Post on 24-Feb-2016
description
1
Autisme
prof.dr.Jean SteyaertJeugdgezondheidszorg2009
2
Deficits: gedragsniveau
3
Gedragskenmerken autisme
Stoornissen in sociale wederkerigheid
Stoornissen in de communicatievaardigheden
Inflexibiliteit en beperkt repertorium (tekort voorstellingsvermogen)
Er zijn deficits voor de leeftijd van 3 jaar.
4
Autisme: Stoornissen in sociale wederkerigheid
Stoornissen in sociale glimlach, Joint Attention, reactie op aangesproken worden, anticiperen, hechtingsgedrag*
Stoornissen in de sociale afstemming
Participate-sociaal
* Mate en kwaliteit van hechting blijkt vaak redelijk normaal
5
Noot: spelen een rol in sociaal contact
Sociale motivatie Vermogen tot sociale
wederkerigheid / afstemming Sociale angst Context / cultuur-gebonden “know-
how”
6
Indeling L. Wing: wijze contactzoeken
Aloof Passive active-but-odd hyperformeel
7
Stoornissen in de communicatievaardigheden
Verbaal: Morfologisch/syntactische taalaspecten Intonatie, stemvolume, ritme Vreemd accent Directe en uitgestelde echolalie Taalpragmatiek
Figuurlijke betekenissen, ironie, spontane grapjes… Initiëren, onderhouden, afstemmen van gesprek
non-verbaal Emotieherkenning Lichaamstaal, communicatieve gebaren
Let wel: communicatieproblemen in beide richtingen !Non-verbaal
Contexblindheid
letterlijk
8
beperkt repertoire activiteiten en interesses (Stoornissen in het voorstellingsvermogen)
Verstoorde spel & fantasieontwikkeling (opgelet: rol imitatie) langer sensopathisch spel concreet spel
Fascinaties / preoccupaties met (delen van) voorwerpen Eenzijdige interesses Gebrek aan mentale flexibiliteit Repetitieve motorische gedraginigen / gedachten Routines Ook:
Gebrek aan probleemoplossend vermogen Moeite met keuzes maken
inflexibiliteit
routines
Ongewoneinteresse
9
DSM-IV criteria:
Tenminste 6 van de 12 diagnostische criteria aanwezig (zie verder)
Eerste symptomen merkbaar voor de leeftijd van 3 jaar
DSM-IV: A) Kwalitatieve beperkingen in de sociale interacties (tenminste 2 kenmerken)
1. Opvallende beperking in het gebruik van meervoudig non-verbaal gedrag zoals oogcontact, gezichtsuitdrukking en gebaren die sociale interactie reguleren.
2. Tekortschieten in het aangaan van leeftijdsadequaat vriendschapsgedrag.
3. Gebrek aan het spontaan delen van plezier, interesses of activiteiten met anderen.
4. Gebrek aan sociale of emotionele wederzijdsheid.
10
DSM-IVB) Kwalitatieve beperkingen in de communicatie (tenminste 1 kenmerk)
1. Late ontwikkeling van verbale communicatie, zonder poging om dit op een andere wijze op te lossen, bijvoorbeeld met gebaren. Soms afwezigheid van verbale communicatie.
2. Bij diegenen die spreken een opvallend onvermogen een gesprek aan te knopen of voort te zetten.
3. Vreemd gebruik van inhoud of vorm van de taal (bijvoorbeeld echolalie).
4. Afwezigheid van fantasie-activiteiten en gevarieerd spelgedrag.
11
DSM-IVC) Beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten (tenminste 1 kenmerk)
1. Preoccupatie met een of meer stereotiepe en beperkte interesses.
2. Star vasthouden aan specifieke, niet-functionele routines of rituelen.
3. Stereotiepe, repetitieve motorische handelingen.
4. Aanhoudende preoccupatie met voorwerpen of onderdelen van voorwerpen.
12
13
Opgelet:
Ook bij autisme rekening houden met gedragsequivalenten in functie van ontwikkelingsleeftijd !
