1 inleiding afstandscursus-aangepast

Post on 30-Jun-2015

631 views 1 download

Transcript of 1 inleiding afstandscursus-aangepast

Ontwikkelingspsychologie

“Groot worden”

Mijn kind wordt groot!?!Ontwikkelingsvragen

“Ons Bartje (10 m) stopt voortdurend speelgoed in zijn mond, moet ik hem meer te eten geven?”

“Als Lotta (2,5 j) haar zin niet krijgt, roept en tiert ze. Is dit wel normaal, ze moet tenslotte toch leren

luisteren?”

“Onze thomas (15 j) kleurt zijn haar zwart, luistert naar harde muziek, zit steeds op zijn kamer, en wil niet

meer mee op familiebezoek … ‘t gaat de foute kant uit met hem.”

Overzicht

1. De ontwikkeling van het kind: gewikt en gewogen

2. Wat is ontwikkeling?

3. Wat is psychologie?

4. Hoe ontstaat ontwikkeling?

5. Stromingen binnen de ontwikkelings-Ψ

6. Hoe met ontwikkeling omgaan?

7. Handboek in een notendop

1. De ontwikkeling v/h kind: gewikt en gewogen

Waarom inzicht in ontwikkeling nodig?

a) Omgang met kinderen– Karakteristieken– Specifiek voor bepaalde leeftijd/fase– Ontwikkelingsfasen

• Bouwen voort op elkaar• Lopen over in elkaar

b) Afwijkende ontwikkeling identificeren

2. Wat is ontwikkeling?

• Veranderen van aanwezige structuur

• Vanaf conceptie tot dood

• Winst en/of verlies

• Geleidelijk, geen momentopname

• Bouwt voort op vorige – basis voor volgende

• Voortgang, ‘niet herhaalbaar’

3. Wat is psychologie?

• Psychologie– Bestudeert innerlijke leven en gedrag– Beschrijft, begrijpt en voorspelt– Verschillende onderverdelingen

• Ontwikkelingspsychologie– Bestudeert innerlijke leven en gedrag in

verschillende levensfasen

4. Hoe ontstaat ontwikkeling?

Nature/Nurture - debat:

• Nature = Natuur = Aanleg– Erfelijkheidsfactoren Ontwikkeling

Bvb. intelligentie, temperament, etc.

• Nurture = Milieu = Omgeving– Omgeving Ontwikkeling

Bvb. ouders, lkr, gebeurtenissen, etc.

4. Hoe ontstaat ontwikkeling?• Derde ontwikkelingsfactor?

Victor is zes jaar. Hij zit in het eerste leerjaar. Hij heeft heel wat cognitieve mogelijkheden in zich die van hem een sterke leerling kunnen maken. Victor leeft echter in een gezin waarin deze vaardigheden niet belangrijk geacht worden. Hij woont op een boerderij waar vooral ‘het kunnen werken met je handen’ belangrijk is. Van thuis uit wordt hij bijgevolg weinig gestimuleerd voor de schoolse vaardigheden. Zelf is Victor iemand die vlug opgeeft wanneer hij iets niet kan. Hij is vaak ‘liever lui dan moe’ en kiest er dan ook regelmatig voor om schoolse lessen en taken uit te stellen of niet te maken. De resultaten op zijn taken en toetsen spreken boekdelen: Victor presteert relatief laag. Van een (potentiële) sterke leerling is dus helemaal geen sprake.

4. Hoe ontstaat ontwikkeling?

• Derde ontwikkelingsfactor?

Zelfbepaling = IK– IK kan ‘zelf’ beslissen Ontwikkeling

• Gulden middenweg!

= Combinatie van Natuur, Omgeving en Zelf

5. Stromingen binnen de ontwikkelingspsychologie

5.1 Psychodynamische perspectief– ontwikkeling ~ onbewuste driften– Freud & Erikson

5.2 Behaviorisme– ontwikkeling ~ omgevingsprikkels– Watson & Skinner

5. Stromingen binnen de ontwikkelingspsychologie

5.3 Cognitivisme– ontwikkeling ~ denkprocessen– Piaget

5.4 Evolutionair/ethologisch perspectief– ontwikkeling ~ biologische kenmerken– Bowlby

5. Stromingen binnen de ontwikkelingspsychologie

5.5 Contextueel/ecologisch perspectief– ontwikkeling ~ socio-culturele context– Vygotsky & Bronfenbrenner

Verschillende visies op ontwikkeling

Verschillende manier van omgaan met ontwikkeling

6. Hoe omgaan met ontwikkeling?

6.1 Werken in de ‘Zone van Naaste Ontwikkeling’

6.2 Welbevinden & betrokkenheid als richtsnoeren

6.1 Zone van Naaste Ontwikkeling

• NIET: ‘welke vragen kan het kind al beantwoorden?’ = gerijpte functies

• WEL: ‘welke vragen kan ik het kind leren beantwoorden?’ = rijpende functies

• ‘Actief Helpen’: stapje voorop + hulp bieden(bvb. hint, tip)

!!! IN de zone werken! Niet té hoog, niet té laag

6.2 Welbevinden en betrokkenheid

• Welbevinden– Kind voelt zich als visje in het water,

gelukkig.

• Betrokkenheid– Kind gaat volledig op in een taak/activiteit,

diepgaand leren.

Welbevinden + betrokkenheid: Optimale ontwikkeling mogelijk

6.2 Welbevinden en betrokkenheid

7. Handboek in een notendop

• Ontwikkelingsfasen– Ongeboren baby, geboorte en pasgeborene, baby,

peuter, kleuter, lagereschoolkind en adolescent.

• Ontwikkelingsgebieden/-domeinen– Lichamelijke, motorische en tekenontwikkeling;

perceptuele, cognitieve en taalontwikkeling; sociaal-emotionele, seksuele en persoonlijkheidsontwikkeling; schoolse, morele en spelontwikkeling.

Samengevat

• Belang ontwikkelingspsychologie– Omgang kinderen– Afwijkende ontwikkeling identificeren

• Ontwikkelingsfactoren– Aanleg – omgeving – zelfbepaling

• Hoe gaan we met ontwikkeling om?– Werken in de zone van naaste ontwikkeling– Welbevinden en betrokkenheid = voorwaarde

• Ontwikkelingsfasen en -gebieden