AL 170 JAAR LANG NIEUWS UIT UW EIGEN REGIO - … · hield ik de standen bij, een proces dat...

10
... veel papier! Aanvoer van krantenpapier... AL 170 JAAR LANG NIEUWS UIT UW EIGEN REGIO

Transcript of AL 170 JAAR LANG NIEUWS UIT UW EIGEN REGIO - … · hield ik de standen bij, een proces dat...

... veel papier! Aanvoer van krantenpapier...

AL 170 JAAR LANG NIEUWS UIT UW EIGENREGIO

Als echte Sneker kent Feike alle ins en outs

van de stad. Het is dan ook niet verwonderlijk

dat hij zich graag inzet voor Historisch Sneek

e.o., en vanuit deze vereniging de rubriek ‘Su

het ut weest’ voor het SN verzorgt. ,,Ik nam de

De kracht van oude foto’sSNEEK - ,,Hé”, ,,hallo” en ,,hoi”. Met Feike Damstra door Sneek lopen is net zoiets als met een BN-er Amsterdam onveilig maken. Iedereen, maar dan ook echt iedereen kent hem. ,,Geboren en getogen in de binnenstad”, grijnst hij. ,,Oude Koemarkt, toen verhuisd naar het Zui-dend en nu woon ik op de Waterpoortsgracht. Een mooi rondje hè. Ik hou van Sneek. Vind het geweldig dat ik hier ben opgegroeid en er mijn hele leven grotendeels heb doorgebracht. Ook tijdens studie en stages reed ik liever heen en weer dan dat ik ergens in de kost ging. Ik ben nou eenmaal nooit zo uithuizig geweest.”

rubriek bij aflevering 323 over van de inmiddels

overleden Joop Terpstra”, legt hij uit. Ik doe het

graag als vrijwilliger. Ben altijd geïnteresseerd

geweest in de historie van plaatsen. Sneek is

een rijke stad als het gaat om geschiedenis.

Door de ligging aan vijf waterwegen kun je

er niet omheen. Aan de populariteit van de

rubriek is te merken dat veel mensen een hang

naar vroeger hebben. Ze zoeken altijd naar iets

herkenbaars uit hun jeugd. En de echte oudjes

weten ook hoe de stad er voorheen uitzag. Zij

zijn belangrijk voor de verhalen die we nu weer

vertellen aan een andere generatie. Wij worden

regelmatig gebeld met de vraag of we interesse

in oude foto’s hebben. Dan is vader of moeder

overleden en ruimen de kinderen het huis op.

We treffen veel familiekiekjes aan, en die zijn

voor Su het ut weest eigenlijk ook het leukste.

Of laat ik het anders zeggen: foto’s met mensen

erop. Alleen panden, wegen of natuurimpressies

leveren minder levendige beelden op.”

Foto’s zijn lang niet altijd scherp genoeg, Feike

bewerkt in de computer zoveel hij kan. Ook

de reacties op de teksten die hij bij de foto’s

schrijft zijn nogal wisselend. ,,Vooral als ik iets

fouts zeg”, bromt hij. ,,Boerderijen, daar begin

ik niet meer over. Wat me wel heel leuk lijkt

voor de rubriek is wat meer foto’s uit de jaren

’80. Bijvoorbeeld van de kroegen uit die tijd. La

Bohème, The Skotch Inn, dat is toch een heel

tijdperk geweest. Dus als lezers die hebben…”

De wandeltocht door de stad geeft de ras Sne-

ker ook nog de gelegenheid om zijn favoriete

en minst mooie plekken aan te geven. ,,Het is

een enorm cliché”, zegt hij lachend, ,,maar de

Waterpoort vind ik de allermooiste plek. Dit in

tegenstelling tot het ABN AMRO pand en het

pleintje aan de Dokter Boumaweg met daaraan

ondermeer de Albert Heijn. Ook het pand van

de Febo en de luifels in de Galiga promenade

verdienen absoluut niet de schoonheidsprijs.

Ondernemers willen over het algemeen best

anders, maar gemeentelijke procedures duren

helaas erg lang en ik vind dat er weinig inspraak

is. Jammer. Verder ben ik vol lof over mijn stad

en haar hardwerkende bewoners. Veel mensen

verrichten prachtig werk achter de schermen, ze

verdienen meer erkenning! En je hebt het ge-

merkt: ons kent ons. Het is net een groot dorp.

Een dorp waar we trots op mogen zijn. Dat

mogen Snekers nog wel wat meer uitdragen.” ■

Amanda

de Vries

AL 12 JAAR IS ‘SU HET UT WEEST’ EEN GRAAG GEZIENE RUBRIEK IN HET SNEEKER NIEUWSBLAD. VOOR SAMENSTELLER FEIKE DAMSTRA IS HET ONDERDEEL IEDERE KEER WEER EEN UITDAGING.

...en op de pagina gezet. Advertenties worden opgemaakt...

,,Op de Oosterdijk 39 is het allemaal begon-

nen”, licht hij toe. ,,In een oude kroeg naast

de steeg bij de Hema zag Hamilton Bright in

2000 het levenslicht. Daar begon mijn droom:

een bedrijf starten dat zich inzet voor merkfa-

brikanten en retailers door aankoopgedrag van

consumenten te beïnvloeden. Vijf jaar hadden

we alleen daar een vestiging, toen breidden

we uit en lieten we een pand bouwen op de

Pottenbakkerstraat (naast garage Wander, AdV).

En weer vijf jaar later waren we behoorlijk uit

ons jasje gegroeid en kozen we voor nieuw-

bouw. Dit is ons hoofdkantoor, daarnaast

hebben we vestigingen in Naarden, Alkmaar,

Heerhugowaard, Asten, België en Zuid-Afrika.