Autistische stoornis versus Asperger syndroom (AS)
Autistische stoornis
Deficits in de sociale wederkerigheid
Deficits in de communicatieve vaardigheden
Waaronder stoornissen in de vroegkinderlijke taalontwikkeling
Deficits in het voorstellingsvermogen / eenzijdige activiteiten en interesses
Eerste tekens aanwezig voor 3 jaar
Asperger syndroom
Deficits in de sociale wederkerigheid
Deficits in de communicatieve vaardigheden
Maar mijlpalen van de vroegkinderlijke ontwikkeling zijn volledig normaal
Deficits in het voorstellingsvermogen / eenzijdige activiteiten en interesses
Eerste tekens aanwezig voor 3 jaar (alhoewel hierover discussie bestaat)
IQ ≥ 7014
Autistische stoornis
Aspergersyndroom
Rett syndroom
Multiple complex developmental disorder
desintegratiestoornis
Pervasieve Ontwikkelingsstoornissen
Autismespectrumstoornissen
Complexe taalstoornissen
Visuo-spatiëleleerstoornissen
PDD-NOS
Autisme: een spectrum
Differentiaal diagnose:
Taalontwikkelingsstoornis (peuters !) Mentale retardatie ADHD Reactieve hechtingsstoornis Very early onset schizophrenia
16
17
Comorbiditeit & andere symptomen
Andere symptomen: Sensorische overprikkelbaarheid Speciale verwerking van sensorische prikkels
Co-morbide ontwikkelingsstoornissen MR (30-40%) ADHD (± 25%) TS (± 10%) Motorisch …
18
Secundaire stoornissen
Voedingsproblemen slaapproblemen angst Agressie Stemmingsstoornissen (Reactieve) psychose Persoonlijkheidsstoornissen?
Prevalentie
Autismespectrumstoornissen: 6-10 / 1000
kern-autisme 2-4 / 10.000
Jongen / meisje ± 4/1 toename : ???
Meer diagnostische capaciteit & kunde criteria breder geïnterpreteerd autisme versus mentale retardatie als
hoofddiagnose.
19
Baird, G. 2006, 2008
Biol. oorzaken
Hersendysfuncties
Primaire neuropsychologische deficits
Sociale interactie Communicatie Inflexibiliteit, beperkt repertorium
Triade van auti-symptomen
Co-morbide symptomen & aandoeningen:
mentale retardatie, motorische stoornissen, ADHD... Secundaire symptomen:
Slaap- & voedingstoornissen, angsten….
21
een ontwikkelingsstoornis
Genetische factoren
Stoornissen in de ontwikkeling van de hersenenMilie
ufac
tore
n
Neuropsychologische deficits
Auti-symptomen
Secundaire symptomen, beleving
Tijd
22
Verschillende diagnostische niveau ’sWaarneembaar gedrag/ psychiatrischestoornis
Autisme
Neuropsychologie Bv. "centralecoherentie-stoornis"
Neurofysiologie Abnl. EEG ; epilepsieNeuroanatomie Purkinje-cellen
Neurochemie serotonine
Genen Milieu
23
Primaire neuropsychologische deficits:
Theory-of-mind Centrale coherentie Executieve functies
24
Theory-of-mind (TOM)(S. Baron-Cohen,1993; Tager-Flusberg 2007)
Ik denk dat je denkt…
TOM= mentaal proces, waarbij individu « theorie » heeft over wat er zich in het hoofd van een ander individu afspeel. Deze theorie wordt voortdurend aangepast kent een eigen ontwikkelingsverloop integreert diverse informatiebronnen
(eigen referentiekader, context, waarneming…)
Eerste, tweede, enz.… -orde TOM False beliefs
26
Zwakke centrale coherentie (Happé & Frith, 2006)
Globale verwerking van informatie verloopt moeizamer / niet preferentieel t.o.v. fragmentaire vewerking.
