131127 van heisenberg naar quantumzwaartekracht

Post on 04-Jul-2015

387 views 0 download

description

Lezing voor de slotbijeenkomst van de UvA-masterclass "The Quantum Universe" voor 5- en 6-VWO'ers. Mede bedoeld als voorbereiding op een lezing over entropische zwaartekracht van Erik Verlinde, later op de dag.

Transcript of 131127 van heisenberg naar quantumzwaartekracht

Van Heisenberg naar

Quantumzwaartekracht

Marcel VonkMasterclass Quantum Universe

27 november 2013

2/96

Inhoud

1. Entropie

2. Entropie op quantumschaal: de

onzekerheidsrelatie.

3. Entropie en zwaartekracht:

zwarte gaten.

1. Entropie

4/96

Het begrip entropie zegt iets over hoe

waarschijnlijk en willekeurig bepaalde

natuurkundige toestanden zijn.

Entropie

5/96

Entropie kent twee heel verschillende

definities:

1) Een statistische

2) Een thermodynamische

We beginnen met de statistische

definitie.

Entropie

6/96

Een eenvoudig voorbeeld: verdeel

acht gekleurde ballen over een bak.

Entropie

7/96

Een eenvoudig voorbeeld: verdeel

acht gekleurde ballen over een bak.

Entropie

8/96

Welke configuratie is waarschijnlijker?

Entropie

(1) (2)

9/96

Antwoord 1: beide configuraties zijn

even waarschijnlijk!

Entropie

(1) (2)

10/96

De microscopische toestand

…is even waarschijnlijk als de

microscopische toestand

Entropie

11/96

Antwoord 2: configuratie (2) is veel

waarschijnlijker!

Entropie

12/96

De macroscopische toestand

…is veel waarschijnlijker dan de

macroscopische toestand

Entropie

2 : 2

4 : 0

13/96

Entropie is een maat voor hoeveel

microscopische toestanden horen bij

één macroscopische toestand.

Entropie

4 : 0

14/96

Entropie is een maat voor hoeveel

microscopische toestanden horen bij

één macroscopische toestand.

Entropie

2 : 2

15/96

Bij de macrotoestand 3:1 horen

bijvoorbeeld 16 microtoestanden:

…en bij 2:2 horen er 36.

Entropie

16/96

We zien dat een statistisch begrip als

entropie ook een voorspellende

waarde kan hebben!

Entropie

17/96

We zien dat een statistisch begrip als

entropie ook een voorspellende

waarde kan hebben!

Entropie

meest waarschijnlijke

uitkomst

18/96

Dit wordt nog veel extremer als we

grotere systemen beschouwen:

Entropie

meest waarschijnlijke

uitkomst

19/96

Het aantal microtoestanden per

macrotoestand is vaak gigantisch:

290221898034278978720212488115162781261285921681

585875907636440223079481193218327138795984664929

829737740145115100023594381414400 microtoestanden

Entropie

20/96

De entropie van een macrotoestand

wordt mede daarom gedefinieerd als

de logaritme van het aantal

microtoestanden.

Entropie

21/96

Een belangrijke eigenschap van

entropie is dat die in grote systemen

altijd toeneemt.

Entropie

22/96

Ook dit is een puur statistische

eigenschap, er is dus geen

mysterieuze “kracht” aan het werk.

Entropie

23/96

Rudolf Clausius formuleerde dit in

1856 als een natuurwet:

Entropie

24/96

Rudolf Clausius formuleerde dit in

1856 als een natuurwet:

Entropie

0td

Sd

25/96

Rudolf Clausius formuleerde dit in

1856 als een natuurwet:

Entropie

0td

Sd

Tweede Hoofdwet van

de thermodynamica

26/96

Overigens had Clausius nog niet het

statistische beeld van entropie dat wij

nu hebben.

Entropie

27/96

Entropie kent twee heel verschillende

definities:

1) Een statistische

2) Een thermodynamische

Wat is de thermodynamische

definitie?

Entropie

28/96

Een fysisch systeem zoals een gas

heeft twee soorten energie:

• Energie die kan worden omgezet

in arbeid

• Energie die “niet beschikbaar is”

Entropie

29/96

De verhouding tussen beschikbare

energie en (absolute) temperatuur

bleek constant.

Clausius noemde deze verhouding,

gemeten in J/K, de entropie.

Entropie

30/96

Ludwig Boltzmann liet in 1877 zien

dat de twee definities van entropie

hetzelfde zijn.

Entropie

31/96

Belangrijk detail:

• Statistische entropie is een getal,

• Thermodynamische entropie wordt

gemeten in J/K.

Entropie

32/96

Belangrijk detail:

• Statistische entropie is een getal,

• Thermodynamische entropie wordt

gemeten in J/K.