Ik vind het prachtig om met mensen te werken

en ze te laten bloeien. Daarom voer ik geregeld

gesprekken met medewerkers in de trant van:

‘Zit je nog wel goed in je vel? Wat zou je

anders willen? Wil je doorgroeien?’ Ik spreek

regelmatig medewerkers van andere bedrijven

en dan doet het me pijn als ik hoor dat ze soms

hun droom niet najagen omdat ze denken dat

ze te oud, niet geschikt of vul maar in, zijn. Er is

zoveel mogelijk.”

Dit ontdekte Egon zelf toen hij een jaar of 18

was. Student Commerciële Economie aan de

HEAO te Leeuwarden en geïnteresseerd in voet-

bal en schrijven hierover. Hij viel met zijn neus in

de boter toen Martin Kruis hem vroeg om voor

het Sneeker Nieuwsblad voetbalwedstrijden op

papier te verslaan. ,,De wat kleinere clubs in

de Zuidwesthoek”, herinnert hij zich. ,,Ik had

nog geen rijbewijs dus moest ik iedere keer met

iemand meerijden, maar ik vond het geweldig!

De sfeer rondom de velden, soms stond er zo’n

300 man, en het feit dat je als journalist wat

betekende. Dan werd er gefluisterd: ‘Sjoch,

de krante is der ek.’ Voor een heel weekend

werken – zo’n tien artikelen schrijven – kreeg

ik 70 gulden. Ik werkte alles op de typemachine

uit, ook de verslagen die ik na de wedstrijd

telefonisch doorkreeg van de trainers. Want ik

kon natuurlijk niet alle voetbalvelden langs. Ook

hield ik de standen bij, een proces dat volledig

handmatig ging. Ik nam ze op via de uitzen-

dingen van Omrop Fryslân en tikte ze daarna

uit. Daar slopen natuurlijk altijd fouten in. Het

was een crime. Vervolgens kregen redacteuren

Cees Walinga en Sjoerd Stiensma daar weer

klachten over. Ook mijn artikelen lieten in het

begin te wensen over. Dan nam Sjoerd het

rode potlood ter hand en gingen er de nodige

strepen doorheen. Ja, het was doorzetten. Maar

ik vond het zo leuk, dat ik de niet al te beste

beloning en het commentaar graag incasseerde.

Ik maakte veel uren, dit soms tot ongenoegen

van mijn moeder. Zo werkte ik op de zondag-

avonden vaak tot laat door. Dan had ik wat

biertjes in de kantine gehad - ik voetbalde in

die tijd zelf bij WZS - en hield wijlen redacteur

Germ de Wolf me op het kantoor aan de Singel

van mijn werk.” Lachend: ,,Hij stelde een ander

nooit vragen, had het alleen maar over zichzelf.

De volgende morgen moest ik dan weer aan

de studie. Het waren twee totaal verschillende

werelden.”

Van het journalist zijn leerde Egon enorm veel.

Hij is de krant nog altijd dankbaar voor vijf

mooie jaren. ,,Ik mocht voetbalbijlagen maken,

en kreeg van alle redacteuren veel vrijheid en

vertrouwen. Dit in combinatie met de juiste

werkinstelling – niet zeuren maar doorgaan –

leverde me bij het solliciteren naar een baan een

flink concurrentievoordeel op. En ik heb nog da-

gelijks profijt van die jaren. Ik ben altijd blijven

schrijven. Zo heb ik nog steeds een column in

het Fries Journaal van Albert van Keimpema, die

ook voor het SN werkte. Ook binnen Hamilton

Bright schrijf ik geregeld bij jubilea en dergelijke.

Ik weet nog dat ik het afscheid van de krant

heel lastig vond. Het waren fantastische mensen

daar. Inmiddels is er veel veranderd. Ik noem

het verdwijnen van de maandageditie - een

fenomeen, als je daar in stond dan was je echt

iemand – maar ik weet dat het SN nog altijd

veel gelezen wordt. Ik denk dat het belangrijk

is de achtergrondverhalen en bijlagen uit te

breiden. Die hebben nieuwswaarde, daar heeft

de consument behoefte aan. Als je op die

behoefte inspeelt heb je een lange adem. Of ik

de krant zelf nog spel? Ik scan de koppen en

lees de artikelen die me oprecht interesseren,

soms via de website. Het SN loslaten kan ik niet.

We hebben het hier over een van de oudste

kranten van Nederland! Daar ben ik trots op.

Het Sneeker Nieuwsblad is een merk. Een merk

dat in mijn hart zit.” ■

EGON DIEKSTRA

Het SN is een merk dat in mijn hart zitSNEEK – Aan alles merk je dat Egon Diekstra een man is die graag wil dat je je goed voelt. Dat begint al bij het betreden van het indrukwekkende bedrijfspand aan de Wagenmakersstraat. Onder het glazen dak is het prima wachten in de gekleurde en vorstelijke zetels. Medewer-kers groeten bezoekers van Hamilton Bright en elkaar vriendelijk. Cappuccino wordt geserveerd met bijbeho-rend glaasje water. Hier weet men hoe het hoort. Daarna verschijnt ‘de baas himself’ bescheiden ten tonele. Licht pak, krullenbos en opnemende ogen. Terwijl hij voorgaat naar ‘Oosterdijk 39’ - de sfeervolle kroeg die dienstdoet als bedrijfskantine – vraagt hij voorzichtig of hij ‘je’ mag zeggen. Zelfde bouwjaar, natuurlijk mag dat.

EGON DIEKSTRA IS HÉT SCHOOLVOORBEELD VAN HOE HARD EN GEPASSIONEERD WERKEN KAN LEIDEN TOT HET RUNNEN VAN EEN SUCCESVOL BEDRIJF. DE CEO VAN HAMILTON BRIGHT BEGON ZIJN CARRIÈRE ACHTER DE TYPEMACHINE.

Editie-indeling van de krant. Beoordeling van de voorpagina door redacteur en vormgever.

