Post on 26-Feb-2019
Als echte Sneker kent Feike alle ins en outs
van de stad. Het is dan ook niet verwonderlijk
dat hij zich graag inzet voor Historisch Sneek
e.o., en vanuit deze vereniging de rubriek ‘Su
het ut weest’ voor het SN verzorgt. ,,Ik nam de
De kracht van oude foto’sSNEEK - ,,Hé”, ,,hallo” en ,,hoi”. Met Feike Damstra door Sneek lopen is net zoiets als met een BN-er Amsterdam onveilig maken. Iedereen, maar dan ook echt iedereen kent hem. ,,Geboren en getogen in de binnenstad”, grijnst hij. ,,Oude Koemarkt, toen verhuisd naar het Zui-dend en nu woon ik op de Waterpoortsgracht. Een mooi rondje hè. Ik hou van Sneek. Vind het geweldig dat ik hier ben opgegroeid en er mijn hele leven grotendeels heb doorgebracht. Ook tijdens studie en stages reed ik liever heen en weer dan dat ik ergens in de kost ging. Ik ben nou eenmaal nooit zo uithuizig geweest.”
rubriek bij aflevering 323 over van de inmiddels
overleden Joop Terpstra”, legt hij uit. Ik doe het
graag als vrijwilliger. Ben altijd geïnteresseerd
geweest in de historie van plaatsen. Sneek is
een rijke stad als het gaat om geschiedenis.
Door de ligging aan vijf waterwegen kun je
er niet omheen. Aan de populariteit van de
rubriek is te merken dat veel mensen een hang
naar vroeger hebben. Ze zoeken altijd naar iets
herkenbaars uit hun jeugd. En de echte oudjes
weten ook hoe de stad er voorheen uitzag. Zij
zijn belangrijk voor de verhalen die we nu weer
vertellen aan een andere generatie. Wij worden
regelmatig gebeld met de vraag of we interesse
in oude foto’s hebben. Dan is vader of moeder
overleden en ruimen de kinderen het huis op.
We treffen veel familiekiekjes aan, en die zijn
voor Su het ut weest eigenlijk ook het leukste.
Of laat ik het anders zeggen: foto’s met mensen
erop. Alleen panden, wegen of natuurimpressies
leveren minder levendige beelden op.”
Foto’s zijn lang niet altijd scherp genoeg, Feike
bewerkt in de computer zoveel hij kan. Ook
de reacties op de teksten die hij bij de foto’s
schrijft zijn nogal wisselend. ,,Vooral als ik iets
fouts zeg”, bromt hij. ,,Boerderijen, daar begin
ik niet meer over. Wat me wel heel leuk lijkt
voor de rubriek is wat meer foto’s uit de jaren
’80. Bijvoorbeeld van de kroegen uit die tijd. La
Bohème, The Skotch Inn, dat is toch een heel
tijdperk geweest. Dus als lezers die hebben…”
De wandeltocht door de stad geeft de ras Sne-
ker ook nog de gelegenheid om zijn favoriete
en minst mooie plekken aan te geven. ,,Het is
een enorm cliché”, zegt hij lachend, ,,maar de
Waterpoort vind ik de allermooiste plek. Dit in
tegenstelling tot het ABN AMRO pand en het
pleintje aan de Dokter Boumaweg met daaraan
ondermeer de Albert Heijn. Ook het pand van
de Febo en de luifels in de Galiga promenade
verdienen absoluut niet de schoonheidsprijs.
Ondernemers willen over het algemeen best
anders, maar gemeentelijke procedures duren
helaas erg lang en ik vind dat er weinig inspraak
is. Jammer. Verder ben ik vol lof over mijn stad
en haar hardwerkende bewoners. Veel mensen
verrichten prachtig werk achter de schermen, ze
verdienen meer erkenning! En je hebt het ge-
merkt: ons kent ons. Het is net een groot dorp.
Een dorp waar we trots op mogen zijn. Dat
mogen Snekers nog wel wat meer uitdragen.” ■
Amanda
de Vries
AL 12 JAAR IS ‘SU HET UT WEEST’ EEN GRAAG GEZIENE RUBRIEK IN HET SNEEKER NIEUWSBLAD. VOOR SAMENSTELLER FEIKE DAMSTRA IS HET ONDERDEEL IEDERE KEER WEER EEN UITDAGING.
...en op de pagina gezet. Advertenties worden opgemaakt...
,,Op de Oosterdijk 39 is het allemaal begon-
nen”, licht hij toe. ,,In een oude kroeg naast
de steeg bij de Hema zag Hamilton Bright in
2000 het levenslicht. Daar begon mijn droom:
een bedrijf starten dat zich inzet voor merkfa-
brikanten en retailers door aankoopgedrag van
consumenten te beïnvloeden. Vijf jaar hadden
we alleen daar een vestiging, toen breidden
we uit en lieten we een pand bouwen op de
Pottenbakkerstraat (naast garage Wander, AdV).
En weer vijf jaar later waren we behoorlijk uit
ons jasje gegroeid en kozen we voor nieuw-
bouw. Dit is ons hoofdkantoor, daarnaast
hebben we vestigingen in Naarden, Alkmaar,
Heerhugowaard, Asten, België en Zuid-Afrika.
Ik vind het prachtig om met mensen te werken
en ze te laten bloeien. Daarom voer ik geregeld
gesprekken met medewerkers in de trant van:
‘Zit je nog wel goed in je vel? Wat zou je
anders willen? Wil je doorgroeien?’ Ik spreek
regelmatig medewerkers van andere bedrijven
en dan doet het me pijn als ik hoor dat ze soms
hun droom niet najagen omdat ze denken dat
ze te oud, niet geschikt of vul maar in, zijn. Er is
zoveel mogelijk.”