Entropie

WkS B ln

33/96

kB heet de constante van Boltzmann:

kB = 1,3806488 x 10-23 J/K

Entropie

WkS B ln

34/96

We hebben gezien dat entropie tot

allerlei dynamische effecten kan

leiden. Deze effecten kunnen zelfs de

vorm van krachten aannemen.

Voorbeeld: een elastiekje.

Entropie

35/96

Rubber bestaat uit polymeren:

Entropie

36/96

Eenvoudig model van een polymeer

met zeven segmenten:

Entropie

37/96

Eenvoudig model van een polymeer

met zeven segmenten:

Entropie

evenwichtslengte

38/96

Als het polymeer zich in een

warmtebad bevindt (bijvoorbeeld de

lucht) zal het zijn evenwichtslengte

opzoeken.

Entropie

Kracht!

39/96

Eén van de vragen die Erik Verlinde

in zijn onderzoek probeert te

beantwoorden is: kunnen we de

zwaartekracht ook zien als een

entropische kracht?

Meer daarover om 15:00

Entropie

2. Entropie op quantumschaal

41/96

Levert het begrip entropie geen

probleem op als het aantal

microtoestanden oneindig is?

Entropie op quantumschaal

WkS B ln

42/96

Oplossing in de klassieke

natuurkunde: kies een

“basistoestand” als referentie

Entropie op quantumschaal

43/96

Macrotoestand (b) heeft tweemaal

zoveel microtoestanden als (a) of (c).

Entropie op quantumschaal

44/96

Macrotoestand (b) heeft tweemaal

zoveel microtoestanden als (a) of (c).

Entropie op quantumschaal

WkS B ln

45/96

Macrotoestand (b) heeft tweemaal

zoveel microtoestanden als (a) of (c).

Gebruik nu dat ln(2W) = ln(W) + ln(2):

Entropie op quantumschaal

WkS B ln

46/96

Macrotoestand (b) heeft tweemaal

zoveel microtoestanden als (a) of (c).

Gebruik nu dat ln(2W) = ln(W) + ln(2):

Entropie op quantumschaal

WkS B ln

2lnBab kSS

47/96

In de klassieke natuurkunde zijn

entropieverschillen dus wel goed

gedefinieerd.

In het algemeen zijn we alleen in

zulke verschillen geïnteresseerd!

Entropie op quantumschaal

0td

Sd

48/96

In de quantumfysica blijkt het wel

vaak zo te zijn dat we toestanden

kunnen tellen.

Entropie op quantumschaal

49/96

Om dit te begrijpen voeren we het

begrip faseruimte in.

Entropie op quantumschaal

50/96

Om dit te begrijpen voeren we het

begrip faseruimte in.

Entropie op quantumschaal

51/96

Voeg een tweede auto toe:

Entropie op quantumschaal

52/96

Voeg een tweede auto toe:

Entropie op quantumschaal

53/96

Voeg een tweede auto toe:

Entropie op quantumschaal

54/96

Voeg een derde auto toe:

Entropie op quantumschaal

55/96

De faseruimte is een

configuratieruimte waarin we de

posities en impulsen (snelheden)

aangeven.

Voorbeeld:

Harmonische oscillator

Entropie op quantumschaal

56/96

Harmonische oscillator:

Entropie op quantumschaal

57/96

Harmonische oscillator:

Entropie op quantumschaal

58/96

Harmonische oscillator:

Entropie op quantumschaal

59/96

De faseruimte is opgebouwd uit

fasebanen.

Entropie op quantumschaal

60/96

In de klassieke mechanica kan zo’n

baan willekeurig (continu) gekozen

worden. In de quantummechanica zijn

de banen discreet.

Entropie op quantumschaal

61/96

Een macroscopische toestand

bepaalt een (bewegend) volume in de

faseruimte.

Entropie op quantumschaal

62/96

We moeten dus kunnen tellen

hoeveel microscopische toestanden

binnen dit gebied vallen.

Entropie op quantumschaal

63/96

We moeten dus kunnen tellen

hoeveel microscopische toestanden

binnen dit gebied vallen.

Entropie op quantumschaal

64/96

Hoe groot is een “cel” in de

faseruimte die met één toestand

overeenkomt?

Entropie op quantumschaal

65/96

Hoe groot is een “cel” in de

faseruimte die met één toestand

overeenkomt?

Entropie op quantumschaal

2

px

66/96

Coclusie: het aantal toestanden in

een bepaald stuk faseruimte is

eenvoudigweg het volume, uitgedrukt

in “Planckcellen”.

Entropie op quantumschaal

67/96

Dit idee (iets anders geformuleerd)

staat bekend als Bohr-

Sommerfeldquantisatie.

Entropie op quantumschaal

68/96

Overigens: de wiskundige Joseph

Liouville (1809-1882) bewees al dat

volume in de faseruimte niet verandert.

Entropie op quantumschaal

69/96

Overigens: de wiskundige Joseph

Liouville (1809-1882) bewees al dat

volume in de faseruimte niet verandert.