Amanda

de Vries

,,Het zijn echte doeners. Als Opleidingsmanager

Friese Poort, cluster Audio Visuele Producties,

waar de opleiding Mediaredactie deel van

uitmaakt, zie ik hoe gedreven ze zijn. Deze

opleiding werd destijds gestart door een

docent Nederlands die een markt zag voor een

MBO-opleiding Fotografie&Journalistiek. In het

aanbod van studies miste hij een dergelijke op-

leiding. Hij koppelde er fotografie aan, zodoende

krijgen studenten nu les in zowel de schrijvende

als de audiovisuele pers. En het mooie is dat we

dit schooljaar ook starten met een opleiding Me-

diaredactie. Met dit diploma kun je bijvoorbeeld

aan de slag bij mediabedrijven, reclamebureaus,

drukkerijen en dag- of weekbladen. Het is een

heel allround opleiding waarin de basiskennis

van het schrijven maar ook de video en fotogra-

fie belangrijk is.”

Onderdeel van beide opleidingen zijn de stages.

De Friese Poort is in dit kader erg blij met de

goede contacten die er bijvoorbeeld zijn met het

SN. ,,Stagiaires krijgen veel vrijheid bij de regio-

nale kranten”, aldus Joke. ,,Hierdoor ontwikke-

len ze zelfvertrouwen en leren ze in een aantal

maanden enorm veel. Zo mogen ze soms hun

eigen rubriek voor de krant bedenken en werken

ze behoorlijk zelfstandig op locatie. Kranten zijn

er blij mee, en de stagiaires zijn trots. Het geeft

ze zo’n stuk waardering. Het mes snijdt dus aan

twee kanten. Waar we bij het ontwikkelen en

starten van een opleiding rekening mee houden,

is of er genoeg werk is voor afgestudeerde

jongeren. Als we zouden willen, dan zouden we

op veel meer plaatsen mediaopleidingen kunnen

starten. Maar waar moeten al die studenten

straks aan de slag? We leiden onze studenten

zo op, dat ze zeer doelmatig kunnen werken. Ze

interviewen, maken foto’s en als het even kan

ook een video, allemaal over hetzelfde onder-

werp. Die verschillende disciplines moeten van

een goede kwaliteit zijn. Dit mis ik soms in de

huidige journalistiek. Dan wordt er snel een foto

gemaakt. Maar een goede foto is na jaren nog

mooi, want daar is tijd en dus geld in gestoken.

En daar ontbreekt het nogal eens aan. Maar

een goede reportage kost nou eenmaal tijd en

geld. Ik hoop echt dat mediabedrijven dat weer

gaan inzien.”

In de huidige snelle tijd overleven journalisten

en kranten het volgens Joke alleen als ze kwali-

teit leveren en kritisch durven zijn. ,,Creativiteit

is daarbij erg belangrijk. Beelden en teksten

maken die andere mensen niet bedenken. En

dat kun je zo breed trekken als je zelf wilt. Wat

gebeurt er om je heen? De natuur, de mensen.

Het is een belangrijke taak van de media om dat

te laten zien. Ik denk dat het voor kranten - het

SN niet uitgezonderd – belangrijk is grote ach-

tergrondverhalen te publiceren. Daarvoor lezen

mensen de krant. Daarnaast is het belangrijk dat

de diverse media worden bediend. Dus naast de

papieren krant nieuws op de website en op soci-

al media zoals Instagram. Op die manier valt er

voor iedereen wat te brengen en te halen. Een

objectief beeld tussen beleid van de overheid

en onafhankelijke burgers weergeven, dat is de

taak van de journalistiek.” ■

Regionale krant belangrijk voor stagiaires

FRIESLAND MAG ZICH SINDS 10 JAAR PRIJZEN MET EEN MBO-OPLEIDING FOTOGRAFIE EN JOURNALISTIEK. VANUIT HET HELE LAND KOMEN STUDENTEN NAAR ROC FRIESE POORT DRACHTEN. HET SN VROEG JOKE FELDBRUGGE NAAR DE DRIVE VAN DEZE JOURNALISTEN IN OPLEIDING.

DRACHTEN – Het moderne gebouw aan de Splitting stroomt vol met studenten. Vol belofte beginnen ze aan een nieuw opleidingsjaar, waarin ze worden uitgedaagd om te groeien in hun kennis, ervaringen en inzichten. ,,Studenten in het MBO zijn zo gericht op wat ze willen bereiken”, zegt Joke Feldbrugge met lichte trots.

...en in de rollenwisselaar gehangen.Rollen worden voorbereid...

Amanda

de Vries

,,Mijn tijdelijke onderwijsinstelling werd na vier

jaar beëindigd. In Rinke’s koffiebar trof ik SN

redacteur Peter van der Meeren, die naar de

Leeuwarder Courant vertrok. ‘Goh, is dat niet

wat voor jou?’ riep hij. ‘Ja, waarom niet’, dacht

ik. Er volgde een memorabel sollicitatiegesprek

in Hotel Bonnema. Aan het einde daarvan vroeg

hoofdredacteur Harm Jan Dijkstra mij: ‘Meist do

wol in glêske bier?’ Toen ik daarop bevestigend

antwoordde was de zaak rond. Als rasechte

Sneker kende ik de stad op mijn duimpje. Zo

wist ik veel nieuwtjes en was mijn netwerk

groot. Naast het stadsnieuws versloeg ik veel

sportwedstrijden. Baas Karst Doevendans zag

dat het goed was. Ik vond het meteen een leuke

baan, hoefde het onderwijs echt niet meer in.

We zaten hier op De Singel met z’n drieën en

werkten alles uit op de typemachine. Van die

oude Remingtons. Een hels kabaal!”

Cees kwam in 1990 de SN gelederen versterken.

De afgestudeerde HEAO-er had al de nodige

omzwervingen gemaakt voordat hij zijn schre-

den op het krantenpad zette. Toch was de jour-

nalistiek hem niet vreemd. ,,Mijn broer Ruurd

werkte als journalist bij het Friesch Dagblad, en

met schoolkameraad en journalist Hildebrand

Bijleveld maakte ik een reis door Zuid-Amerika.