Dit ontdekte Egon zelf toen hij een jaar of 18
was. Student Commerciële Economie aan de
HEAO te Leeuwarden en geïnteresseerd in voet-
bal en schrijven hierover. Hij viel met zijn neus in
de boter toen Martin Kruis hem vroeg om voor
het Sneeker Nieuwsblad voetbalwedstrijden op
papier te verslaan. ,,De wat kleinere clubs in
de Zuidwesthoek”, herinnert hij zich. ,,Ik had
nog geen rijbewijs dus moest ik iedere keer met
iemand meerijden, maar ik vond het geweldig!
De sfeer rondom de velden, soms stond er zo’n
300 man, en het feit dat je als journalist wat
betekende. Dan werd er gefluisterd: ‘Sjoch,
de krante is der ek.’ Voor een heel weekend
werken – zo’n tien artikelen schrijven – kreeg
ik 70 gulden. Ik werkte alles op de typemachine
uit, ook de verslagen die ik na de wedstrijd
telefonisch doorkreeg van de trainers. Want ik
kon natuurlijk niet alle voetbalvelden langs. Ook
hield ik de standen bij, een proces dat volledig
handmatig ging. Ik nam ze op via de uitzen-
dingen van Omrop Fryslân en tikte ze daarna
uit. Daar slopen natuurlijk altijd fouten in. Het
was een crime. Vervolgens kregen redacteuren
Cees Walinga en Sjoerd Stiensma daar weer
klachten over. Ook mijn artikelen lieten in het
begin te wensen over. Dan nam Sjoerd het
rode potlood ter hand en gingen er de nodige
strepen doorheen. Ja, het was doorzetten. Maar
ik vond het zo leuk, dat ik de niet al te beste
beloning en het commentaar graag incasseerde.
Ik maakte veel uren, dit soms tot ongenoegen
van mijn moeder. Zo werkte ik op de zondag-
avonden vaak tot laat door. Dan had ik wat
biertjes in de kantine gehad - ik voetbalde in
die tijd zelf bij WZS - en hield wijlen redacteur
Germ de Wolf me op het kantoor aan de Singel
van mijn werk.” Lachend: ,,Hij stelde een ander
nooit vragen, had het alleen maar over zichzelf.
De volgende morgen moest ik dan weer aan
de studie. Het waren twee totaal verschillende
werelden.”
Van het journalist zijn leerde Egon enorm veel.
Hij is de krant nog altijd dankbaar voor vijf
mooie jaren. ,,Ik mocht voetbalbijlagen maken,
en kreeg van alle redacteuren veel vrijheid en
vertrouwen. Dit in combinatie met de juiste
werkinstelling – niet zeuren maar doorgaan –
leverde me bij het solliciteren naar een baan een
flink concurrentievoordeel op. En ik heb nog da-
gelijks profijt van die jaren. Ik ben altijd blijven
schrijven. Zo heb ik nog steeds een column in
het Fries Journaal van Albert van Keimpema, die
ook voor het SN werkte. Ook binnen Hamilton
Bright schrijf ik geregeld bij jubilea en dergelijke.
Ik weet nog dat ik het afscheid van de krant
heel lastig vond. Het waren fantastische mensen
daar. Inmiddels is er veel veranderd. Ik noem
het verdwijnen van de maandageditie - een
fenomeen, als je daar in stond dan was je echt
iemand – maar ik weet dat het SN nog altijd
veel gelezen wordt. Ik denk dat het belangrijk
is de achtergrondverhalen en bijlagen uit te
breiden. Die hebben nieuwswaarde, daar heeft
de consument behoefte aan. Als je op die
behoefte inspeelt heb je een lange adem. Of ik
de krant zelf nog spel? Ik scan de koppen en
lees de artikelen die me oprecht interesseren,
soms via de website. Het SN loslaten kan ik niet.
We hebben het hier over een van de oudste
kranten van Nederland! Daar ben ik trots op.
Het Sneeker Nieuwsblad is een merk. Een merk
dat in mijn hart zit.” ■
EGON DIEKSTRA
Het SN is een merk dat in mijn hart zitSNEEK – Aan alles merk je dat Egon Diekstra een man is die graag wil dat je je goed voelt. Dat begint al bij het betreden van het indrukwekkende bedrijfspand aan de Wagenmakersstraat. Onder het glazen dak is het prima wachten in de gekleurde en vorstelijke zetels. Medewer-kers groeten bezoekers van Hamilton Bright en elkaar vriendelijk. Cappuccino wordt geserveerd met bijbeho-rend glaasje water. Hier weet men hoe het hoort. Daarna verschijnt ‘de baas himself’ bescheiden ten tonele. Licht pak, krullenbos en opnemende ogen. Terwijl hij voorgaat naar ‘Oosterdijk 39’ - de sfeervolle kroeg die dienstdoet als bedrijfskantine – vraagt hij voorzichtig of hij ‘je’ mag zeggen. Zelfde bouwjaar, natuurlijk mag dat.
EGON DIEKSTRA IS HÉT SCHOOLVOORBEELD VAN HOE HARD EN GEPASSIONEERD WERKEN KAN LEIDEN TOT HET RUNNEN VAN EEN SUCCESVOL BEDRIJF. DE CEO VAN HAMILTON BRIGHT BEGON ZIJN CARRIÈRE ACHTER DE TYPEMACHINE.
Editie-indeling van de krant. Beoordeling van de voorpagina door redacteur en vormgever.
Amanda
de Vries
,,Het zijn echte doeners. Als Opleidingsmanager
Friese Poort, cluster Audio Visuele Producties,
waar de opleiding Mediaredactie deel van
uitmaakt, zie ik hoe gedreven ze zijn. Deze
opleiding werd destijds gestart door een
docent Nederlands die een markt zag voor een
MBO-opleiding Fotografie&Journalistiek. In het
aanbod van studies miste hij een dergelijke op-
leiding. Hij koppelde er fotografie aan, zodoende
krijgen studenten nu les in zowel de schrijvende
als de audiovisuele pers. En het mooie is dat we
dit schooljaar ook starten met een opleiding Me-
diaredactie. Met dit diploma kun je bijvoorbeeld
aan de slag bij mediabedrijven, reclamebureaus,
drukkerijen en dag- of weekbladen. Het is een
heel allround opleiding waarin de basiskennis
van het schrijven maar ook de video en fotogra-
fie belangrijk is.”
