rekening gehouden met het dalende leerlingenaantal en met de door de VO-raad verstrekte verwachtingen met betrekking tot de financiering van het onderwijs voor de komende jaren, waarbij echter geen rekening is gehouden met de mogelijke invoering van het nieuwe bekostigingsstelsel per 1 januari 2018. Een eerste berekening lijkt te wijzen op een afname van de bekostiging in 2018 met € 100.000,-.


34

Een deel van de rijksbijdrage, de LWOO-bekostiging van circa € 500.000, zal vanaf medio 2016 lopen via het Samenwerkingsverband Noordelijke Drechtsteden. In bovenstaande begroting is dit onderdeel vooralsnog blijvend opgenomen onder de Rijksbijdragen. De personeelskosten zijn bepaald aan de hand van de teruglopende formatie, op basis van de salarissen per 1 januari 2016 en er is rekening gehouden met de kosten van toe te kennen periodieken. De afschrijvingskosten zijn berekend op basis van investeringen in het verleden en in de nabije toekomst. De toekomstige investeringen hebben vooral betrekking op vervangingsinvesteringen op het gebied van ict en schoolboeken. De negatieve exploitatieresultaten hebben een nadelige invloed op het weerstandsvermogen. Een nadelige invloed die gedeeltelijk ongedaan gemaakt wordt door de daling in de totale baten. De gestelde doelen (een eigen vermogen van € 3.100.000 en een weerstandsvermogen van 22%) raken uit beeld: het eigen vermogen komt eind 2018 uit op ruim € 2.200.000 en het weerstandvermogen op circa 16,5%. Op het moment van het schrijven van dit jaarverslag is een aantal acties uitgezet: een grondige analyse van de vergoedingen op de individuele jaartaakformulieren (een eerste

inschatting leert dat een bezuiniging van circa € 40.000 op jaarbasis haalbaar is); een opschoning van de abonnementen (inmiddels is voor een bedrag van € 4.000 per jaar

opgezegd); het opzeggen van een aantal service-abonnementen (een eerste bezuiniging van € 3.000 is

inmiddels gerealiseerd); het heroverwegen van deelname aan Cito-VO (een jaarlijkse bezuiniging van € 10.000 lijkt

haalbaar); het heroverwegen van de bijdragen van ouders aan diverse activiteiten; het al eerder genoemde onderzoek inzake de overstap van een intern naar een extern boekenfonds.

6.3 Balans

ACTIVA 2015 Prognose 2016

Prognose 2017

Prognose 2018

Materiële vaste activa € 1.617.000 € 1.506.000 € 1.454.000 € 1.415.000 Financiële vaste activa € 509.000 € 371.000 € 279.000 € 187.000 Totaal vaste activa € 2.126.000 € 1.877.000 € 1.733.000 € 1.602.000 Vlottende activa € 406.000 € 442.000 € 443.000 € 444.000 Liquide middelen € 2.452.000 € 2.618.000 € 2.560.000 € 2.338.000 Totaal activa € 4.984.000 € 4.937.000 € 4.736.000 € 4.384.000 PASSIVA Eigen Vermogen € 2.502.000 € 2.495.000 € 2.365.000 € 2.231.000 Voorzieningen € 1.050.000 € 1.032.000 € 966.000 € 753.000 Kortlopende schulden € 1.432.000 € 1.410.000 € 1.405.000 € 1.400.000 Totaal passiva € 4.984.000 € 4.937.000 € 4.736.000 € 4.484.000

De materiële vaste activa nemen af door afschrijvingen, die lager zijn dan de geplande investeringen. De financiële vaste activa nemen af door de verkoop van de beleggingen en de jaarlijkse afname van de vordering en vooruitbetaalde huur van de Stichting Beheer Loket gebouw. Het eigen vermogen daalt door achtereenvolgende exploitatietekorten. De voorzieningen dalen voornamelijk door onttrekkingen aan de voorziening groot onderhoud en uit de voorziening voor gespaard persoonlijk budget na vier jaar sparen.


35

6.4 Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem

In hoofdstuk 2 onder paragraaf 4 is reeds melding gemaakt van de onderwerpen die in de vergaderingen van het algemeen bestuur aan de orde zijn gekomen en van de wijze waarop het dagelijks bestuur verantwoording aflegt aan het toezichthoudend deel van het bestuur. Naast de daar genoemde zaken is met name de risicoanalyse van belang. De analyse wordt jaarlijks geactualiseerd.

6.5 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden. Omdat de risicoanalyse integraal in het jaarverslag 2013 was opgenomen, wordt hier volstaan met een korte opsomming van de gesignaleerde risico’s:

a. fluctuatie in leerlingenaantallen b. financiële gevolgen van arbeidsconflicten c. instabiliteit van de bekostiging d. onvolledige indexatie van de bekostiging e. invoering van het nieuwe bekostigingsstelsel f. risico’s van ziekteverzuim g. kwaliteit van het onderwijs h. omvang van de schoolleiding i. grootte van het weerstandsvermogen

ad a In de meerjarenprognose is uitgegaan van een conservatieve inschatting van het aantal leerlingen en een daarbij behorende formatie personeel. ad b. De reserve personele verplichtingen heeft inmiddels de gewenste omvang (15% van de personele bekostiging) bereikt en is daarmee afdoende om dit risico af te dekken. ad c. De prognoses van de VO-raad inzake de toekomstige bekostiging (gebaseerd op coalitieakkoord, herfstakkoord en nationaal onderwijsakkoord) zijn volledig verwerkt in de meerjarenbegroting. ad d Zie onder c. ad e. De mogelijke gevolgen van het nieuwe bekostigingsstelsel, waarvan invoering is voorzien per 1 januari 2018, is nog niet in de meerjarenbegroting verwerkt. Gegevens over dit nieuwe stelsel zijn nog niet voorhanden. ad f. Door intensief overleg van de afdeling HRM met de direct leidinggevenden en door de samenwerking met de bedrijfsarts is het ziekteverzuim behoorlijk lager dan het landelijk gemiddelde. Met name een aantal langdurige ziektegevallen heeft in 2015 voor het eerst sinds jaren geleid tot een stijging van het ziekteverzuim. De ziekmeldingsfrequentie daalt nog steeds verder. ad g. Door de grote aandacht voor het primaire proces worden stappen gezet in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Grootste uitdaging is de opbrengsten van deze inspanningen te borgen. ad h. Door de relatief kleine schoolleiding worden belangrijke besparingen op de personeelskosten bereikt, maar bestaat het risico op discontinuïteit bij het tijdelijk wegvallen van een van de leden van de schoolleiding.


36

ad i. Er zullen meer maatregelen nodig zijn om het benodigde weerstandsvermogen per 31 december 2018 te bereiken.

BESTUURSVERSLAG STICHTING CHRISTELIJK VOORTGEZET … · 2016-06-27 · Bestuursverslag Stichting...

Documents

Transcript of BESTUURSVERSLAG STICHTING CHRISTELIJK VOORTGEZET … · 2016-06-27 · Bestuursverslag Stichting...