Veel van onze avonturen schreef ik op”, zo

vertelt hij. ,,Toen mijn moeder overleed moesten

we hals over kop naar huis en daar wachtte een

vacature bij het SN op me. Na het schrijven van

een proefartikel over de verkiezingen in Brazilië

mocht ik officieel los. Ik sprak Fries, woonde op

het platteland, deed aan voetballen, maakte

muziek en was ook nog eens bij de gemeen-

telijke politiek betrokken. Stadsjongen Sjoerd,

Annejet Slippens - ook een echte Sneekse - en

ik vormden de ideale mix. Met Sjoerd had ik

meteen een klik. Hij leerde me meer over de ver-

schillende sporten, want ik deed eigenlijk alleen

de voetbalwedstrijden. En daarbij stond ik zo af

en toe weleens met stront in de ogen achter de

goal. Dan zag ik het anders dan de spelers het

ervoeren.” ,,Cees schrijft prachtige verhalen”,

roemt Sjoerd. ,,Van hem heb ik geleerd om men-

sen meer te portretteren en te typeren. Wie zijn

ze en waarom zijn ze zo? Welk mens schuilt er

achter de passie?”

De redactie draaide in de jaren ’90 op volle

toeren. Het pand aan De Singel werd verruild

voor een prachtig kantoor aan het Kleinzand.

De sfeer is er fijn en er wordt hard gewerkt.

De redacteuren gaan niet vaak samen op pad,

dit laat het werk niet toe. Ieder heeft immers

zo zijn eigen regio en specialiteiten. ,,Maar

de finale van het herenvolleybal tijdens de

Olympische Spelen van 1992 hebben we wel

samen bekeken”, herinnert Cees zich. ,,Op

het stampvolle terras bij de Draai. Geweldig.”

Sjoerd: ,,Met Jan Posthuma en Olof van der

Meulen maar liefst 2 Sneker internationals in

die memorabele finale tegen Italië. En toen ze

terug waren hadden wij ze vanzelfsprekend als

eerste in de krant. Machtig mooie interviews.

Net als met de zeilbroeders Potma. Inmiddels

werden we als journalist steeds meer allround.

We maakten de krant ook zelf op en onze oude

typemachines waren inmiddels allang ingeruild

voor elektrische exemplaren, en later natuurlijk

de computer.” ,,Die had ik al bij mijn indienst-

treding”, weet Cees. ,,Met floppies in je fietstas

van thuis naar de redactie, waar de zetmachine

een print maakte voor de krant. Twee kranten

per week en elke maand een bijlage. En nooit

een noemenswaardige storing gehad. We

verschenen altijd.”

Tot het voorjaar van 2009. De veelgelezen

maandageditie van het SN – vooruitstrevend

want op tabloid en met twee voorpagina’s in

kleur - is niet langer rendabel en verdwijnt.

Met pijn in het hart – en nog altijd is het een

gevoelig onderwerp voor de heren – brengen ze

de abonneekrant ‘ritueel ten grave’. Ze noemen

het allebei het dieptepunt in hun carrière. Ook

Sneek is in de rouw, of beter gezegd woest, dat

de krant verdwijnt ,,Het betekende voor mij ook

dat ik niet meer voor het SN kon schrijven”, zegt

Cees. ,,Het was te luxe om twee redacteuren op

een krant te zetten, ik werd daarom eindre-

dacteur van de Balkster Courant. Ook heb ik

daarna nog een tijdje het Bolswards Nieuwsblad

gedaan. Je kunt rustig stellen dat ik inmiddels

van Kimswerd tot aan de Ramspolbrug heb

verslagen.” ,,We zijn nu multimediaal”, reageert

Sjoerd. ,,En natuurlijk moet je met je tijd mee.

Maar we blijven echte krantenmensen. Ik heb

nog nooit iemand horen zeggen: ‘Wat stond je

mooi op internet.’ In de krant presenteren we de

verhalen panklaar voor de lezers. Daar komt bij

dat papier rust geeft, ontspanning.”

De laatste jaren binnen NDC waren zeer

onzeker. Zo verloren Sjoerd en Cees allebei hun

baan, net als hun collega’s. Een rollercoaster

aan gevoelens en gedachten overviel de heren.

,,En toch overleefden we ook weer twee forse

reorganisaties”, aldus Cees. ,,We zijn allebei

nog steeds in vaste dienst, dit in tegenstelling

tot veel van andere journalisten en eindredac-

teuren. Dat vind ik echt een voorrecht. Ik zie

de toekomst van de weekbladen wel behoorlijk

rooskleurig. Qua advertenties doen we het nog

steeds goed.” ,,Ondanks alles is en blijft het

een wereldbaan”, besluit een bewogen Sjoerd.

,,We hebben een maatschappelijke verantwoor-

delijkheid, leiden stagiares op, bepalen zelf wat

er in de krant komt en zijn zo vrij als een vogel.

Tel daarbij op dat je altijd weer nieuwe mensen

ontmoet. Mensen met een mooi verhaal en een

eigen levensfilosofie. Die portretten, dat is het.”

Nog altijd een wereldbaan

ZE KUNNEN LEZEN EN SCHRIJVEN MET ELKAAR. HEBBEN DIEP WEDERZIJDS RESPECT EN HET LIJKT ALSOF ZE BINNEN NDC 7 LEVENS HEBBEN. EEN GESPREK MET REDACTEUREN SJOERD STIENSMA EN CEES WALINGA OVER HUN 170-JARIGE ‘KINDJE’.

SNEEK – Het heeft wel iets weg van een huwelijk. Cees Walinga die op De Singel geduldig collega Sjoerd Stiensma opwacht, als was het zijn vrouw die haar sleu-tels niet kan vinden. ,,Hé, hoe is ‘t?” ,,Ja best jong.” De heren kennen elkaar dan ook al 26 jaar, daarvan maakten ze 25 jaar samen kranten. Nu bestiert Sjoerd in zijn eentje het Sneeker Nieuwsblad en is Cees eindredacteur van de Noordoostpolder. Iedere maandag treffen ze elkaar in Leeuwarden in het NDC gebouw. Zo blijven ze op de hoogte van elkaars lief en leed en nemen ze tegelijkertijd de ontwikkelingen binnen de schrijvende pers door. Een wereld die Sjoerd in december 1984 betrad.