Onderdeel van beide opleidingen zijn de stages.
De Friese Poort is in dit kader erg blij met de
goede contacten die er bijvoorbeeld zijn met het
SN. ,,Stagiaires krijgen veel vrijheid bij de regio-
nale kranten”, aldus Joke. ,,Hierdoor ontwikke-
len ze zelfvertrouwen en leren ze in een aantal
maanden enorm veel. Zo mogen ze soms hun
eigen rubriek voor de krant bedenken en werken
ze behoorlijk zelfstandig op locatie. Kranten zijn
er blij mee, en de stagiaires zijn trots. Het geeft
ze zo’n stuk waardering. Het mes snijdt dus aan
twee kanten. Waar we bij het ontwikkelen en
starten van een opleiding rekening mee houden,
is of er genoeg werk is voor afgestudeerde
jongeren. Als we zouden willen, dan zouden we
op veel meer plaatsen mediaopleidingen kunnen
starten. Maar waar moeten al die studenten
straks aan de slag? We leiden onze studenten
zo op, dat ze zeer doelmatig kunnen werken. Ze
interviewen, maken foto’s en als het even kan
ook een video, allemaal over hetzelfde onder-
werp. Die verschillende disciplines moeten van
een goede kwaliteit zijn. Dit mis ik soms in de
huidige journalistiek. Dan wordt er snel een foto
gemaakt. Maar een goede foto is na jaren nog
mooi, want daar is tijd en dus geld in gestoken.
En daar ontbreekt het nogal eens aan. Maar
een goede reportage kost nou eenmaal tijd en
geld. Ik hoop echt dat mediabedrijven dat weer
gaan inzien.”
In de huidige snelle tijd overleven journalisten
en kranten het volgens Joke alleen als ze kwali-
teit leveren en kritisch durven zijn. ,,Creativiteit
is daarbij erg belangrijk. Beelden en teksten
maken die andere mensen niet bedenken. En
dat kun je zo breed trekken als je zelf wilt. Wat
gebeurt er om je heen? De natuur, de mensen.
Het is een belangrijke taak van de media om dat
te laten zien. Ik denk dat het voor kranten - het
SN niet uitgezonderd – belangrijk is grote ach-
tergrondverhalen te publiceren. Daarvoor lezen
mensen de krant. Daarnaast is het belangrijk dat
de diverse media worden bediend. Dus naast de
papieren krant nieuws op de website en op soci-
al media zoals Instagram. Op die manier valt er
voor iedereen wat te brengen en te halen. Een
objectief beeld tussen beleid van de overheid
en onafhankelijke burgers weergeven, dat is de
taak van de journalistiek.” ■
Regionale krant belangrijk voor stagiaires
FRIESLAND MAG ZICH SINDS 10 JAAR PRIJZEN MET EEN MBO-OPLEIDING FOTOGRAFIE EN JOURNALISTIEK. VANUIT HET HELE LAND KOMEN STUDENTEN NAAR ROC FRIESE POORT DRACHTEN. HET SN VROEG JOKE FELDBRUGGE NAAR DE DRIVE VAN DEZE JOURNALISTEN IN OPLEIDING.
DRACHTEN – Het moderne gebouw aan de Splitting stroomt vol met studenten. Vol belofte beginnen ze aan een nieuw opleidingsjaar, waarin ze worden uitgedaagd om te groeien in hun kennis, ervaringen en inzichten. ,,Studenten in het MBO zijn zo gericht op wat ze willen bereiken”, zegt Joke Feldbrugge met lichte trots.
...en in de rollenwisselaar gehangen.Rollen worden voorbereid...
Amanda
de Vries
,,Mijn tijdelijke onderwijsinstelling werd na vier
jaar beëindigd. In Rinke’s koffiebar trof ik SN
redacteur Peter van der Meeren, die naar de
Leeuwarder Courant vertrok. ‘Goh, is dat niet
wat voor jou?’ riep hij. ‘Ja, waarom niet’, dacht
ik. Er volgde een memorabel sollicitatiegesprek
in Hotel Bonnema. Aan het einde daarvan vroeg
hoofdredacteur Harm Jan Dijkstra mij: ‘Meist do
wol in glêske bier?’ Toen ik daarop bevestigend
antwoordde was de zaak rond. Als rasechte
Sneker kende ik de stad op mijn duimpje. Zo
wist ik veel nieuwtjes en was mijn netwerk
groot. Naast het stadsnieuws versloeg ik veel
sportwedstrijden. Baas Karst Doevendans zag
dat het goed was. Ik vond het meteen een leuke
baan, hoefde het onderwijs echt niet meer in.
We zaten hier op De Singel met z’n drieën en
werkten alles uit op de typemachine. Van die
oude Remingtons. Een hels kabaal!”
Cees kwam in 1990 de SN gelederen versterken.
De afgestudeerde HEAO-er had al de nodige
omzwervingen gemaakt voordat hij zijn schre-
den op het krantenpad zette. Toch was de jour-
nalistiek hem niet vreemd. ,,Mijn broer Ruurd
werkte als journalist bij het Friesch Dagblad, en
met schoolkameraad en journalist Hildebrand
Bijleveld maakte ik een reis door Zuid-Amerika.
