zorg

74 7-2005 > zorg & financiering

Het Bouwcollege verlaagt de rekenrente van zesnaar 5,5 procent.

Het Bouwcollege gebruikt bij zijn beoordelingvan de exploitatiegevolgen van bouw(plannen)een vaste rekenrente, die momenteel zes procentbedraagt. Het geldende percentage wordt jaar-lijks gepubliceerd in de zogeheten Kengetallen.De rekenrente is volgens een afgesproken syste-matiek gebaseerd op met name een vijf jaar voort-schrijdend gemiddelde van de langetermijnrente.Daarbij wordt uitgegaan van jaarlijkse gegevensvan De Nederlandsche Bank (DNB). De reken-rente is voor het laatst aangepast in 2002.

Sinds januari 2005 publiceert DNB geen onder-liggende basiscijfers meer. Naar aanleidingdaarvan is de actualiteit van het huidige percen-tage getoetst aan de door College tarievengezondheidszorg/Zorgautoriteit in oprichting(CTG/ZAio) gehanteerde genormeerde langerente, waarmee de rekenrente uitkomt op 5,5procent. Besloten is dit percentage te hanterenvanaf 1 juli 2005. Formele vastlegging vindtplaats in de in het najaar vast te stellenKengetallen 2005.Bron: Kort Bestek, juli 2005<

1071 rekenrente per 1 juli verlaagd tot 5,5 procent

Zorginhoudelijke ontwikkelingen en verande-rende wet- en regelgeving maken het noodzake-lijk dat GGZ-instellingen een goed doordachte,toekomstbestendige zorgvisie ontwikkelen.Deze zorgvisie is essentieel om de benodigdezorginfrastructuur te kunnen bepalen, zowelqua omvang als opzet en vormgeving. Daarbijmoet uiteraard ook rekening worden gehoudenmet de bedrijfsmatige mogelijkheden.

Om te kunnen bepalen welke bouwkundigevoorzieningen nodig zijn, is het wenselijk een‘overall’ blik te hebben op relevante ontwikke-lingen: welke trends zijn in de nabije toekomstte voorzien, welke zetten door en welke niet,hoe zijn ze te vertalen naar de zorginfrastruc-tuur van instellingen en wat zijn de afwegingendie daarbij gemaakt moeten worden? HetBouwcollege wil de instellingen daarbij met eenkwalitatief onderzoek behulpzaam zijn.Het onderzoek zal bestaan uit twee fasen: eenvooronderzoek naar de ontwikkelingen in de

GGZ en, op basis daarvan, een vervolgfase meteen nadere uitwerking van de gevolgen voor debouwkundige zorginfrastructuur en de strate-gische keuzes waarvoor instellingen komen testaan: wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen vanverdergaande specialisatie van de GGZ, ‘ambu-lantisering’, vermaatschappelijking en zorg-programmering voor de organisatiestructuur, de(hoofd)locaties (‘omwenteling’ c.q. herwaarde-ring van de hoofdlocatie) en de bestaande huis-vesting (afstoting, andere doelgroepen)? Welkegevolgen zijn er voor de bouw door de overheve-ling van de curatieve GGZ voor het RGC-concept(regionaal geestelijkegezondheidszorgcentrum)en de ziekenhuispsychiatrie?Het is de bedoeling de eerste fase van het onder-zoek eind dit jaar af te ronden. In het najaar zaleen conferentie worden georganiseerd om deopgedane bevindingen voor te leggen engedachten uit te wissen over de toekomst van deGGZ.Bron: Kort Bestek, juli 2005<

1072 onderzoek gevolgen ontwikkelingen ggz voor zorginfrastructuur

ZenF0705.qxd 29-7-2005 14:59 Pagina 74