27
Zwakke Executieve functies(Pennington & Ozonoff, 1996, 2004)
EF = werkgeheugen, impulsinhibitie, planning, mentale flexibiliteit, …
Interessant: verklaart bepaalde problemen van ASS testbaar
Probleem: verklaart niet alle symptomen van ASS is al zeer complex om « basisstoornis » te zijn
28
Verschillende diagnostische niveau ’sWaarneembaar gedrag/ psychiatrischestoornis
Autisme
Neuropsychologie Bv. "centralecoherentie-stoornis"
Neurofysiologie Abnl. EEG ; epilepsieNeuroanatomie Purkinje-cellen
Neurochemie serotonine
Genen Milieu
29
Epilepsie & autisme
4-32 % van de personen met ASS hebben epilepsie specifiek type ? (vaker frontale focus ??) meer bij mentale retardatie en ASS ander verloop ? Betekenis ?
verband epilepsie en taal & communicatieontwikkeling ?
Epilepsie -> dysfunctie van postero-anterieure aandachtsas bij de zuigeling -> gestoorde joint attention ?
Verband temporale epilepsie + tubers + ASS bij tubereuze sclerose
30
Verschillende diagnostische niveau ’sWaarneembaar gedrag / psychiatrische stoornis
Autisme
Neuropsychologie Bv. "centrale coherentie-stoornis"
Neurofysiologie Abnl. EEG ; epilepsie Neuroanatomie Purkinje-cellen
Neurochemie serotonine
Genen Milieu
31
Groot hoofd hoofdomtrek > + 2SD: 20-25% van A.S.S. Vooral snellere groeicurve hoofdomtrek 0-
3 jaar onafhankelijk van IQ geen andere congenitale anomalieën familiaal ook meer macrocefalie Betekenis: ???
32
Courchesne E, et al. JAMA 2003; 290(3), 337-44
33
Neuroanatomie:
Verminderd aantal Purkinje-cellen in cerebellum (9/9 casussen, Kemper 1998)
Amygdala groter / kleiner ? Gyrus fusiformis Spiegelneuronen
34
Amygdala
Vroege lesies bij muizen & apen geen contact zoeken,
als ook hippocampus en nabije temp.cortex lesie: ook stereotypieën e.a.
Late lesies hebben dit effect niet.
Overzicht: Thayne, 2002
35
Amygdala
Post mortem: microscopische afwijkingen bij 9/9
casusses (Kemper, 1998) MRI: bij Asperger syndroom: bilat.
Kleiner volume
36
Vb 2: functie van de gyrus fusiformis bij aangezichtsherkenningstaak
37
Bij volwassenen met A.S.S.
38
De spiegelneuronen
39
De spiegelneuronen
40
De spiegelneuronen bij ASS
Dapretto, 2005
41
Verschillende diagnostische niveau ’sWaarneembaar gedrag / psychiatrische stoornis
Autisme
Neuropsychologie Bv. "centrale coherentie-stoornis"
Neurofysiologie Abnl. EEG ; epilepsie Neuroanatomie Purkinje-cellen
Neurochemie serotonine
Genen Milieu
42
Neurochemie: ???
Serotonine? Glutamaat / GABA ? Oxytocine ? Testosterone
43
Verschillende diagnostische niveau ’sWaarneembaar gedrag / psychiatrische stoornis
Autisme
Neuropsychologie Bv. "centrale coherentie-stoornis"
Neurofysiologie Abnl. EEG ; epilepsie Neuroanatomie Purkinje-cellen
Neurochemie serotonine
Genen Milieu
44
Invloeden van het milieu Infecties
rubella, herpes (temporale encefalitis !), mazelen (colitis ?), cytomegaalvirus: (?) influenza (zie muizen !) toxoplasmose (?)
chemisch : psychofarmaca ? Voeding ? Gluten? Caseïne? Andere ?
45
Verschillende diagnostische niveau ’sWaarneembaar gedrag / psychiatrische stoornis
Autisme
Neuropsychologie Bv. "centrale coherentie-stoornis"
Neurofysiologie Abnl. EEG ; epilepsie Neuroanatomie Purkinje-cellen
Neurochemie serotonine
Genen Milieu
46
Familiestudies :
Voorkomen van aandoening in families waar 1 patiënt bekend is
Voorkomen in bevolking
Bv. Bij autisme is factor ± 50
47
De eerste populatieonderzoeken
Familiestudies (Rutter et al) : “In families waar 1 patiënt met autisme
bekend is, komt autisme bij de andere familieleden 10 tot 100 maal vaker voor dan in de gewone bevolking.”