Veel van onze avonturen schreef ik op”, zo
vertelt hij. ,,Toen mijn moeder overleed moesten
we hals over kop naar huis en daar wachtte een
vacature bij het SN op me. Na het schrijven van
een proefartikel over de verkiezingen in Brazilië
mocht ik officieel los. Ik sprak Fries, woonde op
het platteland, deed aan voetballen, maakte
muziek en was ook nog eens bij de gemeen-
telijke politiek betrokken. Stadsjongen Sjoerd,
Annejet Slippens - ook een echte Sneekse - en
ik vormden de ideale mix. Met Sjoerd had ik
meteen een klik. Hij leerde me meer over de ver-
schillende sporten, want ik deed eigenlijk alleen
de voetbalwedstrijden. En daarbij stond ik zo af
en toe weleens met stront in de ogen achter de
goal. Dan zag ik het anders dan de spelers het
ervoeren.” ,,Cees schrijft prachtige verhalen”,
roemt Sjoerd. ,,Van hem heb ik geleerd om men-
sen meer te portretteren en te typeren. Wie zijn
ze en waarom zijn ze zo? Welk mens schuilt er
achter de passie?”
De redactie draaide in de jaren ’90 op volle
toeren. Het pand aan De Singel werd verruild
voor een prachtig kantoor aan het Kleinzand.
De sfeer is er fijn en er wordt hard gewerkt.
De redacteuren gaan niet vaak samen op pad,
dit laat het werk niet toe. Ieder heeft immers
zo zijn eigen regio en specialiteiten. ,,Maar
de finale van het herenvolleybal tijdens de
Olympische Spelen van 1992 hebben we wel
samen bekeken”, herinnert Cees zich. ,,Op
het stampvolle terras bij de Draai. Geweldig.”
Sjoerd: ,,Met Jan Posthuma en Olof van der
Meulen maar liefst 2 Sneker internationals in
die memorabele finale tegen Italië. En toen ze
terug waren hadden wij ze vanzelfsprekend als
eerste in de krant. Machtig mooie interviews.
Net als met de zeilbroeders Potma. Inmiddels
werden we als journalist steeds meer allround.
We maakten de krant ook zelf op en onze oude
typemachines waren inmiddels allang ingeruild
voor elektrische exemplaren, en later natuurlijk
de computer.” ,,Die had ik al bij mijn indienst-
treding”, weet Cees. ,,Met floppies in je fietstas
van thuis naar de redactie, waar de zetmachine
een print maakte voor de krant. Twee kranten
per week en elke maand een bijlage. En nooit
een noemenswaardige storing gehad. We
verschenen altijd.”
Tot het voorjaar van 2009. De veelgelezen
maandageditie van het SN – vooruitstrevend
want op tabloid en met twee voorpagina’s in
kleur - is niet langer rendabel en verdwijnt.
Met pijn in het hart – en nog altijd is het een
gevoelig onderwerp voor de heren – brengen ze
de abonneekrant ‘ritueel ten grave’. Ze noemen
het allebei het dieptepunt in hun carrière. Ook
Sneek is in de rouw, of beter gezegd woest, dat
de krant verdwijnt ,,Het betekende voor mij ook
dat ik niet meer voor het SN kon schrijven”, zegt
Cees. ,,Het was te luxe om twee redacteuren op
een krant te zetten, ik werd daarom eindre-
dacteur van de Balkster Courant. Ook heb ik
daarna nog een tijdje het Bolswards Nieuwsblad
gedaan. Je kunt rustig stellen dat ik inmiddels
van Kimswerd tot aan de Ramspolbrug heb
verslagen.” ,,We zijn nu multimediaal”, reageert
Sjoerd. ,,En natuurlijk moet je met je tijd mee.
Maar we blijven echte krantenmensen. Ik heb
nog nooit iemand horen zeggen: ‘Wat stond je
mooi op internet.’ In de krant presenteren we de
verhalen panklaar voor de lezers. Daar komt bij
dat papier rust geeft, ontspanning.”
De laatste jaren binnen NDC waren zeer
onzeker. Zo verloren Sjoerd en Cees allebei hun
baan, net als hun collega’s. Een rollercoaster
aan gevoelens en gedachten overviel de heren.
,,En toch overleefden we ook weer twee forse
reorganisaties”, aldus Cees. ,,We zijn allebei
nog steeds in vaste dienst, dit in tegenstelling
tot veel van andere journalisten en eindredac-
teuren. Dat vind ik echt een voorrecht. Ik zie
de toekomst van de weekbladen wel behoorlijk
rooskleurig. Qua advertenties doen we het nog
steeds goed.” ,,Ondanks alles is en blijft het
een wereldbaan”, besluit een bewogen Sjoerd.
,,We hebben een maatschappelijke verantwoor-
delijkheid, leiden stagiares op, bepalen zelf wat
er in de krant komt en zijn zo vrij als een vogel.
Tel daarbij op dat je altijd weer nieuwe mensen
ontmoet. Mensen met een mooi verhaal en een
eigen levensfilosofie. Die portretten, dat is het.”
■
Nog altijd een wereldbaan
ZE KUNNEN LEZEN EN SCHRIJVEN MET ELKAAR. HEBBEN DIEP WEDERZIJDS RESPECT EN HET LIJKT ALSOF ZE BINNEN NDC 7 LEVENS HEBBEN. EEN GESPREK MET REDACTEUREN SJOERD STIENSMA EN CEES WALINGA OVER HUN 170-JARIGE ‘KINDJE’.
SNEEK – Het heeft wel iets weg van een huwelijk. Cees Walinga die op De Singel geduldig collega Sjoerd Stiensma opwacht, als was het zijn vrouw die haar sleu-tels niet kan vinden. ,,Hé, hoe is ‘t?” ,,Ja best jong.” De heren kennen elkaar dan ook al 26 jaar, daarvan maakten ze 25 jaar samen kranten. Nu bestiert Sjoerd in zijn eentje het Sneeker Nieuwsblad en is Cees eindredacteur van de Noordoostpolder. Iedere maandag treffen ze elkaar in Leeuwarden in het NDC gebouw. Zo blijven ze op de hoogte van elkaars lief en leed en nemen ze tegelijkertijd de ontwikkelingen binnen de schrijvende pers door. Een wereld die Sjoerd in december 1984 betrad.