Op de plaats van bestemming Drukplaten...

Amanda

de Vries

,,Ten opzichte van vorig jaar is er een toena-

me in de voorverkoop van 16 procent. Ja, dat

verloopt in crescendo! De afgelopen vier jaar

hebben we een goede bezettingsgraad gehad,

gemiddeld zo’n 62 procent, wat neerkomt op

ongeveer 70.000 bezoekers per jaar. Dit jaar

hopen we dus de kwartmiljoenste bezoeker te

mogen ontvangen. En daar gaan we zeker wat

mee doen. In de loop van de tijd hebben we een

schouwburgaanbod gecreëerd dat past bij de

aard en de grootte van de gemeente. We willen

dat het feestje voor de bezoekers al bij de deur

begint. En dus moeten sfeer en ambiance goed

zijn. Mensen kunnen hun auto dichtbij en gratis

parkeren en in een veilige omgeving naar Thea-

ter Sneek toelopen. Eenmaal binnen zorgen veel

vrijwilligers voor een gastvrij en warm welkom.

En het gebouw waarborgt iedere keer weer de

intimiteit. Daar zijn we blij mee. Op die manier

is de chemie tussen het publiek en de artiest het

grootst. Overigens krijgt de artiest van ons – net

als de bezoekers – een gastvrij onthaal. Dat is

lang niet overal zo. Het betaalt zich uiteindelijk

terug in de voorstelling en onder artiesten wordt

Theater Sneek ook positief genoemd. Hun ver-

halen in het gastenboek zijn ronduit dankbaar

te noemen.”

Tijdens de bouw had deze krant een innige

samenwerking met de mensen van het theater.

Anne-Marie weet het nog goed. ,,Het was

heel prettig dat de redactie zo dichtbij op het

Martiniplein zat, we liepen vaak bij elkaar

binnen. Het SN had een paar keer per maand

een update van de ontwikkelingen en ze was

oprecht geïnteresseerd. De artikelen trokken na

de opening veel nieuwsgierige bezoekers. Het

is een wisselwerking. De krant schrijft over een

voorstelling, en wij bieden de krant de gelegen-

heid om content te leveren. Qua publiciteit wer-

ken we verder veel met huis aan huis brochures,

die liggen in een oplage van 65.000 bij iedereen

thuis op de mat. En dit wordt zeer gewaardeerd.

Daarnaast willen we nog meer online publiciteit

genereren.”

De journalistiek beoogt nog altijd de waakhond

van de samenleving te zijn, ook al is dat in

tijden van bezuinigingen soms lastig. Hoe staat

het hiermee in het theater? ,,Van onze voor-

stellingen is 80 procent entertainment”, aldus

Ben. ,,Maar dan blijft er altijd nog 20 procent

over voor maatschappijkritische voorstellingen.

Ik noem bijvoorbeeld het theatercollectief ‘De

Verleiders’, die de bankencrisis aan de kaak

stelde op het toneel. In hun nieuwste voorstel-

ling nemen ze ons zorgstelsel onder de loep.

Maar ook de meeste cabaretiers hebben een

geëngageerde houding.”

Theater Sneek heeft jong en oud een prachtig

programma te bieden. En ook hierbij snijdt het

mes aan twee kanten. Jonge bezoekers nemen

hun ouders mee, ouders nemen hun kinderen

mee. Ben: ,,Dat zie je heel goed bij de voorstel-

lingen van MUZT en bijvoorbeeld bij balletuit-

voeringen. Waar ikzelf naar uitkijk? Naar ‘The

Analogues’. Een band die het complexere werk

van The Beatles speelt.” ,,En ik kan niet wachten

tot de ‘Ashton Brothers’ hier optreden”, besluit

Anne-Marie. ,,Zij bieden heel mooi fysiek the-

ater. Je weet niet waar je eerst en laatst moet

kijken. Zij verdienen echt een groot podium.” ■

BIJNA VIER JAAR NA DE OPENING IS THEATER SNEEK EEN BEGRIP BIJ BEZOEKERS EN ARTIESTEN. NOODZAAK EN NUT ZIJN INMIDDELS WEL BEWEZEN. HET SN PEILDE DE STEMMING ACHTER DE SCHERMEN.

Theater Sneek een en al gastvrijheidSNEEK – Dit zijn de weken van er nog even moeten inkomen. Het seizoen gaat bijna weer van start en de vakanties liggen nog vers in het geheugen. Vakanties die directeur Ben van der Knaap en hoofd Marketing en Publiciteit Cultuur Kwartier Sneek Anne-Marie Dros met een tevreden gevoel ingingen. ,,De voorverkopen waren goed”, zegt eerstgenoemde enthousiast.

De Geoman drukpers. Opslag van ‘voordraaien’.

Amanda

de Vries

Dat datumregel op de voorpagina van de krant

in tabloidformaat geeft aan Zaturdag 3 Januarij

1846. ,,Moet kloppen”, zegt ondergetekende

die de pagina van de eerste krant herkent. Die

sierde, in een houten lijst, namelijk jarenlang

het kantoor op de Singel, waar de voormalige

drukkerij van Doevendans was gehuisvest.

Later hing de voorpagina van de eerste krant

aan een spijker in het trapgevelpandje aan het

Kleinzand. Nu is het te vinden in de centrale

redactieruimte van uitgever NDC in Leeuwarden

die de Sneker bijkantoren afstootte.

Als de ware archivaris slaat Hessel Jaasma in

de verboden te roken-ruimte de boeken er nog

even op na voor een tweede check. Het boekje

Ynventarisaasje fan streekblêden yn Fryslân,

Ljouwert, 1985 van W.T. Beetstra geeft dezelfde

begindatum aan van het Sneeker Nieuwsblad.