Entropie op quantumschaal

70/96

Kortom: de quantumtoestanden van

een systeem zijn discreet, en elk

systeem heeft dus een minimale

entropietoename.

Entropie op quantumschaal

WkS B ln

71/96

Kortom: de quantumtoestanden van

een systeem zijn discreet, en elk

systeem heeft dus een minimale

entropietoename.

Entropie op quantumschaal

BkS

72/96

Zie dit als het “toevoegen van 1 bit”

om de nieuwe microtoestanden te

kunnen tellen.

Entropie op quantumschaal

BkS

73/96

Deze “minimale toename van

informatie” speelt een belangrijke rol

in het werk van Erik Verlinde (15:00).

Entropie op quantumschaal

BkS 2

3. Entropie en zwaartekracht:

zwarte gaten

75/96

Zwaartekracht begrijpen we op grote

schaal heel goed…

Entropie en zwaartekracht

76/96

…maar op quantumschaal kost het

veel moeite de kracht als een

fundamentele kracht te beschrijven.

Entropie en zwaartekracht

77/96

De beste aanwijzingen voor de

oplossing van dit probleem vinden we

in zwarte gaten.

Entropie en zwaartekracht

78/96

Een zwart gat is een gebied met een

horizon waarbinnen de zwaartekracht

zo sterk is dat zelfs het licht niet kan

ontsnappen.

Entropie en zwaartekracht

79/96

Het (direct) waarnemen van zwarte

gaten valt niet mee, maar we kunnen

er wel goed aan rekenen.

Entropie en zwaartekracht

80/96

Stephen Hawking liet in zo’n

berekening zien dat zwarte gaten toch

straling kunnen uitzenden.

Schetsmatig ziet dat er zo uit:

Entropie en zwaartekracht

81/96

We zien hier heel duidelijk dat zowel

de zwaartekracht als de quantum-

mechanica een rol spelen – voor een

goed begrip hebben we dus een

theorie van quantumzwaartekracht

nodig!

Entropie en zwaartekracht

82/96

Als een zwart gat straling uitzendt,

heeft het dus ook een temperatuur…

Entropie en zwaartekracht

83/96

Met andere woorden: een zwart gat is

een thermodynamisch systeem. We

verwachten daarom dat een zwart gat

ook een entropie heeft.

Entropie en zwaartekracht

84/96

Samen met Jacob Bekenstein

rekende Stephen Hawking deze

entropie uit. Ze vonden een

verrassend eenvoudig antwoord:

Entropie en zwaartekracht

G

AcS

4

3

85/96

G, c en ħ geven aan dat we werken

met begrippen uit de quantum-

zwaartekracht. Ze doen weinig meer

dan de eenheden kloppend maken.

Entropie en zwaartekracht

G

AcS

4

3

86/96

De echte inhoud van de formule blijkt

als we eenheden kiezen waarin al

deze constanten 1 zijn:

De entropie van een zwart gat is

evenredig met het oppervlak!

Entropie en zwaartekracht

4

AS

87/96

Het lijkt dus alsof alle informatie over

een zwart gat “op de horizon

geschreven kan worden”.

Entropie en zwaartekracht

88/96

Een belangrijke uitdaging voor elke

theorie van quantumzwaartekracht is

om de Bekenstein-Hawkingentropie te

verklaren.

Dat valt niet mee, want hoe zien de

microscopische toestanden van een

zwart gat eruit?

Entropie en zwaartekracht

?

89/96

De snaartheorie heeft op dit gebied

twee successen geboekt.

Ten eerste is er het holografisch

principe.

Entropie en zwaartekracht

90/96

Juan Maldacena (1998):

• D-dimensionale theorie

met zwaartekracht

=• (D-1)-dimensionale theorie

zonder zwaartekracht

Entropie en zwaartekracht

91/96

Dit lijkt een goede hint te zijn naar het

antwoord op de vraag waarom de

entropie van een zwart gat groeit als

het oppervlak.

Entropie en zwaartekracht

4

AS

92/96

Andrew Strominger en Cumrun Vafa

behaalden in 1996 het tweede succes

door als eerste precies uit te rekenen

hoeveel snaartoestanden een

bepaald zwart gat beschrijven.

Entropie en zwaartekracht

93/96

Hun berekening werkt maar voor een

heel beperkte klasse van zwarte

gaten, maar komt wel op precies het

juiste resultaat uit!

Entropie en zwaartekracht

94/96

De grote vraag is: hoe nu verder?

Eén van de nieuwe ideeën is

afkomstig van Erik Verlinde: hij stelt

de lessen uit de holografie centraal,

en probeert de (quantum-)

zwaartekracht te begrijpen vanuit

entropie.

Entropie en zwaartekracht

95/96

Veel meer over zijn ideeën hoor je in

de lezing van 15:00 vanmiddag.

Entropie en zwaartekracht

Vragen?