Op de plaats van bestemming Drukplaten...
Amanda
de Vries
,,Ten opzichte van vorig jaar is er een toena-
me in de voorverkoop van 16 procent. Ja, dat
verloopt in crescendo! De afgelopen vier jaar
hebben we een goede bezettingsgraad gehad,
gemiddeld zo’n 62 procent, wat neerkomt op
ongeveer 70.000 bezoekers per jaar. Dit jaar
hopen we dus de kwartmiljoenste bezoeker te
mogen ontvangen. En daar gaan we zeker wat
mee doen. In de loop van de tijd hebben we een
schouwburgaanbod gecreëerd dat past bij de
aard en de grootte van de gemeente. We willen
dat het feestje voor de bezoekers al bij de deur
begint. En dus moeten sfeer en ambiance goed
zijn. Mensen kunnen hun auto dichtbij en gratis
parkeren en in een veilige omgeving naar Thea-
ter Sneek toelopen. Eenmaal binnen zorgen veel
vrijwilligers voor een gastvrij en warm welkom.
En het gebouw waarborgt iedere keer weer de
intimiteit. Daar zijn we blij mee. Op die manier
is de chemie tussen het publiek en de artiest het
grootst. Overigens krijgt de artiest van ons – net
als de bezoekers – een gastvrij onthaal. Dat is
lang niet overal zo. Het betaalt zich uiteindelijk
terug in de voorstelling en onder artiesten wordt
Theater Sneek ook positief genoemd. Hun ver-
halen in het gastenboek zijn ronduit dankbaar
te noemen.”
Tijdens de bouw had deze krant een innige
samenwerking met de mensen van het theater.
Anne-Marie weet het nog goed. ,,Het was
heel prettig dat de redactie zo dichtbij op het
Martiniplein zat, we liepen vaak bij elkaar
binnen. Het SN had een paar keer per maand
een update van de ontwikkelingen en ze was
oprecht geïnteresseerd. De artikelen trokken na
de opening veel nieuwsgierige bezoekers. Het
is een wisselwerking. De krant schrijft over een
voorstelling, en wij bieden de krant de gelegen-
heid om content te leveren. Qua publiciteit wer-
ken we verder veel met huis aan huis brochures,
die liggen in een oplage van 65.000 bij iedereen
thuis op de mat. En dit wordt zeer gewaardeerd.
Daarnaast willen we nog meer online publiciteit
genereren.”
De journalistiek beoogt nog altijd de waakhond
van de samenleving te zijn, ook al is dat in
tijden van bezuinigingen soms lastig. Hoe staat
het hiermee in het theater? ,,Van onze voor-
stellingen is 80 procent entertainment”, aldus
Ben. ,,Maar dan blijft er altijd nog 20 procent
over voor maatschappijkritische voorstellingen.
Ik noem bijvoorbeeld het theatercollectief ‘De
Verleiders’, die de bankencrisis aan de kaak
stelde op het toneel. In hun nieuwste voorstel-
ling nemen ze ons zorgstelsel onder de loep.
Maar ook de meeste cabaretiers hebben een
geëngageerde houding.”
Theater Sneek heeft jong en oud een prachtig
programma te bieden. En ook hierbij snijdt het
mes aan twee kanten. Jonge bezoekers nemen
hun ouders mee, ouders nemen hun kinderen
mee. Ben: ,,Dat zie je heel goed bij de voorstel-
lingen van MUZT en bijvoorbeeld bij balletuit-
voeringen. Waar ikzelf naar uitkijk? Naar ‘The
Analogues’. Een band die het complexere werk
van The Beatles speelt.” ,,En ik kan niet wachten
tot de ‘Ashton Brothers’ hier optreden”, besluit
Anne-Marie. ,,Zij bieden heel mooi fysiek the-
ater. Je weet niet waar je eerst en laatst moet
kijken. Zij verdienen echt een groot podium.” ■
BIJNA VIER JAAR NA DE OPENING IS THEATER SNEEK EEN BEGRIP BIJ BEZOEKERS EN ARTIESTEN. NOODZAAK EN NUT ZIJN INMIDDELS WEL BEWEZEN. HET SN PEILDE DE STEMMING ACHTER DE SCHERMEN.
Theater Sneek een en al gastvrijheidSNEEK – Dit zijn de weken van er nog even moeten inkomen. Het seizoen gaat bijna weer van start en de vakanties liggen nog vers in het geheugen. Vakanties die directeur Ben van der Knaap en hoofd Marketing en Publiciteit Cultuur Kwartier Sneek Anne-Marie Dros met een tevreden gevoel ingingen. ,,De voorverkopen waren goed”, zegt eerstgenoemde enthousiast.
De Geoman drukpers. Opslag van ‘voordraaien’.
Amanda
de Vries
Dat datumregel op de voorpagina van de krant
in tabloidformaat geeft aan Zaturdag 3 Januarij
1846. ,,Moet kloppen”, zegt ondergetekende
die de pagina van de eerste krant herkent. Die
sierde, in een houten lijst, namelijk jarenlang
het kantoor op de Singel, waar de voormalige
drukkerij van Doevendans was gehuisvest.
Later hing de voorpagina van de eerste krant
aan een spijker in het trapgevelpandje aan het
Kleinzand. Nu is het te vinden in de centrale
redactieruimte van uitgever NDC in Leeuwarden
die de Sneker bijkantoren afstootte.
Als de ware archivaris slaat Hessel Jaasma in
de verboden te roken-ruimte de boeken er nog
even op na voor een tweede check. Het boekje
Ynventarisaasje fan streekblêden yn Fryslân,
Ljouwert, 1985 van W.T. Beetstra geeft dezelfde
begindatum aan van het Sneeker Nieuwsblad.
In de archiefruimte zijn alle kranten - op een
enkele na - terug te vinden. ,,Het is vrijwel
compleet”, weet Jaasma. Alleen de jaargang
van 1899 ontbreekt. Waarom? Geen idee.