48
Herhalingsrisico:
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Eeneiig kinderen broers neven verder
49
Tweelingstudies
Concordantie van ziekte (i.c. autisme) of kenmerk bij eeneiige versus twee-eiige tweelingen.
Eeneiig Twee-eiig
Concordant = 8/9Discordant = 1/9
Concordant = 6/9Discordant = 3/9
Tweelingstudies
51
Mate van erfelijkheid
0%
20%
40%
60%
80%
100%A
utis
me
AD
HD
Dys
lexi
e
harti
nfar
ct
Geh
euge
n
Inte
llige
ntie
52
En als het zo eens was?
0%
20%
40%
60%
80%
100%A
utis
me
AD
HD
Dys
lexi
e
harti
nfar
ct
Geh
euge
n
Inte
llige
ntie
Gen-omgevingsinteracties
Zuiver genetischPersico & Bourgeron, 2006
53
Stoornissen in genetisch materiaal
Chromosoomafwijkingen Monogeen Polygeen
defectenongelukkige combinatie van
polymorfismen
54
Chromosoomafwijkingen
Tientallen unieke translocaties, inversies, microdeleties.
VCFS (22q-) Smith-Magenis (17p-)
55
Monogeen Tubereuze sclerose Neurofibromatose-1 (ziekte van Von
Recklinghausen) Fragiel-X syndroom
Noot: bij dergelijke aandoeningen wel verhoogde prevalentie van A.S.S., maar groot % heeft geen A.S.S. !! (fenotypische heterogeniteit)
56
Polygeen
defecten ongelukkige combinatie van
polymorfe genen
VRAAG = welke genen ???
57
58
Behandeling van autisme / A.S.S.
59
Geen “behandeling” naar herstel.
Wel Voorspelbaar en duidelijk maken van de
omgeving: TEACCH Stimulatie van ontwikkelingsgebieden:
communicatie verbeteren voorstellingsvermogen verbeteren secundaire problemen vermijden
60
TEACCH
Structureren van ruimte & tijd
Routines
Vaste associaties
…
61
Stimuleren & leren Gestructureerde
gedragsinterventies (Discrete trial training) Bvb Lovaas 1987 Zeer kleine gedragselementen worden
bekrachtigd, in erg gestructureerde omgeving
Naturalistische gedragsinterventies: Meer natuurlijke omgeving (klas, thuis)
en langere interacties of gedrag met natuurlijke finaliteit wordt bekrachtigd.
62
Strategieën voor stimulatie van de communicatie: niet pratend
Visuele ondersteuning pictogrammen foto’s scenario’s van onderzoeken
voorbereiden Picture Exchange Communication
System
63
Strategieën voor stimulatie van de communicatie: pratend
Verbale ondersteuning van activiteiten bekrachtigen
Aangepast taalgebruik geen dubbele betekenissen of figuurlijk
taalgebruik opletten met grapjes aut. kind begrijpt alles letterlijk: opgelet
met sommige uitspraken...
64
Rekening houden met beperkt voorstellingsvermogen
Grote voorspelbaarheid: plannen en afspraken maken niet plots afwijken van plan routines inbouwen
Plaatsen / procedures tonen, niet alleen over praten.
65
Begrijpen van gedragsproblemen
Socialewederkerigheid
Commun
icatieInflexibiliteit,
stereotypieën
Theo
ry
Of m
ind
Centrale
coherentie
Executievefuncties
66
Behandelen van gedragsproblemen
Antecedent interventies Bvb. stimulus change procedures
Consekwentie wijzigen Afleiden Bekrachtiging (pos., neg.)
Let op: hoe duidelijk is de betekenis van de bekrachtiging?
Extinctie (bvb negeren)
67
Medicatie bij autisme:
Geen medicatie voor autisme Wel medicatie voor bepaalde
klachten/symptomen: angst druk gedrag / concentratiestoornissen dwanggedrag ….
68
Websites:
www.participate-autism.be www.autismevlaanderen.be www.autismecentraal.be http://aappolicy.aappublications.org/
cgi/content/full/pediatrics;120/5/1183