In de archiefruimte zijn alle kranten - op een

enkele na - terug te vinden. ,,Het is vrijwel

compleet”, weet Jaasma. Alleen de jaargang

van 1899 ontbreekt. Waarom? Geen idee.

De kranten zijn tot 2011 ingebonden in leggers.

Nu worden ze los bewaard. Er wordt vrij

geregeld gebruik van gemaakt, volgens Jaasma.

,,Hoewel het vroeger wel veel drukker was. Dan

kwamen er voor al mensen voor stamboomon-

derzoek. Na internet is de stroom aardig opge-

droogd, hoewel er nog steeds mensen komen

die op zoek zijn naar hun familiegeschiedenis.

Overlijdensadvertenties zijn daarbij soms

belangrijke aanknopingspunten. Verder gaat

het veel om historisch onderzoek. Ook wel om

kwesties van vroeger zoals de vermakelijksheids-

belastingzaak rond Amicitia, of de discussies die

gevoerd zijn om het Cultureel Kwartier.”

Alle papieren jaargangen van het vanaf 1993

gedigitaliseerde SN zijn eveneens te vinden bij

Tresoar en in het Fries Scheepvaart Museum.

Overigens heeft de gemeente de krant tot tot

de digitalisering in circa 1990 op zogenaamde

microfiches staan, een soort diaraampjes die

met een speciaal apparaat zijn af te lezen. Qua

conservering een prima systeem, aldus Jaasma.

Dat de gemeente het Sneeker Nieuwsblad

nauwkeurig bewaard schuilt in de wettelijke

bewaarplicht omdat de gemeente publiceert in

de krant. Als het om zaken gaat die jonger zijn

dan 20 jaar kunnen mensen aanspraak maken

op het archief vanwege de wet openbaarheid

van bestuur.

Groot onderdeel van de gemeentelijke archieven

is het register Burgerlijke Stand (vanaf 1811)

en het bevolkingsregister vanaf 1850 en alle

besluiten van de scretarie vanaf 1500. Naast

het Sneeker Nieuwsblad bewaakt Hessel Jaasma

particulieren archieven van onder andere Wou-

da’s Meel, de Protestantse kerken, voetbalclub

LSC 1890 en het Old Burger Weeshuis. ■

HESSEL JAASMA BEWAAKT IN DE KELDER VAN HET STADHUIS AAN DE MARKTSTRAAT DE GEMEENTELIJKE ARCHIEVEN WAARIN VOOR HET SNEEKER NIEUWSBLAD DE NODIGE PLAATS IS INGERUIMD.

’Sneeker’ archief bewaakt door HesselSNEEK - De 60-jarige Sneker beent tussen het koel houdende beton meteen naar de meerdan manshoge draaikasten. ,,Even kijken waar de eerste ligt”, zegt hij na een slinger aan de wielspaken. Zoeken hoeft hij niet. Gedecideerd plukt Jaasma het in een jaarlegger gebon-den allereerste exemplaar van de ‘Sneeker’ van de plank. ,,Dit moet ‘m zijn.”

De drukker controleert... Drukplaten magenta en cyaan.

?????

??????

Sjoerd Stiensma

De krant wordt gevouwen en gesneden... ...gebundeld en geseald.

In 1862 ging de Sneeker Courant over in de

hand van W. Cool van Bokma. In de 105e editie

van de 26e jaargang staat vermeld dat vanaf

die tijd de krant officieel orgaan werd van de

gemeente en het Arrondissement Sneek. De on-

dertitel van de Sneeker Courant werd vanaf toen

‘Nieuws- en advertentieblad voor de gemeente

en het Arrondissement Sneek.

Vanaf 1890 werd de krant eigendom van de fir-

ma Pouwels en Falkema en verscheen tweemaal

per week in een oplage van 2800. In 1900 werd

de firma ontbonden en ging Falkema en Msz.

door met de krant aan de Suupmarkt.

Ondertussen werd in 1889 tot 1892 in Sneek

een tweede versie van de ‘Sneeker Courant’

uitgebracht door H .J. Poutsma en verscheen

eenmaal per week. Redacteur was Piter Jelles

Troelstra. De krant kreeg een sterk sociaal-de-

mocratische inslag. In 1893 ging deze uitgave

op in ‘De Nieuwe Tijd’.

Aan het eind van de negentiende eeuw ver-

scheen er nog een krant in Sneek. A.J. Bokma

gaf in 1884 een jaar lang ‘Sneek’ uit. Beter

bekend als het ‘Algemeen Advertentieblad voor

Sneek en omstreken’. Dit was één van de voor-

lopers van de ‘Nieuwe Sneeker Courant’.

Vanaf 1904 komt het ‘Drijfhout’s Advertentie-

blad’ op de markt, uitgegeven door uitgeverij

H.J. Drijfhout in Sneek en verspreid in Sneek

en omliggende dorpen. In 1907 werd de naam

gewijzigd in ‘ Drijfhout’s Nieuwsblad’.

De ‘Nieuwe Sneeker Courant’ met als ondertitel

‘Brandenbrugh’s goedkoop advertentieblad voor

Sneek en Omstreken’ rolde vanaf 1887 van de

pers. In 1927 kwam deze titel in handen van

een driemanschap, Leendert Kiezebrink en Co.

In de Tweede Wereldoorlog bleef de ‘Nieuwe

Sneeker Courant’ zelfstandig. In 1942 volgde

een fusie met ‘Drijfhout’s Nieuwsblad’. Noodge-

dwongen door papierschaarste. Na toetreding

van een derde fusiepartner, ‘De Jong’s Nieuws-

blad’, werd halverwege de oorlog de naam

gewijzigd in ‘Westergo’.

Meteen na de bevrijding in 1945 kwam de

‘Nieuwe Sneeker Courant’ terug onder de naam

‘Sneeker Nieuws’. Tot augustus 1946 heette de

krant ‘Weekblad voor het Militair Gezag’, district

Sneek en omstreken. De krant werd gedrukt

bij drukkerij ‘De Motor’ op de Gedempte Pol.