De kranten zijn tot 2011 ingebonden in leggers.
Nu worden ze los bewaard. Er wordt vrij
geregeld gebruik van gemaakt, volgens Jaasma.
,,Hoewel het vroeger wel veel drukker was. Dan
kwamen er voor al mensen voor stamboomon-
derzoek. Na internet is de stroom aardig opge-
droogd, hoewel er nog steeds mensen komen
die op zoek zijn naar hun familiegeschiedenis.
Overlijdensadvertenties zijn daarbij soms
belangrijke aanknopingspunten. Verder gaat
het veel om historisch onderzoek. Ook wel om
kwesties van vroeger zoals de vermakelijksheids-
belastingzaak rond Amicitia, of de discussies die
gevoerd zijn om het Cultureel Kwartier.”
Alle papieren jaargangen van het vanaf 1993
gedigitaliseerde SN zijn eveneens te vinden bij
Tresoar en in het Fries Scheepvaart Museum.
Overigens heeft de gemeente de krant tot tot
de digitalisering in circa 1990 op zogenaamde
microfiches staan, een soort diaraampjes die
met een speciaal apparaat zijn af te lezen. Qua
conservering een prima systeem, aldus Jaasma.
Dat de gemeente het Sneeker Nieuwsblad
nauwkeurig bewaard schuilt in de wettelijke
bewaarplicht omdat de gemeente publiceert in
de krant. Als het om zaken gaat die jonger zijn
dan 20 jaar kunnen mensen aanspraak maken
op het archief vanwege de wet openbaarheid
van bestuur.
Groot onderdeel van de gemeentelijke archieven
is het register Burgerlijke Stand (vanaf 1811)
en het bevolkingsregister vanaf 1850 en alle
besluiten van de scretarie vanaf 1500. Naast
het Sneeker Nieuwsblad bewaakt Hessel Jaasma
particulieren archieven van onder andere Wou-
da’s Meel, de Protestantse kerken, voetbalclub
LSC 1890 en het Old Burger Weeshuis. ■
HESSEL JAASMA BEWAAKT IN DE KELDER VAN HET STADHUIS AAN DE MARKTSTRAAT DE GEMEENTELIJKE ARCHIEVEN WAARIN VOOR HET SNEEKER NIEUWSBLAD DE NODIGE PLAATS IS INGERUIMD.
’Sneeker’ archief bewaakt door HesselSNEEK - De 60-jarige Sneker beent tussen het koel houdende beton meteen naar de meerdan manshoge draaikasten. ,,Even kijken waar de eerste ligt”, zegt hij na een slinger aan de wielspaken. Zoeken hoeft hij niet. Gedecideerd plukt Jaasma het in een jaarlegger gebon-den allereerste exemplaar van de ‘Sneeker’ van de plank. ,,Dit moet ‘m zijn.”
De drukker controleert... Drukplaten magenta en cyaan.
?????
??????
Sjoerd Stiensma
De krant wordt gevouwen en gesneden... ...gebundeld en geseald.
In 1862 ging de Sneeker Courant over in de
hand van W. Cool van Bokma. In de 105e editie
van de 26e jaargang staat vermeld dat vanaf
die tijd de krant officieel orgaan werd van de
gemeente en het Arrondissement Sneek. De on-
dertitel van de Sneeker Courant werd vanaf toen
‘Nieuws- en advertentieblad voor de gemeente
en het Arrondissement Sneek.
Vanaf 1890 werd de krant eigendom van de fir-
ma Pouwels en Falkema en verscheen tweemaal
per week in een oplage van 2800. In 1900 werd
de firma ontbonden en ging Falkema en Msz.
door met de krant aan de Suupmarkt.
Ondertussen werd in 1889 tot 1892 in Sneek
een tweede versie van de ‘Sneeker Courant’
uitgebracht door H .J. Poutsma en verscheen
eenmaal per week. Redacteur was Piter Jelles
Troelstra. De krant kreeg een sterk sociaal-de-
mocratische inslag. In 1893 ging deze uitgave
op in ‘De Nieuwe Tijd’.
Aan het eind van de negentiende eeuw ver-
scheen er nog een krant in Sneek. A.J. Bokma
gaf in 1884 een jaar lang ‘Sneek’ uit. Beter
bekend als het ‘Algemeen Advertentieblad voor
Sneek en omstreken’. Dit was één van de voor-
lopers van de ‘Nieuwe Sneeker Courant’.
Vanaf 1904 komt het ‘Drijfhout’s Advertentie-
blad’ op de markt, uitgegeven door uitgeverij
H.J. Drijfhout in Sneek en verspreid in Sneek
en omliggende dorpen. In 1907 werd de naam
gewijzigd in ‘ Drijfhout’s Nieuwsblad’.
De ‘Nieuwe Sneeker Courant’ met als ondertitel
‘Brandenbrugh’s goedkoop advertentieblad voor
Sneek en Omstreken’ rolde vanaf 1887 van de
pers. In 1927 kwam deze titel in handen van
een driemanschap, Leendert Kiezebrink en Co.
In de Tweede Wereldoorlog bleef de ‘Nieuwe
Sneeker Courant’ zelfstandig. In 1942 volgde
een fusie met ‘Drijfhout’s Nieuwsblad’. Noodge-
dwongen door papierschaarste. Na toetreding
van een derde fusiepartner, ‘De Jong’s Nieuws-
blad’, werd halverwege de oorlog de naam
gewijzigd in ‘Westergo’.
Meteen na de bevrijding in 1945 kwam de
‘Nieuwe Sneeker Courant’ terug onder de naam
‘Sneeker Nieuws’. Tot augustus 1946 heette de
krant ‘Weekblad voor het Militair Gezag’, district
Sneek en omstreken. De krant werd gedrukt
bij drukkerij ‘De Motor’ op de Gedempte Pol.