Hierna dook de krant weer op bij de oude uit-

gever L. Kiezebrink en Co aan het Kleinzand. Op

dat moment kreeg de krant de huidige naam:

‘Sneeker Nieuwsblad’.

In 1970 rolde de laatste editie van de pers bij

‘De Motor’. Drukkerij- en uitgeversbedrijf H.

Doevendans, destijds uitgever van de Sneker

Koerier, nam toen het ‘Sneeker Nieuwsblad’ over

van W. Jaasma en werd eigenaar. ‘De Motor’

verscheen in 1953 met de eerste uitgave van

het ‘Sneeker Nieuws- en Advertentieblad’ dat

vanaf 1964 als ‘Sneeker Koerier’ doorging.

Het 170-jarige Sneeker Nieuwsblad is een van

de oudste kranten in Nederland. Lang koesterde

de krant, met een huis-aan- huis- én een

abonnee-editie, haar status als goed draaiende

zelfstandige onderneming. Omdat de voorma-

lige eigenaren, de drie rasechte Sneker broers

Karst, Teun en Joop Doevendans, geen opvolgers

in hun drukkerij- en uitgeverij aan de Singel

hadden, boden ze in 1989 de al veel langer op

de titel azende Friese Pers de kans om de ‘derde

krant van Friesland’ in te lijven.

Het SN hield als 100 procent dochteronder-

neming van de Friese Pers, uitgever van onder

andere de Leeuwarder Courant, jarenlang zijn

eigen broek op. Toen de Friese Pers in 2007

fuseerde met Hazewinkel Pers in Groningen

waardoor de Noordelijke Dagblad Combinatie

(NDC) ontstond werd de nieuwsbladtitel net

als de ook ingelijfde Hoekstra-bladen onderge-

bracht in de huis-aan-huisgroep met een kleine

40 titels.

Sinds 2011 is het ‘Sneeker Nieuwsblad’ een

gratis huis-aan-huisblad dat iedere woensdag

verschijnt in een oplage van bijna 30.000 exem-

plaren in de gemeente Súdwest-Fryslân. ■

HET ‘SNEEKER NIEUWSBLAD’ VERSCHIJNT SINDS 1970 ONDER DEZE NAAM. MAAR DEZE KRANT HEEFT EEN LANGE HISTORIE DIE BEGON IN 1846; 170 JAAR GELEDEN.TOEN VERSCHEEN DE ALLEREERSTE PLAATSELIJKE KRANT IN SNEEK ONDER DE NAAM ‘SNEEKER COURANT’, UITGEGEVEN DOOR DRUKKER/UITGEVER J. KLEIN IN SNEEK.

De rijke historie van het ‘Sneeker Nieuwsblad’

,,Via redacteur Cees Walinga rolde ik de journa-

listiek in”, vertelt Jelmer, ,,hij kende mijn ouders.

Voor mijn opleiding VMBO-detailhandel zocht

ik een stageplaats, en de journalistiek trok mij

meer dan in een winkel werken. De school vond

het goed en zo kwam ik voor een stage van

twee weken bij het SN terecht op het Kleinzand.

Cees en zijn collega redacteur Sjoerd Stiensma

vroegen mij vervolgens of ik na mijn stage de

verslaggeving van het voetbal wilde oppakken.

Dit wilde ik graag. Ik voetbal al sinds mijn 6e bij

ONS en weet veel van de statistieken.”

Jelmer kreeg het volledige vertrouwen van de

beide heren en dus toog hij iedere zaterdag en

zondag naar de redactie. ,,Na eerst zelf gevoet-

bald te hebben, ging ik dan op een doodstille

redactie aan de slag met de overig gespeelde

wedstrijden. Dit deed ik door middel van vele

telefoontjes plegen. Ik leerde op die manier

veel trainers. Het was echt mijn ding. Maar niet

alleen het voetbal, ook andere sporten kwam

ik tegen tijdens mijn 10-weekse stage voor

mijn MBO-opleiding Fotografie en Journalis-

tiek. Opnieuw was het SN voor mij een goede

leerschool. Ik weet nog goed dat ik schaatster

Marrit Leenstra mocht interviewen in Wijckel. Ik

was doodzenuwachtig. Sjoerd reed me erheen,

want ik had nog geen rijbewijs. Het interview

viel erg mee, het werd een mooi en groot artikel

waar ik nog steeds zeer trots op ben! Cees was

destijds mijn mentor en hij leerde me slordig-

heidjes in de taal te verminderen. Zowel Cees

als Sjoerd hebben me geleerd om vertrouwen te

hebben in wat je doet. Ook kreeg ik veel vrijheid

bij het schrijven van artikelen. Daarnaast leerden

ze me hoe ik de krant moest opmaken.”

Inmiddels heeft Jelmer zijn MBO-opleiding

verruild voor Een HBO-studie Journalistiek in

Zwolle. Hij leert er onder andere kort, bondig en

creatief schrijven. ,,Hoe is de sfeer bij aanvang

van een interview? Wat zie je allemaal, wat

gebeurt er? Dat soort dingen. Maar ik richt me

niet alleen op het schrijven. We maken ook korte

filmpjes en radioprogramma’s. En nog steeds

vind ik de sport erg leuk om te doen. Mijn

droom is Studio Sport. In de sportverslaggeving

vind ik Bert Maalderink, Joep Schreuder en Toine

van Peperstraten goed. Tijdens het afgelopen

EK Voetbal liep ik stage bij Panorama en daar

ontmoette ik mijn grote voorbeeld Edwin Struis

(voorheen Sportweek/NUSport, AdV). Dat was

natuurlijk een bijzonder moment.”

Ook Jelmer heeft in de afgelopen jaren de

veranderingen bij het SN meegemaakt. Hij vindt

het nog steeds zonde dat de maandagkrant is

verdwenen. ,,Daarin konden we zoveel sport

plaatsen. Volgens mij missen mensen dat nog

steeds. Ook het nieuwe uniforme uiterlijk en

de vele reclame vind ik minder aantrekkelijk. Ik

snap dat dat belangrijke inkomsten zijn voor de

krant, maar voor de leesbaarheid is het jammer.

Mooie grote interviews en achtergrondverhalen,

daarmee trek je krantenlezers in de huidige

snelle tijd. Kwaliteit, dat is wat mensen willen.”

SPORTREDACTEUR JELMER WIJNSTRA

,,Mijn droom is Studio Sport”

TIJDENS EEN ‘SNUFFELSTAGE’ BIJ HET SN ONTDEKTE JELMER WIJNSTRA DE CHARME VAN DE JOURNALISTIEK. HIJ ONTPOPTE ZICH TOT SPORTREDACTEUR EN SCHRIJFT TROUW IEDERE WEEK ZIJN VOETBALVERSLAGEN.

SNEEK – Het is een mooi weerzien tussen twee oude be-kenden: Jelmer Wijnstra (23) en ondergetekende (47). Vijf jaar geleden liepen we allebei tegelijkertijd stage bij het SN waar de sfeer er een was van gemoedelijkheid.

Kranten klaar voor transport. De expeditiehal.

Amanda

de Vries

... en bij de depothouder afgeleverd. De pakketten worden ‘op route’ gelegd...

,,Snekers zijn trots op hun stad, de saamhorigheid is er groot. Toch heb

ik er nooit gewoond. Ik heb de afstand tussen mijn huidige woonplaats

Sloten en Sneek altijd als zeer prettig ervaren. Naar huis rijden en de boel

even laten bezinken.” Met ‘die boel’ bedoelt Rudolf onder andere zijn

werk als bladmanager voor het SN en andere regionale titels. ,,Ik kwam

bij de LC vandaan en werd in 1998 benaderd voor genoemde functie. Het

leek me een hele uitdagende baan, maar ik was onervaren in leidingge-

ven. Ik was 31 en kreeg een team van zo’n acht personen onder me. NDC

stuurde me op een cursus Leidinggeven en daar kwam ik erachter dat ik

een zogenaamd ‘groen’ persoon was. Iemand die af gaat op zijn gevoel en

houdt van compromissen sluiten. Van een collega die voornamelijk ‘rood’

was leerde ik wat meer de confrontatie op te zoeken. Toen ik op een

vrijdagmiddag de knuppel behoorlijk in het hoenderhok had gegooid en

het hele weekend me daar schuldig over voelde, besloot ik op maandag-

morgen maar van mijn eigen kracht uit te gaan. Daar kwam ik toch het

verste mee.”

Rudolf floreerde in zijn functie. Hij had een leuke club mensen om zich

heen en de krant draaide op volle toeren. ,,We waren een autonome BV

(het SN viel toen nog onder Uitgeverij Doevendans BV, AdV) en hadden

het Calimero gevoel, wij tegen de grote boze wereld. We waren hecht met

z’n allen, een uitgeverij in het klein, en stonden voor ons eindproduct. Ook

leerden we veel van elkaar. Zo herinner ik me dat redacteur Cees Walinga

een krant uit Turkije meenam die op tabloidformaat gedrukt was. De

pakkende stijl en de goede opmaak van die krant was een voorbeeld voor

onze maandagkrant. En als we het gevoel hadden dat onze concurrent

Wijd & Zijd ons in de wielen reed, dan volgde er een goed gesprek bij de

plaatselijke chinees en was alles weer vergeten en vergeven. Wat ik ook

heel leuk vond was de verhuizing van de Singel naar het Kleinzand. De

toenmalige NDC directeur was kritisch over de aankoop van het pand,

maar ik was enorm enthousiast. Het werd met behulp van plaatselijke

ondernemers compleet verbouwd en ingericht. Ook dit gaf weer een heel

saamhorig gevoel, zo’n verhuizing met z’n allen goed te doorstaan. De

opening was fantastisch met de burgemeesters van Sneek en Wymbritse-

radiel erbij. Ja, ik heb zeer goede herinneringen aan die tijd.”

Toch besloot Rudolf in juli 2004 om te vertrekken. ,,De bemoeienis van

hogerhand werd steeds groter”, verklaart hij zijn afscheid. ,,De lol ging er

voor mij meer en meer van af. Nieuwe leidinggevenden hadden voor mijn

gevoel geen inkt in de aderen. Terwijl ik nog steeds van mening was dat

een mooie, goede krant voorop moest staan. Dus dat botste. Maar het

was voor mij ook een juist moment om eens wat anders te gaan doen.

En dat ‘anders’ werd ‘Capacitas Advies’, mijn eigen bedrijf. Wat het SN

betreft: grote achtergrondverhalen zijn volgens mij onmisbaar, net als

mooie specials. Het snelle nieuws lezen mensen wel via internet. Als de

krant zich weer meer verdiept in de lokale samenleving, voorzie ik een

mooie toekomst.” ■ EX-BLADMANAGER RUDOLF DIJKSTRA

,, We hadden het Calimero gevoel”

RUIM 10 JAAR GELEDEN NAM RUDOLF DIJKSTRA AFSCHEID VAN HET KRANTENLEVEN. ALS BLADMANAGER VAN ONDER ANDERE HET SN BELEEFDE HIJ EN DE REDACTIE PRACHTIGE JAREN.

De liefde voor Sneek zit diep bij Rudolf Dijkstra. Als binnenstadsmanager wordt hij een dag per week door de gemeente en de Vereniging van Sneker Zakenlieden in-gehuurd vanuit zijn eigen bedrijf in ruimtelijke ordening. ,,Het is mijn stad”, verklaart hij hartstochtelijk.

COLOFONUitgeverNDC mediagroep

VerkoopVerkoopteam Friesland Noord

Vormgeving en opmaakMP&V | Griet Visser

Coördinatie redactieSjoerd Stiensma

Oplage29.350 exemplaren

Amanda

de Vries