Hierna dook de krant weer op bij de oude uit-
gever L. Kiezebrink en Co aan het Kleinzand. Op
dat moment kreeg de krant de huidige naam:
‘Sneeker Nieuwsblad’.
In 1970 rolde de laatste editie van de pers bij
‘De Motor’. Drukkerij- en uitgeversbedrijf H.
Doevendans, destijds uitgever van de Sneker
Koerier, nam toen het ‘Sneeker Nieuwsblad’ over
van W. Jaasma en werd eigenaar. ‘De Motor’
verscheen in 1953 met de eerste uitgave van
het ‘Sneeker Nieuws- en Advertentieblad’ dat
vanaf 1964 als ‘Sneeker Koerier’ doorging.
Het 170-jarige Sneeker Nieuwsblad is een van
de oudste kranten in Nederland. Lang koesterde
de krant, met een huis-aan- huis- én een
abonnee-editie, haar status als goed draaiende
zelfstandige onderneming. Omdat de voorma-
lige eigenaren, de drie rasechte Sneker broers
Karst, Teun en Joop Doevendans, geen opvolgers
in hun drukkerij- en uitgeverij aan de Singel
hadden, boden ze in 1989 de al veel langer op
de titel azende Friese Pers de kans om de ‘derde
krant van Friesland’ in te lijven.
Het SN hield als 100 procent dochteronder-
neming van de Friese Pers, uitgever van onder
andere de Leeuwarder Courant, jarenlang zijn
eigen broek op. Toen de Friese Pers in 2007
fuseerde met Hazewinkel Pers in Groningen
waardoor de Noordelijke Dagblad Combinatie
(NDC) ontstond werd de nieuwsbladtitel net
als de ook ingelijfde Hoekstra-bladen onderge-
bracht in de huis-aan-huisgroep met een kleine
40 titels.
Sinds 2011 is het ‘Sneeker Nieuwsblad’ een
gratis huis-aan-huisblad dat iedere woensdag
verschijnt in een oplage van bijna 30.000 exem-
plaren in de gemeente Súdwest-Fryslân. ■
HET ‘SNEEKER NIEUWSBLAD’ VERSCHIJNT SINDS 1970 ONDER DEZE NAAM. MAAR DEZE KRANT HEEFT EEN LANGE HISTORIE DIE BEGON IN 1846; 170 JAAR GELEDEN.TOEN VERSCHEEN DE ALLEREERSTE PLAATSELIJKE KRANT IN SNEEK ONDER DE NAAM ‘SNEEKER COURANT’, UITGEGEVEN DOOR DRUKKER/UITGEVER J. KLEIN IN SNEEK.
De rijke historie van het ‘Sneeker Nieuwsblad’
,,Via redacteur Cees Walinga rolde ik de journa-
listiek in”, vertelt Jelmer, ,,hij kende mijn ouders.
Voor mijn opleiding VMBO-detailhandel zocht
ik een stageplaats, en de journalistiek trok mij
meer dan in een winkel werken. De school vond
het goed en zo kwam ik voor een stage van
twee weken bij het SN terecht op het Kleinzand.
Cees en zijn collega redacteur Sjoerd Stiensma
vroegen mij vervolgens of ik na mijn stage de
verslaggeving van het voetbal wilde oppakken.
Dit wilde ik graag. Ik voetbal al sinds mijn 6e bij
ONS en weet veel van de statistieken.”
Jelmer kreeg het volledige vertrouwen van de
beide heren en dus toog hij iedere zaterdag en
zondag naar de redactie. ,,Na eerst zelf gevoet-
bald te hebben, ging ik dan op een doodstille
redactie aan de slag met de overig gespeelde
wedstrijden. Dit deed ik door middel van vele
telefoontjes plegen. Ik leerde op die manier
veel trainers. Het was echt mijn ding. Maar niet
alleen het voetbal, ook andere sporten kwam
ik tegen tijdens mijn 10-weekse stage voor
mijn MBO-opleiding Fotografie en Journalis-
tiek. Opnieuw was het SN voor mij een goede
leerschool. Ik weet nog goed dat ik schaatster
Marrit Leenstra mocht interviewen in Wijckel. Ik
was doodzenuwachtig. Sjoerd reed me erheen,
want ik had nog geen rijbewijs. Het interview
viel erg mee, het werd een mooi en groot artikel
waar ik nog steeds zeer trots op ben! Cees was
destijds mijn mentor en hij leerde me slordig-
heidjes in de taal te verminderen. Zowel Cees
als Sjoerd hebben me geleerd om vertrouwen te
hebben in wat je doet. Ook kreeg ik veel vrijheid
bij het schrijven van artikelen. Daarnaast leerden
ze me hoe ik de krant moest opmaken.”
Inmiddels heeft Jelmer zijn MBO-opleiding
verruild voor Een HBO-studie Journalistiek in
Zwolle. Hij leert er onder andere kort, bondig en
creatief schrijven. ,,Hoe is de sfeer bij aanvang
van een interview? Wat zie je allemaal, wat
gebeurt er? Dat soort dingen. Maar ik richt me
niet alleen op het schrijven. We maken ook korte
filmpjes en radioprogramma’s. En nog steeds
vind ik de sport erg leuk om te doen. Mijn
droom is Studio Sport. In de sportverslaggeving
vind ik Bert Maalderink, Joep Schreuder en Toine
van Peperstraten goed. Tijdens het afgelopen
EK Voetbal liep ik stage bij Panorama en daar
ontmoette ik mijn grote voorbeeld Edwin Struis
(voorheen Sportweek/NUSport, AdV). Dat was
natuurlijk een bijzonder moment.”
Ook Jelmer heeft in de afgelopen jaren de
veranderingen bij het SN meegemaakt. Hij vindt
het nog steeds zonde dat de maandagkrant is
verdwenen. ,,Daarin konden we zoveel sport
plaatsen. Volgens mij missen mensen dat nog
steeds. Ook het nieuwe uniforme uiterlijk en
de vele reclame vind ik minder aantrekkelijk. Ik
snap dat dat belangrijke inkomsten zijn voor de
krant, maar voor de leesbaarheid is het jammer.
Mooie grote interviews en achtergrondverhalen,
daarmee trek je krantenlezers in de huidige
snelle tijd. Kwaliteit, dat is wat mensen willen.”
■
SPORTREDACTEUR JELMER WIJNSTRA
,,Mijn droom is Studio Sport”
TIJDENS EEN ‘SNUFFELSTAGE’ BIJ HET SN ONTDEKTE JELMER WIJNSTRA DE CHARME VAN DE JOURNALISTIEK. HIJ ONTPOPTE ZICH TOT SPORTREDACTEUR EN SCHRIJFT TROUW IEDERE WEEK ZIJN VOETBALVERSLAGEN.
SNEEK – Het is een mooi weerzien tussen twee oude be-kenden: Jelmer Wijnstra (23) en ondergetekende (47). Vijf jaar geleden liepen we allebei tegelijkertijd stage bij het SN waar de sfeer er een was van gemoedelijkheid.
Kranten klaar voor transport. De expeditiehal.
Amanda
de Vries
... en bij de depothouder afgeleverd. De pakketten worden ‘op route’ gelegd...
,,Snekers zijn trots op hun stad, de saamhorigheid is er groot. Toch heb
ik er nooit gewoond. Ik heb de afstand tussen mijn huidige woonplaats
Sloten en Sneek altijd als zeer prettig ervaren. Naar huis rijden en de boel
even laten bezinken.” Met ‘die boel’ bedoelt Rudolf onder andere zijn
werk als bladmanager voor het SN en andere regionale titels. ,,Ik kwam
bij de LC vandaan en werd in 1998 benaderd voor genoemde functie. Het
leek me een hele uitdagende baan, maar ik was onervaren in leidingge-
ven. Ik was 31 en kreeg een team van zo’n acht personen onder me. NDC
stuurde me op een cursus Leidinggeven en daar kwam ik erachter dat ik
een zogenaamd ‘groen’ persoon was. Iemand die af gaat op zijn gevoel en
houdt van compromissen sluiten. Van een collega die voornamelijk ‘rood’
was leerde ik wat meer de confrontatie op te zoeken. Toen ik op een
vrijdagmiddag de knuppel behoorlijk in het hoenderhok had gegooid en
het hele weekend me daar schuldig over voelde, besloot ik op maandag-
morgen maar van mijn eigen kracht uit te gaan. Daar kwam ik toch het
verste mee.”
Rudolf floreerde in zijn functie. Hij had een leuke club mensen om zich
heen en de krant draaide op volle toeren. ,,We waren een autonome BV
(het SN viel toen nog onder Uitgeverij Doevendans BV, AdV) en hadden
het Calimero gevoel, wij tegen de grote boze wereld. We waren hecht met
z’n allen, een uitgeverij in het klein, en stonden voor ons eindproduct. Ook
leerden we veel van elkaar. Zo herinner ik me dat redacteur Cees Walinga
een krant uit Turkije meenam die op tabloidformaat gedrukt was. De
pakkende stijl en de goede opmaak van die krant was een voorbeeld voor
onze maandagkrant. En als we het gevoel hadden dat onze concurrent
Wijd & Zijd ons in de wielen reed, dan volgde er een goed gesprek bij de
plaatselijke chinees en was alles weer vergeten en vergeven. Wat ik ook
heel leuk vond was de verhuizing van de Singel naar het Kleinzand. De
toenmalige NDC directeur was kritisch over de aankoop van het pand,
maar ik was enorm enthousiast. Het werd met behulp van plaatselijke
ondernemers compleet verbouwd en ingericht. Ook dit gaf weer een heel
saamhorig gevoel, zo’n verhuizing met z’n allen goed te doorstaan. De
opening was fantastisch met de burgemeesters van Sneek en Wymbritse-
radiel erbij. Ja, ik heb zeer goede herinneringen aan die tijd.”
Toch besloot Rudolf in juli 2004 om te vertrekken. ,,De bemoeienis van
hogerhand werd steeds groter”, verklaart hij zijn afscheid. ,,De lol ging er
voor mij meer en meer van af. Nieuwe leidinggevenden hadden voor mijn
gevoel geen inkt in de aderen. Terwijl ik nog steeds van mening was dat
een mooie, goede krant voorop moest staan. Dus dat botste. Maar het
was voor mij ook een juist moment om eens wat anders te gaan doen.
En dat ‘anders’ werd ‘Capacitas Advies’, mijn eigen bedrijf. Wat het SN
betreft: grote achtergrondverhalen zijn volgens mij onmisbaar, net als
mooie specials. Het snelle nieuws lezen mensen wel via internet. Als de
krant zich weer meer verdiept in de lokale samenleving, voorzie ik een
mooie toekomst.” ■ EX-BLADMANAGER RUDOLF DIJKSTRA
,, We hadden het Calimero gevoel”
RUIM 10 JAAR GELEDEN NAM RUDOLF DIJKSTRA AFSCHEID VAN HET KRANTENLEVEN. ALS BLADMANAGER VAN ONDER ANDERE HET SN BELEEFDE HIJ EN DE REDACTIE PRACHTIGE JAREN.
De liefde voor Sneek zit diep bij Rudolf Dijkstra. Als binnenstadsmanager wordt hij een dag per week door de gemeente en de Vereniging van Sneker Zakenlieden in-gehuurd vanuit zijn eigen bedrijf in ruimtelijke ordening. ,,Het is mijn stad”, verklaart hij hartstochtelijk.
COLOFONUitgeverNDC mediagroep
VerkoopVerkoopteam Friesland Noord
Vormgeving en opmaakMP&V | Griet Visser
Coördinatie redactieSjoerd Stiensma
Oplage29.350 exemplaren
Amanda
de Vries